BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAOBLAD Ï8« Jaargang. i.Vr£KDAG 7 OCTOBER !»;1 No. 8680 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAOBLAD KOST fi.20 PER 3 MAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. AD i*1 INKT PA TIB GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTTÊN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Het Rijke Natuurleven EEN MOOIE HEESTER. In een appelboomgaard, waar ons volledige volmacht .s gegeven, zijn we plotseling vergeten, dal ook de; kleine vruchten waarde hebben, wc danken er ten minste niet aan, bo© we later 'naar aoo'n roodwangig ding kannen verlangen en verwaarioozon alles, wat maar een klein plekje wormgaatje vertoont. Zoo bijna gaat het ons in den zo- mor in den bloementuin. Te midden van fijngbtinto en zoetgeurende zen vergelen we kleine lobelia's naast riddersporen en nionnikkappen, breed uithangend© stamgeraniiunis en Ivoin- dordklokHigo fuchsia's, slaan we geen oog op do toch zoo dankbaar bl< do madeliefjes en gelijk met de sterk opdringende grassperen worden ze door zeis, scliaar of machine van hun voetstuk geworpen en weggeharkt. Al weer een bewijs, dat de waarde der dingen zeer betrekkelijk i: Zuo komt het ook, dat we nu met voel mcor belangstelling kijken naar de planten, die we in heit bloementij maar als vuil ug of afsluiting bescliou wen. En ze verdienen wel een beetje genegenheid. Wat een zorg besteden we aan om zo palmen en varens, aruuea'r rozen. Geen tocht, goon stof, beste aarde en zorgvolle begieting en dan vaak neg teleurstelling. Vergelijk daarmee eens de wormig© zorg voor bovengenoemde kruiden heesters, let dan op hun bloei en hun muehlemschat en ge zult hot begrijpe lijk vinden, dat ik graag een paar bladzijden aan dito verschoppelingen wijd al was het maar alleen ter wille der rechtvaardigheid1. Een paar van hen, de Weigela's en do radij sappel Ij es of sneeuwbessen zijn nu vooral nog een Sieraad den tuin. ikj S£i'2tS kciit kü allen na een kleine signalementsopgave. Het zijn die heesters, wélke het lieele jaar door bijna prijken met tien tat twiii'tigbloemigo trossen van rose- of ï'oode trompctbloemen on d'e met hun halfviltige, halfgladdo bla deren veel worden gebruikt votfr bo vengenoemde doeleinden. Op zich zelf verdienen ze niet meer dan andere planten een afzonderlijke beschrijving, maal' hun groot© gewil ligheid, in het leveren van bloomen, vooral in hel najaar geeft hein ioLs bij zonders. Die vijfslippige kelken; ongeveer 3 cM. lang en 2 c.M. wijd, zijn in hun jeugd donkerrood gekleurd. De slip pen vormen dan oen vijfribbig muts je, dat een wonderlijken inhoud bo schermt. In dat kleine karmijnkleurig koe peltje zitten zes staafjes op do ont plooiing van het knopje te wachten De zon koestert het aan aile kanten en in dat kleine broedkasje 'is stempel do aanvoerder van het schermde zestal. In het eerst, als het knopje hog klein is, vertoouen uieeldraden en stempel nog geen neiging om vootr den dag te kómen- Buiten is n el die koesterende warm te, waarvan binnen wordt geprofi teerd en daarom doen z© maar geen moeite, maar eindelijk toch wordt het verlangen te groot en de stempel, een dik knolsje op een teer steelt je, dringt togen het mutsje, uit alle macht. llij is ook het eerst rijp en op een goeden morgen steekt er klein klov©- rjg bolletje boven de bloem uit. De zoo lang versperde uitgang is dan toch eindelijk gevonden en na «enigen tijd heeft het mutsje zoo'n groote vormverandering ondergaan, dat we het niet terug kennen. Het is in vijf breede slippen uiteen gegaan en plotseling is de geheimzin nig© diepte in het bloembokerljc voor iedCr toegankelijk De bijen vinden dat een genot en ook de diklijvige, zwaar gonzende hommels nemen een duikje en ver dwijnen in den honingkelder. Hun werk daar behoeven wij niet moer tol in bijzonderheden te beschrij ven. In heel wat artikeltjes deden wij dit reeds, maar toch, er even op wij zen kan geen kwaad. Merkwaardig is de wijze, waarop dat gonzend gedierte wordt gelokt. Bij het langevlicgcn moeten ze de bloem opmerken. De tientallen zitten dicht bijeen en hu is het aardig te zien, hoe door ver schillende nuances van dezelfde kleur pen opvallend' effect wordt bereikt. De knoppen zijn, zooals ik reeds Ki, donkerrood, de pas-geopende bloenieh zijn van buiten iets lieliter gekleurd, terwijl de binnenzijde der slippon vun licht rose tot wit varieert. Daardoor ontstaan er verseh.llende licht en donkergekleurde plekjes, die met liet wit van den stempel en het geel der meeldraden een schitterend geheel maken. Hebt ge al eens vruchtbeginsels aan uw, wdlgeJia gezien? Misse lit en wel, maar een feit ïi het. dat ze lastig zij'n te ontdekken, Als ge de bijna uitgebloeide bloem losmaakt uit de vijf groene slipjes, <iie samen den kelk vormen, blijft er slechts een groenachtig steeltje over, dat. aan één zijde eenigsans rood geklemd. Van cell vrucht is geen spoor te ontdekken, ten minste wiet bij oppervlakkige waarneming. Snijdt ge echter met eeoi fijn mesje dut steeltje in de léngte door en be- ü/ijM ge het dan door een vergroot glas, dan is het raadsel opgelost. Een heel groote hoeveelheid witte eitjes ligt daar, mooi gerangschikt, bijeen. Die kleine langwerpige dingen vallen i'n hun beseliefdenheild niet op on daar zij bij ma nooit rijp zaad le veren, voor de- najaai'sstormen ons uit don tuin verdrijven,* wordeai ze zo-ldcli opgemerkt. In dezen tijd is do weigelia nog een sieraad voor den tuin. De broeide bladeren ziju zoo fiGsch, dat ze nog aan geen najaar doen denken. Hoel voc-1 hadden ze in den zo v;aiti droogte en lm lie te lijden. Hun kracht was verminderd, zoo- dat zo slap jieerhiiigen, maar gebtro-. ken was z^nog niet en na oen paar frissche buiien zijn zo weer geheel be komen, zoodat zo nu, ais waren ze nog in. hun eerste jeugd, breed uit staan en spotten niet koude en wind. Zoo zullen ze het nog een heelon tijd uithouden en naar hun uiterlijk te oordeellen, zullen er heel wat nacht vorsten moeten samenwerken, om overwinning to behalen. Nu ia hoi neg zco ver k-w. En-keie frissche bloemtrossen hebben zich mot jeugdig© kracht ontwikkeld en die nujaarszoiiaetjes, die zij gretig op- va'ngen worden benut om tot volto ontplooiing en fijne ikleurnnaaicco ring te geraken. II. TEUSENS. Rubriek voor Vrouwen Over Gezond- en Schóowheids- loer bij do Japansche vrouw. Hot is al lang een uitgemaakte zaak, dat het heldere teint, do schit terende oogen, het slanke, buigzame IVguur ou het hoele bekoorlijke wezen der Jupansehe vrouwen over het al gemeen het gevolg moet wezen van haar hygiënische levenswijze. Hot is niet gemakkelijk den indruk weer to geven, dion deze donkere schoonheden op het Europeesch ge moed maken! Men zou dan voortdu rend moeten spreken van de groote, zacht-bruine oogen, die u zoo oprecht en kinderlijk aana'en, van het haar, dat zoo zacht als fluweel en zoo don ker als de nacht is, van een uitdruk king op het gelaat, zóó kalm en verhe ven, als een zonniige Julidag en van een gestalte, zoo ongedwongen, na tuurlijk élégant als die van een kind. De handen en voeten moeten opvallend klein en gracieus zijn. Maar wat nog van het meeste be lang is het karakter moet zóó zacht en innemend zijn, dat de Ja- pansche vrouw voorzeker aanspraak mag maken, de liefelijkste natuur te bezitten, onder al haar zusteren, de lieele wereld overi .Altijd koinen ze u met vriendelijk- glim lachend gelaat tegemoet en haar opvoeding en levenswijze moeten de ze volkomen aeJfbeheersctring toch wel te voorsclüjn roepen. Daarom zullen we ons eens even nader ver diepen in haar hygiène. De Japahsche vrouw eet geeai brood en slechts weinig vleesch; zij bestaat hoofdzakelijk van rijst. Ze baadt rneer dan ©enige under© vrouw; dikwijls drie maal per dag. Ze leeft eigenlijk altijd in de frissche buitenlucht, want ook al bevindt ze zi ch binnenhuis dan is ze nog maar door een dun blad pa pier- van do lucht gescheiden. Nooit vermoeit zij zich dooi- zware lichaams eofeningen. Zoetigheid eten ze haast niet; maar veel slappe thee drinken Ze slapen op matten, al of niet mot een vrij hard hoofdkussen; ze laten zich veel masseeron. Dat liaar huid zoo glad en fijn is, moet wel een go volg zij.n vaïi haa'r eenvoudige levens wijze. Zooals gezegd is, leven ze hoofdzakelijk van rijst, visch en ooft Wel wordt er veel suikergoed bereid in Japan, maai' dit is uitsluitend voor vreemdelingen. De Japansclie baadt lizi lauw wa ter. Wel wordt er veel gefabeld van het kokend heete bad, dat zij zouden gebruiken, maar dit was dan zeke"r zóó ten tijde van de Mikado's. De kleeding bedekt het lichaam overal even los en gemakkelijk zoo dat nergens een storing in dein bloeds omloop plaats heelt. Haai' sLappe thee drinken-ze zonder eene toevoeging van suiker, melk of citroen. Gemasseerd wordt haast elke Japansche; ze lxouden er een maseeus of masseuse op na, als wij oen naai ster; die is eenmaal eene onmisbare pérsoonlijklieid in haar huishouding. Haai' haiMen moeten ook van een bijzondere schoonheid zijn; tweemaal per dag wasschen ze die: eens in wa'rm water en eens in olie, om huid e'n nagels zachter te maken. Ook worden de handen gemasseerd, of kever de armen, te begiixnen op do hoogte der ellebogen. Ze zijn eenmaal Ik heb op het oogenblik geen mo-1 vonden. Bovendien was lnj zoo be del noodig, kreeg zij ten antwoord. Leg uw kaartje maar op de tafel. Ik ben geen model, hernam An nette koeL lk ik kwam hier aJleen om... Nu rees de man van achter zijn verschansing omhoog, nam de pijp ■nderend geweest, voor haar mu ziek: Mij dunkt. is prachtig zei ze. Het gelaat van den jongen man toe kende meer verwondering dan vreug de. Waarlijk? vroeg hij. Dan kon ik gelukkig sterven, ten minste, wan neer gij m toestaat beneden te ko- oiii naar de liederen te luisteren. uit zijl» meaid en schoof den stoel ter welke gij -©maakt hebt. Pardon, zei hij. \V:1, ge zoo g od, q zoudt op den vloer stam- zijn plaats te nemen? ron, merkte Amict') op. Hoe Vreemd is de natuur toch in J Zoolang ik leef, stamp ik niet de verdeelt ng van haar gaven, Niet' "-ter op den vloei', betuigde de ge- alleen Md die ongovoelig© vloerklop-j utvcn lomperd. Ik begrijp niet, hoe pw OOOI umgeiMiiu slem. maar Lo-"'«'"■''W' ^i.ilee kmmoii i k-mon. 1 - Vriendschap is ui Chelsea spoedig ven."ui nog een innemend uiterlijk. sc5|„,e„. uinncn rijf kvvnrtieV wiel Hoewel eenigszins slordig gekleed I z;, ^at de jonge man Ahm ikverley en mot verward overeind staande ha-j >-ti<\ dal hij niet geheel van zijn maakt hij oen goeden ind'rnk, dat moest Annette bekennen. Hoewel boos, was zij eerlijk. Ik daoht, dat er weer een mo del was, legde li ij uit. Sedp'rt ik liter woon, komen er zoowat tien in een uur. In het eerst hinderde het mij niet, maar fladat het. achttiende kind uit het zonnige ItaliB zich had aam- ge»™ een vriendelijk geacht to gemeld .iiMakte hel mij «nnwnchtlg. ï.l'"hij'fSi ïn, dat ze het nooit fronsen; en Annette had met een koele uitdruk-1 nim'slagen slechts toe aan luvand- king geluisterd. willigheid of do-1- van het pu- liet spijt me, zei ze toen op can j bliek, Zij was zoo gewoon filers te toon, waarvan hij liet zijne kon ne- hooren klagen over mistend© verdien- dat mijn spel u gehinderd heeft. I s'e J" sehfihlen op „lamlendige beoor- zóó zetten, ook zelden zol men een Japansche met rimpels in het gezicht zien. Als men Mar het geluk ontneemt, ont neemt men haar ook haar bekoort ijk- heïdl Maar van nature is zij opge ruimd1; die opgewektheid schijnt haar Geen Japansche beid behoefuo te leven, omdat hij wat geld van zichzelf bezat, en hij liet dui delijk merken, dut hij dit lang niet onprettig vond. Vun het begin van het gesprek behaagde hij haar; zij vond dat hij een bijzonder soort was ouder de schilders zonder bijval. Ge heel anders dan haar neef, Reginald Sellers, die in hetzelfde gebouw ook een atelier had, en soms even aan- ipte oni met haar koffie te drinken Men zou gedacht hebben dat alleen deelaars"', dat het haar verraste van Beverley te v oen Eskimo in zijn winterpak onver-<lat, hij wat zijn «tukken aangaat! het BChSJlig zou zijn voor haar ijskoude? publiek «clijk gaf. Niets kon hem krijgt het ooit op de zenuwen, zij zal' houding, doch de 'onafu blocf er nietj «"«er in haar achting doen rijzen, nóóit scènes maken, ia nooit opgewon- minder voórkommd ouder. want zij haatte niets zoozeer als dat den, altijd even kalm. Netheid ie eon Hpt spijt me. herhaalde .Annette,utevei'ï"-u!! •ham- grootste vrouwelijke deugden;» en de temperatuur was ven- onder wpl R,0W6enJ en slaneloóze nachten ze kleedt zich met smaak, maar be-1 huil, dat m'n spel u gehinderd liceft. doorgebracht .als baar werk was of- sleedt daar ook veel tijd aan. Tegen- j lk woon in de kamer beneden u en' pvwwov. maar - tegenover een wooadig is de Japansche vrouw vootr' ik boorde u stampei). vreemde was zij altijd even opgewekt haa'r deen ook zéér geeinamca-O, neen, antwoordde do jghg© - 011 vxoolijlt. peerd, maai- haar aangeboren élégan-, man ,tk houd ervan, werkelijk. \®or oy,1{ct z? z!';h oc,ll,-'r - heden over haar tcloiirstellingcn uit. co c-n hare lieftallige manieren ver-. Wftawm stamptel gij dan op don v<ïvtel«lö hein van ouharinhartigc mii- West ze gelukkig 'nietl vloer? vroeg Annette, zich omkeetren- ziekuitgovers, van doniocilijuheid iets Hel inhoopen doen «is- «en lieve-1 do om hoon te gaan. Hot ia slecht g< <lnikt to krijgen zonder v ooiuitbc- iiugsbezigheid dei' Japansche dames! I voor. mijn plafond, zei zo over haar 1 taliug, van jai do leivenstedóh heeft m«n (Tan i ^"omlcr, lk hóóp, dat ge mij niet thigen orntrent don verkoop, ook wol degelijke, volgens Europeesch kwalijk neemt, u daavaan te heri.nne-i AI;l;ir de liedeien, die x» w-'f "ui model inswichl. -rojhuto, rem Gotoded doft i dSfSiU—l» 'y' de kostbaarste dingen te verkrijgen* 0 noen, maar een oogenblik ja> ^rie, doch daar is hei bij die d.kwijls op <le meest smaakvolle wijze ten geschenke wer den aangeboden: nl. op een verlakt presenteerblad en overdekt door een kleed van Japansche zijde, met zel den prachtig beschilderd duurd! - was in het geheel ni et Het koopen echter is een heele slagl benauwd. Japan, want de koopman begint nog altijd met zeker wel zeventig pro cent te overvragen en zóózeer verze- 'kert bij u, dat hij het niet billijker ga niet lieen. Ze bleef staan. Hij glimlachte haai- vriendelijk tegen. Zij merkte on willig op, dat zijn glimlach aange naam was &n zijn geheel© houding gebor-begon baar nog boozer te maken; hij" - 1"--' - er'.egen gebleven. ze niet verkocht? Neen, ziet ge, een lied wordt niet verkocht, tenzij hét wordt gezongen door iémand, dio zeer goed bekend ts. En men belooft wel het te zullen zin- j gen, maar houdt zijn woord niet. Men 01 kun o zoo weinig opaan van wat een ander zegt. Kijk eens, zeii hij, het spijt me! Noem mij hun namen, zei Be Mi-, majir 't zit zoo. Ik houit vojiVcrlt" lk '»1 morwn Uii Hou rond- gaan en z© allen doodschieten. Maar nt daar niets muziek, maar gij speeldet geen wijs je, liet was altijd weer aan hetzelfde. kan doen, dat gij haast er in zoudt lk was bezig een motief te ma- looped; maar waarlijk, de Japansche ken, antwoordde Annette mot woar- j'ouw gebeurt dit zelden. Met het grootste geduid pingelt zij het zoo long af, tot zij het begeerde heeft en ook vóór geen stuiver meer, dan zij zich oorspronkelijk voorge steld Md, te besteden! MARIE VAN AMSTEL. De man van boven. Het stampen op den Vloei- in de ka mer boven haar had op de houding van Annette Brougham drie verschil lende uitwerkingen. In het eerst ge voeld© zij zich er eenigszins door ont stemd. Verdiept in het oom poneoren van een wals, had zij liet maar hall bewust gemerkt. Toen werd haar als een lichamelijk leed, dat Mar gedachten aftrok van de muziek. Eindelijk gevoelde zij zich veront waardigd, want het was een beleedi- ging. De onzichtbare lomperd hield niet van haar spel en liet zijn mi noegen daarover blijken dool- op den vloer te stampen. Maar uitdagend, don voet op Jiet pedaal, sloeg zij de tonen weer aan. Boem! klonk het daar boven, boem! boem! Annette stond op, haar geaicht was rood, haar kin beefde. Mar oogen tintelden vam strijdlust. Zij ging de kamer uit, klom de trap op en klopte aan de deur. Binnen, klonk een aangename stem. Maar wat indruk maakt een aangename stem op eeai verbitterd gemoed! Annette kwam binnen. Het vertrek was een typisch schildersatelier te Clielsea. Schaars van meubels voor zien en zonder tapijt ln het midden stond een ezel, waarachter een paar met broek bekloede boenen zichtbaar weiden. Boven den ©zei uit dwarrel de een (grauwe rookwolk. Neem mij niet kwalijk, zo'. Am-, digheid, doch nrndcr koel. Ondanks zich zelve begon z© te ontdooien. De jonge man niet zijn verwardo haren Md iets bijzonder aantrekkelijks. Een motief? vroog 'rij. Ja, een motief voor mijn wuls._lk componeer een wals. De jongeman zag haar met onver holen bewondering aan, zoodat het laatst© ijs wegsmolt, en Annette dien deugniet van ©en vloerstainper aar dag begón te vinden. Kunt gij muziek eomponeoren? vroeg hij verbaasd. Ja, ik heb een paar liederen ge maakt. O, liet moet heerlijk wezen, iets in de kunst te zijn, zooals een com poniste. Maar dat zijt gij toch ook, ge schildert. De jonge man schudde het hoofd. Ik denk, dat ik een goed liuis- scliilder zou zijn. ik moet ruimte heb ben, liet linnen is mij te klein. Hij zei di.t op ecai toon. alsof het hem niet speet. Laat mij eens s en. Ze ging naar den ezel. Doe het liever niet, waarschuw de hij, maar zo luisterde niet. Voor een wérkelijk ©ritisch oog zou de schilderij zeker geen gonade hebben gevonden. Het was een studie van eeai kind met donkore oogen, dat eer. Wel neen. aanhouden dit is liet ecjiige, wat ik te 1 heb. Hoor eens, hernam hij, als ge weer eens teleurstelling ondervindt, kom dan maar naar boven en vertel het mij. Het is niet goed, dat alles te vei kroppen. Of laat mij bij u komen. Als er oen tijd is, dat liet niet goed gaat. klap dun tegea het plafond. Zij lachte. lach mij niet-uit. ging Beverley voert. Geen iiiensch is zoo gevoelig als eeii hekéerd'e vloèrstamper Go koipt dan hü mij, of laat mij bij u ko men, niet waar? Als ik zoo n gevoel van teleurstelling heb, ga ik uit en sla een politieagent op z'in huid. klaar dat is geen zaak voor u, en er blijft u niets anders over dan tegen S liet plafond to kloppen. Dan zal ik beneden komen om te zien wat ik vcor u doen kan. Ge zult berouw hebben over uw voorstel, meende Annette, maar Be verley betuigde stout en sterk van i iet en z© zei: 't Zou werkelijk een verlichting i zijn, als ee 't meent Soms zou ik al j bet geld, dat ik eens hoop te verdie nen. willen weggeven, ais er iemand bij me was, die mijn leed kon verja gen. Nu. antwoordde Beverley, ter wijl hij opstond, ge weet w aar ik ben, als ge mi" wilt spreken! Recht hier boven. vanwaar het stompen kwam. liet stampen? vroeg Annette, ik weet van seen stampen. Mag ik u tot afscheid d© liand reiken? vroeg hij. Een buitengewoon lastig uur niet een vail haar leerlingen dreef haar reeds den volgenden dug naai boven Die leerlingen waren tegelijk haar groot© zwarte kat in de armen hield.redding en wanhoop. 7.ii verstrekten De statistiek wijst uit, dat éi- get.» oogenblik op dén dag is, waarin een of meer jong© rliistoii ergens ter we reld niet bezig zijn kinderen met een kat op den arm tc schilderen. lk noem t kind en kat. zei de jonge man. WeC een aardige naam, nietwaar? Geeft aanstonds een denk beeld van de voorstelling. Dat, ver klaarde hii met den steel vun zijn pijp wijzende, dat is do kat. Annette behoorde totdat grootodtvi van het publiek, hetwelk al of niet van een schilderij houdt, al naar 't onderwerp hun of niet beliaagt. Mogelijk zou zq alle voorstellingen voc kjnd en kat schóón bóbbeu ge baar do middelen om te leven, doch zij mankten haar het leven ook on- <!:ageiijk. Sommigen namen les op de piano, anderen meenden "aanlog te hebben voor zang. Allen hadden har de schedels met weinig hersenen ar in en de leerling di© haar dien middag zoo had geërgerd, was al zeer slecht bedoel d. In Beverley's atelier trof zij Regi nald Sellers, in een critiseerende hou- diny voor den ezel Zij mocht hem niét graag om zijn beleedigend gelaat van bescherming llij sprak haar al tijd aan met „kleintje". Toen Beverley lioar zag, vroeg hij: Hebt eo een oorlogsbijl meegeno men, miss Brougham? Pan kunt gt meedoen aan den moord op onschuJ- dlgen. Sellers heeft van mijn kind en kat geen been laten heelblijveu. Kijk z:. u oogen eens fonkelen, hij is nog op liet oorlogspad! Mijn beste Beverley, antwoordde Sellers, eenigszins stijf,- ik geef u al ken mij j) oordeel over de gebreken in uw schilderij. Het spijt me, hls mijn criiiek een weinig bar is ge weest. Sprc.k vrij uit, antwoordde Be- i verley hartelijk, het is voor mijn best wil. Nu d.ui, hernam Sellers, er zit geen leve» in, in 't kind niet en in de kat ook niet. Hij deed een paar stap pen achteruit en keek door zijne hun- den. De kat zei hij, hoe zal k zeg gen, die heeft niet dat.... —0. verklaarde Beverley, dat lief 'in aan 't soort. Mij dunkt, 't is een schoone kat, zoi Annellé. Zij voelde haar veront- waardigin" opkomen, want ze wist hoe onbevoegd Sellers lot oordeelen was en kon het niet uitstaan, dat Be verley zijn beschermend ah- zoo kalm opnam. 't Maakt niets uit, zei deze la chend. Ge stemt erin overeen, dat het een kat is. en dat wil wat zeggen voor 'u beginner. Zéker, zeker ging Sellers voort, mijne critiek moet u niet ontmoedi gen. Mettertijd zal het w-el go an met uw werk. Mijnheer Sellers, zei Annette, heeft ook lang moeten werken, eei hij zoover gekomeu is. Gc kent zijn werk, niet waar? Voor "t eerst scheen Beverley een weinig verlegen. - Ik h'm Maar Annette vervolgde: O, zekef,'ge hebt 't gezien. 'I komt vcor in alle tijdschriften. Beverley zag zijn groot-en collega bewonderend aan en schreef zijn mo de kleur toe aan bescheidenheid. Op de aankondiging pagina's, ging Aunette voort. Van mijnheer Sellers zijn de gravures in de annon ces vun groote schoenmagazijnen en ccmestihleswinkels; hij is sterk in dal 'scort stillevens. nen wgwDiTK r.c-rschte er oen inin- lijk© stilte. Miss Brougham, zeide hij toen spijtig, heeft alleen mijn zakemverk ou het oogj maar ik maak ook ander. Zeker, hernam Annette, drie maanden geleden verkocht hij nog eon schilderij voor vijf pond, en een iliaand da.irvoor nog een ander. Dat deed de deur dicht. Sellers maakte een stijve buiging en ging heen. Be\erley nam een stoffer en be gon den vloer aan ie vegen. Wat doel ge nu? vroeg Annette. Ik veeg de overblijfselen van een verbrijzeld man bijeen, om ze futsoen- hjk te kuruien begraven. Ge hebt t gi cd getroffen, miss Brougham, zeide hij. maar met ec-n uitroep vuji schrik wierp hij den stuffe-r weg, want An- nette barstte in tranen uit. Met het gelaat in de handen, zat zo snikkend in een stoel. Lieve deugd, riep Beverley. Ik ben een kat, een onniensch, ik haat mezelf, riep zij -- Lieve deugd, herhaalde de schil der. Ik ben 'n ondier, een booze geest Ve worstelen allen om te geraken tot een doel. en in plaats van hem aan te moedigen, plaag ik hem. dat hij* zijn schilderijen niet verkoopen kan lit ben het leven niet waard. Lieve deugd, zei Beverley nu nog eens. Er volgden nog snikken en zuch ten, zachtkens overgaande in stille. Toen zag ze hem glimlachend aan. - Het me. zei za. maar ik kan dat beschermend air niet verdracen. Ik ben de hatelijkste kat uit Londen. Neen, antwoordde Beverley, op het doek wijzende. Dat is tenminste volgens wiilen Sellers. Maar zeg eens is do overleden© dan niet een groot artiest? Hij kwam hier in zijn tijd met een hooge borst mijn werk be- criüseeren en afmaken, zoodat ik wel denken moest, dat hij een genie was. Hij kan zijn schilderijen ner gens kwijt en leeft van zijn illustra tes %-oor aankondigingen, 't Was ha telijk van mij, daarop te zinspelen, n aar oen mijner leerlingeu had mijn humeur bedorven en toen ik hem op zulk een beschermenden toon tegen u ltcordo spreken.... Die anr.c drommel, zei Beverley, ik wist liet niet. Annette stond op. Ik zal naar hem toegaan en mi'n srijt betuiceti, zei zij. Hij zal me wel afsnauwen maar ik moet Zij ging heen. Eeverley stak ©en pijp op en keek door het venster op d© straat. Het is een goede stelregel, zich nooit t© verontschuldigen. Weldenkende lie den hebben geen lehoefte aan veront- schuldigtimen en de nuderen waar toe Sellers behoord© worden er door bedorven. Annette voelde, toen zïi hem haar verontschuldiging had aangeboden, dat hij voortaan nog on dragelijker zou zijn. Zij had zich niet bedrogen, zooals zijn critiek op hot sciiilderij van Be verley bewees .welke nu liet einda naderde. Zij bewonderde den man boven haar om dc wijze, waarop hij di© critiek aanhoorde en verdroeg;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 17