VORST EN VRIENDSCHAP
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
^s»e Jaargang. no. 8634
Verschijnt dagetiJKs, Dehalve op Zon- en Feestdagen. DONDERDAG 7 SEPTEMBER toil E
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIÊN:
PER DRIE MAANDEN: SwlL 3?/|F Van 15 regels 50 Cts.; tedere regel meer 10 Cts. Builen het Arrondissement
Voor Haarlemƒ1.20 N* '7^.3 Haarlem van 15 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)'-30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing:
Pranco per post door Nederland1-65 {jpy JT wfg 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant
Geïllustreerd ZondTgsblad, "voor Haarlem* 1 I 1 1 a37H L Redactie ea Administratie: Groote Houtslraat 53.
de omstreken en franco per post ,0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Admiaistratie724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoegstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
T\\ LEDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 1405
Zwitssrsche Herinneringen.
L
Menschen die een zomcrreisje ge
maakt hebben, kunnen niet nalaten
aan vrienden en kennissen van hunne
ervaringen te vertellen en vergeten
dan wel eens. zich af te vragen of die
wel belang stellen in beschrijvingen
van een natuur, die z ij niet gezien en
van kleine gebeurtenissen, die zij
niet meegemaakt hebben. Wanneer ik
een en ander ga meedeelen over een
reisje in Zwitserland, vraag ik mij
dan ook af. of dat inderdaad voor an
deren belangwekkend kan zijn. Vroe
ger lieten de menschen als zij elkan
der bezochten en het gesprek begon
te haperen, hun portret-album zien
hoeveel belangstelling is er toen niet
gehuicheld in de gezichten van oom
Piet en tante Jeannette, die den bezoe
ker toch hoogst onverschillig moesten
laten
Als ik. ,in weerwil van die waar
schuwende teekenon, het waag om
voor eigen ervaringen belangstelling
te vragen, dan wil ik, bij voorbaat, be
ginnen met een artikeltje over een
manier van reizen, zooals w ij die in
Zwitserland niet gevolgd hebben. On
ze gang voorde over begane wegen en
daarbuiten traden wij niet. Meestal j
zelfs sleepten paarden en niet eigen1
voeten ons tegen de hoogten op
hoeveel minder nog hebben we ons ge
waagd in do gevaarlijke bergbestij
gingen, waarbij de reiziger afhangt
van zijn gids voor de eene helft, van
zijn touw en pikhouweel voor de an
dere helft. En juist daarover vind ik
in een En^elsch tijdschrift een artikel
waaruit ik een en ander hier ontlee-
nen wil.
Het gevaarlijkste werk ter wereld,
noemt George D. Abraham, lid van
verschillende Alpenclubs, zijn beschou
wing en hij bedoelt daarmee het
werk van den berggids. Die is geen
gewoon man. Zijn brood verdient hij
door de Natuur te tarten in haar ge
vaarlijkste stemming en den dood on
der de oosren te zien in de vreeselijk-
ste omgeving. Een ijsbijl en een sterk
touw vormen zijn wapens en zonder
dat laatste zou de helft van de berg
beklimmers, die zich aan hem toever
trouwen, den vlakken grond niet le
vend terugzien. Voor oen som van vijf
tig gulden elk binden twee gidsen
zich vas' aan c'ken liefhebberen trek
ken hem den Matter horn op en weer
af.
De plaats waar de wieg van de
meest bekende gidsen heeft gestaan,
St. Nicholas bij Zerinatt, verheugt zich
ii de trotse'..e reputatie, dat niemand
hunner ooit uit de bergen terugkeert
zonder ziin „heer". Weliswaar keert
soms niemand hunner lovend weer en
het schijnt te zijn voorgekomen, dat
toen oen van de gidsen met den klim-
jrËÜÏLLbTÖN^
Bewerkt naar het Engelsch.
Max bleef een oogenblik zwijgend
staan.
Wees dan zoo vriendelijk mij dat
te laten zien, zei hij eindelijk.
Het is een mondelinge bood
schap, antwoordde ik.
Hooft u geen goschroven order,
die uw reis rechtvaardigt?
Ik heb niets dan mijn woerd.
Dat spijt mij zeer, zei de jonge
prins geeuwend, maar mijn orders
zijn positief. ij mogen vunmidaug
geen rijtuieen of passagiers langs den
Heldersburgschen weg doorlaten. Als
u een geschreven permissie van Zijne
Majesteit had. zou ik natuurlijk toe
geven.
Zijn toon was merkbaar onoprecht
en ik begon het ©en lastig geval te
vinden.
Worden die manoeuvres op bevel
van Zijno Majesteit gehouden vroeg
Ik.
Zeker, antwoordde Max sarcas
tisch, ik kan niet over mijn recht tot
optreden discussieeren met iedereen.
mer in den afgrond was gestort, d©
tweede gids in de bergen bleef, om een
zekeren dood door bevriezing te on
dergaan.
Voor den gids ligt het levensgevaar
minder in de gevaren van de bestij
ging zelf, dan in de manier waarop de
klimmer zich gedraagt. Menigeen kan
maar niet leeren, dat op gevaarlijke
plaatsen maar één van het gezelschap
tegelijk klimmen mag. Als de gids
voorgaat op een bijna rechtstandigen
rotswand, waar hij nauwelijks een
steunpunt voor hand en voet vinden
kan, is de geringste beweging aan het
touw, waarmee hij aan de anderen
vastzit, voldoende om hem zijn even
wicht te doen verliezen. Nog in het
vorige jaar verliet op den Gross
Glockner een Duitsche bergbostij
ger zijn plaats, vóórdat de gids hoo-
gerop een veilig standpunt gevonden
had. Beiden kwamen om.
Een ander gevaar voor den Alpengids
is de onzekerheid van de weersge
steldheid op de bergen. Wanneer een
hevige storm opsteekt en alles weg
doezelt in een mist van rondvliegen
de sneeuw wordt de weg over de uit
gestrekte velden der eeuwige sneeuw
licht verloren. Wel hem, die in zulke
oogenblikken een geoefenden en ver
trouwbaren gids bezit, zooals bijvoor
beeld de bekende Michael Anderegg,
de held van menigen gevaarlijken
klimtoer, maar die alle gevaren heeft
overleefd en nu in zijn 83ste rustig in
Meiringen woont.
Van kaart of kompas maakt de Al
pengids geen gebruik, zelfs versmaadt
hij die en vertrouwt geheel op zijn
opmerkingsinstiuct, dat soms wel de
knobhel van plaatselijke kennis ge
noemd is. Het geringste spoor van
voorgangers merkt hij op en de schrij
ver herinnert zich een beklimming
van den Riffelhorn, waarbij de zeer
jonge gids totaal de kluts kwijt raak
te, totdat hij op een gevaarlijke plek
een jasknoop vond, daaruit opmaak
te, dat een gebaande weg was gevon
den en de reizigers toen ook zonder
aarzelen naar den top van den berg
bracht.
Maar de ware gidsen zijn van be
ter gehalte. George Abraham weet te
vertellen van een beklimming van den
Matterhorn met de twee vermaarde
gidsen uit Zermatt, Josef en Adolf
Schalier. Een storm uit het Noorden
overviel hen. .toen zij stonden op een
smailen richel, vierduizend voet bo-
van den afgrond. IJs en sneeuw woei
en om hun hoofd, spreken was onmo
gelijk, daar de brullende storm elk
ander geluid overstemde. Langs een
van de daar aangebrachte vaste tou-
weR klom de voorste gids omhoog,
maar plotseling bezweek dat touw on
der zijn gewicht en stortte hij naar
beneden. De andere Schalier en de
klimmer drukten zich instinctmatig
vast tegen elkander aan. niet anders
denkende of zij zouden door den val
lende worden meegesleurd, maar het
touw bleef om een uitstekende rots
punt haken. Weer klom de leider met
moeite naar boven, na een snaaksche
die verkiest dezen weg langs te ko
men. U moet teruggaan, waarde
vriend, en als de zaak zoo bijzonder
veel haast heeft, haal dan uw ge
schreven ^ermissie bij den Koning en
probeer het weer.
Misschien kan ik Zijne Majesteit
zoo gauw niet vinden, bracht ik hier
tegen in.
Max lachte.
Misschien niet, zei hij. want als
ik goed ben ingelicht, dan is hij met
een gezelschap skiloopers over het
Nonnenmeer naar de lagere hellingen
van de Klanigberg gegaan.
Ik had de grootste moeite om mijn
geduld niet te verliezen.
Hoor eens hier. Prins, zei ik. Ik
kan u niet zeggen, wat mijn bood
schap is, maa nk geef u mijn woord
van eer, dat zij belangrijk is. Als de
Koning hoort, dat ik ben tegengehou
den, zal hii heel boos zijn.
En als mijn vader hoort, dat Ik
mijn instructies heb verwaarloosd en
u heb laten doorgaan, dan zal h ij
heel boos zijn. Ik durf eerder de woe
de van den Koning dan van mijn va
der riskeeren. Neen. man, het geeft u
r.iets. Het is beter u in het onvermijde
lijke te schikken en terug te gaan,
dan door de beste schutters uit Grim-
land bedreigd te worden.
Ik keek naar de groep soldaten, die
den weg versperden. Zij hielden hun
geweren dreigend vast, en hun boos
aardig grinnikende aangezichten sche-
beweging met het hoofd naar den
gapenden afgrond. Steeds moeilijker
werd de bestijging. Op een oogenblik
stc-nd de zware leider op George Abra
hams' schouder en daarna zelfs op
zijn hoofd, wat wegens de zware
schoenen met spijkers beslagen een
twijfelachtig genoegen is. Zoo vond
Josef Schalier een beter steunpunt en
trok zichzelf en daarna de anderen op.
Gidsen, wien het vooral om geld te
verdienen te doen Is, zoeken hun ar
beidsveld in Chamonix. Daar zijn de
gevaarlijkste pieken, de Dent du Re-
quin en de Aiguille du petit Dru
maar vooral de Grépon voor zulke
bestijgingen vraagt de gids twaalf
pond sterling per hoofd 144). De twee
families Ravanel en Simond zijn we
reldberoemd als gidsen op deze steile
pieken, waar uren lang één verkeerde
stap den dood meebrengt. Er zijn bij
voorbeeld op den Dru plaatsen, waar
een vallend lichaam over een hoogte
van 3000 voet niets zou ontmoeten.
Toch is er op die pieken nog geen on
geluk met doodelijken afloop voorge
komen en evenmin is één vergunning
der regeering om als gids te mogen
dienen, ooit wegens tekortkomingen
ingetrokken moeten worden. Een
noodlottig ongeluk tengevolge van
onvoorzichtigheid zou zeker ten gevol
ge hebben, dat een gids van de lijst
werd geschrapt.
En gebeurt er een ongeluk, dan zijn
het de gidsen, die te hulp worden ge
roepen om assistentie te verleenen
aan wie daar buiten het bereik van
menschelijke hulp gekomen zijn. Dat
is het gevaarlijkste en meest schrik
wekkende deel van hun werk en toch
zijn ze altijd daartoe bereid, hoewel
de meeste verongelukten onbezonnen
jonge menschen zijn, die zonder gids
de bergen zijn opgegaan. Op den
Mont Blanc bijvoorbeeld gapen die
pe spleten, die als 't ware de slacht
offers verwachten en dan ook elk jaar
er eenige verslinden. Sommigen wor
den er, zij het ook dood, uit opge
haald, anderen worden jaren later te
ruggevonden aan het einde van de
gletschers maar de meesten ziet
niemand ooit terug. Bij zulke gelegen
heden worden de gidsen aan touwen
in de ijsellike diepten neergelaten en
wanneer zij de lijken hebben gevon
den. begint de droeve en moeilijke
tocht over de sneeuwvelden naar Cha
monix.
De lust naar wintersport heeft het
gevaar van het beroep van deu gids
niet weinig vermeerderd. Mannen en
vrouwen, die zelfs in de mooiste zo
merdagen niet tegen een bestijging op
gewassen zouden zijn. troiseeren het
gevaar in den winter en de ongeluk
ken blijven ook niet uitalleen in Ja
nuari kwamen er 13 voor, waarvan
3 met doodelijken afloop.
Het gewin heeft zijn aantrekkelijk
heid, maar wel groot is de donkere
wolk, waarvan het de gouden rand is.
J. C. P.
nen in miin verbeelding permissie te
vragen om ons met kogels te bombar-
dceren. Miin koetsier zal stijf rechtop
o pden bok, maar ik merkte op, dat
zijn vingers zenuwachtig met de teu
gels speelden alsof hij inwendig al
heel slecht op zijn gemak was.
lleel goed, zei ik zoo kalm als
mij mogelijk was, ik schik mij in het
onvermijdelijke. Koetsier, keer om en
rijd naar W'eissheim terug.
Aan het bevel werd gehoorzaamd
met een vlugheid, die van groote ver
lichting sprak, ik zag in gedachte het
bleek©, grinnikende gelaat van Max,
van een half dozijn geweerloopen, die
zoogenaamd in gekheid, maar toch
veel spijt tegen ons werden opgehe
ven, en miin slede verdween snel in
de richting tegenovergesteld aan dio
van Heldersburg. Ik was boos. teleur
gesteld, en geen klein beetje verne
derd. Na do vleiende wijze, waarop
ik voor deze zending was uitgekozen,
was het des te hinderlijker om op
zoo onverantwoordelijke wijze in mijn
plannen vedvvarsbooind te worden.
Zonder twijfel wisten de Schatten-
bergs alles omtrent het vertrek van
de Koningin en waren z ij besloten,
voor zoover zij daartoe bij machte wa
ren. den breuk te laten voortbestaan.
Maar wat beteekende dan dio invita
tie van de Prinses om mee te gaan
met de bob-sleigh Speelde zij ook al
haar rol In de revolutlonnaire en zelf
zuchtige nlnnnen van Groothertog
Duitenlandsch Overzicht
De twisten tusschen Frankrijk en
Dultscbiand over Marokko.
Namens de Duitsche regeering is
een communiqué aan de pers gezon
den, waarin gezegd wordt, dat de on
derhandelingen tusschen Frankrijk en
Duitschland over de Marokko-quaes-
tie, zullen worden voortgezet met
MINDER MOEILIJKHEDEN
dan voor de onderbreking."
't Bericht is wel vaag, maar toch
geeft 't eenige aanduiding in de duis
ternis.
Ook in enkele toonaangevende Duit-
schetbladen wordt voorgezegd, dat de
kansen op een vriendschappelijke re
geling der geschillen gestegen zijn.
Als basis der overeenkomst wordt
waarschijnlijk geachta 1 e eheel e
afstand van politieke be
doelingen van Duitse h-
land in Marokko op voor
waarde van de economi
sche „open deur" en af
stand door Frankrijk aan
Duitschland van belang-
rijke gedeelten van equa
tor i a a 1-A f r i k a.
't Communique der Duitsche regee
ring wordt door de pers druk bespro
ken.
Enkele persstemmen volgen hier
't Berliner Tageblatt schrijft'.
„Do eenvoudigste logische overweging
zegt., dat achter deze wat terughou
dende verklaring meer is te zoeken,
dan het eenvoudige streven de heer-
schende zenuwachtigheid te kalmee-
reu. Een verdere voortgang kan
sltchts beteekenen, dat een groot deel
der wrijvingen en hinderpalen, die
den loop der besprekingen voor de
pauze remden, nu uit den weg zijn ge
ruimd. Daarom ligt ook de verkla
ring, dat de nieuwe schriftelijke voor
waarden, die de Fransche regeering
deed overhandigen, den grond voor
een entente geëffend hebben en dat
van een enkel „neen" van Duitsche
zijde niet mee rgesproken kan wor
den."
Do Börsencourier betoogt
„Dil. is een zeer voorzichtige en terug
houdende beoordeeling der positie,
maar hel versterkt toch de meenmg
van alle beaadigden, dat men op een
oplossing ban rekenen en dat voor de
pessimistische opvatting van de poli
tieke verhoudingen hoegenaamd geen
grond aanwezig is."
Andere bladen zijn minder optimis
tisch. De Berliner Morgen-
post vraagt „Nu zal het wel vlot
ter gaan. Maar wat zal de graad dier
vlotheid zün En zal de weg tot het
einddoel zoo blijven Of zijn er ten
slotle toch nog leelijke dingen te wach
ten De diplomaten weten het alleen
en wij moeten wachten, zooals we tot
heden gewacht hebben."
De Vorwarts oordeelt „Niets-
zeggender kan men nauwelijks beden
ken I"
DeDeutscheTageszeitung
is ook al heel slecht te spreken, maar
op andere gronden, luister
„Mocht de Duitsche regeering tot
ernstige besluiten gedwongen worden,
omdat zij niet over zekere grenzen
heen kan gaan, zoo kan zij overtuigd
zijn
ALLE NAÏIONAAL-VOELENDE
KRINGEN
van het volk, zonder verschil van
partij, achter zich te hebben. Drijft zij
evenwel haar toegevendheid te veren
verwekt zij den schijn of zij voor de
intrigues en intimidaties terug is ge
weken. dan zou zij 's volks vertrouwen
geheel verliezen."
Frits? Was haar poging om mij van
mijn plicht af te houden enkel toeval
of het resultaat van bepaalde instruc
ties van haar eerzuchtigen avder En
toch was het rnij niet mogelijk boos
op haar te zijn. Als zij enkel de ver
langens van den Groothertog had uit
gevoerd, dan was het duidelijk, dat de
zol, die zij speelde, er een was, die
inet haar eigen neigingen overeen
kwam dat haar gedrag minder een
weloVerdachte comedie dan wel een
oordeelkundig aannemen van haar
natuurlijken aanleg om aan deeischen
van haars vaders politiek te voldoen.
Hoe dit zii, zij was een bekoorlijk
mei9je, en ik voelde, dat zij en ik,
hoe onze rollen dan ook met elkaar in
strijd mochten zijn, ze zouden spelen
op een goedhartige wijze, met fijn
gevoel en met een sterke neiging voor
het humoristische, in glimlachte in
weerwil van mijzelf, toen ik dacht aan
haar pogingen om mij met sneeuw
ballen te gooien, en toen ik mij daar
na weer het grinnikend gelaat van
Max herinnerde en zijn onhebbelijke
manieren, fronste Ui ket voorhoofd
weer en ik vreesde, dat ik vloekte.
—Koetsier, riep ik, toen wij uit het
dennenboech in den omtrek van Rie-
finsdorf gekomen waren, is er nog
een andere weg naar Heldersburg
Uw Excellentie zou over de heu
vels op skis kuuneu gaan.
Ik ken niets van skiloopen. Is er
geen ander Dad
Deze aanmaning riekt weer naar een
oorlogsbedreiging.
De Fransche pers is, ten opzichte
van 't Duitsche communiqué nog al te
rughoudend.
Het Journal des Débats
raadt de openbare meening aan. niet
al te optimistisch te zijn met betrek
king tot een snel en bevredigend ver
loop der onderhandelingen. Voor over
dreven optimisme bestaat even weinig
reden als voor het pessimisme van
eenige weken geleden. Al wat wij ze
ker weten. is. dat Duitschland FTank-
rijk's voorstellen kent. maar aangaan
de Duitschland's antwoord op die
voorstellen kunnen wij niets anders
doen dan gissen. Daar is dus voor het
oogenblik evenmin reden tot optimis
me als tot pessimisme en het parool
is „kalm afwachten".
Kalrn afwachten
Deden de menschen dit maar. He
laas herhaaldelijk komen er feiten
aan 't licht, die op een
ZEER ZENUWACHTIG
ONGEDULD
wijzen af en toe denkt men zelfs aan
nog erger dingen. De Berlijnsche
beurs onderging, tengevolge van enke
le oorlogsgeruchten, belangrijke
schommelingen.
Ir. een der kleinere steden werd
zelfs een run op een spaarbank ge
daan, omdat de spaarders gehoord
hadden, dat de spaarbankgelden door
't rijk opgeëischt zouden worden, om
oorlog te voeren.
Ook sommige redacteurs worden
door de sensatie-koorts bevangen, 't
Duitsche blad de Post bracht met
vette letters 't bericht, dat Duitsch
land de voorstellen van Frankrijk
geweigerd had. 't Bericht was ge
komen van een persoon, die t uit den
mond van een hoog staatsambtenaar
gehoord had.
Dadelijk heeft de Duitsche regeering
't bericht evenwel tegengesproken, 't
Was dan ook heel onwaarschijnlijk.
Dinsdag is 't hoop-gevend communi
qué verspreid. Woensdag waren er
geen onderhandelingen, zoodat er
geen enkele reden was. om reeds
thans aan een mislukking te gelooven
De Rijkskansolier heeft een onder
houd gehad met Keizer Wilhelm. He
denmorgen zullen de Rijkskanselier en
de Duitsche minister van buiteniand-
sche zaken confereeren en daarna
worden de onderhandelingen met deu
Franschen gezant voortgezet.
De Duitsche onderhandelaar heeft
dan wellicht
NIEUWE OPDRACHTEN
ontvangen.
Hoe 't dan zal gaan
Gisteravond werd nog uit Berlijn
geseind Het optimisme in de pers,
tengevolge van de officieuse mededee-
ling, die een spoedige oplossing dee<l
voorzien, vindt geen weerklank in
sommige politieke en financieele krin
gen, waarin de meening heerscht, dat
die nota. afkomstig van de Berlijn
sche Kanselarij, uitsluitend ten doel
heeft voor het oogenblik de Duitsche
beurs gerust te stellen, in bedoelde
kringen gelooft men nog steeds aan
EEN MOGELIJKE MISLUKKING
VAN DE ONDERHANDELINGEN.
De miisciis vloot.
't Resultaat der Fransche vlootre
vue en de daarbij gehouden ministe-
rieele redevoeringen, geven heel wat
stof tot schrijven.
De Franscne minister van Marine,
Delcassé, heeft te Toulon aan journa
listen bevestigd, dat hij niet een pa
rade. maar
EEN NATIONALE MANIFESTATIE
TER ZEE
Er is nog een ander pad door hel
bosch de Bosch-promenade.
Dan zal ik dat nemen, zei ik.
Waar begint dat pad?
Eenige henderde meiers terug be
gint het bij dezen weg. Er staat een
wegwijzer en uw Excellentie kan moei
lijk verdwalen, toch zou ik u vol res
pect aanraden met mij naar Weiss-
heim terug te rijden.
Waarom
Omdat er op de Bosch-promenade
even goed als np den weg een deta
chement soldaten zal staan te wach
ten en onze soldaten zijn niet de ge
duldigste menschen ter wereld.
Dat doet er niets toe, ik zal de
poging wagen, zei ik. Zijne Majesteit
beschouwt mij als iemand, die voor
het geluk geboren is en ik zal mij
die reputatie waardig maken.
Met die woorden stapte ik uit de
slede, en verzocht den koetsier naar
het Brun-varad terug te rijden en
ging den weg, dien ik juist langs ge
komen w as. terug naar het begin van
de Bosch-promenade. Het pad, dal da
delijk sterk steeg, liep tot in het hart
van de denncnbosscheu, maar ik was
rauwelijks honderd meters ver ge
gaan, toen ik besloot even te rusten.
Een bank stond uitnoodigend ter zijde
van het pad, en ik maakte er gebruik
van, niet uit verlangen om te rusten,
maar alleen om eens kalm te kunnen
nadenken. Om voort te gaan zou zoo
goed als zeker een mislukking en
in den zin heeft gehad. „Wanneer ik
thans bevel tot de uitreis geef al
dus de minister zouden, een kwar
tier later alle gevechtsposities geno
men zijn". Over de bemanning van de
schepen van het type-Danton, ver
klaarde Deloassé„Dagen gei den
ontbraken nog 300 man aan boord van
elk dezer eenheden. Thans komen er
nog maar 54 te kort. Ik had alle een
heden van het type „Danton" hier
kunnen vertoonen. maar ik wilde niet
het voorbeeld van Duitschland vol
gen, dat aan de vlootrevue van Kiel
„Dreadnoughts" laat deelnemen, die
nog niet eens hun proeftochten maak
ten". Vrij sceptisch liet de minister
zich over het derde Fransche eskader
uit. „Ja. het is waar, dat ons derde es
kader niet op do hoogte van zijn tijd
is, maar het deelt dit lot met het derde
eskader van de mariniers der andere
staten, en per slot van rekening blijft
toch de hoofdzaak, dat zich op de
oude schenen geschut bevindt, dat
een bevredigende trefzekerheid be
zit"
Ook hoopte de minister, dat de
natie
GEGROND VERTROUWEN IN
HAAR STRIJDMACHT
ter zee zal schenken.
Thans is ook de volledige tekst van
de tafelrede van den minister be
kend. Hij zei o. a.
„De Fransche marine, die de oogen
gevestigd houdt op de driekleur en
het welzijn van het vaderland, en die
zich aan een strenge discipline niet
vreugde onderwerpt, begrijpende, dat
dit haar eer en haar kracht, is, heeft
■slechts één wensch, namelijk, dat
elke dag haar een schrede voor
waarts brengt in geoefendheid en be
kwaamheid, en slechts één begeerte,
nameb'k om volkomen en ten volle
ieder oogenblik gereed te zijn, wan
neer Frankrijk een beroep op haar
mocht doen."
De Duitsche pers is over de rede
niet bijzonder gesticht. Do „Kreuz.
Zeitung" laat er al een pleidooi voor
de uitbreiding der Duitsche vloot op
volgen 1
De „Berl. Lok.-Anzeiger" is beter
gestemd. Het troost zijn Duitsche le
zers met de opmerking, dat de verkla
ringen van den Franschen minister
opnieuw bewijzen, dat de jarenlang
voortgezette verwaarloozing van de
Fransche marine, in 't bijzonder wat
de hoodzakelijke versterking avn de
bemanningen betreft, nog lang niet
voor een bevfedigenden stand van za
ken plaats gemaakt heeft.
De Duitsche „Morgenpost" sclirijft
naar aanleiding van Delcassé's rede
voering
Gezien de verhoogde nervositeit
aan deze en aan de andere zijde der
Vogezen, »s liet dubbel verwerpelijk,
dat de leidende staatslieden in
Frankrijk er niet voor terugdeinzen,
de stemming door
OORLOGSZUCHTIGE REDE
VOERINGEN
nog te verslechteren. Delcassé schijnt
te gelooven, dat hij nog niet. genoeg
met zijn zwaard heeft gerammeld.
Delcassé en zijn nationalistische
pers-trawanten drijven
EEN ZEER GEVAARLIJK SPEL.
Ook de „Kólnischo Zeituiig" schrijft
in dien geest. Het blad drukt de hoop
uit, „dat Frankrijk het niet tol het
uiterste zal drijven en dat het Fran
sche volk ten slotte tot hel begrip zal
komen, dat de marsch naar Fez over
Berlijn een gevaarlijke expeditie zou
kunnen worden. Dat Frankrijk Ma
rokko na het gebeurde in Egypte wil
inpalmen, neemt niemand hl
misschien nog erger beteekenen.
Een omweg te maken door Je diepe
sneeuw was totaal onmogelijk. Had
ik een paar skis bezeten, die ik ook
wist te gebruiken, dan zou ik het er op
gewaagd hebben de soldaten te vermij
den, die ongetwijfeld de hellingen der
helvels bewaakten en naar Melders
burg gegleden zijn. Ik begon juist aan
een geschikte oplossing te wanhopen,
toen mijn aandacht wer dgetrokken
door een vreemde gestalte, die mij
van de richting Riefinsdorf uit nader
de. Het was een zeer merkwaardige
gestalte ook. toen hij dicht genoeg
bijkwam, om door mij goed bekeken
ts kunnen worden. Do man - - ik ver-
oidersteide, dat het een man was
was van het hoofd tot de voeten ge
huld in een langen pelsjas, die er bui
tengewoon vuil en slordig uitzag. Op
zijn hoofd droeg hij een vuile, witte
muts, een merkwaardig ding, dat
zoo gemaakt was, dat hij liet over
zijn béeló hoofd kon trekken en or al
leen een kleine opening voor zijn
oc-gen en neus overbleef, w aardoor het
den indruk maakte van een middel-
eeuwsche helm met opgeslagen vizier.
(Wordt vervolgd).