NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. t 29© Jaargang. No. 3739 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. VRIJDAG 15 DECEMBER 1911 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTBNTIËN: per drie maanden: eMIL ^an 1—5 re8els 50 ^ts-ï iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem1.20 3 Haarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer 0.20. Reclames 30 Cent per regel. oor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)1-30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland1-65 (fc, w*— -W^T-C^a >'ïw 1») voor plaatsingen a contant. Geiiiu6t%'ercf Zondagsblad, 'voor Haarlem i i ",0%* Re(!actie en Administratie: Groote Houtstraat 53. de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. Buitenlandsch Overzicht De oorlog tusschen Italië enTurkije ltaliS gaat zwarte traepee naar Tripolis zeuilen. Turkije is uog vol moed. 't Gabeuriie bij Tripolis was alleen lactlek. De verdedigingswerken der Dardanellee zijn nu geheel in orde. Een verdachte braad te Konstantinopel In 't Engeiscbe gezant- sebap8gebouw. De Europeesche politiek. 't Marokko-debat in de Fracsche Kamer. Van 't oorlogsveld. Uit Tripolis wordt geseind, dat dc Italianen Tadsjoera bezet hebben, zonder op tegenstand te stuiten. Waar zijn de Turksche cn Arabi- 3cbc verdedigers gebleven'? Berichten uit Benghasi wijzen er op, dat daar EEN BESLISSEND. GEVECHT WORDT VOORBEREID. Beide partijen staan tegenover elkaar en trachten reeds door kleine inlei dende gevechten «cgevens te verkrij gen voor het gevechtsplan. Zondagnacht hebben de Turken al een verwoeden aanval gedaan op een gedeelte der Italiaansche stellingen, maar ze werden met de bajonet terug geworpen. Uit Eritrea wordt een afdeeling van 1000 Askari's naar Tripolis gezonden, die voornamelijk voor verkenningen in het gebergte, voor welke zij zeer. geschikt zijn, gebruikt zullen wor den. DE TURKEN EN ARABIEREN ZIJN NIET ONTMOEDIGD, zoo wordt verzekerd Een Turk, die goed op dc hoogte is, zei tegen een journalistDe Turken hebben de stad Tripolis en dc nabu rige oase tegen de Italianen verde digd, alleen omdat een goeden- in druk gemaakt moest worden op de Arabieren, die eischten, dat de gehate indringers weder in zee gedrongen zouden worden. De goed geschoolde Turksche officieren, leerlingen van den Du'Tschen generaal Von der Golz pasja, wisten zeer goed, dat' deze strijd geen succes zou hebben, maar hadden zi.i de Italianen ongehinderd laten voortrukken tot het gebergte in het binnenland, dan zouden de Tur ken al hun prestige bij de Arabieren verloren hebben. NU ZIJN DE ARABIEREN VUUR EN VLAM VOOR DE TURKEN. Zij zijn nu overtuigd, dat zij beter weerstand kunnen bieden in de w tijn, dan in en om Tripolis. De Ara bieren beschouwen den strijd bij Ain Zara niet als een beslissende neder laag, maar als een niet te vermijden terugtocht, gepaard met een over gang tot een ander oorlogstorrein, waar met andere middelen gestreden moet worden. DE TURKSCHE VERSTERKING DER DARDANELLES De Turken vreezen dus nog steeds een actie der Italiaansche vloot. Van daar hun versterking der Dardanel- len. De troepen-concentraties in de ves tingwerken zijn nu gereed. Er zijn 30.UU0 soldaten, waarbij 12.000 in aai artillerie en 14.000 rnan infanterie. Do verschillende lorlen herbergen 300 tot 3000 man. Het aanr- tal kanonnen is 115, waaronder zes Krupp-kanonnen van 24 c.M. In de Dardanellen is een Turksche vloot bijeengetrokken, bestaande uit 11 schepen. Twaalf oude schepen wor den gereed gehouden, om de Darda- nellen te versperren, zoodra Italié tot den aanval overgaat. Turkije zal al leen gebruik inaKen van contact-mij nen, die door een kabel verbonden zijn met den wal, oni de handels vloot zoo mm mogelijk in gevaar te brengen. Deze mijnen woideu van het land uit tot ontploffing gebracht. De Italianen kunnen dus komen 1 zoo denken de Turken. Maar óf de Italianen zullen komen, is nog zeer de vraag 1 DE ONZIJDIGHEID VAN TUNIS. De Italiaansche pers maakt een te legram uit Tunis openbaar, meiden- de. dat aldaar onder de Italiaansclio kolonie groote opgewondenheid hocrsclH, veroorzaakt door een be richt, dat de door Turkije gekochte liegmachines over de Tunesische grens in Tripolis zijn kunnen binnen komen. Van andere zijde wordt uit Tunis geseind Turksche officieren, die nabij Ga- bes per auto over de grens trachtten té komen, zijn bij Bon Gardane aan gehouden. Zij zuilen naar Frankrijk gezonden en aldaar geïnterneerd worden. DE OORLOG KOST GELD. Een officieuse Italiaansche nota deelt mede, dat binnenkort een be sluit zal worden afgekondigd, wi bij voor den tijd tot 31 December een nieuw buitengewoon crediet van millioen voor de expeditie naar polis zal worden toegestaan. Hoeveel heeft de expeditie nu al gekost EEN VERDACHTE BRAND. Het Engelsche gezantschap te Kon stantinopel is een prooi der vlammen geworden. Men vermoedt, dat J" brand gesticht werd, hoewel tot nu too van de daders geen spoor werd ontdekt. Mén veronderstelt, dat het motief tot deze daad voortspruit redenen van politioken aard, of dat men met een wraakneming te doen1 heeft. De stemming tegen de Engel sche regeering is gedurende de laat ste weken te Konstantinopel zeer ver bitterd. DE EX. SULTAN VAN TURKIJE. Abdoel Hamid is zoo verzekert men in Turksche regeemigsüringen ernstig ziek. W aarom de Turksche regeering dit Staul het wellicht in verband' mét een ander gerucht, dat do ex-Sultan uit Salonika naar Konstantinopel zal worden overgebrachtEn heeft dit gerucht iets té maken met het drei gement der Italianen, Salonika te zullen boinbardeeren Dan zijn de l ui ken wel zeer voorzichtig voor het welzijn van den ex-Sultan. Rusland en PerziS. Een Engelsch journalist te Teheran meldt, dat EEN ERNSTIGE TURKSCH- RUSSÏSCHE CRISIS te wachten schijnt. Er zijn gronden voor de meening, dat T u r k ij e z ij n troepen in Klei n-A mobiliseert. Reeds staan vijf bataljons op do grens. Dc reden? Rusland heeft onlangs te Choi eeu consulaat gevestigd, en daarheen een eonsulaalswacht van 200 man gezon den. Thans staan er reeds S0G man, met tien kanonnen, en er zijn nog troepen op marsch naar Koesjloe en het Oerraia-meer. Dit ismeor dan een consu- laats wacht! Nu meent men in Turkije, dat die Russische bezetting een omsinge, >ng van den Turkschcn westelijken vleu gel beduidt, en dat kan Turkije niet toelaten. Men hoopt nog, dat onder handelingen tot een bevredigende op lossing zullen leiden. Ook uit Konstantinopel komen be richten over de gespannen betrekkin gen tusschen Rusland en Turkije. In Turksche kringen meent men, dut Rusland het legerkorps to Odessa tegen Turkije mobi liseert. De berichten doen duidelijk zien, waar Rusland heen wil. Bij de be sprekingen over dc Dardanellen- quaestie heeft Rusland Turkije com pensaties aangeboden aan d< Turksch-Perzische grens, die evenwel door Turkije zijn afgewezen. Do sa mentrekking van troepen hebben ken nelijk het doel, een pressie te oefenen op Turkije, om 't te dwingen tot wij ziging Van dc politiek, in de quacstie dor zee-engten gevolgd. Dus alweer DE DARDANELLEN-QUAESTIE, maar die toch niet alleen. Uit Kon stantinopel komt namelijk bericht, dut tusschen Turkije en Rusland reeds een soort van overeenkomst over do DaTdaneilen gesloten is. Russische gezant heeft aan de Porte verklaard, dat niet meer gesproken zou worden over de Durduneüen- quaesüe Ivoor hoe lang Rt-d. H.'s D.) en de Turksche regeerhxg heeft terraad, Russische handelsschepen, pok in geval, dat de Dardanellen ge sloten zouden worden, om redenen van, oorlog,, ongehinderd zullen kun nen pa'sseeren. Maar.... 't is Rusland te doen om de Dardanellen to verkrijgen voor zijn oorlogsschepen. Daarom zal het met deze voorloopige scnïkking op den duur toch geen genoegen nemen IN 'T ENGELSCHE LAGERHUIS is óver Pet zié gesproken. De minis ter van Büitenlandsche Zaken aced mededeehiigcn omtrent de jongste geduchtènwisseling met Rusland, waarbij, hij verklaarde, dat het met onmogelijk zon zijn. ue moeilijkheden ter zake van de schadeloosstelling te boven te komen, wanneer de andere cischcn van Rusland in beginsel wor den aangenomen en de Russische re geering zekerheid krijgt, dat er een Perzische regeering is, <iie de speciule belangen van Engeland en Rusland i die deelen van Porzie. die meer i het bijzonder die rijken aangaan, iet zal veronachtzamen. De Marokko-overeenkomst in de Franscbe Kamer besproken. Eindelijk mochten de afgevaardig den v an Frank lijk gistermiddag hun oordeel over 't verdrag met Duitsch- laud zeggen. e afgevaardigde Mun vroeg aan de regeering nadere inlichtingen over.de nieuwe veranderingen, die, nog in" Afrika verwacht worden. Daarna sprak hij over de oude vriend schap tusschen Frankrijk en Enge- lund en zei, dut hij den huidigen toe stand in Europa geen van beide ook nog op de vriendschap van anderen kan rekenen. (Levendige toejuichin gen.) Nog nooit is z. i. detoe- stand zoo dreigend ge weest „Wij zullen óns niet in den val laten lokken en de eene vriend schap opofferen om een andere te winnen." (Toejuichingen.) Dc minister van buitenlandsch© za ken. de Selves, begon aldus „Hoort mij in stilte aan. want i heb ERNSTIGE ZAKEN TE ZEGGEN. Nadat wij ons leedwezen hadden I kennen gegeven, dat Duitschland een schip naar Marokko had gezonden, zijn wij in onderhandelingen getre den. Spanje nam daaraan deel, om dat Engeland oveneens mede moest doen. Wij stelden drie voorwaarden voor de besprekingen dat onze vrienden en bondgenoot©!! op de hoogte zouden worden gehouden, d; aan de mogendheden, die de Akte Algeciras hadden ondorteckönd, kon- ma tuu worden eleven e» dat Duitschland- geen grondbezit in Ma rokko mocht oisclien. Duitschland doolde ons mede, dat dc opemb; meenïög? comjiensaties eisehte en dat het ons protectoraat over Marokko zou erkennen. Van Duitsche zijd© werd gezegd „Gij hebt onderhan deld met Engeland, Italié en Spanjé, wat zult gij met ons doen Dat wij ons voortdurend bleven verzetten te gen de door Duitschland gestelde oschen. blijkt uit den langen duur der onderhandelingen. De Duitsche minister Von Kiderlen Wachter ver klaarde, dat Duitschland bereid was tot -een ruil mei Togo en Kameroen, maar daarvoor Gabon eisclite en den Congo tusschen den Oceaan on de Sangha, waarop wij verklaarden, op dezen grondslag de onderhande lingen niet te kunnen voortzetten. Toen kwam EEN TIJD VAN SPANNING. Men zegt, dat onze vrienden (Enge- land) ons toen tot een conflict tracht ten over te halen. Datis beslist n w a a r. Onze vrienden waren aan onze zij de en bereid ons de hulp.te verleenen. die de omstandigheden noodig zou den maken, maar wij hebben geen enkele maal ophitsende woorden van hen gehoord. De minister betuigde zijn ingeno menheid met het artikel iu liet ver drag, bepalend dat eventueele moei lijkheden omtrent den Congo aan het oordeel van liet Hof Van Arbitrage in Den Haag zulleD worden ondcr- wbrpeii, verklaarde verder, dat de regeering dc levensbelangen van de Franschc bezittingen in Aequatoriaal- Afrika heeft behartigd en er nooit aan heeft gedacht zijn recht van voorkeur op Belgisch Congo op te geven. Het verdrag verleent aan F r a n k r ij k absolute v r ij» h e id i n Marokko. De minister stelde in het licht, dat het noodig was geweest de economi sche vrijheid van Marokko fe waar borgen. zal deze zijn Frankrijk zal zeggen „Wij hebben ons ten koste van groote opofferingen een nieuwe positie in Marokko goschapen, gij kunt deelen in onze voordooien, zoo gij ook onze opofferingen deelt" „Daarbij zullen wij Sparije's waar digheid onaangetast laten.'' (Levendi ge toejuicliingeu.) „Wij denken aldus: „Een groot land als Frankrijk mag geen mis bruik maken van zijn overmacht.'' (Teekenen van verontwaardiging bij de rechterzijde, het centrum cn de uiterste linkerzijde. Het rumoer hield eonlge minuten aan.) De minister ver volgde „Hot zou een laakbare daad zijn, wilden wij dé betrekkingen met Span je anders dan in vriendschappen]ken zin opvatten." (Levendige toejuichin gen). „Het gesloten verdrag bevrijdt do buitenIaiKl6cbe politiek van een bron van voortdurende conflicten. „Frankrijk moet in staat zijn aan do büitenlandsche gebeurtenissen op vredelievende wijze deel fe neincn. Wil wenschen onze taak te vervullen door de banden van vriendschap en bondgenootschap nauwer aan te ha len. Óp die wijze zullen wij het meest handelen in den geest van do minis ters van buitenlandsch© zaken van Engeland en van onzen anderen bondgenoot. (Levendige' toejuichin gen bij de linkerzijde en op verschil lende ban kon.) De minister van koloniën Lebrun zei, dat do regeering Libreville en Midden-Congo, wegens bun rijkdom en de stabiliteit der verkeerswegen heeft willen behouden, do toegang tot Van de buurten der armueue. Op onzen tocht liet adjudant llruyns me 'n paar briefjes zien van rnen- schen, dié do Kerstmand hadden aangevraagd. Later kroeg 'k eeu heel© collectie door te bladeren. Toon heb 'k verlof gevraagd, en gekregen, om or een paar uit te mogen nemen enkele van die episteltjes, meest schots en scheef gekrabbeld op een vuil stukje papier. Het treffendst worden zo weergege ven preciee zooals ze gewhreven xiju. „me vrouw daar wij door ziekte verhindert zijn mondelinst u bare- martig bijt in te roepen daar wij door ziekte verhindert zijn om met het kerstveest nog een klijnig hijt van u goede hijt moogen ont vangen want zuster wij zijn al niet zoo jong mèer en koomc voor werk niet meer in amerking dus moogl ik van u goet hijt nog een weinig ontvangen zouw ik u dank baar zijn mijn ader is... bij het brugeje". En dan deze: kopt ij n of wij als ublieft weer hij u in do gunst mogen slaan als an dere jaren wij zijn 2 oude vrou wen een van 73 en de andere van achtenzeventig. De wedew... en de wd Nog een heel verhaal: Aan de WelEdele. M, M wij Heben een vriendelijk verzoek aan Uwe of wij alsie- blijt woeder in dc gunst mooge wcese van u kersgaaven mooge geniete gaarn hat ik zelf naar u too gekomo maar daar ik zoo lij den ben van toevale en ver leede week weer 2 daage achter elkaar dan ben ik niet in staat de deur uit te gaan en kan ik niet staan of druk. heben dan mij rustig laat© liggen wij heben 5 kinder mijn man is (volgt hier beroep Red 55 jaar oud en ik 50 jaar ik ben lialv lam van zeeniwe beroer ten getrofv in de goede afwach- tig vau liet leger die zig noemt... Van onze verdere bezoe- k e n. In drie uur tijds hebben adjudant Bruyus en ondergeteekende een twin tig bezoeken aan woningen der ar men gebracht. In 't vorig artikeltje heb ik iels van een viertal dier bezoe ken verteld 't zou te lang worden ook al de overige te gaan verhalen. Maar oenigen toch wel! 'k Wil dan eerst vertellen hoe de adjudant mij meenam naar oen uiterlijk tainelijk- welgesteldc buurt. Dit bezoek naar aanleiding van 't volgend briefje, hanepooterig geschreven op een oud vodje papier: „ik verzoek u vriendelijk of ik ook in de Gunst mag wez© van het Keisgeschenk daai' ik door mijn ouderdom ontslagen ben van mijn werk daar ik niet meer wer- ke kan want ilc ben 80 jaar en mijn vrouw is 88 jaar ik verzoek u vriendelijk om de Gunst. In hun klein, sober, maar proper woninkje hebben we met de twee ouf? menschen zitten praten. Ze liebben net hun gort op, van de bedeeling, ©n de man getuigt op de vraag van den adjudant dat „zooies best kan sma- ko". Dan 't verhaal. Als de huishuur d'r af is houden ze zoowut 50 cent voor een weidt over... Voor een week'! En dan geven de buren nog wel 'es wat. „Maar we woue graag in de gunst wez©". 'k Zie aan 't gezicht van den adju dant dat dc kans hier best staat. Er. 't wordt niet minder als, nauwelijks buiten de deur, een dikke bedrijvige buurvrouw op ons komt afstevenen en vertelt: .dat die daar al zes-en- vijftig jaar ben.no getrouwd, dat ze kinders liebbo die 't goed liebbe maar die 'ei' niks an wille doen. niks... Ja, is 't veen schande?" ijvert de juffrouw. Van 't oude paai-, dat heel niet klaagde over z'n lot, weten we al wel genoeg... Gezoek in een morsig slop, naar oudên man X. Tereohtgoholpen door 'n zeer opgewekt jongmensch van naar schatting drie jaar. mat een lang morsschort voor. Desondanks is zijn algeheele reiniging 'n dringende cisch. Hij brengt ons naar 'n inwen dig zwartbcrookt, stalachtig verblijf, dat bij nauwkeurige beschouwing een soort kruidenierswinkel blijkt te zijn, met 'n armoedig uitstal linkje van glazen flesschen, bakjes enzoovoorts. Dc verscheidenheid van w^ren is mi nimaal. We worden ontvangen door de doch ter, di© „d>en winkel houdt". Vader en moeder wonen boven op zo-lder die zijn de aanvragers van d© Kerst mand. Dus naar boven! En er volgt een klimpartij langs een gevaarlijke, laddcrachtig steile trap. Boven ko men we op een vrij grooten zolder, in tweeën gedeeld door den zwart- vuilen schoorster^! en eeil béSOhót. 't Eene gedeelte bergt niets, in 't an dere wonen de oude menschen. De vrouw is thuis. Oud moedertje. 68 jaar, zit huiverend aan een klein wankel tafeltje, met. cm stuk be hangselpapier als „tafelkleed" erop. Een paar stukjes beschadigd aarde werk hooien tot 't beste van rleu in ventaris vau dit verblijf. Lappen kar pet van verschillende kleur en groot te, met gaten en rafels, bedekken den vloer zoo goed als 't gaat. Een ijzeren ledikant van misschien 'u meter- breed, waaruit éen oude deken hangt, blijkt de slaapplaats van man en vrouw te zijn. De oudo vrouw klaagt dat ze zich zwak voelt en niet gezond. D'r man, di© werkt, verdient niet veel en de dochter is pas in „de zaait", die bij na verloopen is zoodat ze 'r ook niet veel in heeft. Ja, en ze wordt bbdoeld van de kerk met een tarwebroodje, een roggebroodje en... een dubbeltje! ,,'n Dubbeltje?" vraagt de adjudant verbaasd. „Ja, 't is niet veel hé, maar wc hè 't altijd gehad en we woue niet vrage om meer... Of er al iemand van 't Leger was geweest? „Ja, twee dames, maar me man had net 'n flcssie bier op ta fel". „Bier?" Do adjudant kijkt be denkelijk. „Ja, maar hij mot wel 'es wat drinken, want bij werkt bij de schuitc en as-ie nou niet met de an dere me© wil doen dan geve z© 'em geen werk. |a Twas toch maar bier''. Voor we van de steile ladder omlaag klauteren zie 'k nog een oude gravure aan den muur hangen. 't ls een oud ding, en de voorstel ling is zwartig van t vuil dat ook de lijst bedekt. Maar zoon beetje kou men er wel een chaos van gevallen inenschenlichamen en paarden uit op maken. En 't opschrift van het duig luidt: j,Evening after the battle'". EvenLrtg after the battle! Die avond viel ook hier, hier bij "t oude, klagende, moede vrouwtje. En wélk een avond, na wie weet wélk een levensstrijd Dan 'n geval van „stille armoede". Net wopjnkie ia 'n betrekke!ij:'. nieuwe straat. Nette gordijntjes voor d© rameu van "t voorkamertje. Hei lijkt zoo van buiten heel wat. Maar binnen weer 't verhaal van de misère. De vrouw is met vier kinde ren thuis, twee anderen zijn op school. Man is er op uit, om den doktor te halen. Want zo is ziek, de vrouw, dio den Heilsloger-inan nu met malt© stem haar klaagliederen doet hooncn. ',,'k 'Sla te trillo op me beene, ad- judaut," zegt ze. ,,'k Ben.haast gcon mensch om op de vloer te weze...' Maar ze is toch, als proper© huis moeder, begonnen met verontschuldi gingen te maken over den rommel waarin we komen, 'n rommel: „omdat ze de boel nog niet het kenne reddere, en "t is druk met de kinders, en z© is ziek..." Adjudant Bruyns is een man met veel tact. Nietwaar, dat is ook een der allereerst© eigenschappen die men voor dit werk moet bézitten. En 'k heb 't al teilkens opgemerkt, hoe hij .oTuividdellijk den juisten toon te gen do menschen weet aan te slaan, hen met 'n paar vriendelijk© wóórden opwekt, zoodat z© meteen vertrou welijk zijn_en dadelijk, openhartig, vertellen hoe 't staat in huis. Nu ook weer. Even maakt hij een- vriend©] ijk- belangstellendo opmerking ©ver de sluimerende tweelingen daar in de wieg en meteen heeft hij.de vrouw opgevroolijbt, die uu in haar moe dertrots gaat uitweiden over de kin deren. Over haar man ook, d:è wal-ie neg verdient trouw aan haar' brengt. „Geen druppel drank, adjudant, duur ben 'k sicqur van. En niet vijf cente. gane er bij 'm van af." 't Is er nu al liéél arm, daa,r in huis.. .Geen geld is ©r zelfs om. meilk te koopen voor de kleintjes, die zoo'n honger hebben Niets. Als we weggaan legt do adjudant twee kwartjes up tafel. En de vrouw, dankbaar, doet ons uitgeleide. 't Volgend bezoek is in 'n opgewek ter entourage, 'n Gezin van gezond- blozend© menschen moeder en acht kinderen. De jongste is één jaar. Va der verdient evenveel guldeus per week als hij spruiten heeft, en .zc heb ben in veertien dagen lieoleinaal niets andere dan brood gehad. „Maar du's nou niet 't ergslo", verklaart de vrouw optimistisch. 't Potje staat te vuur, 't sist er in gezellig, en de kinderen kijken er in gespannen aandacht naar. ,,En wat- ben je daar wel aaii het klaarmaken, moedér?", vraagt de adjudant. ,,0, dut benne voor n dubbeltje, kantjes", antwoordt ze opgewekt. Dat is 't „diner voor het gezin: „een dubbeltje kantjes 't Afscheid van t opgewekto huis gezin is al even opgewekt. Weer 'n oud paartje. Man 71, vrouw 81 jaar. Ze zijn... pas getrouwd. Geid is er weinig of niet, wèl tevredenheid. „Me neer," zegt- de oude man met zekere plechtigheid, „we leve tevreje, en dat 's 't grootst© wat 'n mensch geniet© kan." Zoo knusjes zitten z© daar samen in een laag, vreemd gevórmd-kamer tje, overal heel propertjes. „Net een trekschuit hier, hè?" lacht de vrouw. „Ja, dat hebbc we ook al 'es tege me kaar gezeit daar hè-we nog wel 'es ingezeie. En d^t was een aard»g bezoek bij de typische oude-jonggetrouwden. Die, ondanks hun opgewekte levens beschouwing, 't toch ook. heel, heel moeilijk moeten hebben. Tot zoover 't geen ik vertellen wild© van mijn tocht door de armoc-buur- ten met den adjudant van 't Leger, welks schoonen arbeid ik eens van nabij heb mogen aanschouwen, om er van terug te kéeren met een ster ken indruk van het groote en goede werk, dat hier wordt verricht. 't Leger heeft dezer dagen een piaat- met-tekst verspreid. Met 'n kort maar krachtig opwekkend woord tot hen, die tot steunen doör maatschappelij- ken toestund in staat zijn. Laat ik dan als slot van dit stukje aan dio' circulaire van t Leger het volgende ontleenen en dat aanbevelen aan dén lezer die steunen kan en (na tuurlijk) ook wil: ...Vandaar dat we bij u aan kloppen om een gave. U zult ons die niet weigeren. Bij do gedach te aan lallooz© gezinnen die eiken dag «eer in groote zorgen zitten, aan de kleine kinderen voor wie moedór soms geen brood heeft, aan do grootere die veel lusten maar weinig krijgen, aan de ou ders die dikwijls geen uitkomst weten opent men gaarno zijn beurs om hen mild te bedenken. Wij sl©H©n ons voor e©u 600-tal Kerstmanden uit te reiken, en ook nog op andere wijze, waar de nood daartoo dringt, hulp t© ver leenen. sieun onzen moeilijken arbeid! Ja, doe dull ROB P.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5