HAARLEM'S DAGBLAD. VIST EN VRiEÜQSCüAP TWEEDE BLAD, WOENSDAG 6 SEPTEMBER 1911 OM ONS HEEN nabetrachting van den Raad. Twee leden van onzen gemeenteraad hebben beden. Dinsdag 5 September, ♦en aoort van jubileum herdacht en wel, dat zij, precies op den dag ai, twaalf jaar geleden, de eerste Raads vergadering bijwoonden en tot lieden toe geen enkele Raadsbijeenkomst hebben verzuimd. Al is twaalf jaar geen geijkte jubileumiermijn, het feit dat zij al de Raadsvergaderingen mee maakten, is een gelukwensch en een woord van hulde waard. Een geluk wensch, omdat daaruit overtuigend blijkt, dat hun gezondheid in dit do zijn jaren weinig of niet te wenschen heeft overgelaten en een woord van hulde, omdat daarmee tevens hun ijver voor het ambt, dat zij op zich namen, bewezen is. Zoo aangenaam en boeiend zijn die Raadsvergaderin gen niet altijd, of de verzoeking moet nu en dan bij hen zijn opgekomen om er maar eens vandaan te blijven. Men kan daarvoor argumenten genoeg vinden zonder zelfs zijn geweten te zeer te bezwaren. Hoofdpijn of druk ke bezigheden zijn zeer aannemelijke motieven. Dat zij daaraan weerstand hebben geboden, trouw op hun post zijn geweest, verdient een woord van hulde, dat ik hun bij deze gaarne breng. Nurks kan beweren, dat niet ieder Raadslid in iedere vergadering een belantrrijk woord pleegt te zeggen, hij zal moeten toegeven, dat het Raadslid om tot die uiting te kunnen komen, in eik geval aanwezig dient to zijn. Tot de boeiende vergaderingen bo bo orde ook de zitting van Dinsdag 5 September niet. Integendeel heeft de gemeentewet haar tot een vervelende sessie gostempeld door de bepaling, dat daarin de vaste Commissién en andere Colleges moeten worden be noemd. Zoo ontstaat er een bijna ein- delooze stemming, waarbij de hoofd bode ik zou haast zeggen de hoofdrol vervult, daar hij moeite genoeg heeft, zich althans geeft, om te voorkomen, dat de Raadsleden, die al een paar stemmingen van te voren hunne brief jes invullen, niet het briefje voor stemming No- 12 in de vischkom stop pen, wanneer No. 11 aan de orde is. Het was dan ook zeker wegens het ge wicht va- de zaak, dat dezen keer niet minder dan twee juristen. Mrs. Spoor en Thijssen, met den burge meester het stembureau uitmaakten. Ten slotte is alles gladjes afgeloopen, wie aftraden en horkiesbaar waren, zijn herkozen in de plaats van den heer Winkler is de heer Levert geko zen tot lid van de Commissie voor den Hout en de Plantsoenen en de heer Merena tot Md van de Commissie voor de Stads-Apotheek. Laatstgenoemd lid, nog zoo pas in onzen Raad gevestigd, is daar alweer verhuisd van de gauche naar de d r o i t e, van den linker- naar den rechtervleu gel. De plaatsen aan de overzijde van de zaal, gerekend van do publieke tribune af hebben naar 't schijnt groo- ter bekoring, dan die op de andere helft. Ik weet niet waarom, of het moest zijn. dat de nabijheid van de publieke tribune den leden mishaagde. Soms, vooral bij het behandelen van onderwijszaken, wordt op die plaats onverholen critiek op wat er gezegd en gezwegen wordt, zeer duide lijk vernomen. Dat de Raadsleden de onmiddellijke nabijheid der v e r- sluggovers niet bijzonder aange naam zouden vinden, wensch ik na tuurlijk geen moment te veronderstel len. Dozen middag evenwel behoefde geen sterveling last van 't publiek te hebben, omdat bet er namelijk niet was. Eén enkel kopyjongetje vulde.... neen, dat kan ik niet zeggen. tracht te de banken te vullen, ander publiek bleef afwezig. Ik kan mij dat wel ver klaren. Bij de gewone toehoorders. die niet aan hun bezigheden kunnen zien welke dag het is. moet xoo'n ver gadering op Dinsdag een verwarren- den invloed hebben zij komen er on willekeurig toe. te meenen. dat het Woensdag is om zoo. door de week tel kens een dag in de vódrhaal rakende, eindelijk hunne Zondagsche kleeren aan te trekken, wanneer het nog maar Zaterdag is. Dat de beide aftredende wethouders, Dr. Krusernan en de heer Vincent Loosjes, herkozen werden, spreekt van zelf. Er was hier niet, zooals te Am sterdam, oppositie tegen een van bei der herkiezing. Met belangstelling hoorde de Raad de van buiten aange brachte tijding, dat Mr. S. de Vries Cz., de Amsterdamsche wethouder van onderwijs, zij het ookl met een zeer kléine meerderheid, herkozen was. Hier is waarschijnlijk aanleiding om den herkozene en zijn niet gekozen tegencandidaat. den heer Ketelaar, beiden geluk te wenschen. Welk een bitter verdriet zou dezen laatsten be schoren zijn geweest, wanneer hij, voorganger van den Bond van Nederl. Onderwijzers, in practijk had moeten brengen al datgene, wat in den loop der jaren als theorie naar voren is gebracht. Hoe zouden hoofd en li chaam met elkander in botsing zijn gekomen I Maar ik schrijf geen Nabetrachting over Amsterdams R aadsbijeenkomst. De practijk in den Haarlemschen Raad sch'int meer en meer deze te worden, dat op vragen, door Raadsle den gedaan, een orakelachtig ant woord wordt gegeven. Ik heb er al op gewezen, boe dit den hoer Van de Kamp vroeger overkwam, nu trof het lot den heer Van den Berg. Waarom, ach waarom, had hij dan ook gespro ken over de onfrissche geuren van de Bakenessorgracht 1 Nu kreeg hij ten antwoord, in verhand met een rapport van den directeur van openbare wer ken, dat ..naar de meening van B. en „W. de gemeente ten opzichte van dit „onderwerp zeer zeker in gunstige „omstandigheden verkeert." Wat de orakelaar, die deze mededee- lingen stelt daarmee bedoelt, kan ik moeilijk raden. Of hij meent, dat een flink stinkende gracht een gunstige omstandigheid is. of hij is van oordeel, dat in andere gemeenten de grachten nog veel heviger geuren. In elk geval hebben do bewoners, en de bezoekers van deze gracht nu vernomen, dat zij En gunstige omstandigheden verkee- ren en zullen dus wel doen, om wan- i eer de geur opnie uv him neus mocht prikkelen, daarmee rekening to hou den. Hier hebben wij blijkbaar te ma ken met een van overheidswege goed gekeurde stank. Al het voorgaande wijst niet op een agenda van ernstige substa.i-ie. Dat was ze ook niet. Ais ik haar, zooals gebruikelijk is, bij een maaltijd moest vergelijken, dan zou ik zeggen soep als hoofdgerecht, geen hors d'oeuvre en heelemaal geen ferme biefstuk, die houdt in de maag. De uitbreiding van de koel-installatie van het slachthuis ging er zonder eenig verzet door. Had die 1 450 inplaats van 45000 gekost, de Raad zou er wel degelijk over gede batteerd hebben, maar voor groote cij fers is hij bang. Ook zal er voortaan niet meer met potloodon, garen en band en dergelijk gerei gevent mogen worden, zonder schriftelijke vergunning van B. en W. Voornamelijk de vreemdelingen moe ten in dit opzicht zeer hinderlijk zijn, zelfs komt een ingezetene van Leeu warden ons met die soort van waren brandschatten. De bedoeling is. dat aan. Haarlemsche ingezetenen wel de schriftelijke vergunning zal worden verleend en ik hoop en vertrouw, dat zij zich beleefder en behoorlijker zul len gedragen, dan die lieden van el ders, die natuurlijk omdat ze geen Haarlemmers zijn, veel minder op deugd en edelaardigheid van karak ter kunnen bogen. Toch is het hier weer merkwaardig om op te merken, hoe de historie zich herhaalt Nog niet lang geleden werd in dit blad vermeld, dat een paar eeuwen geleden vreem delingen in Haarlem niet met pijpen mochten venten. De thans levende autoriteiten hebben het op de venters met potlooden. garen en band, luci fers, zeep, voorzien plus qa change, plus c'est la mêuie chose, of weldè dingen veranderen van vorm, maar niet van wezen. J. C. P. Bnitenlandsch Overzicht Europa sn Marokko. DeLokal Anzeïger veelal de spreektrompet der Duitsche regee ring voor buitgnlandsche aangelegen heden bevat de volgende BELANG'WEKKENDE UITLAT1N- GEN OVER DE FRANSCH-DUIT- SCHE ONDERHANDELINGEN Inzake do M a rokko-q u nest ie 't Ontwerp van 't verdrag, dat door den gezant der Fransche'republiek is meegebracht en thans aan 't Duitsche ministerie van buitenlandsohe zaken wordt onderzocht, doet slechts GERINGE VERWACHTINGEN' OP EEN SPOEDIGE OPLOSSING van 't netelige Marokkaansche vraag stuk, koestoren. Zooals ook in de Fransche ->ers sedert eenigen tijd met nadruk is gezegd, schijnt Frankrijk met betrekking tot vergoedingen in gebied niet karig te willen zijn. indien vcor Frankrijk in Marokko in den geest, dien het xijk bedoelt, ruim baan wordt gemaakt. Voor zoover wij zijn ingelicht, liggen de nog te overwinnen moeilijkheden op een ander gebied. Om deze te begrijpen moet men tot den oorsprong van de onderhandelin gen over Marokko teruggaan, die zui ver en plutocratisch (heerschappij van 't geld) 'was en een zucht door een niets ontziende en hebzuchtige veria - beling van speculanten en kapitalis ten, die sedert jaren, onder alle op volgende iregeeringeu van de repu bliek en door middel van de pers, op het Fransche publiek druk uitoefende. Hoe groot die invloed is, kan lüer- naar worden afgemeten, dat, onder uen invloed van het drijven van deze SPECULANTEN- EN KAPITALIS- TENGROEP, de Fransche regeering zelfs niet den Bchijn heeft trachten te bewaren, maar op het Algeciras-verdrag reeds inbreuik begon te maken, voor nog de inkt er van droog was, hetgeen, niet tegenstaande den helper aan gene zij de van het Kanaal, een gevaarlijke onderneming moest worden. Maar, zegen wij (Duitschland), juist omdat de pacificatie van Marokko door Frankrijk, precies als indertijd de Boerenoorlog van den kant van En geland, aJs oen zuiver kapitalistische ccmmercieele onderneming moet wor den opgevat, kan men onze staatslie den niet crenoeg op het gewicht van de zaak opmerkzaam maken, welke de nauwkeurigste waarborgen tot in de kleinste onderdeden voor de economl- sch een commercieels belangen in den toekomstlgen staat Marokko ver- eischten dikwijls zal men wenschen dat in Berlijn naast de staatslieden en diplomaten ook eenige ontwikkelde zakenmenschen zaten, die alle TRUCS EN STREKEN VAN DE FRANSCHS CONCESSIE JAGERS kennen en weten hoe men er tegen to werk moet gaan. In het algemeen schiint do Duitsche regeering van de grondstelling uit te gaan, dat nu eenmaal een regeling in Marokko tot stand komt, deze dan ook zoo grondig mogelijk moet zijn en dat aan de Franschen. als alle overige voorwaarden zijn vervuld, in politiek opzicht voor zoover Duitschland aan belangt, volledige vrijheid van han delen zal worden toegestaan. Duuriue- de is evenwel, naar te hopen ls, be doeld, dat Frankrijk in Marokko naast de politieke rechten ook de volle ver antwoordelijkheid op zich neemt Ofschoon wel «enigermate uit de omstandigheden, zooals die tot nu toe waren, verklaard kan worden, zijn bijna alle moeilijkheden tusscheu de Duitschers en de Fransche militaire overheid hieruit voortgekomen, dat de laatste weliswaar op ALLE RECHTEN VAN DEN VEROVERAAR aanspraak maakte, maar voor het overige zich tegenover krachtige pro testen achter de Marokkaansohe over heid verschanste, die Immers meester in het land heetten te zijn. Deze toe stand moet ophouden Frankrijk moet in de tookomst, als het In Marokko po litieke rechten wil uitoefenen, recht streeks en persoonlijk ln heel Marok- kvoor het leven en het eigendom van eiken Duilschen onderdaan aanspra kelijk zijn en op dit beginsel kan niet sterk genoog bij het te sluiten ver drag den nadruk gelegd worden. Yoor het geval dit op bevredigende wijze zijn beslag krijgt. Minder gewicht wordt aan het pro test tegen het OPRICHTEN VAN MAROKKAAN- SCHE TROEPEN en het gebruikmaken er van op Euro- peeschen bodem gehecht. Voorloopig zal de pacificatie van Marokko nog voor vele tientallen van jaren torepen eischen .geenszins evenwel het aan wenen van Marokkaaasche krijgers in dienst der Kiftopeanen toelaten. Hebben dan Algiers en Tunis aan Frankrijk tot nog toe vertrouwbare Arabische strijdkrachten tot een noe menswaard aantal opgeleverd, die voor het gebruik op Europeeschen bo dem geschikt konden ziin De Sene- galscho schutters, waarvan zoo dik wijls roemvol gewag gemaakt wordt, zijn ons noe onlangs door vakmannen die hen aan het werk hebben gezien, in zeer twijfelachtig licht geschilderd. Op de economische bepalingen moet, zooals reeds ls gezegd, 't Duitsche mi nisterie van buitenlandsclie zaken voornamelijk het gewicht laten vallen en GEEN TITTEL OF JOTA OVER 'T HOOFD ZIEN. In hoeverre datgene, wat men ver telt over rijkdom aan ertsen en in het hijzonder van ijzerbeddingen in Soes op waarheid berust, of naar het rijk der fabelen moet worden verwezen, is vermoede!:;k op het ministerie van buitenlandscho zaken nog niet bekend, waarschijnlijk is het nog een geheel onbekende factor, maar men moet met de mogelijkheid van het bestaan van zulk een rijkdom aan delfstoffen re kening houden, en hem openhouden voor den Duilschen handel en in het algemeen voor DE VRLJE CONCURRENTIE DER NATIES. Hiertoe is niet alleen noodig, wat hij tot no- toe rechtmatig heeft ver worven, volledig wordt gewaarborgd, maar er moeten ook bepalingen wor den gemaakt in die richting, dat ert sen vrij van alle beperkingen, conces sies of zelfs uitvoerrechten, op de in ternationale markt kunnen komen. Verder, dat aan het bezit vau erts- houdend grondgebied of niijnontgin- ningsrechten ook de verplichting tot het ontginnen verbonden is. want zon der dergelijke waarborgen zou zeker de langarmige verzameling kapitalis ten en speculanten op wier bevel Frankrijk de netelige taak van het doordringen in Marokko is begonnen, een weg vinden om deze ertslagen aan de vrije concurrentie te onttrekkenen tot baar voordeel te gebruiken. Wat liet ln bezit nemen en heb ko- lcnisoercn van Soes betreft, op de ondoelmatigheid van dezen eisch is door Duitschland reeds bij herhaling gewezen. Ten eerste is daar in het geheel niets of bijna niets moor te kolonlseeren, omdat het land reeds bozet is en ln de tweede plaats heb ben wij (Duitschland) nauwelijks ko lonisten .die daar passen en ten slot te moet men toch ook verdei- zien. Wat zou onze Rijksdag over deze verwer ving van gebied dan wel zeggen, die men zou moeten beginnen met een cerdietaanvraag van een aanzienlijk groot aantal millloenen voor aanleg van wegen van ten minste een leger korps en ln den staatsbuidel nog heel andere gaten zou maken, dan bij voorbeeld ons Duitsch Zuidwest. Het zou voor Duitschland niets meer of minder beleekenen dan een nieuwe en zeer gevaarlijke, daarenboven geheei onnoodige, AcliiieshieL Tot zoover dit inderdaad belang wekkende artikel. Men weet nu, wel ke gedachte de Duitsche diplom aten hebben. Ook blijkt uit dit stuk, met welke moeilijkheden de beide onderhande laars hebben te kampen. Het zal niet gemakkelijk zijn, om tot overeen stemming tusschen Duitschland en Frankrijk te geraken, te meer daar men ln Berlijn nu blijkbaar met nieuwe voorwaarden voor den dag is gekomen. Toch ligt er in het nieuwe stand punt van Duitschland een beginsel, dat op toegeven duidt. Duitschland zaJ zij liet ook met veel tegenzin I de oppermacht van Frankrijk in Marokko erkennen, maar nu doet men in Berlijn z'n best, om die op permacht zooveel mogelijk te beknot ten en moeilijkheden in uen weg te leggen. Met toegevendheid van beide kan ten is evenwel een oplossing moge lijk. Althans voor de naaste toekomst. Op een beslist afdoende regeling valt Diet te 'nopen. I^ater zullen waar schijnlijk weer nieuwe zwarigheden opkomen. Indertijd dacht men im mers, dat de Algeciras-acte alles re gelde, en ziet nu regelt ze feitelijk niets meer 1 De papieren oorlog in de pers duurt nog voort- In een bespreking van den gespan nen politieken toestand uit het Duit sche blad de „Kölnische Zeitung" de meening, dat Frankrijk het nic-t tol het uiterste zal drijven en dat het Fransche volk zich ten slotte zal ia- ten leiden door de erkentenis, dat EEN OPMARSCH NAAR FEZ OVER BERLIJN WAT TE GE VAARLIJK IS. De van Engelsohe zijde gegeven ver zekeringen, dat het Engelsen© volk er niet aan denkt, Duitschland te be- nadee'.en ten gunste van Frankrijk, vinden in Duitschland geen geloof, daar de bedoeling der Engelsche di plomatie te algemeen bekend is. Natuurlijk. Men ziet in Engeland slechts den grooten tegenstander en- geen enkele redeneering kan dit spoken-geloof aan het wankelen bren gen 1 De redevoeringen door de Fran sche ministers en den president, ge houden ter gelegenheid van den Fran schen vlootschouw (zie vorig Over zicht). maakt in Duitschland na tuurlijk een minder aangenomen indruk. Het klinkt voor Duitsche ooren ook heel onaangenaam, dat de Fransche vloot weer krachtig is ge worden en een tegenstander kan af wachten. Zondag hielden, zooals men weet, de sociaal-democraten te Berlijn een betooging tegen den oorlog, Nu wordt EEN TEGEN-BETOOGING gemeld. De commissie van het Duitsche Ar- beidscongres dat een aantal groo te Christelijke nationale verbonden van werklieden, beambten in parti culieren dienst en staatsbeambten, in totaal 1.250.000 leden, vertegen woordigt heeft een proclamatie uit gevaardigd, waarbii de uitnoodiging der sociaal-democratie, om in geval het op een oorlog uitloopt, tot een po litieke algemeen© staking over te gaan, veroordeeld wordt. Die uitnoo diging moet toch in het buitenland den indruk maken, alsof de weer kracht van de Duitsche natie in geval vai oorlog verminderd is. De Christe lijke arbeiders zullen IN DE URE DES GEVAARS DE EER VAN HET VADERLAND VERDEDIGEN, zoo wordt in de proclamatie ge- Stadsnieuws Rubriek voor Vragen Geabonneerden hebben bet voorrecht, vragen op versohillend gebied, mils voor beantwoording vatbaar, in te zenden bij de Redactie van Haarlem's Dagblad, Groote Houtstraat 53. Alle antwoorden worden gein-el kosteloos reven eu zoo spoedig mogelijk. kan vragen, die niet volledig naam en woonplaats van den inzender vermelden Wordt goen aandacht geschonken. VRAAG: MeVrouw heeft mij met 1 September opgezegd, maar zij ging met 23 Augustus de stad uit en be taalde mij tot 28 Augustus. Moet ik daarmee genoegen nemen? ANTWOORD: Als mevrouw u met 1 September heeft opgezegd, moet zij het loon betalen tot 1 September en het kostgeld van 23 Augustus af. VRAAG: Heeft mijn mevrouw, die mij voor dag en nacht gehuurd heeft, het hecht tot mij te zeggein, dat ik maar thuis moet gaan slapen? ANTWOORD: Het recht heeft me vrouw niet. Wij meenen, dat rij in dat geval vergoeding moet geven, om u thuis te kunnen laten slapen. VRAAG: Waar kan ik den naam van een huiseigenaar te weten ko men? ANTWOORD: Wend u tot het kan- too'r van het Kadaster op de Nieuwe Gracht. VRAAG: Hoe maakt men theevlek- ken weg? ANTW OORD: Met warm bleekwa- ter en wijnsteenzuuroplossihg. VRAAG: Hoe kan ik inktvlekken wegmaken uit een schrijfbureau en uit een karpet? ANTWOORD: Met zuringzout. VRAAG: Wauneer komt de „Sindo- ro" van den Rotterd. Lloyd te Rotter dam aan? ANTW OORD: Die is Maandag reed* aangekomen. VRAAG: Waar kan ik Inlichtingen, verkrijgen over de Ahgelicaansch© kerk? ANTWOORD: Wend u lot een dor drie geestelijken in Nederland. Hun namen zijn Mr. James Chambers, Amsterdam, Mr. H. Patford, B. A. te 's-Graven'nage eh Mr. H. Coryton te Rotterdam. VRAAG: Is Iemand, die begin Au gustus 3 gestoffeerde kamer met pen sion huurde, maar die niet bc-trok- keu heeft, verplicht tot schadevcrg-Hi ding? ANTWOORD: Ja. Meestal wordt als schadevergoeding gegeven één maand kamerhuur. VRAAG: Een broer heeft, na va ders overlijden, den boedel gehouden, omdat vader bij hem inwoonde. Er is geen testament en de andere kin deren kunnen onder eede verklaren, dat het niet de bedoeling van vader was, dat de «©on het goed behield. Wat is daaraan te doen* ANTW OORD: Wend u tot den kan tonrechter, om boedelscheiding te vragefn. De kantonrechter is meestal des middags na half 2 te spreken. VRAAG: Hoe is 't adres van het Machinisten- en stokersblad? ANTWOORD: Dat blad kennen wij niet. Hoe luidt de titel precies? VRAAG: Is de Hortus botanicus te Amsterdam op Zondag geopend? ANTWOORD: Ja. VRAAG: Wat beteek ent de Haar lemsche wapenspreuk; „Vicit vim virtus". ANTW OORD: De deugd overwint geweld. VRAAG: Moet een verzoek aan eon Minister op gezegeld papier gesteld worden? ANTWOORD: Ja. VRAAG: Mag oen dienstbode zoo maar uit haar dienst loopen en haar meesteres belasteren? ANTW OORD: Neen, dat mag zeker niet. Maar aan het wegloopen is wei nig te doen, daar men in den regel geen verhaal heeft. Wat het belaste ren betreft, kunt u een aanklacht in dienen bij don Officier van Justitie. Maar kunt u dit laatste wel afdoende bewijzen? Anders baat 't u weinig. Uit de Omstreken BLOEMENDAAL. RAADSVERGADERING. Dinsdagmiddag te uur vergader de de Raad dezer gemeente. Aangevangen werd met de instal latie van de herkozen en nieuw ge kozen leden de hoeren Bispinck, Kool hoven, Teding van Berkhout, V«.a Stolk, Van der Vliet en De Roo vso Aidewereid. De VOORZITTER wen sch te de he<- ren geluk. Een uitbreiding van een gemeenteraad heeft iets opwekkends want het wilzeggen, dot het zielen tal der gemeente is vermeerderd. Vergelijkt men den Jegenwoordgen toestand van Bloeiuendaal met dien van voor tien jaar, dan is ook voor uitgang to constatoeren. Spreker hoopte, dat deze bloei lxj- stendigd mag worden, en dat de raadsleden daartoe zullen mogen me- Na voorlezing en goedkeuring der notulen werd gestemd voor de be noeming van een wethouder, wegens periodieke aftreding van den heer \V. F. van Hooff. Uitgebracht werden 11 stemmen, waarvan 10 op deu heet Van Hooff. De heer VAN HOOFF nam de her benoeming aan, onder dankbetuiging -.oor het in hem gestelde vertrouwen. De VOORZITTER wenschte den heer Van Hooff geluk. Tot lid der commissie voor de straf- FEUiLLHiON Bewerkt naar het Engelsch. 15) Ik was nog maar even buiten Rie- finsdorf, toen mijn sledo plotseling stilstond. Vatbaar als mijn geest op dit oogenblik was voor phantasién van een dramatischen en avontuurlij ken aard, verwachtte ik niet anders of ik zou een bende struikroovers zien tot de tanden gewapend, dlc ons den weg betwistten en onmiddellijke on derwerping vroegen. Wat ik werkelijk zag, was een jonge dame. die mid den op den weg stond en een enorm lüiigo toboggan, die er heel zwaar uit zag en ons precies in den weg stond. De jonge dame, die er zeer bekoor lijk uitzag en precies zoo gekleed \yas als mijn gezellin van dien morgen, 'kreeg een zeer yroolijk© uitdrukking in haar oogen, toen zij mij gewaar fcerd. Het was de dochter van den Groothertog, Prinses Mathilde. O. Mr. Saunders, riep zij uit. is u dat Ik heb alle reden om dat te ge- ïooven, antwoordde ik. terwijl ik uit mijn slede sprong. Kan ik, u op eeni- gerlei wijze assisteeren Misschien wel. antwoordde zij nadenkend. Waar gaat u heen Ik ben uitgegaan om een ritje te doen. Dat merk ik Naar Heldersburg. voegde ik er bij. O. Ik wou, dat u met ons ging bob-sleighen. Ik ben bang, dat ik van die sport nog niets terecht zou brengen. Dat doet er in 't minst niets toe. Max en twee vrienden zullen dadelijk hier zijn. Ik stuur en Max remt, en alles wat u te doen heeft, is achter mij te zitten en iets over te hangen als wij aan de hoeken komen. Het is werkelijk heel prachtig. Het klinkt verrukkelijk. Ongeluk kig echter heb ik een boodschap van den Koning over te brengen naai- Hel dersburg. Kan de koetsier dat niet voor u doen Breng mij alstublieft niet in ver leiding, antwoordde ik. Het idéé van bob-sleighen bekoort mij 'ontzettend, maar plicht is plicht en ik heb niet el- ken dag de eer om den boodschapper van den Koning te zijn. U zou ten minste een tocht met ons kunnen doen, drong de Prinses aan. Haar aandringen was vleiend, maar ik had mijn zending heel ernstig opgfenomen en was besloten om mi] niét door de stem van een sirene van mijn pad van plicht af te laten bren gen, hoe coed die verleidende stem ook bedoeld was. Ik vrees van niet, antwoordde Ik vol spijt mijn hoofd schuddend. Ik zou bob-sleighen niet half zoo prettig vinden als ik nog niet meer op mijn eer gesteld was. Maar hoe komt het dat u hier den open weg barricadeert met deze groote machine. Wij zijn juist van Weissheim af gekomen, verklaarde zij. Wij wachten hier op een paard, om deze oude „bob" naar een andere baan te laten brengen. Omdat het paard nog niet gearriveerd is, houden Max en zijn vrienden zich intusschen bezig met skiloopen langs de sneeuwhellingen U heeft er toch zeker niets legen, dat ik den „ouden bob"' uit den weg zet. is 't wel Dat zal mij hevig boleedigen, luidde lachend het antwoord. Ik vind het heelemaal niet aardig van u, dat u zich niet bij ons aansluit. Denk er nog ecn9 goed over en laat de koetsier uw onnoozele boodschap naar Hel dersburg brengen. U ls een echte dochter van Eva en een ondeugende verleidster, ant woordde ik. En omdat ik een zoon van Adam ben en een zwak man, wil lk het niet wagen er langer over te spre ken, en de bobsleigh vierkant opne mend. wist ik hom met Inspanning van allo krachten ter zijde van den weg neer te zetten. Denk er om, dat ik mij door u zeer beleedigd voel, hield de Prinses vol. En lk door u. antwoordde lk. Ik genoot juist zoo van mijn tocht tot u mijn slede plotseling tot staan bracht en mij met uw voorstel van bob- sleighen stoorde, en mijn muts afne mend stapte ik weer in mijn slede en verzocht den koetsier door to rijden. Ik sloeg de Prinses gade, hoe zij ondeugend een handvol snoeuw op raapte om mij na te gooien maar sneeuwballen zijn niet gemakkelijk te maken al3 de temperatuur onder nul staat en niets dan een onschuldige, pooderachtige witte wolk was het re sultaat van haar ondeugende pogin gen. Wat een jolig meisje I dacht ik. Zoo natuurlijk en zonder gemaaktheid Zoo verrukkelijk vrij van doium© ver legenheid en nog dommer trots op haar positie 1 En terwijl de bellen rin kelden, de bochten in den weg telkens schooner winterlandschap deed aan schouwen, dacht ik met genoegen na over de bekoorlijke trekken, physiek zoowel als psychisch van deze door de zon gebruinde Schattenberg, die zoo veel van sport hield. Ik zag aanko men, dat ik haar tijdens mijn verblijf te Wolsshelm veel ontmoeten zou. Na de onaangename atmospheer van som ber getwist, van weloverdachte intri gue en allerlei plannen daartegen over, waarvan hot Brun-varad door trokken was, had luiar vroolijke» on-1 nadende aanwezigheid al het verfris- scbende van de heldere, lichte berg lucht. Ik begon zelfs langzamerhand te philosofeeren en vroeg mij af waar om de Natuur intrigueerende, zelf zuchtige vaders zou begiftigen met verrukkeli'k mooie, niet gemaakte dochters, die vol waren van vrije, na tuurlijke, onschuldige levensvreugde ene die niet in staat waren tot een kwade gedachte of een onvriendelijke daad. Helaas, moet aan zacht gestemde overwegingen ook weer een einde ko men, en de mijne werden ruw onder broken door een tweede stoppen van de koninklijke slede. Bij deze gelegenheid zouden mijn eerste romantisch© verwachtingen rdet zoo slecht geplaatst zijn geweest, want de weg was versperd door oen dozijn soldaten van de lijfwacht. Met skis aan de voeten en met geweren gewapend waren zij in een rechte, dreigende lijn midden over den weg opgesteld. Hun uniform was van don ker green met zwarte tressenzij droegen hooge, witte beenbekleedsels en op bun hooiden scharlaken roode mutsen. Het waren knappe, flinke mannen, sterk door de zou verbrand en zeer schilderachtig in hun eigen aardige uniformen. Een hunner, een sergeant, blies op een fluitje. Wat is er vroeg ik aan mijn reed gebaarden koetsier. Hij zegt, dat wij niet voort moe ten gaan. Excellentie. Waarom niet vroeg ik. Ik kreeg niet meer opheldering dan verschaft kon worden door het optrek ken van ziin kolossaal breede schou ders. Plotseling ontdekte ik aan mijn rechter hand een ander gezelschap van een half dozijn mannen, die ski- loopende langs de helling op ons af kwamen. Zij naderden ons heel snel en kwamen Juist op ons af. Juist toen ik mij verbeeldde, dat een botsing on vermijdelijk zou zijn, weken zij terzij de af en sprongen op den weg vlak vóór de koppen van onze paarden. Een officier, dien ik nu als Max her kende, kwam naderbij. Hij zag er heel goed uit in zijn moeien uniform en het snelle gaan door d© fiinkoude lucht had «en bloe op zijn bleek© wangen te voorschijn geroepen. Waarom-worden wij tegengehou den begon ik. Wij voeren belangrijk© manoeu vres uit, luidde lie; antwoord wat verder op den weg hebben wij ©enig© peppen neergezet en nu vuren wil daarop over den afgrond heen. Hol spijt mij uw rit te moeten verhinde ren .maar ik kan u niet toestaan veri der te gaan. het zou niet veilig zijn. Ik ga naar Heldersburg met eert boodschap van den Koning. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5