Prins Louis hooft zijn dochter naar
liet gesticht van dokter Doyen ge-
brachthet kind schijnt do zorgen
van dien beroemden chirurg noodig
to hebben.
liet is wel een toekeu des tijds, dat
de vorstelijke personen, om eens een
Fransche uitdrukkiug te vertalen, hoe!
langer hoe minder hun vuil linnen
goed thuis wasscheu. Kweelde onlangs
de Saksische kanarie Louise niet heur
lichte mémoires in „Le Matin" Kon
digt nu „Le Journal" niet aan, dat
binnenkort in zijn kolommen „Léo-
pold II intime" zal verschijnen, „on
uitgegeven mémoires van den eersten
kamerdienaar des Konïngs"Men zal
mij tegenwerpen, dat de doode vorst
ïiiets met deze uitgave heeft te ma
ken. kan te maken, hebben doch het
is van algemeene bekendheid, dat
Leopold 11 hier te Parijs niet zelden
zijn vorstelijke waardigheid aflegde.
Iloe zou voorts een knecht over Leo
pold II „intime" kunnen schrijven, in
dien de koning hem niet min of meer
een kijkje in zijn intieme zaken had
gegund
Albert Wolff schreef eens
„In trouwe, ik zeg het u, artiesten,
waarde voorbeschikte wezens, gij zijt
op een noodlottigen weg. Schilder,
treed terug in uw atelier toonkun
stenaar, keer terug naar uw piano
Zendt uw werken aan de menigte,
stalt uw persoon niet voor haar uit
het publiek zal u meer achten naar
gelang liet u minder zal zien het
stelt zich gaarne voor, dat de schep
pers van kunstwerken, die bewonderd
worden, menschcn zijn van een bijzon-
dor ras en dat zij op het voorhoofd
iets hebben ais een weerschijn van
den goddelijken stralenglans. Laat
aan de menigte deze illusie omtrent
uw persoou, indien gij wilt, dat zij
den eerbied voor uw werk behoudt
Het komt mij voor, dat vorstelijke
personen nóg meer dan kunstenaars
moeten trachten, de menigte de illu
sie te doen behouden omtrent de
grootheid en de waardigheid van hun
persoon.
O, ik kan mij levendig voorstellen,
dat een vorstelijke persoon zou wen-
schen, zich te kunnen bewegen als een
gewoon mensch. Wel, laat hem dan
voor liet minst doen wut Georges van
Servië, de oudste zoon van den ko
ning van genoemd land, heeft ge
daan. Die prins heeft ten minste af
stand gedaan van den troon, ten be
hoeve van zijn jongeren broeder. Hij
bevindt zich op het oogenblik te Pa
rijs. ten einde den cursus van de
krijgsschool te volgen. Hij wandelt,
als gewoon burger en zonder het min
ste gevolg, over de straat, en wenscht
zijn volkomen incognito te behouden
zelfs bij gelegenheid van de aanstaan
de officioole feesten alhier ter ©ere
vou zijn vader.
„De eer" zei Montesquieu, „is het
beginsel der monarchieën." Dóch te
genwoordig wordt er niet weinig vor
stelijke eer te grabbelen gegooid
vLa gloriole" L...
OTTO KNAAP.
Stadsnieuws
GYMNASTIEKVEREENIGING
„BATO".
Zaterdagavond gaf de Gymnastiek-
vereemging „Bato" een uitvoering in
bet Brongebouw.
De voorzitter opende den feestavond
met een toespraak. Hij wees er op,
dat het eere-lid. de heer Van der
Boom steeds veel belangstelling voor
do belangen der vereen'gLug toont en
haar tot steun s.
Ook bracht hij een woord van dank
aau den directeur, den heer H- B.
Drcye'r voor zijn ijver en toewijding.
Door zijn toedoen had de vereeniging
tweemaal een tweeden prijs behaald.
De voorzitter verzocht den heer Van
der Boom de medailles aan het vaan
del te hechten, waaraan deze voldeed.
Hierna begon men het programma
af le werken.
Het bleek reeds spoedig, dat de
gymnasten onder goede leiding staan.
Do oefen ngen werden zeer correct
uitgevoerd. liet pub! ek uitte zijn vol
doening door luid applaus.
Een herhaling van het nummer
Staafoefeningen le klassewaarmede
de vereeniging den tweeden prijs bij
de te Alkmaar gehouden wedstrijden
behaalde, was heel mooi, geen enkel
foutje werd er gemaakt.
Ook na de pauze gng alles even
goed en vlug van stapel. Ook de mets-
jes-afdeeling werkte zeer verdienste
lijk.
De voordrager, de hoer li. Eifenmk,
had ook weer veel succes.
De zoo goed geslaagde uitvoering
werd door een bal besloten.
Voorbereidend onderwijs.
Naar aanie ding van oen verzoek,
gedaan in de laatste vergadering van
de kiesvereoniging „De Liberale
Uhie", had het bestuur dezer vereeni
ging Maandagavond een bijeenkomst
belegd, waarin de heer J- J. Franc
ken een inleid.ng gaf op de
vraag: „Behoort Voorbereidend On
derwijs een voorwerp van zorg voor
het Gemeentebestuur te zijn?"
Ouder de aanwezigen merkten wij
op de Raadsleden Mr. Th el, Tjeenk
Willink, Modoo, Schratn, Dr. M er ens,
Dr. Kruseman, Rinkema, Schreuders,
Levert, I.asschuit en Dr. Timmer (be
halve de voorzitter der kiesvereeni-
ging, de hoor J. L. E. T. Breda KlciJ-
nonbe'rg. Verder de heeren Van der
Ley, Directeur van de Rijkskweek
school OU Dr. Borgman, Directeur der
H. B. S.-Handelsschool.
Na eon inleidend woord van den
Voorz.tter, den hoor J. L. E. L Breda
Kleijnenberg, ving
de heer Francken
zijn voordracht aan.
Na een uitvoerige uiteenzetting,
dat spreker, wegens getrek aan tijd
voor voorbereiding, geen eigenlijke
voordracht zóu houden, doch allc-en
oen inleiding, ving spr. aan met mee
te doelen, dat hij het Voorberadend
Onderwijs vanavond zou beschouwen
als oen afzonderlijk soort onderwijs,
dus afgeoieu van de waaide, die dit
ouderwijs voor de lagere school heeft.
De heer Francken is nl. tan mee
ning, dat dit onderwijs op zichezolf
waarde genoeg heeft.
Is er vraag naar Voorbereidend On
derwijs?
Deze vraag stelt spreker zich het
allereerst, llij wijst er op, dat het
Voorbereidend Ondefrwijs reeds in de
dertj ende eeuw voorkwam. Hij herin
nert aan de z.g. Maitrcssenscholen
in de 17de en 18de eeuw. Thans heeft
men algemeen de z.g. bewaarscholen.
In Haarlem bezoeken er 2500 k:nde-
ren de 14 bewaarscholen. Deze scho
len vvdrden 't meest bezocht door kin
deren van de kleine luiden. Dat is
wel te verklaren, want gebrek aan
woningruimte, het uxt-vverken-gaan
der moeders, het ziekelïjk-zijn der
moeders enz., dwingen de ouders, om
de kinderen naar bewaarscholen te
zendein. Bij deze scholen moet men
vooral den nadruk leggen op het be
waren.
De toestand dezer bewaarscholon iis
langen tijd zoer slecht geweest. Ter
illustrate o doelt spr. een schels mede
van een bewaarschool te Amsterdam
in het midden der 19de eeuw.
Daaruit trekt spreker de conclusie,
dat in 50 jaren de verbetering dezer
scholen niet zoo groot kan
zijn, dat deze nu volkomen
goed zijn. De geschieden's ver
vormt zich niet zo snel. Uit d en
slechten toestand is misschien te
verklaren, dat, vooral onder den bur
gerstand, een afkeer van de bewaar
school bestaat. Deze afkeer is mee te
verklaren uit de prijzenswaardige
overweging, dut men het jonge kind
zelf wil opvceden.
De slot conclusie van spr. is, dat 't
blijven bestaan van de bewaarscho
len bewijst, dat er behoefte aan s.
Daarna bespreekt de heer Francken
de vraag, w e dit onderwijs tot-nu
geven. Tot-nog-to© is het overgelaten
aan het particulier initiatief. Het
Nut van 't Algemeen en de Kerkelijke
Gemeenten hebben tot-nu 't Bewaar-
schoolonderwijs in handen gehad. Al
leen de St. Barbara-school in de Jans
straat wordt gesubsidieerd. Spreker
oonciudoert, dat deze scholen n et aan
de behoefte voldoen. Nóg wel 2000
kinderen zouden in Haarlem naar de
bewaarschool kunnen gaan.
Wat nu de waarde betreft, goed
bewaarschoolonderwijs heeft ook een
groote vormende waarde. Spreker
schetst den ontwikkelingsgang van
het kind. Tot het derde jaar is
het kind nog geen ik-heid. Z.chzelf
beschouwt hij steeds in den derden
persoon. Hij spreekt over-aich-zelf
van „broertje" en „hij".
Na het derde levensjaar begint de
ik-heid meer voor den dag te komen.
Het beschouwt zichzelf dan als 't mid
delpunt dor wereld, die het bezielt
door zijn levendige fantaae. Maar
niet lang heeft het kind genoeg aan
zichzelf. Het heeft behoefte aan om
gang met anderen. Daardoor wordt
uitwisseling tusschen de kinderen
onderling verkregen. De kinderen,
die niet naar de bewaarschool gaan,
hebben hun moeder of 't krnderm© sje,
of de kinderjuffrouw.
Van deze loatsten wil spreker geen
kwaad zeggen, maar het zijn over 't
algemeen kinderen, die zelf nog geen
betrekking kunnen krijgen, omdat zij
pas van de school komen. Wat nu do
moeders betreft, er zijn er onder, die
de kinderen, door hen te wijs te ma
ken, bederven.
Do kinderen in groote gezinnen zijn
er nog 't best aan toe, omdat zij in
broertjes en zusjes kameraadjes vin
den.
De heer Francken zet uiteen, hoe
het bewaarschoolonderwijs, als het
good is, ontwikkelend is voor het kind.
De handenarbeid leort denken dn zen
en 't geeft handvaardigheid. Verder
leort 't kind spreken en zingen. Door
de aardi ge spelletjes wordt de licha
melijke opvoeding behartigd.
Spreker stelt de volgende eïsclien
aan een goede bewaarschool: ruime,
hygiënisch ingerichte lokaleïi, waar
in niet te veel leerlingen mogen zit
ten, goede leermiddelen, een speel
plaats met zandhoop en tuin, en ein
delijk men moot deugdelijk personeel
hebben.
Beantwoordt de toestand te Haar
lem nu aan de vereisohten? B. en W.
zeggen in hun praoadvies, dat het be
waarschoolonderwijs te Haa'rlem
door particulier initiatief zeer loffe
lijk wordt gedreven. Spreker meent,
dat B. en W. deze scholen ook maar
alleen van hooren-zeggen kennen.
Tegenover de meening van B. en
W. plaatst spreker di o van het Hoofd
bestuur van den Bond van Bewaar-
schoolhouderessen, die in een adres
aan den Raad zeggen, dat Haarlem
tot-nu van goed bewaarschoolonder
wijs verstoken is.
De heer Francken gaat nu na hoe
de verhouding is tusschen het aaiital
leerlingen der IlaaïTomsohe bewaar
scholen en hot aantal onderwijzeres
sen.
Voor zoover spr. de gegevens heeft,
concludeert hij, dat deze verhouding
niet aan den eisch voldoet.
Daarom moet de Gemeente ingrij
pen.
Spreker constateert, dat B. en W.
overtuigd zijn van liet groote nut van
het Voorboreidend onderwijs. Waar
om nemen B. en W. deze zaak niet
ter hand?' Omdat, zeggen B en W.,
het veel geld kost, omdat men dan
ook noodzakelijk het bijzonder voorbe
radend onderwijs moet subsid'eeren,
omdat er niet gebleken is, dat er be
hoefte bestaat aan Gemeentelijk be
waarschool onderwijs, omdat belang
hebbenden daarvan niets heblien doen
blijken.
Dit laatste argument schakelt spre
ker uit. Imme'rs, hot is nooit de ge
woonte in den Ilaarlemschen Raad
geweest, om met het tot stand bren
gen van iets goeds te wachten tot be
langhebbenden daarop aandron
gen. Trouwens, het is een kleinig
heid voor een vereeniging. om een
paar honderd banilteekeningen te ver
zamelen op een adres aan den Raad.
Spreker zal niet ingaan op de kwes
tie der subsidieoning van het bijzon
der onderwijs. Dit :s een politieke-,
geen onderwijskwestie.
Aangaande de kosten van het be
waarschoolonderwijs meent spr., dat
dit geen inotcf kan zijn. Geeft men
niet veel geld uit voor hygiënische
stichtingen, als Slachthuis, Keurings
dienst, patholog. laboratorium, enz.?'
Bovendien elke gulden, die men
uitgeeft, zal vruchten afwerpen in
den vorm van een beter ontwikkelde
maatschappij, rninde'r misdadigers,
minder z éken'hu'izen en een vermin
dering van bedoeling enz.
De rede verwierf applaus.
Gedachtenwisseling.
De heeren LEVERT en LASSCHUIT
maken de opmerking, dat de ver
houding tusschen de aantallen on
derwijzeressen en kinderen op de Be
waarscholen ,n de Jansstraat en op
den Burgwal niet zoo ongunstig is,
als de heer. Franckeu meedeelde.
De heer LEVERT meent, dat bij
deze kwestie nog andere vragen aan
de orde zijn. De heer Francken con
cludeerde uit het feit, dat Voorberei
dend onderwijs goed is, dat dan de
Gemeente het maar moet ter hand
nemen. Sjireke'r vraagt echter, waar
om men dat dool van liet onderwijs
niet opdragen W.l aan 't Rijk, dat
toch ook het lager onderwijs aan zich
heeft getrokken. Dun is er nog de
kosten-kwestie. De heer Francken
hecht daaraan net veel, maar hij
moet zich toch wel voorstellen, hoe
deze onderwijsinrichtingen moeten
worden verdeeld over de Gemeente.
Spreker weet, als regent van de St.
Barbara-bewaarschool, dat men op
deze scholen, alleen krijgt de kinde
ren uit de naaste omgevi ng. Als
spreker dit nagaat, komt hij er toe,
dat er Gemeentelijke bewaarscholen
zouden moeten komdn in elk der
kwartieren en twee in het centrum
der stad. Op de Barbara-school kost
elk kind f 17. Gaat men nieuwe scho
len stichten, dan komen de kosten
wel op f 30.
Als spreker nu aanneemt, dat de
gemeente 1000 van (le 4000 kinderen,
die er voor in aanmerking komen,
voor haar 'rekening noemt, dan komt,
hij tot een koslen-cijfor van f 30.000
per jaar.
Bovendien maakt spreker de opmer
king, dat als men meent, dat de Ge
meente Voorbereidende scholen moet
stichten, men evengoed van oordeel
kan zijn, dat Cr dan ook Gemeentelij
ke crèches moeten opgericht worden.
De heer FRANCKEN zegt zijn ge
gevens omtrent het aanlal onderwij
zeressen e'n kinderen ontleend te heb
ben aan het Jaarboekje voor Haar
lem."' Sprekc'r is er tegen om te
wachten tot het Rijk zich met de
zaak bemoeit. Want eer het zoover is,
is het tegenwoordig geslacht allang
dood en begraven.
Bovendion het kostenbezwaar, dat
voor de Gemeente zoo zwaar weegt,
weegt nog zwaarder voor 't Rijk.
Want als Haarlem f 30.000 per jaa'r
zou moeten bestedon, dan moet het
Rijk voor 't heole land wol zes m/lii-
oen per jaar betalen.
Overigens, spr. zou het al veel ge
wonnen achten, wanneer de Raad
Woensdag besloot tot het oprichten
van één Voorbereidende school.
Dat de school in de Jansstraat niet
zooveel leerlingen trekt, is daaraan
te wijten, dat de school niet staat in
een wijk, waann men de kinderen
naar de Bewaarscholen zendt.
Wat de zaak der crèches aanbe
langt, meent spreker, dal men ook
crèches zou moeten inrichten, wan
neer daaraan zulk een behoefte be
staat, als aan Voorbereidende scho
len. Wahnoor de heer Levert conse
quent redeneert, moet hij, wil hij
geen Voorbereidend onderwijs, ook
zijn togen Lager en Middelbaar On
derwijs.
Mr. TJEENK WILLINK vraagt, of
liet niet een aanwijzing is, dat men de
zaak moet overlaten uan het particu
lier initiatief, dat het dit deel van het
onderwijs aan zich hoeft getrokken.
Voorts vraagt hij of do Gemeente niet
ook een inspectie over de bewaar
scholen moet instellen, wanneer dit
onderwijs moet ingericht worden.
W anneer men 't bijzonder onderwijs
ging subsidieeren, zou men ook voor
dat onderwijs inspectie moeten instel
len.
Mr. THIEL heeft het gespeten, dat
de hoer Franckan hei voordeel van 't
Voorbereidend Onderwijs voor de La
gere school heeft uitgeschakeld. Daar
door is het betoog van den inleider
eonigszins verzwakt. Spreker kan het
wel begrijpen, dat do hoor Francken
zich o>p een exclusief paodagogisch
standpunt stelt en zich niet met het
politieke deel bemoeit.
Doch spreker wijst op de groot©
paedagogische voordeelen, die 't Voor
bereidend Onderwijs voor de Lagere
school heeft. Maar er is ook het poli-
tieko voordeel en spr. meent, dat men
dit in een politieke vereeniging wel
mag aanroeren. Men heeft er op ge
wezen, dat de kerkelijk© gemeenten
zich druk hebben bemoeid met de be
waarscholen. Maar men moet wel be
denken, dat deze kerkelijke Gemeen
ten, die zich zoozeer voor het Voorbe
reidend Onderwijs interesBceren, zich
ook interesseeren voor het Lager On
derwijs. En waarom Omdat men o.p
de Christelijke bewaarscholen leerlin
gen kweekt voor de bijzondere scho
len. De Christelijke bewaarschool is 't
voorportaal voor do bijzondere lage
re school. Daarom moet ieder, dïo de
Openbare school lief heeft, dus ook de
„Liberale Unie", zijn vóór Gemeente
lijk Voorbereidend Onderwijs, dat het
voorportaal kan worden van de Open
bare school.
Wat do kosten betreft, de heer Thiel
geeft den heer Levert toe, dat het wel
een (30,000 per jaar zal kosten. Don
krijgt men 4 of 5 Voorbereidende
scholen.
De heer BREDA IvLEYNENBERG
onderstreept het betoog vun den heer
Thiol. Ook hij pleit vóór Gem. Voor
bereidend Onderwijs op grond van de
paedagogische waarde voor d e L a-
gere school.
Kinderen, die uit betere kringen
komen, kunnen veel gemakkelijker in
do laagste klas der Lagere school de
stof opnemen, omdat zij thuis reeds
zooveel in hun omgeving hebben, dat
aanpast bij dit onderwijs. Spreker
zou het echter niet voldoende vinden,
als de Raad Woensdag besloot maar
één school te stichten. Men moet een
geheel systeem hebben.
Do lieer FRANCKEN dankt do beide
laatste sprekers voor hun aanvulling,
wat de waarde van de Voorbereiden
de school voor het lager onderwijs be
treft. De politieke zijde van deze kwes
tie heeft hij niet aangeroerd, omdat
hij geen lid van deze kiesvereeniging
is en meende gevraagd te zijn te spre
ken als onderwijsman.
De paedagogische zijde liet hij on
besproken. omdat hij, als man van de
lagere school, hier niet voor eigen
parochie wil preeken. Wat dit laatste
aangaat, het is er mee als de koop
man, die een oude broek koopt en dan
de jas en het vest er bij cadoau krijgt.
Zoo heeft het Voorbereidend Onder
wijs in-zich-zelf waarde genooghet
voordoe!voorbereiding voor dc lago
re school krijgt men op den koop toe.
Den heer Tjeenk Willink antwoordt
de inleider dat hij meent, dat niet aan
het particulier initiatief alleen 't Voor
bereidend onderwijs overgelaten
mocht worden. Bij subsidiecring is
het wenschelijk, dat de Gemeènte toe
zicht houdt op het Bijzonder Voorbe
reidend onderwijsmaar 't is de
vraag, of dit laatste de subsidie zal
aanvaarden, wanneer het daardoor
verplicht wordt zich onder Gemeente
lijke conti'öle te stellen.
Na een woord van dank, door den
VOORZITTER bot den inleider go-
sproken, wordt de vergadering geslo
ten.
Uit de Rechtszaal
BELEEDIGING VAN EEN POL1TIB-
COMMISSARIS EN AFDREIGING.
Te Zaandam woont een los werk
man, die een lastig heerschap blijkt
De man staat ongunstig bekend, wat
niet zoozeer aan hem zelf geweten
moet worden, als aan z'n kameraden,
die den man altijd do kastanjes uit
het vuur laten halen, verklaarde de
Zaanlandscbe politie voor do Recht*
bunk.
Toen men hom bekeuren wilde voor
het maken van rumoer, heeft hij den
agent toegevoegd: „Je bent ©en sn...-
neus, een kwajongen". Maar daar liet
hij 't niet bij. Hij ging verder met
zijn beleedigingen. die ditmaal den
Commissaris betroffen.
Hij zei nL tegen den agent: „Ik be
grijp wed dat je uitgestuurd bent
door dien lekkeren sn...neus van een
Commissaris, die heel Zaandam be
dorven hoeft".
Beklaagde ontkende en heette 't den
getuige gewoonweg liegen.
De Officier vroeg voroordceling tot
2 maanden gevangenisstraf, wegens
eenvoudige boleediging van een amb
tenaar van het uitoefenen van zijn
functie.
Diezelfde man had zich hierop nog
maals voor een delict te verantwoor
den, nL wegens afdreiging.
Hij had, met een meisje in een
kroegje gezeten. Een zijner kennissen
was or bij gekomen en daar deze
Guurtje, liet meisje van bokl. wel
aardig vond, vroeg hij of zij met hem
mee ging.
De bekl. had daartegen geen be
zwaar. als z'n kameraad een rondje
gaf.
Dat gebeurde en de kameraad ging
er met Guurtje van door. Be klaagde
was toen Guurlie en den ioruren ach-'
torna geloopen en had gold gevraagd.
Bekl. moest oen „knaak" (een rijks
daalder) hebbon, anders zou hij hen
in de Zaan gooien.
De jongen had toen don rijksdaalder
gegeven.
Aan beklaagde wordt gevraagd, wat
hij mee te deelen hcoft over deze zaak.
Och, zegt bekl. sarcastisch, als ik
zeg: „nee" dan is 't immers toch jal
Hij ontkent echter, dat hij geld
heeft afgedreigd. Hij heeft alleen ge
zegd: „Als jo m'n meid niet laat gaan,
gooi ik jo in de Zaan".
Guurtje bevestigd echter, dat de be
klaagde het gold heeft afgedreigd. Hij
had in 't cafótje al gezegd, dat zij als
zij met den jongen meeging een rijks
daalder moest vragen eii dan bij hem
terugkomen. Guurtje had dit echter
niet gedaan.
Bekl. was toen liet paar achterna
gegaan en had don rijksdaalder ge
kregen, omdat do jongen bang voor
hem was.
Toen de politie er bij kwam, had hij
het meisje den Rijksdaalder >"n de
hand laten glijden. Beklaagde ontkent
dit, ziooals hij alles ontkent Het meis
je hoeft den Rijksdaalder zelf van den
jongen gekregen. Hij had van het
meisje zijn horloge met ketting terug
gekregen. Een agent van politie ver
klaart, dat hij gezien had, dat !»okl.
het meisje den Rijksdaalder gaf. Guur
tje verklaart ook, dat zij toen den
Rijksdaalder kreeg. Het horloge heeft
zij eerst teruggegeven op het Politie
bureau.
De beklaagde vindt dit een raadsel.
De politieman liep achter hem. Dio
moet dan wel een buitengewoon
mcnsch zbn, want hij kan door
iemands lichaam hoon zien, zegt be
klaagde.
De Officier van Justitie gelooft, dat
de afpersing, subsidair de bedreiging
tegen het leven vaststaat.
Het oogmerk om zich wederrechte
lijk te beoordoolcn, is bewezen. Ook
staat vast dat hij den jongen gedreigd
heeft hem in de Zaan te gooien of
met een mes te steken. De joifgen is
daardoor benauwd geworden en heeft
het geld gegeven.
Wat deze beklaagde gedaan heeft is
een gewone vuile, apachen streek,
zegt de Officier. Daarom moet een
zware straf geöisctat worden. Mr.
Hoyer vraagt dus veroordeeling
tot t w e e jaar gevangenisstraf.
Daar er gevaar bestaat, dat be
klaagde die nu-en-dan varende is. en
pas uit Zuid-Amerika terug is geko
men, ontvluchten zal, vraagt de Amb
tenaar onmiddellijke gevangeneming.
De Rechtbank, en Raadkamder, be
sloot overeenkomstig het requisitoir
tot onmiddellijk© gevangenneming.
De beklaagde wordt nu naar de cel
len in het Paleis van Justitie wegge
leid.
Is Dnltschs deserteurs roer de
Recbtbauk.
.(We hebben gister de zaak van Her
mann Szameitat voor een deel samen
gevat, weergegeven. Hieronder volgt
het volledig verslag).
Als getuigen in de zaak van Her
mann Szameitat zijn de volgende ge
tuigen gedagvaard: Geurt Kamphorstj
Jan Schouten en Gijsbert Pieter de
Jone, de drie personen uit Haarlem
mermeer bij wie de 9 fietsen zijn ge
stolen. Marinus Kraan, Krüger, de
mede-dief, do veldwachters R. Pronk,
Willem Schotvanger en Roelof Stof
fer. Verder de verwonde plantsoen
wachter Wilhelm Kolderie en de
eveneens verwonde tuinbaas Maarten
Bloemendaalook de tuinbaas Jaoob
Boon. Nicoloas L. van Schagen -en de
rijwielhandelaar Jacob Heins.
Aan Krüger worden alleen rijwiel
diefstallen ten laste gelegd. Getuigeu
zijn in deze zaak Geurt Kamphorst,
waar fietsen gestolen zijn, de mede-
beklaagde Szameitat en de rijwielhan
delaar Joh. Extra
Aan de orde is eerst de zaak van
■Szameitat. Daar S. verklaart Hol-
landsch te verstaan, wordt geen ge
bruik van oen tolk gemaakt.
Szameitat is in gevangeniskleeding,
evenals toen hij onlangs in de uitle-
veringszaak voor moest komen.
Krüger. die getuige is, en naast do
getuigenbank, naast een veldwachter
staat, is nog in zijn geruit colbertje
met blauwe das.
Szameitat bekent de hem ten laste
gelegde diefstallen. Hij antwoordt
steeds: „Jaweel" op de vragen van den
President.
Ook erkent hij, dat hij op 1 Septem
ber bij Heins een fiets te koop had
aangeboden en gevlucht was, toen de
politie er aan te pas kwam. Hij heeft
toen met zijn revolver geschoten, om
een arrestatie te voorkomen. Verder
erkent hii ook met die revolver ge
schoten to hebben bij 't sehuitenhuis,
op Bloemendaal en oen jongen.
De President doelt den bekl. mee,
dat hij niet terechtstaat wegens het
schieten met het geweer, dat hij van
Bloemendaal had afgenomen.
Op een vraag van Mr. Merens ver
klaart bekl.. dat hij in de schuur maar
één fiets heeft weggenomen, terwijl
de dagvaarding diefstal van twee rij
wielen ten laste legt.
President: U hebt er toch twee
uit de schuur gehaald?
Szameitat: „Jaweel, aber ïek
baba er eiu staou lale!"
President: Waarom?
Szameitat: D'r war kein sad-
del.
De bestolenen bevestigen de diefstal
len der rijwielen.
Krüger, die thans als getuige voor
komt. verklaart maar „sehr weriig
Jlollandisch" te kennen. I)o heer Wcs-
seldijk, leeraar in hel Duilscli, treedt
daarom als tolk op. KrQger's verkla
ringen z::n al evenmin interessant,
als de voorgaande. Krüger bevestigt
ook volkomen, dat de toedracht der
rijwieldiefstallen heeft plaats gehad,
als de dagvaarding die heeft beschre-
Thans wordt voortgegaan met 't
hooren van de bestolenen, nl. Jan
Schouten.
Marinus Kraan beeft de fiets zonder
zadel aan den slootkant gevonden.
Do rijwielhandelaar Van Schagen
heeft een fiets gekocht van Szameitat.
Deze gaf voor, dat hij z'n rijwiel weg
wilde doen, daar hij in dienst moest.
S. kwam nog een tweede maal, maar
toen weigerde de handelaar, omdat
hij do zaak vreemd vond.
De schietpartij.
De rijwielhandelaar Heins, uit
Heemstede, legt de verklaring af. dat
S. in zijn winkel een rijwiel te koop
aanbood on 1 September. Getuige, die
gehoord had van rijwieldiefstallen,
vertrouwde 't zaakje niet en waar
schuwde de po.litie. Toen <lc veldwach
ter Pronk in den winkel kwam, ging
Szameitat er van door. Pronk, de rij
wielhersteller en zijn knecht, gingen
hem achterna.
Toen loste S. een schot op hen, doch
niemand werd geraakt. S. vluchtte nu
over de bollenvolden.
Szameitat erkent ook zijn aandeel
in de schietpartij, met een herhaald:
„Jaweel".
Beklaagde rectificeert het door den
President gevraagde In dezen zin, (lat
de rijwielhandelaar niet getelefoneerd
beeft, doch zijn knecht om den veld
wachter had gezonden.
De veldwachter Pronk vertelt over
dc achtervolging, daarbij bevestigen
de. hetgeen de rijwielhandelaar daar
over verteld heeft.
Deze getuige is niet bij de schiet-
pntrii c\p Eïndenhout en Vredenhof ge
weest.
De plantsoenwachter Kolderie
was dien Vr;>da.gmiddng in den Hout
werkzaam Hem en zijn kamerand
Westbroek werd om assistentie ver
zocht, Met den tuinbaas Rtoemen-
jdaal zochten zij Vredenhof af. Toen
jzii h" het schuitenbuis kwamen en
Bloemendaal de deur open deed,
sprong Szameitat uit de schuur, met
een revolver- in de hand
Kolderie trachtte toen aan Szamei
tat de revolver te ontrukken. Dut ge
beurde eerst, toen Szameitat twee
malen een schot had gelost, welke
schoten hem allo twee troffen, waar
van één schot in de lies. K. had hem
een stok op bet hoofd stuk geslagen.
Kolderie is van 1 September tot 3 Oc
tober in het Gasthuis verpleegd.
S'^ds dien tijd is hij loopend pntiënL
Sedert Maandag neemt hii zijn dienst,
hij wijze van proef, weer - waar.
Maar do kogel, die in zijn been zit,
veroorzaakt hem pijn, als hij lang
surveilleert. Gisteren, toon hij vier
uu,r surveilleerde, moest hij er bij
gaan zitten.
De getuige Bloemendaal ver
klaart, dat de veldwachter Schotvan
ger hem had gevraagd, of hij den
vluchteling gezien had. Bloemendaal
is ziin geweer gaan halen en onder
zocht de buitenplaats met de plant
soenwachters. Zij vonden Szameitat
in het sehuitenhuis. Getuige lóste een
schot uit zijn geweer, om alarm ie
maken. Hij had daarop Szameitat bij
den pols gegrepen. Deze schoot nu
telkens zijn revolver af, waardoor
Bloemendaal éénmaal en Kolderie
twee keeren getroffen werd. Bloe
mendaal heeft, nog Last van den ko
gel, wanneer hfj lang gewerkt heeft.
De veldwachter Schotvanger
deelt mee, hoe zijn politiehond „Piet"
don vluchteling in do bosschen van
Eïndenhout vond en hoe Szameitat
den hond doodschoot.
De tuinbaas Boon hooft mot den
veldwachter Stoffer den man
achterna gezeten.
Daarbij is Szameitat in de d ij ge
wond.
Beklaagde antwoordt op een
vraag van den President, dat hij niet
voel last heeft van de verwonding
De veldwachter Stoffer, uit
Aordenhout, bevestigt, dat hij en
Boon op Szameitat hebben geschoten.
Den eersten keer werd Szameitat ge
wond in de dij, later in den rug.
Requisitni r.
De Officier van Justitie, zijn requi
sitoir houdende, wijst er op, dat men
hier ©en bekentenis van don beklaag-
do heeft. De feiten staan ook vast.
Spreker is niet gekomen met de ten
lastelegging doodslag of moord. Hij
kwam dus niet met het zwaarste.
Achtereenvolgens gaat de ambte
naar na de verschillende rijwieldief
stallen. Daarna komt hij tot den dief
stal, gevolgd door geweld, en schetst
de toedracht van de schietpartij.
Spreker gaat ha, hoe Szameitat
zich niet heeft willen overgeven aan
de politie, maar hij heeft, toen hij
als ©en wild dier werd opgejaagd.