NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
t
29© Jaargang. No. 3739
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
VRIJDAG 15 DECEMBER 1911 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTBNTIËN:
per drie maanden: eMIL ^an 1—5 re8els 50 ^ts-ï iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem1.20 3 Haarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer 0.20. Reclames 30 Cent per regel.
oor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)1-30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door Nederland1-65 (fc, w*— -W^T-C^a >'ïw 1») voor plaatsingen a contant.
Geiiiu6t%'ercf Zondagsblad, 'voor Haarlem i i ",0%* Re(!actie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
Buitenlandsch Overzicht
De oorlog tusschen Italië enTurkije
ltaliS gaat zwarte traepee naar Tripolis zeuilen.
Turkije is uog vol moed. 't Gabeuriie bij Tripolis was alleen
lactlek. De verdedigingswerken der Dardanellee zijn nu
geheel in orde.
Een verdachte braad te Konstantinopel In 't Engeiscbe gezant-
sebap8gebouw.
De Europeesche politiek.
't Marokko-debat in de Fracsche Kamer.
Van 't oorlogsveld.
Uit Tripolis wordt geseind, dat dc
Italianen Tadsjoera bezet hebben,
zonder op tegenstand te stuiten.
Waar zijn de Turksche cn Arabi-
3cbc verdedigers gebleven'?
Berichten uit Benghasi wijzen er
op, dat daar
EEN BESLISSEND. GEVECHT
WORDT VOORBEREID.
Beide partijen staan tegenover elkaar
en trachten reeds door kleine inlei
dende gevechten «cgevens te verkrij
gen voor het gevechtsplan.
Zondagnacht hebben de Turken al
een verwoeden aanval gedaan op een
gedeelte der Italiaansche stellingen,
maar ze werden met de bajonet terug
geworpen.
Uit Eritrea wordt een afdeeling van
1000 Askari's naar Tripolis gezonden,
die voornamelijk voor verkenningen
in het gebergte, voor welke zij zeer.
geschikt zijn, gebruikt zullen wor
den.
DE TURKEN EN ARABIEREN ZIJN
NIET ONTMOEDIGD,
zoo wordt verzekerd
Een Turk, die goed op dc hoogte is,
zei tegen een journalistDe Turken
hebben de stad Tripolis en dc nabu
rige oase tegen de Italianen verde
digd, alleen omdat een goeden- in
druk gemaakt moest worden op de
Arabieren, die eischten, dat de gehate
indringers weder in zee gedrongen
zouden worden. De goed geschoolde
Turksche officieren, leerlingen van
den Du'Tschen generaal Von der Golz
pasja, wisten zeer goed, dat' deze
strijd geen succes zou hebben, maar
hadden zi.i de Italianen ongehinderd
laten voortrukken tot het gebergte in
het binnenland, dan zouden de Tur
ken al hun prestige bij de Arabieren
verloren hebben.
NU ZIJN DE ARABIEREN VUUR
EN VLAM VOOR DE TURKEN.
Zij zijn nu overtuigd, dat zij beter
weerstand kunnen bieden in de w
tijn, dan in en om Tripolis. De Ara
bieren beschouwen den strijd bij Ain
Zara niet als een beslissende neder
laag, maar als een niet te vermijden
terugtocht, gepaard met een over
gang tot een ander oorlogstorrein,
waar met andere middelen gestreden
moet worden.
DE TURKSCHE VERSTERKING
DER DARDANELLES
De Turken vreezen dus nog steeds
een actie der Italiaansche vloot. Van
daar hun versterking der Dardanel-
len.
De troepen-concentraties in de ves
tingwerken zijn nu gereed.
Er zijn 30.UU0 soldaten, waarbij
12.000 in aai artillerie en 14.000 rnan
infanterie. Do verschillende lorlen
herbergen 300 tot 3000 man. Het aanr-
tal kanonnen is 115, waaronder zes
Krupp-kanonnen van 24 c.M. In de
Dardanellen is een Turksche vloot
bijeengetrokken, bestaande uit 11
schepen. Twaalf oude schepen wor
den gereed gehouden, om de Darda-
nellen te versperren, zoodra Italié tot
den aanval overgaat. Turkije zal al
leen gebruik inaKen van contact-mij
nen, die door een kabel verbonden
zijn met den wal, oni de handels
vloot zoo mm mogelijk in gevaar te
brengen. Deze mijnen woideu van
het land uit tot ontploffing gebracht.
De Italianen kunnen dus komen 1
zoo denken de Turken.
Maar óf de Italianen zullen komen,
is nog zeer de vraag 1
DE ONZIJDIGHEID VAN TUNIS.
De Italiaansche pers maakt een te
legram uit Tunis openbaar, meiden-
de. dat aldaar onder de Italiaansclio
kolonie groote opgewondenheid
hocrsclH, veroorzaakt door een be
richt, dat de door Turkije gekochte
liegmachines over de Tunesische
grens in Tripolis zijn kunnen binnen
komen.
Van andere zijde wordt uit Tunis
geseind
Turksche officieren, die nabij Ga-
bes per auto over de grens trachtten
té komen, zijn bij Bon Gardane aan
gehouden. Zij zuilen naar Frankrijk
gezonden en aldaar geïnterneerd
worden.
DE OORLOG KOST GELD.
Een officieuse Italiaansche nota
deelt mede, dat binnenkort een be
sluit zal worden afgekondigd, wi
bij voor den tijd tot 31 December een
nieuw buitengewoon crediet van
millioen voor de expeditie naar
polis zal worden toegestaan.
Hoeveel heeft de expeditie nu al
gekost
EEN VERDACHTE BRAND.
Het Engelsche gezantschap te Kon
stantinopel is een prooi der vlammen
geworden. Men vermoedt, dat J"
brand gesticht werd, hoewel tot nu
too van de daders geen spoor werd
ontdekt. Mén veronderstelt, dat het
motief tot deze daad voortspruit
redenen van politioken aard, of dat
men met een wraakneming te doen1
heeft. De stemming tegen de Engel
sche regeering is gedurende de laat
ste weken te Konstantinopel zeer ver
bitterd.
DE EX. SULTAN VAN TURKIJE.
Abdoel Hamid is zoo verzekert
men in Turksche regeemigsüringen
ernstig ziek.
W aarom de Turksche regeering dit
Staul het wellicht in verband' mét
een ander gerucht, dat do ex-Sultan
uit Salonika naar Konstantinopel zal
worden overgebrachtEn heeft dit
gerucht iets té maken met het drei
gement der Italianen, Salonika te
zullen boinbardeeren Dan zijn de
l ui ken wel zeer voorzichtig voor het
welzijn van den ex-Sultan.
Rusland en PerziS.
Een Engelsch journalist te Teheran
meldt, dat
EEN ERNSTIGE TURKSCH-
RUSSÏSCHE CRISIS
te wachten schijnt. Er zijn gronden
voor de meening, dat T u r k ij e
z ij n troepen in Klei n-A
mobiliseert. Reeds staan vijf
bataljons op do grens.
Dc reden?
Rusland heeft onlangs te Choi eeu
consulaat gevestigd, en daarheen een
eonsulaalswacht van 200 man gezon
den. Thans staan er reeds S0G man,
met tien kanonnen, en er zijn nog
troepen op marsch naar Koesjloe en
het Oerraia-meer.
Dit ismeor dan een consu-
laats wacht!
Nu meent men in Turkije, dat die
Russische bezetting een omsinge, >ng
van den Turkschcn westelijken vleu
gel beduidt, en dat kan Turkije niet
toelaten. Men hoopt nog, dat onder
handelingen tot een bevredigende op
lossing zullen leiden.
Ook uit Konstantinopel komen be
richten over de gespannen betrekkin
gen tusschen Rusland en Turkije. In
Turksche kringen meent men, dut
Rusland het legerkorps to
Odessa tegen Turkije mobi
liseert.
De berichten doen duidelijk zien,
waar Rusland heen wil. Bij de be
sprekingen over dc Dardanellen-
quaestie heeft Rusland Turkije com
pensaties aangeboden aan d<
Turksch-Perzische grens, die evenwel
door Turkije zijn afgewezen. Do sa
mentrekking van troepen hebben ken
nelijk het doel, een pressie te oefenen
op Turkije, om 't te dwingen tot wij
ziging Van dc politiek, in de quacstie
dor zee-engten gevolgd.
Dus alweer
DE DARDANELLEN-QUAESTIE,
maar die toch niet alleen. Uit Kon
stantinopel komt namelijk bericht,
dut tusschen Turkije en Rusland
reeds een soort van overeenkomst
over do DaTdaneilen gesloten is.
Russische gezant heeft aan de Porte
verklaard, dat niet meer gesproken
zou worden over de Durduneüen-
quaesüe Ivoor hoe lang Rt-d. H.'s
D.) en de Turksche regeerhxg heeft
terraad, Russische handelsschepen,
pok in geval, dat de Dardanellen ge
sloten zouden worden, om redenen
van, oorlog,, ongehinderd zullen kun
nen pa'sseeren.
Maar.... 't is Rusland te doen om de
Dardanellen to verkrijgen voor zijn
oorlogsschepen. Daarom zal het met
deze voorloopige scnïkking op den
duur toch geen genoegen nemen
IN 'T ENGELSCHE LAGERHUIS
is óver Pet zié gesproken. De minis
ter van Büitenlandsche Zaken aced
mededeehiigcn omtrent de jongste
geduchtènwisseling met Rusland,
waarbij, hij verklaarde, dat het met
onmogelijk zon zijn. ue moeilijkheden
ter zake van de schadeloosstelling te
boven te komen, wanneer de andere
cischcn van Rusland in beginsel wor
den aangenomen en de Russische re
geering zekerheid krijgt, dat er een
Perzische regeering is, <iie de speciule
belangen van Engeland en Rusland
i die deelen van Porzie. die meer
i het bijzonder die rijken aangaan,
iet zal veronachtzamen.
De Marokko-overeenkomst in de
Franscbe Kamer besproken.
Eindelijk mochten de afgevaardig
den v an Frank lijk gistermiddag hun
oordeel over 't verdrag met Duitsch-
laud zeggen.
e afgevaardigde Mun vroeg aan
de regeering nadere inlichtingen
over.de nieuwe veranderingen, die,
nog in" Afrika verwacht worden.
Daarna sprak hij over de oude vriend
schap tusschen Frankrijk en Enge-
lund en zei, dut hij den huidigen toe
stand in Europa geen van beide ook
nog op de vriendschap van anderen
kan rekenen. (Levendige toejuichin
gen.) Nog nooit is z. i. detoe-
stand zoo dreigend ge
weest „Wij zullen óns niet in den
val laten lokken en de eene vriend
schap opofferen om een andere te
winnen." (Toejuichingen.)
Dc minister van buitenlandsch© za
ken. de Selves, begon aldus
„Hoort mij in stilte aan. want i
heb
ERNSTIGE ZAKEN TE ZEGGEN.
Nadat wij ons leedwezen hadden I
kennen gegeven, dat Duitschland een
schip naar Marokko had gezonden,
zijn wij in onderhandelingen getre
den. Spanje nam daaraan deel, om
dat Engeland oveneens mede moest
doen. Wij stelden drie voorwaarden
voor de besprekingen dat onze
vrienden en bondgenoot©!! op de
hoogte zouden worden gehouden, d;
aan de mogendheden, die de Akte
Algeciras hadden ondorteckönd, kon-
ma tuu worden eleven e» dat
Duitschland- geen grondbezit in Ma
rokko mocht oisclien. Duitschland
doolde ons mede, dat dc opemb;
meenïög? comjiensaties eisehte en dat
het ons protectoraat over Marokko
zou erkennen. Van Duitsche zijd©
werd gezegd „Gij hebt onderhan
deld met Engeland, Italié en Spanjé,
wat zult gij met ons doen Dat wij
ons voortdurend bleven verzetten te
gen de door Duitschland gestelde
oschen. blijkt uit den langen duur
der onderhandelingen. De Duitsche
minister Von Kiderlen Wachter ver
klaarde, dat Duitschland bereid was
tot -een ruil mei Togo en Kameroen,
maar daarvoor Gabon eisclite en
den Congo tusschen den Oceaan on
de Sangha, waarop wij verklaarden,
op dezen grondslag de onderhande
lingen niet te kunnen voortzetten.
Toen kwam
EEN TIJD VAN SPANNING.
Men zegt, dat onze vrienden (Enge-
land) ons toen tot een conflict tracht
ten over te halen. Datis beslist
n w a a r.
Onze vrienden waren aan onze zij
de en bereid ons de hulp.te verleenen.
die de omstandigheden noodig zou
den maken, maar wij hebben geen
enkele maal ophitsende woorden van
hen gehoord.
De minister betuigde zijn ingeno
menheid met het artikel iu liet ver
drag, bepalend dat eventueele moei
lijkheden omtrent den Congo aan het
oordeel van liet Hof Van Arbitrage
in Den Haag zulleD worden ondcr-
wbrpeii, verklaarde verder, dat de
regeering dc levensbelangen van de
Franschc bezittingen in Aequatoriaal-
Afrika heeft behartigd en er nooit aan
heeft gedacht zijn recht van voorkeur
op Belgisch Congo op te geven.
Het verdrag verleent aan
F r a n k r ij k absolute v r ij»
h e id i n Marokko.
De minister stelde in het licht, dat
het noodig was geweest de economi
sche vrijheid van Marokko fe waar
borgen.
zal deze zijn Frankrijk zal zeggen
„Wij hebben ons ten koste van groote
opofferingen een nieuwe positie in
Marokko goschapen, gij kunt deelen
in onze voordooien, zoo gij ook onze
opofferingen deelt"
„Daarbij zullen wij Sparije's waar
digheid onaangetast laten.'' (Levendi
ge toejuicliingeu.)
„Wij denken aldus: „Een groot
land als Frankrijk mag geen mis
bruik maken van zijn overmacht.''
(Teekenen van verontwaardiging bij
de rechterzijde, het centrum cn de
uiterste linkerzijde. Het rumoer hield
eonlge minuten aan.) De minister ver
volgde
„Hot zou een laakbare daad zijn,
wilden wij dé betrekkingen met Span
je anders dan in vriendschappen]ken
zin opvatten." (Levendige toejuichin
gen).
„Het gesloten verdrag bevrijdt do
buitenIaiKl6cbe politiek van een bron
van voortdurende conflicten.
„Frankrijk moet in staat zijn aan
do büitenlandsche gebeurtenissen op
vredelievende wijze deel fe neincn.
Wil wenschen onze taak te vervullen
door de banden van vriendschap en
bondgenootschap nauwer aan te ha
len. Óp die wijze zullen wij het meest
handelen in den geest van do minis
ters van buitenlandsch© zaken van
Engeland en van onzen anderen
bondgenoot. (Levendige' toejuichin
gen bij de linkerzijde en op verschil
lende ban kon.)
De minister van koloniën Lebrun
zei, dat do regeering Libreville en
Midden-Congo, wegens bun rijkdom
en de stabiliteit der verkeerswegen
heeft willen behouden, do toegang tot
Van de buurten der
armueue.
Op onzen tocht liet adjudant llruyns
me 'n paar briefjes zien van rnen-
schen, dié do Kerstmand hadden
aangevraagd. Later kroeg 'k eeu
heel© collectie door te bladeren. Toon
heb 'k verlof gevraagd, en gekregen,
om or een paar uit te mogen nemen
enkele van die episteltjes, meest
schots en scheef gekrabbeld op een
vuil stukje papier.
Het treffendst worden zo weergege
ven preciee zooals ze gewhreven xiju.
„me vrouw daar wij door ziekte
verhindert zijn mondelinst u bare-
martig bijt in te roepen daar wij
door ziekte verhindert zijn om
met het kerstveest nog een klijnig
hijt van u goede hijt moogen ont
vangen want zuster wij zijn al
niet zoo jong mèer en koomc voor
werk niet meer in amerking dus
moogl ik van u goet hijt nog een
weinig ontvangen zouw ik u dank
baar zijn mijn ader is... bij het
brugeje".
En dan deze:
kopt ij n of wij als ublieft weer hij
u in do gunst mogen slaan als an
dere jaren wij zijn 2 oude vrou
wen een van 73 en de andere van
achtenzeventig. De wedew... en
de wd
Nog een heel verhaal:
Aan de WelEdele.
M, M wij Heben een vriendelijk
verzoek aan Uwe of wij alsie-
blijt woeder in dc gunst mooge
wcese van u kersgaaven mooge
geniete gaarn hat ik zelf naar u
too gekomo maar daar ik zoo lij
den ben van toevale en ver leede
week weer 2 daage achter elkaar
dan ben ik niet in staat de deur
uit te gaan en kan ik niet staan
of druk. heben dan mij rustig
laat© liggen wij heben 5 kinder
mijn man is (volgt hier beroep
Red 55 jaar oud en ik 50 jaar ik
ben lialv lam van zeeniwe beroer
ten getrofv in de goede afwach-
tig vau liet leger die zig noemt...
Van onze verdere bezoe-
k e n.
In drie uur tijds hebben adjudant
Bruyus en ondergeteekende een twin
tig bezoeken aan woningen der ar
men gebracht. In 't vorig artikeltje
heb ik iels van een viertal dier bezoe
ken verteld 't zou te lang worden
ook al de overige te gaan verhalen.
Maar oenigen toch wel! 'k Wil dan
eerst vertellen hoe de adjudant mij
meenam naar oen uiterlijk tainelijk-
welgesteldc buurt. Dit bezoek naar
aanleiding van 't volgend briefje,
hanepooterig geschreven op een oud
vodje papier:
„ik verzoek u vriendelijk of ik
ook in de Gunst mag wez© van
het Keisgeschenk daai' ik door
mijn ouderdom ontslagen ben van
mijn werk daar ik niet meer wer-
ke kan want ilc ben 80 jaar en
mijn vrouw is 88 jaar ik verzoek
u vriendelijk om de Gunst.
In hun klein, sober, maar proper
woninkje hebben we met de twee ouf?
menschen zitten praten. Ze liebben
net hun gort op, van de bedeeling, ©n
de man getuigt op de vraag van den
adjudant dat „zooies best kan sma-
ko". Dan 't verhaal. Als de huishuur
d'r af is houden ze zoowut 50 cent
voor een weidt over... Voor een week'!
En dan geven de buren nog wel 'es
wat. „Maar we woue graag in de
gunst wez©".
'k Zie aan 't gezicht van den adju
dant dat dc kans hier best staat. Er.
't wordt niet minder als, nauwelijks
buiten de deur, een dikke bedrijvige
buurvrouw op ons komt afstevenen
en vertelt: .dat die daar al zes-en-
vijftig jaar ben.no getrouwd, dat ze
kinders liebbo die 't goed liebbe maar
die 'ei' niks an wille doen. niks... Ja,
is 't veen schande?" ijvert de juffrouw.
Van 't oude paai-, dat heel niet
klaagde over z'n lot, weten we al wel
genoeg...
Gezoek in een morsig slop, naar
oudên man X. Tereohtgoholpen door
'n zeer opgewekt jongmensch van
naar schatting drie jaar. mat een
lang morsschort voor. Desondanks is
zijn algeheele reiniging 'n dringende
cisch. Hij brengt ons naar 'n inwen
dig zwartbcrookt, stalachtig verblijf,
dat bij nauwkeurige beschouwing een
soort kruidenierswinkel blijkt te zijn,
met 'n armoedig uitstal linkje van
glazen flesschen, bakjes enzoovoorts.
Dc verscheidenheid van w^ren is mi
nimaal.
We worden ontvangen door de doch
ter, di© „d>en winkel houdt". Vader
en moeder wonen boven op zo-lder
die zijn de aanvragers van d© Kerst
mand. Dus naar boven! En er volgt
een klimpartij langs een gevaarlijke,
laddcrachtig steile trap. Boven ko
men we op een vrij grooten zolder,
in tweeën gedeeld door den zwart-
vuilen schoorster^! en eeil béSOhót.
't Eene gedeelte bergt niets, in 't an
dere wonen de oude menschen.
De vrouw is thuis. Oud moedertje.
68 jaar, zit huiverend aan een klein
wankel tafeltje, met. cm stuk be
hangselpapier als „tafelkleed" erop.
Een paar stukjes beschadigd aarde
werk hooien tot 't beste van rleu in
ventaris vau dit verblijf. Lappen kar
pet van verschillende kleur en groot
te, met gaten en rafels, bedekken den
vloer zoo goed als 't gaat. Een ijzeren
ledikant van misschien 'u meter-
breed, waaruit éen oude deken hangt,
blijkt de slaapplaats van man en
vrouw te zijn.
De oudo vrouw klaagt dat ze zich
zwak voelt en niet gezond. D'r man,
di© werkt, verdient niet veel en de
dochter is pas in „de zaait", die bij
na verloopen is zoodat ze 'r ook niet
veel in heeft. Ja, en ze wordt bbdoeld
van de kerk met een tarwebroodje,
een roggebroodje en... een dubbeltje!
,,'n Dubbeltje?" vraagt de adjudant
verbaasd. „Ja, 't is niet veel hé,
maar wc hè 't altijd gehad en we
woue niet vrage om meer...
Of er al iemand van 't Leger was
geweest? „Ja, twee dames, maar me
man had net 'n flcssie bier op ta
fel". „Bier?" Do adjudant kijkt be
denkelijk. „Ja, maar hij mot wel 'es
wat drinken, want bij werkt bij de
schuitc en as-ie nou niet met de an
dere me© wil doen dan geve z© 'em
geen werk. |a Twas toch maar bier''.
Voor we van de steile ladder
omlaag klauteren zie 'k nog een oude
gravure aan den muur hangen.
't ls een oud ding, en de voorstel
ling is zwartig van t vuil dat ook de
lijst bedekt. Maar zoon beetje kou
men er wel een chaos van gevallen
inenschenlichamen en paarden uit op
maken. En 't opschrift van het duig
luidt: j,Evening after the battle'".
EvenLrtg after the battle!
Die avond viel ook hier, hier bij
"t oude, klagende, moede vrouwtje.
En wélk een avond, na wie weet
wélk een levensstrijd
Dan 'n geval van „stille armoede".
Net wopjnkie ia 'n betrekke!ij:'.
nieuwe straat. Nette gordijntjes voor
d© rameu van "t voorkamertje. Hei
lijkt zoo van buiten heel wat. Maar
binnen weer 't verhaal van de
misère. De vrouw is met vier kinde
ren thuis, twee anderen zijn op school.
Man is er op uit, om den doktor te
halen. Want zo is ziek, de vrouw, dio
den Heilsloger-inan nu met malt©
stem haar klaagliederen doet hooncn.
',,'k 'Sla te trillo op me beene, ad-
judaut," zegt ze. ,,'k Ben.haast gcon
mensch om op de vloer te weze...'
Maar ze is toch, als proper© huis
moeder, begonnen met verontschuldi
gingen te maken over den rommel
waarin we komen, 'n rommel: „omdat
ze de boel nog niet het kenne reddere,
en "t is druk met de kinders, en z©
is ziek..."
Adjudant Bruyns is een man met
veel tact. Nietwaar, dat is ook een
der allereerst© eigenschappen die
men voor dit werk moet bézitten. En
'k heb 't al teilkens opgemerkt, hoe
hij .oTuividdellijk den juisten toon te
gen do menschen weet aan te slaan,
hen met 'n paar vriendelijk© wóórden
opwekt, zoodat z© meteen vertrou
welijk zijn_en dadelijk, openhartig,
vertellen hoe 't staat in huis. Nu ook
weer. Even maakt hij een- vriend©] ijk-
belangstellendo opmerking ©ver de
sluimerende tweelingen daar in de
wieg en meteen heeft hij.de vrouw
opgevroolijbt, die uu in haar moe
dertrots gaat uitweiden over de kin
deren. Over haar man ook, d:è wal-ie
neg verdient trouw aan haar' brengt.
„Geen druppel drank, adjudant, duur
ben 'k sicqur van. En niet vijf cente.
gane er bij 'm van af."
't Is er nu al liéél arm, daa,r in
huis.. .Geen geld is ©r zelfs om. meilk te
koopen voor de kleintjes, die zoo'n
honger hebben Niets.
Als we weggaan legt do adjudant
twee kwartjes up tafel. En de vrouw,
dankbaar, doet ons uitgeleide.
't Volgend bezoek is in 'n opgewek
ter entourage, 'n Gezin van gezond-
blozend© menschen moeder en acht
kinderen. De jongste is één jaar. Va
der verdient evenveel guldeus per
week als hij spruiten heeft, en .zc heb
ben in veertien dagen lieoleinaal niets
andere dan brood gehad. „Maar du's
nou niet 't ergslo", verklaart de
vrouw optimistisch.
't Potje staat te vuur, 't sist er in
gezellig, en de kinderen kijken er in
gespannen aandacht naar. ,,En wat-
ben je daar wel aaii het klaarmaken,
moedér?", vraagt de adjudant.
,,0, dut benne voor n dubbeltje,
kantjes", antwoordt ze opgewekt.
Dat is 't „diner voor het gezin: „een
dubbeltje kantjes
't Afscheid van t opgewekto huis
gezin is al even opgewekt.
Weer 'n oud paartje. Man 71, vrouw
81 jaar.
Ze zijn... pas getrouwd. Geid is er
weinig of niet, wèl tevredenheid. „Me
neer," zegt- de oude man met zekere
plechtigheid, „we leve tevreje, en dat
's 't grootst© wat 'n mensch geniet©
kan."
Zoo knusjes zitten z© daar samen
in een laag, vreemd gevórmd-kamer
tje, overal heel propertjes. „Net een
trekschuit hier, hè?" lacht de vrouw.
„Ja, dat hebbc we ook al 'es tege me
kaar gezeit daar hè-we nog wel 'es
ingezeie.
En d^t was een aard»g bezoek bij
de typische oude-jonggetrouwden.
Die, ondanks hun opgewekte levens
beschouwing, 't toch ook. heel, heel
moeilijk moeten hebben.
Tot zoover 't geen ik vertellen wild©
van mijn tocht door de armoc-buur-
ten met den adjudant van 't Leger,
welks schoonen arbeid ik eens van
nabij heb mogen aanschouwen, om
er van terug te kéeren met een ster
ken indruk van het groote en goede
werk, dat hier wordt verricht.
't Leger heeft dezer dagen een piaat-
met-tekst verspreid. Met 'n kort maar
krachtig opwekkend woord tot hen,
die tot steunen doör maatschappelij-
ken toestund in staat zijn.
Laat ik dan als slot van dit stukje
aan dio' circulaire van t Leger het
volgende ontleenen en dat aanbevelen
aan dén lezer die steunen kan en (na
tuurlijk) ook wil:
...Vandaar dat we bij u aan
kloppen om een gave. U zult ons
die niet weigeren. Bij do gedach
te aan lallooz© gezinnen die eiken
dag «eer in groote zorgen zitten,
aan de kleine kinderen voor wie
moedór soms geen brood heeft,
aan do grootere die veel lusten
maar weinig krijgen, aan de ou
ders die dikwijls geen uitkomst
weten opent men gaarno zijn
beurs om hen mild te bedenken.
Wij sl©H©n ons voor e©u 600-tal
Kerstmanden uit te reiken, en ook
nog op andere wijze, waar de
nood daartoo dringt, hulp t© ver
leenen.
sieun onzen moeilijken arbeid!
Ja, doe dull
ROB P.