r
leden afhankelijk zijn van den brood-
Leer, kan niet sterk genoeg? optreden
tegen den werkgever. Zij heeft geen
invloed op den patroon, wanneer deze
't niet eens is met de vorooniging. Fa-
brieksvereonigingen zijn door de prac-
tijk reeds veroordeeld. Spreker wilde
niet alleen spreken over de werklie
den van Boynes, ook de andere Hoar-
lemsche werklieden hebben zich allen
aan te trekken, wat hij gezegd heeft.
Het niet-goedgoorganiseerd zijn is do
oorzaak, d it bv. bij Beynes niet een
loonsvorhoogiüg van 5 A 6 cents is
verkregen. Uit looutokort moet overal
ingehaald worden. De hoer Kuiper
pleitte ten slotte eveneens voor orga
nisatie.
Godachtenwisselin„
De heer Knapt zoide. dat"men
vroeger bij Beynes den werktijd hoeft
kunnen terug brengen van G tot 8, tot
G tot 6 uur. Maar do verdeeldheid on
der de arbeiders is de oorzaak ge
weest, dut do kracht dor organisatie
gebroken is.
De heer Bus sprak ten slotte de
verwachting uit, dat, wanneer de
werklieden tot ecu nadere vergadering
worden opgeroepen, zij ui groeier ge
tale zullen i-pkomeu en dat voien zich
bij de organisaties zullou aansluiten.
(Applaus;.
Hierna werd de vergadering geslo
ten.
FOTOGRAFISCH ATELIER.
Do heer De Graaf, die thans hot
fotografisch atelier van de firaia
Bakker, in de Groote Houtstraat, be
heert, heeft zich een nieuw cleelrisch
apparuat aangeschaft voor het foto
grafeoren bij slecht daglicht en des
avonds.
Dit toestel heeft dit voordeel, dat
hei voorzien is van oen horizontaal-
staanden reflector, dio do stralen
van do zeer krachtige lichtbron in
de hoogte kaatst tegen do gordijnen
in het atelier.
Door deze inrichting worden de
hinderlijke glimlichten en valsche
lichtschijnon vermeden.
Licht en reflector kunnen zoo boog
opgeschoven worden, dat do to foto-
grafeeron persoon daarvan in het
geheel geen Jast heeft.
De foto's, die de heer De Graaf
ons zien liet. bewijzen, dat bij dit
licht fraaie opnemingen zijn te
kon.
LICHTBEELDENAVOND.
In het gebouw van de Haarlemse he
Jongelinps-Vereeniging in do Marga-
retbastraat hield mevrouw Van Sta
veren. uit Rotterdam, een lezing over
China, Deze werd ter verduidelijking
opgeluisterd door lichtbeelden, die
heel scherp waren afgewerkt en ging
over het werk der 1 rolland sche zen
delingen in China. Speciaal besprak
zij het werken van Dr. J. A. Olie, di
in het Nederlandse!» Wilhelmina-
Vrouwanhospitaal te Amoy aan tal-
looze ongelukkigen hulp heeft ver
leend en er liet Christendom heeft
helpen uitbreiden. Ook zoer veel blin
den beeft hij door operatics genezen.
Niet alleen Dr. Otte. maar ook Dr.
Bonthuis en Dr. Voskuil hebben zeer
veel in het hospitaal gewerkt.
Mevrouw Van Staveren vertelde
o. a. hoe verscheidene bekeerde Cht-
neezen de Hollanders hielpen en hoe
de vrouwen der Chinoezon hen trouw
waren.
De beelden die vertoond werden,
gaven allerlei omstandigheden weer.
O. a. oen begrafenis, een trouwpartij
enz.
Van tijd tot tijd zong een dames
koor eenijzo liederen ter afwisseling,
d:e bij het talrijk© publiek zèer in
den smaak vielen.
Tot de pauze sprak mevrouw Van
Staveren. Hierna sprak Dr. Strick,
de opvolger van Dr. Otte. Spreker
vertelde zijn levensgeschiedenis, hoe
hij in Nederland geboren was en in
Amerika wns opgevoed, hoe hij met
belangstelling de verrichtingen van
Dr. Otte in het VVilhelmina Hospitaal
had gadegeslagen en dat hi| hem nu
wilde opvolgen. Hetgeen Dr. Strick
sprak was voor de Hollanders zeer
goed te verstaan, hoewel hij de woor
den met een anderen klemtoon uit
sprak.
Ds. Veen sloot de bijeenkomst. Hij
bracht hulde aan mevrouw Van Sta
veren en aan haar man. die zooveel
voor de zending naar China gedaan
hebben. Ook sprak, hij Dr. Strick
toe Ds. Veen was van meaning, dat
deze oon prachtige rede had gehou
den en bracht, hem alle hal,de. Ver
der \VooRchte hij hem een voorspoe
dige loopbaan toe en liet ..Dot; 's Hee
tten zegen op u daal" zingen.
Met eon gebed sloot Ds. Veen deze
bijeenkomst.
RECTIFICATIE.
Op den feestavond, die gegeven
wordt door de voroeniging: ..Tot
Steun", op Vrijdag 3 November bij
gelegenheid van haar 2ö-Jnrig be
staan. gullen behalve de reeds ge
noemde solisten, nog medewerken
Mej. Maria Bies, zang, en. Mej. Re-
gina Oostenbroek, piano.
Het feest- wordt gehouden in het
gebouw van den Nod. Protestanten
bond in de Jacobstraat
GEVONDEN VOORWERPEN.
Terug te bekomeu bij:
H. Boem», P. Kiesstraut 23, een R.
K. Kerkboek.
J. J. Vermeer, Koolsteeg 19, bene
den, een passerdoos,
C. llessuvias, Zijl weg 102, een arm
band.
C. [Ho u we ling, Witte Il&erensteeg
17, eeu hond,
W. de Graaf, Molenstee# 15, een
armband.
U. F. Bonarius, Korte Iieerenstr.
21. een oorknopje.
Bureau van Politie, een sleutel.
II. v. <L Goes, de Clercqstraat 102,
een ceintuur.
A. Driessen, Zomervaart 3A, een
bondje.
W. S. Sluik, Bolwerkslaan 27, een
portemonnaie.
C. Holster. Roosvcldstraat 6. een
toschje.
M. Katte. Jordensstraat 54, een
armband.
L. v. <1. Kerk, Kl&verslraal 1, een
küidorpantoffel.
II. Hendriks, Minnohrocderstceg
13A. oen schoolspaarhankhoekje.
H. van Franken, Zuid Polderstraat
■44, een rozenkrans.
J v Huis. Oranjestraat 135, een
groen ter. m..nd.
D. G. Margadant, Schermerslraat
25. een o ióinomiaic met geld. I
„HAARLEMSCHE DAMCLUB".
Zondag jl gaf bovengenoemde club
haar gebruikelijk Jaarfeest voor le
den en genoodiigden. Een zoer ge
animeerd programma verhoogde de
feestelijke stemming.
Na afloop van liet programma her
dacht da Penningmeester, de heer A.
M. Verkerk met een enkel woord de
ramp te Bruinisse en stelde voor een
collecte te houden, zoodat door eoni-
ge jonge dames gecollecteerd word.
De opbrengst zijnde de somma van
f 5.20, zal door den beer Verkerk aan
het desbetreffend comité worden af
gedragen.
Na de collecte sloot een gezellig
bal den verderen avond.
Dood door schuld?
(Van onzen eigen verslaggever.)
II.
Amsterdam, Dinsdagmiddag.
Gisteren werd voor de Amsterdami-
scii© Rechtbank de zaak teson den
heer F., beschuldigd van door schuld
vei o c-rzaken van den dood van den
schillenophaler Lakeman te Osdorp,
voortgezet.
De getuige Hemelaar ontkent,
dat de gestorvene niet wel bij 't hoofd
was. Hij was wel goed bij 't hoofd,
zegt getuige. Hij meent, dat do heer
F. met een snelheid van 50 K.M, reed.
President; Hoe woet jo dat?
Getuige: Dat kon ik zion door
de telefoonpalen, die op 100 M. van
elkaar staan. In een minimum van
tijd was de heer F. 100 M. weg.
Rechter Mr. Rutgers van
der Loef'. Had je de opmerking,
dat de snelheid van de auto te groot
was, al voor t ongeluk gemaakt.
Getuige: Ja.
Mr. Rutgers van dor
L o e f f Dat ducht je maar zoo,
maar je hebt het niet op een horlo
go. berekend?
Getuige: Neon,
Mr. Rutgers v, d. L o e f f
Dan had je er ook geen onkel gege
ven voor, om dat te beweren over die
snelheid.
De Verdediger legt
kaart aan de Rechtbank over om aan
te toonen, dut de bewering omtrent
de snelheid, door dezen getuige, niet
klopt met den tijd, waarin dc 90 M.
tusschen den kruidenierswagen en
de schillenkar is afgereden.
Mej. Cath. Kramer Helsloot was
achter de kar van Lakeman. toen 't
geluk plaatsgreep. Zij was zeer
ontdaan door 't ongeluk en wist niet
veel positiefs mede te deelen.
De veldwachter Koekoek heoft. den
afstand lusschen de schillenkar en de
auto opgemeten, deze was 14 M. 73.
Do schillenkar stond na 't ongeluk
met de kruk naar Osdorp; de zuide
lijke berm was 4 M. 75, de noordo-
liike 6.55 M. De schillenkar was 1 Al.
36 breed. Getuig© heeft Lakeman nog
ondervraagd dezo zcórle. dut de
schuld lag aan den autobestuurder,
omdat die niet ver genoeg had uitge
haald.
Getuigde hoorde voor- en na 't on
geluk, dat Lakeman lastig op den
■weg was en 't land had aan auto's,
anaar in 3 jaren, dat hij veldwachter
was, had hij geen last van dezen
no n gehad. Op een vraag van den
-erdediger, omtrent de kwestie, of
Lakeman wel bij het hoofd was, zegt
getuige „Nou, d© eene zegt van wel,
'i andere van niet."
Het getuigenverhoor wordt na de
pauze vervolgd, met de getuigen A dé
charge.
tifüooni wordt eerst da veenbaas
J. N oorder méér, die in de buurt
was van de pluuts, waar 't ongeluk
plaats had. Hij is op zijn kousen
zijn woning uiigeloopen, toen hij een
slug hoorde,
llij hoeft den afstand opgemeten tot
aar de straks-gehoorde voenarbei-
ers zaten. Dat was recht van den
weg afgemeten 141 Al. A an do plaats,
waar 't ongeluk plaats had, gemeten,
was de afstand tot de plaats van de
eenarbeiders 65 tot 75 AI. Snr. wist
nl. niet precies waar het ongeluk
plaats had.
Do fotograaf J.W. F. Root meier
uit Amsterdam, heeft ©one photo
de plaats van het ongeluk ge
maakt, echter eerst op 22 Mei, dus
een maand na 't gebeurde.
Pastoor A. 11. J. Ver berno uit
Osdorp had Lflkemam tot parochiaan.
F.enige jaren geleden reed hij veel in
een tilbury eu kwam dan wel eens
Lakeman op zijn scliillenkar te
gen. Dan moest getuige hem wel eens
waarschuwen om op zij te gaan. Of
L. dat dan deed bij een eerste of
tweede waarschuwing weet °pr. niet.
Lakeman stond als simpel bekend.
De menschen zeiden wel. dat bij
idioot was.
De veldwachter J a c. van Bo
ven uit Haarlemmermeer heeft La
keman eens moeten waarschuwen,
om niet een brug op te rijden, onidat
or al een wagen op was. L. stond wel
bekend als oen lastig man op den
weg.
liet hoofd van de school J a c. van
dor Laarsete Osdorp hoeft liet
geval in de verte gezien. Hij heeft
zich afgevraagd, hoe de zaak zich
heeft toegedragen en is na beschou
wing der voertuigen gekomen lot de
conclusie, dat het ongeluk daardoor
Is veroorzaakt, dat Lakeman, zijn
kar weer op den weg wild© brengen,
toen do auto voorbij reed. Dit maak
te liij op uit de verbuiging van den
vooras en do besohadiging van d©
kar.
II Ij verklaart, dat de familie in den
wagen evenveel gevaar hooft geloo-
pon als de schillenophaler. Dat bleek
ook daaruit, dat de inzittende jonge-
uffrouw een blessuur aan het hoofd
leeft gekresen.
De heer F., bleek er prijs op t© stel
len, dat de veldwachter gehaald werd
om proces-verbaal op te maken. Hij
voelde zich dus door 't gebeurde niet
bezwaard.
Lakeiman stond bij dezen getuige
bekend als niet wel bij 't hoofd te
zijn. Dat I.. niet makkelijk op den
weg was, kan getuige niet uitmaken,
omdat hij geen voerman is. Dat hij
iet gauw uithaalde, valt te verkla
ren. want dat is lastig met zulk een
zware kar.
Als deskundige wordt locgelaten
do heer R Martini, machine
expert te Amsterdam.
Hij heeft op de auto gevonden
krassen op de treeplank, evonwij-
dig aan de lengte van den wagen en
eon deuk' ln 't paneel van de caros-
serie van de auto, boven 't achter
deel van do treeplankkist. Deze ge
tuige meent, dat de aanrijding zoo
hoeft plaats gehad, dat de voerman
het voorstuk van zijn kar heeft opge
duwd. Daarbij is hot voordeel gaan
slingeren, als gewoonlijk gebeurt.
De treeplank van de auto moet toen
aangekomen zijn tegen de naaf van
de vooras. Dat bewijst de deuk in
da naaf en de verbuiging van do
vooras. Daarna is do naaf over de
treeplank geschoven. Daarop wijzen
de krussen in de lengte nchtmg van
de auto.
Op ©on vraag van Rechter Air.
Sassen, verklaart de heer M a r-
t i n 1, dat de schillenkar niet recht
op den weg kooi hebben gestaan.
De Pr es id out: liet is toch
niet aannemelijk, dat mon een kar
in beweging zot, wanneer er
auto voorbijrijdt 1
Getuige Al a r t i n i geeft toe dat
het vreemd is, dat de man dit ge
daan heeft, maar hij kan de toe
dracht der zaak niet anders ver
klaren. Dat do schillenkar zoo ern
stig beschadigd is, komt omdat de
wagen zeer slecht was. 't Was vuren
hout, dat zeer oud en gescheurd was.
Do scheuren waren nagenoeg alle
oud. Wel waren er splinters, xnaar
breuken waren over 'I. algemeen
van ouderen datum.
De Verdediger: Heeft een
auto een groote snelheid noodig om
een kar een halven cirkel om te
slaan?
Get. Martini: Dat hoeft niet
De Verdediger: Kan zoo iets
gebeuren met een snelheid van 8 tot
10 K.M.
Getuige Martini: Ja, dat kun
wel
De Officier: Af aar Lakeman
toch zes meter verder in een sloot
geworpen en de kar sloeg een kal
ven cirkel oan.
Getuige M art i n i veronderstelt,
dat de verrotte kruk, die Lakeman
vasthield gebroken is en hij door den
sCho-k van 't breken gevallen is, en
de verwondingen in den buik heeft
gekregen. Dal de kar een halven cir
kel is rondgedraaid, zal hierdoor ge
komen zijn, dat de naaf op de tree
plank liggend, naar voren is gegaan
en daarna den halven cirkel is om
gedraaid.
Getuige verklaart dat deze landau-
Iette veel stof opwierp, dat geeft wel
den indruk van snel rijden.
Op een vraag van den verdediger
verklaart do heer Alartini, dat iemand
op 140 M. afstand niet de snelheid
een outo kan schatten. Dit ku
de geen, die in den wagon zit, zelfs
niet. Oj) eon vraag van den Verde
diger zegt de getuige Martin i,
dat de veenarbeiders, op do plaats,
waar zij waren, niet dan vaag konden
zien, hoe liet ongeluk zich toedroeg.
De weg lag nl. hooger, dan de plaats,
waar zij zaten.
Getuige Mej. E. van E 11 e n-
oven is de kinderjuffrouw, die 't
ongeluk heeft meegemaakt. Zij ver
telt do toedracht der zaak.
Lakeman stond achter zijn wagen,
geleund tegen den kruk van zijn wa
gen. /.ij heoft ter hoogte, waar zij
zat, achter in cle auto, een schok te
gen haar arm govocld. Z?j was vla.lt
bij den man, die.met het gezicht naar
hoar toestond. De man maakte op
dat oogenblik een beweging, om de
kar ann te zetten.
De Verdediger: Gebeurde de
schok tegen uw arm gelijk met T aan
zetten van de schillenkar?
Getuige Van Ettenkoven:
Ongeveer gelijktijdig!
De V e r d e d i g er: Vóór of juist
op dat oogenblik?
Getuige: Dat weet ik niet, ik
dacht dat ik den schok er na voelde.
Zij verklaart voorts, dat de auto
na 't passeeren van den kruideniers
wagen op den grasrand heeft gere
den. Dat merkte zij, doordat de iva-
geu hobMen ging. De vaart is dus
toen verminderd. Of men bij 't pas-
■seeren van de kar ook on den gras
berm reed, weet deze getuige niet.
M e v r. F.V. de H., eclitgen. van
beki.. heeft rechts in den wagen
gezeten, de kinderjuffrouw zat links
Verder zaten 2 kindoren in de auto.
Deze getuige zegt, dat èn bij 't pas-
soeren van den kruidenierswagen, èn
bij 't, voorbij.ga an van do schillen
kar de auto over don grasberm is uit
geweken. Na 't passeeran van den
eersten wagen tot het passeeren van
de schUionkar is de auto niet veel
sneller gaan rijden. Deze getuige
heeft ook den man in 't gezicht ge
zien. Hij duwde op dat oogenblik de
kar togen de auto.
Mevrouw F. verklaart dat er niet
hard gereden werd. Er was daartoe
ook geen aanleiding. De familie kwam
uit Baarn, waar zij gelogeerd had
en was niet gepresseerd.
Do laatste getuige is de chauffeur,
van den heer F. Wouter Im
mers. Deze verklaart, dat op 't
oogenblik van het aanrijden Lake
man naar hem keek on tegen hem
lachte. Getuige zat links, van den
lieer F. op 't voorbankje van de auto.
Hij boog zich uit do auto en zag,, dat
de naaf van de hondenkar over de
treeplank sleurde en do kar zoo mee
genomen werd.
President: Welke reden had u
om uit de auto te kijken?
Getuige Immers: Dat is mijn
gewoonte, als ik met de auto een
voortuig voorbij ga, om te zien, of
ik posseoren kan.
President: Zag u den wagen
een halven slag maken?
Getuige: Ik zag 't ruaar flauw,
want. ik ben meteen uit de auto ge
sprongen en heb den man uit de
sloot gehaald.
President: Is de auto uitge
weken voor de kar?
Getuige: Ja, op den grasberm.
President: Hoever?
Getuige: Ongeveer een halvcn
motor.
Getuige verklaart voorts, dat het
ongeluk zich zoo heeft toegedragen,
dat het oogenblik, dat Lakeman hem
aankeek de auto was de kar toen
al half voorbij L. den wagen naar
de auto heeft geduwd en de naaf van
do kar in aanraking is gekomen met
de treeplank van den wagen. De
chauffeur vertelt, dat zijn patroon
niet roekeloos reed.
Hiermee is bert getuigenverhoor
geëindigd en is hot woord aan den
Officier van Justitie voer bet houden
van
liet Roquisitolr.
Mr. v. L u y k e n Glas horst,
de ambtenaar van Uct O. Af., gaatdo
toedracht van do zaak na. Het is ver
re van hein, om te willen zeggen,
dat de heer F. den opzet hoeft gehad
Lakeman aan te rijden. De vraiag,
die spr. to beantwoorden heeft is al
leen deze: „Is er schuld?" Zijn er
aanwijzingen voor do schuld, dan is
de heer F. schuldig aan den dood van
een zijner medemensclien. En die
schuldmomenten acht do Officier
aanwezig. Overtreden is ten eerste
art. 2 van de Motor- en ltijwielwet,
omdat de heer F. niet behoorlijk is
uitgeweken en ten tweede uit. 15 van
die wet, omdat luj gereden heeft
zoodanige snelheid, dat de vrijheid
van het verkeer in gevaar ia ge
bracht. Dat zijn do schuld-momenten
in deze zaak, de echuMmomenton
waarom de Ivoor F. aansprakelijk
moet worden verklaard voor de ge
volgen van het ongeluk.
In verhand met do plaatselijke om
standigheden hooft hij te hard gere
den. De weg is er zeer smul ca de
auto is breed. Niet alleen is do auto
mobilist er af, wanneer hij uitwijkt,
hij moet ook behoorlijk uitwij
ken, -d.w.z. hij moet ook rekening
houden met do omstandigheden, die
zich kunnen voordoen. Dat hoeft de
heer F. niet godaan.
Waar hij over zoo'n smolten weg
gaat, moet hij niet zoo uitwijken, dat
hij langs eeii dergelijk voortuig kan
scheren, maar hij moet het zoo doen
dat er geen leans van botsing te. Daar
er grinthoopon aan de zuidzijde van
den berm zijn, had hij aan de -noord
zijde nog sterker moeten uitwijken.
Wat de snelheid aangaat, kan de
ambtenaar geen beslissing nemen.
Hij kan wel aannemen, dat die snel
heid wat gronter ls dan 30 K.M.
Uit die snelheid on 1 niet behoor
lijk uitwijken blijkt de schuld van
dén beklaagde.
Deze heeft niet die oplettendheid
betracht, die een ■automobilist moot
toonen. Want hij verklaart de hon
den onder do kar n i e t te hebben ge
zien. Die had hij behooren te zien.
Had hij die honden gezien, dan lwid
hij dubbele oplettendheid moeten be
trachten.
Er moet wel met een sterke vaart
gereden zijn, want op een drogen
weg, als hier 't geval was, had hij
op b A 8 Meter kunnen stoppen, ver
klaarde de getuige Martini.
De auto is echter pas gestopt op
bijkans 15 M. afstand.
De automobilist heeft niet zoo
nauwkeurig en nauwgezet gereden,
als behoorde.
De getuige A décharge Wouter
Immers heeft volgens den ambtenaar
de zaak wel wat rooskleurig voor zijn
meester voorgesteld. Hij beweerde
zoo veel, dat dit de betrouw baarheid
zijner verklaringen afbreuk doet.
Voorts aolit hij dc verklaring van
't ongeval door beklaagde en de ge
tuigen a décharge niet aannemelijk.
Waarom zou Lukeman zijn kar te
gen de auto hebben gereden? De Offi
cier neemt, aan, dal de schillenkar
niet recht op den \veg heoft gestaan.
Maar dat komt tan nadeel© van den
beklaagde, want die omstandigheid,
brengt mede. dat de heer F. nog
voorzichtiger bad moeten rijden.
De ambtenaar wil niet ontkennen,
dat er misschien ook eenige schuld
hij Lakeman is geweest, maar dat
vermindert de schuld van den lieer
F. niet. De getuigenverklaringen van
den deskundige, acht spreker alieen
te bestaan uit waarschijnlijkheden,
ien feiten.
De ambtenaar acht daarom het ten
laste gelegde: dood door schuld, be
lezen. Daar beki. zoo roekeloos heeft
jereden, dat een zijner medemen
sclien en een kostwinner van een ge
zin is gedood, acht de ai abten aai'
een strenge'correctie noodig. Do wet
staat niet toe 't opleggen vun een
geldboete. De verdediger vraagt daar
om de verooidoeling van den be
klaagde tot e o n gevangenis
straf van twee ma an den,
hoewel hij toegeeft, dat er niets be
kend is van roekeloos rijden door be
klaagde op andere tijden, dan op
dien lSden April.
P le id o o L
De .verdediger Mr. Richard
J a n s s o n brengt hulde a-an den
President van cLo Rechtbank, die
blijk hec-ft gegeven, de waarheid in
deze zaak te willen. Ook spreker en
beklaagde willen waarheid in deze
zaak. Ook do beklaagde 1
Want hij heeft niets le verbergen.
Hij voelt zich niet schuldig; hij voel
de zich niet schuldig na 't ongeluk,
want hij liet zelf den veldwachter
roepen, om proces-vorbaol op te ma
ken.
Pleiter wijst op de kalmo houding
van den lieklaagde ter terechtszit-
ting. Zou deze man roekeloos gereden
hebben? Hij hoeft tienduizenden kilo
meters gereden en is een ervaren
automobilist. Bovendien bij 't pas-
seereoi vun den kruidenierswagen is
geremd. Zou nu beklaagde 92 M. ver
der ineens roekeloos geworden zijn?
Zou hij lockeloos geworden zijn,
terwijl in do auto zaten zijn vrouw
en twee eenige kinderen Pleiter go-
looft eer 't tegendeel. Tenslotte was
er gieen enkele treden, waarom hij
hardor zou rijden, 't Ongeluk ge
beurde om vier uur, terwijl hij pas
omi zes uur thuis behoefde te zijn
voor het eten.
De snelheid van de auto blijkt ook
niet uit den afstand, dien de auto na
't ongeluk, nog ls doorgereden. Laat
do afstand 15 M. zijn, dan behoort
men nog te •weten, wanneer 't rem
men is begonnen, onmiddellijk na "t°
ongeluk, of één seconde er na. Die
ééne seconde maakt een groot ver
schil. Er is echter nog iets. Uit het
feit-, dat schillen lagen aan den Half-
wegschen kant van den grlntput, uit
de getuigenverklaringen en uit het
feit, dat L. aan den Halfwegschen
kant uit de sloot is gekomen, bewij
zen, dat het ongeluk niet naar den
kant van Osdorp heeft plaats gehad,
maar aan dö zijde van Halfweg.
In dit laatste geval is de auto nog
maar 8 AL doorgereden.
Pleiter ontkent, dat roekeloos snel
is gereden, Hij gelooft, dat die snel
heid 25 K.M. was. Air. Janssen volgt
het voorbeeld van den Officier, die
een getuige critiseerde, en merkt op.
dat de getuige Hemelaar ntet Juist
van waarneming is Htj zegt bv. dal
hij op 1G0 AL afstand heeft ge
zien, tegen een donkeren achter
grond, dat de schillen uit de kar
vlogen. Dat is onmogelijk.
Wanneer men nu in aanmerking
neemt, dat- deze getuige zooiets ver
klaart, acht pleiter ook onaanneme
lijk, dat de verklaïing van Hemelaar
juist is, dat de auto met den voor-
kunt dc kar aanreed.
De verdediger ontkent, dat Lake
man, na 't ongeluk met een salto-
mortal© in de sloot ls gekomen. Hij
meent, dat Lakeman, over den berm
sukkelende, in de sloot is gevallen.
Daarna ontkent do Raadsman, dut
d© snelheid van de auto in causaal
verband staat met het ongeluk. Wan
eer een auto met do menschen er
die 20U0 K.G. weegt, tegen eon
rakken wagen rijdt, wondt zulk een
voertuig al met geringe snelheid ver
nield.
Pleiter wijst er ook op, dat volgens
de verklaring van Dr. Schoo, de man
door chirurgische behandeling had
kunnen gered geworden.
Kan het ongeluk ook veroorzaakt
zijn, doordat niet behoorlijk is uit
geweken vraagt spreker. Hij meent,
dat jmen 'behoorlijk uitwijkt, wan
neer men een voorwerp vrij kan pas
seeren. Getuige Immers verklaart,
dat er een ruimte was van oen halven
meter.
De schillenkar stond iets over den
grasrand. En uit do verklaringen
van de inzittenden blijkt, dat er ook
door dc auto in 't gros is gereden.
Er is ook een spoor in 't gras, al
is niet te bewijzen, of dit spoor door
de auto is gemaakt
Pleiter legt er nadruk op, dat de
spatschermen van do auto niet zijn
beschadigd. Daar deze spatschermen
10 centimeters yender uitsteken, dan j
het achtergedeelte, dat smaller is dan
moet het juist zijn, dat zoo de auto
mobilist niet naar links heeft ge
stuurd, nadat het voor-gedeelte van
de auto de kar was gepasseerd, ook
liet achtergedeelte dat smaller is dan
het vóó rgedeelte, de kar vrij moest
gepasseerd hebben, wanneer niet de
kar tegen den wagen geduwd was.
Uit de beschaxliglngspunten van
auto on schillenkar tracht Pleiter de
juistheid van de veronderstelling van
den g etui ge-desk andigo omtrent de
toedracht der zaak aan te toonen.
Ook de onder-eede afgelegde ver
klaring van den chauffeur stemt ge
heel overeen met de getuigenis van
den heer Alartini.
Omtrent de beweging door Lake
man gemaakt, namelijk 't aanzetten
van de kar, wijst pleiter op de perti
nente verklaringen van mevrouw F.
en don chauffeur en op d© verklik
ring van de kinderjuffrouw.
Daartegenover staat do verklaring
.an Hemelaar, dat die beweging niet
is gemaakt. De Raadsman haalt «te
verschillende verklaringen van ge
tuigen aan, die eenparig opmerken,
dat op den afstand, waar Hemelaar
zich bevond, een dergelijke beweging
niet valt waar te nemen.
Wat het Juridisch gedeelte van de
zaak betreft, wijst Pleiter op etui
vonnis van de Almelosche Rechtbank
in ©en identiek geval. In de overwe
gingen is aangenomen, dat die snel
heid van de auto niet de oorzaak
was van het ongeluk.
Tenslotte spreekt Mr. Janssen do
verwachting uit, dat de Rechtbank
geen vrijheid zal vinden, om den
heer F. te veroordeeleu. Hij is van
oordeel, dat noch liet te snel, noch
het te roekeloos rijden, bewezen is
en spreekt zijn verwondering er over
uit, dat de Officier op zulk zwak be
wijsmateriaal zulk een zware straf
durfde vragen.
Nadat de getuige-deskundigs de
heer Martini nog eenige inlich
tingen aan de Rechtbank hééft gege
ven, ter verduidelijking zijner straks
afgelegde verklaring, bepaalt do
Voorzitter de uitspraak op a.s.
Dinsdag.
Niet onaardig was het, dat da Pre
sident zich hierbij eerst vergiste cri
zeide, dat de vrijde uitspraak zou
zijn. enz.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
A 30 Cts. per regel.
eetlust
Dr. Hommel's Haematogsn
Snelle zekere werking I
SO-jarlg euocca
WAARSCHUWING 1
Mon vrage uitdrukkelijk
den naam Dr. HOMMEL J
Uit de Omstreken
GEMEENTERAAD.
Dinsdagmorgen Is de Raad weer ln
openbare zitting bijeengekomen.
Om tien uur opent de burgemees
ter, de heer Mr. H. Ver Loran van
Thomaat, de vergadering.
Op de agenda komen ©en aantal
punten voor, die in de vorig© zitting
zijn verdaagd, w. o. do vaststelling
der verschillende begrootingen.
Ingekomen is een voorstel van den
heer Schuitemaker, tot regeling der
jaarwedden van de adjunct-commie
zen ter secretarie. Het wordt iu han
den van B. en W- gesteld ter fine van
prne-odvies.
Do hoer NETSCHER deelt mede. dat
de wethouders tegenwoordig over
voerd zijn met werk reden waar
om het prae-advies op het voorstel-
De Boer (inzake invoering van pro
gressie op de inkomstenbelasting) in
deze zitting nog niet kan worden uit
gebracht.
De staking te IJ muiden.
Op oen schrijven van B. en W.,
waarin zij hunne bemiddeling inzake
de staking aanbieden, antwoordt de
Veroeniging van Reeders, dat zij die
niet aanvaarden kan. omdat de toe
stand van uitsluiting sinds eenigen
tijd is ingetreden.
De Alg. Ned. Zeemansbond (afd.
IJmuiden) antwoordt, gaarne bemid
deling te zullen aanvaarden, maar cr
de aandacht op vestigt, dat hij niet
als organisatie door de reeders er
kend is. hetgeen wellicht een j>cz\v;
oplevert.
De VOORZITTER merkt op, dat
wellicht in de toekomst grievenb
voor een bemiddelend optreden
zijn.
Do hoor BROK is er vóór, dat lt. en
\V. ©eu oo"io in het zeil houden. AU
het antwoord dor Reedersvcicciiicing
is nu zoo kras en afdoi-ndc, dut
thans niet vorder over behoeft g«pr:
te worden.
Verplichte winkel
sluiting.
Ingekomen is een schrijven van den
heer R. Brink, die als lid der Com
missie voor de verplichte winkelslui
ting bedankt, omd.it alle drie leden
voorstanders er van zijn. on spr. zelfs
den schijn van partijdigheid met be
trokking tot hot uit te brengen rap
port wil vermijden.
De beer SANT (ook lid der Commis
sie) stelt voor, om de Commissie te
ontbinden, aangezien hem in twee ver
gaderingen met de winkeliers duide
lijk is gebleken, dat. dezen tegenstan
ders van de verplicht© winkelsluiting
zijn.
Deheeren LANDEWEERD en BROK
verzetten zich tegen dit voorstelwet
houder VERMEULEN acht het onbe
staanbaar en is van meening, dat men
dit thans niet kan indienen. Do Com-
missie, die benoemd is. moet haai
taak doeu.
De VOORZITTER oordeelt oen out
binding der Commissie door den Raad
niet gewenscht. hoewel die wél moge
lijk is. Beter is het, dat d© Commissie
•erst rapport uitbrengt.
De heer SANT bedankt nu ook als
lid der Commissie.
De heer BRINK trekt na eenige be
spreking zijn ontslag-aanvrage in. en
wijst erop, dat nu een verklaard te
genstander der winkelsluiting als
derde lid in de Commissie zal moeten
worden benoemd in de vacature-Sant
Bij stemming benoemt de Raad den
heer Van Tuvll van Serooskerken.
Do hoor VAN TIJ VU. bedankt voor
de benoeming, omdat hij zich nog niet
kan uitspreken of hij vóór- of tegen
stander van de verplichte winkelslui
ting is. (Gelach.)
Bij nïeuwo stemming wordt nu de
hoer Van Rijn benoemd, die ver
klaartde benoeming niet te. wil
len aanvaarden in een Commissie, die
zaak moet onderzoeken, waarvan
hii beslist tesrenslnnder is
De VOORZITTER stelt voor. de be
noeming nu maar tot de volgende vor-
;adering aan to houden.
Aldus wordt bosloteu.
Ingekomen ls een voorstel van de
hoeren Brink en Sant, om een Raads
commissie to benoemen, die na onder
zoek zal komen met voorstellen nuar
aanleiding van den invloed, dien de
hoerschendo duurte der levensmidde
len op de bov olking heeft. De behan
deling van dit punt wordt uitgesteld
tot het einde der vergadering.
De vaststelling der belooning van
den ambtenaar voor vervolging inzake
plaatselijke belastingen wordt aange
houden tot de volgende vergadering.
Z. h. s. wordt besloten een buiten
gewoon subsidie van f 1500 voor dit
Jaar aau het R. IC Armbestuur te ver-
loenen, waartoe de begrooting van de
ze instelling zal moeten worden gewij
zigd.
Besloten wordt z. h a tot het aan
gaan van eon goldleening tot een be
drag van 71ÖÜ voor aankoop van
grond met woning te Velseroord.
Rapport omtrent klucht-
Van Hensbe rgen.
Dit rapport komt thans aan de orde.
De heer BROK meent, dat de burge-
ir. eest er en de wethouder van O. W.
woorden hebben gebezigd, die den in
druk gaven, dat de bouw van Van
Heilsbergen nergens op leek. Die
woorden er werd o. a. gesproken
van „met puin bouwen" hebben
een minder juisten indruk gevestigd,
ul vóór er een prae-advies of rapport
was. Aan den anderen kant is spr. het
met Hensbergen ook niet eens. Deze
heeft voor do zaak een advocaut te
Amsterdam in den arm genomen.
Spr. stelt nu voor, de kwestie aan te
houden en do beslissing der recht
bank af te wachten.
De VOORZITTER is hel hiermede
niet eens, wijst op het bestaande recht
van beroep op den Raad. Van die bur
gerlijke vordering zal, gelooft spr.,
niets terecht komen. Dat is een mol
A-propos van Hensbergen.
De heer SANT keurt, liet af, dat het
bouwbureau uit een humanitair oog
punt iemand wilde toestaan niet min
der goed materiaal te bouwen. De mu
ren voldoen aan de bouwverordening,
of ze doen dat niet. Eén van beide. In
't laatste geval moet de toestemming
geweigerd worden.
Do heer SLUYTERS beschrijft het
optreden van den opzichter Bottema
uls deze or» ©en werk komt. llij groet
niemand, en gaat zonder ieU te zog
gen aan 't nieten. Spr. kan begrijpen,
dat de menschen daardoor kriegel
worden.
Van bouwen met puin is geen spra
ke geweest. Spr. stelt voor, om Hens
bergen toegang tot zijn woningen te
verleenen als hij de gebroken sleenen
en de steenon met „bakborsten" ver
wijdert.
Do heer DE BOER zou bet beter ge
vonden hebben als do voorzitter en de
wethouder vun O. V>. indertijd niet
dergelijke woorden, als gebezigd zijn
in don Raad, hadden geuit. Spr. merkt
op, dat er veel persoonlijks in deze
zaak is, dat ©r feitelijk buiten moet
worden gehouden.
Verder stelt hij voor, om geen be
sluit ©en- of anderzijds te nemen,
maar te trachten een bruggetje te vin
den, om het conflict te overbruggen.
Spr. sluit zich aan bij het voorstel-
Sluyters.
De heer VAN TUVLL wil evenals do
heer Brok voorstellen, om de zaak aan
te houden tot de rechter beslist heeft.
Wethouder VERMEULEN neemt
aan ,dat do toon. waarop hij gespro
ken heeft wellicht te scherp is ge
weest.
De heer Sluylers lieeft de definitie
van „puin" gegeven (liet zijn brokken
sleen, kleiner dan 1/4 steen) en spr.
is daar dankbaar voor, want hij weet
nu zeker, dat I-Iensbcrgen met puin
hééft gemetseld.
De wethouder geeft een gedetail
leerde beschrijving van de sleenen,
waarmee gebouwd is. Een massa wa
ren er gescheurd. Er wus gemetseld
met alle mogelijk© rommel, die in d«
klamp aan do binnenzijde was aango
bracht. Ilc-t optreden van Hensbergen