HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
ZATERDAG 18 WOVEMBLR 1911
doodsch aandoende vaalgrijze kleuT
in zifn werk gebracht en zijn Dr.e-
nimfensch. Iderij mist opreclitheid-
Fantasie kan geen waarheid of wer
kelijkheid zijn doch is zij echt, dan
is zij altoos waarachtig. De heer An-
dré Broedelet bemint hot snoezige
ieer dan het rang-lieftallig©.
De heer G. W estermunu bi w t vee!
deugden in aanleg, maar hij is nog
worstelend met toon, kleur en vorm.
Maar hij is oprecht ook ln zijn zoe
ken; daarom kan incn van Item ln de
toekomst veel verwachten. M randa,
die zoo meesterlijk met zwart krijt
«heren kan teekcncn en zoo geraffi
neerde techniek van de 17e eeuwscho
meesters beheerscht, is voorloop.g te
bloedloos om naast oen eigen kun
nen ook een eigen kunst te brengen.
Maar hij is hog zec-r jong en zal
worstelend wel het eigene weten te
inden. GoedVriend romantiseert, wat
ïog niet wil zeggen, dat hij roman
tisch is. Zijn paddestoelen zijn on-
aar en toch weer niet sprookjes
achtig. En Willem van den Berg is
voornaam van allure, maar zonder
diepe innerlijkheid.
Ondanks hun onvolmaaktheden zijn
toch deze schilders dagenen, d:o Hol
land's hoop voor de naaste toekomst
zijn. Zij hebben slechts te berken, on
verpoosd en met ernst. Hun voor
man, de Moor, heeft ten deze een be
wonderenswaardig voorbeeld gege
ven en door twintig harde jaren, den
weg voor velen hunner geef tend.
HL Heuff, de etser en teekeuaar, die
to Leiden zijn werk toont, heeft een
roote ets, „Avond", die toont, dat
ij, onversaagd voortgaande, eon
man van beteekems kan worden. Hij
heeft in vele zijner etsen en teekemn-
gen allerlei goede hoedanigheden,
il e er op wijzen, dat hij beslist talent
heeft. Maar een zekere onhandigheid,
eeh zeker te spoedig met zichzelf te
vreden zijn, houden zijn werk nog
wat kli-en, nog wat eTg goedaardig.
Eduard Houbolt is zichzelf n et al
tijd gelijk, maar hij is een bijzonder
ernstig man, Iemand die met kopp g
zelfvertrouwen voortwerkt, eon eigen
weg heeft gevonden. Als staaltjes valn
kranige, rake portretkunst noemen
wij het portret van den kunstschilder
D. R. (in het bezit van don heer An
ton D'irckx te 's-Gravenhage) en voor
al ook de van doordringende psycho
logische kracht getuigende olieverf
portretten van den heer H. en van de
dame op leeftijd. Het kleine portret
van een jonge dame en het zittende
jufje bewijzen, dat Houbolt de in Ne
derland zoo zeldzame gave bezit van
het vrouwelijk sentiment te doorgron
den.
Daar Eduard Houbolt den goeden
weg heeft gevolgd, om, voor hij ten
toonstelde, eerst jarenlang ijverig en
liefdevol, met oud-Hollandsch ge
duld, te teekenen, zoodat hem de ar
chitectuur der dmgen bekend is ge
worden, zal hij, psycholoog door aan
leg, zich tot een volmaakt portret
schilder kunnen ontwikkelen. Hij be
zit (zooals Braakensiek) de liefdevol
le aandacht, welke het kenmerk is
van voornaam-voelende kunstenaars.
Parijsche Brieven
CCCII.
Het parlementaire leven is wcèr
aan den gang.
Een paar dagen na de beëindiging
van het conflict tusschen Frankrijk
«in Duiteehland opernle de Kamer dor
Afgevaardigden haar deuren de
„rentrée" vond plechtig plaats.
Wat 'n volk, wat 'n volk De zaal
was boordevol. Afgevaardigden 011
andere politiek© personen, voorts
bankiers en andere zakenmenschen,
journalisten, zelfs eenige schrijvers
«lal wat de sterke sekse betreft.
Doch er waren ook vele vertegen
woordigsters der andere sekse, cle
zoogenaamd zwakke. Men zag tal
"van lieve kopjes, snoezige tailles,
ixeldige kostuums en de rest men
sciienke mij «ie verdere opsomming
van vrouwelijk schoon.
fcr zal niet gmbscussièerd wor
den over het Frnltsoh-Duilsch ver
drag. noch over de ontploffing van
de „Liberie
Oat gerucht ging door de zaal.
Toen verheten ettelijke bezoekers
<le zaal. Voor velen zijn de Kamer
zittingen slechts dan interessant,
arineer er met heftigheid gedebat
teerd wordt
Afgevaardigden praatten groepsge
wijze Zij praatten slapjes en keken
elkander met blikken van verstand
houding aan Zij lieten zich van hun
natuurlijkste zijde zien, want zij ston
den niet voor hun kiezers en hadden
dus geen reden om voor redders des
vaderlands te poseeren. Men zag dus
geen deftige houdingen en b ree de ge
baren, en men hoorde geen woorden
schijnlteihge pathetiek. Zij wa
ren „ondor ons en wisten maar al te
goed van elkander, dat parlementa
risme en hel gewetensvol dienen van
het land in werkelijkheid al lieel
weinig samengaan. Ook wist elk hun
ner, dat hij voor zijn 15.000 francs
per jaar af en toe moest spreken en
van zich doen spreken, wilde hij zijn
kiezers tevreden stellen. Maar de tijd
zooals Cuillaux het heeft ge
inx-md, ,.le débordement oratoire",
de oratorische overstrooming was
nog niet aangebroken het was pas
de eerste zitting, de openingsséance.
Toch konden sommigen het bluffen
niet nalaten. Allen zijn zij de „hope"
van hun kiesdistrict..
Mijn kiezers stellen het volste
vertrouwen in mij.
Mijn mandaat is van groot ge
wicht voor mijn circonscriptie.
Volgen eenige uitleggingen, zonder
voel overtuiging uitgesproken en on
verschillig aangehoord.
Daar komt «jen mooie vrouw bin
en.
Onmiddellijk houdt het gesprek
over 's lands belang op De hoofden
werden bij elkaar gestoken en het
mooio dametje mankt het onderwerp
der conversatie uit, oen conversatie,
die thans niets aan levendigheid te
wenschen laat.
Een poosje later hebben de heoren
bet over Cuillaux, den minister-presi
dent. Zal hij lang aanblijven, of zal
bij het spoedig afleggen Men liero-
kent de kansen, men verdiept zich in
gissingen, inon trekt horoscopen.
Nu en dan steekt or een klefn
twistgesprek op met Caillaux staan
of va)leln niet weinigen; bet parifl-
moutarisme is oen Ingewikkeld ding.
Een der afgevaardigden, wien ge
vraagd werd, of hij te gelegener tij<ï
minister zou willen worden, beant
woordde de arglistige vraag even
arglistig met een anecdocte.
De markiezin des' Rouroupous, ver
telde hij, vroeg aan haar man:
Waar ga je haar toe, ventlief?1
Ikke, gaan naar Grooten Raad.
Pas op... Ze zijn in staat, jou tot
minister te benoemen.
U gerust zijn, mevrouw, ikke niet
aannemen.
Een paar uren later kwam de mar
kies des Rouroupous onthutst terug.
Zijn vrouw kreet:
Daar heb je 't! Ik was er zeker
van! Ze hebben je minister gemaakt?
Zoo lang ikke aangedrongen, «ï^J
ikke aannemen.
En waarvan ben je minister, als
ik vragen mag?
Ikke vergeten vragen van wat.
Ikke terugkeeren nu om te weten...
Do grappige afgevaardigde lachte,
dat hem de tranen in de txigen kwa
men. Doch ik durf er mijn pru.k on
der te verwedden, dat deze zelfde
deputeerde, die zoo met het m nister-
schap den draak stak, een hem aan
geboden ministersbaantje met bei«te
handen zou aannemen.
Aha! daar beklimt pres:dent Henrt
Brisson zijn spreekgestoelte. Wat ziet
hij er nog betrekkelijk jong uit, hè?
Hij moet toch ree«Is ongev eer dr.e-
kvvart eeuw oud zijn. Maar kijk eens
goed: zijn neus is witbepoederd en
der de oogleden heeft bij zich zwart
geverfd. Oude jongejuffrouw! Daar
opent hij zijn moixl het is bij toe
val muisstil en zijn chevroteeren-
<ie stem spreekt.
Gij zoudt het uw president niet
geven, indien hij uw werkzaam
heden opende alvorens aan de natie
de hulde gebracht te hebben, die zij
verdient Gedurende deze lange his-
torisclie dagen heeft de ziel van
Frankrijk z ch zoo kalm, rustig en
nobel betoond, dat zij den bijval van
allen, mededingers of vrienden, heeft
afgedwongen.
Een zwak applaus volgde op dit
oratorisch gepraat
„Voortdurend is zij zichzelve gelijk
gebleven, èn in de duisternissen van
een somtijds ontstellende stilte, èn
op het schitterende feest van onze
•oor Toulon verzamelde vloot, èn in
de oneindige treurigheid van een
verschrikkelijke ramp."
Nogmaals zwak applaus.
„Een volk, dat op die wijze gedu
rende drie maanden d«xir het nood
lot wordt bewogen, zonder dat liet
nooh een beweging van onge«tuid,
noch een teeken van zwakheid be
toont, bewijst daarmede, dat het zich
bewust is van hetgeen het waard is
en van wat bet wiL"
Sterker, langdurig applaus.
De heer Henri Brisson zette zijn ope
ningsrede in dien geest voort een
rede vol gemeenplaatsen, een nietszeg
gende toespraak.
Er gebeurde niets bijzonders op <liea
dag. D© hoeren algevaauligden sche
nen n-og de buitenlucht in hun corpus
te hebben en zich nog niet te hebben
voorbereid op parlementaire tour-
nooien.
Doch wacht maar over een paar
weken komt zeker de „débordement
oratoire". Warit, in tegenstelling
•oorul van Holland, zit Frankrijk vol
van redenaars. En bijkans elke Fran-
selie volksvertegenwoordiger acht het
een plicht, veel en dikwijls te spreken.
In de Hollandsche Kamer spreekt
en doet men weinig in de Franscbe
spreekt men zeer veel en doet men...
ook weinig. Geestig uit zich Urbain
Gohier omtrent de zie! te der w elspre
kend beid
„Wij hebben duizendmaal dc marte
ling bijgewoond der uiigehikkigen,
die niet wisten, hoe heen te
gaan. In een kwartier hebben zij al
les gezegd wat zij te zeggen hadden,
doch een betoovering doet hen aan de
tribune vastplakken zij zoeken, ora
te eindigen een schitterende zinswen
ding zij vinden die niet; zij gaan
hardnekkig door, zij klampen zich
vast .trots de vlucht van hun collega s,
het gegaan der toehoorders of het ge
klap der lessenaars... Het zou zoowel
voor hen als voor'de anderen een ver
ademing ziin, indien de deurwaarder,
met het reglement in de hand, hen
er uit zette
Die zucht tot welsprekendheid is
oen der" ziekten van het Frunsche par
lementarisme. En d>e zucht is voor
een groot deel het gevolg van de...
journalistieke reportage, die zich hoe
langer zoo meer uitbreidt. Gaf men
voorheen weer den algemeenen zin
van wat ecu afgevaardigde had ge
zegd, sedert de stenogi aphische ver-
slaggeveriï prijken in de diverse kran
ten, gansche brukstukkeu letterlijken
tekst, die soms ten overvloede door
volijverige reporters worden gecom
mentarieerd.
Wie verlost Frankrijk van die par
lementaire welbespraaktheid, of lie
ver van die parlementaire spreek-
ziekte?
Lens, vertelt Urbain Gohier, woonde
hij dertig achtereenvolgende zittingen
in de Kamer der Afgevaardigden bij.
itaarlemsclie
HandeJsvereeniging
(Goedgekeurd bij Kon. Besl. van 12
Nov. 1899.)
De Haarlemsche Handelsvereeui-
giug hier ter stede, opgoricht 10 Mei
1892, beeft in den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
succes. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
.waardeeren, door als lid der Vereeni-
giug toe te treden. Er zijn wel meer
dan 000 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten ge
voelen, dat men bet werk op prijs
stelt, dat de Haarlemsche Handels-
'vereenigmg steeds opneemt, als doen
de, wat bare band vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereenigmg
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele eu zeer groote
tegenover de geringe Jaarlijksche
contributie van f 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche H and els vereen 1-
ging bemoeit zicb in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor ben tot betaling aan te
oiauen en inlurmatién voor hen in te
winnen. Boveudien hebben de leden
het recht het bun gratis te verstrek
ken advies der Vereeniging te vragen
die ook in proceduren en faühsse-
nieuten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel eu het bedrijf der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor oen half jaar worden aan-
genomeu, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 April)
ad f 1.75 dc halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
een ging zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan Hugeuholtz eu A. H. J. Merens,
Spaarue 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 24 uur des na-
middas zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pCt, der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
Steeds worden bijgevoegd, bij Inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten le innen.
De kosten van informatiën naar
binten de stad woonachtige personen
bedragen GO cis. per informutie, plus
vijf cents porto-vergoeding. Informa
tiën uaar binnen de stad woneude
personen worden gratis verstrekt.
Pretention op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer n.et 10 ets. voor porto-
vergoed.ng ls toegevoegd.
Ruim 1748 informal.ën en rechts
geleerde adviezen werden in het af-
geloopen jaar gegeven.
Aan het kautoor Jansweg 11, zijn
thans coupons U 10 cent verkrijgbaar
waarop men bij het Bureau vau den
Burgerlijken Stand op het Stadhuis
inlichtingen kan bekomen over het
adres van h er op het bevolkingsregis
ter ingeschreven personen.
In de maanden September en Octo
ber 1911 zijn 57 vorderingen tot een
bedrag van f 1499.20 betaald; 11 vor
deringen worden afbetaald, 17 vorde
ringen zijn utgesteld.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
In verband met de wijziging van
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Helaas, de practijk sp«.>t mot de theo
rie. Terwijl wij allemaal het er vrij
wel over eens zijn, dat de kermis zien-
deroogen achteruit gaat, en de heer
Brcgonje zijn vuist al opheft, om liaar
den bcslisscnden, den doodelijken slag
toe te brengen, hebben de staangelden
op diezelfde stervemle kermis f 4900
méér opgebracht, dan het gemeente
bestuur had geraamd. Met die vuist
bedoel ik natuurlijk een figuurlijke,
want voor vuistvechteu in den letter
lijken zin heelt de hoer Bregonje al
evenmin neiging als ik zelf. Hij zal het
groote bedrag niet met pleiziar hebben
gelezen, want de afschaffing wordt
moeilijker, nuar uiatc de kermis
meer opbrengt. Leverde zo weinig of
in 't geheel geen baten meer, dan zou
zeker ©en meerde>rheid voor baar af
schaffing iu den Raad te vinden we
zen. Ik hoop inmiddels van harte, dat
dc lezer niet over dezen lautslcn vol
zin heen leest, zonder or den onzin
van te gevoelen, want zoodra de ker
mis volstrekt géén staangeld meer
oplevert, is zij natuurlijk van zelf al
dood en behoeft niet meer afgeschaft
te worden.
Zoo wil het eene maar niet dood en
kan het andere niet tot bloeiend leven
komen. In dat geval verkeert do sluis
le Spaarndam. Wat hebben we ons
daarvan niet voorgesteld! Groote zee
schepen zouden aan de Haarlemsche
wallen komen te liggen: Haarlem
art.kel 11 van het huishoudelijk regle
ment van den Nederlandschen Bond
van Onderlinge Informatie- en
Schuldinvordering bureaux en Han-
delsvereenig ngen, gevestigd te Haar
lern, moet in het vervolg voor elke
informatie «iie op vertoon van legrti-
matiekaarten wordt gegeven, 25 cent
worden betaaliL
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres-
seert aan het Bureau, 'dat geopend is
dagelijks van 9 tot 5 nur en waar ook
verdere inlichtingen zijn te bekomen
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toen van haar infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Van onzen Reizendsn
Redacteur.
TENTOONSTELLING
van werken van Johan Braaken
siek in het Stedelijk Museum
te Amsterdam
van werken der kunstenaren der
Idee, Larensche Kunsthandel,
Hoe ren gracht 495, te Amster
dam
van etsen en teekeningen door
II. Heuff, en port re (studies en
teekeningen door Eduard
Houbolt, Leidsche Kunstveree-
niging, Langebrug te Leiden.
In ons artikel „Avondje bij Johan
Braakensiek thuis" hadden wij gele-
gerihehi te wijzen op veel van het
„oeuvre" van onzen nationalen tee-
icenaar, dat bewees welk ©en delicaat
en fijngevoelig man Braakensiek is,
die vooral niet oTwler de caricaturis
ten behoorde gerekend te worden. De
tentoonstelling in het Amsterdamse he
Stedelijk Museum geeft thans aan de
vele duizenden, die haar bezoeken,
gelegenheid het levenswerk van den
kunstenaar te zien en op te merken
hoeveel ook nog door «le reproductie
van de weekblaid-platen verloren
gaat, nadat reeds vaak, door het
vervullen van een opgave, niet altijd
naar den smaak van dien ontwerper,
techniek moet aanvullen wat aan be
zieling moet ontbreken. Ecu van de
meesterwerken van deze tentoonstel
ling is het portret van lbsen. Er zijn
drie wijzen om een portret le schilde
ren. Men kan, gelijk de groote ouden
deden, zichzolf zooveel mogelijk weg
cijferen om alleen, in dienende liefde,
«len voor te stellen persoon uiterlijk
en innerlijk-door-uiterlijk heen, dus
psychologisch weer te geven. Men
kan, zooals na Rembrandt, dat bijna
algemeen is gewonden, zijn eigen
persoonlijkheid uiten met den voor te
stollen persoon ais motief. Zoo'n por
tret behoeft Fransche rechters
hebben 't uitgemaakt zelfs niet ge
lijkend te zijn op den voorgestelden
persoon.
En men kan. «le voornaamste ka
raktertrekken van een persoon sa
menvattend, deze geven als verper
soonlijking dier karaktertrekken, dus
als abstractie. Men ziet dan wel een
gelijkenis, maar daar doorheen sche
mert dan toch iets méér, iets alge-
nieen-inenscbelijkers, iets eeuwigs.
De gestolen Mona Lisa had dat, zij
was de afbeelding van de wereklsche
mystiek.
Braakonsiek nu, de stü-diepe, por
tretteert volgens de eerste manier.
Als hij lbsen teekent, geeft hij zoo
veel mogelijk de synthèse van den
ruoiisch Ibsen, on komt daardoor lot
een werkelijke af beelding van den
voor te stellen perso«>n. De seirie zij
ner portretten beschouwend, ervaart
uien, dut wij in Braakensiek nog een
dier uitgestorven coDScieutieuse por
tret-tecken aars bezitten, die vóór de
aan Zee zouden we wellicht onze
geliefde gemeente noemen. Maar ach,
het wil met onze waterplannen niet
recht vlotten. Noch staal- noch zeewa
ter zal ons een buitenlanelsche glorie
verschaffen, want het Staalbad Haar
lem bestaat alleen op papier en de
voornaamste scheepvaart bestaat uit
de booten van Bus.
Industrie, handel, verkeer kun je
maar niet krijgen als je ze hebben
wilL 01 ze komen of niet komen hangt
af van allerlei factoren, die gedeelte
lijk buiten het bereik van een mcnsch
liggen. Daarom ben ik er ook wel hui
verig voor geweest, of we er goed aan
doen zullen, veel geld uit te geven
voor de verbetering van los- en lig
plaatsen. toegangen en zoo voorts in
het oostelijk sta«Jskwartier en zijn
omgeving. Zal 't de moeite wel loonen?
Ik weet wel. dat dc toestond v«x>ral
uan den overkant verre van fraai is
en als de vurige propagandist van die
verbeteringen dc heer Levert, per fiets
naur zijn kajittior in dc Dijkstraat
rijdt, moet hij wel schokken van ver
ontwaardiging en slechte keien, maar
ik vraag nuchter weg: „zal 't wat op
leveren? word«jn we er financieel beter
van'?
En zoo kom ik vanzelf tot de Am-
sterdamsche Poort, die in gevaar ver-
koert. Niemand wil haar afbreken, ze-
kor niet, maar juist duarom zijn al
die plannen, die er hangen over wijzi
ging van de omgeving z«oo verbasend
gevaarlijk. Zooals een oude juffrouw,
naar bet graf neigt, wanneer je haar
in een nieuw huis gaat zetten en haar
oude meubeltjes wegneemt, zoo gaat,
photografie het portretteeren door
kunstenaars verdrong, talrijker wa
ren en «iie wisten, dat in een portret
vóór alle «iingen de gelijkenis van
den voor te stellen persoon geëischt
mag worden.
Wij wezen reeds op Braakensiek's
voornaanisten illustratie-arbeid, de
24 teekeningen voor Klikspaaifs stu
dententypen. De firma A. Sijthoff te
Leiden heeft de 24 oorspronkelijke
teekeningen naar deze tentoonstelling
ingezonden, d»e men nu in al haar
fijnheid en liefdevolle welverzorgd
heid kan bewonderen.
De illustraties uil het „Geïllus
treerd Politienieuws" toonen Braa-
kensiek's vermogen, om handeling
uit te drukken. Men beschouwe b.v.
de twee worstelende rixannen. Er is,
ook nog op dit oogenblik, in Neder
land niemand, <üe tot het teekenen
van een dergelijk kunstwerk in
staat is.
Ook de schetsen, met potlood ge
maakt voor de weekblad-platen, too-
nen welken weg Braakensiek s, echt-
Nederlandsch. ongemeen zuiver ta
lent zou gegaan zijn. indien niet
eischen van de praktijk en van maat-
schappelijken dwang hem hadden ge
dwongen, historie van den dag. door
gaans eenzijdig bekeken, te teekenen.
Terwijl Haagsche ein Amsterdam-
sche schi!derssch«)ol een aantal mid
delmatigheden en zéér eenzijdige bin
nen- en buitenhuisschilders tot be
roemdheden maakte, werd hier een
zeldzaam veelzijdig, écht talent
„klein" gehouden. Deze man had de
schilder van de Hollandsche vrouw
kunnen worden, die niet is de eeuwi
ge herhaling van een biddend oud
wijfje, maar die in de jeugd van iet
wat hautaine lieftalligheid gehuwd,
bijna altoos voornaam wordt. Braa
kensiek is een der weinigen, die de
Nederlandsche dame heeft begrepen.
En tot welkg verrukkelijke uitingen
hij komen kan, toont dat, in 't omme
zientje van een half uur met potlood
get eek end fijne meisjesfiguurtje, me
juffrouw G. B. in de kleedij van haar
grootmoeder.
De kunstenaren der idee, «Me thans
in den Larenschen kunsthandel ten
toonstellen, hebben in Nederland P.
Cornells de Moor als voorganger ge
had. Sedert ruim twintig jaren heelt
deze Rotterdammer gestreden voor
een romantisch-fai.tastische lichting
in de schilderkunst, en tegelijk voor
de verzorging van de schilderwijze.
Eerst thans, na den dood van de groo
ten der oude school, van de Marissen,
en Israels, ziet de Moor zijn richting
zegevieren en komen jongeren hem
volgc-n. Hij zelf, met zijn „De regen
bui", „Do wandeling' en „In het
bosch", toont zich als de sterkste van
allen .Doorwerkte schildering, gave
penseelkunst, een ingetogen palet, een
schier vrouwelijk fijn begrijpen van
de vrouw zijn vele goede kwaliteiten.
Indien het waar is. dat zijn kunsl
langen tijd behoefte heeft, om door tc
dringen, zoo is het zeker ook waar,
dat zijn kunst van grootere duur
zaamheid zal blijken, dan die van de,
nu langzaam aan verouderend© rich
tingen, omdat zijn werk veel heeft van
die onwerkelijke, van die gedroomde
schoonheid .welke door de eeuwen
heen blijft leven. Na hem is te noe
men David Bautz, wiens „Meisje in
roodo jurk" het rustig-ingetugene heeft
van den statig-voornamen Holland-
schen geest, die eigenlijk nooit zon
der Spaansche grandezza is. Onlangs
heeft Bautz op de tentoonstelling van
Nederlandsche kunstwerken le Parijs
door de zoo moeilijk te bevredigen
groote Parijsche kritiek, lofredenen
gekregen, die wellicht te-voren nooit
in het aan schilders zoo rijke Parijs
aan 'n nauwelijks 25-jarig kunstenaar
zijn gebracht. De „Caulois" sprak van
een „pur chef d'oeuvre", een zuiver
meesterwerk.
Robert Graafland, wiens „roode au
to" ,n het Stedelijk Museum te Am
sterdam opeens dit verrassend fris-
sclie talent deed leeren kennen, is
hier minder gelukkig. Zijn „Avond
feest" is te veel op Monteceili geïnspi
reerd, zijn „Zomerzon" alleen te
waardeeren wegens de groote bedoe
ling. Gerard J. de Boer heeft een
naar mijn vaste overtuiging de oude
poort haar dood tegemoet, wanneer
de brug, haar trouwe vriendin van
zooveel jaren, de onafscheidelijke, die
des levens rampen en tegenheden met
haar weerstondgesloten en zoo aan
kant gezet wordt. Of in zoo'n nieuwe
omgeving -rezet, dat zij doelloos wordt.
Er is een plannetje geopperd om de
bestaande plannen op doek te brengen
en zoo te laten zien, hoe de toestand
worden zou. Ik weet nog beter: laat
ens andere dingen vertoonen. die min
stens tweemaal zoo mooi ziju. Een
monumentale trap midden op 't Ver-
wuift, die... nergens heen voert, een
prachtig architectonisch dak, zonder
huis er onder op het grasveld voor
het Paviljoen neergelegd, een gebeeld
houwde huisdeur midden op de Groote
Markt, die 's avonds gesloten wordt,
en tien andere fraaiigheden van de
zelfde soort zouden het publiek allicht
ervan overtuigen, hoe leelijk het is
«sen oude brug. onafscheidelijk behoo-
rende bij een oude poort, af te sluiten
of haar te zetten midden tusschen twee
andere toegangen in. Ik kan het niet
helpen, dat ik denk aan den clown
Busto. die in het circus Carré kwam
met een hekje, dat met een ernstig
gezicht openmaakte, er door ging en
het even deftig weer achter zich sloot,
alsof er niet aan weerskanten van dat
hekje meters en meters ruimte was,
om te passeeren!
Zoodra de omgeving van de poort,
op welke manier ook. bedorven wordt,
zijn de dagen van de poort zelf zonder
twijfel geteld. Laat ons dan meteen
maar adverteeren: „Rijke Amerikanen
gevraagd, die tegen elkaar willen op
bieden voor een beroemde oude poort.
Brieven onder motto Antiek aan
bet gemeentebestuur van Haarlem,
Groote Markt".
Misschien zijn tegen dien tijd ook
de reclamezuilen wel klaar, waarmee
de stad versierd zal worden cn dn n
kan de annonce er kosteloos op. Ik
verwacht van die dingen niets. Het
geldend model, -een sterk vergroote
flikjesbus met een hoed op, in zijn ge
heel oen geheimzin nige soort van pad
denstoel, misstaat overal. Misschien is
dat, niet zoozeer aan de dingen zelf
te wijten, maar aan de biljetten, die
er in bonte wanerde worden opge
plakt, zoodat ze wei een aaidig effect
zouden maken, als er maar geen pa
pieren aan werden vastgekleefd. Maar
dat gaat eenmaal niet en zoo zuilen
we ons in hunne verschijn!ug «henen
te schikken.
Of zal de adviseur van ons gemeen
tebestuur een heel uieuwcu, cn n< g
wel een sierlijken, verin er voor weten
te vinden? Helaas, we ziju op dit stuk
niet overvloedig bedeeld: de mensch-
hekl moet het stellen met de rechte
en de gebogen lijn en hare variaties en
die zijn, naar hot schijnt, voor een
goed reclamebord ol zuil onvoldoende.
Is hier misschien geen aanleiding ora
een prijsvraag' uit to schrijven? Kan
de vereeniging van gemeenten ra dit
opricht geen nuttig werk doen?
Of zou, het misschien aau beveling
verdienen, om de zuilen evenals de
poppen van taai taai die nu weer aan
de orde komen, te laten maken in
soorten, al naar gelang van de soort
der biljetten, die er zullen worden
aangeplakt? Er zijn droevige gebeur
tenissen: de justitie looft een beloo
ning uit voor aanwijzing van een mis
drijf, er moet iets bij executie worden
verkocht welnu, voor die aankondi
gingen worden afgeknotte zuilen ge
sticht. als toeken van rouw.
Het bord, waarop gewone veilingen
worden aangekondigd, stelt den gevel
van een hecht en weldoortimmerd
perceel voor. met een schildering van
weiland en grasgewas versierd. Voor
«i© publicaties van schouwburg en
concertzaal dienen borden in den
vorm van tooneeJschermen, waarop
's avonds nu en dan een zoeklicht ge
worpen wordt, of een kunstmatige
maneschijn. De biljetten van handel
cn nijverheid eindelijk worden over-
zweefd door een vliegend rad of door
een bronzen Mercuriusbeeld. Met moei
te doe ik afstand van dit denkbeeld,
ontstaan en ontwikkeld in twee en
zeven achtsten slapeloozen nacht
ledereen begrijpt, dat het dit groote
voordeel heeft, dat je uit de verte al
zien kunt. of het je de moeite waard
is. de biljetten al dan niet te gaan be
kijken.
Wil men dit denkbeeld niet in over
weging nemen, dan heb ik nog een
ander om niet bescliikbaar, name
lijk de zuilen op wielen te zetten, zoo-
dut ze door dc stad rondgereden kun
nen worden. Dan belioeven niet altijd
dezelfde omwonenden er tegen aan te
kijken en de publiciteit wordt er ge
weldig veel grooter door.
Deze week onderscheidde zich nog
door tweo gewichtige mededeelingen.
B. en W. hebben verklaard, dat zij
geen voorstellen zullen doen om van
dj ouders den kostenden prijs voor
het middelbaar onderwijs te vergen.
Dat noem ik bij uitstek royaal, te meer
daar de meeste ouders dat loch niet
hadden kunnen betalen.
„Uw schoone stem wil ik u niet ont-
rcovenl" zei de slang tot den kik-
vorsch. „En op uw troische, rechte
houding ben ik niet jaloersch ver
klaarde de kikvorscli, even edelmoe
dig. Zoo is 't hier ook: je kunt uiet
van iemand nemen, wat hij niet heeft
De tweede tijding is, dat Prof.'Dak©
do restauratie van het stuk van Hals
door de Wildt heeft goedgekeurd. Zie
daar waarlijk een pak van mijn hart
Misschien kan hij nu ook nog een
nieuwen directeur voor ons vinden,
die kleine eischen heeft en groote ken
nis, daar door «ie gemeente, bij deze
benoeming zoowei op geld als op
knapheid wordt gezien. Daartegen
over kan hem hier een aangenaam
bestaan en «ie critiek van onbe
voegden worden verzekerd, welke
laatste hem evenwel koud mag laten.
En eindelijk moet hij wel bedenken,
dat dit ook geen functie van blijvenden
aard is. maar alleen een middel, om
verder te komen.
Wanneer dit alles hem nog niet aan
lokt, acht ik weer het bewijs geleverd
van der menschea tegenwoordig
spreekwoordelijke ontevredenheid.
Ronduit gezegd; was ik geen Halletjes
bakker voor Haarlem's Dagblad, ik
zou museum<iirecteur te Haarlem wen
schen te zijn.
FIDELIO.