Prins Louis hooft zijn dochter naar liet gesticht van dokter Doyen ge- brachthet kind schijnt do zorgen van dien beroemden chirurg noodig to hebben. liet is wel een toekeu des tijds, dat de vorstelijke personen, om eens een Fransche uitdrukkiug te vertalen, hoe! langer hoe minder hun vuil linnen goed thuis wasscheu. Kweelde onlangs de Saksische kanarie Louise niet heur lichte mémoires in „Le Matin" Kon digt nu „Le Journal" niet aan, dat binnenkort in zijn kolommen „Léo- pold II intime" zal verschijnen, „on uitgegeven mémoires van den eersten kamerdienaar des Konïngs"Men zal mij tegenwerpen, dat de doode vorst ïiiets met deze uitgave heeft te ma ken. kan te maken, hebben doch het is van algemeene bekendheid, dat Leopold 11 hier te Parijs niet zelden zijn vorstelijke waardigheid aflegde. Iloe zou voorts een knecht over Leo pold II „intime" kunnen schrijven, in dien de koning hem niet min of meer een kijkje in zijn intieme zaken had gegund Albert Wolff schreef eens „In trouwe, ik zeg het u, artiesten, waarde voorbeschikte wezens, gij zijt op een noodlottigen weg. Schilder, treed terug in uw atelier toonkun stenaar, keer terug naar uw piano Zendt uw werken aan de menigte, stalt uw persoon niet voor haar uit het publiek zal u meer achten naar gelang liet u minder zal zien het stelt zich gaarne voor, dat de schep pers van kunstwerken, die bewonderd worden, menschcn zijn van een bijzon- dor ras en dat zij op het voorhoofd iets hebben ais een weerschijn van den goddelijken stralenglans. Laat aan de menigte deze illusie omtrent uw persoou, indien gij wilt, dat zij den eerbied voor uw werk behoudt Het komt mij voor, dat vorstelijke personen nóg meer dan kunstenaars moeten trachten, de menigte de illu sie te doen behouden omtrent de grootheid en de waardigheid van hun persoon. O, ik kan mij levendig voorstellen, dat een vorstelijke persoon zou wen- schen, zich te kunnen bewegen als een gewoon mensch. Wel, laat hem dan voor liet minst doen wut Georges van Servië, de oudste zoon van den ko ning van genoemd land, heeft ge daan. Die prins heeft ten minste af stand gedaan van den troon, ten be hoeve van zijn jongeren broeder. Hij bevindt zich op het oogenblik te Pa rijs. ten einde den cursus van de krijgsschool te volgen. Hij wandelt, als gewoon burger en zonder het min ste gevolg, over de straat, en wenscht zijn volkomen incognito te behouden zelfs bij gelegenheid van de aanstaan de officioole feesten alhier ter ©ere vou zijn vader. „De eer" zei Montesquieu, „is het beginsel der monarchieën." Dóch te genwoordig wordt er niet weinig vor stelijke eer te grabbelen gegooid vLa gloriole" L... OTTO KNAAP. Stadsnieuws GYMNASTIEKVEREENIGING „BATO". Zaterdagavond gaf de Gymnastiek- vereemging „Bato" een uitvoering in bet Brongebouw. De voorzitter opende den feestavond met een toespraak. Hij wees er op, dat het eere-lid. de heer Van der Boom steeds veel belangstelling voor do belangen der vereen'gLug toont en haar tot steun s. Ook bracht hij een woord van dank aau den directeur, den heer H- B. Drcye'r voor zijn ijver en toewijding. Door zijn toedoen had de vereeniging tweemaal een tweeden prijs behaald. De voorzitter verzocht den heer Van der Boom de medailles aan het vaan del te hechten, waaraan deze voldeed. Hierna begon men het programma af le werken. Het bleek reeds spoedig, dat de gymnasten onder goede leiding staan. Do oefen ngen werden zeer correct uitgevoerd. liet pub! ek uitte zijn vol doening door luid applaus. Een herhaling van het nummer Staafoefeningen le klassewaarmede de vereeniging den tweeden prijs bij de te Alkmaar gehouden wedstrijden behaalde, was heel mooi, geen enkel foutje werd er gemaakt. Ook na de pauze gng alles even goed en vlug van stapel. Ook de mets- jes-afdeeling werkte zeer verdienste lijk. De voordrager, de hoer li. Eifenmk, had ook weer veel succes. De zoo goed geslaagde uitvoering werd door een bal besloten. Voorbereidend onderwijs. Naar aanie ding van oen verzoek, gedaan in de laatste vergadering van de kiesvereoniging „De Liberale Uhie", had het bestuur dezer vereeni ging Maandagavond een bijeenkomst belegd, waarin de heer J- J. Franc ken een inleid.ng gaf op de vraag: „Behoort Voorbereidend On derwijs een voorwerp van zorg voor het Gemeentebestuur te zijn?" Ouder de aanwezigen merkten wij op de Raadsleden Mr. Th el, Tjeenk Willink, Modoo, Schratn, Dr. M er ens, Dr. Kruseman, Rinkema, Schreuders, Levert, I.asschuit en Dr. Timmer (be halve de voorzitter der kiesvereeni- ging, de hoor J. L. E. T. Breda KlciJ- nonbe'rg. Verder de heeren Van der Ley, Directeur van de Rijkskweek school OU Dr. Borgman, Directeur der H. B. S.-Handelsschool. Na eon inleidend woord van den Voorz.tter, den hoor J. L. E. L Breda Kleijnenberg, ving de heer Francken zijn voordracht aan. Na een uitvoerige uiteenzetting, dat spreker, wegens getrek aan tijd voor voorbereiding, geen eigenlijke voordracht zóu houden, doch allc-en oen inleiding, ving spr. aan met mee te doelen, dat hij het Voorberadend Onderwijs vanavond zou beschouwen als oen afzonderlijk soort onderwijs, dus afgeoieu van de waaide, die dit ouderwijs voor de lagere school heeft. De heer Francken is nl. tan mee ning, dat dit onderwijs op zichezolf waarde genoeg heeft. Is er vraag naar Voorbereidend On derwijs? Deze vraag stelt spreker zich het allereerst, llij wijst er op, dat het Voorbereidend Ondefrwijs reeds in de dertj ende eeuw voorkwam. Hij herin nert aan de z.g. Maitrcssenscholen in de 17de en 18de eeuw. Thans heeft men algemeen de z.g. bewaarscholen. In Haarlem bezoeken er 2500 k:nde- ren de 14 bewaarscholen. Deze scho len vvdrden 't meest bezocht door kin deren van de kleine luiden. Dat is wel te verklaren, want gebrek aan woningruimte, het uxt-vverken-gaan der moeders, het ziekelïjk-zijn der moeders enz., dwingen de ouders, om de kinderen naar bewaarscholen te zendein. Bij deze scholen moet men vooral den nadruk leggen op het be waren. De toestand dezer bewaarscholon iis langen tijd zoer slecht geweest. Ter illustrate o doelt spr. een schels mede van een bewaarschool te Amsterdam in het midden der 19de eeuw. Daaruit trekt spreker de conclusie, dat in 50 jaren de verbetering dezer scholen niet zoo groot kan zijn, dat deze nu volkomen goed zijn. De geschieden's ver vormt zich niet zo snel. Uit d en slechten toestand is misschien te verklaren, dat, vooral onder den bur gerstand, een afkeer van de bewaar school bestaat. Deze afkeer is mee te verklaren uit de prijzenswaardige overweging, dut men het jonge kind zelf wil opvceden. De slot conclusie van spr. is, dat 't blijven bestaan van de bewaarscho len bewijst, dat er behoefte aan s. Daarna bespreekt de heer Francken de vraag, w e dit onderwijs tot-nu geven. Tot-nog-to© is het overgelaten aan het particulier initiatief. Het Nut van 't Algemeen en de Kerkelijke Gemeenten hebben tot-nu 't Bewaar- schoolonderwijs in handen gehad. Al leen de St. Barbara-school in de Jans straat wordt gesubsidieerd. Spreker oonciudoert, dat deze scholen n et aan de behoefte voldoen. Nóg wel 2000 kinderen zouden in Haarlem naar de bewaarschool kunnen gaan. Wat nu de waarde betreft, goed bewaarschoolonderwijs heeft ook een groote vormende waarde. Spreker schetst den ontwikkelingsgang van het kind. Tot het derde jaar is het kind nog geen ik-heid. Z.chzelf beschouwt hij steeds in den derden persoon. Hij spreekt over-aich-zelf van „broertje" en „hij". Na het derde levensjaar begint de ik-heid meer voor den dag te komen. Het beschouwt zichzelf dan als 't mid delpunt dor wereld, die het bezielt door zijn levendige fantaae. Maar niet lang heeft het kind genoeg aan zichzelf. Het heeft behoefte aan om gang met anderen. Daardoor wordt uitwisseling tusschen de kinderen onderling verkregen. De kinderen, die niet naar de bewaarschool gaan, hebben hun moeder of 't krnderm© sje, of de kinderjuffrouw. Van deze loatsten wil spreker geen kwaad zeggen, maar het zijn over 't algemeen kinderen, die zelf nog geen betrekking kunnen krijgen, omdat zij pas van de school komen. Wat nu do moeders betreft, er zijn er onder, die de kinderen, door hen te wijs te ma ken, bederven. Do kinderen in groote gezinnen zijn er nog 't best aan toe, omdat zij in broertjes en zusjes kameraadjes vin den. De heer Francken zet uiteen, hoe het bewaarschoolonderwijs, als het good is, ontwikkelend is voor het kind. De handenarbeid leort denken dn zen en 't geeft handvaardigheid. Verder leort 't kind spreken en zingen. Door de aardi ge spelletjes wordt de licha melijke opvoeding behartigd. Spreker stelt de volgende eïsclien aan een goede bewaarschool: ruime, hygiënisch ingerichte lokaleïi, waar in niet te veel leerlingen mogen zit ten, goede leermiddelen, een speel plaats met zandhoop en tuin, en ein delijk men moot deugdelijk personeel hebben. Beantwoordt de toestand te Haar lem nu aan de vereisohten? B. en W. zeggen in hun praoadvies, dat het be waarschoolonderwijs te Haa'rlem door particulier initiatief zeer loffe lijk wordt gedreven. Spreker meent, dat B. en W. deze scholen ook maar alleen van hooren-zeggen kennen. Tegenover de meening van B. en W. plaatst spreker di o van het Hoofd bestuur van den Bond van Bewaar- schoolhouderessen, die in een adres aan den Raad zeggen, dat Haarlem tot-nu van goed bewaarschoolonder wijs verstoken is. De heer Francken gaat nu na hoe de verhouding is tusschen het aaiital leerlingen der IlaaïTomsohe bewaar scholen en hot aantal onderwijzeres sen. Voor zoover spr. de gegevens heeft, concludeert hij, dat deze verhouding niet aan den eisch voldoet. Daarom moet de Gemeente ingrij pen. Spreker constateert, dat B. en W. overtuigd zijn van liet groote nut van het Voorboreidend onderwijs. Waar om nemen B. en W. deze zaak niet ter hand?' Omdat, zeggen B en W., het veel geld kost, omdat men dan ook noodzakelijk het bijzonder voorbe radend onderwijs moet subsid'eeren, omdat er niet gebleken is, dat er be hoefte bestaat aan Gemeentelijk be waarschool onderwijs, omdat belang hebbenden daarvan niets heblien doen blijken. Dit laatste argument schakelt spre ker uit. Imme'rs, hot is nooit de ge woonte in den Ilaarlemschen Raad geweest, om met het tot stand bren gen van iets goeds te wachten tot be langhebbenden daarop aandron gen. Trouwens, het is een kleinig heid voor een vereeniging. om een paar honderd banilteekeningen te ver zamelen op een adres aan den Raad. Spreker zal niet ingaan op de kwes tie der subsidieoning van het bijzon der onderwijs. Dit :s een politieke-, geen onderwijskwestie. Aangaande de kosten van het be waarschoolonderwijs meent spr., dat dit geen inotcf kan zijn. Geeft men niet veel geld uit voor hygiënische stichtingen, als Slachthuis, Keurings dienst, patholog. laboratorium, enz.?' Bovendien elke gulden, die men uitgeeft, zal vruchten afwerpen in den vorm van een beter ontwikkelde maatschappij, rninde'r misdadigers, minder z éken'hu'izen en een vermin dering van bedoeling enz. De rede verwierf applaus. Gedachtenwisseling. De heeren LEVERT en LASSCHUIT maken de opmerking, dat de ver houding tusschen de aantallen on derwijzeressen en kinderen op de Be waarscholen ,n de Jansstraat en op den Burgwal niet zoo ongunstig is, als de heer. Franckeu meedeelde. De heer LEVERT meent, dat bij deze kwestie nog andere vragen aan de orde zijn. De heer Francken con cludeerde uit het feit, dat Voorberei dend onderwijs goed is, dat dan de Gemeente het maar moet ter hand nemen. Sjireke'r vraagt echter, waar om men dat dool van liet onderwijs niet opdragen W.l aan 't Rijk, dat toch ook het lager onderwijs aan zich heeft getrokken. Dun is er nog de kosten-kwestie. De heer Francken hecht daaraan net veel, maar hij moet zich toch wel voorstellen, hoe deze onderwijsinrichtingen moeten worden verdeeld over de Gemeente. Spreker weet, als regent van de St. Barbara-bewaarschool, dat men op deze scholen, alleen krijgt de kinde ren uit de naaste omgevi ng. Als spreker dit nagaat, komt hij er toe, dat er Gemeentelijke bewaarscholen zouden moeten komdn in elk der kwartieren en twee in het centrum der stad. Op de Barbara-school kost elk kind f 17. Gaat men nieuwe scho len stichten, dan komen de kosten wel op f 30. Als spreker nu aanneemt, dat de gemeente 1000 van (le 4000 kinderen, die er voor in aanmerking komen, voor haar 'rekening noemt, dan komt, hij tot een koslen-cijfor van f 30.000 per jaar. Bovendien maakt spreker de opmer king, dat als men meent, dat de Ge meente Voorbereidende scholen moet stichten, men evengoed van oordeel kan zijn, dat Cr dan ook Gemeentelij ke crèches moeten opgericht worden. De heer FRANCKEN zegt zijn ge gevens omtrent het aanlal onderwij zeressen e'n kinderen ontleend te heb ben aan het Jaarboekje voor Haar lem."' Sprekc'r is er tegen om te wachten tot het Rijk zich met de zaak bemoeit. Want eer het zoover is, is het tegenwoordig geslacht allang dood en begraven. Bovendion het kostenbezwaar, dat voor de Gemeente zoo zwaar weegt, weegt nog zwaarder voor 't Rijk. Want als Haarlem f 30.000 per jaa'r zou moeten bestedon, dan moet het Rijk voor 't heole land wol zes m/lii- oen per jaar betalen. Overigens, spr. zou het al veel ge wonnen achten, wanneer de Raad Woensdag besloot tot het oprichten van één Voorbereidende school. Dat de school in de Jansstraat niet zooveel leerlingen trekt, is daaraan te wijten, dat de school niet staat in een wijk, waann men de kinderen naar de Bewaarscholen zendt. Wat de zaak der crèches aanbe langt, meent spreker, dal men ook crèches zou moeten inrichten, wan neer daaraan zulk een behoefte be staat, als aan Voorbereidende scho len. Wahnoor de heer Levert conse quent redeneert, moet hij, wil hij geen Voorbereidend onderwijs, ook zijn togen Lager en Middelbaar On derwijs. Mr. TJEENK WILLINK vraagt, of liet niet een aanwijzing is, dat men de zaak moet overlaten uan het particu lier initiatief, dat het dit deel van het onderwijs aan zich hoeft getrokken. Voorts vraagt hij of do Gemeente niet ook een inspectie over de bewaar scholen moet instellen, wanneer dit onderwijs moet ingericht worden. W anneer men 't bijzonder onderwijs ging subsidieeren, zou men ook voor dat onderwijs inspectie moeten instel len. Mr. THIEL heeft het gespeten, dat de hoer Franckan hei voordeel van 't Voorbereidend Onderwijs voor de La gere school heeft uitgeschakeld. Daar door is het betoog van den inleider eonigszins verzwakt. Spreker kan het wel begrijpen, dat do hoor Francken zich o>p een exclusief paodagogisch standpunt stelt en zich niet met het politieke deel bemoeit. Doch spreker wijst op de groot© paedagogische voordeelen, die 't Voor bereidend Onderwijs voor de Lagere school heeft. Maar er is ook het poli- tieko voordeel en spr. meent, dat men dit in een politieke vereeniging wel mag aanroeren. Men heeft er op ge wezen, dat de kerkelijk© gemeenten zich druk hebben bemoeid met de be waarscholen. Maar men moet wel be denken, dat deze kerkelijke Gemeen ten, die zich zoozeer voor het Voorbe reidend Onderwijs interesBceren, zich ook interesseeren voor het Lager On derwijs. En waarom Omdat men o.p de Christelijke bewaarscholen leerlin gen kweekt voor de bijzondere scho len. De Christelijke bewaarschool is 't voorportaal voor do bijzondere lage re school. Daarom moet ieder, dïo de Openbare school lief heeft, dus ook de „Liberale Unie", zijn vóór Gemeente lijk Voorbereidend Onderwijs, dat het voorportaal kan worden van de Open bare school. Wat do kosten betreft, de heer Thiel geeft den heer Levert toe, dat het wel een (30,000 per jaar zal kosten. Don krijgt men 4 of 5 Voorbereidende scholen. De heer BREDA IvLEYNENBERG onderstreept het betoog vun den heer Thiol. Ook hij pleit vóór Gem. Voor bereidend Onderwijs op grond van de paedagogische waarde voor d e L a- gere school. Kinderen, die uit betere kringen komen, kunnen veel gemakkelijker in do laagste klas der Lagere school de stof opnemen, omdat zij thuis reeds zooveel in hun omgeving hebben, dat aanpast bij dit onderwijs. Spreker zou het echter niet voldoende vinden, als de Raad Woensdag besloot maar één school te stichten. Men moet een geheel systeem hebben. Do lieer FRANCKEN dankt do beide laatste sprekers voor hun aanvulling, wat de waarde van de Voorbereiden de school voor het lager onderwijs be treft. De politieke zijde van deze kwes tie heeft hij niet aangeroerd, omdat hij geen lid van deze kiesvereeniging is en meende gevraagd te zijn te spre ken als onderwijsman. De paedagogische zijde liet hij on besproken. omdat hij, als man van de lagere school, hier niet voor eigen parochie wil preeken. Wat dit laatste aangaat, het is er mee als de koop man, die een oude broek koopt en dan de jas en het vest er bij cadoau krijgt. Zoo heeft het Voorbereidend Onder wijs in-zich-zelf waarde genooghet voordoe!voorbereiding voor dc lago re school krijgt men op den koop toe. Den heer Tjeenk Willink antwoordt de inleider dat hij meent, dat niet aan het particulier initiatief alleen 't Voor bereidend onderwijs overgelaten mocht worden. Bij subsidiecring is het wenschelijk, dat de Gemeènte toe zicht houdt op het Bijzonder Voorbe reidend onderwijsmaar 't is de vraag, of dit laatste de subsidie zal aanvaarden, wanneer het daardoor verplicht wordt zich onder Gemeente lijke conti'öle te stellen. Na een woord van dank, door den VOORZITTER bot den inleider go- sproken, wordt de vergadering geslo ten. Uit de Rechtszaal BELEEDIGING VAN EEN POL1TIB- COMMISSARIS EN AFDREIGING. Te Zaandam woont een los werk man, die een lastig heerschap blijkt De man staat ongunstig bekend, wat niet zoozeer aan hem zelf geweten moet worden, als aan z'n kameraden, die den man altijd do kastanjes uit het vuur laten halen, verklaarde de Zaanlandscbe politie voor do Recht* bunk. Toen men hom bekeuren wilde voor het maken van rumoer, heeft hij den agent toegevoegd: „Je bent ©en sn...- neus, een kwajongen". Maar daar liet hij 't niet bij. Hij ging verder met zijn beleedigingen. die ditmaal den Commissaris betroffen. Hij zei nL tegen den agent: „Ik be grijp wed dat je uitgestuurd bent door dien lekkeren sn...neus van een Commissaris, die heel Zaandam be dorven hoeft". Beklaagde ontkende en heette 't den getuige gewoonweg liegen. De Officier vroeg voroordceling tot 2 maanden gevangenisstraf, wegens eenvoudige boleediging van een amb tenaar van het uitoefenen van zijn functie. Diezelfde man had zich hierop nog maals voor een delict te verantwoor den, nL wegens afdreiging. Hij had, met een meisje in een kroegje gezeten. Een zijner kennissen was or bij gekomen en daar deze Guurtje, liet meisje van bokl. wel aardig vond, vroeg hij of zij met hem mee ging. De bekl. had daartegen geen be zwaar. als z'n kameraad een rondje gaf. Dat gebeurde en de kameraad ging er met Guurtje van door. Be klaagde was toen Guurlie en den ioruren ach-' torna geloopen en had gold gevraagd. Bekl. moest oen „knaak" (een rijks daalder) hebbon, anders zou hij hen in de Zaan gooien. De jongen had toen don rijksdaalder gegeven. Aan beklaagde wordt gevraagd, wat hij mee te deelen hcoft over deze zaak. Och, zegt bekl. sarcastisch, als ik zeg: „nee" dan is 't immers toch jal Hij ontkent echter, dat hij geld heeft afgedreigd. Hij heeft alleen ge zegd: „Als jo m'n meid niet laat gaan, gooi ik jo in de Zaan". Guurtje bevestigd echter, dat de be klaagde het gold heeft afgedreigd. Hij had in 't cafótje al gezegd, dat zij als zij met den jongen meeging een rijks daalder moest vragen eii dan bij hem terugkomen. Guurtje had dit echter niet gedaan. Bekl. was toen liet paar achterna gegaan en had don rijksdaalder ge kregen, omdat do jongen bang voor hem was. Toen de politie er bij kwam, had hij het meisje den Rijksdaalder >"n de hand laten glijden. Beklaagde ontkent dit, ziooals hij alles ontkent Het meis je hoeft den Rijksdaalder zelf van den jongen gekregen. Hij had van het meisje zijn horloge met ketting terug gekregen. Een agent van politie ver klaart, dat hij gezien had, dat !»okl. het meisje den Rijksdaalder gaf. Guur tje verklaart ook, dat zij toen den Rijksdaalder kreeg. Het horloge heeft zij eerst teruggegeven op het Politie bureau. De beklaagde vindt dit een raadsel. De politieman liep achter hem. Dio moet dan wel een buitengewoon mcnsch zbn, want hij kan door iemands lichaam hoon zien, zegt be klaagde. De Officier van Justitie gelooft, dat de afpersing, subsidair de bedreiging tegen het leven vaststaat. Het oogmerk om zich wederrechte lijk te beoordoolcn, is bewezen. Ook staat vast dat hij den jongen gedreigd heeft hem in de Zaan te gooien of met een mes te steken. De joifgen is daardoor benauwd geworden en heeft het geld gegeven. Wat deze beklaagde gedaan heeft is een gewone vuile, apachen streek, zegt de Officier. Daarom moet een zware straf geöisctat worden. Mr. Hoyer vraagt dus veroordeeling tot t w e e jaar gevangenisstraf. Daar er gevaar bestaat, dat be klaagde die nu-en-dan varende is. en pas uit Zuid-Amerika terug is geko men, ontvluchten zal, vraagt de Amb tenaar onmiddellijke gevangeneming. De Rechtbank, en Raadkamder, be sloot overeenkomstig het requisitoir tot onmiddellijk© gevangenneming. De beklaagde wordt nu naar de cel len in het Paleis van Justitie wegge leid. Is Dnltschs deserteurs roer de Recbtbauk. .(We hebben gister de zaak van Her mann Szameitat voor een deel samen gevat, weergegeven. Hieronder volgt het volledig verslag). Als getuigen in de zaak van Her mann Szameitat zijn de volgende ge tuigen gedagvaard: Geurt Kamphorstj Jan Schouten en Gijsbert Pieter de Jone, de drie personen uit Haarlem mermeer bij wie de 9 fietsen zijn ge stolen. Marinus Kraan, Krüger, de mede-dief, do veldwachters R. Pronk, Willem Schotvanger en Roelof Stof fer. Verder de verwonde plantsoen wachter Wilhelm Kolderie en de eveneens verwonde tuinbaas Maarten Bloemendaalook de tuinbaas Jaoob Boon. Nicoloas L. van Schagen -en de rijwielhandelaar Jacob Heins. Aan Krüger worden alleen rijwiel diefstallen ten laste gelegd. Getuigeu zijn in deze zaak Geurt Kamphorst, waar fietsen gestolen zijn, de mede- beklaagde Szameitat en de rijwielhan delaar Joh. Extra Aan de orde is eerst de zaak van ■Szameitat. Daar S. verklaart Hol- landsch te verstaan, wordt geen ge bruik van oen tolk gemaakt. Szameitat is in gevangeniskleeding, evenals toen hij onlangs in de uitle- veringszaak voor moest komen. Krüger. die getuige is, en naast do getuigenbank, naast een veldwachter staat, is nog in zijn geruit colbertje met blauwe das. Szameitat bekent de hem ten laste gelegde diefstallen. Hij antwoordt steeds: „Jaweel" op de vragen van den President. Ook erkent hij, dat hij op 1 Septem ber bij Heins een fiets te koop had aangeboden en gevlucht was, toen de politie er aan te pas kwam. Hij heeft toen met zijn revolver geschoten, om een arrestatie te voorkomen. Verder erkent hii ook met die revolver ge schoten to hebben bij 't sehuitenhuis, op Bloemendaal en oen jongen. De President doelt den bekl. mee, dat hij niet terechtstaat wegens het schieten met het geweer, dat hij van Bloemendaal had afgenomen. Op een vraag van Mr. Merens ver klaart bekl.. dat hij in de schuur maar één fiets heeft weggenomen, terwijl de dagvaarding diefstal van twee rij wielen ten laste legt. President: U hebt er toch twee uit de schuur gehaald? Szameitat: „Jaweel, aber ïek baba er eiu staou lale!" President: Waarom? Szameitat: D'r war kein sad- del. De bestolenen bevestigen de diefstal len der rijwielen. Krüger, die thans als getuige voor komt. verklaart maar „sehr weriig Jlollandisch" te kennen. I)o heer Wcs- seldijk, leeraar in hel Duilscli, treedt daarom als tolk op. KrQger's verkla ringen z::n al evenmin interessant, als de voorgaande. Krüger bevestigt ook volkomen, dat de toedracht der rijwieldiefstallen heeft plaats gehad, als de dagvaarding die heeft beschre- Thans wordt voortgegaan met 't hooren van de bestolenen, nl. Jan Schouten. Marinus Kraan beeft de fiets zonder zadel aan den slootkant gevonden. Do rijwielhandelaar Van Schagen heeft een fiets gekocht van Szameitat. Deze gaf voor, dat hij z'n rijwiel weg wilde doen, daar hij in dienst moest. S. kwam nog een tweede maal, maar toen weigerde de handelaar, omdat hij do zaak vreemd vond. De schietpartij. De rijwielhandelaar Heins, uit Heemstede, legt de verklaring af. dat S. in zijn winkel een rijwiel te koop aanbood on 1 September. Getuige, die gehoord had van rijwieldiefstallen, vertrouwde 't zaakje niet en waar schuwde de po.litie. Toen <lc veldwach ter Pronk in den winkel kwam, ging Szameitat er van door. Pronk, de rij wielhersteller en zijn knecht, gingen hem achterna. Toen loste S. een schot op hen, doch niemand werd geraakt. S. vluchtte nu over de bollenvolden. Szameitat erkent ook zijn aandeel in de schietpartij, met een herhaald: „Jaweel". Beklaagde rectificeert het door den President gevraagde In dezen zin, (lat de rijwielhandelaar niet getelefoneerd beeft, doch zijn knecht om den veld wachter had gezonden. De veldwachter Pronk vertelt over dc achtervolging, daarbij bevestigen de. hetgeen de rijwielhandelaar daar over verteld heeft. Deze getuige is niet bij de schiet- pntrii c\p Eïndenhout en Vredenhof ge weest. De plantsoenwachter Kolderie was dien Vr;>da.gmiddng in den Hout werkzaam Hem en zijn kamerand Westbroek werd om assistentie ver zocht, Met den tuinbaas Rtoemen- jdaal zochten zij Vredenhof af. Toen jzii h" het schuitenbuis kwamen en Bloemendaal de deur open deed, sprong Szameitat uit de schuur, met een revolver- in de hand Kolderie trachtte toen aan Szamei tat de revolver te ontrukken. Dut ge beurde eerst, toen Szameitat twee malen een schot had gelost, welke schoten hem allo twee troffen, waar van één schot in de lies. K. had hem een stok op bet hoofd stuk geslagen. Kolderie is van 1 September tot 3 Oc tober in het Gasthuis verpleegd. S'^ds dien tijd is hij loopend pntiënL Sedert Maandag neemt hii zijn dienst, hij wijze van proef, weer - waar. Maar do kogel, die in zijn been zit, veroorzaakt hem pijn, als hij lang surveilleert. Gisteren, toon hij vier uu,r surveilleerde, moest hij er bij gaan zitten. De getuige Bloemendaal ver klaart, dat de veldwachter Schotvan ger hem had gevraagd, of hij den vluchteling gezien had. Bloemendaal is ziin geweer gaan halen en onder zocht de buitenplaats met de plant soenwachters. Zij vonden Szameitat in het sehuitenhuis. Getuige lóste een schot uit zijn geweer, om alarm ie maken. Hij had daarop Szameitat bij den pols gegrepen. Deze schoot nu telkens zijn revolver af, waardoor Bloemendaal éénmaal en Kolderie twee keeren getroffen werd. Bloe mendaal heeft, nog Last van den ko gel, wanneer hfj lang gewerkt heeft. De veldwachter Schotvanger deelt mee, hoe zijn politiehond „Piet" don vluchteling in do bosschen van Eïndenhout vond en hoe Szameitat den hond doodschoot. De tuinbaas Boon hooft mot den veldwachter Stoffer den man achterna gezeten. Daarbij is Szameitat in de d ij ge wond. Beklaagde antwoordt op een vraag van den President, dat hij niet voel last heeft van de verwonding De veldwachter Stoffer, uit Aordenhout, bevestigt, dat hij en Boon op Szameitat hebben geschoten. Den eersten keer werd Szameitat ge wond in de dij, later in den rug. Requisitni r. De Officier van Justitie, zijn requi sitoir houdende, wijst er op, dat men hier ©en bekentenis van don beklaag- do heeft. De feiten staan ook vast. Spreker is niet gekomen met de ten lastelegging doodslag of moord. Hij kwam dus niet met het zwaarste. Achtereenvolgens gaat de ambte naar na de verschillende rijwieldief stallen. Daarna komt hij tot den dief stal, gevolgd door geweld, en schetst de toedracht van de schietpartij. Spreker gaat ha, hoe Szameitat zich niet heeft willen overgeven aan de politie, maar hij heeft, toen hij als ©en wild dier werd opgejaagd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 6