BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
29a Jaargang.
ZATERDAG 11 NOVEMBER 1911
No. 8710
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
f 1.20 PER 8 BAANDEN
CF 10 CENT PER WEEK.
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN
ADVERTENT1EN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Het Rijke Natuurleven
IIELVELLA'S.
Als de versch gevallen hladereln
oog als zelfstandige diingen den grond
bedekken en de wind nog met hen
stoeit, hen opdwarrelt en weer los
laat, ver van Gen boom, die maanden
achtereen mot hen werkte aan den
opbouw van nieuwe cellen, dan is,
zooals wij op iedere wandeling kun
nen zien, ook het leger der padde
stoelen ontwaakt en hun wit en rose,
hun rood en groen geeft aan den bo
dem van het woud iets mystieks, iets
Spi>okjeéachrtilgs, dat onwillekeurig
de aandacht trekt.
Kinderen, In hun nletn ontziende
vernielingswoede, moeten ze omtrap
pen, volwassenen moeten oen oogen-
bl k stilstaan om over het vreemde
en geheima'nnige wat uit te weiden.
Vanwaar komen al die hoedjes en
knotsjes, die bekers en plaatjes zoo
gauw te voorschijn?
„Uit den grond" beweert men en
vindt dat het probleem dan genoeg
zaam is opgelost.
Men gaat vorder, zet den wandel
stok in den brninen hoed van een
boletus, probeert met den voet de
mate van rijpheid van een stuifzwam
en zet dan de wandeling voort, nog
gestijfd in zijn meening, dat er geen
touw aan vast is te knoopen, en over
tuigd dat die dingen als raadselen
zijn ontstaan om ook als raadselen
weer te verdwijnen.
Nu is het waar, dat de belangstel
lende wandelaar zelfs met heel wat
goeden wil nog maar moeielijk een
weinigje practische zwannnenkenrus
kon opdoen, maar onmogelijk is het
toch niet.
Verleden jaar bewonderden we een
paar mooi gevormde eu prachtig ge
kleurde plaatzwarnmen uit onze om
geving en vergeleken ze met de po-
lyporus-soorten, die zoo veelvuld g
hoog in onze oude hoornen groeien,
als natuurlijke consoles. Dat zijn
geen paddestoelen in den gewonen
zin maar ze hooren toch tot dezelfde
rubriek.
Op uw wandeling ontmoet go ook
vaak de zeer opvallend gevormde
kraakbeenzwani of Helvella.
Kijk er, na dit opstel gelezen te
hebben, maar eens naaruit en ge
zult toegeven, dat deze mooie spore-
vormer lang geen zeldzaamheid Is.
Vochtige duinkantjes en dito bosch
hoekjes zijn zijn meest geliefde plek
jes.
Als ge hem niet kent moet ge be
ginnen, met alle gewoon gevormde
paddestoelen voorbij tc kijkon, ook
de stuifzwammen en de reuzenbole-
tussoorten vergeet ge voor een oogem-
blik.
Plotseling zult ge dan een room
kleurig fijn gevormd .rotsachtig zuil
tje zien staan, ongeveer acht èi negen
cM. hoog, met een drielobbigen hoed.
De stoel is dik en onregelmatig bezet
met grillig gevormde figuurtjes, klei
ne poortjes en ruitjes, d e er een ka
bouterfort van maken met kanteelen
en schietgaten. Van boven tot onder
is de kleur gelijk zoodat ge u niet
kunt verg.ssen. Dat wonderding nu
is de Helvella, de edelman onder de
burgers, de eetbare onder dc veie ver
giftige wonderknotsjes.
i>io zachte doorschijnende kleur ein
dat eigenaard.g model spreken al
bijna voor zijn goede a genschappen,
al zijn er vooral onder do zwammen
heel wat wolven in sclxaapsklearen,
getuige de smakelijk gekleurde vlie-
genzwam.
Juist doordat de Helvella zoo ai-
wijkt van wat wij in 't algemeen on
der een paddestoel verstaan valt hij
ons op.
Hij is een volle neef van do inonel-
tje en even zonderling gebouwd.
Bij de champignon, de vlegen-
zwarn en meer andere zijn het vooral
de straalvormig geplaatste blaadjes,
die aan de onderzijde van den hoed
zoo'n regeimatigen vorm geven. Ook
de duizenden gaatjes, toegang gevend
tot evenveel buisjes bij het bruine
oeklioorntjesbrood, zijn karakteris
tiek. En plaatjes en buisjes zoeketa
we bij Helvella vergeefs.
De gegolfde bovenzijde van den
hoed is geheel overtrokken niet een
vies, dat bij de morieltjo allo ruitjes
vult. Onder eer. zwak microscoop al
zien we, dat i.t vl.es wondermooi is
gebouwd.
Het is geheel bedekt met lang ge
rekte knotsjes, die ook onderling nog
weer veel verschillen. De uiterlijke
bouw is ongeveer gelijk, maar een
gedeelte der knotsen wijkt af wat den
inhoud betreft
Ze zijn gevuld met een achttal klei
ne sporen, die we onder het micros
coop bijna zien ontstaan. In do eene
cel zijn sleohts enkele donkere punt-
tjos op te merken, in de andere no
men deze puntjes een mee'r julsten
vorm aan, wat verderop zijn zo alle
acht door een huidje omgeven, en nu
wachten ze maar af, wat er verder
over hen zal worden beslist.
Plotseling is tot een algemeene u.t-
zetting besloten en de langgerekte
blaasjes zijn veranderd in miniatuur-
kanonnen, die ieder hun acht projec
tielen de wereld in jagen.
Buiten komen d e kleine sporen ten
slotte wel op den bosch bodem terecht
en nu hangt het maar van de om
standigheden af, of zoo'n ding tot
ontwikkeling komt.
De symbiose, die we bij do orchi
deeën aantreffen, schijnt ook hier
mee te werken, waardoor heel wat
kweekproeven reeds zijn mislukt.
Zijn de omstandigheden gunst g,
dan ontwikkelt zich uit die spore een
zacht, schimmelachtig dradennet dat
zich doo'r den huimisrijken bodem
vertakt en op zijn beurt op bepaalde
tijden weer tot spontane levensuiting
komt, en enkele Vruchtlichainen, de
bekende porselein-fortjes, omhoog
zendt
Heel wat van deze zwammen kan
men vinden op Boekenrode, aan de
hooge kanten van die kleine kronkel-
wegon. Ook bij Woestduin en het
Kolkje heb ik ze vaak bij dozijnen
aangetroffen, te midden van gele
Cantharellussoorten en verlokkende
hyooperdons.
Haar familieleden de Pesiza's ont
moeten we ieder jaar veelvuldig op
de vocht'ge trappen, die naar Ko-
ninginneduin voeren.
Het zijn die fluweelzachte beker
tjes, ook wel muizenoortjes genoemd,
die okerkleurig zijn getint en zonder
steel, dus plat op den grond zitten.
Evenals Helvella hebben ook zij een
klemvlies met sporejnblaasjes, maar
hun vorm :s geheel anders.
Deze kleine urntjes, twee A drie
c.M. in doorsnede, zijn met do eerst
genoemde soorten wel het gemakke
lijkst te onderschelden van andere
zwammen, zoodat we gemakkelijk on
ze eerste waarnemingen aan hen kun
nen doen.
H. PEUSENS.
VRAGENBUS.
Den Heer P. W. de J. De Mistle
toe is een gedeeltelijke woekerplant,
die in Zuid-Limburg veelvuld' g voor
komt op allerlei boomen. De wortels
boren zich in het hout, inaaï doordat
dc bladeren groen zijn, vormt de
plant zelf ook zetmeel, zoodat ze niet
veel schade doet. Vogels eten de bes
sen en de zaden kleven met de uit
werpselen aan <lo takken. In de jeugd
groeit de plant langzaam. In het vier
de jaar verlengt z ch het stengeltje
en daarna begint <le vertakking,
waardoor een dicht kluwen wordt ge
vormd.
H. PEUSENS.
Rubriek voor Vrouwen
Wintermode. Bont. Rati
né. Gamee ring. Tuni
ques. Goeden smaak.
Van verschillende zijden wordt ons
ecu koude winter voorspeld; en als
die voorspellingen uitkomen, zullen
we in het komend se zoen evenveel
van de koude te lijden hebben, als
we het in den afgeloopen zomer, van
de warmte deden!
Met de wintermode wordt daar
reeds rekening mede gehouden, want
men brengt zéér veel dikke stoffen
voor eenvoudige tailleurs en ulsters,
om niet te sproken van de koningin
der mode „het bont". Niet alleen zijn
het de lange bonten mantels, d e
slechts binnen het bereik van gefor
tuneerde vrouwen liggen, waarover
ik spreken wil, doch over de toepas
sing van het bont als garneering op
onze toiletten. Men ziet bonte ran
den op de voetvrije rokken, bont op
cLo hoeden, bonte ècharpen, bonte
moffen, bonte kragen, mouw opsla
gen, ja zelfs, mantelzakken die met
bont gevoeird zij'nl
De lange bonte éoharpen voldoen
aan een groote behoefte, want nu de
moderne mantels met hun groote kra
gen en revers, over de borst ais het
ware ope'n vallen, doet zich meer dan
oo.t de behoefte gevoelen aan iets
warms' dat men om den hals slaat en
over de borst kruist. Er worden in
die open mantels ook veel zijden das
sen of plastrons gedragen; men ziet
ook befjes met staande boorden in
wit en gekleurd" wollen tricot.
De mantelmode heeft nu reeds haar
hoogtepunt bereikt en de meeste vrou
wen zijn voorzien van een grooten
mantel waaronder zij gemakkelijk
minder mooie rokken of costuums
kunnen afdragen en er toch gekleed
uitzien.
Het zijn evenwel niet allen „caches
misère"- die lange mantels, men ge
bruikt ze evengoed om een mooi vi
site-toilet te bedekken, dat te opval
lend zou zijn voor de straat, of om
er mee in tram of spoor plaats te
nemen.
Een ander doel van de lange man
tels in den a.s. winter ;s, om ze over
een voetvrijen rok van ratiné te
dragen. De slanke lijnen toch, ma
ken het dragen van moer dan één
onderrok, vrijwel onmogelijk. Men
heeft dus behoefte aa.n een warm
kleedeaden japonrok en daarvoor is
liet ratiné in de eerste plaats aan te
bevelen. Het is warm, doch niet
zwaar en behoeft in het geheel geen
garneering.
De gekleede japonnen zijn dit jaar
zeer eenvoudig ;d. w. z. geen overla
ding van garneersels, maar mooi,
kostihaar imaiteriiaal en, ui.terst ver
zorgde modellen staan op den voor
grond.
Ik herinner mij niet een periode in
do mode, dat de tuniques zoo sterk
waren ingevoerd als thans het geval
is; doch daarbij valt het tevens op,
dat de moderne vrouw zich veel min
der slavin van de mode maakt, dan
hare moeders en grootmoeders. Do
moderne vrouw volgt haar eigen
smaak er is in haar toilet ets sterk
sprekend persoonlijks, zoodat zo niet
aanvaardt wat niet in overeenstem
ming is met haar figuur, omdat het
mode is! We zien dat vooral met de
tuniques.
Kleine élégante vrouwtjes, denken
er niet aan zich het silhouet te ver
breken door tuniques, ze brengen de
garneering onder aan den roknand
aan en laten de tuniques en dra poriën
voor hare groote, slanke zusters, d e
vaak veel meer moeite hebben om er
élégant uit te zen. We willen hier
mede niets afdoen aan de imposante
verschijning van een groot figuur;
maar het komt heiaas zoo zelden voor
dat die groote vrouwen goed gepro-
portionneerd zijn. Men ziet er met
lange beenen en betrekkelijk kort bo
venlijf; voor haar zijn de tuniques en
druperién mits mot goeden smaak
aangewend een-uitkomst. l>an ziet
men groote vrouwen, wier bovenlijf
Ln volkomen harmonie met de been-
lengte is, doch die een zeor klein
hoofd hebben; zij moeten door oen
pracLische coiffure en dito hoed daar
aan tegemoet komen. Weer anderen,
moeten de drapeering ook op de tail
les toepassen en vinden in franje-
garnee'ring en fichu Marie-Antoinette
prachtige hulpmiddelen.
Mijn geachte lezeressen zullen dus
overtuigd zijn, dat alles gelegen is in
goeden persoonlijken smaak en zij,
die zich bewust zijn geen goeden kijk
op do di ngen te hebben, moeten zich
liever door een ervaren oostumière
late nraden, dan zondigen tegen goe
den smaak en éléguncc. Het komt er
dus op aan, een zekere mate van zelf
kennis te bezitten om een en ander
te beoordeelen.
Smaak is *ets eigenaardigs; als men
dien bezit, kan men hem verfijnen en
dutw.kkelen, doch wier» goede smaak
met is aangeboren, zal zich dien zel
den eigen maken. Reeds bij jonge kin
deren kon men opmerken of zij al of
niet een goeden smaak hebben.
MARIE VAN AMSTEL.
De gestoorde huwelijks
voltrekking.
Humoreske. Uit het Engclsch.
Meneer Mark Merry keek zeer ver
ontwaardigd op zijn Jongen, elegan-
ten bezoeker neer.
Een buitengewone onbeschaamd
heid van ui U wilt met mijn dochter
trouwen! Met mijn Maud! Den vader
ruin ©oren en met de dochter trou
wen! schreeuwde hij, voortdurend
meer opgewonden. Als ge maar een
vonkje verstand in uw hersens hadt,
moest ge zelf begrijpen, dat :k mijn I
dochter liever aan den vuilste'n
schoorsteenveger tot vrouw zou geven
dan aan u.
Het spijt me, dat ik aanleiding
gegeven heb...
Aanleiding! brulde Merry, tot
den bédelstaf hebt ge mij gebraohtl
Volkomen letterlijk mocht deze bewe
ring niet worden opgevat, want den
vor.gen dag had de oude Merry zich
een n euwe auto aangeschaft, waar
van de prijs een klein kapitaal be
droeg.
Twee jaar geleden, vervolgde hij
woedend, zaagt ge in elke straat oen
geheel bezette Merry-omnibus. Waar
zijn ze thans? Dank zij uw verwenscb-
le electrische...
U bent onrechtvaardig meneer
Merry, protesteerde Guy Maxwell. Mij
behoort toch de electrische niet toe.
Als ingenieur ben ik slechts een be
ambte van de maatschappij en als
zoodan g moet ik mijn plicht vervul
len.
Ge verliest uw kostbaren tijd,
viel Merry hem in de rede. Ge hebt
mij om de hand van mijn dochter ge
vraagd. Mijn antwoord is: Neen! en
nogmaals neen. Is u dat voldoende?
Volstrekt niet, antwoordde Guy
haastig.
Er ligt ons veel aan uw toestem
ming gelegen, maar als het niet an
ders gaat, zullen wij ook zonder
Ge denkt aan oom Richard's tes
tament, viel Mark Merry hem dr ftig
in de rede.
Ja, Guy dacht aan oom Richard's
testament. Mauds oom was een man
met ecto warm hart geweest. Daar hij
zelf in zijn jeugd het meisje zijner
keuze geschaakt had en het huwelük
zeer gelukkig uitviel, beweerde hij
steeds» dat strenge ouders het geluk
hunner 'kinderen niet wisten te be
oordeelen. Al de sympath e van den
ki'nderlnozen man behoorde aan zijn
nicht Maud, d;e hij dikwijls vermaan
de om alleen overeenkomstig eigen
wil en wensch te trouwen en zich
geen protest van haar familie en
vooral niet van haar e geuzuin.gen
vader te laten welgevallen. Daar me
neer Richard Merry het karakter van
zijn broer zeer nauwkeurig kende,
verwachtte hij in de toekomst moei
lijkheden. Hij bepaalde daarom, dat
Maud, wanneer zo tegen den zin van
haar vader trouwde, behalve haar
aanzienlijk erfdeel nog vijfduizend
pond extra zou krijgen.
Als echte sportsman besloot oom
eohter om ook zijn broer een kans up
de overwinning te geven, vooral om
dat hij stellig geloofde, dat Mand .n
den wedstrijd de zege zou behalen.
Mauds vader behoefde niets anders te
doen om de vijfduizend pond in zijn
j bezit te krijgen, dan bijtijds bij de
1 huwelijksvoltrekking te komen en bij
J den geestelijke te protesteeren.
1 Go denkt aan oom Richard's
testament, herhaalde Mark Merry.
Verbeeldt go u werkelijk dat ge mij
voor een tweeden keer de baas zoudt
kunnen worden? Dezen keer verslaat
Maxwell Merry niet. Als hij dat wel
klaar speelt, vergeef ik u alles.
Is u dat ernst"? U vergeeft ons al
les, wanneer we u door list de baas
warden?
Volkomen ernst
Wat heb je daar Marie?
Meneer Mark Merry had zoo pas
bet knappe d'enstmeisje zichtbaar
verlegen bij de huisdeur getroffen.
Mano was ln haar beste pak en hield
oen briefje in de hand.
Ik... ik... ik weet niet, gaf ze sta
melend ten antwoord. Ik... ik.... ik
iKib het jriet geop§nd. Misschien
heeft do bode mij voor... voor iemand
ande'rs aangezien. Ik wilde juist weg
gaan, toen drukte mij iemand iets in
de hand. riep: „voor de juffrouw!" en
liep weg.
Mark Merry trok een boos gezicht;
hij verkeerde volstrekt niet in twijfel
zooals Marie.
Hm, zei hij. 't Zal het beste zijn,
dat je mij den brief geeft. Ik zal hem
aan degene, voor wicn hij bestemd ia
afleveren.
In zijn kamer opende bij het brief
je.
„Mijn lief", las hij, „Alles is voor
bereid. Ik leen Wolmer's auto, d.o
de snelste is ln den boelen omtrek
van Threlford. Zoodra je goed en wel
het huis uit bent, kan het er op los
gaan. Jou wensch wordt vervuld: het
wordt een romanksche Bruiloft mot
eon schaking per automobiel. Ik ver
wacht je, zooals afgesproken is, Don
derdagmorgen om half tien. De do-
miné wacht in de kerk van Wrexley.
Altijd je Guy.
Slim! mompelde meneer Merry
Hij maakte den brief zorgvuldig weer
dicht.
Het dienstmeisje verscheen, toen
hij schelde verbazend spoedig.
Ik geloof, Marie, begon meneer
Merry heel deftig, dat het wel het
beste zal zijn, wanneer jij dit aan
juffrouw Maud brengt. Vergeet het
niet; de brief werd je zoo juist over
handigd; k heb hem niet ïn handen
gehad. Begrijp je mij goed?
Marie verdween. Mark Merry zou i
zeer verbaasd geweest zijn, wanneer
hij had kunnen zien, hoe Marie Mo-
risson een minuut later het couvert
openmaakte en den brief oplettend
woord voor woord in zich opnam.
Eerst daarna ging zo de trap op en
begaf zich naar de kamer van juf
frouw Maud.
Onderwijl had Mark Merry zijn
chauffeur Blako laten roepen.
Was je vroeger n et in dienst bij
Walmer?
Ja, meneer.
Je kent zijn auto?
Zeiter meneer.
Hoe verhoudt ze zich wal de
snelheid betreft tot mijn „Zwaluw
Slecht, meneet. Uw auto is de
snelste in 't heele district. Als we
hem acht mijlen voorsprong geven,
hebben we het dadelijk weer inge
haald.
Goed, zeer goed.
Meneer Merry had een langdurig
vertiromvcliik onderhoud met Blako
die zijn meester nog nooit in zoo'n
vroolijk© stemmng had gezien,
Ren je zeker, dat wij ze inhalen,
Blake?
Blake keek den witten grintweg
langs en glimlachte.
Zoodra u het wenscht, meneer,
antwoordde hij.
Om dit te bewijzen vermeerderd©
hij de snelhed een weinig, en de af
stand tusschen de „Zwaluw" en een
stofwolk, d.e op aanmerkeiijken af
stand voor haar omhoog vloog, ver
minderde zienderoogen.
Het zal gaan, Blake, ze: meneer
Merry lachend. Het is niet noodig,
dat we lien voorkomen, wij moeten
hen alleen maar in 't oog houden.
Hij ging gemakkelijk in de kussens
achterover liggen en maakte alleen
nog maar de opmerking, dut de eerst
olgende uren voor zeker iemand een
merkwaardige verrassing zouden
brengen.
Het geheim van de huwelijksvol
trekking in de kerk van Wrexley was
oogenscliijnlijk uitgelekt; een groot
aantal bewoners stond om het ge
bouw heen, toen de auto van Merry
naast die van Walmer stilhield.
Meneer Merry stapte int en ging
langs het kiezelpad. En Blake? Wel,
mr. Blake was ook een sV -mi
mensch. Hij zag, dat er niemand op
Walmers auto paste; als die een paar
m'nuten alleen kon staan, dan kon
de andere het ook. Hij sprong ér dus
ook uit en snelde naar de kerkdeur.
Het was maar een enkele blik, die
hem vergund was, maar Blake zal de
zen korten blik nooit vergeten. Nog
heden lacht hij daverend, als hij er
aan denkt
Mark Merry stapte naar het altaar
met pet en autobril in de hand. Met
een luide stem, zoodat de geestelijke
en het publiek een schrik kregen,
riep hij:
Ik protesteer tegen deze...
Vorder kwam hij n et. De geeste
lijke zag hem met zacht verwijtenden
blik aan. De bruid keek schuchter
over haar schouder. Do bruidegom
sprong op.
Maar toch was Mark Mc-rry's ver
bazing nog veel grooter, want dezo
bruid was niemand anders dan zijn
dienstmeisje Marie Morlsson, en
de toekomstige echtgenoot noemde
z'ch Gray en was Walmei's ehauffeyr.
Me'neo'r Merry zag niet, dat de goe
dig uitziende geestelijke om ophelde
ring vroeg. Met de oogen strak op
het jonge paar gericht, trok hij zich
langzaam terug.
Toen hij gelukkig de kerkdeur be
reikt had. draaide hij zich om mi 1 ep
zoo snel hij kon naar zijn auto, mid
den tusschen de ontzet op zij sprin
gende dorpsbewoners door. Aan het
gesprok over den „kraiiizln'nige" in
de auto, d e bij de huwelijksvoltrek
king van Jim Gray verscheen, kwam
geen einde meer.
Blake zat op zijn plaats. Zwijgend
reden zo weg.
Nu begreep Mark Merry alles. Den
slecht geschreven br.ef, de onlees
bare onderteekening Gray, waar hij
Guy van had gemaakt, oiuda'. hu z.ch
in zijn gedachten de zaak zoo had
uitgelegd.
Alles was hem plotseling volkomen
duidelijk. Hij pakte den chauffeur
met zooveel kracht bij den arm, dat
de auto bijna in de sloot terecht was
gekomen.
Naar huis Blako, brulde hij,
vlug.
Bij aankomst werden ze hartelijk
welkom geheeten door meneer en me-
'rouvv Maxwell.
Terwijl de elegante „Zwaluw" met
groote snelheid meneer Merry naar
de kerk in Wrexley had gebracht,
waren de minnenden per electrische
uitgegaan om zich te latgn trouwen.
De belangstelling van den vader ïn
Marie's onschuldige romantiek had
hun de golegenhe.d daarvoor ver
schaft
Meneer Merry was zeer, zeer ont
stemd.
Alles zou ik kunnen vergeven,
maar niet de electrische. Waarom
ben jullie niet de electnsohe gegaan?
In den loop der jaren heeft hij ech
ter ook dit leeren vergeven.
(N. v. h. N.)
De dubbelganger van
dsn kassier.
L
Thomas Darwin was kassier bij een
der grootste banken ie Londen, eu be
zat een karakter, dat men gewoonlijk
als eigenaardig beschouwde. Hij was
lil. een in zichzelf gekoerd, stil man,
dio zelden sprak over iets anders dan
over dienstzaken. Ja, men beweerde
zelfs., dat hij zijn pen niet achter zijn
oor, maar in den mond droeg, om
ieder verlangen naar een praatje te
kunnen weerstaan. Daar hij zijn werk
met groote nauwgezetheid deed, noem
de men hem Darwin do Automaat. Op
zekeren dag verliet Thomas Darwin
zijn huis, <>rn met den trein naar Li
verpool Street te gaan. De trein ver
trok om 8,5met vroeger oh niet la
ter, en toch was voor de eerste maal
Darwin du Automaat niet op tijd.
De omstandigheden, die gewichtig
geuueg waren gebleken om zelfs (ie
automatische regelmatigheid van Tho
mas Darwin te verstoren, waren de
volgende. Men wist niet voel van de
lielnebbenicu van Darwin, doch wat
men van hem wist was. dat hij eon
groote voorliefde had voor vogels, spe
ciaal voor kanaries.
Op dien morgen staple Darwin als
gewoonlijk naar den trein, toen eens
klaps oen werkman, slaande voor ©en
leeg huis, op hem toeschoot. Hij was
een stucadoor ©n had do gebruikte
witkwast nog in de hand.
Mijnheer Darwin, zei hij opge
wonden, boven op den zolder zit een
vcgel, ik geloof, het is een kanarie. Hij
is door het open raam gevlogen. Mis
schien is liet wat voor u.
Darwin had don man nog nooit ge
zien. doch daar hij in de buurt een be
kende persoonlijkheid was, verwon
derde liii zich daarover niet. Hij keek
op zijn horloge.
Ik heb slechts ©enige minuten
den tijd. zei hij, en het is vrij hoog.
Houd den vogel totdat ik terugkom of
breng hem naar mijn huis. Om zes
uur kom ik terug.
De eerlnke werkman schudde het
hoofd.
Ik geloof niet, dat het. arme beest
het zoo lang uithoudt, mijnheer. Het
fladdert zoo angstig en ik kan nu niet
weg. Wanneer het diertje tot zes uur
vanavond opgesloten blijft, dan is hut
dood. dal verzeker ik u. Maar laat ik
u niet uphouden.
Darwin aarzelde. Hij had nog
slechts zes minuten tijd. De stukadoor
kuierde reeds langzaam terug naar 't
huis. De kassier besloot hem te vol
gen, en was ln een paar stappen bij
hem.
Hier langs, mijnheer, zei do
werkman, terwijl zij de trappen op
klommen. nas u er op, het is hier nog
al donker.
Plotseling hoorden zij een hevigen
slag alsof ©en deur met kracht werd
dichtgeslagen.
O, dat komt van den' wind, zei do
stukadoor, ziende, dat Darwin eenlgs-
zins verdacht omkeek. .,Het is zulk
een vreemd huis".
En een „vreemd huis" was het ze
ker. want waar de zware deur met
een luiden slug dichtsloeg door den
wind, daar bewogen zelfs dc bladeren
niet van den noteboom in den tuin.
De vogel is in deze kamer, zeide
Darwin's "ids, toen men dc laatste
trap was opgeklommen. „Ga u bin
nen". Durwin deed dit en de ander
sloot terstond de deur niet alleen,
maar draaide ook het slot om en stak
don sleutel in zijn zak.
Wat doe je daar nu, man vroeg
Darwin ongeduldig.
Ik sluit de deur. om alle ongeluk
ken te voorkomen. Ik zou niet gaarne
willen, dat na al deze moeite de vogel
1,1 g imts:i;>t0, ....Ji-.uej DalWlfl.