Bliksemsnel greep Darwin een in een hoek staande flesch en bulderde De deur open, schurk of ik sla je op de plaats do hersens in. Ik ben er do man niet naar om mij te laten beetnemen. Ik geef je tien seconden De kassier hield plotseling op. Hij keek in den loop van ©en revolver, dio op zijn hoofd gericht was. Mijnheer Darwin, zei de stuka door kalm. U gaf mij tien seconden tijd, ik wil voor u niet onderdoen, zet d i halve sramv dio flesch weg. of... Darwin gehoorzaamde schouderop halend. Nu zal ik u de kanarie laten zien, want wij hebben goen tijd meer. Een deur aan de andere zijde werd stil geopend, doch niet zoo of Darwin hoorde het. Hij keerde zich om en alle kleur week uit zijn gelaat. De nieuwe bezoeker was van top tot teen zijn evenbeeld. Jullie duivels, steunde hij, jul lie willen ïn mijn plaats naar de bank gaan en deze bestelen Goed geraden, was het kalme antwoord van den nieuweling. Maar in plaats dat u blij is, dat ik een geheelen dag uw werk ga doen, mijnheer Darwin, scheldt u ons uit. Foei, dat is niet netjes. Je ziet er onberispelijk uit, Dick, ver- Klaarde de stukadoor bewonderend. Op mijn woord, je lijkt meer op Darwin den Automaat dan het ori gineel zelf op het oogenblik. Dawvm's dubbelganger haalde een spiegeltje uit zijn zak en keek het <'!ig:neel scherp aan. „Spoedig Jack", zei hij. het eind van de wenkbrauw moet iets grijzer ziin en de baard iets denkerder. Maar gauw, want Darwin mag niet te laat komen. In de laatste vijftien jaar ben ik geen minuut te laat geweest, juichte de kassier, men zal je arresteeren zoo dra je komt. Dat geloof ik niet, zei de dubbel ganger. Ik' heb een telegram gezonden uit uw naam. waarin ik meldde, dat ik iets later kwam. Zoodoende zal een van uw collega's zoolang uw werk waarnemen en heb ik geen last met sleutels en boeken. Als u mij nu zoo ziet wandelen, met, mijn pen tusschen mijn tanden en ik grom goeden mor gen op deze wijze en ik zet uw hoed op en trek uw jas aan. wel dan zoudt gii 11 zelf vergissen. Darwin was verbaasd. De naboot sing van manieren en wijze van spre ken waren correct. Eu wat verder, was het eenige, ivat hij kon uitbrengen. el verder zullen er eenigen van -mijn kennissen kernen, sommigen mis schien wel tweemaal, met chèques, die ik zoo vrii zul zijn naar belmoren te honcoreèren, zonder te veel op de echt heid te letten. En nu. waarde lieer, zei de ander, daar mijn vriend uit de City haast heeft, gelieve u even uw jas uit te trekken en uw hoed Ie overhandigen, waarna u wel zoo vriendelijk zult zijn uw rug te laten zien, opdat wij 011s ongestoord kunnen verwijderen. Een minuut later bevond Darwin xich alleen op do vliering. II. Het huis en het vertrek, waarin dc ongelukkige kassier was ongesloten, was goed gekozen d°or' de dieven. De deur was goed gesloten en eenige po- ringen overtuigden Darwin al spoe dig. dat zoo er geer. hulp kwam van huiten. hii eeuwig opgesloten zou blij ven. Hij moest dus trachten zich met de buitenwereld in verbinding te stel len Maar hoe Het kleine venstertje was te hoog dan dat hij er bij kon. Toevallig viel zijn oog op een ice rol len oud behangselpapier en begrijpen de, dat iets beter was dan niets, be gon hij op den binnenkant van iedere rol met ziin zakpotlood het volgende \0 schrijven ,,1000 Gulden belooning. De man, die mij, Thomas Darwin, aan de Dorringlon Rank vervangt, is een bedrieger. Laat hom arresleeren. ïk zelf ben opgesloten in een leeg huis in de Deanstvaat Hij. die doze bood schap brengt heden -S Juni, vfior twaalf uur aan de Bank, krijgt bo vengenoemde belooning." Nadat de laatste van deze merk waardige brieven waren geschreven, begon Thomas Darwin en 't ranrnnje to mikken en hij smaakte de voldoe ning. dat niet na al te veel verlies van tüd 7ü allen naar buiten werden ge werkt. Thomas had ©c.titei niet gere kend op de dakgoot en zoo kwam 't, dut geen zijner ijlboden de plaats hun ner bestemming bereikten Een uur verliep en Darwin hoorde niets dan het geblaf van een hond. Ja toch iets. Het scheen hem toe alsof beneden gesproken werd. Hij luister de en het bleek hem, dat zijn gehoor hem niet had bedrogen. Er werd ge sproken. Iemand riep tegen den hond: „Wil je wel eens stil zijn, Pluto Darwin werd nu ongewonden. Jam mer, dat hij geen projectielen meer had, Ja toch. Hij trok zijn laarzen uit, schreef nog eens bovenvermelde beloo ning. nu on een stukje papier uit een notitieboekje, ph wierp ze met kracht tilt het raamnje. Een geraas als van het breken van een glasruit volgde. Snel green Darwin nu de leeg© flesch, die in den hoek was blijven staan, ook daarin ging een boodschap en weldra volgde deze de schoenen. Kwart over elf was Darwin weder oen vrij man. met alle kalmte, die. zooals men zegt, voortspruit uit eep zuiver geweten. Zoover was het gewaagde, maar zorgvuldig voorbereide programma goed van stapel geloopen en slechts een van de vele cliënten had reden zich te beklagen over onoplettendheid van den kassier. Darwm ging altijd klokslag twaalf uur koffie drinken en keerde met prijzenswaardige stiptheid sieods om één uur terug. Ditmaal ech ter werd do lessenaar om 11.55 geslo ten en Darwin's collega's waren wel eenigsims verrast, dat hij nu al ging, ondanks het feit dat een goede cliënt nog stond to wachten op betaling. üe kwestie was dat de kassier juist een telegram had ontvangen van den volgenden inhoud: „Vogel ontsuapt 11.15, maak haast". Dc ontvanger van dit korte telegram besloot „naast te maken". Toen hij snel het kantoor uitliep kwam er iu razenden galop eeu rijtuig aan en niet merkwaardige snelheid sprong een grooto man in eeu overhemd er uil. Het was Darwin do Automaat" ia eigen persoon. Darwin ontmoette zijn evenbeeld op de stoep en sloeg dadelijk zijn armen om diens lichaam daarbij luid roe pende. Verscheidene geëmployeerden kwamen aanloopen en haalden de worstelende mannen van elkaar. Do portier keek hen met een en al ver bazing aan. Wie is nu mijnheer Darwin vroeg hij. Deze vraag gaf den bedrieger zijn tegenwoordigheid van geest terug. Arresteer dien man, riep hij, naar Darwin wiizende. Hij wil de bank be stelen. Roep lerslond de politie. De menigte wierp zich op Darwin. Deze kon van woede niet spreken. Stommeriken, siste hij ten laat ste. Wat doen jullie, idioten. Pakt dien den anderen man. llij heeft de Bank vanmorgen bestolen, lloep don directeur. Do directeur kwam er reeds aan. Wal beteekent dit. Darwin vroeg hij. Den anderen man. Bleunde dc kassier. Noem den anderen man ge morgeus vertrokken «rfi te S. om 0 uur '8 avonds aankomen. In dien ont- zettoivden nacht woedde een vreese- lijhe storm en wind en regen raas don reeds dien middag. Het nood weer had zijn hoogtepunt bereikt, toen ik mij juist om middernacht naar de locomotief begaf. De wind scheen in zijn hevigheid alles om ons en om het gebouw weggeveegd te hebben. ITet was ontzettend, onheil spellend. Hm was 'laar en de machi ne was gereed, ik bracht ze dus naar dc plaats van vertrek, nadat ik mij 111 inijn werkpak gestoken had. Onze trein had een uur vertraging. Ik zette de machine goed Ln de olie en verzekerde mij, dat alles in de beste orde was. Toen wij in ons locomotiefhuisje zaten en op het signaal wachtten, kondon wij don storm buiten hooren loeien, terwijl de windstooten den regen woedend tegen onze vensters zweepten. Dat zal een zware reis worden. Frank, zei Jim. Ik wou, dat we al gezond en wel in S. waren. Ik lachte. Wat maakt je dan 7.00 bevreesd? vroeg ik hem. O, antwoordde hij, ik heb een voorgevoel, alsof er iets vreese- liiks heden nog moet opbeuren. Ik voel het in mijn hoenderen. Ik lachte weer. Je bent een beetje zichtbaar voor het licht van de loco-J daar hij een snor en motief, nu eens onbeweeglijk, dan'droeg, zag men, dat hij geein kind weer in warrelenden heksendans, en meer was, maar een volwassen maar steeds met hare armen ons toe- nxensoh. wenkend, terug te blijven. I alhoewel hij kunstenaar was, - Frank, kuchte Jim, nauwelijks1 hij wol In slaat oen vrouw lo on hoorbaar, rijd niet over dio bruglijn. derhoudon, vo„raJ wai.ncdr rij wat Rijd toch niet I Rijd niet verder vOor- Sold meebracht. dat jo roker woel. dat do ook vei- v°"*>rd? oc,'"° j- hem hoog en beiden waren van mce- ning, dat zij goed bij elkaar pasten, Ik zelf was tot het uiterste bevreesd wat lnm groolle en karaktereigen en onwillekeurig remde ik; ecu on- sohappen, inzichten en meeniugen weerstaanbare macht dwong mij. den j^trof. trein tot staan te brengen. Toen wij v I Maar toch was het noodig, dat die Sldhioldc" kon rk het water van don w %loorfeu Rock-Croek onmuldolhjk voor ons hoo- 1>racbt E„ daorto6 „ilde hij ron bruisen. Ik steeg van de machine ju den vor]„ haar !laIld Vra.w, en trof den naar nnj toekomenden Ma#r M zijn verbazing bemerkte conducteur. hij plotseling, dat haar gedrag te zij- Wat is or? W at is ör? vroeg hij Mn opzichte veranderde. Zij was nog ongeduldig. - wei vriendelijk en lief, maar zijn go- Ik kwam mij zelf erg belachelijk 1 voej -^ido hem, dat cr toch iets ver voor. Er was nu nergens een reus- anderd was. En hoe scherper hij op aolvtigo vrouw te zien. Men kon zelfs jiaar i0tte, des te duidelijker werd ten gevolge van den hevigen storm hem dat. Toen meende hij net lan- op eenigen afstand niets onderschei- ger tc mogen aarzelen: hij trok zijn baardjo nek on ging toen spo'ren-klettercnd 't> den. beste pak hui's binnen. Op do trap van de lo étage kwam liem iets vrouwelijks te gen. Het was niet bijzonder licht op de wenteltrap, maar dat hel gelaat, dat naar hem werd opgeheven, dat van eon aardig meisje was, kon hij wel onderscheiden. En in aardige meisjes had hij al tijd een welbehagen. Maakte zij daar n et een buiging voor hem"? Wel, kleine, zelde hij joviaal, moet je naar school? Üf naaV de mu ziekles? En hij pakte haar kin tusschen duim on vinger. Zij fluisterde oen paar woorden, die hij niet verslond, en ogenlijk was zij een beetje bang voor hein. Heb maar geen angst, zeide hij, ik zal je wal geven. En hij greep in zijn jaszak en nam daar een bonbon uit. Mondje openl commandeerde liij en met de linkerhand hief hij iiaar hoofdje op, zoodat het geheel tegen zooals dat bij de'rge- i Zlin arm rustte. En toen zij i Nu, ze: ik dralend, ik heb wat lijko plechtigheden gewoonte is en keur.g tiaar mond luid opengedaan, gezien; wat het is kan ik niet zeggen, verklaarde haar zijn liefde. i stopte hij er een bonbon "ui eu toen Ilot scheen mij toe als een grooto zij wcra vuurrood en verlegen bij »og een. nat geworden, dunkt mij. Jim, zei ik, zwarte Vrouwengedaante, die ons met zjjn jn mooie termen vervat aanzoek, Zoo, zeido hij, mot attentie proe en Hec huilen van den wind is nu juist haar armen waarschuwde, niet ver- maar toch gaf zij hem een formeel ven, kleine. Ze zijn goed, ik eet z© ook niet zoor bemoedigend, dat is een d.r u 8aa„ blauwtje, vriendelijk en elegant, too- ook. 1I 1)0 conducteur keek mij heel ver- ais <jat hij haar persoon paste. En met een vriendelijk, vaderlijk .en'lle!l°tS?or^,',oewnSnCVi>io™ w"n<|e"' Bun je gok, Frank? Haar hort aas n et meer vrij en tikje togen haur wang l.et hij haar jk jlms Kg rlS licht scheen op lo Jil. l»t kaosl nleonen. htj nloar geen poging doen to gaan. ncmen Maar daar wij toch eenmaal zoo d.cht onderzoeken, wien het toebehoorde. Thans was onze trein gereed, lang biï d« ^ug zijn, kunnen wij immers Dat was voorloopig haar geheim, gaan kijken. maar op een goeden dag, en misschien en zwaar, voor't meorendocl uit slaap------ - - - wagens beslaand». De gedachte, dat' W'J onM lo"l-aara ter hand wel sp„»dig, aoa het geon geheim en stapten voort, terwijl wij Jim bij meer wezen. zoovele menschenlevens aan mij wer- de machine achterlieten. Hij adderd© den toevertrouwd, placht mij vroeger he<J, llChadlni altijd op t» winden, tegenwoordig hen MMr nauweUjks baddc„ drie. ik van die zenuwachtigheid verlost, 111. Toen de nagemaakte Darwin aan de Üorrineton-Banli kwai'ii, vond hij alles zeoals hij verwacht had. Een Collega zat op de plaats van den af wezigen kassier met een groole hoe veelheid goud en bankpapier voor zich. Met de grootste koelbloedigheid stapte de dief naar zijn lessenaar, bromde zijn goeden morgen en nam hol werk over. Met een vaste, ge oefende hand. telde hij alles na en ontsloeg zijn collega met een laconiek „iu orde". Het duurde niet lang of cr verscheen een eerbiedwaardig man, die veel va» oen geestelijke iiud. Deze verdween met een aardtgen duit aan bankpapier. Een goed gckleede boer volgde hem op dc hielen en vertrok met zijn zakken uitpuilend van weg© het goudgeld. Eenige zeer respectabel uitziende heeren ontvingen zonder blikken of blozen grooto bedragen aan bankpapieren nl deze gelukkige ster velingen verlieten de Dorrington Bank directeur. Den schurk, die zich voor mij heeft uitgegeven, schreeuwde Darwin. Hij heeft de Bank bestolen eu de stom merds hebben hem laten gaan. De directeur haalde do schouders op en keok de omstanders vragend a; Ja, mijnheer, een halve minuut geleden w as er een andere man pre cies als münhcer Darwin, verklaarde do portier. Maar die is nu weg. Ziet u mijnheer, hier mijnheer Darwin worstelde zoo en zag cr zoo ongewoon uit, zoodöt wij dachten ,dat hij de dief was. Het kwam zoo onverwacht, dat ik er niet aan dacht beiden vast te houden. Hij leek ook cp mijnheer Darwin als twee droppels water. Ik hoon, dut u het begrijpt, mijnheer. Mijnheer begreep er niet veel van, maar spoedig werd hot hem duideliik, dat de Bunk voor een paar honderd duizend (ruiden bestolen was. Scotland Yard weid gewaar schuwd, maar deze kon niet verhinde ren, dat een kaal geschoren hoer 's avonds een baard en een snor, een jas en hoed, en/., Ia Darwin, ver brandde. en kalm eenige honderden biljetten van de Bonk van Engeland natelde. Zij was als verstomd; een oogenblik' later l;ep zij als een opgejaagd der de trap af. En terwijl de bonbons in haar mond smolten en de aromatische zoe tigheid haar keel streelde, smolt er ook iets anders in haar, maar dat gaf haar geen zoeten, maar eeui hit teren smaak haar liefdel - j --—Dl Klei ne had hij haar genoemd. Voor moral m dien nacht. Hoe, als de vree- voeten opende zich een zwarte kloof, leurstelling en ergernis in zijn ver- een kind bad hij haar gehouden en selijke storm den een of onderen waaruit het schuimende en bruisen- liofd hart. Hij had haar als eon kind, bonbons spoorbeambte van zijn plicht terug de water van den door do regens hoog En hij dacht er maar over na, wie in den mond gestopt. Het was om te hield, of als eeu rail losgeraakt was gestegen stroom akelig omhoog klonk, hem toch den voorrang zou hebben besterven. Bij deze sneltreinen moet men op de De brug was weggeslagen. Slechts afgenomen, maar hij kon er niet ach- En hij zelf, hij oen ridder zondei sclierpste waakzaamheid van het «enige stukken hout en ijaerdeelen ter komen. spoorwegpersoneel rekenen, want om »'cslen_ aan be de zijden, i \Vanneer hij een half uur na zijn En daarbij kleurde zij nog sterker. Ja, op den dag, waarop u mij an uw verloving zult kennis geven," honderd passen geloopen, toen wij zeide hij hittor. Met die woorden maar dest.nds plaagde zij mij nog, ontzet terug weken. Daar aan onz© gi ng hij weg, met een gevoel van tc- j vertragingen in te balen, moet de tei'w'Jl thans weer ver ia do duister- blauwtje bij zijn aangebedene was trein met zulk ©en snelheid rijden, n-S' sotmkkelijke zwarte gestalte gegomeili j,.v. onzichtbaar, dan zou .-l.it. wii rïikwiiK rw-rst. riiin pen Ereieven VlóUW in de lucllt danste, zich dat wij dikwijls eerst dan een gegeven signaal zien, als wij er ons reeds voor bevinden. Maar ik moest om mijn eigen vrees lachen. In alle geval was aan den trein nl'cs in de beste orde. danste, zich duidelijk aftoekeneud in den licht-/ straal dien de electnsche lamp voor de locomotief wierp. Zij sloeg thans ais in wilde vrcug- de met hare arinen om z,ob heen. De De redster. Toen ik onlangs van Chicago naar New-York reisde, bemerkte ik des morgens bij bet ontwaken in den slaapwagen, dat de trein stilstond. De conducteur vertelde mij, dat wij rcods anderhalf uur vastzaten, tor- wijl ik den slaap der recht vaar (li geu sliep. Ik kleed/ie mij vlug en zag toen, dat wij ons aan een landelijk station bevonden. Nadat ik in de restnuratiezaal ©en goed ontbijt ge nomen had, ging ik naar buiten, om op nel perron wat op en neer te wan delen. in het machuiehuisje zat de machinist geheel alleen te wachieu. Ik trad naderbij en sprak met rem wat over zijn machine. Daarop bood ik hem een sigaar aan, die Inj duuh- baar annuam, waarop hij mij Uit- noodlgde, hem in zijn huisje gezel schap te houden. De machinist een kloek, sympa thiek udziond man van ongeveer veertig jaren verklaarde mij het gebruik en de beteekenis der talrijke cylinders,. Hefboomen en schroeven rondom mij. Zij waren allen zoo hel dor en blank als zij door polijsten slechts konden worden, want de ma chinist is zoo trotsch oy zijne ma chine als een goede huLsvrouw op do zindelijkheid barer woning. Ik beschouwde dc berde blinkende stoomfluiten met de klok or tusschen, en toen viel mij iets op, dot als een gewone witte mot uitzag en in een verzilverd liistje aan den wond van het huisje hing. Is dat tor versiering vroeg ik. naar de mot wijzond. De machinist glimlachte. Ja, zei hij, ten deele is het ter versiering, maar grootendeels meer gevoels-quaestie. Ik bewaar le mot daar, omdat zij mij en bovendien 250 menschen het leven icdde. Hoe ter wereld kan een insect menschen redden r-eu uit. Ny, ilat 2ül Ik u vertellen, als u uê geschiedenis wenscht te hooren ik donk dat wij daarvoor nog tijd genoog hebben, voordat wij hier weg komen. Ik maakte liet mij op den stoel van den afwezigen stoker gemakkelijk, en de machinist begon Het is nog zoo heel lang niet ge leden, eerst 'n de. lente vóór een jaar, toen bestuurde dc den zelfden trein en had deze zelfde machine no. 4-49. Mijn stoker was Jim Meade, dezelf de jongen, dien ik tlians heb, dien u daar ginds voor het tolegruafburoau kunt zien. Jim is een goede jongen, maar zeer bijgoloovig hij gelooft aan geesten, droomen en voorgevoelens. Ik placht steeds over ziju voorspellinen te lachen, tegenwoordig echter drijf ik niet moer zoo den spot met hem, als vroeger sinds wij de vrouw in het zw art gezien hebben. Wij moesten van M. om 1 uur des hij het geweten hebben. Want toon stond zij voor het roam j en keek met stralende oogen naar beneden op de straat. Een prachtig paard, door een sol daat aan den teugel gehouden, sloeg met zijn poolen op het plaveisel ca een groote forsc-he kapitein zette zijn voet in den stijgbeugel en heesch zich stilhield? vroeg bovon op be, paaTd j De oppasser liet de teugels los en i v 'als een veldmaarschalk na een be- kruispunten, lichtólgoalen voort,,,. - Nl, <fau hot wol tot, thm|:TOohton ov»rwln»iog, rood hij weg. ons onzen weg tossehen lang» wogen- goluk wol ons dezen Looht redde, Da, „a3 d„ taplleini die sedert oe- rijen door banend, tot wo met donde- I' ronk. pp kam(,rs woon(U, op Je rend eernas over de lnnce ijzeren brug VV ll gingen langzaam naar den dertfe vcrd eping> de kapitein met de ridderlijke, flink© gestalte, de hou- ding en het uiterlijk van een torea- ustige dor Da^ wa8 je man, dien zij had Dodelijk dnsrno weerklonk met condueleiir siaozde naar dou afgrond scherpe slagen de locomotief klok, als e„ to©n uaar mjj toeken tot vertrek hoven mijn hoofd, Was dat de verschijning, die je en mot een zncliten en sissen van den zag, toen je den Ir uitstroomenden stoom joegen wij weg hij. iri nacht en storm, ratelden over I Ja. vrees of blaam at bonbons. Nog denzelfden dag schroef zij aan haai- kleinen vriend, dien zij zoo'n verdriet had gedaan. En toen hij kwam, vroeg zij hein: Ben .k ln jou oogen een kind?'' Maar waar denkt u aan? vroeg hij, zonder de bedoeling van dio vraag te begrijpen. En eet jc bonbons? Neen. V ex geef me dan, smeekte zij en reikte hem haar liond met oen Uit drukking in de oogt.ii, d.c hem zeide, dat zij z.ch geheel aan hom gaf. voort door de heuvelen. Wij gingen langzaam trein terug, ons hart vervuld van sluimerende echo door ons schril ge- ^'•f^afiie, maar zeker ook dankbare fluit gewekt werd. Toen opende ik do' 8°voeleiii3- Meerdere der stoomkleD wiid, en het brullen en ra- j lo':4-8^rs ons angstig tegemoet. uefr,eh3<i Van het eerste oogenblik, xn veranderd» spoedig in een renel-UmX°' "cl' motie «brom. wont - 4« deed hasr I u" van ongeveer 18 ja- Toon deze jongeling de vrouw ln *t i maakten vijftig mijlen per best, en uur. De duisternis was ondoordringbaar, met uitzondering der plaatsen, waar het hoofdlicht onzer machine de stra len van z»n lichttrechler, de duister nis inzond. Jim stookte dapper en hield den stoom onder zeer hooge drukking, zoodat wij de slapende ge huchten en stille hofsteden waarlijk voorbijvlogen! Aan ons eerste water- station overtuigde ik mij nogmaals, dat alles zuiver werkte, terwijl Jim het hoofdlicht nazag. Het signaal tc ondo ons dat de weg vrij ging het verder. De duisternis werd nog dichter en i da wind huilde onophoudelijk, de re- gen verblindde onz,e oogen nog meer, tot wij in de grijze wolk, die ons om- hulde, niets meer konden onderschei- j den. Plotseling zag ik door nevel en re gen, recht voor de locomotief op de spoorlijn de reusachtige gestalte ©ener vrouw opduiken in ©en langen zwar ten mantel gehuld, die in den wind scheen te fladderen. Zij maakte rnet haar lange, sj>ook- nchtige armen snelle, draaiende bewe gingen. Toen ik bleek van schrik er heen blikte, verdween dc gestalte met een laatste zwaaien barer armen. Ik was dermate onder den indruk, dat ik als verlamd bleef staan, niet in staat ook slechts mijn hand naar do klep op te heffen. Jim was juist in dat oogenblik met het vuur bezig ge weest, toen hij opzag, riep hij uit Hallo, Frank, wat Is er? Je ziet er uit, alsof je oen geest is Y«rsche- uen. Ik gaf geen antwoord. Mijn verbeel ding was nocr te vol van de zonderlin ge gestalte, die ik gezien had. Wij naderden thans Rock-Creek, waar een spoorbrug over een diepen stroom is gelegd ik gevoelde mij ge jaagder dan ooit te voren. Wij draai den om de bocht en suisden op Rock- Creek-Station aan, dat slechts een kleine mijl van de brug verwijderd lag. Bijna geduchtenloos beschouwde ik den stoommetcr, toen mij plotseling een schreeuw uit Jims mond deed op springen en naar hem omzien. Onbe weeglijk stond hij daar, met wijdge opende. starre oogen ca open mond, een beeld van ontzetting. Met zijn uit- gestrekten vinger wees hij in de duisternis. De richting zijner hand volgend, wendde ik mij om en begon zelf te beven. Daar op de lijn was de zelfde gestalte eener vrouw duidelijk dat zij hem had gezien. Hij was bijna tweemaal zoo groot als zij en zij ontveinsde z.eh net, dat ezen. Maar had zwart zag, draaide hij zich om en liep 0011 kon teen hoel kort bij het hoofdlicht der deu 11101 voel firuotf mannen kleine locomotief. Ik volgde hem en bemerk te op het glas der lamp oen merk waardige zwarte vlek. Hier is uwe vrouw in 't zwart, zei de Ch'.cagoër. En daar was ze, klaar en duidelijk juist dezelfde mot, die u hier in .liet verzilverde lijstje ziet. Zij hing aan den binnenkant van het glas. vrouwen, eu was zij niet knap rijk"?" En toen zij hoorde, dat de ka pitein arm was, had zij wel een kreet van vreugde willen uitstooten. Zij wilde wel n et alleen om haar gold getrouwd worden, maar wanneer eon meisje 28'jaar oud is geworden, is zij ook niet meer zoo dwaas te willen, dat zij alleen om haar eigen persoon Toen ik tegen het glas klopte, vloog j wordt genomen, zij weg en de plek werd helder. I Wanneer iemand haar maar gezegd Dat s mijn gansehe vertelling, mijn 'had, hoe zij kennis met hem kon ma- heer. Terwijl de mot voor het elee- ken eu zijn belangstelling krijgen, trischo licht op het glas heen en weer zonder a cli als dame te compromit- fladdorde, verwekte zij in de duister- toeren. Zij zag hom dagelijks, omdat nis voor ons eon grooto, zwarte scha- zij er op wachtte wanneer hij liet huls duw, golijk d.e eener in een zwarten verl.ol en wanneer hij terugkeerde, langen mantel gehulde vrouw, en als niaa"r bij had waarschijnlijk geen zij hare vleugels uitspreidde, bij de flauw vermoeden van haar bestaan, ergoefsche pogingen, door het glas Dal hield zij niet langer uit. weg te vliegen, wekte dc geheimzin- j He kapitein had zijn rit voleindgd. wig© schaduw den indruk, alsof de Hij sprong uiit den zadel en de oppas- reuzeugestalte met hare armen wild scr nam het vorlütto paard in ont- om zich hoen sloeg. Als dan do mot j vangst om het weer naar den stal te uit don cl roeten schijn van het lichtbrengen. vloog, verdween de gestalte natuur- Als dank voor de bewezen diensten, lijk. Wij konden ons niet goed voor- streek de kapitein het paard over den stellen, hoe het insect daarin kon terecht gekomen zijn, in ieder geval gebeurde het, terwijl Jim aan het wa terstation het licht m orde bracht. Hoe het ook zij, zij redde ons allen het leven door de vrees, die zij ons als vrouw ln het zwart ingeboezemd had. U zult nu begrijpen, mijnheer, waarom ik de mot in hqt lijstje be waar. Zij moet mij steeds er aan lierinne- "ren, op hoe wonderbare wijze wij dien nacht aan den dood ontrukt wer den. U moógt het toeval heeten, maar •••k noem het Voorzienigheid. Alles klaar! onderbrak hier de conducteur ons onderhoud. Jim, de stoker, kwam aanloopen en sprong op de machine, terwijl ik mij naar mijn coupé terugbegaf. De kapiteia endebo hoos Zij "was klein en tetór, bijna te klein en te teer; een fijn, bijna breekbaar poppetje, een kind van uiterlijk en toch 28 jaar oud. En ze was rijk en wilde gaarne trouwen. En ook hij' was klein, voor een man besbst te klein, maar hij had dan toch tamelijk breed© schouders EERSTE TOONEEL. Tran stopt aan een station, kruis punt van verschillende lijnen. De conducteur controleert do kaartjes: Dat is niet in orde, meneer, u zult moeten uitstappen.... Passagier: Ik stap niet uit. Ik ben niet van ams mij door jou te la ten aanblaffen, onz. Conducteur: Ik wou alleen maar zeggen, meneer... Passagier: Hou je mond kerel, je bent gek. lloep den chef, enz. Conducteur: Goed dan, meneer. (De trein zet zich In beweging cn de passagier vertelt ziju medereizi gers over ziju groote handighe.d onj met treinpersoneel om te springen. TWEEDE TOONEEL. Een donker en eenzaam provincie- station. Een verlaten passagier in melancholisch gepe ns verdiepL Passagier. Ik zou wel eens wil len weten of -die conducteur mij al leen maar had willen zeggen, dat ik in den verkeerden trein zat DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie deze rubriek be- treffende, eelieve men le richten aan den heer J. Meyer, Kruisstraat 84, Telephoon 1543. Probleem No. 307 van L PRESBURG. Zwart schijven op 6, 13, 16 en 27. Wit schijf op 38 en dam op 14.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 16