HAARLEM'S DAGBLAD.
DERDE BLAD.
ZATERDAG 2 SEPTEMELR 1911
Do Gomeontebogrooting voor 1912.
De „Staat van begroeting van In
komsten en Uitgaven der Gemeente
Haarlem voor den dienst vqn 1912",
zooals, in officieele terminologie, de
Gemeentebegrooting lieet, is dit jaar
zeer vroeg verschenen - nog in Au
gustus zijn do beide boekwerken, die
ons anders als September-gave wor
den vereerd, verschenen Voor zoover
ik het weet, is liet dan ook nog nooit
gebeurd, dat wij in het tijdsbestek
van één week hot Gemeenteverslag en
de Begrooting thuis kregen. Er is
dus dit jaar met loffelijken spoed aan
gewerkt, waarmee ik niet zeggen
wil, dat dit anders niet het geval is.
In dit blad is op den dag van het
verschijnen reeds een uitvoerig uit
treksel van do inkomsten en uitga
ven, die de gemeente het volgend
jaar denkt te verkrijgen en te zullen
doen, opgenomen.
Daaruit heeft men kunnen zien,
dat in het ondernemen van nieuwe
dingen de grootste soberheid is be
tracht. De oorzaak schuilt in de wei
nig ruime geldmiddelen der gemeen
te. I-Iet percentage van den lloofde-
Jijken Omslag is dalende, maar geld
moet er wezen, meer geld dan voor
hot loopende dienstjaar. De nieuwe
begrooting veronderstelt een stijging
van de uitgaven tot een bedrag van
290.000. En dat lijkt nog heel opti
mistisch geraamd. Want in 1910 is er
nog 40.000 meer uitgegeven, dan
men in 1912 schat te zullen doen.
Een deel van de uitgaven, een be
drag van ruim zes ton, behoort tot
de buitengewone uitgaven, bestemd
voor rente en aflossingen. Die post
kwam vroeger niet op de begrootin
gen voor. Zij wordt gecompenseerd
door een even groote ontvangst voor
dit doel. Ik vestig hier de aandacht
op, omdat men anders een verkeerd
denkbeeld zou opvatten omtrent de
zeven ton, die de - ontvangsten hot
volgend jaar, naar men schat, meer
zullen bedragen dan over 1911. Van
die zeven ton zijn dus ruim zes ton,
die men feitelijk alleen ontvangt om
weer uit te geven.
Het werkelijke verschil tussclien in
komsten en uitgaven, moet als altijd
gevonden worden uit den sluitpost
der begrooting den Hoofdei ij ken
Omslag.
Gelijk men reeds weet, moet deze
plaatselijke belasting daarom met
76.000 worden verhoogd, of met on
geveer 13 pCt. Of men die verhooging
door natuurlijk of kunstmatig accres
denkt te verkrijgen, wordt niet ge
meld. Het zou kunnen zijn, dat do
Belasting-controleur de 76 lapjes van
duizend gulden voud, door rechtma
tige verhooging der te-laag-opgege-
ven vermogens, en het zou ook kun
nen wezen, dat men een flinke toe
neming van het Haarlemse he kapi
taal verwachtte. Maar wanneer noch
het een, noch het ander het geval is,
zal men wel zijn toevlucht moeten
nemen tot verhooging van het be
lasting-percentage voor den dienst
1912-1913.
Voorshands laat ook het dikke
boek, dat Memorie van Toelichting
heet, ons in het onzekere. De toelich
ting betreffende de vermeerdering
van den HoofdelijkeD Omslag luidt
even duidelijk, als niets-zeggend
„Teneinde het totaal der inkom
sten met dat der uitgaven in over
eenstemming te brengen, is deze post
op het geraamde bedrag bepaald.
Dit heet in officieele taal een „toe
lichting".
Die „Memorie van Toelichting'
bevat nog meer van die over-klare
mededeelingen.
Ik sla een willekeurige bladzijde
op en vind in de begrooting voor het
Slachthuis 40 opgegeven voor
lastingen. Wat deelt nu de Memorie
als toelichting op dezen post mee
Dit vermeldenswaardige „Hiervoor
wordt 40 uitgetrokken." „Zegt u dat
wel 1" is men geneigd" uit te roepen.
Want 't is inderdaad heel duidelijk
„Er wordt ƒ40 uitgetrokken yoor be
lastingen, omdat er 40 uitgetrokken
wordt." Men vindt meer van die in
lichtingen. „Verschillende ontvang
sten" der Lichtfabrieken, afd. Electri-
citeit, worden gesteld op 500, omdat:
„Hiervoor 500 wordt ingebracht." De
huur vnn grond voor T Slachthuis
wordt geraamd op 3000. omdat
„Hiervoor ƒ3000 wordt noodig
acht." Onderstel eens. dat men dien
post aanvroeg en het bedrag niet
noodig achtte l
Ik kan niet inzien, dat dergelijke
mededeelingen ander resultaat heb
ben, dan dat zij de zetkosten van de
„M. v. T." vermeerderen.
De begroolingen der Gemeentebe
drijven worden in 1912 belast met de
verhooging van de werkliedenloonen.
Eenige bedrijfshoofden geven op, nog
niet te weten hoeveel die stijging der
werkloonen zal bedragen, anderen we
ten dat wel, ongeveer ten minste. Het
is begrijpelijk, dat deze meerdere uit
gaven ten nadcele komen van de
winstcijfers. Toch raamt de Waterlei
ding nog f 4000 meer winst dan voor
1911. Evenwel men verwacht dan toch
nog maar de helft van de winst, die in
1910 werd behaald. Hopen we, dat de
ontvangsten in het volgende jaar
even hoog zullen zijn. als dit verleden
jaar het «reval is geweest.
De Electrische centrale is van plan
ons "t volgend jaar met een evengroot
nadeel ig saldo te ver russen, als zij
dit jaar een butig slot in de Gemeente
kas wil storten. De ontvangsten wor
den weliswaar 7000 hooger gerekend,
maar de uitgaven ook 21,000 hooger.
dan voor 1911. Do reden daarvan is
'oornamelijk, dat men nu. met "t oog
op de uitbreiding van de Electrische
centrale een 17,000 meer aan rente en
aflossing moet betalen. In 1911 moet
ook 't kabelnet worden uitgebreid,
denkt men. 't geen een ƒ20.000 zal
kosten.
Een gel'"k bedrag is voor 1911 ge-
raamd. Opmerking verdient ook nog,
dat men nog geen cijfer durft noemen j
voor de levering van stroom aan de j
Electrische tram der II IJ. S. M. i
(eigenlijk Noord-Zuid-Holl. Tramw.-j
Mij.). Bij de beoordeeling van het'
straks vermelde verwachte déficit over
1912 moet wel in 't oog gehouden wor
den, dat deze thans voor memorie uit
getrokken oost het nadeelig saldo wel
licht zal kunnen verminderen. Want.
al heeft men bij de uitgaven ook de
roming van de fabricagekosten van
den electrischen stroom voor de tram
eveneens achterwege gelaten, wel
heeft men meegerekend de meer
dere kosten (als rente en aflossing)
door da kapitaalsuitbreiding veroor-,
zaakt. En die moeten toch ook
voor een deel althans teruggevon
den wordon uit de gelden door de Elec- J
trische tram voor stroomlevering to'i
betalen.
De Gasfabriek belooft een voordee-
lig saldo van ƒ96,000, d. i. 16,000 min
der dan men in dit jaar denkt te ma
ken. Men denkt op de uitgaven een
ƒ20,000 te bezuinigen, ni. op onder
houd van de gebouwen, aanschaffing
van machines, beslrutingskoslen, op
den post aanleg van de muntmeters,
enz.
Wat betreft de Gemeenteremiging,
ook daar zijn de uitgaven belangrijk
hooger: f 19000 ongeveer op een
drag van f 107.000, terwijl de inkom
sten maar f 500 hooger geraamd zijn,
dan voor dit jaar. Voor dit hooger
nadeelig saldo zijn eenige oorzaken
aan te wijzen. De Raadsbesluiten in
zake de herziening van de wedderege-
hng van de ambtenaren en die
van de werklieden vorderen een goe
de f 13.000 meer, dan moet er een
paar duizend gulden uitgegeven wor
den voor de restauratie van de belt-
opzichterswoning en eindelijk wordt
er uitbreiding gevraagd van den
pneumatiscben d'.enst. Uit het Ge
meenteverslag weten we reeds, dat
door het verminderen van het aantal
faecalién-tonnetjes de beerputten be
langrijk in getal zijn vermeerderd,
nu is de z.g. pneumatische machine,
die de Gemeente bezit, niet meet vol
doende, want men moet er mee tot
laat in den avond' werken, wat ook
niet gowenscht is, wegens het avond
werk, dat de reinigers daardoor moe
ten verrichten. Verleden jaar hebben
zij 2000 overuren gemaakt. Nu wil
men een tweede pneumatische machi
ne met tenders, slangenwagen, paar
den eu verder.muter.aal aanschaffen,
hetgeen f 6377 kost.
Voor ik met de Gemeentereinigihg
eindig, ent nog de aandacht er op
gevestigd te worden, dat de post van
f 303 voor stofh.ndende middelen be-,
wijst, dat men de proeven met stof-;
bestriiding wil voortzetten.
Over het Slachthuis valt weinig op
te merken. De paar duizend' gulden,
die men meer denkt uit te geven,
betreffen de hoogere loonen. De in
komsten blijven ongeveer gelijk. Al
leen moet nog aangestipt, dat de ra
ming der slacht- en keur gelden een
f 1000 lager is dan voor 1911 is be
groot De ervaring, in 1910 opgedaan,
de oorzaak daarvan.
Vanneer men zoo de cijfers van de
Gemeente-bed'rijven bij elkaar heeft,
valt er nog een aardigheidje op te
merken. De Haarlemmers, allen sa
men. zijn in het bezit van een gasfa
briek, die men Gemeente-gasfabriek
beet, de Haarlemmers zijn ook m 't
bezit van de straten en pleinen», die
men Gemeentegrond noemt Nu zeg
gen de Haarlemmers aldus.
„Hier hebben wij onze straten en
hier hebben we onze gasbuizen. Nu
zouden we onze buizen kunnen opne
men en in onzen grond leggen.
Maar zoo eenvoudig doen we niet
We nemen nu voor eiken meter gas
buis, eenige dubbeltjes uit onze geza
menlijke portemonnaie, waarin we
altijd botje-bij-botje doen enleg
gen die er dan in. En dat
doen we elk jaar weerom, voor
eiken meter gasbuis. Maar omdat
het niet heel veel verschil maakte,
noemde ze het vakje, waaruit zij
de dubbeltjes voor de gasbuizen
haalden: „bedrijfswinst der gasfa
briek" en "t vakje der portemonnaie.
waarm zij die centen overbrach
ten: „recognitie voor het hebben en
houden van gasbuizen in Gemeente
grond."
Dit is nu 't aardigheidje niet, want
wat ik hier vertel is al vaak een on
derwerp van strijd geweest tusschen
wijze lieden en aartsspotters, die met
dezen administratieven omslag wat
malden en beweerden, dut men deze
geldverwisseling alleen pleegde* om
te voorkomen dat het portemonnaie-
vakje van de bedrijfswinst zoo vol
werd, dat het zou opvallen en vele
Haarlemmers, ieder-voor-zich
geld terug-wilden, wat zij dan gas-
prijsverlaging zouden noemen.
Als gezegd, dit vertelsel is slechts
een varia op een oud thema; maar
wat ik meen, dat een nieuwer thema
te zijn, is dat de Haarlemmers, die
ook samen een waterleiding hebben,
zichzelf voor een meter waterle.ding-
buis minder betalen dan voor een me
ter gasbuis.
Want voor 100 c.M. waterleiding
buis betalen zij zichzelf 20 cent, maar
voor 100 c.M. gasbuis veel meer. Hoe
veel meer weet 'k niet, maar 't moet
wel aanzienlijk zijn, want voor de
gasbuizen samen betaalt men z.cb vijf
maal zooveel als voor de buizen der
waterleiding samen. Daarentegen
stort men voor alle electrische ka
bels, (ïle er in de gemeente liggen,
maar één gulden in de portemonnaie,
die Gemeentekas beet.
Aan de lezers, die de filosofie der
staathuishoudkunde bestudeeren, de
beantwoording van de vraag, waar
om meii aan zichzelf meer betaalt
voor het verlof aan zichzelf door zich
zelf gegeven, voor het leggc-n in eigen
grond van 1 meter gasbuis dan voor
één meter waterleidingbuis en dat
men een meter electrische kabel bijna
voor niets in zijn eigendom mag leg
gen.
JAC. C. M. Jr.
Buitenlandsch Overzicht
Europeescbe verwlkkellngtn door
de Marokkozaak.
De Duiische bladen althans voor
het gedeelte. dat tot de Pangermanis-
tische richting behoort zijn heelc-
manl niet ingenomen met het denk
beeld, dat creen gebiedsafstand in Ma
rokko kan worden verkregen.
ALLEEN MAAR COMPENSATIES
BUITEN MAROKKO
vraagt de Hamb. Neueste
Nachrichten. En het blad stelt
daartegenover de resolutie, in de Ma-
rekko-bijeenkomst te Berlijn, die door
4000 menschen bezocht werd, aange
nomen. In die resolutie wordt gezecd,
dat voor de politieke en economische
levensbelangen van het Dnitsche Riik
te terugkeer van Frankrijk binnen
de grenzen der Acte van Algeciras
noodzakelijk is.
„Zou die weg niet worden ingesla
gen, dan moet het rijk zich in West-
Marokko, waar bijna uitsluitend Duit-
sche belangen bestaan, dezelfde rech
ten en denzelfden invloed verzekeren,
die Frankrijk in eenig onder deel van
Marokko wenscht. In geen geval mag
worden geduld, dat
FRANKRIJK UIT DE BEVOLKING
VAN MAROKKO ZIJN LEGER
AANVULT,
daar dit olan van Frankrijk een be
dreiging is van liet Duitsche rijk, die
ens tot nieuwe militaire toerustingen
zou dwingen. De bemoeiing van eera
gen anderen slaat met den Duitsch-
Franschen Marokko-strijd moeten wij
kulin, maar met de grootste beslist
heid afwijzen."
En dan craut het Hamburgscho blad
de mogelijkheid uiteenzeiten, dat
Frankrijk uit een negerbevolking van
20 millioen menschen in Noord-Afrika
een legertje van een paar maal hon
derdduizend man samenstelt, dat in
een Europeeschen ocrlog zou kunnen
worden gebruikt, zooals het de zwar
te soldaten in 18 rO gebruikte. Dit
denkbeeld wus ook reeds door de En-
gelsche Morning Post uitgespro
ken, en was door dit blad, met het
oog op het verschil ii> bevolking tus
schen Frankrijk en Duitschland. niet
onmogelijk genoemd.
„Deze verontschuldiging voor
'T OPRICHTEN VAN ZWARTE HOR
DEN. DIE OP DE BESCHAAFDE
EUROPEESCHE STATEN ZULLEN
WORDEN LOSGELATEN
zegt het Hamburgsche blad toont
hoe groot de huinaniteits- en bescha-
vingshuicheiarij in Engeland is."
De Lokal A n z e ig e r. 't blad,
dat uitstekende relaties met de Duit
sche regeering heeft en wel eens 't or
gaan van den Keizer genoemd wordt
gaat voort scherpe artikelen aan
het adres van Engeland te richten. Nu
schrijft vou Kottsberg naar aanleiding
van de komende Sedanfeesten, dat
Engeland zich altijd liet verdedigen
door huurlingen eu nooit zijn eigen
zonen in 't gevecht stuurde. Voor En
geland streden en strijden vreemde
lingen on soldeniers en daarom ont
breekt 't bet eilandenrijk aan dc groo
te macht van 't volksleger.
DE BEWERING VAN DE KRACHT
VAN ENGELAND IS ENKEL BLUF,
daar het nog nooit in den krijg met
een ernstig tegenstander bewezen
heeft, dat 't in staat is te vechten.
Zijn murme is evenzeer zonder oor
logservaring als de onze ^üuitsche)
want Nelson stond aan 't hoofd van
houten vloten.. Waar wij het Engel-
sche leger zagen strijden, handelde
het tegon dé eerste eischen der tak-
tiek. Een natie, die een Bulier in het
veld als legeraanvoerder stuurt, zal
geen Nelson meer op de commando
brug plaatsen. Laten we Sedan vieren
door een boek van de Engelse he ge
schiedenis op te nemen. Dan zullen
e zien. dat wij evenmin oude ais
ieuwe tegenstanders te vreozen heb
ben.
In do socialistische Vorwarts
verheft daarentegen de revisionist Ed.
Bernstein -on stem te-gen do p--gingen
om systematisch de Duitschers tot
een blinden
HAAT TEGEN DE ENGELSCHEN'
op to zweepen. Bernstein acht oen
oorlog met Engeland in elk opzicht
een catastrofe en leecn den geest der
volkeren. Het succes van Engeland
schrijft h aan de door Campbell Ban-
nerman begonnen en door Asquith
voortgezette politiek van den demo-
cratïschen opbouw van het Bntsehe 1
wereldrijk toe. Het is zoo schrijft]
hij de politiek die door het toestaan
van volksregeering aan den bond der
Zuid-Afrikaansche koloniën de Boe-
ren en het Hollandsche element met
Engeland verzoend heeft. Duitschland
sleept nog de nalatenschap uit den
tij-d der veroveringen met zich mee.
Maar leer om leerl De couranten
der verschillende naties trekken tegen
elkaar te velde. In Engeland heerscht
zoodoende
EEN STEMMING TEGEN
DUITSCHLAND
en zijn bondgenooten.
Een aantal Engelsche bladen grij
pen gretig de gelegenheid aan. om
Frankrijk in de hoogte to steken ten
koste van Duitschland. „Van den be-
j girnie aan zoo schrijft de Daily
'Telegraph toonde Frankrijk in
geheel zijn optreden al de waardig
heid en zelfbeheersching. die aan een
natie passen, die weet wat z vermag.
Frankrijk heeft aan de Duusche voor
stellen al de aandacht geschonken, die
zij verdiendener komt evenwel ein
delijk een oogenblik, dat verdraag
zaamheid en geduld uitgeput raken en
de diplomatie haar laatste woord heeft
j gesproken. Wij twijfelen er geenszins
aan, of voor Frankrijk is dit oogen
blik gekomen."
The S t an d a r d verklaart, dat
Duitschland het aan zich zelf te wijten
zal hebben wanneer het land bij de
onderhandelingen de nederluag lijdL
Want het heeft gechicaneerd op een
wijze, die weinig luister zal b zetten
aan de geschiedenis van Duitschlands
fcuitenlandsche politiek.
Niet veel vriendelijker laat doMor-
r. i n g Post zich uit. „Wanneer
Frankrijk de vrije hand krijgt in Ma
rokko .schijnt aan Duitschland duar-
vcor een compensatie toe te komen.
Dat is geen quaestie van logica of bil
lijkheid, maar alleen een feit. Duitsch-
lond weet die compensatie af te dwin
gen door haar militaire pose. De op
offeringen. die het rijk zich heeft ge
troost ter vorming van
EEN REUSACHTIG LEGER EN EEN
ZICH STEEDS UITBREIDENDE
VLOOT,
zouden immers geen doel hebben,
wanneer het daardoor geen toongeven
de stem zou verkrijgen bij de afdoe
ning van de internationale quaesties."
't Gaat alzoo over eu weer en hard
tegen hard. Van eenig succes der po
gingen om
DUITSCHERS EN ENGELSCHEN
nader tot elkander te brengen, merkt
men in de pers nu niet veel meer I
Is alles dan ijdel geweest
Ook uit deze perspolemieken blijkt,
dat 't oordeel over de quaestie zeer
beïnvloed wordt door
Uit Parijs wordt nu althans geseind,
dat uit de gesprekken, die de Fran-
sche minister ae Selves met de ambas
sadeurs van Rusland eu Engeland ge
voerd heeft, gebleken is, dat men te
Petersburg en te Londen de opvattin
gen van de Fransche rogoering in za
ke dc Marokkaansche quaestie volko
men deelt.
Even zeker is. dat Oostenrijk-Uon-
garije en vermoedelijk ook Italië, 't
met Duitschland eens zijn.
DE ONDERHANDELINGEN'.
De eerstvolgende samenkomst van
den F ranse hen gezant Cambon en den
Duitschen minister Kiderlen-Wachter
zal a. a Maandag te Berlijn plaats
hebben.
De Neue Freie Presse bericht, dat
men te Weenen in gced ingelichte di
plomatieke kringen van meeniug is,
dat de Fransche voorstellen gescimt
zijn den grondslag voor een overeen
komst te vormen en dat men met
grond kan verwachten, dat de
I'ransch-Duitsche onderhandelingen
dilmual reeds binnen eenige dagen
tot een bevredigende oplossing zullen
geraken.
't Blijkt nu toch waar te zijn, dat
EELGlë MILITAIRE VOORZORGEN
NEEMT.
Deze maatregelen zijn dezelfde, die
er indertiid genomen zijn tijdens de
conferentie vun Algeciras.
De Petit Parisien schrijft hierom
trent Deze maatregelen bewijzen
niet, dat België het spoedig uitbarsten
van een oorlog vreest. Zij bewijzen al
leen, dat België, indien het noodig
werd. zij'n neutraliteit wil verdedigen
en aldus vervult het in dezen met
loyauteit '-ju internationalen plicht.
In Frankrijk zal men zeer zeker deze
houding niet critiseereu.
HET NIEUWE POKTUGEESCHE
KABINET.
Uit Lissabon wordt geseind
Chagas vormt, na mislukking dor
ouderliandeling met Costa, een blok-
ministerie. waarin Chagas minister
president en minister van binnenland-
sche zaken. Vasconcellos minister van
buitenlandsche zaken. Duurte Leite
minister van financiën. Meneees mi
nister van marine zullen zijn. De ver
dere verdeeling der portefeuilles is nog
twijfelachtig. Het is zeer moeilijk
iemand voor de portefeuille van jus
titie te vinden.
Amsterdamsche Kout
XVIIL
VACANTIETIJD.
Onze vroede vaderen waren zoek,
en zelfs hoe! ver te zoeken. Driemaal
in de afgoloopcn weck werden de
raadsleden voor het Prinsenhof opge
roepen. Woensdag was het wettig mi-
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Het jaar 1991 is een mooilijk jaar
voor de gemeente Fransenburg. De
in den laats ton tijd steeds wassende
uitgaven die aanleiding hebben gege
ven tot het sluiten van leening na
leening, overtreffen verre de gemeen
telijke inkomsten. Een belastingstel
sel dat de menschen der groote in
komens heeft senoopt een andere
woonplaats te zoeken, heeft de op
brengst van den hoofdei ij ken omslag
doen dalen. Kostbare openbare ge
bouwen, dure hervormingen zijn door
een verkwistend gemeentebestuur aan
gebracht.
Steeds is er geld noodig. De nieuwe
wethouder van financiën, een ener
giek jong man. die vol moed een
tiental maanden geleden zijn ambt
heeft aanvaard, hoeft in dien korten
tijd grijze haren gekregen. Zijn ge
stalie is gebogen, als aai hij bezwij
ken onder den last der schuklen die
de gemeente drukt. Tal van werken
wachten op uitvoering, en het kan
daartoe niet komen. Den 42sten Sep
tember is de laatste brug die de bei
de door een rivier gescheiden stads
gedeelten nog verbond met een rate
lend gekraak ineengestort. Zeven
jaar geleden was <ie herstelling al
di'in goud noodzakelijk I
De nood is tot het hoogst gestegen.
Spoedvergaderingen van den ge
meenteraad liebben om den anderen
dag plaats, geheime zittingen iedcren
avond. Het resultaat is nihil nie
mand weet uitkomst. Negen-en-der
tig vroede mannen zitten daar bij
een, en er is angst in hun jomber
zwijgen... Voordrachten, voorstellen
bereiken den Raad al niet meer. leder
is ten einde raad. De burgemeester
vangt aan met de notulen, behandelt
daarna een paar officiéele ingekomen
stukken, stelt tenslotte de rondvraag
aan de orde... meer niet.
Den 17en October houdt de Raad
als naar gewoonte eon vergadering,
in de schitterende Raadszaal van het
nieuwe stadhuis, dat een paleis ge
lijk is. En nauwelijks beeft de Voor
zitter de zitting geopend of de por
tier Schilfer treedt binnen (de bodes
zijn smds een rnaand ontslagen, als
bezuinigingsmaatregel), en overhan
digt den burgemeester een brief. Het
is een schrijven aan den Raad, en
dit college besluit om, ondanks de
late inzending, het request alsnog
te behandelen. Dus oi>ent de Voorzit
ter 't schrijven, en leest het voor. En
terwijl hij leest zwellen de aren op
zijn voorhoofd, ballen zijn vuisten
zich vol toorn, schieten zijn oogen
bliksemstralen.... En de negen-en-
dertig ledon der vroedschap toonen
allen dezelfde woedeverschijnselen.
Het schrijven, dat slechts kort is,
luidt eenvoudig:
„Aangezien de gemeentefinanciën
er allerbelabberdst voorstaan, en
Uwe EdelAchtbaren geen uitkomst
moer weten, veroorloof ik mij U te
doen opmerken dat U het eenige
practische en doeltreffende middel
om geld te krijgen nog niet hebt
gevonden. Ik zal U dat gratis aan
de hand doen. Verkoop de grootste
Halsano, die Gij bezit, en Gij zult
van een straatarme Gemeente weer
een rijke worden.
Bii voorbaat Uw dank aanvaar
dend, verblijf ik met gepasten eer
bied. enz.
De schrijver onderteekent Yoluit
met zijn naam: mr. Wouter v. Hup-
stra tot Hopma.
'n Halsano venkoopen! Eén der
schilderijen van den grooten meester
wiens roem door de eeuwen heen on
vergankelijk bleek.... verkoopenl Het
bezit waaraan de stad haar roem
dankt! De Raad is éen oogenblik
paf. Maar dan klinkt er gelijktijdig
de roep: „verbant hem, den schurk!"
De verordeningen anno 1991 bevatten
nl. ergens 'n artikel dat onder zekere
bepalingen den Gemeenteraden het
recht geeft, om personen die ze ge
vaarlijk voor de samenleving in
hunne veste achten ten eeuwigen
dage te ver bazuinen
Van deze bevoegdheid maakt het
edelachtbare college thans gebruik.
Het bosluit tot verbanning van den
cnivorlaat mr. W. v. Ilupstra tot
Hopma, en doet hem aanzeggen dat
hij binnen vier-en-twintig uur de
stad zal moeten hebben verlaten, zul
lende er anders rare dingen gebeu
ren!"
En na een korte maar stormach
tige zitting gaat de Raad uiteen.
Den lSen October, den volgenden
morgen, constateert men «1© bijtijd-
sche verdwijning van mr. Van Hup-
stra tot Hopma, die met al z'n have
en goed gemaakt heeft dat-ie weg
kwam. En op hetzelfde moment komt
men tot de vreeselijke ontdekking,
dat de grootste der Halsano's, een
schuttersstuk in olieverf van een on
schatbare waarde, spoorloos is ver-
dwonen. De ontsteltenis is algemeen.
De burgemeester leidt persoonlijk de
geweldig-doortastende politiemaat
regelen die onmiddellijk worden ge
nomen. Naar links en rechts worden
signalementen van de Halsano en
van mr. Van Hupstra verzonden, en
de recherche zoekt in vliegmachines
met politiehonden aan boord de gan-
sclie lucht in don omtrek af. Niets
wordt gevonden. Men is wanhopig;
de berooide toestand der gemeente-
financien is vergeten, er wordt slechts
gedacht aan de Halsano aan het
stuk dat eens de trots der Fransen
burgers was. De politie zweert dat bet
stuk bmnen 24 uur gevonden zal
zijn maar na 96 uur is er nog
niets bekend. Dan verschijnt de bur-
-e meester ten bureele van Fran sen-
burg's Dagblad. Hij vraagt een ouden
krantenliggei van het jaar 1911 ter
inzage, en vindt daarin het middel,
dat in Frankrijk tachtig jaar geleden
was toegepast toen daar een be
roemd scliilderstuk, de Mona Lisa
van Leonardo da Vinci, was verdwe
nen, Hij spiegelt zich aan de Ouderen,
deze burgemeester.
'8 Middags neemt de Raad z.h.s. een
voorstel van B. en W. aan. luidend
in korte trekken: „Dader van dezen
diefstal, keer terug. Breng ons het
schilderij. Alles is dan vergeven en
vergeten. Gij krijgt tweeënhalve ton
gouds, éi contant (waarvoor we wel
een leening kunnen sluiten) plus het
eereburgerschap".
Dit besluit wordt overal verspreid,
het wordt aangeplakt op de hoeken
van alle straten en pleinen in de
steden dee lands. Maar het sorteert
geen effect. De verbannen medebur
ger en de schilderij hlijven zoek.
In een natuurlijk spoedeischende
vergadering van den Raad wordt be
sloten tot sluiting van een leening
groot 50.000, om voldoende maat
regelen ter bescherming der overige
Halsano's te kunnen treffen. Deze
maatregelen zijn zeer veelomvattend.
Een korps van veertig boeedigde be
wakers lioudt toezicht in het Museum.
Ieder bezoeker kan eerst na overleg
ging van een afschrift van zijn ge
boortebewijs toegang verkrijgen. Hij
krijgt handboeien aan, zoolang z'n
wandeling in "t museum duurt, en
wordt tijdens die wandeling door
minstens zes dor beëedigde suppoos
ten onafgebroken gefixeerd. Verder
fouilleert men hem vóór zijn vertrek.
Nog een reeks dergelijke maatrege
len worden genomen, en ze zijn zon
der exceptie: doortastend. Een corps
van veertig reizende detectives zoekt
gedurende maanden de halve wereld
af om de gestolen Halsano te vinden.
Fransen burg wordt door dit alles
plots een zeer luwoemda stad, veel
beroemder dan het mét z'n Halsano
was. „La cause célèbre de Fransen-
bourg", is eon dankbaar onderwerp
voor de Fransche pers, die sinds de
zaak-Gioconda zoo n mooien schilde
rijendiefstal niet aan *t handje beeft
gehad. En dllerwege gist man, en
zoekt, en werpt veronderstellingen
op... Niemand die licht in het duister
geval weet te brengen. Reeds schijnt
het dat. Fransenburg's beroemde
Halsano voor eeuwig verdwenen is...
Maar op een goeden morgen, pre
cies een jaar na de verdwijning van
het beroemde stuk, vindt, men het
op z'n oude plaats. De verbazing is
algemeen. Niemand begrijpt hoe de
sterke bewakingskring van het mu
seum verschalkt kan zijn. Niemand
weet uitleg van dit geval.
Maar aan het schilderij hangt een
briefje van den volgenden inhoud
Waarde Fransenburgers. Hier
heb jullie je kostbare stuk weerom.
Ik lieb nu voldoende gezien, dat
jullie geen practische menschen
bent, en dat Jullie een goeden raad
niet weten te waardeeren en op te
volgen. Het zij zoo I Geef nog maar
een paar honderdduizenden uit om
schilderijen goed te verzekeren. Ik
wil jullie twee-en-een-halve ton
toch niet hebben. Saluut, leef in
vrede
Mr. W. v. H. t. II.
En werkelijk werden er groote
sommen besteed, om het kostbare
stuk een schitterende plaats toe te
kennen
En de Fransenburgers leefden ver
der gelukkig, in het ongestoord bezit
van hun kostbaar stuk
Hier ontwaakte ik uit mijn vreems
den toekomstdroom, en constateerde
met verbazing, dat wo nog in '1911
zijn, dat Fransenburg vermoedelijk
al z'n Halsano's nog bezit en dat
men rare dingen droomen kan.
Met den weusch, dat nooit een ge
meentebestuur zoo zwaar op de proef
gesteld moge worden als dat van
Fransenburg, heb ik dien droom hier
boven neergeschreven.
JAN FIDELIO