HAARLEM'S DAGBLAD.
VIST EN VRiEÜQSCüAP
TWEEDE BLAD,
WOENSDAG 6 SEPTEMBER 1911
OM ONS HEEN
nabetrachting van den Raad.
Twee leden van onzen gemeenteraad
hebben beden. Dinsdag 5 September,
♦en aoort van jubileum herdacht en
wel, dat zij, precies op den dag ai,
twaalf jaar geleden, de eerste Raads
vergadering bijwoonden en tot lieden
toe geen enkele Raadsbijeenkomst
hebben verzuimd. Al is twaalf jaar
geen geijkte jubileumiermijn, het feit
dat zij al de Raadsvergaderingen mee
maakten, is een gelukwensch en een
woord van hulde waard. Een geluk
wensch, omdat daaruit overtuigend
blijkt, dat hun gezondheid in dit do
zijn jaren weinig of niet te wenschen
heeft overgelaten en een woord van
hulde, omdat daarmee tevens hun
ijver voor het ambt, dat zij op zich
namen, bewezen is. Zoo aangenaam
en boeiend zijn die Raadsvergaderin
gen niet altijd, of de verzoeking moet
nu en dan bij hen zijn opgekomen om
er maar eens vandaan te blijven. Men
kan daarvoor argumenten genoeg
vinden zonder zelfs zijn geweten te
zeer te bezwaren. Hoofdpijn of druk
ke bezigheden zijn zeer aannemelijke
motieven. Dat zij daaraan weerstand
hebben geboden, trouw op hun post
zijn geweest, verdient een woord van
hulde, dat ik hun bij deze gaarne
breng. Nurks kan beweren, dat niet
ieder Raadslid in iedere vergadering
een belantrrijk woord pleegt te zeggen,
hij zal moeten toegeven, dat het
Raadslid om tot die uiting te kunnen
komen, in eik geval aanwezig
dient to zijn.
Tot de boeiende vergaderingen bo
bo orde ook de zitting van Dinsdag 5
September niet. Integendeel heeft de
gemeentewet haar tot een vervelende
sessie gostempeld door de bepaling,
dat daarin de vaste Commissién en
andere Colleges moeten worden be
noemd. Zoo ontstaat er een bijna ein-
delooze stemming, waarbij de hoofd
bode ik zou haast zeggen de hoofdrol
vervult, daar hij moeite genoeg heeft,
zich althans geeft, om te voorkomen,
dat de Raadsleden, die al een paar
stemmingen van te voren hunne brief
jes invullen, niet het briefje voor
stemming No- 12 in de vischkom stop
pen, wanneer No. 11 aan de orde is.
Het was dan ook zeker wegens het ge
wicht va- de zaak, dat dezen keer
niet minder dan twee juristen. Mrs.
Spoor en Thijssen, met den burge
meester het stembureau uitmaakten.
Ten slotte is alles gladjes afgeloopen,
wie aftraden en horkiesbaar waren,
zijn herkozen in de plaats van den
heer Winkler is de heer Levert geko
zen tot lid van de Commissie voor den
Hout en de Plantsoenen en de heer
Merena tot Md van de Commissie voor
de Stads-Apotheek. Laatstgenoemd
lid, nog zoo pas in onzen Raad
gevestigd, is daar alweer verhuisd
van de gauche naar de d r o i t e,
van den linker- naar den rechtervleu
gel. De plaatsen aan de overzijde van
de zaal, gerekend van do publieke
tribune af hebben naar 't schijnt groo-
ter bekoring, dan die op de andere
helft. Ik weet niet waarom, of het
moest zijn. dat de nabijheid van de
publieke tribune den leden mishaagde.
Soms, vooral bij het behandelen van
onderwijszaken, wordt op die plaats
onverholen critiek op wat er gezegd
en gezwegen wordt, zeer duide
lijk vernomen. Dat de Raadsleden de
onmiddellijke nabijheid der v e r-
sluggovers niet bijzonder aange
naam zouden vinden, wensch ik na
tuurlijk geen moment te veronderstel
len.
Dozen middag evenwel behoefde
geen sterveling last van 't publiek te
hebben, omdat bet er namelijk niet
was. Eén enkel kopyjongetje vulde....
neen, dat kan ik niet zeggen. tracht
te de banken te vullen, ander publiek
bleef afwezig. Ik kan mij dat wel ver
klaren. Bij de gewone toehoorders.
die niet aan hun bezigheden kunnen
zien welke dag het is. moet xoo'n ver
gadering op Dinsdag een verwarren-
den invloed hebben zij komen er on
willekeurig toe. te meenen. dat het
Woensdag is om zoo. door de week tel
kens een dag in de vódrhaal rakende,
eindelijk hunne Zondagsche kleeren
aan te trekken, wanneer het nog maar
Zaterdag is.
Dat de beide aftredende wethouders,
Dr. Krusernan en de heer Vincent
Loosjes, herkozen werden, spreekt van
zelf. Er was hier niet, zooals te Am
sterdam, oppositie tegen een van bei
der herkiezing. Met belangstelling
hoorde de Raad de van buiten aange
brachte tijding, dat Mr. S. de Vries
Cz., de Amsterdamsche wethouder
van onderwijs, zij het ookl met een zeer
kléine meerderheid, herkozen was.
Hier is waarschijnlijk aanleiding om
den herkozene en zijn niet gekozen
tegencandidaat. den heer Ketelaar,
beiden geluk te wenschen. Welk een
bitter verdriet zou dezen laatsten be
schoren zijn geweest, wanneer hij,
voorganger van den Bond van Nederl.
Onderwijzers, in practijk had moeten
brengen al datgene, wat in den loop
der jaren als theorie naar voren is
gebracht. Hoe zouden hoofd en li
chaam met elkander in botsing zijn
gekomen I
Maar ik schrijf geen Nabetrachting
over Amsterdams R aadsbijeenkomst.
De practijk in den Haarlemschen
Raad sch'int meer en meer deze te
worden, dat op vragen, door Raadsle
den gedaan, een orakelachtig ant
woord wordt gegeven. Ik heb er al op
gewezen, boe dit den hoer Van de
Kamp vroeger overkwam, nu trof het
lot den heer Van den Berg. Waarom,
ach waarom, had hij dan ook gespro
ken over de onfrissche geuren van de
Bakenessorgracht 1 Nu kreeg hij ten
antwoord, in verhand met een rapport
van den directeur van openbare wer
ken, dat ..naar de meening van B. en
„W. de gemeente ten opzichte van dit
„onderwerp zeer zeker in gunstige
„omstandigheden verkeert."
Wat de orakelaar, die deze mededee-
lingen stelt daarmee bedoelt, kan ik
moeilijk raden. Of hij meent, dat een
flink stinkende gracht een gunstige
omstandigheid is. of hij is van oordeel,
dat in andere gemeenten de grachten
nog veel heviger geuren. In elk geval
hebben do bewoners, en de bezoekers
van deze gracht nu vernomen, dat zij
En gunstige omstandigheden verkee-
ren en zullen dus wel doen, om wan-
i eer de geur opnie uv him neus mocht
prikkelen, daarmee rekening to hou
den. Hier hebben wij blijkbaar te ma
ken met een van overheidswege goed
gekeurde stank.
Al het voorgaande wijst niet op een
agenda van ernstige substa.i-ie. Dat
was ze ook niet. Ais ik haar, zooals
gebruikelijk is, bij een maaltijd moest
vergelijken, dan zou ik zeggen soep
als hoofdgerecht, geen hors d'oeuvre
en heelemaal geen ferme biefstuk, die
houdt in de maag. De uitbreiding van
de koel-installatie van het slachthuis
ging er zonder eenig verzet door. Had
die 1 450 inplaats van 45000 gekost,
de Raad zou er wel degelijk over gede
batteerd hebben, maar voor groote cij
fers is hij bang.
Ook zal er voortaan niet meer met
potloodon, garen en band en dergelijk
gerei gevent mogen worden, zonder
schriftelijke vergunning van B. en W.
Voornamelijk de vreemdelingen moe
ten in dit opzicht zeer hinderlijk zijn,
zelfs komt een ingezetene van Leeu
warden ons met die soort van waren
brandschatten. De bedoeling is. dat
aan. Haarlemsche ingezetenen wel de
schriftelijke vergunning zal worden
verleend en ik hoop en vertrouw, dat
zij zich beleefder en behoorlijker zul
len gedragen, dan die lieden van el
ders, die natuurlijk omdat ze geen
Haarlemmers zijn, veel minder op
deugd en edelaardigheid van karak
ter kunnen bogen. Toch is het hier
weer merkwaardig om op te merken,
hoe de historie zich herhaalt Nog niet
lang geleden werd in dit blad vermeld,
dat een paar eeuwen geleden vreem
delingen in Haarlem niet met pijpen
mochten venten. De thans levende
autoriteiten hebben het op de venters
met potlooden. garen en band, luci
fers, zeep, voorzien plus qa change,
plus c'est la mêuie chose, of weldè
dingen veranderen van vorm, maar
niet van wezen.
J. C. P.
Bnitenlandsch Overzicht
Europa sn Marokko.
DeLokal Anzeïger veelal
de spreektrompet der Duitsche regee
ring voor buitgnlandsche aangelegen
heden bevat de volgende
BELANG'WEKKENDE UITLAT1N-
GEN OVER DE FRANSCH-DUIT-
SCHE ONDERHANDELINGEN
Inzake do M a rokko-q u nest ie
't Ontwerp van 't verdrag, dat door
den gezant der Fransche'republiek is
meegebracht en thans aan 't Duitsche
ministerie van buitenlandsohe zaken
wordt onderzocht, doet slechts
GERINGE VERWACHTINGEN' OP
EEN SPOEDIGE OPLOSSING
van 't netelige Marokkaansche vraag
stuk, koestoren. Zooals ook in de
Fransche ->ers sedert eenigen tijd met
nadruk is gezegd, schijnt Frankrijk
met betrekking tot vergoedingen in
gebied niet karig te willen zijn. indien
vcor Frankrijk in Marokko in den
geest, dien het xijk bedoelt, ruim baan
wordt gemaakt. Voor zoover wij zijn
ingelicht, liggen de nog te overwinnen
moeilijkheden op een ander gebied.
Om deze te begrijpen moet men tot
den oorsprong van de onderhandelin
gen over Marokko teruggaan, die zui
ver en plutocratisch (heerschappij van
't geld) 'was en een zucht door een
niets ontziende en hebzuchtige veria -
beling van speculanten en kapitalis
ten, die sedert jaren, onder alle op
volgende iregeeringeu van de repu
bliek en door middel van de pers, op
het Fransche publiek druk uitoefende.
Hoe groot die invloed is, kan lüer-
naar worden afgemeten, dat, onder
uen invloed van het drijven van deze
SPECULANTEN- EN KAPITALIS-
TENGROEP,
de Fransche regeering zelfs niet den
Bchijn heeft trachten te bewaren,
maar op het Algeciras-verdrag reeds
inbreuik begon te maken, voor nog de
inkt er van droog was, hetgeen, niet
tegenstaande den helper aan gene zij
de van het Kanaal, een gevaarlijke
onderneming moest worden. Maar,
zegen wij (Duitschland), juist omdat
de pacificatie van Marokko door
Frankrijk, precies als indertijd de
Boerenoorlog van den kant van En
geland, aJs oen zuiver kapitalistische
ccmmercieele onderneming moet wor
den opgevat, kan men onze staatslie
den niet crenoeg op het gewicht van
de zaak opmerkzaam maken, welke de
nauwkeurigste waarborgen tot in de
kleinste onderdeden voor de economl-
sch een commercieels belangen in den
toekomstlgen staat Marokko ver-
eischten dikwijls zal men wenschen
dat in Berlijn naast de staatslieden en
diplomaten ook eenige ontwikkelde
zakenmenschen zaten, die alle
TRUCS EN STREKEN VAN DE
FRANSCHS CONCESSIE
JAGERS
kennen en weten hoe men er tegen to
werk moet gaan.
In het algemeen schiint do Duitsche
regeering van de grondstelling uit te
gaan, dat nu eenmaal een regeling in
Marokko tot stand komt, deze dan
ook zoo grondig mogelijk moet zijn en
dat aan de Franschen. als alle overige
voorwaarden zijn vervuld, in politiek
opzicht voor zoover Duitschland aan
belangt, volledige vrijheid van han
delen zal worden toegestaan. Duuriue-
de is evenwel, naar te hopen ls, be
doeld, dat Frankrijk in Marokko naast
de politieke rechten ook de volle ver
antwoordelijkheid op zich neemt
Ofschoon wel «enigermate uit de
omstandigheden, zooals die tot nu toe
waren, verklaard kan worden, zijn
bijna alle moeilijkheden tusscheu de
Duitschers en de Fransche militaire
overheid hieruit voortgekomen, dat
de laatste weliswaar op
ALLE RECHTEN VAN DEN
VEROVERAAR
aanspraak maakte, maar voor het
overige zich tegenover krachtige pro
testen achter de Marokkaansohe over
heid verschanste, die Immers meester
in het land heetten te zijn. Deze toe
stand moet ophouden Frankrijk moet
in de tookomst, als het In Marokko po
litieke rechten wil uitoefenen, recht
streeks en persoonlijk ln heel Marok-
kvoor het leven en het eigendom van
eiken Duilschen onderdaan aanspra
kelijk zijn en op dit beginsel kan niet
sterk genoog bij het te sluiten ver
drag den nadruk gelegd worden. Yoor
het geval dit op bevredigende wijze
zijn beslag krijgt.
Minder gewicht wordt aan het pro
test tegen het
OPRICHTEN VAN MAROKKAAN-
SCHE TROEPEN
en het gebruikmaken er van op Euro-
peeschen bodem gehecht. Voorloopig
zal de pacificatie van Marokko nog
voor vele tientallen van jaren torepen
eischen .geenszins evenwel het aan
wenen van Marokkaaasche krijgers
in dienst der Kiftopeanen toelaten.
Hebben dan Algiers en Tunis aan
Frankrijk tot nog toe vertrouwbare
Arabische strijdkrachten tot een noe
menswaard aantal opgeleverd, die
voor het gebruik op Europeeschen bo
dem geschikt konden ziin De Sene-
galscho schutters, waarvan zoo dik
wijls roemvol gewag gemaakt wordt,
zijn ons noe onlangs door vakmannen
die hen aan het werk hebben gezien,
in zeer twijfelachtig licht geschilderd.
Op de economische bepalingen moet,
zooals reeds ls gezegd, 't Duitsche mi
nisterie van buitenlandsclie zaken
voornamelijk het gewicht laten vallen
en
GEEN TITTEL OF JOTA OVER 'T
HOOFD ZIEN.
In hoeverre datgene, wat men ver
telt over rijkdom aan ertsen en in het
hijzonder van ijzerbeddingen in Soes
op waarheid berust, of naar het rijk
der fabelen moet worden verwezen, is
vermoede!:;k op het ministerie van
buitenlandscho zaken nog niet bekend,
waarschijnlijk is het nog een geheel
onbekende factor, maar men moet met
de mogelijkheid van het bestaan van
zulk een rijkdom aan delfstoffen re
kening houden, en hem openhouden
voor den Duilschen handel en in het
algemeen voor
DE VRLJE CONCURRENTIE DER
NATIES.
Hiertoe is niet alleen noodig, wat
hij tot no- toe rechtmatig heeft ver
worven, volledig wordt gewaarborgd,
maar er moeten ook bepalingen wor
den gemaakt in die richting, dat ert
sen vrij van alle beperkingen, conces
sies of zelfs uitvoerrechten, op de in
ternationale markt kunnen komen.
Verder, dat aan het bezit vau erts-
houdend grondgebied of niijnontgin-
ningsrechten ook de verplichting tot
het ontginnen verbonden is. want zon
der dergelijke waarborgen zou zeker
de langarmige verzameling kapitalis
ten en speculanten op wier bevel
Frankrijk de netelige taak van het
doordringen in Marokko is begonnen,
een weg vinden om deze ertslagen aan
de vrije concurrentie te onttrekkenen
tot baar voordeel te gebruiken.
Wat liet ln bezit nemen en heb ko-
lcnisoercn van Soes betreft, op de
ondoelmatigheid van dezen eisch is
door Duitschland reeds bij herhaling
gewezen. Ten eerste is daar in het
geheel niets of bijna niets moor te
kolonlseeren, omdat het land reeds
bozet is en ln de tweede plaats heb
ben wij (Duitschland) nauwelijks ko
lonisten .die daar passen en ten slot
te moet men toch ook verdei- zien. Wat
zou onze Rijksdag over deze verwer
ving van gebied dan wel zeggen, die
men zou moeten beginnen met een
cerdietaanvraag van een aanzienlijk
groot aantal millloenen voor aanleg
van wegen van ten minste een leger
korps en ln den staatsbuidel nog heel
andere gaten zou maken, dan bij
voorbeeld ons Duitsch Zuidwest. Het
zou voor Duitschland niets meer of
minder beleekenen dan een nieuwe en
zeer gevaarlijke, daarenboven geheei
onnoodige, AcliiieshieL
Tot zoover dit inderdaad belang
wekkende artikel. Men weet nu, wel
ke gedachte de Duitsche diplom aten
hebben.
Ook blijkt uit dit stuk, met welke
moeilijkheden de beide onderhande
laars hebben te kampen. Het zal niet
gemakkelijk zijn, om tot overeen
stemming tusschen Duitschland en
Frankrijk te geraken, te meer daar
men ln Berlijn nu blijkbaar met
nieuwe voorwaarden voor den dag is
gekomen.
Toch ligt er in het nieuwe stand
punt van Duitschland een beginsel,
dat op toegeven duidt. Duitschland
zaJ zij liet ook met veel tegenzin I
de oppermacht van Frankrijk in
Marokko erkennen, maar nu doet
men in Berlijn z'n best, om die op
permacht zooveel mogelijk te beknot
ten en moeilijkheden in uen weg te
leggen.
Met toegevendheid van beide kan
ten is evenwel een oplossing moge
lijk. Althans voor de naaste toekomst.
Op een beslist afdoende regeling valt
Diet te 'nopen. I^ater zullen waar
schijnlijk weer nieuwe zwarigheden
opkomen. Indertijd dacht men im
mers, dat de Algeciras-acte alles re
gelde, en ziet nu regelt ze feitelijk
niets meer 1
De papieren oorlog in de pers duurt
nog voort-
In een bespreking van den gespan
nen politieken toestand uit het Duit
sche blad de „Kölnische Zeitung" de
meening, dat Frankrijk het nic-t tol
het uiterste zal drijven en dat het
Fransche volk zich ten slotte zal ia-
ten leiden door de erkentenis, dat
EEN OPMARSCH NAAR FEZ OVER
BERLIJN WAT TE GE
VAARLIJK IS.
De van Engelsohe zijde gegeven ver
zekeringen, dat het Engelsen© volk
er niet aan denkt, Duitschland te be-
nadee'.en ten gunste van Frankrijk,
vinden in Duitschland geen geloof,
daar de bedoeling der Engelsche di
plomatie te algemeen bekend is.
Natuurlijk. Men ziet in Engeland
slechts den grooten tegenstander en-
geen enkele redeneering kan dit
spoken-geloof aan het wankelen bren
gen 1
De redevoeringen door de Fran
sche ministers en den president, ge
houden ter gelegenheid van den Fran
schen vlootschouw (zie vorig Over
zicht). maakt in Duitschland na
tuurlijk een minder aangenomen
indruk. Het klinkt voor Duitsche
ooren ook heel onaangenaam, dat de
Fransche vloot weer krachtig is ge
worden en een tegenstander kan af
wachten.
Zondag hielden, zooals men weet,
de sociaal-democraten te Berlijn een
betooging tegen den oorlog, Nu wordt
EEN TEGEN-BETOOGING
gemeld.
De commissie van het Duitsche Ar-
beidscongres dat een aantal groo
te Christelijke nationale verbonden
van werklieden, beambten in parti
culieren dienst en staatsbeambten,
in totaal 1.250.000 leden, vertegen
woordigt heeft een proclamatie uit
gevaardigd, waarbii de uitnoodiging
der sociaal-democratie, om in geval
het op een oorlog uitloopt, tot een po
litieke algemeen© staking over te
gaan, veroordeeld wordt. Die uitnoo
diging moet toch in het buitenland
den indruk maken, alsof de weer
kracht van de Duitsche natie in geval
vai oorlog verminderd is. De Christe
lijke arbeiders zullen
IN DE URE DES GEVAARS DE EER
VAN HET VADERLAND
VERDEDIGEN,
zoo wordt in de proclamatie ge-
Stadsnieuws
Rubriek voor Vragen
Geabonneerden hebben bet voorrecht,
vragen op versohillend gebied, mils voor
beantwoording vatbaar, in te zenden bij de
Redactie van Haarlem's Dagblad, Groote
Houtstraat 53.
Alle antwoorden worden gein-el kosteloos
reven eu zoo spoedig mogelijk.
kan vragen, die niet volledig naam en
woonplaats van den inzender vermelden
Wordt goen aandacht geschonken.
VRAAG: MeVrouw heeft mij met 1
September opgezegd, maar zij ging
met 23 Augustus de stad uit en be
taalde mij tot 28 Augustus. Moet ik
daarmee genoegen nemen?
ANTWOORD: Als mevrouw u met 1
September heeft opgezegd, moet zij
het loon betalen tot 1 September en
het kostgeld van 23 Augustus af.
VRAAG: Heeft mijn mevrouw, die
mij voor dag en nacht gehuurd heeft,
het hecht tot mij te zeggein, dat ik
maar thuis moet gaan slapen?
ANTWOORD: Het recht heeft me
vrouw niet. Wij meenen, dat rij in
dat geval vergoeding moet geven, om
u thuis te kunnen laten slapen.
VRAAG: Waar kan ik den naam
van een huiseigenaar te weten ko
men?
ANTWOORD: Wend u tot het kan-
too'r van het Kadaster op de Nieuwe
Gracht.
VRAAG: Hoe maakt men theevlek-
ken weg?
ANTW OORD: Met warm bleekwa-
ter en wijnsteenzuuroplossihg.
VRAAG: Hoe kan ik inktvlekken
wegmaken uit een schrijfbureau en
uit een karpet?
ANTWOORD: Met zuringzout.
VRAAG: Wauneer komt de „Sindo-
ro" van den Rotterd. Lloyd te Rotter
dam aan?
ANTW OORD: Die is Maandag reed*
aangekomen.
VRAAG: Waar kan ik Inlichtingen,
verkrijgen over de Ahgelicaansch©
kerk?
ANTWOORD: Wend u lot een dor
drie geestelijken in Nederland. Hun
namen zijn Mr. James Chambers,
Amsterdam, Mr. H. Patford, B. A.
te 's-Graven'nage eh Mr. H. Coryton
te Rotterdam.
VRAAG: Is Iemand, die begin Au
gustus 3 gestoffeerde kamer met pen
sion huurde, maar die niet bc-trok-
keu heeft, verplicht tot schadevcrg-Hi
ding?
ANTWOORD: Ja. Meestal wordt als
schadevergoeding gegeven één maand
kamerhuur.
VRAAG: Een broer heeft, na va
ders overlijden, den boedel gehouden,
omdat vader bij hem inwoonde. Er
is geen testament en de andere kin
deren kunnen onder eede verklaren,
dat het niet de bedoeling van vader
was, dat de «©on het goed behield.
Wat is daaraan te doen*
ANTW OORD: Wend u tot den kan
tonrechter, om boedelscheiding te
vragefn. De kantonrechter is meestal
des middags na half 2 te spreken.
VRAAG: Hoe is 't adres van het
Machinisten- en stokersblad?
ANTWOORD: Dat blad kennen wij
niet. Hoe luidt de titel precies?
VRAAG: Is de Hortus botanicus te
Amsterdam op Zondag geopend?
ANTWOORD: Ja.
VRAAG: Wat beteek ent de Haar
lemsche wapenspreuk; „Vicit vim
virtus".
ANTW OORD: De deugd overwint
geweld.
VRAAG: Moet een verzoek aan eon
Minister op gezegeld papier gesteld
worden?
ANTWOORD: Ja.
VRAAG: Mag oen dienstbode zoo
maar uit haar dienst loopen en haar
meesteres belasteren?
ANTW OORD: Neen, dat mag zeker
niet. Maar aan het wegloopen is wei
nig te doen, daar men in den regel
geen verhaal heeft. Wat het belaste
ren betreft, kunt u een aanklacht in
dienen bij don Officier van Justitie.
Maar kunt u dit laatste wel afdoende
bewijzen? Anders baat 't u weinig.
Uit de Omstreken
BLOEMENDAAL.
RAADSVERGADERING.
Dinsdagmiddag te uur vergader
de de Raad dezer gemeente.
Aangevangen werd met de instal
latie van de herkozen en nieuw ge
kozen leden de hoeren Bispinck, Kool
hoven, Teding van Berkhout, V«.a
Stolk, Van der Vliet en De Roo vso
Aidewereid.
De VOORZITTER wen sch te de he<-
ren geluk. Een uitbreiding van een
gemeenteraad heeft iets opwekkends
want het wilzeggen, dot het zielen
tal der gemeente is vermeerderd.
Vergelijkt men den Jegenwoordgen
toestand van Bloeiuendaal met dien
van voor tien jaar, dan is ook voor
uitgang to constatoeren.
Spreker hoopte, dat deze bloei lxj-
stendigd mag worden, en dat de
raadsleden daartoe zullen mogen me-
Na voorlezing en goedkeuring der
notulen werd gestemd voor de be
noeming van een wethouder, wegens
periodieke aftreding van den heer \V.
F. van Hooff. Uitgebracht werden 11
stemmen, waarvan 10 op deu heet
Van Hooff.
De heer VAN HOOFF nam de her
benoeming aan, onder dankbetuiging
-.oor het in hem gestelde vertrouwen.
De VOORZITTER wenschte den
heer Van Hooff geluk.
Tot lid der commissie voor de straf-
FEUiLLHiON
Bewerkt naar het Engelsch.
15)
Ik was nog maar even buiten Rie-
finsdorf, toen mijn sledo plotseling
stilstond. Vatbaar als mijn geest op
dit oogenblik was voor phantasién
van een dramatischen en avontuurlij
ken aard, verwachtte ik niet anders
of ik zou een bende struikroovers zien
tot de tanden gewapend, dlc ons den
weg betwistten en onmiddellijke on
derwerping vroegen. Wat ik werkelijk
zag, was een jonge dame. die mid
den op den weg stond en een enorm
lüiigo toboggan, die er heel zwaar uit
zag en ons precies in den weg stond.
De jonge dame, die er zeer bekoor
lijk uitzag en precies zoo gekleed \yas
als mijn gezellin van dien morgen,
'kreeg een zeer yroolijk© uitdrukking
in haar oogen, toen zij mij gewaar
fcerd. Het was de dochter van den
Groothertog, Prinses Mathilde.
O. Mr. Saunders, riep zij uit. is
u dat
Ik heb alle reden om dat te ge-
ïooven, antwoordde ik. terwijl ik uit
mijn slede sprong. Kan ik, u op eeni-
gerlei wijze assisteeren
Misschien wel. antwoordde zij
nadenkend. Waar gaat u heen
Ik ben uitgegaan om een ritje te
doen.
Dat merk ik
Naar Heldersburg. voegde ik
er bij.
O. Ik wou, dat u met ons ging
bob-sleighen.
Ik ben bang, dat ik van die sport
nog niets terecht zou brengen.
Dat doet er in 't minst niets toe.
Max en twee vrienden zullen dadelijk
hier zijn. Ik stuur en Max remt, en
alles wat u te doen heeft, is achter
mij te zitten en iets over te hangen
als wij aan de hoeken komen. Het is
werkelijk heel prachtig.
Het klinkt verrukkelijk. Ongeluk
kig echter heb ik een boodschap van
den Koning over te brengen naai- Hel
dersburg. Kan de koetsier dat niet
voor u doen
Breng mij alstublieft niet in ver
leiding, antwoordde ik. Het idéé van
bob-sleighen bekoort mij 'ontzettend,
maar plicht is plicht en ik heb niet el-
ken dag de eer om den boodschapper
van den Koning te zijn.
U zou ten minste een tocht met
ons kunnen doen, drong de Prinses
aan. Haar aandringen was vleiend,
maar ik had mijn zending heel ernstig
opgfenomen en was besloten om mi]
niét door de stem van een sirene van
mijn pad van plicht af te laten bren
gen, hoe coed die verleidende stem
ook bedoeld was.
Ik vrees van niet, antwoordde Ik
vol spijt mijn hoofd schuddend. Ik
zou bob-sleighen niet half zoo prettig
vinden als ik nog niet meer op mijn
eer gesteld was. Maar hoe komt het
dat u hier den open weg barricadeert
met deze groote machine.
Wij zijn juist van Weissheim af
gekomen, verklaarde zij. Wij wachten
hier op een paard, om deze oude
„bob" naar een andere baan te laten
brengen. Omdat het paard nog niet
gearriveerd is, houden Max en zijn
vrienden zich intusschen bezig met
skiloopen langs de sneeuwhellingen
U heeft er toch zeker niets legen,
dat ik den „ouden bob"' uit den weg
zet. is 't wel
Dat zal mij hevig boleedigen,
luidde lachend het antwoord. Ik vind
het heelemaal niet aardig van u, dat
u zich niet bij ons aansluit. Denk er
nog ecn9 goed over en laat de koetsier
uw onnoozele boodschap naar Hel
dersburg brengen.
U ls een echte dochter van Eva
en een ondeugende verleidster, ant
woordde ik. En omdat ik een zoon van
Adam ben en een zwak man, wil lk
het niet wagen er langer over te spre
ken, en de bobsleigh vierkant opne
mend. wist ik hom met Inspanning
van allo krachten ter zijde van den
weg neer te zetten.
Denk er om, dat ik mij door u
zeer beleedigd voel, hield de Prinses
vol.
En lk door u. antwoordde lk. Ik
genoot juist zoo van mijn tocht tot u
mijn slede plotseling tot staan bracht
en mij met uw voorstel van bob-
sleighen stoorde, en mijn muts afne
mend stapte ik weer in mijn slede en
verzocht den koetsier door to rijden.
Ik sloeg de Prinses gade, hoe zij
ondeugend een handvol snoeuw op
raapte om mij na te gooien maar
sneeuwballen zijn niet gemakkelijk te
maken al3 de temperatuur onder nul
staat en niets dan een onschuldige,
pooderachtige witte wolk was het re
sultaat van haar ondeugende pogin
gen.
Wat een jolig meisje I dacht ik. Zoo
natuurlijk en zonder gemaaktheid
Zoo verrukkelijk vrij van doium© ver
legenheid en nog dommer trots op
haar positie 1 En terwijl de bellen rin
kelden, de bochten in den weg telkens
schooner winterlandschap deed aan
schouwen, dacht ik met genoegen na
over de bekoorlijke trekken, physiek
zoowel als psychisch van deze door de
zon gebruinde Schattenberg, die zoo
veel van sport hield. Ik zag aanko
men, dat ik haar tijdens mijn verblijf
te Wolsshelm veel ontmoeten zou. Na
de onaangename atmospheer van som
ber getwist, van weloverdachte intri
gue en allerlei plannen daartegen
over, waarvan hot Brun-varad door
trokken was, had luiar vroolijke» on-1
nadende aanwezigheid al het verfris-
scbende van de heldere, lichte berg
lucht. Ik begon zelfs langzamerhand
te philosofeeren en vroeg mij af waar
om de Natuur intrigueerende, zelf
zuchtige vaders zou begiftigen met
verrukkeli'k mooie, niet gemaakte
dochters, die vol waren van vrije, na
tuurlijke, onschuldige levensvreugde
ene die niet in staat waren tot een
kwade gedachte of een onvriendelijke
daad.
Helaas, moet aan zacht gestemde
overwegingen ook weer een einde ko
men, en de mijne werden ruw onder
broken door een tweede stoppen van
de koninklijke slede.
Bij deze gelegenheid zouden mijn
eerste romantisch© verwachtingen
rdet zoo slecht geplaatst zijn geweest,
want de weg was versperd door oen
dozijn soldaten van de lijfwacht. Met
skis aan de voeten en met geweren
gewapend waren zij in een rechte,
dreigende lijn midden over den weg
opgesteld. Hun uniform was van don
ker green met zwarte tressenzij
droegen hooge, witte beenbekleedsels
en op bun hooiden scharlaken roode
mutsen. Het waren knappe, flinke
mannen, sterk door de zou verbrand
en zeer schilderachtig in hun eigen
aardige uniformen. Een hunner, een
sergeant, blies op een fluitje.
Wat is er vroeg ik aan mijn
reed gebaarden koetsier.
Hij zegt, dat wij niet voort moe
ten gaan. Excellentie.
Waarom niet vroeg ik.
Ik kreeg niet meer opheldering dan
verschaft kon worden door het optrek
ken van ziin kolossaal breede schou
ders. Plotseling ontdekte ik aan mijn
rechter hand een ander gezelschap
van een half dozijn mannen, die ski-
loopende langs de helling op ons af
kwamen. Zij naderden ons heel snel
en kwamen Juist op ons af. Juist toen
ik mij verbeeldde, dat een botsing on
vermijdelijk zou zijn, weken zij terzij
de af en sprongen op den weg vlak
vóór de koppen van onze paarden.
Een officier, dien ik nu als Max her
kende, kwam naderbij.
Hij zag er heel goed uit in zijn
moeien uniform en het snelle gaan
door d© fiinkoude lucht had «en bloe
op zijn bleek© wangen te voorschijn
geroepen.
Waarom-worden wij tegengehou
den begon ik.
Wij voeren belangrijk© manoeu
vres uit, luidde lie; antwoord wat
verder op den weg hebben wij ©enig©
peppen neergezet en nu vuren wil
daarop over den afgrond heen. Hol
spijt mij uw rit te moeten verhinde
ren .maar ik kan u niet toestaan veri
der te gaan. het zou niet veilig zijn.
Ik ga naar Heldersburg met eert
boodschap van den Koning.
(Wordt vervolgd).