HAARLEM'S DAGBLAD. DERDE BLAD. ZATERDAG 2 SEPTEMELR 1911 Do Gomeontebogrooting voor 1912. De „Staat van begroeting van In komsten en Uitgaven der Gemeente Haarlem voor den dienst vqn 1912", zooals, in officieele terminologie, de Gemeentebegrooting lieet, is dit jaar zeer vroeg verschenen - nog in Au gustus zijn do beide boekwerken, die ons anders als September-gave wor den vereerd, verschenen Voor zoover ik het weet, is liet dan ook nog nooit gebeurd, dat wij in het tijdsbestek van één week hot Gemeenteverslag en de Begrooting thuis kregen. Er is dus dit jaar met loffelijken spoed aan gewerkt, waarmee ik niet zeggen wil, dat dit anders niet het geval is. In dit blad is op den dag van het verschijnen reeds een uitvoerig uit treksel van do inkomsten en uitga ven, die de gemeente het volgend jaar denkt te verkrijgen en te zullen doen, opgenomen. Daaruit heeft men kunnen zien, dat in het ondernemen van nieuwe dingen de grootste soberheid is be tracht. De oorzaak schuilt in de wei nig ruime geldmiddelen der gemeen te. I-Iet percentage van den lloofde- Jijken Omslag is dalende, maar geld moet er wezen, meer geld dan voor hot loopende dienstjaar. De nieuwe begrooting veronderstelt een stijging van de uitgaven tot een bedrag van 290.000. En dat lijkt nog heel opti mistisch geraamd. Want in 1910 is er nog 40.000 meer uitgegeven, dan men in 1912 schat te zullen doen. Een deel van de uitgaven, een be drag van ruim zes ton, behoort tot de buitengewone uitgaven, bestemd voor rente en aflossingen. Die post kwam vroeger niet op de begrootin gen voor. Zij wordt gecompenseerd door een even groote ontvangst voor dit doel. Ik vestig hier de aandacht op, omdat men anders een verkeerd denkbeeld zou opvatten omtrent de zeven ton, die de - ontvangsten hot volgend jaar, naar men schat, meer zullen bedragen dan over 1911. Van die zeven ton zijn dus ruim zes ton, die men feitelijk alleen ontvangt om weer uit te geven. Het werkelijke verschil tussclien in komsten en uitgaven, moet als altijd gevonden worden uit den sluitpost der begrooting den Hoofdei ij ken Omslag. Gelijk men reeds weet, moet deze plaatselijke belasting daarom met 76.000 worden verhoogd, of met on geveer 13 pCt. Of men die verhooging door natuurlijk of kunstmatig accres denkt te verkrijgen, wordt niet ge meld. Het zou kunnen zijn, dat do Belasting-controleur de 76 lapjes van duizend gulden voud, door rechtma tige verhooging der te-laag-opgege- ven vermogens, en het zou ook kun nen wezen, dat men een flinke toe neming van het Haarlemse he kapi taal verwachtte. Maar wanneer noch het een, noch het ander het geval is, zal men wel zijn toevlucht moeten nemen tot verhooging van het be lasting-percentage voor den dienst 1912-1913. Voorshands laat ook het dikke boek, dat Memorie van Toelichting heet, ons in het onzekere. De toelich ting betreffende de vermeerdering van den HoofdelijkeD Omslag luidt even duidelijk, als niets-zeggend „Teneinde het totaal der inkom sten met dat der uitgaven in over eenstemming te brengen, is deze post op het geraamde bedrag bepaald. Dit heet in officieele taal een „toe lichting". Die „Memorie van Toelichting' bevat nog meer van die over-klare mededeelingen. Ik sla een willekeurige bladzijde op en vind in de begrooting voor het Slachthuis 40 opgegeven voor lastingen. Wat deelt nu de Memorie als toelichting op dezen post mee Dit vermeldenswaardige „Hiervoor wordt 40 uitgetrokken." „Zegt u dat wel 1" is men geneigd" uit te roepen. Want 't is inderdaad heel duidelijk „Er wordt ƒ40 uitgetrokken yoor be lastingen, omdat er 40 uitgetrokken wordt." Men vindt meer van die in lichtingen. „Verschillende ontvang sten" der Lichtfabrieken, afd. Electri- citeit, worden gesteld op 500, omdat: „Hiervoor 500 wordt ingebracht." De huur vnn grond voor T Slachthuis wordt geraamd op 3000. omdat „Hiervoor ƒ3000 wordt noodig acht." Onderstel eens. dat men dien post aanvroeg en het bedrag niet noodig achtte l Ik kan niet inzien, dat dergelijke mededeelingen ander resultaat heb ben, dan dat zij de zetkosten van de „M. v. T." vermeerderen. De begroolingen der Gemeentebe drijven worden in 1912 belast met de verhooging van de werkliedenloonen. Eenige bedrijfshoofden geven op, nog niet te weten hoeveel die stijging der werkloonen zal bedragen, anderen we ten dat wel, ongeveer ten minste. Het is begrijpelijk, dat deze meerdere uit gaven ten nadcele komen van de winstcijfers. Toch raamt de Waterlei ding nog f 4000 meer winst dan voor 1911. Evenwel men verwacht dan toch nog maar de helft van de winst, die in 1910 werd behaald. Hopen we, dat de ontvangsten in het volgende jaar even hoog zullen zijn. als dit verleden jaar het «reval is geweest. De Electrische centrale is van plan ons "t volgend jaar met een evengroot nadeel ig saldo te ver russen, als zij dit jaar een butig slot in de Gemeente kas wil storten. De ontvangsten wor den weliswaar 7000 hooger gerekend, maar de uitgaven ook 21,000 hooger. dan voor 1911. Do reden daarvan is 'oornamelijk, dat men nu. met "t oog op de uitbreiding van de Electrische centrale een 17,000 meer aan rente en aflossing moet betalen. In 1911 moet ook 't kabelnet worden uitgebreid, denkt men. 't geen een ƒ20.000 zal kosten. Een gel'"k bedrag is voor 1911 ge- raamd. Opmerking verdient ook nog, dat men nog geen cijfer durft noemen j voor de levering van stroom aan de j Electrische tram der II IJ. S. M. i (eigenlijk Noord-Zuid-Holl. Tramw.-j Mij.). Bij de beoordeeling van het' straks vermelde verwachte déficit over 1912 moet wel in 't oog gehouden wor den, dat deze thans voor memorie uit getrokken oost het nadeelig saldo wel licht zal kunnen verminderen. Want. al heeft men bij de uitgaven ook de roming van de fabricagekosten van den electrischen stroom voor de tram eveneens achterwege gelaten, wel heeft men meegerekend de meer dere kosten (als rente en aflossing) door da kapitaalsuitbreiding veroor-, zaakt. En die moeten toch ook voor een deel althans teruggevon den wordon uit de gelden door de Elec- J trische tram voor stroomlevering to'i betalen. De Gasfabriek belooft een voordee- lig saldo van ƒ96,000, d. i. 16,000 min der dan men in dit jaar denkt te ma ken. Men denkt op de uitgaven een ƒ20,000 te bezuinigen, ni. op onder houd van de gebouwen, aanschaffing van machines, beslrutingskoslen, op den post aanleg van de muntmeters, enz. Wat betreft de Gemeenteremiging, ook daar zijn de uitgaven belangrijk hooger: f 19000 ongeveer op een drag van f 107.000, terwijl de inkom sten maar f 500 hooger geraamd zijn, dan voor dit jaar. Voor dit hooger nadeelig saldo zijn eenige oorzaken aan te wijzen. De Raadsbesluiten in zake de herziening van de wedderege- hng van de ambtenaren en die van de werklieden vorderen een goe de f 13.000 meer, dan moet er een paar duizend gulden uitgegeven wor den voor de restauratie van de belt- opzichterswoning en eindelijk wordt er uitbreiding gevraagd van den pneumatiscben d'.enst. Uit het Ge meenteverslag weten we reeds, dat door het verminderen van het aantal faecalién-tonnetjes de beerputten be langrijk in getal zijn vermeerderd, nu is de z.g. pneumatische machine, die de Gemeente bezit, niet meet vol doende, want men moet er mee tot laat in den avond' werken, wat ook niet gowenscht is, wegens het avond werk, dat de reinigers daardoor moe ten verrichten. Verleden jaar hebben zij 2000 overuren gemaakt. Nu wil men een tweede pneumatische machi ne met tenders, slangenwagen, paar den eu verder.muter.aal aanschaffen, hetgeen f 6377 kost. Voor ik met de Gemeentereinigihg eindig, ent nog de aandacht er op gevestigd te worden, dat de post van f 303 voor stofh.ndende middelen be-, wijst, dat men de proeven met stof-; bestriiding wil voortzetten. Over het Slachthuis valt weinig op te merken. De paar duizend' gulden, die men meer denkt uit te geven, betreffen de hoogere loonen. De in komsten blijven ongeveer gelijk. Al leen moet nog aangestipt, dat de ra ming der slacht- en keur gelden een f 1000 lager is dan voor 1911 is be groot De ervaring, in 1910 opgedaan, de oorzaak daarvan. Vanneer men zoo de cijfers van de Gemeente-bed'rijven bij elkaar heeft, valt er nog een aardigheidje op te merken. De Haarlemmers, allen sa men. zijn in het bezit van een gasfa briek, die men Gemeente-gasfabriek beet, de Haarlemmers zijn ook m 't bezit van de straten en pleinen», die men Gemeentegrond noemt Nu zeg gen de Haarlemmers aldus. „Hier hebben wij onze straten en hier hebben we onze gasbuizen. Nu zouden we onze buizen kunnen opne men en in onzen grond leggen. Maar zoo eenvoudig doen we niet We nemen nu voor eiken meter gas buis, eenige dubbeltjes uit onze geza menlijke portemonnaie, waarin we altijd botje-bij-botje doen enleg gen die er dan in. En dat doen we elk jaar weerom, voor eiken meter gasbuis. Maar omdat het niet heel veel verschil maakte, noemde ze het vakje, waaruit zij de dubbeltjes voor de gasbuizen haalden: „bedrijfswinst der gasfa briek" en "t vakje der portemonnaie. waarm zij die centen overbrach ten: „recognitie voor het hebben en houden van gasbuizen in Gemeente grond." Dit is nu 't aardigheidje niet, want wat ik hier vertel is al vaak een on derwerp van strijd geweest tusschen wijze lieden en aartsspotters, die met dezen administratieven omslag wat malden en beweerden, dut men deze geldverwisseling alleen pleegde* om te voorkomen dat het portemonnaie- vakje van de bedrijfswinst zoo vol werd, dat het zou opvallen en vele Haarlemmers, ieder-voor-zich geld terug-wilden, wat zij dan gas- prijsverlaging zouden noemen. Als gezegd, dit vertelsel is slechts een varia op een oud thema; maar wat ik meen, dat een nieuwer thema te zijn, is dat de Haarlemmers, die ook samen een waterleiding hebben, zichzelf voor een meter waterle.ding- buis minder betalen dan voor een me ter gasbuis. Want voor 100 c.M. waterleiding buis betalen zij zichzelf 20 cent, maar voor 100 c.M. gasbuis veel meer. Hoe veel meer weet 'k niet, maar 't moet wel aanzienlijk zijn, want voor de gasbuizen samen betaalt men z.cb vijf maal zooveel als voor de buizen der waterleiding samen. Daarentegen stort men voor alle electrische ka bels, (ïle er in de gemeente liggen, maar één gulden in de portemonnaie, die Gemeentekas beet. Aan de lezers, die de filosofie der staathuishoudkunde bestudeeren, de beantwoording van de vraag, waar om meii aan zichzelf meer betaalt voor het verlof aan zichzelf door zich zelf gegeven, voor het leggc-n in eigen grond van 1 meter gasbuis dan voor één meter waterleidingbuis en dat men een meter electrische kabel bijna voor niets in zijn eigendom mag leg gen. JAC. C. M. Jr. Buitenlandsch Overzicht Europeescbe verwlkkellngtn door de Marokkozaak. De Duiische bladen althans voor het gedeelte. dat tot de Pangermanis- tische richting behoort zijn heelc- manl niet ingenomen met het denk beeld, dat creen gebiedsafstand in Ma rokko kan worden verkregen. ALLEEN MAAR COMPENSATIES BUITEN MAROKKO vraagt de Hamb. Neueste Nachrichten. En het blad stelt daartegenover de resolutie, in de Ma- rekko-bijeenkomst te Berlijn, die door 4000 menschen bezocht werd, aange nomen. In die resolutie wordt gezecd, dat voor de politieke en economische levensbelangen van het Dnitsche Riik te terugkeer van Frankrijk binnen de grenzen der Acte van Algeciras noodzakelijk is. „Zou die weg niet worden ingesla gen, dan moet het rijk zich in West- Marokko, waar bijna uitsluitend Duit- sche belangen bestaan, dezelfde rech ten en denzelfden invloed verzekeren, die Frankrijk in eenig onder deel van Marokko wenscht. In geen geval mag worden geduld, dat FRANKRIJK UIT DE BEVOLKING VAN MAROKKO ZIJN LEGER AANVULT, daar dit olan van Frankrijk een be dreiging is van liet Duitsche rijk, die ens tot nieuwe militaire toerustingen zou dwingen. De bemoeiing van eera gen anderen slaat met den Duitsch- Franschen Marokko-strijd moeten wij kulin, maar met de grootste beslist heid afwijzen." En dan craut het Hamburgscho blad de mogelijkheid uiteenzeiten, dat Frankrijk uit een negerbevolking van 20 millioen menschen in Noord-Afrika een legertje van een paar maal hon derdduizend man samenstelt, dat in een Europeeschen ocrlog zou kunnen worden gebruikt, zooals het de zwar te soldaten in 18 rO gebruikte. Dit denkbeeld wus ook reeds door de En- gelsche Morning Post uitgespro ken, en was door dit blad, met het oog op het verschil ii> bevolking tus schen Frankrijk en Duitschland. niet onmogelijk genoemd. „Deze verontschuldiging voor 'T OPRICHTEN VAN ZWARTE HOR DEN. DIE OP DE BESCHAAFDE EUROPEESCHE STATEN ZULLEN WORDEN LOSGELATEN zegt het Hamburgsche blad toont hoe groot de huinaniteits- en bescha- vingshuicheiarij in Engeland is." De Lokal A n z e ig e r. 't blad, dat uitstekende relaties met de Duit sche regeering heeft en wel eens 't or gaan van den Keizer genoemd wordt gaat voort scherpe artikelen aan het adres van Engeland te richten. Nu schrijft vou Kottsberg naar aanleiding van de komende Sedanfeesten, dat Engeland zich altijd liet verdedigen door huurlingen eu nooit zijn eigen zonen in 't gevecht stuurde. Voor En geland streden en strijden vreemde lingen on soldeniers en daarom ont breekt 't bet eilandenrijk aan dc groo te macht van 't volksleger. DE BEWERING VAN DE KRACHT VAN ENGELAND IS ENKEL BLUF, daar het nog nooit in den krijg met een ernstig tegenstander bewezen heeft, dat 't in staat is te vechten. Zijn murme is evenzeer zonder oor logservaring als de onze ^üuitsche) want Nelson stond aan 't hoofd van houten vloten.. Waar wij het Engel- sche leger zagen strijden, handelde het tegon dé eerste eischen der tak- tiek. Een natie, die een Bulier in het veld als legeraanvoerder stuurt, zal geen Nelson meer op de commando brug plaatsen. Laten we Sedan vieren door een boek van de Engelse he ge schiedenis op te nemen. Dan zullen e zien. dat wij evenmin oude ais ieuwe tegenstanders te vreozen heb ben. In do socialistische Vorwarts verheft daarentegen de revisionist Ed. Bernstein -on stem te-gen do p--gingen om systematisch de Duitschers tot een blinden HAAT TEGEN DE ENGELSCHEN' op to zweepen. Bernstein acht oen oorlog met Engeland in elk opzicht een catastrofe en leecn den geest der volkeren. Het succes van Engeland schrijft h aan de door Campbell Ban- nerman begonnen en door Asquith voortgezette politiek van den demo- cratïschen opbouw van het Bntsehe 1 wereldrijk toe. Het is zoo schrijft] hij de politiek die door het toestaan van volksregeering aan den bond der Zuid-Afrikaansche koloniën de Boe- ren en het Hollandsche element met Engeland verzoend heeft. Duitschland sleept nog de nalatenschap uit den tij-d der veroveringen met zich mee. Maar leer om leerl De couranten der verschillende naties trekken tegen elkaar te velde. In Engeland heerscht zoodoende EEN STEMMING TEGEN DUITSCHLAND en zijn bondgenooten. Een aantal Engelsche bladen grij pen gretig de gelegenheid aan. om Frankrijk in de hoogte to steken ten koste van Duitschland. „Van den be- j girnie aan zoo schrijft de Daily 'Telegraph toonde Frankrijk in geheel zijn optreden al de waardig heid en zelfbeheersching. die aan een natie passen, die weet wat z vermag. Frankrijk heeft aan de Duusche voor stellen al de aandacht geschonken, die zij verdiendener komt evenwel ein delijk een oogenblik, dat verdraag zaamheid en geduld uitgeput raken en de diplomatie haar laatste woord heeft j gesproken. Wij twijfelen er geenszins aan, of voor Frankrijk is dit oogen blik gekomen." The S t an d a r d verklaart, dat Duitschland het aan zich zelf te wijten zal hebben wanneer het land bij de onderhandelingen de nederluag lijdL Want het heeft gechicaneerd op een wijze, die weinig luister zal b zetten aan de geschiedenis van Duitschlands fcuitenlandsche politiek. Niet veel vriendelijker laat doMor- r. i n g Post zich uit. „Wanneer Frankrijk de vrije hand krijgt in Ma rokko .schijnt aan Duitschland duar- vcor een compensatie toe te komen. Dat is geen quaestie van logica of bil lijkheid, maar alleen een feit. Duitsch- lond weet die compensatie af te dwin gen door haar militaire pose. De op offeringen. die het rijk zich heeft ge troost ter vorming van EEN REUSACHTIG LEGER EN EEN ZICH STEEDS UITBREIDENDE VLOOT, zouden immers geen doel hebben, wanneer het daardoor geen toongeven de stem zou verkrijgen bij de afdoe ning van de internationale quaesties." 't Gaat alzoo over eu weer en hard tegen hard. Van eenig succes der po gingen om DUITSCHERS EN ENGELSCHEN nader tot elkander te brengen, merkt men in de pers nu niet veel meer I Is alles dan ijdel geweest Ook uit deze perspolemieken blijkt, dat 't oordeel over de quaestie zeer beïnvloed wordt door Uit Parijs wordt nu althans geseind, dat uit de gesprekken, die de Fran- sche minister ae Selves met de ambas sadeurs van Rusland eu Engeland ge voerd heeft, gebleken is, dat men te Petersburg en te Londen de opvattin gen van de Fransche rogoering in za ke dc Marokkaansche quaestie volko men deelt. Even zeker is. dat Oostenrijk-Uon- garije en vermoedelijk ook Italië, 't met Duitschland eens zijn. DE ONDERHANDELINGEN'. De eerstvolgende samenkomst van den F ranse hen gezant Cambon en den Duitschen minister Kiderlen-Wachter zal a. a Maandag te Berlijn plaats hebben. De Neue Freie Presse bericht, dat men te Weenen in gced ingelichte di plomatieke kringen van meeniug is, dat de Fransche voorstellen gescimt zijn den grondslag voor een overeen komst te vormen en dat men met grond kan verwachten, dat de I'ransch-Duitsche onderhandelingen dilmual reeds binnen eenige dagen tot een bevredigende oplossing zullen geraken. 't Blijkt nu toch waar te zijn, dat EELGlë MILITAIRE VOORZORGEN NEEMT. Deze maatregelen zijn dezelfde, die er indertiid genomen zijn tijdens de conferentie vun Algeciras. De Petit Parisien schrijft hierom trent Deze maatregelen bewijzen niet, dat België het spoedig uitbarsten van een oorlog vreest. Zij bewijzen al leen, dat België, indien het noodig werd. zij'n neutraliteit wil verdedigen en aldus vervult het in dezen met loyauteit '-ju internationalen plicht. In Frankrijk zal men zeer zeker deze houding niet critiseereu. HET NIEUWE POKTUGEESCHE KABINET. Uit Lissabon wordt geseind Chagas vormt, na mislukking dor ouderliandeling met Costa, een blok- ministerie. waarin Chagas minister president en minister van binnenland- sche zaken. Vasconcellos minister van buitenlandsche zaken. Duurte Leite minister van financiën. Meneees mi nister van marine zullen zijn. De ver dere verdeeling der portefeuilles is nog twijfelachtig. Het is zeer moeilijk iemand voor de portefeuille van jus titie te vinden. Amsterdamsche Kout XVIIL VACANTIETIJD. Onze vroede vaderen waren zoek, en zelfs hoe! ver te zoeken. Driemaal in de afgoloopcn weck werden de raadsleden voor het Prinsenhof opge roepen. Woensdag was het wettig mi- Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Het jaar 1991 is een mooilijk jaar voor de gemeente Fransenburg. De in den laats ton tijd steeds wassende uitgaven die aanleiding hebben gege ven tot het sluiten van leening na leening, overtreffen verre de gemeen telijke inkomsten. Een belastingstel sel dat de menschen der groote in komens heeft senoopt een andere woonplaats te zoeken, heeft de op brengst van den hoofdei ij ken omslag doen dalen. Kostbare openbare ge bouwen, dure hervormingen zijn door een verkwistend gemeentebestuur aan gebracht. Steeds is er geld noodig. De nieuwe wethouder van financiën, een ener giek jong man. die vol moed een tiental maanden geleden zijn ambt heeft aanvaard, hoeft in dien korten tijd grijze haren gekregen. Zijn ge stalie is gebogen, als aai hij bezwij ken onder den last der schuklen die de gemeente drukt. Tal van werken wachten op uitvoering, en het kan daartoe niet komen. Den 42sten Sep tember is de laatste brug die de bei de door een rivier gescheiden stads gedeelten nog verbond met een rate lend gekraak ineengestort. Zeven jaar geleden was <ie herstelling al di'in goud noodzakelijk I De nood is tot het hoogst gestegen. Spoedvergaderingen van den ge meenteraad liebben om den anderen dag plaats, geheime zittingen iedcren avond. Het resultaat is nihil nie mand weet uitkomst. Negen-en-der tig vroede mannen zitten daar bij een, en er is angst in hun jomber zwijgen... Voordrachten, voorstellen bereiken den Raad al niet meer. leder is ten einde raad. De burgemeester vangt aan met de notulen, behandelt daarna een paar officiéele ingekomen stukken, stelt tenslotte de rondvraag aan de orde... meer niet. Den 17en October houdt de Raad als naar gewoonte eon vergadering, in de schitterende Raadszaal van het nieuwe stadhuis, dat een paleis ge lijk is. En nauwelijks beeft de Voor zitter de zitting geopend of de por tier Schilfer treedt binnen (de bodes zijn smds een rnaand ontslagen, als bezuinigingsmaatregel), en overhan digt den burgemeester een brief. Het is een schrijven aan den Raad, en dit college besluit om, ondanks de late inzending, het request alsnog te behandelen. Dus oi>ent de Voorzit ter 't schrijven, en leest het voor. En terwijl hij leest zwellen de aren op zijn voorhoofd, ballen zijn vuisten zich vol toorn, schieten zijn oogen bliksemstralen.... En de negen-en- dertig ledon der vroedschap toonen allen dezelfde woedeverschijnselen. Het schrijven, dat slechts kort is, luidt eenvoudig: „Aangezien de gemeentefinanciën er allerbelabberdst voorstaan, en Uwe EdelAchtbaren geen uitkomst moer weten, veroorloof ik mij U te doen opmerken dat U het eenige practische en doeltreffende middel om geld te krijgen nog niet hebt gevonden. Ik zal U dat gratis aan de hand doen. Verkoop de grootste Halsano, die Gij bezit, en Gij zult van een straatarme Gemeente weer een rijke worden. Bii voorbaat Uw dank aanvaar dend, verblijf ik met gepasten eer bied. enz. De schrijver onderteekent Yoluit met zijn naam: mr. Wouter v. Hup- stra tot Hopma. 'n Halsano venkoopen! Eén der schilderijen van den grooten meester wiens roem door de eeuwen heen on vergankelijk bleek.... verkoopenl Het bezit waaraan de stad haar roem dankt! De Raad is éen oogenblik paf. Maar dan klinkt er gelijktijdig de roep: „verbant hem, den schurk!" De verordeningen anno 1991 bevatten nl. ergens 'n artikel dat onder zekere bepalingen den Gemeenteraden het recht geeft, om personen die ze ge vaarlijk voor de samenleving in hunne veste achten ten eeuwigen dage te ver bazuinen Van deze bevoegdheid maakt het edelachtbare college thans gebruik. Het bosluit tot verbanning van den cnivorlaat mr. W. v. Ilupstra tot Hopma, en doet hem aanzeggen dat hij binnen vier-en-twintig uur de stad zal moeten hebben verlaten, zul lende er anders rare dingen gebeu ren!" En na een korte maar stormach tige zitting gaat de Raad uiteen. Den lSen October, den volgenden morgen, constateert men «1© bijtijd- sche verdwijning van mr. Van Hup- stra tot Hopma, die met al z'n have en goed gemaakt heeft dat-ie weg kwam. En op hetzelfde moment komt men tot de vreeselijke ontdekking, dat de grootste der Halsano's, een schuttersstuk in olieverf van een on schatbare waarde, spoorloos is ver- dwonen. De ontsteltenis is algemeen. De burgemeester leidt persoonlijk de geweldig-doortastende politiemaat regelen die onmiddellijk worden ge nomen. Naar links en rechts worden signalementen van de Halsano en van mr. Van Hupstra verzonden, en de recherche zoekt in vliegmachines met politiehonden aan boord de gan- sclie lucht in don omtrek af. Niets wordt gevonden. Men is wanhopig; de berooide toestand der gemeente- financien is vergeten, er wordt slechts gedacht aan de Halsano aan het stuk dat eens de trots der Fransen burgers was. De politie zweert dat bet stuk bmnen 24 uur gevonden zal zijn maar na 96 uur is er nog niets bekend. Dan verschijnt de bur- -e meester ten bureele van Fran sen- burg's Dagblad. Hij vraagt een ouden krantenliggei van het jaar 1911 ter inzage, en vindt daarin het middel, dat in Frankrijk tachtig jaar geleden was toegepast toen daar een be roemd scliilderstuk, de Mona Lisa van Leonardo da Vinci, was verdwe nen, Hij spiegelt zich aan de Ouderen, deze burgemeester. '8 Middags neemt de Raad z.h.s. een voorstel van B. en W. aan. luidend in korte trekken: „Dader van dezen diefstal, keer terug. Breng ons het schilderij. Alles is dan vergeven en vergeten. Gij krijgt tweeënhalve ton gouds, éi contant (waarvoor we wel een leening kunnen sluiten) plus het eereburgerschap". Dit besluit wordt overal verspreid, het wordt aangeplakt op de hoeken van alle straten en pleinen in de steden dee lands. Maar het sorteert geen effect. De verbannen medebur ger en de schilderij hlijven zoek. In een natuurlijk spoedeischende vergadering van den Raad wordt be sloten tot sluiting van een leening groot 50.000, om voldoende maat regelen ter bescherming der overige Halsano's te kunnen treffen. Deze maatregelen zijn zeer veelomvattend. Een korps van veertig boeedigde be wakers lioudt toezicht in het Museum. Ieder bezoeker kan eerst na overleg ging van een afschrift van zijn ge boortebewijs toegang verkrijgen. Hij krijgt handboeien aan, zoolang z'n wandeling in "t museum duurt, en wordt tijdens die wandeling door minstens zes dor beëedigde suppoos ten onafgebroken gefixeerd. Verder fouilleert men hem vóór zijn vertrek. Nog een reeks dergelijke maatrege len worden genomen, en ze zijn zon der exceptie: doortastend. Een corps van veertig reizende detectives zoekt gedurende maanden de halve wereld af om de gestolen Halsano te vinden. Fransen burg wordt door dit alles plots een zeer luwoemda stad, veel beroemder dan het mét z'n Halsano was. „La cause célèbre de Fransen- bourg", is eon dankbaar onderwerp voor de Fransche pers, die sinds de zaak-Gioconda zoo n mooien schilde rijendiefstal niet aan *t handje beeft gehad. En dllerwege gist man, en zoekt, en werpt veronderstellingen op... Niemand die licht in het duister geval weet te brengen. Reeds schijnt het dat. Fransenburg's beroemde Halsano voor eeuwig verdwenen is... Maar op een goeden morgen, pre cies een jaar na de verdwijning van het beroemde stuk, vindt, men het op z'n oude plaats. De verbazing is algemeen. Niemand begrijpt hoe de sterke bewakingskring van het mu seum verschalkt kan zijn. Niemand weet uitleg van dit geval. Maar aan het schilderij hangt een briefje van den volgenden inhoud Waarde Fransenburgers. Hier heb jullie je kostbare stuk weerom. Ik lieb nu voldoende gezien, dat jullie geen practische menschen bent, en dat Jullie een goeden raad niet weten te waardeeren en op te volgen. Het zij zoo I Geef nog maar een paar honderdduizenden uit om schilderijen goed te verzekeren. Ik wil jullie twee-en-een-halve ton toch niet hebben. Saluut, leef in vrede Mr. W. v. H. t. II. En werkelijk werden er groote sommen besteed, om het kostbare stuk een schitterende plaats toe te kennen En de Fransenburgers leefden ver der gelukkig, in het ongestoord bezit van hun kostbaar stuk Hier ontwaakte ik uit mijn vreems den toekomstdroom, en constateerde met verbazing, dat wo nog in '1911 zijn, dat Fransenburg vermoedelijk al z'n Halsano's nog bezit en dat men rare dingen droomen kan. Met den weusch, dat nooit een ge meentebestuur zoo zwaar op de proef gesteld moge worden als dat van Fransenburg, heb ik dien droom hier boven neergeschreven. JAN FIDELIO

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 9