BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD 29a Jaargang. ZATERDAG 11 NOVEMBER 1911 No. 8710 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST f 1.20 PER 8 BAANDEN CF 10 CENT PER WEEK. ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN ADVERTENT1EN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Het Rijke Natuurleven IIELVELLA'S. Als de versch gevallen hladereln oog als zelfstandige diingen den grond bedekken en de wind nog met hen stoeit, hen opdwarrelt en weer los laat, ver van Gen boom, die maanden achtereen mot hen werkte aan den opbouw van nieuwe cellen, dan is, zooals wij op iedere wandeling kun nen zien, ook het leger der padde stoelen ontwaakt en hun wit en rose, hun rood en groen geeft aan den bo dem van het woud iets mystieks, iets Spi>okjeéachrtilgs, dat onwillekeurig de aandacht trekt. Kinderen, In hun nletn ontziende vernielingswoede, moeten ze omtrap pen, volwassenen moeten oen oogen- bl k stilstaan om over het vreemde en geheima'nnige wat uit te weiden. Vanwaar komen al die hoedjes en knotsjes, die bekers en plaatjes zoo gauw te voorschijn? „Uit den grond" beweert men en vindt dat het probleem dan genoeg zaam is opgelost. Men gaat vorder, zet den wandel stok in den brninen hoed van een boletus, probeert met den voet de mate van rijpheid van een stuifzwam en zet dan de wandeling voort, nog gestijfd in zijn meening, dat er geen touw aan vast is te knoopen, en over tuigd dat die dingen als raadselen zijn ontstaan om ook als raadselen weer te verdwijnen. Nu is het waar, dat de belangstel lende wandelaar zelfs met heel wat goeden wil nog maar moeielijk een weinigje practische zwannnenkenrus kon opdoen, maar onmogelijk is het toch niet. Verleden jaar bewonderden we een paar mooi gevormde eu prachtig ge kleurde plaatzwarnmen uit onze om geving en vergeleken ze met de po- lyporus-soorten, die zoo veelvuld g hoog in onze oude hoornen groeien, als natuurlijke consoles. Dat zijn geen paddestoelen in den gewonen zin maar ze hooren toch tot dezelfde rubriek. Op uw wandeling ontmoet go ook vaak de zeer opvallend gevormde kraakbeenzwani of Helvella. Kijk er, na dit opstel gelezen te hebben, maar eens naaruit en ge zult toegeven, dat deze mooie spore- vormer lang geen zeldzaamheid Is. Vochtige duinkantjes en dito bosch hoekjes zijn zijn meest geliefde plek jes. Als ge hem niet kent moet ge be ginnen, met alle gewoon gevormde paddestoelen voorbij tc kijkon, ook de stuifzwammen en de reuzenbole- tussoorten vergeet ge voor een oogem- blik. Plotseling zult ge dan een room kleurig fijn gevormd .rotsachtig zuil tje zien staan, ongeveer acht èi negen cM. hoog, met een drielobbigen hoed. De stoel is dik en onregelmatig bezet met grillig gevormde figuurtjes, klei ne poortjes en ruitjes, d e er een ka bouterfort van maken met kanteelen en schietgaten. Van boven tot onder is de kleur gelijk zoodat ge u niet kunt verg.ssen. Dat wonderding nu is de Helvella, de edelman onder de burgers, de eetbare onder dc veie ver giftige wonderknotsjes. i>io zachte doorschijnende kleur ein dat eigenaard.g model spreken al bijna voor zijn goede a genschappen, al zijn er vooral onder do zwammen heel wat wolven in sclxaapsklearen, getuige de smakelijk gekleurde vlie- genzwam. Juist doordat de Helvella zoo ai- wijkt van wat wij in 't algemeen on der een paddestoel verstaan valt hij ons op. Hij is een volle neef van do inonel- tje en even zonderling gebouwd. Bij de champignon, de vlegen- zwarn en meer andere zijn het vooral de straalvormig geplaatste blaadjes, die aan de onderzijde van den hoed zoo'n regeimatigen vorm geven. Ook de duizenden gaatjes, toegang gevend tot evenveel buisjes bij het bruine oeklioorntjesbrood, zijn karakteris tiek. En plaatjes en buisjes zoeketa we bij Helvella vergeefs. De gegolfde bovenzijde van den hoed is geheel overtrokken niet een vies, dat bij de morieltjo allo ruitjes vult. Onder eer. zwak microscoop al zien we, dat i.t vl.es wondermooi is gebouwd. Het is geheel bedekt met lang ge rekte knotsjes, die ook onderling nog weer veel verschillen. De uiterlijke bouw is ongeveer gelijk, maar een gedeelte der knotsen wijkt af wat den inhoud betreft Ze zijn gevuld met een achttal klei ne sporen, die we onder het micros coop bijna zien ontstaan. In do eene cel zijn sleohts enkele donkere punt- tjos op te merken, in de andere no men deze puntjes een mee'r julsten vorm aan, wat verderop zijn zo alle acht door een huidje omgeven, en nu wachten ze maar af, wat er verder over hen zal worden beslist. Plotseling is tot een algemeene u.t- zetting besloten en de langgerekte blaasjes zijn veranderd in miniatuur- kanonnen, die ieder hun acht projec tielen de wereld in jagen. Buiten komen d e kleine sporen ten slotte wel op den bosch bodem terecht en nu hangt het maar van de om standigheden af, of zoo'n ding tot ontwikkeling komt. De symbiose, die we bij do orchi deeën aantreffen, schijnt ook hier mee te werken, waardoor heel wat kweekproeven reeds zijn mislukt. Zijn de omstandigheden gunst g, dan ontwikkelt zich uit die spore een zacht, schimmelachtig dradennet dat zich doo'r den huimisrijken bodem vertakt en op zijn beurt op bepaalde tijden weer tot spontane levensuiting komt, en enkele Vruchtlichainen, de bekende porselein-fortjes, omhoog zendt Heel wat van deze zwammen kan men vinden op Boekenrode, aan de hooge kanten van die kleine kronkel- wegon. Ook bij Woestduin en het Kolkje heb ik ze vaak bij dozijnen aangetroffen, te midden van gele Cantharellussoorten en verlokkende hyooperdons. Haar familieleden de Pesiza's ont moeten we ieder jaar veelvuldig op de vocht'ge trappen, die naar Ko- ninginneduin voeren. Het zijn die fluweelzachte beker tjes, ook wel muizenoortjes genoemd, die okerkleurig zijn getint en zonder steel, dus plat op den grond zitten. Evenals Helvella hebben ook zij een klemvlies met sporejnblaasjes, maar hun vorm :s geheel anders. Deze kleine urntjes, twee A drie c.M. in doorsnede, zijn met do eerst genoemde soorten wel het gemakke lijkst te onderschelden van andere zwammen, zoodat we gemakkelijk on ze eerste waarnemingen aan hen kun nen doen. H. PEUSENS. VRAGENBUS. Den Heer P. W. de J. De Mistle toe is een gedeeltelijke woekerplant, die in Zuid-Limburg veelvuld' g voor komt op allerlei boomen. De wortels boren zich in het hout, inaaï doordat dc bladeren groen zijn, vormt de plant zelf ook zetmeel, zoodat ze niet veel schade doet. Vogels eten de bes sen en de zaden kleven met de uit werpselen aan <lo takken. In de jeugd groeit de plant langzaam. In het vier de jaar verlengt z ch het stengeltje en daarna begint <le vertakking, waardoor een dicht kluwen wordt ge vormd. H. PEUSENS. Rubriek voor Vrouwen Wintermode. Bont. Rati né. Gamee ring. Tuni ques. Goeden smaak. Van verschillende zijden wordt ons ecu koude winter voorspeld; en als die voorspellingen uitkomen, zullen we in het komend se zoen evenveel van de koude te lijden hebben, als we het in den afgeloopen zomer, van de warmte deden! Met de wintermode wordt daar reeds rekening mede gehouden, want men brengt zéér veel dikke stoffen voor eenvoudige tailleurs en ulsters, om niet te sproken van de koningin der mode „het bont". Niet alleen zijn het de lange bonten mantels, d e slechts binnen het bereik van gefor tuneerde vrouwen liggen, waarover ik spreken wil, doch over de toepas sing van het bont als garneering op onze toiletten. Men ziet bonte ran den op de voetvrije rokken, bont op cLo hoeden, bonte ècharpen, bonte moffen, bonte kragen, mouw opsla gen, ja zelfs, mantelzakken die met bont gevoeird zij'nl De lange bonte éoharpen voldoen aan een groote behoefte, want nu de moderne mantels met hun groote kra gen en revers, over de borst ais het ware ope'n vallen, doet zich meer dan oo.t de behoefte gevoelen aan iets warms' dat men om den hals slaat en over de borst kruist. Er worden in die open mantels ook veel zijden das sen of plastrons gedragen; men ziet ook befjes met staande boorden in wit en gekleurd" wollen tricot. De mantelmode heeft nu reeds haar hoogtepunt bereikt en de meeste vrou wen zijn voorzien van een grooten mantel waaronder zij gemakkelijk minder mooie rokken of costuums kunnen afdragen en er toch gekleed uitzien. Het zijn evenwel niet allen „caches misère"- die lange mantels, men ge bruikt ze evengoed om een mooi vi site-toilet te bedekken, dat te opval lend zou zijn voor de straat, of om er mee in tram of spoor plaats te nemen. Een ander doel van de lange man tels in den a.s. winter ;s, om ze over een voetvrijen rok van ratiné te dragen. De slanke lijnen toch, ma ken het dragen van moer dan één onderrok, vrijwel onmogelijk. Men heeft dus behoefte aa.n een warm kleedeaden japonrok en daarvoor is liet ratiné in de eerste plaats aan te bevelen. Het is warm, doch niet zwaar en behoeft in het geheel geen garneering. De gekleede japonnen zijn dit jaar zeer eenvoudig ;d. w. z. geen overla ding van garneersels, maar mooi, kostihaar imaiteriiaal en, ui.terst ver zorgde modellen staan op den voor grond. Ik herinner mij niet een periode in do mode, dat de tuniques zoo sterk waren ingevoerd als thans het geval is; doch daarbij valt het tevens op, dat de moderne vrouw zich veel min der slavin van de mode maakt, dan hare moeders en grootmoeders. Do moderne vrouw volgt haar eigen smaak er is in haar toilet ets sterk sprekend persoonlijks, zoodat zo niet aanvaardt wat niet in overeenstem ming is met haar figuur, omdat het mode is! We zien dat vooral met de tuniques. Kleine élégante vrouwtjes, denken er niet aan zich het silhouet te ver breken door tuniques, ze brengen de garneering onder aan den roknand aan en laten de tuniques en dra poriën voor hare groote, slanke zusters, d e vaak veel meer moeite hebben om er élégant uit te zen. We willen hier mede niets afdoen aan de imposante verschijning van een groot figuur; maar het komt heiaas zoo zelden voor dat die groote vrouwen goed gepro- portionneerd zijn. Men ziet er met lange beenen en betrekkelijk kort bo venlijf; voor haar zijn de tuniques en druperién mits mot goeden smaak aangewend een-uitkomst. l>an ziet men groote vrouwen, wier bovenlijf Ln volkomen harmonie met de been- lengte is, doch die een zeor klein hoofd hebben; zij moeten door oen pracLische coiffure en dito hoed daar aan tegemoet komen. Weer anderen, moeten de drapeering ook op de tail les toepassen en vinden in franje- garnee'ring en fichu Marie-Antoinette prachtige hulpmiddelen. Mijn geachte lezeressen zullen dus overtuigd zijn, dat alles gelegen is in goeden persoonlijken smaak en zij, die zich bewust zijn geen goeden kijk op do di ngen te hebben, moeten zich liever door een ervaren oostumière late nraden, dan zondigen tegen goe den smaak en éléguncc. Het komt er dus op aan, een zekere mate van zelf kennis te bezitten om een en ander te beoordeelen. Smaak is *ets eigenaardigs; als men dien bezit, kan men hem verfijnen en dutw.kkelen, doch wier» goede smaak met is aangeboren, zal zich dien zel den eigen maken. Reeds bij jonge kin deren kon men opmerken of zij al of niet een goeden smaak hebben. MARIE VAN AMSTEL. De gestoorde huwelijks voltrekking. Humoreske. Uit het Engclsch. Meneer Mark Merry keek zeer ver ontwaardigd op zijn Jongen, elegan- ten bezoeker neer. Een buitengewone onbeschaamd heid van ui U wilt met mijn dochter trouwen! Met mijn Maud! Den vader ruin ©oren en met de dochter trou wen! schreeuwde hij, voortdurend meer opgewonden. Als ge maar een vonkje verstand in uw hersens hadt, moest ge zelf begrijpen, dat :k mijn I dochter liever aan den vuilste'n schoorsteenveger tot vrouw zou geven dan aan u. Het spijt me, dat ik aanleiding gegeven heb... Aanleiding! brulde Merry, tot den bédelstaf hebt ge mij gebraohtl Volkomen letterlijk mocht deze bewe ring niet worden opgevat, want den vor.gen dag had de oude Merry zich een n euwe auto aangeschaft, waar van de prijs een klein kapitaal be droeg. Twee jaar geleden, vervolgde hij woedend, zaagt ge in elke straat oen geheel bezette Merry-omnibus. Waar zijn ze thans? Dank zij uw verwenscb- le electrische... U bent onrechtvaardig meneer Merry, protesteerde Guy Maxwell. Mij behoort toch de electrische niet toe. Als ingenieur ben ik slechts een be ambte van de maatschappij en als zoodan g moet ik mijn plicht vervul len. Ge verliest uw kostbaren tijd, viel Merry hem in de rede. Ge hebt mij om de hand van mijn dochter ge vraagd. Mijn antwoord is: Neen! en nogmaals neen. Is u dat voldoende? Volstrekt niet, antwoordde Guy haastig. Er ligt ons veel aan uw toestem ming gelegen, maar als het niet an ders gaat, zullen wij ook zonder Ge denkt aan oom Richard's tes tament, viel Mark Merry hem dr ftig in de rede. Ja, Guy dacht aan oom Richard's testament. Mauds oom was een man met ecto warm hart geweest. Daar hij zelf in zijn jeugd het meisje zijner keuze geschaakt had en het huwelük zeer gelukkig uitviel, beweerde hij steeds» dat strenge ouders het geluk hunner 'kinderen niet wisten te be oordeelen. Al de sympath e van den ki'nderlnozen man behoorde aan zijn nicht Maud, d;e hij dikwijls vermaan de om alleen overeenkomstig eigen wil en wensch te trouwen en zich geen protest van haar familie en vooral niet van haar e geuzuin.gen vader te laten welgevallen. Daar me neer Richard Merry het karakter van zijn broer zeer nauwkeurig kende, verwachtte hij in de toekomst moei lijkheden. Hij bepaalde daarom, dat Maud, wanneer zo tegen den zin van haar vader trouwde, behalve haar aanzienlijk erfdeel nog vijfduizend pond extra zou krijgen. Als echte sportsman besloot oom eohter om ook zijn broer een kans up de overwinning te geven, vooral om dat hij stellig geloofde, dat Mand .n den wedstrijd de zege zou behalen. Mauds vader behoefde niets anders te doen om de vijfduizend pond in zijn j bezit te krijgen, dan bijtijds bij de 1 huwelijksvoltrekking te komen en bij J den geestelijke te protesteeren. 1 Go denkt aan oom Richard's testament, herhaalde Mark Merry. Verbeeldt go u werkelijk dat ge mij voor een tweeden keer de baas zoudt kunnen worden? Dezen keer verslaat Maxwell Merry niet. Als hij dat wel klaar speelt, vergeef ik u alles. Is u dat ernst"? U vergeeft ons al les, wanneer we u door list de baas warden? Volkomen ernst Wat heb je daar Marie? Meneer Mark Merry had zoo pas bet knappe d'enstmeisje zichtbaar verlegen bij de huisdeur getroffen. Mano was ln haar beste pak en hield oen briefje in de hand. Ik... ik... ik weet niet, gaf ze sta melend ten antwoord. Ik... ik.... ik iKib het jriet geop§nd. Misschien heeft do bode mij voor... voor iemand ande'rs aangezien. Ik wilde juist weg gaan, toen drukte mij iemand iets in de hand. riep: „voor de juffrouw!" en liep weg. Mark Merry trok een boos gezicht; hij verkeerde volstrekt niet in twijfel zooals Marie. Hm, zei hij. 't Zal het beste zijn, dat je mij den brief geeft. Ik zal hem aan degene, voor wicn hij bestemd ia afleveren. In zijn kamer opende bij het brief je. „Mijn lief", las hij, „Alles is voor bereid. Ik leen Wolmer's auto, d.o de snelste is ln den boelen omtrek van Threlford. Zoodra je goed en wel het huis uit bent, kan het er op los gaan. Jou wensch wordt vervuld: het wordt een romanksche Bruiloft mot eon schaking per automobiel. Ik ver wacht je, zooals afgesproken is, Don derdagmorgen om half tien. De do- miné wacht in de kerk van Wrexley. Altijd je Guy. Slim! mompelde meneer Merry Hij maakte den brief zorgvuldig weer dicht. Het dienstmeisje verscheen, toen hij schelde verbazend spoedig. Ik geloof, Marie, begon meneer Merry heel deftig, dat het wel het beste zal zijn, wanneer jij dit aan juffrouw Maud brengt. Vergeet het niet; de brief werd je zoo juist over handigd; k heb hem niet ïn handen gehad. Begrijp je mij goed? Marie verdween. Mark Merry zou i zeer verbaasd geweest zijn, wanneer hij had kunnen zien, hoe Marie Mo- risson een minuut later het couvert openmaakte en den brief oplettend woord voor woord in zich opnam. Eerst daarna ging zo de trap op en begaf zich naar de kamer van juf frouw Maud. Onderwijl had Mark Merry zijn chauffeur Blako laten roepen. Was je vroeger n et in dienst bij Walmer? Ja, meneer. Je kent zijn auto? Zeiter meneer. Hoe verhoudt ze zich wal de snelheid betreft tot mijn „Zwaluw Slecht, meneet. Uw auto is de snelste in 't heele district. Als we hem acht mijlen voorsprong geven, hebben we het dadelijk weer inge haald. Goed, zeer goed. Meneer Merry had een langdurig vertiromvcliik onderhoud met Blako die zijn meester nog nooit in zoo'n vroolijk© stemmng had gezien, Ren je zeker, dat wij ze inhalen, Blake? Blake keek den witten grintweg langs en glimlachte. Zoodra u het wenscht, meneer, antwoordde hij. Om dit te bewijzen vermeerderd© hij de snelhed een weinig, en de af stand tusschen de „Zwaluw" en een stofwolk, d.e op aanmerkeiijken af stand voor haar omhoog vloog, ver minderde zienderoogen. Het zal gaan, Blake, ze: meneer Merry lachend. Het is niet noodig, dat we lien voorkomen, wij moeten hen alleen maar in 't oog houden. Hij ging gemakkelijk in de kussens achterover liggen en maakte alleen nog maar de opmerking, dut de eerst olgende uren voor zeker iemand een merkwaardige verrassing zouden brengen. Het geheim van de huwelijksvol trekking in de kerk van Wrexley was oogenscliijnlijk uitgelekt; een groot aantal bewoners stond om het ge bouw heen, toen de auto van Merry naast die van Walmer stilhield. Meneer Merry stapte int en ging langs het kiezelpad. En Blake? Wel, mr. Blake was ook een sV -mi mensch. Hij zag, dat er niemand op Walmers auto paste; als die een paar m'nuten alleen kon staan, dan kon de andere het ook. Hij sprong ér dus ook uit en snelde naar de kerkdeur. Het was maar een enkele blik, die hem vergund was, maar Blake zal de zen korten blik nooit vergeten. Nog heden lacht hij daverend, als hij er aan denkt Mark Merry stapte naar het altaar met pet en autobril in de hand. Met een luide stem, zoodat de geestelijke en het publiek een schrik kregen, riep hij: Ik protesteer tegen deze... Vorder kwam hij n et. De geeste lijke zag hem met zacht verwijtenden blik aan. De bruid keek schuchter over haar schouder. Do bruidegom sprong op. Maar toch was Mark Mc-rry's ver bazing nog veel grooter, want dezo bruid was niemand anders dan zijn dienstmeisje Marie Morlsson, en de toekomstige echtgenoot noemde z'ch Gray en was Walmei's ehauffeyr. Me'neo'r Merry zag niet, dat de goe dig uitziende geestelijke om ophelde ring vroeg. Met de oogen strak op het jonge paar gericht, trok hij zich langzaam terug. Toen hij gelukkig de kerkdeur be reikt had. draaide hij zich om mi 1 ep zoo snel hij kon naar zijn auto, mid den tusschen de ontzet op zij sprin gende dorpsbewoners door. Aan het gesprok over den „kraiiizln'nige" in de auto, d e bij de huwelijksvoltrek king van Jim Gray verscheen, kwam geen einde meer. Blake zat op zijn plaats. Zwijgend reden zo weg. Nu begreep Mark Merry alles. Den slecht geschreven br.ef, de onlees bare onderteekening Gray, waar hij Guy van had gemaakt, oiuda'. hu z.ch in zijn gedachten de zaak zoo had uitgelegd. Alles was hem plotseling volkomen duidelijk. Hij pakte den chauffeur met zooveel kracht bij den arm, dat de auto bijna in de sloot terecht was gekomen. Naar huis Blako, brulde hij, vlug. Bij aankomst werden ze hartelijk welkom geheeten door meneer en me- 'rouvv Maxwell. Terwijl de elegante „Zwaluw" met groote snelheid meneer Merry naar de kerk in Wrexley had gebracht, waren de minnenden per electrische uitgegaan om zich te latgn trouwen. De belangstelling van den vader ïn Marie's onschuldige romantiek had hun de golegenhe.d daarvoor ver schaft Meneer Merry was zeer, zeer ont stemd. Alles zou ik kunnen vergeven, maar niet de electrische. Waarom ben jullie niet de electnsohe gegaan? In den loop der jaren heeft hij ech ter ook dit leeren vergeven. (N. v. h. N.) De dubbelganger van dsn kassier. L Thomas Darwin was kassier bij een der grootste banken ie Londen, eu be zat een karakter, dat men gewoonlijk als eigenaardig beschouwde. Hij was lil. een in zichzelf gekoerd, stil man, dio zelden sprak over iets anders dan over dienstzaken. Ja, men beweerde zelfs., dat hij zijn pen niet achter zijn oor, maar in den mond droeg, om ieder verlangen naar een praatje te kunnen weerstaan. Daar hij zijn werk met groote nauwgezetheid deed, noem de men hem Darwin do Automaat. Op zekeren dag verliet Thomas Darwin zijn huis, <>rn met den trein naar Li verpool Street te gaan. De trein ver trok om 8,5met vroeger oh niet la ter, en toch was voor de eerste maal Darwin du Automaat niet op tijd. De omstandigheden, die gewichtig geuueg waren gebleken om zelfs (ie automatische regelmatigheid van Tho mas Darwin te verstoren, waren de volgende. Men wist niet voel van de lielnebbenicu van Darwin, doch wat men van hem wist was. dat hij eon groote voorliefde had voor vogels, spe ciaal voor kanaries. Op dien morgen staple Darwin als gewoonlijk naar den trein, toen eens klaps oen werkman, slaande voor ©en leeg huis, op hem toeschoot. Hij was een stucadoor ©n had do gebruikte witkwast nog in de hand. Mijnheer Darwin, zei hij opge wonden, boven op den zolder zit een vcgel, ik geloof, het is een kanarie. Hij is door het open raam gevlogen. Mis schien is liet wat voor u. Darwin had don man nog nooit ge zien. doch daar hij in de buurt een be kende persoonlijkheid was, verwon derde liii zich daarover niet. Hij keek op zijn horloge. Ik heb slechts ©enige minuten den tijd. zei hij, en het is vrij hoog. Houd den vogel totdat ik terugkom of breng hem naar mijn huis. Om zes uur kom ik terug. De eerlnke werkman schudde het hoofd. Ik geloof niet, dat het. arme beest het zoo lang uithoudt, mijnheer. Het fladdert zoo angstig en ik kan nu niet weg. Wanneer het diertje tot zes uur vanavond opgesloten blijft, dan is hut dood. dal verzeker ik u. Maar laat ik u niet uphouden. Darwin aarzelde. Hij had nog slechts zes minuten tijd. De stukadoor kuierde reeds langzaam terug naar 't huis. De kassier besloot hem te vol gen, en was ln een paar stappen bij hem. Hier langs, mijnheer, zei do werkman, terwijl zij de trappen op klommen. nas u er op, het is hier nog al donker. Plotseling hoorden zij een hevigen slag alsof ©en deur met kracht werd dichtgeslagen. O, dat komt van den' wind, zei do stukadoor, ziende, dat Darwin eenlgs- zins verdacht omkeek. .,Het is zulk een vreemd huis". En een „vreemd huis" was het ze ker. want waar de zware deur met een luiden slug dichtsloeg door den wind, daar bewogen zelfs dc bladeren niet van den noteboom in den tuin. De vogel is in deze kamer, zeide Darwin's "ids, toen men dc laatste trap was opgeklommen. „Ga u bin nen". Durwin deed dit en de ander sloot terstond de deur niet alleen, maar draaide ook het slot om en stak don sleutel in zijn zak. Wat doe je daar nu, man vroeg Darwin ongeduldig. Ik sluit de deur. om alle ongeluk ken te voorkomen. Ik zou niet gaarne willen, dat na al deze moeite de vogel 1,1 g imts:i;>t0, ....Ji-.uej DalWlfl.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 15