NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
29e Jaargang. No. 8738
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. donderdag 14 december ïsii e
Mill
ABONNEMENTEN A D V E R T E N T I N:
per drie maanden: Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem1.20 Haarlem van 1—5 tegels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)„1.30 J?7 Advertentiön van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door Nederland1.65 (gyjT 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant.
GöUusfreert? Zondagsblad, 'voor Haarlem' M7K Redactie en Administratie: Grooie Houtstraat 53.
de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiön en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678. Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
l v> caur. ;[,AD.
Buitenlandsch Overzicht
De ooHog tusschen Italië enTurkije
Re moeilijkheden waarmes de Italianen te kampen hebben bj)
den opmarsch naar bet binnenland van Tripolis.
Een incident in de baven van Suez. Een Italiaanscbe kruiser
dreigt met een bombardement, indien dn 5 Turksche oorlog
schepen. die in tie haven liggen, dezs niet verlaten.
Re terdoodbrenging van Arabieren.
Vit Perzlë.
liet internationals vredesbureau dringt op scheidsrechterlijks
beslissing der Perzische guaestie aan.
Van 't oorlogsveld.
Do door do Italianen veroverde
oase Aiu Zara 12 KM. Zuid-Ooste
lijk van Tripolis wordt versterkt
ea tot steunpunt gemaakt voor het
verdere voortdringen in het binnen
land. Do Ital.anen hebben er reeds
een groote troepenmacht geconcen
treerd, voor welks onderhoud dage
lijks een karavaan van 295 kameelen,
150 muilezels en 100 karren noodig
zijn. Deze karavaan 'wordt geëscor
teerd door 2000 soldaten.
Uit dit bericht blijkt, hoeveel moei
te de Italianen, bij hun tocht naar
't b.nnenland, hebben, om hun leger
macht te voeden. En nu zijn ze nog
slechts 12 KM. van Tripolis. Hoe moet
't gaan, als ze verder het binnenland
in dienen te trekkenf
EEN INCIDENT IN DE IIAVEN
VAN SUEZ.
Uit Rome wordt geseind:
,,De Italiaanscliie kruiser „Pie-
mont", van het Roode Z9e.eskader,
constateerde in de haven van Suez
de aanwezigheid van vijf Turksche
oorlogsschepen en torpedobooten. De
commandant eischte van do haven
autoriteiten dat deze do schepen bin
nen 24 uur uit de havën zou verwij
zen of ontwapenen. Anders zou de
„Piemont" met de beschieting begin
nen.
TURKSCHE VLIEGERS.
Verschillende Turksche vliegers
zijn in Tunis aangekomen en zullen
naar Tripolis verder reizen.
DE TURKEN HEBBEN GELD
NOODIG.
TuTksche bladen meldéu, dat de
Turksche regeering met de Ottomaan-
scho bank een gaiuntielooze 6 1/2%
leening zal sluiten.
6 1/2 %1
Nog iets over de veroordeeling en
terechtstelling van Arabieren.
Zooais men weet, zijn deze'r dagen
te Tripolis 14 Arabieren opgehangen.
De inlanders, die orim ddcllijk na
het eerste z.g. oproer, op 23 en 26 Oc
tober, gegrepen werden met do wapens
in de hand, zijn gefusilleerd en we!
door schoten in den rug. Het Italiaan-
sche militaire strafrechtboek toch kent
twee wijzen van fusilleeren: een ko
gel in de borst, de meest een olie, of
een in den rug, een oneervolle wijze.
Blijkbaar zijn do Italianen van
oordeel, dat de massadusiiladeè nog
geen voldoenden indruk hebben go-
maakt op de Arabieren, zoodat beslo
ten' werd di t 14-tal, dat tot nu toe
niet wus terechtgesteld omdat do
nienschen zi,ek of gewond waren,
door den strop te doen
sterven, een manier, iLe hij de
Mohammedanen als vernederend
geldt. Zij nieenei), dat do ziel ten ge
volge van het dichtsnoeren der keel,
het lichaam niet kan verlaten om op
te stijgen naar het Paradijs.
Van het proces en de voltrekking van
het viunis geeft een Italiaansoh blad
do volgende beschrijving:
De 14 beklaagden waren tusschen
de 20 en 65 jaar. Zij werden be
schouwd als do belhamels, die den
opstand voorbereid hadden. Do open-1
bare behandeling had plaats in de
vroegere k.neniatograafzaal, in tegen
woordigheid van eon groote menigte
Italianen, Joden én Maltczers, terwijl
slechts enkele Arabieren aanwezig
waren.
(Het is niet mogelijk over do waar-
do van het bewijsmatér aal zich uit
do Italiaanscho berichten een denk
beeld te vormen. Dit is duidelijk, dat
men voornamelijk afging op getuige
nissen van sponnen, alsook, dat
alle beklaagden hardnek
kig hun onschuld vol hxe 1-
d e n).
Toeu enkele beschuldigden beefdéü
en teekenen vun angst gaven, haalde
een Italiaansch officier tweo Koran
spreuken aan:
„Wie de waaroo d zegt, beeft niet",
en „De leugen is slechts geoorloofd
als hij redding kan brengen."
Do aanklager zei, dat de beklaag
den hun toevlucht namen tot don
leugen, om aan te gerechtigheid te
ontkomen; maar het waren gemeene
moordenaars, die de Italiaansclue sol
daten van achteren hadden aangeval
len.
Do verded'ger evenwel hield vol,
dat hij niet de overtuiging had ge
kregen, dat do Arabieren schuldig
waren aan het hun ten laste gelegde,
zoodat hij meende, dat niet veroor
deeld mocht worden. Maar 't hielp
niet.
De geheele zitting duurde drie
kwartier. Na het uitspreken van het
doodvonnis werden de veroordeelden
opgesloten, om 's morgeus om drie
uur door carabinieri gewekt te wor
den, ten einde het doodvonnis te on
dergaan. Enkelen prevelden gebedén,
maar gieen hunner sprak oen woord
met dc Turksche gendarmen, wien 't
beulswerk was opgedragen.
Op de markt was in den nacht een
galg opgericht met 14 stvoppein en
voorzien van een opschrift in de Ita-
liuansche en Arab sche talen, luiden
de:
„Opgehangen omdat zij
den 23 sten October oplta-
liaansche soldaten ge
schoten hebbe n."
In den vroegen morgen werden de
straten die leiden naar de executie-
plaats afgezet; slechts journalisten en
officiereu werden doorgelaten.
In de kofC ehuizen en op de openba
re plaatsen bevonden zich talrijke
Italiaanscho spionnon, om te verne
men, in welken geest onder de inland
se lie bevolking over dio executie werd
gesproken.
Onrust In TurkUs
Da. pporten van het mini sterie van
oorlog in Konstantinopel worden be
waakt. Dit is het gevolg van het ver
spreiden van proclamaties, waarin de
lieden, die verantwoordelijk zijn voor
den Tri poli taanscheu oorlog, met den
dood bedreigd worden. Bovendien
zouden Bulgaren van plan zijn in
verschillende ministeries hommen-
aanslagen te plegen. Daarom worden
zeer strenge maatregelen genomen.
Op straat ziet men veel meer politie
en geheime agenten dan tot nu toe.
De ordebewakers achtervolgen ieder,
de er ©enigszins verdacht uitziet.
DE DARDANELLEN-KWESTIE.
Men verneemt uit Konstantinopel,
dat do Russische regeering verklaart,
dat. de gezant Tjarkow geen op
dracht ontving liet Dardanellcn-
Vraagstük to behandelen en geheel op
eigen hand te werk ging.
Wie gelooft het?
Men brengt deze houd'ing der Rus-
sisclie regoering in verband met de
nu «lukte zending van den Russischen
minister Sasanoff naai- Parijs.
Uit Weenen wordt gemeld, dat
Duitschland en Oostenrijk-IIonga'rije
in de Dardanellen-quaestie die nu
of latei- toch aan de orde komt een
lij® Bulten trokken. De Donau-monar-
chie zal de leiding hebben.
Bulgarije en Roemenië, als nieu
we Balkanstaten, zullen ook nog eén
woordje mee te praten Irebbeu on or
wijziging in het verdrag van 1878.
Uit eo over PerziS.
Uit Konstantinopel wordt geseind,
dat volgens officieele betichten Tur
kije zijn troepen-concentratie aan de
Turksch-Perzisch© grens bij Bajazid
in het Turksche vilajet Erzeroem
voortzet.
Het Perzische parlement hield een
gelieime zitting, waarin de samen
stelling van
HET NIEUWE KABINET
werd goedgekeurd. Het kabinet staat
onder voorzitterschap van Samsam-
os-Saltaneh, en bevat vele vroegere
ministers; slechts voor blnnenland-
scho zaken en financiën zijn democra
ten als min sters opgetreden, ter ver
vanging der afgetreden conservatieve
Excellenties.
Het nieuwe kabinet zal
POGEN MET RUSLAND TOT EiEN
VERGELIJK TE KOMEN.
De minister stelde voor, den ambte
naar Shuster te ontslaan en de con
trole van Rusland en Engeland op de
benoeming van vreemde ambtenaren,
onder beperkte voorwaarden, aan te
nemen.
Het parlement besloot evenwel,
oeTst het adv.es van den regent daar
over te vragen.
De ontbinding van het Parlement
wo'rdt nog steeds door het kabinet
overwogen, daar de vertegenwoordi
gers nog altoos niet de noodzakelijk
heid inaen Ruslands e.'schén in te
willigen.
HET INTERNATIONALE VREDES
BUREAU OVER IIET CONFLICT.
Het Internationale Vredesbureau
richt tot de mogendheden, die de
Ilaagsclie Conventie ondërteekend
hebben, het dringende verzoek, door
een gezamenlijk optreden de Russi
sche regeering vaii verdere militaire
maatregelen tegen Perzie af te hou
den. Het verklaart liet door Rusland
opgeworpeu geschil als geen ander
voor scheidsrechterlijks beslechting
geëigend, herinnert de groote mo
gendheden 'aan de door haai- met de
onderteekening dei- Haag,sche Co'n-
ventie aangegane verplichtingen en
toenmalige levendig© medewerking,
en herinnert do Russische diplomatie
aan de organisatie der scheidsrechter
lijke beslechting van internationale
geschillen. Het wordt eindelijk tijd
zoo schrijft het Vredesbureau
dat de mogendheden het bewijs leve
ren, dat het huar met «te onderteeke
ning der Haagsche Conventie ernst
was.
Re opstand In China.
De leiders van het revolutionaire be
wind in Sjanghai hebben opnieuw
aan Joeansjikai geseind, dat zij er op
blijven staan, dat de Mantsjoedynas-
tio verdreven wordt, en dat zij het
Onze Lachhoek
GALGENHUMOR.
Gauwdief. Het wordt hoog tijd,
dat Ik weer in de gevangenis kom.
Sedert ik vrij ben heb ik al tien pond
aan gewicht verloren.
ENFANT TERRIBLE.
Frits je heeft zijn soldatenpak aan
en marcheert, met z'n geweer op
schouder, reeds geruimen tijd heen
en weer voor de vervelende tante, die
bij de familie logeert.
Maar, Fritsje, waarom blijf je
hier toch aldoor op en neer loopen?
Ik pas op u tante. Vader zei van
morgen, dat u one gestoten kan wor
den!
VOORZICHTIG.
Bij de vorige zitting
erklaard, dat je volkomen
aart, toen de vechtpartij in
Os plaats vond. en heden
óók dronken te zijn ge-
Rechler.
heb je v
nuchter w
de Roode
erken je.
weest.
Getuige,
lechtbank
mi on wlef
Joa-zie-de. mieneer de
de vuurigo keer was
in de zoal 111
presidentschap van de republiek Chi
na aan Joeansjikai aanbieden.
Zou Joeansjikai voor de verleiding
bezwijken?
UIT RUSLAND.
De Doema bracht de behandeling
van de interpellatie over den moord,
op Stolypin ten einde en nam met
141 tegen 101 stemmen een bemidde
lend© motie aan, waarin de overtui
ging wordt uitgesproken, dat de re-
geenng de schuldigen aan de justitie
zal uitleveren, de politieke politie zal
reorganiseer en en deze zal stellen ou
der toezicht van de gouverneurs en do
oflicioron van justitie.
DE VERKLARING VAN LONDEN.
De Times is van oordeel, dat de ver
werping van de wet op het prijzen-
hof door liet Hoogorhuis niet betoe-
kent dat de Verklaring van Londen
voorgoed van de baan is. Het vraag
stuk zal nader overwogen «n de Ver
klaring gewijzigd moeten worden.
Een uitstel van een paar jaren hoeft
geen afstel te wezen.
Van de buurten dor
armoede.
Het Leger des Hals die groote
stichting van generaal Booth, die zoo
veel dat zegenrijk is hééft gedaan,
dóet ©n nog zél doen - voert ook hier
in Haarlem een jaarlijksch wede'rkee-
rond n arbeid uit, die in zoo menig
arn» gezin een zonnestraaltje heeft ge
bracht. 'k Bedoel do zending der
Kerslmanden. leder jaar weer wordt
er geannonceerd dut zij, die 'L noodig
hebben, zich tot liet Leger kunnen
wenden met 't verzoek zoo'n Kerst-
mand, die de levensmiddelen enz.
waaraan zij dagelijks behoeft© heb
ben in ruime mate inhoudt, te mo
gen ontvangen.
En dan stroomt het aan vragen I
Aan 'L „kwartier" van het Leger,
in de Schagciielstraat komen ze bij
honderde^ in. Dit jaar is het aantal
hoog, hooger dan in 1910. Er komen
nóg aanvragen binnen uiaar nu
zrjn or ai cngcvcer '50. iict het bin
nenkomen dier aanvragen is ook het
groote werk aangevangen dat voor de
mannen en vrouwen van het Leger
daaraan verbonden is. Op !i©u rust
nu do taak al die honderden gezinnen
te gaan bezoeken, om aan do weet te
komen ol overal do behoefte zoo groot
is, dat h?i Leger zijn steun tot leni
ging van den nood werkelijk zal geven
waar die noodig is. ant ook hier
in komt wel eens inl» Lglicid voor,
ook hierbij zijn er die een betrekkelij-
ken welstand genieten, maar toch be
proeven de Kerstm&nd te bemadili-
gen. Daar zijn van die gevallen ge
weest! o.a. met een gezin dat f18
per w eek verdiende, en met meer der
gel ij' j menschen die 't natuurlijk
n i et noodig hadden...
Er komen nog meer omstandighe
den bij te pas. En het Jager, dat zoo
gaarne alle aanvragen voldoet van ge
zinnen waar de nood hoog is gestegen,
dat groot© moeite heeft om dit met de
beschikbaio middelen te doen het
Leger verdient daarvoor zeker steun,
steun van velen...
Ooi te trachten dat duidelijker te
zeggen wil ik tets vertellen van den
tocht, die ik dezer dagen heb ge
maakt met den adjudant van het
Haarlemsohe Leger des Ileils... een
tocht door de buurten der armoe, op
huisbezoek. Een tocht, dio telkens en
telkens weer, op allerlei wijze en in
allerlei vorm, liet zien hoe en waar
de armoede is in Haarlem.
Op huisbezoek.
's Morgens om half tien beu 'k op
stap gegaan met adjudant J. F.
Bruyns. Hij, de man van 't Leger, ge
wapend met z'n lijst-van-bezooken,
waarop straks de noodigo bijzondér-
heden bij de namen zouden worden
aangoteokend... ik gowapend met het
notitieboekje dat des journalisten is.
Laat 'k hier nog eens even in den
tegenwoordigen tijd van onze wande
ling door Haarlem's ai moede-buurten
mogen overgaan.
Een onzer eerste bezoeken geldt een
nauw steegje. Zoo n krom, oud straat
je met vlak bijeen da vuilig© ver
weerde muren van do huisjes die er
—hoe lang al? staan. Zoo n steegje
dat den ganschen dag vervuld is van
'n we ei go geur van waschgoed, en
waar kleino armoc&c-kindertjes met
elkaar spelen en kruipen over d©
vuile straat
Daar klopt de adjudant aan een
der vervelooz© deuren. En we gaan
binnen, door "n nauw gangetje met
geelhouten beschotten aan weerskan
ten. 'n Benauwde, een niet-te-be-
sihrljven geur komt ons al tegemoet,
en even later staan we in de „huis
kamer".
'n Klein kamertje, dat zoo goed en
kwaad als 't gaat door moedér de
vrouw „gezellig" is gemaakt met
plaatjes en prentjes aan dén muur,
en prullige snuisterijtjes op dien
schoorsteenmantel. De vrouw doet
juist do wasch bron van d© geur
d.o de woning vervult. Maar op 't
„Ben ik hier terecht, moedert" van
mil geleider staakt ze dadelijk haar
werk.
En dan vertelt ze kalm, met iets be-
rustends, van de ellende. Van haar
man, die wel goed z'n werk had,
maar wiens gezondheid niet bast
was. 'n Paar maal had-ie al bloedspu-
wings gehad, en nou is-'t-io in het
ziekenhuis.
„En hoeveel kin dors héb je, moeder?"
„Vijf, dit's ui'n oudste."
Op 'n stoel hangt lusteloos een
magere, bleeke jongen van 'n jaar of
twaalf, z n voeten schuifelend over
't gescheurde, aftandsche vloerzeil.
„Io het ook overal pijn, ziet u,"
zegt de vrouw. „Overal, en in z'n ar
men en z'n beenen voelt-ie zich inca."
Het kind knikt even, als onver
schillig". Dan schijnt ie-weer te soezen,
suf ineen gezakt op den schoevon rie
ten stoel, 'n Klein zusje, met vuil
besmeerd gezichtje, ongekamd haar,
zit op den vloer en kijkt met kinder
lijke verrukking naar do roodblauw©
uniformpet van den bezoeker. De ove-
n go drie kinderen ztjn niet tliüts.
We vertrekken spoedig, uitgeleide
gedaan door de vrouw, die dankbaar
gestemd is op d© bemoedigend© ver
zekering „dat 't wol gaan zal met d©
Korstmand"
Do volgende! 't Wo'rdt een heel kort
bezoek.
Op 't geklop mi geroep hooren we
oerst niets. Dan flauwtjes, "n onzeker
klinkend: „ju-u". „Is hier iemand?"
Weer 'n pauze. Dan gaat dc deur in
't nauwe gang-p rtiekje half open, en
vvo komen in een kamertje waar
dicht-opeen-gedrongen een tafel, een
paar stoelen, "n ouderwetscho lag©
kast en nog allerlei dingen staan. Al
lerlei prutserijtjes hangen aan den
muur en staan op 't kastje. Bedde-
goed hangt uit d© bedstee... En te
midden va naliles, in dat kleine be
stek waar 't opeengedrongen staat, is
'n oud© vrouw. Beverig nvonschje,
niet vreemd-starend do oogen in 't
oude doorrimpeldo gezicht. Ze
schijnt de bezoekers niet te b en, langs
ons te blikken door dc'u groveu sta
len bril.
„Woont hief, X., vrouwtje?" vraagt
adjudant Bruyns vriendelijk.
„Ja-a, zegt ze weer met dien vreem
den uithaal, en steeds voor zi.ah uit
starend.
„Heb jullie een aanvraag gedaan
voor de Keistgave?"
„Ik weet niet. Voor
vva-at?"
Nog ééns de waag vveér stame
lend dat antwoord....
„Waar is je man?"
„Ie is gaan loope. Net zoo".
„Komt hij gauw terug? Waar is-i©
heen?"
,,'k Wee niet vvan-noer... LJzer
gaan hnle".
Dan geeft de adjudant 't op. Zegt
dat hij wel eens zal terugkomen als
de man er is. De man d:e gebrek
kig is, die armoe moet lijden samen
met dio oude vrouw, die simpel is
Ergens op 'n drukken verkeersweg
gaat m*n gelelaèr plots den Smullen
haast-onopgemerkten ingang van een
siopjo in. Er hangt zoon oude petro
leum laiilaarn in dat's h.er blijk
baar de openbare verlichting en
't komt uit op een soort hofje, met
vijf oudo huisjes eromheen en een
vorm- en bloem-loos pérk met ijzer-
draad ér om in 't midden.
Onze man staat al in z'n huisdeur,
vraag! ,,Of uvvs der maiïr in kwam".
'n Oude steenbikker is-;e. Over de
zeventig jaar, en in 't bezit van een
typische vrijmoedigheid, die in den
loop van 't gesprek afneemt. Hij
wuout ér met z'n vrouw, zegt-ie, maar
tLe is nou naar z'n zuster gegaan.
Wérk heeft hij niet meer, maar z©
krijgen vvel'ee wat. Maar 't is arm.
en zo zouen de gave van t Leger wel
graag willen....
„Zoo", zegt de adjudant. „Maar
wat is dat?" En hij wijst op een ver
docht-uitziend donkér flescJije, mid
den op tafel, met 'n vochtvlek er naast
op 't zeiltje.
„Das azijn".
„Hoor"es, drink j'o wel eens?
De oude graait onzeker aan z'n
kiel.
„Ja nee enkel keertje. Dat
mot ik wel 'cs".
„Ja maar, dat hoef jij hee'.emaal
niet. 't Is voor joagff"m on aohe n al
slecht om te drinken, maar als ouden
't hun voordoen
Hij kijkt deemoedig. „Nou, dan
zal ik met meer drinken", zegt-ie
plots, resoluut.
„Dat zeg je nou 'k hoop dat het
zal gebeuren. Maar vanmorgen heb
je nog gedronken? Wat zit er ooik in
dat Ileschje?"
„PetroLi© zat erin", beweert nu de
oude. „01a?, om me haar to wassclie
os-er stof iu zit van 't wérk. Kijk u
maar zelf". En hij reikt al 't kleine
zwarte flescbje.
„Nee, ik geloof j© Wél als jo het
zegt'.
De oud© krijgt nog een vermaning
over z'n drinken, r zal over hem
gedacht worden maar 't is nou niet
prettig, in deze omstandlghodcn, zegt
do man van 't Leger. De oudo man
praat nog voel, vol ijver, beweert nu
weer dat z'n vrouw naar <1© stad is,
om werk"... Dat verandert!
'k Moet bekennen dat de oude
steenbikker met z'n vreemd© tegen
strijdige ïucdodeoliugen geen bijzon
dei- goedeu indruk maakt. Maar als
we weer buiten staan zegt inn gelei
der goedig: „Och. u moet denkon
de menschen worden er soms door de
armoede toe gedreven om zoo te gaan
Legen, 't Is de honger cu die is
een scherp zwaard!"
Ergens aan den buitenkant van d©
stad, een oud krotje. Eén raam aan
de voorzijde, dat half bedekt is met
gescheurd zakkengoed, half met 'n
stuk vuil behangselpapier.
't Kloppen heeft langen tijd géén
succes. Eindelijk komen ©r sloffende
stappen naar voren. Stokoud vrouw
tje, broodmager, heel armoedigjes
gekleed, doet open. D'r oude gcz.cht
klaart op als z© den bekenden uni
form van t Leger ziet Dan brengt z©
ons in haar achterkamertje, waar ze
woont en alles doet: koken, eten eu
slapen.
t Is er arm, maar netjes. Teksten
aan deu wand, en in 'n lijst een soort
spreuken verzameling in 't Duitsch,
dio zeker uit beter tijden "rest. Iu
groote 1 etters-van-zilverdra ad staat
er:
„Des Hauses Zier ist Reinlichkedt,
Des Hauses Glück Zufriedenheit".
Zou ze wéten wat er eigenlijk staat?
Oud mood art j© vertelt En och
een ontevreden indruk maakt ze niet.
Al woont ze dan ook alleen, al is zo
zes-en-tachtig jaar oud en daarbij
zonder ©enigen anderen onderstand
danl„giften en gavén'...
„Mooie wandsp'reuken hebt-u daar
prijst adjudant Bruyns.
„Ja", zegt 't oude inonschje opge
wekt, haalt ea- een paar van den
muur en laat die zien. 't Zijn mooie
Ze krijgt het bemoedigend vooruit
zicht op de Kerstmand, 't oudo op
gewekte armoe-vrouwtjê. Bij 't weg
gaan komen we langs de deur van t
voorkamertje, die openstaat. Er is
niets In totaal niets. Geen enkol
meubelstuk -1- 'n kale houten vloer
eu oen gescheurd behangsel. Er is
geen gelegenheid om er een kachel
te zetten, en de grootte is misschien
twee hij tweeënhalven meter...
„Wuarvoor is dat kamertje?"
„Ja. dat verhuur ik, maar z© wil
len er niet in omdat er niks in is, ziet
u", zegt de oude gemoedelijk. En z©
moet heusch lachen als de adjudant
even-grappend zegt: „En er kan geen
haardstee ook in. Nou moeder, das
hi er alleen geschikt voor de honds
dagen".
Verder gaan we op onzen tocht
door d© buurten van de armoede.
(Slot volgt)..
ROB. P.