fe
m
i
8
38
fe
p
zij weet moedig het hoofd omhoog te
honden ook als de weg moeilijk en
donker is. Gij zult zijn leven weder
opbouwen, zijn karakter opnieuw
or men en met Gods hulp zult gij
slagen.
De kinderen.
Schets door E. Rita.
Zo zaten tegenover elkaar bij de
koffietafel, de beide oude mensclien,
zooals ze dat reeds zes-en-veertig jaar
eiken mor«en deden. en toch heden
anders dan gewoonlijk. Hoe schoof 't
morgenmutsje der vrouw heen en
weer. En de bril werd elke paar minu
ten van het stoiupneusje genomen om
er onmiddellijk weer op te worden ge
zet. En het ritselen van de courant,
waarachter de man zijn goel perka
menten gezicht met de vele rimpels
en plooien trachtte te verbergen, was
eveneens iets buitengewoons.
üp de tafel naast de blanke koffie
kan, lag een brief mei postzegels uit
oen overzoesch gewest.
We zullen dus kinderen krijgen,
zei de grijze vrouw en er klonk ont
roering in haar stem. Twee prachtige
jongens. Hoe lang hebben we ons die
roods zewenscht. Ik ben onze nicht zoo
dankbaar, dat ze ons haar jongens toe
vertrouwt-
Dankbaar? Ze mag wel blij we
zen, dat ze haar jongens zoo goed be
schermd weet, bromde de oude man
en hij kroop zoo mogelijk nog meer
achter zijn blad weg.
Het l"kt me nu haast een geluk,
dat ons huwelijk kinderloos is geble
ven. Nu kunnen we zoo recht voor de
arme kleinen zorgen.
Komaan... Duitsch zullen ze toch
zeker uiet meer; vijftien en zestien
jaar....
Juist de ouderdom, dat ze het
meest bescherming uoodig hebben.
Verraden en verkocht zouden ze wor
den door louter vreemden, die hun
taal niet verstaan.
Kom aan... Duitsch zullen ze toch
wel kennen.
Maar het is hier toch alles zoo
geheel anders dan in Zuid-Amerika.
Zeker zullen ze heimwee kröcren, do
arme kinderen. Maar wij zullen het
aan liefde niet laten ontbreken.,
der en moeder zullen we voor hen
zijn... en... en...
Weer dreigde de stem der oude
vrouw van ontroering over te slaan.
F.n daarom zei de man op te nuchter
der toon maar die was gemaakt.
Waar moeten ze slanen
F.n nu was de huisvrouw pas recht
in baar element en verklaard,
schier plechtigen toon, dat men de
t' •««•/•he woonkamer, dio haar man
eigenlijk het gezelligste vond, heel
goed kon missen.
Nieuw geverfd, weet je. en nieuw
behangen witte deuren, een licht
behangsel, bonte platen aan de wan
den... en in 't rond planken voor het
speelgoed....
Sneeliroed Daarvoor zijn ze toch
zeker te groot. Jongens van vijftien en
zestien jaar...
Spelen ook nog graag, spelen zelfs
bijzonder graag. Als is het dan ook
niet niet bouwdoozen en tollen... de
hemel beware me.... maar weet jo
dan niet, dat er speelgoed voor groot©
jongens bestaat? Stoommachines. lilec-
tiiscertoestellen. Kinematografen. Mo
dellen van luchtschepen en vliegtoe
stellen.
En stol je maar eens voor, hoe heer
lijk het in den zomer zal worden, zoo
schilderde ze dadelijk in de helderste
kleuren, als we uitstapjes maken: de
jongens met botaniseertrommel en
vlindernet. Ze verzamelen planten en
kevers... breken takken van de hoo
rnen.... en wij wandelen met z'n vie
ren door het groene, groene bosch.
Eu gaan een goede herberg
in. waar men echt bier verkoopt...
Maar boterhammen nemen w?
mee. Zulk© jongens hebben altijd ei"
reuzeneotlnst. Daar kan men heel.
maal niet tegen op.
Je wilt zo toch misschien niet be
knibbelen?
Nu werd ze bijna boos.
Beknibbelen? Wat denk je eigenlijk
van mij? Verzorgen wil ik ze. dat ze
volle ronde wangen kriigen en bun
lieve moeder zich verheugt, als zij zo
terugziet. En alle dagen zullen zo een
zoet gerecht hebben... zoo heel veel
vleesch is volstrekt niet gezond... maar
volop groenten.
Er kwam nu nieuw leven in de stil
le huishouding. Handwerkslieden wa
ren druk bezig en leveranciers liepen
af en aan .zoodat het dienstmeisje,
dat aan rust gewoon was, er bijna het
hoofd hij verloor. De oude man werd
erg bezorgd, dat al die opwinding en
inspanning voor zijn wederhelft na
delig zou kunnen worden, maar
deze haalde de schouders op en zei op
gewichtiaen toon:
Dat is nu eenmaal niet anders.,
kinderen veroorzaken werk... en als
ze eenmaal hier zijn. wordt het nog
veel erger.
Maar ook de man. al deed hij ook,
alsof het met eonigen tegenzin ging,
opdat men toch maar geen spoor van
overgevoeligheid bij hein zou bemer
ken. spande zich in. Hij haalde eerst
een Engelsche en daarna een Spai
sche spraakleer en trachtte zijn inge
roeste talenkennis op te frisschen. Ja,
hij nam zelfs een bt>ek over natuurlij
ke historie ter hand en bestudeerde
ten slotte een conversations-lexicon;
jongens vragen zooveel en het is erg
onaangenaam, als men hun niet ant
woorden kan....
Het was werkelijk de moeite waard,
te zien, hoe de beide oudjes thans rot
laat in den avond bij de lamp tegen
over elkaar zaten: zij met bevende
vingers tullen gordijnen zoomend, hij
met inspanning zijn oude boeken
bestudeerend, terwijl anders om dezen
tijd alle twee reeds lang in een hoekje
van de sofa waren Ingedommeld.
En wat interesseerden hun boven
dien nog niet vele dingen: zelfs het
repertoire van den schouwburg, dat
voor hen toch reeds in Jaren geen be-
teekenis had gehad Ze meende welis
waar in 't eerst, dat voor kinderen op
zijn hoogst in de Kerstweek gelegen
heid bestond cm epn sprookje te zien
opvoeren, maar toen had men hom
moeten liooren: voor zulke groote jou-
of men 'dit of dat stuk wel met de jon
gens kon gaan zien. Maar op de bios
coop-voorstellingen ging de oude man
geweldig te keer en hij schreef zelfs
een gloeiend artikel voor de courant-
men moest toch bij het opmaken van
de programma's wat meer rekening
houden met het jeugdige publiek
anders ging hij met zijn jongens er
stellig nooit weer naar toe.
Met een kloppend hart reden de bei-
do oude luitjes naar het station, na
dat thuis alles in de puntjes voor de
ontvangst in gereedheid was gebracht
en do huisvrouw de meid inzonderheid
nog op het hart had gedrukt, dat ze
het vleesch goed moest behandelen en
toch vooral de taait niet laten ver
branden. En ruim drie kwartier voor
de aankomst van den trein trippelden
ze reeds het perron op en neer. te op
gewonden om stil te kunnen zitten. En
ze spraken natuurlijk over niets an
ders dan over de jongens.
Of de reis hun goed bekomen zou
zijn... of ze niet zeeziek zouden zijn
geweest... of ze misschien erg moe
zouden zijn en hongerig.
Eindelijk rolde de trein het slation
binnen. De oogen der oude lieden vlo
gen van coupévenster tot coupéven
ster, of niet hier of daar twee jongens
hoofden naar buiten waren gestoken.
En nu trippelden, de pleegouders* in
spe ook niet meer. maar stonden stil,
alsof vreugde en verwachting hen aan
den grond hadden genageld. Maar
hoeveel reizigers er ook uit de coupé's
kwamen, de jongens waren niet te
zien. Reeds werd het leeg op het per
ron en slechts een luidruchtig o\ er-
moedig gezelschap was nog overge
bleven: verscheiden opvallend geklee
ds jonge dames van een Spaansch ty
pe. lachend en gesticuleerend, te mid
den van een schaar vereerders, lou
ter jonge, elegante fatten, die letter
lijk schenen te vechten om de eer, de
bagage van de dames te mogen dra
gen, die od haar beurt weer niet karig
waren met vurige blikken uit de aon
kere oogen en nu dezen, dan dien ca
alier dankbaar en veelbelovend aan
keken....
Verontwaardigd wendden de oudi
lieden hun blikken af van dit onge
paste doen on staarden radeloos op
het verlaten perron.
Ze zijn met meegekomen. De
arme kinderen! of ze hebben een
ongeluk gehad.
Daar maakte zich uit die „buiten-
laudsche" groep, welke reeds den uit
gang had bereikt, de gedaante van
een iongen man los en kwam, juist
alsof hij wat vergeten had, weer op
het perron en recht op de oudelui af.
Bent u misschien... vroeg de jon
ge man, terwijl hij zijn hoed ofnum,
met een Engelsch accent.... En plot
seling overtuigd, dat hij het niet mis-
had, stak hij hun de hand toe en
riep:
Halloh! Oom. Tante. Hoe vriende
lijk dat u aan 't station bent geko
men.
En nu had zich nog een tweede Jon
heer van het ..gezelschap" afge
scheiden en kwam met een „How do
you do"? (hoe maakt u het),nader.
Wie zou hier in Duitsehland
de twee hun vijftien en zestien jaar
hebben aangezien? Misschien, dat men
in Brazilië meer aan zulke vroegrijp
heid gewoon is. En dan nog die uiter
ste elegantie in de kleeding en in eik
opzicht <le manieren van een man uit
•oote wereld,
vertelden dadelijk, dat ze een
brillante reis en een bijzonder aardig
gezelschap hadden gehad, waar
mee ze volgons afspraak dezen mid
dag in het „Hamburger Hof" zouden
dineeren....
We dachten, dat jullie met ons
ging eten waagde de oude man heel
bedeesd te zeggen.
0. heel vriendelijk, maar van
daag gaat dat helaas niet. We moeten
eerst naar het hotel, waar we voorloo-
pig ook wonen.
Maar jullie moeder schreef, dat
je bij ons....
Nu, wij kunnen immers wel eens
zien. Als u plaats genoeg hebt. Wo
hebben een woonkamer, een slaapka
mer en een badkamer noodig.
De oude schudde het hoofd, daar
voor zou de ruimte niet voldoende
zijn.
Bij den uitgang van het station
stond het geheele reisgezelschap.
U zult ons niet kwalijk nemen,
beste oom, tot een spoedig weer
zien. lieve tante, we zullen heel
spoedig onze opwachting bij u komen
maken.
Sprakeloos stonden de beide oudjes
nog een poosjg op dezelfde plek. Ein
delijk reikte de man zijn* vrouw den
arm en bracht haar langzaam
een rijtuig.
Dat heerlijke maal! Dat
de eerste woorden, die ze onder het
rijden met trillende lippen sprak. En
wat ik. ai niet voor iieu wiide doen.
't Zou een geheel nieuw leven wor
den... Alles zou zich om de kinderen
draaien. Nu zijn we weer alleen. En
zo sloeg haar oude haiweu voor 't ge
zicht en begon bitter te weenen.
Toen nam de man haar zacht de
handen voor de oogen weg, en zei:
De kinderen?... De „kinderen"
waren in dit geval wij... mijn lief...
goed... oudje...
Ja, dan zal het wel niet veel meer j weer beier worden weer haar oude,
worden met het reizen bedoel ik opgewekte overmoedige Lena. Als
natuurlijk, dan moeten we eens zien, de broche eens behield 1
De dokter had het recept klant ge
maakt en stond op.
Ja, zooals ik zei, vrouw Rungo
in ongelukkige leeftijd. Als zij ten
minste maar reeds boven de zeven
tien was!.... Gaat het absoluut niet,
dat u het meisje voor een paar maan
den laat gaan? De Riviera wil ik vol
strekt niet aanraden, maar Schwarz-
wald-Freiersbach of Rippoldsau, dat
is misschien nog wel mogelijk, niet?
Vrouw* Runge zette groote oogen op.
Ik verdien twee gulden daags
met naaien en één met verstellen, zei
ze langzaam en streek met de vereelte
hand over een stuk zijde. En tegen
woordig, sinds Lena het bed moet hou
den, kan ik niet meer zoo goed weg
en bij mij aan huis laat ik de klau-
-ten niet graas komen, als iemand ziek
gens was ook liet eene of andere klas-is.
sieke stuk wel geschikt. Eu daarna De dokter maakte een ongeduldige
brachten ze eendrachtig hun kennis! beweging en volgde zenuwachtig de
van tooneelstpkken voor den dag en j hand, die nog altijd over het stuk zij-
debatteerden niet vuur over do vraag de heen en weer streek.
Vrouw Rnnge.
Door HEDWIG STEPHAN.
hoo wo het zonder dat stellen. Dus om
do twee uren tien droppels en ingeval
het erger wordt, laat u mij maar
pen.
Vrouw Runge sloot de deur van het
portaaltje achter den arts dicht en
bleef toen midden od de kleine, don
kere gang staan, roerloos, met* siap-
neerhangende
Eerst toen van terzijde oen zwakke
stem: Moeder riep, schrok zij op en
ging de slaapkamer binnen.
Wat is er, Leentje?
Lena richtte zich met moeite op. De
groote inspanning bracht groote roo-
do plekken op haar bleek gelaat.
Moeder, wat zegt hij? Ik moet
toch niet naar het ziekonhuis? Dat doe
ik niet, moeder, want daar daar
is het verschrikkelijk. Dat heeft Greta
Schumann mij verteld. Ik ben zoo
bang voor sterven, moeder.
De adem begaf haar schier
omklemde bovend den arm van haar
moeder.
Vrouw Runge streek bevend over de
vermagerde banden.
Maar. l^eua. wat een dwaasheid!
Wie deukt nu aan sterven! Eu van
het ziekenhuis heeft de dokter ook
;een vvooid gezegd... alleen oen beetje
frissche lucht moet je hebben... zoo
eens een paar weken in een bosch,
weel je
In een bosch! Och. moeder... als
dat kou! Ik geloof, dat ik dan zeker
beter zou worden!
In Lena's oogen kwam een koorts
achtige gloed. Weet u nog, moeder,
van vroeger, toen wij in Friedrirhs-
hagen in pension waren.... toen u den
uitzet voor mevrouw Amtmann Ried-
ler genaaid hebt!
Vrouw Runge knikte bedroefd.
Ja. die uitzet voor mevrouw Amt-
ann Riedler. dat was een glans
punt in haar leven geweest! Toen had
zij nog allerlei overmoedige, schoone
verwachtingen gekoesterd... als Lena
een jaar ouder was, wilde zij zich
zelfstandig maken alleen betere
klanten - zij zag reeds het boruje op
de deur; „Atelier van Mathilde Bunge
lt ubes, Confectie".
Eu nu ach! liet kleine beetje geld,
dat zij had overgespaard, was geheel
opgegaan aan versterkende middelen
Niet verpanden, dat was te gevaar
lijk maar verkoopen, ergens in een
streek, waar zij niet zoo gauw weer
kwam in Charlottenburg of
Schönebere en als zij dan de zvv
te japon van mevrouw Schuiefend
aantrok en het grijze kapothoedj© op
zette, dan zag zij er minstens
voornaam uit als mevrouw Fried
létnder.
Een woeste trots steeg haar naar
het hoofd. Zij liep de slaapkamer bin
nen en boog zich over het ziekbed. Le
na had de oogleden half gesloten.
Leem ie. ik moet even de deur uit
't duurt niet lang ik zal tegelijk
nok de droppels voor het hoesten
je meebrengen.
Het meisje keek haar uit de koortsi
ge oogen onrustig aan.
Och. moeder, blijf toch hier. Ik
ik voel me volstrekt niet goed. Zoo
zwaar ik weet het niet zoo bang,
moeder.
Vrouw Runge drukte de magere ge
stalte heftig in haar armen.
Laaf ik maar even gaan. Leentje,
lieveling, fluisterde zij half gesmoord
in de blonde haren. Je zult weer be
ter worden spoedig ik zal daar
wel voor zorgen, Leentje.
Het sloecr juist zeven uur, toen
vrouw Runge uit den goudsmidswin-
kel kwain.
Het was allemaal vlot van stapel
geloopen de juwelier had zonder be
denken of vragen de broche van haar
aangenomen en met vijfhonderd gul
den betaald. Het geld rammelde in
haar zak bij iederen voetstap.
Voor den ingang van hel station
stond een politie-agentzij week
schuw ter zijde en ging door een an
dere deur naar binnen.
Had hij haar niet op een bijzonder.'
wijze aangekeken Kwam bij haar
niet achterop
Sidderend haastte zij zich naar
coupé en nas toen de trein >ich in
weging zette, werd zij wal kalmer.
Haar gewetensrust had zij verkocht
met de glinsterende speld man:
zij dan den prijs niet waa-'d Was er
dan eigenlijk nog wel plaats voor een
bewustzijn van schuld in h>or horst,
als zij er aan dacht, hoe zij in aan
het bed van haar kind zou komen met
- en in spijt van dit alles kon Lena de wonderlijke boodschap och. 1 ena
maar niet weer op kracht komen!
Iin nu al weken lang dat hoesten en
altijd die koorts, altijd koorts...
Daar ging de bel, tweeinual, schel
en lang.
Vlug stond zij op.
Dat is een klant zeker mevrouw
het immers niet ééns kunnen be-
grijnen, dat zii reizen mocht, weg uit
liet enge, crehate kamertje naar de
bergen, naar het bosch, de lucht
den zonneschijn in
Zij kneep de hand vast om het geld
in haar toschjc en uil haar door op-
Friedlandcr die vanmorgen-vroeg dat winding roodgekleurd gelaat was de
pakje gezonden heeft misschien
slaap je wel een beetje, Lena en
-- niet waar het schaamrood steeg
haar naar het verbitterde gelaat
als hot. gaat. dan niet hoesten!
Voor de deur stond een goedge
vormde. eenigszins opzichtig elegant
gekleede dame. die een groote broknar-
tasch puffend als waaier gebruikte.
Och, beste Runge, die trap! Ver
schrikkelijk! En niet eens een stoel op
elke verdieping. Dat heeft men tegen
woordig toch overall
Ja ,c&n beetje hoog is het wel,
mevrouw, en ik zou ook heel graag bij
u gekomen
erstoorde uitdrukking geheel verdwe
nen .toen zii uit de coupé steeg en met
vlugge schreden zich naar haar
ning repte.
In de gang stonden ecu paar man
nen. die elkaar aanstootten en opval
lend vlug plaats maakten, toen zij
voorbijging.
Zij lette ©r niet verder op, maar
toen zij boven den sleutel in het slot
stak, week zij van schrik terug.
Do deur toch was open wat betee-
kende dat En binnen in dc kamer,
wie sprak daar zoo hard op
Bevreesd sloop zij den overloop op
maar mijn dochter en luisterde. De mannenstem zweeg
isI maar nu dit was toch juffrouw Koh-
Mevrouw Friedlander gaf met een nert, de vrouw van don kapper op
handbeweging te kennen, dat dat den hoek I
onderwerp haar verder geen belang- Och neen. mijnheer de inspecteur,
stelling inboezemde, en slak de hand het is al te verschrikkelijk Ik heli
liet pukje op de tufoL
Maak dal maar eens open, vrouw
Runge. Daar zit namelijk mijn zwar
te tulen japon in met de loovertjesvo-
lants die moet ge voor me verma
ken. Wat dunkt u. zou ik oen ronde
of een vierkante uitsnijding nemen
Vierkant is moderner, nu ja, maar
het figuur komt toch niet zoo tot zijn
recht. Of hoe zou u een gewonen pas
vorm vinden
Zij wachtte vergeefs op een ant
woord. Vrouw Runge had blijkbaar in
het geheel niet naar haar geluisterd.
Zij zat daar voorovergebogen, terwijl
angstige spanning op haar gelaat te
lezen stond, naar de deur te luiste
ren en nu - nu kwam het, het ge
vreesde een hoesten, met moeite in
gehouden en nu des te heftiger los
brekend.
Vrouw Runge sprong verschrikt op
en vloog de zijkamer in. zonder zich
te verontschuldigen.
Toen zij terugkwam, stond me
vrouw Friedlander al bij de deur en
slingerde ongeduldig met haar tasch.
Ja. vrouw Runge. uw dochter
schijnt het leelijk te pakken te heb
ben. Daar moet u toch wat voor doen.
met die japon daar zult u nu
ook wel niet van ganscher harte aan
werken
Zij zuchtte verdrietig.
Neen, daar is wat ellende op die
vereld En alsof het zoo wezen moet,
alles komt warempel ook tegelijk
denk eens aan, ik heb pas eergisteren
mijn broche verloren, die nieuwe met
die groote briljanten, welke mijn man
mij met mijn verjaardag gegeven
heeft Ik heb het lietn nog niet eens
verteld, want bij gaat over iedere
Weinigheid zóó vreeselijk tekeer...
Nou. tot den volgenden keer dan...
Vrouw Runge deed haar geen uit
geleide. Zii wist immers, dat zij deze
klant tóch verloren had. Die kwam
niet weer terug. De japon liet zij mor
gen halen, zoo vast als een huis, dat
kon zij gerust nu weer allemaal in
pakken.
Zij vouwde het op en streek werk
tuigelijk de verfrommelde volants
glad.
Maar wat
voor iels glinsterends lusschen
zwarte loovertjes?
Met bevende vingers maakte zij het
eruit los.... het was de diamanten
broche, welke mevrouw Friedlander
had verloren.
In een eerste opwelling lic-p zij
naar het raam en rukte liet open,
maar van do reseda-groene japon was
niets meer te zien.
Ja, dan moest zij wel naar haar toe
gaan, en de vondst terugbrengen, zoo
als een eerlijk mensch uatuurlijk be
taamde.
Zij draaide de broche tusschen de
ingers heen en weer. Een zeshon
derd gulden had zij stellig gekost
iets goedKOops kocht mijnheer Fried
lander nooit. En dat noemde die me
vrouw een „kleinigheid".
Als zij die had ja. dan zou Lena
kunnen reizen duur kon ze wei een
hoel jaar voor wegblijven, zij zou
haar nog hooren gillen het ging mij
door merg en boen en vrouw Runge
was niet thuis toen heb ik gauw
©en smid eehaald maar liet was al
gebeurd ik ben er nog heelemaal
over van streek.
Zij hield op en begon luid te snik
ken.
Op den drempel stond vrouw Run
ge haar kalkbleek. verwrongen ge-
lant zag er uil als een masker.
De inspecteur ging naar haar toe en
plukte verleden aan de knoopen van
zijn uniform.
Best moedertje, het doet me op
recht leed maar het meisje is zeker
al lang ziek geweest zij is een half
uur geleden gestorven -- sta mij toe,
dat ik u mijn hartelijke deelneming
betuig....
Hij stak de hond uit. maar vrouw
Runge staarde in de verte voor zich
uit, zonder zich to verroeren.
En plotseling begon zij te lachen,
verschrikkelijk, krijschend als een
krankzinnige. Zij slak haar hand in
haar taschje een pakje blauwe
piertjes kwam te voorschijn
smeet het op den grond en stampte er
met den voet op.
Verrast en verwonderd ging de in
specteur naar hanr too en nam haar
arm.
Wat doet u daar Wat is dat voor
geld vroeg hij op strengen dienst-
toon.
Vrouw Runge stond een oogenblik
sprakeloos en richtte daarna langzaam
het hoofd op.
Geen spier vertrok zich nicer in
haar gezicht.
Ik heb het geld gestolen, mijn
heer de inspecteur. Neem mij in hech
tenis zeide zij en sliet de bankbil
jetten verachtelijk met haar voet van
zich af.
{N. v. 't N.)
CASAS DE SERVIA.
Er is een diner bij den Engelschoh
gezant te Belgrado. Daar zat graaf
Johanovitch en mevrouw, prins Bo-
blokowitch en mevrouw, baron Kolo-
dat? Wat zat daar j witch, Juma Jomaninovitch en zijn
","1° «««rt»-»» -i» aanstaande en nog een stuk of twin
tig andere, adellijke vitchen.
Lady Pan burst droog een fraaie
diamanten parure, waarover alle
Serviërs, die veel van edelgesteenten
houden, paf waren. Graaf Johano
vitch vroeg, of hij de parure eens zou
mogen zien. En lady Panhurst deed
het ding af, legde liet op een zilve
ren schaal en liet het rond gaan.
Toen het bij prins Boblokowitch
gekomen was, ging het electrise be
licht uit. Er was eenige opschudding,
doch ai spoedig was alles weer in
orde en op zijn plaats terug, behalve
de diamanten parure. Die was ver
dwenen. Ontzetting stond te lozen op
de gezichten van til deze edelen. Vu-
rigo oogon sproeiden blikken van
verontwaardiging in hot rond. Doch
de parure was weg en bleef weg.
Alleen lord Panhurst bleef kalm.
Na een oogenblik begon hij zelfs te
lachen, vroeg het woord en zeide
Mijne hoeren, nooit zal ik dezen
avond vergeten. De Servische heeren
hebben mij een goede les gegeven.
Wij hadden niet met die parure moe
ten pronken, heeft zeker een uwer
gedacht en haar in zijn zak gesto
ken. Dc spotvogel heeft gelijk gehad.
Ik zal het niet weer doen. Doch nu
heeft de grap lang genoeg geduurd,
lk zal het lioht laten uitdoen. En
als het dan weer aangaat, zal na
tuurlijk do parure weer in de zilve
ren schaal liggen.
Lord Panhurst gaf een bediende
■n wenk. Het licht ging uit, bleef
eenige oogcnblikken uit. Er was alom
doodsche stilte.
Toen ging het licht weer aan, aller
oogen richtten zich op den zilveren
schotel, dcchook deze was niet
meer te vinden. Hij was den weg van
de parure gegaan en bleef weg, even
als de parure.
Vicomte de Lakennaye was militair
attaché fe Belgrado. Öp een morgen
had hij eerst een conferentie met den
Servisehen premier en minister van
financiën en onmiddellijk daarna met
dien van oorios
Toen hij bii oorlog in het kabinet
kwam. riep Zijn Excellentie
U bent vroeg meneer De Laken
naye
Toch niet. Excellentie.
De vicomte wilde oo zira horloge.
;n kortharen gouden chronometer,
zien, doch ontdekte tot zijn schrik,
dat het weg was.
Zeer ontsteld over het verlies van
dit dure prachtstuk, stamelde hij
Pardon, Excellentie, maar ik
heb mijn horloge verloren
De minister lachte.
Neen. Excellentie, heusch, ik heb
het vanmorgen verloren. Voor ik bij
den minister van financiën in zijn
kabinet kwam, heb ik er nog op ge-
koken. En na dien tijd heb ik nie
mand gezien of gesproken dan Ziju
Excellentie. Wij hebben heel vertrou
welijk gesproken. Herhaaldelijk sloeg
Zijn Excellentie mij op den schouder.
Maar ua dien tijdniemand, nie
mand
En de attaché zakte diep ontsteld
in zijn stoel terug.
Weet u zeker, dat, u niemand
anders gesproken hebt
Heel, heel zeker. Excellentie
Maar dan is de zaak eenvoudig
genoeg.
Ik zal er zelf ©ven op uit gaan,
zeide de minister geroerd.
Maar. Excellentie, u wilt toch
niet veronderstellenu kunt toch
niet zeggen...., men mag toch niet
verwachten.... dat....
Laat mij mijn gang maar eens
gaan
Zijn Excellentie verdween. Dc tijd
duurde den attaché lang, vooral nu
hij zijn üouwen chronometer niet bij
zich had.
Doch eindelijk, daar komt de mi
nister weer binnen.
Hij haalt iets uit zijn zak en
houdt triomfantelijk liet kostbare
horloge omhoog.
De attaché is verbluft en dankbaar
neemt hij het horloge weer in ont
vangst-
Maar ik begrijp niet... Excellen
tie. U kondt toch niet vragen, of.... u
kondt toch niet
De minister, goedig
Maak u niet ongerust, mijn
waarde vicomte.
Mijn collega heeft er niets van
gemerkt, dat ik hot hem weer heb
afgenomen.
Tableau.
Wat t Wil Je weer vrij hebben
voor ©en begrafenis
Ja, mijn grootmoeder is gestor
ven.
Sapperloot, dat is al de derde
grootmoeder van dit jaar
Ja, maar mijn grootvader is ook
vijfmaal getrouwd geweest!
VERBETERING.
De heer Bruin verontschuldigt op
een partij bij de vrouw des huizes
de afwezigheid van zijn broeder.
We hebben het zoo druk met «te
zaken, mevrouw. Eén van ons tweeën
moest beslist thuis blijven. En toen
hebben we geloot.
En u, geluksvogel, heeft gewon
nen
Pardon, mevrouw, integendeel,
ik heb verloren.
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie deze rubriek be-treffende, gelieve men te richten f
den heer J. Meyer, Kruisstraat 34,Telephoon 1543.
Probleem No. 309
van BOMBèKE.
i
ij
m
PI
m
•f
B
W:
M
m
JÜ
8
gig
M
8
fes;
fe.
s
m
m
Zwart schijven op: 3, 6, 8, 9. 10, 12, 14. 17, 18 19, 20. 23 en 29.
Wit schijven op: 16, 26. 27, 28, 32, 35, 37. 38. 40. 42. 45. 48 en 49.
Probleem No. 310
van BOMBèKE.
m
u
m.
5
\WÈ
9
9
m
16
9
9
25
m
m
A-
35
m
m
ÉA
m
45
Zwart schijven op: 7. 9. 10. 12. 13, 14, 17, 20. 24 en 26.
Wit schijven op: 21, 23. 27, 29. 33, 34, 36, 38, 44, 45 en 50.
Oplossineen van beide problemen
worden gaarne ingewacht aan boven
genoemd adres, uiterlijk Dinsdag 28
dezer.
ERRATUM.
In het diagram van den slagzot (zie
vorige rubriek) is verzuimd een zwar
te schijf op veld 11 ie plaatsen.
Oplossing van probleem No. 305, van
den auteur: Wil 36-31. 28-22, 40-35
32:23, 37-31, 38-32. 42:11, 26:19, 25:5!
Oplossimr van probleem No. 306, van
den auteur: Wit 32-27, 42-38, 41-37,
47:27. 29-23 (zw. 19:28 gedw.) 20-14,
30-24. 44:2. 2:8!
Beide problemen zijn goed opgelost
door de heeren R. Bouw. D. G. Koning,
W. J. A. Matla, C. Serodini, J. Sio-
gerist.
Oplossine van het eindspel van G. G. Defoy (zie rubriek van 4 Novem
ber 1.1.)
Wit: 10-4 4-15, 14-10 28-22, 10-4 15-4 4:22!
Zwart: 31-37 (de beste). 37-41. 41-47A, 47-41. 47-36. 36:18
Wit: 10-5 5:28!
A Zwart: 41-46. 46:23
Haarlemsche Damclub houdt
haar bijeenkomsten iederen Maandag
avond van 8 tot 12 uur in het gebouw
„De Nijverheid", Jansstraat 85. al
hier.
Liefhebbers van hel damspel zijn
daar steeds welkom.
Zij die lid wenschen Ie worden van
deze club kunnen zich daartoe bij hel
bestuur aanmelden.