HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
ZATLRDAG )6 DECEMBLR 1911
Slaarlemsche
HandeSsvereeniging
(Goedgekeurd bij Kon. Besl. van 12
Nov. 189a.)
De Haarlemsche Handelsvereeni-
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892. heeft in den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls niet groot
succes. Jammer echter, dat uien alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeereu, door als lid der Vereeui-
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten ge
voelen, dat men het werk op prijs
stelt, dat de Uaarleinsche Handels-
vereeniging steeds opneemt, als doen
de, wat hare hand vindt om te doen.
Da voordeelen, die de Vereenigmg
buiten hare bemoeiingen van ver-
scinllaiiden aard, hareu leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van f 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeni-
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling unu te
manen eu mfoiuiaiien voor hen in te
winnen. Boveudien hebben de leden
het recht het hun gratis te verstrek
ken adv.es der Vereemgiug te vragen
die ook ui proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en bet bedrijf der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, doch sLeciits het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 Aprd)
ad f 1.75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
een ging zijn de heereu Mrs. Th. de
Haan llugeuholtz en A. H. J. Merens,
Spaarue 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 2 —4 uur des na-
middas zijn te spreken.
Het bureau der Vereenigmg is ge
vestigd Ja usweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der \ereeiiigmg wordt een vast
recht van 5 pLt. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij Inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van mformatiën naar
bu.teu de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding, lnforma-
tiën naar bmnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt
Fretenlieu op buiten de stad wo
nende personen -orden met behan
deld. wanneer n.et lu cis. voor porto-
vergoed.ug .s toegevoegd.
iiuirn 1748 mfoniial.ëu en rechts
geleerde adviezen werden in het af-
geloopen jaar gegeven.
Aan het kantoor Jausvveg 11, zijn
thans coupons A 10 cent verkrijgbaar
waarop men bij het Bureau van den
Burgerlijken Stand op het Stadhuis
inlichtingen kan bekomen over het
adres van b er op het bevolkingsregis
ter ingeschreven personen.
Iu ie maanden September en Octo
ber 1911 zi.in 57 vorderingen tot een
bedrag van f 1499.20 betaald; 11 vor
deringen worden afbetaald, 17 vorde
ringen zijn a tgesteld.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
In verband met de wijziging van
art kei 11 van bet huishoudelijk regle
ment van den Nederlandschen Bond
van Onderlinge Informatie- en
Schuldinvordering bureaux en Han-
delsvereenig ngen, gevestigd te Haar
lem, moet in het vervolg voor elke
informatie die op vertoon van leg.ti-
matiekaarten wordt gegeven, 25 cent
worden betaald.
Alle brieven," aanvragen reclames
of wat ook, moeten worden geadres-
seert aan het Bureau, dat geopend .s
dagelijks van 9 tot 5 uur eu waar ook
verdere inlichtingen zijn te bekomen.
Het Bestuur beeft bemerkt, dal men
soms meent, dat men. hoewel geen
hd der 11. H. V., toen van haar infor
mation kan bekomen, eu brengt nu
nogmaals eu uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereenigmg
mformatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informat.ën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Parijsche Brieven
CCCVI.
De jaarlij ksche almanak van de
vermaarde Parijsoho waarzegster,
madame de Thèbes, is bereids uitge
komen.
De befaamd© planeetlezores-kaait-
legster-schriftkundige-enz. voorspelt
niet voel goods voor het jaar 1912.
Onder moer zegt zij
„liet juar 1912 zal, over zijn ge
heel genomen, een slecht jaar zijn.
Wij zijn getreden in de invloedsfeer
der planeet Mercurius, en deze ramp
zalige cyclus zal 35 jaar duren."
Zoo lang, mevrouw Vijf-cn-dertag
jaarWeet u wel, dat deze voorspei
ling voor de jonge generatie, die toch
al lijdt aan overmaat van slapte en
willoosheid, al een reden is om aan
zelfmoord te denken Nu ja. tus-
schen de gedachte en de daad is een
zekere afstand, die de slapte en de
willoosheid gemeenlijk niet in staat
zijn af te leggen, maar toch... immo
reel blijft zulk een profetie in elk ge
val.
„Evenwel zullen wij in 1912 nog
niet den oorlog met Duit-schlond heb
ben. Ik zeer „den oorlog" en niet
„een oorlog", daar dezo geheel on
vermijdelijk is. Voor zoover ik er op
het oogenblik zicht op heb, zal hij in
1913 uitbreken."
Met het oog op het treurig feit, dat
betrekkelijk veel menschen veel waar
de hechten aan de waarzeggerij van
deze mondaine occultist©. moest men.
vind ik, haar een slot op den mond
doen en haar de kabalistische en ka-
haalmakerig© schrijverij verhinde
ren.
„Er zal ook iets anders plaats heb
ben een schouwburg zal er tus
schen Januari en December afbran
den...."
Het kin er zijn oenige duizen
den theaters in Frankrijk.
en in hetzelfde tijdsverloop zal
een der aanzienlijkste litteratoren
sterven."
Dat kan óók d© meeste aanzien
lijke letterkundigen zijn roods de zes
tig gepasseerd.
„En tusschen nu en Maart zullen
er verscheidene groote schundalen in
de theaterwereld, plaats vinden."
Die hebben onophoudelijk plaats.
„Ik zal or u niets meer van zeg
gen."
„De namen O. ik ken ze niet.
Raakt je de koekoek Indertijd had
madame do Thebes zich gewaagd aan
het noemen van een naam: Lucien
Guitry zou nooit in Rostand's „Chan-
teclcr" spelen. Guitry, koppig, deed
het toch. ettelijke tientallen malen
achtereen
Aan het slot meent de profetes heur
landgenooten te moeten troosten
„Ten slotte, daar mcu niet moet
stilstaan op een treurigen en pijnlij
ken indruk, voegt het ons, ons te
troosten met hetgeen ik eveneens heb
gelezen in het boek van hot lottn
1912 zal de FransChe geest zijn her
vatte evolutie voortzetten en het na
tionale en trot schel ijk patriottische
gevoel meer dan ooit bloeien in de
ziel der jonge generaties."
Jawel. Dergelijke dingen kan ik
ook voorspellen. Een geboren Am
sterdammer zou zegden „Lust u nog
peultjes, mevrouw
Madame de Thèbes heeft talrijke
navolgsters, die het bewijs leveren,
hoe lichtgeloovig het Fransche volk
is „Le premier devin". heeft Voltai
re gezegd, „fut le premier fripon qui
rencontra un imhécile." Het schijnt,
dat na dien eersten magiër talloozen
genoeg stommelingen op hun wee
hebben gevonden om zich op hun
beurt tot magiër te kunnen constitu-
eoren. En het klinkt schier ongeloof
lijk. dat de verlichtste natie der we
reld zóó bijgeloovig is, dat 's Vrij
dags de recettes van omnibussen,
autobussen enz. een vermindering
van ongeveer 20 pet. aanwiizen.
Voor de curiositeit ben ik bii een
der somnambules hier aan huis ge
weest
Heel erg verbaasde het me niet,
toen ik voor haar onaanzienlijke wo
ning een reeks van eigen equipages
en automobielen zag. Zij „deed" in
de „clientèle mondaine 1"
Ik werd in de wachtkamer toegela
ten, alwaar een kamermeisje mij met
een „geaffaireerd" gezicht een num
mer overreikte. Ik vond een dertigtal
slachtoffers, waaronder vijf van de
sterke sekse, in het vertrek. Allen
wachtten geduldig hun beurt af.
In het midden van liet vertrek
stond een groote ovale tafel, waarop
een opgezette zwarte kat in gewron
gen houding. Boven de tafel hing een
kleine krokodil, op wiens kop een uü
baltuicoerde. De wanden hingen vol
van astrologische, necromanusclie en
cliiromantisehe kaarten. Een doods
hoofd grijnsde er op een étagère. Het
was een luguber milieu, prachtig in
stijl.
Telkenmale als er een nummer
werd afgelezen, trad de betrokken
persoon min of meer zenuwachtig
sommige dames zelfs uiterst nerveus
de aangrenzende kamer binnen,
welker deur dan mei een harden klap
weèr dicht viel.
Eindelijk, na omstreeks een uur
wachtcns, kwam mijn persoontje aan
de beurt. Ik drong me door de deur
kier in de somnambulistische kamer,
en een kleine ineengedrongen vrouw,
op wier tanig en gerimpeld gezicht
men nog enkele restantjes van voor
malige schoonheid kon zien, sprak
mij met een snijdend geluid als volgt
toe
Handlezen of somnambulisme
De prijzen
Handlezen 5 francs, somnambu
lisme 20 francs.
Even bezon ik me, waarop ik zei
Ik jou somnambulisme verkie
zen, doch ik kan niet meer dan tien
francs betalen.
Zij keek mij met doordringende
blikken aan, als vvüdo zij diep in
mijn portemonnaie zien, en sprak
toen
Ik breng me niet meer dan drie
maal per dag in somnambulistischen
staat. U is nu vandaag nummer 3,
voor wien ik het ga doen, en ik ge
voel me nog hcclemaal niet moé.
Daarom wil ik het voor u. bij wijze
van uitzondering, tegen 10 francs
doen. mits u het voor mijn andere
klanten verzwijgt.
Ik beloofde geheimhouding. Mada
me Laure de Perivières hoe komt
zij aan dien adellijken naam
drukte op een schelletje. Uit een zij
deur zag ik een heer van middelbaren
leeftijd binnenkomen. Hij was zeer
smaakvol gekleed, vertoonde een
strak gelaat en liep als een dandy.
De waarzegster gaf hem eeu toeken,
waarop de meneer die, naar mij
achteraf gebleken is, een gediplo
meerd geneesheer ishaar met
majestueuze strijk- en gooïgebaren in
slaap magnetiseerde. liet geheel
vormde een prachtig tooneol-effect 1
In haar slaap vertelde Laure mij,
dat ik. gelijk o. a Napoleon en
Alexandre Dumas père, onder 't ster-
rebeeld Leo geboren was; dat mijn
horoscoop wees op populariteit; dat...
enfin, het doet er eigenlijk niet toe,
wat zij mij zoo al omtrent mijn ka
rakter en mijn toekomst heette te ont
sluieren. Zelden in mijn leven heeft
men mij zoo gevleid. Maar een con
ditio sine qua non voor mijn
verder levensgeluk was, dat ik haar
raad opvolgde, en een van heur raad
gevingen bestond hierin, dat ik op
eiken onevenen da# der maand een
druppel moest drinken uit een met
rood vocht gevuld fleschje, dat bij
haar te verkrijgen was voor den cï-
vielen priis van 5 francs.
Opzetteliik liet ik mij ook van deze
zijde scheren.
Het bewuste Qeechj© bracht ik da
delijk naar een mijner kermissen, die
apotheker van beroep is. Een che-
n>,sch onderzoek bracht aan het licht,
dat de vloeistof een, gelukkig onscha
delijk, mengsel was van gentian ine,
wator en f ram bozen st/roo p.
Een van heur slachtoffers, waar
mede ik korten tijd <Laa' <a kennis
maakte, voegde mij eenigszins boos
toe:
Lach zooveel u wilt. Dat neemt
niet weg, dat zij mij de waarheid
heeft gezegd. En ik ga haar spoedig
weêr eens raadplegen.
Que voulez-vous? Van bijgefoovig-
neid geneest men niet daar is geen
kruid tegen gewassen. En dat weten
de slimme lieden, de „la double
vue" beweren te hebben met welk
dubbel gezicht zij vooral het geld
van anderen weten te zien maar al
te best. Hoogstens erkent de bijgeloo-
vige dat niet alle somnambules en sor-
ciers kundig en betrouwbaar zijn.
Maar liet heele gilde over één kaïn
scheren dat nooit! Ik heb hier eens
een rechtszitting bijgewoond, waarop
de beklaagde oen somnambule en de
aanklager een van haar slachtoffers
was. Zij had den armen stumper
geheel uitgeplunderd. Als getuige A
charge verscheen o.a. een tweede
somnambule, in wier klauwen de
stakkerd thans was aangeland!
Na het bovenstaande zal het u mis
schien niet verwonderen, dat mada
me de Thèbes haar roem groolendeels
te danken heeft aan niemand minder
dan Alexandre Dumas fits. Indertijd
schreef Adolphe Brisson in het dag
blad „Le Temps":
„Madame de Thèbes heeft voor
Alexandre Dumas fids oen kinderlijke
dankbaarheid behouden. Zij verlang
de vaagjes tooneolspeeister te wor
den: de schrijver van „Denise' 'ried
haar aan, een minder overloopen weg
te volgen. Hij had de chiromancie
van den chevalier d'Arpentigny ge
loond; zij had eenige notie van deze
wetensohap. hij volmaakt* haw <Uar
in, en toen Des barolles, wiens leer
linge zij was, stierf ried hij haar aan,
d'iens opvolgster te worden. „Werk
gedurende een jaar, ik zal u aai: oen
proef onderworpen; komt u die glans
rijk te boven, dan belast ik er mij
mede, uw succes ie verzekeren". Zij
verdiepte zich in de stud-'" der Chal
deeërs en der Egyptenaren. Op den
aangegeven dag hio'd Dumas fils
woord; hij noodigde aan zijn dlsch
twaalf physio!ogen, leden van de Fa-
culté de Médecine en van het Institut.
Na het dessert gingen zij één voor
één in een klein salon, waar de waar
zegster hen wachtte. Zij kon-de hun
namen niet cn had hun gezicht niet
gezien. Ik veronderstel, dat zij vol
daan waren over het onderhoud; want
den volgenden dag bracht Dumas in
„Le Figaro' een lovend verslag over
deze séance uit. Madame de Thèbes i
was gelanceerd."
Als men nagaat, dat Alexandre
Dumas fils niet precies een sukkel
was, en Addphe Brisson evenmin...
OTTO KNAAP.
Vas de Residentie en haar
tiewoiiers.
cxxxx.
Evenals andere winters gaat het
Res.dentiC-orkest ook ditmaal oen
reeks uitvoeringen geven tegen dub
bel tjespr ijs, do lieer van Zuylen diri
geert daar. Nu is dat genoegen aan
dezen grootbeschermer van het or
kest gaarne gegund, vooral omdat hij
nooit moe-ito doet er meer dan ge-
pasten invloed bij uit te oefenen.
Belangstelling is er voor deze con
certen wel; zo staan wat onder het
peiil van de Viotta-Uitvoeringen, vol
doende zijn ze zeker. Aan dat min
dere gehalte heeft de dirigent wel
schuld, hij mist alle overwicht op de
spelers. Een half dozijn malen moet
-hij tikken voordat de schare sliil is
on heeft hij eenmaal liet sein lot dén
aanvang gegeven, dan loopt alles
wel.
Het orkest 19 goed ingespeeld en
zou zonder dirigent ook tot het einde
komen. De heer Van Zuylen doet niet
veel meer dan maatslaan, de partij
en geeft hij nog al eens aan juist als
ze begonnen zijn en onlangs sloeg hij
bij hét eindaccoord nog een maat
door. Het doet er evenwel weinig toe.
De uitvoering blijft zeer voldoende en
deze volksconcerten vallen danig in
den smaak. Waarom dus iten heer
Van Zuylen zijn liefhebberij niet ge
gund als hij er een heel groote schare
gelukkig door maakt
Het is echter jammer, dat het or
kest onder zijn directie naar Brussel
gaat. Daar moet wat beters gepres
teerd worden dan hier voor een dub
beltje de critiek neemt daar de
amateur-leiding niet in aanmerking
eu zoo bestaat kans, dat dit uit
stapje aan den naam van ons oikest
geen goed zal doen. De heer Van Zuy
len is zeker de eerste om dit to be
treuren.
Wat de menschen al niet doen, om
reclame te maken. Geen middel is
daarvoor te slocht en het dient ge
zegd, dat de betrokken personen er
moeite genoeg voor over hebben.
Eenigeu tijd geleden kregen do da
mes uit een gehoele wijk over de post
een brief, waarop gedrukt stond
„Bond voor VrouwenkiesrechtBin
nen in den omsla# een papier, waar
op een bo terhandelaar zijn waar aan
prees.
Waarschijnlijk aangespoord door
dit voorbeeld wendde een brandstof -
fenhandelaar zich tot „Mijnheer",
ook over de post. Op de enveloppe
stond gedrukt „Streng persoonlijk"
en „SpoedHet openmaken brach t
op de hoogte van den prijs voor bri
ketten en nootjeskolen.
liet gewoon in de bus werpen van
circulaires is hier al aardig opge
geven. Do winkelier van zijn tijd
werkt nog enkel met de post. Wol
kost elk papiertje hem 3 cent als
drukwerk verzendt hij niet. want dit
wordt toch niet ingezien maar
daardoor heeft hij de zekerheid, dat
de reciamelijst in handen zal komen
en onwillekeurig kijkt men het staatje
na, al was het alleen uit nieuwsgier
ngheid ont te weten, of er niets ach
ter stak.
Over een tijdje is het nieuwe hier
natuurlijk weer van af eu zal wat
anders bedacht moeten worden. Mis
schien wel be tee kening per deu
der, dat de kaas van die eu die de
beste en vetste is....
Een pendant van 't hier boven ver
melde is de geschiedenis van een
piano-onderwijzer, die in het Vulken-
boschkwaitior liuis aan huis belde en
vroeg: „of hier soms pianolessen ge
geven konden worden." Dus kunst
ingeslagen op gelijke wijze als rame-
naa, scharretjes en appelen.
Maar bew ijst het niet tevens, hoe
ellendig de omstandigheden zijn,
waaronder musici soms moeten le
ven? De kunst is schoon, maar Apol
lo heeft ook honger.
SINTRAM.
Onze Lachhoek
PRETTIG.
In de Betuwe werd bruiloft gevierd.
Een rijke boer was ook verzocht. Een
van de vijf dochters van zijn buur
man ging trouwen.
Ilij meende aan liet dessert een
toost te moeten daan. Nou, bru-
gom, Jaop za'k maor zeggen, ik mak
oe m'n complement, jong! Ge hel er
de mooiste uut-te-zocht.
De zusters van de bruid keken erg
vriendelijk.
HIJ VOND HET NIETS VREEMD.
Leeraar in de aardrijkskunde, in
een klein provinciestadje, waar hij
ongeveer een maand woonachtig is,
vraagt een der leerlingen hem de ka
ravaanwegen in de Sahara te noe
men. De jongen blijft echter het ant
woord schukl'.g.
Iloe is "t mogelijk, -dat je er niets
van weet, zegt de leeraar. waarop de
leerling antwoordt:
Vindt u dat nu zoo Vreemd, ik
ben daar nooit geweest, en gisteren
vroeg u mij zelf nog, waar de Bree-
siraat was, die toch zoo goed bekend
is, terwijl u nu al vier weken hier
bent.
HOOG MOEDSWA ANZIN.
Vrouw A. Ik vind, dat die be
kroonde hennen, die ik van u heb ge
kocht, heel slecht leggen.
Vrouw B. Ja, -wat zal ik zeggen;
misschien denken ze wel, dat ze 't met
behoeven te doen, nu ze J>ekroond
zijn!
Stadsnieuws
HULDEBLIJK MR. VAN TIEN
HOVEN.
De afgetreden commissaris der Ko
ningin in Noord-Holland, rar. G. van
Tienhoven, hoeft tot de leden val» de
Staten van deze provincie een schrij
ven gericht, waarin hij hun dank 'be
tuigt voor het hem aangeboden ge
schenk, nu het hem tot zijn zee'r groot
leedwezen door bijzondere omstan
digheden niet mogelijk was persoon
lijk dank te zeggen.
.'t Is mij hoogst moe-ei ijk geweest"1,
schrijft de heer Van Tienhoven ver
der, „den ambtelijken band te z^n
verbreken, welke mij zoo nauw ver
bond aan liet Gewest dat mij i-ef is,
door de betrekking neer te leggen,
waaraan ik gedurende ineer dan
veertien jaren mijne beste krachten
heb mogdn wijden. Dat do leden en
oud-leden dér Staten, met vie ik in
d-ie jaren kortoren of langoren tijd
mocht samenwerken, dit hebben be
grepen en daarvan door een daad
hunnerzijds hebben willen doen blij
ken, heeft voor mij groote waarde".
HET TÖÖNEEL
De lezing van Mme MARIE KALF?
in De Kroon
en De Violiers van SCIIöRMANN
in den Schouwburg.
I De Kroon was Vrijdagavond bij de
lezing van Madame M'rie Kalff
slechts matig bezet. Voor Paul Clau-
del was het publiek niet gekomen,
want tot vandaag was deze Fransche
dichter voor allen vrij wel een onbe
kende. Maar des te bekender is hiér
te Haarlem de oud-Bloemendaalsche,
Madme Marie Kalff, de talentvol ie
actrice van het Théatre des Arts te
Parijs en liet verwonderde ons dan
ook ,dat de zaal niet voller was.
Met stille aandacht zijn de voor
drachten van Madme Kalff gevolgd,1
en zeker allen zijn onder de bekoring
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
De donkere dagen vóór Kerstmis.
"Weinig beweging in de maatschappij.
Iets nieuws te stichten is de moeite
niet meer. dat wordt liever voor liet
nieuwe jaar bewaard. Bestellingen
komen zoo karig mogelijk, de bouw
vakken hebben het slapjes, omdat nie
mand in 't afloopende jaar nog on
kosten maken wil, die hij vermijden
kan. Veel concerten en voorstellin
gen, t e veel zou ik bijna zeggen.
En de dag is voorbij voordat hij
begonnen is. 's Morgens tegen half
acht strooit (Le zon mistroostig een
soort van grauw schijnsel over oais
uit, dat daglicht beteokenon moet.
Dat half doorschijnende schemergor-
dijn blijft hangen tot een uur of vier
en gaat dar: rustig en bedaard in den
donker over, zonder dat iemand hel
bemerkt, behalve de man, die de
cleclrische straatverlichting ontste
ken moet. We hebben allemaal zonder
uitzondering „nachtdienst", daar het
geen dag worden wil. Hieruit volgt,
dat het onplezierige van nachtdienst
niet schuilt in de kleur van de omge
ving, grijs, grauw, zwart of rood en
blauw, maar in de talrijkheid van de
menschen. Neorn aan, dat alle men-
schen het heele jaar door 's nachts
werkten zou dan de enkeling, die
overdag arbeiden moest, zich daar
niet bitter over beklagen
Daarom is het volop verklaarbaar,
dat menigeen er niet oin geeft hoe
laat of liever hoe vroeg hij 's mor
gens zijn dagtaak begint. Ik vvoot van
menschen, die gewoon waren 's mor
gens te zes uur te beginnen. In een
hooi kouden winter zei hun patroon
„zouden we voortaan liet oanvangs-
uur maar niet op zeven stellen
„Liever niet", gaven ze ten antwoord,
„want we worden toch op denzeifden
tijd wakker en wat moeten we dan
met dat uurtje doen Maar zóó een
voudig als de zaak lijkt, is ze nu ook
weer niet. Ik wil maar zeggen, dat
het voor menigeen toch wel moeite
kost, 's morgens uit zijn bed te ko
men. Zoo hoor ik 's morgens menig
maal omstreeks tien minuten voor
zessen in de stille straat iemand
voorbijgaan op een draf. 't Is duide
lijk, dat hij 0111 zes uur te werk moet
wezen en wat laat is. Ik kan daar in
komen. „Zoo zoet is in de jeugd de
slaap", zei Hofdijk al. Maar hoe het
komt, dat telkens en telkens weer de
ongelukkige mijn raam voorbij komt
spurten, begrijp ik niet. Misschien is
hij familie van den man uit het ver
haal. die toen hij 's morgens een
maal te laat op dc plaats van zijn be
stemming gekomen was, den heelen
dag door overal te laat verscheen.
Welke gevolgen dat allemaal had
weet iik niet meer, maar ze waren
ijselijk.
Misschien denkt nu do lezer, dat
ik ook behoort tot de vroegopstaan-
ders. Dat is zoo niet. Het spijt mij
zelfs te moeten erkennen, dat het te
gendeel het geval is. Dc geleerden
zeggen, dat de eerste slaap dc diepste
is, maar uit persoonlijke ervaring zou
ik dat willen tegenspreken het is
juist de laatste slaap, waaruit ik me
moeilijk los kan maken. Hoewel ik
door deze verklaring in botsing kom
met gangbare moderne begrippen,
kan ik ©r verder niets aan doen. De
zaak is nu eenmaal zoo en niet an
ders. Iemand dóe te tien uur naar bed
gaat en te zes uur opstaat, wordt al-
lerwege als bij uitstek braaf geprezen;
wie te elf uur zijn hoofd ter ruste
legt en te zeven uur den dag begint,
is al van minder betoekenis, maar
kan er toch óók nog mee door. Lie
den, die te twaalf uur gaan slapen en
te acht uur opslaan, kunnen geener
lei aanspraak op burgerdeugd doen
gelden en wie hun nachtrust vinden
tusschen één en negen uur verdienen
de diepste verachting. Ik doe u even
wel opmerken, dat al deze vier soor
ten in zoo'n geval acht uur slapen.
Waar is nu de maatstaf van braaf
en slecht We weten eenmaal, dat
de mensch per dag een zekere hoe
veelheid eiwit, vet en koolhydraten
noodig heeft otn in T leven te blijven.
Niemand bekommert zich er om, hoe
hij die tot zich neemt, in drie gelijke
porties, in tweemaal, in eens en op
welke uren. Zelfs zou het niemand
kunnen schelen, wanneer iemand er
kans toe zag 's morgens te acht uur
alleen eiwitten, te twaalf uur alleen
vetten en te vijf uur enkel koolhydra
ten te verorberen. Maar slaap schijnt
Ehrensache. Wonderlijk is de
ze wereld Verbeeld je, dat een va-
dor een dochter had en dat een be
hoorlijk jongmeusch om haar hand
vroeg, zou dan niet zijn kans belang
rijk benadeeld worden, wanneer
bleek, dat hij pas 's avonds éen uur
naar bed ging en 's morgens negen
uur opstond Ik zeg u, dat ik er zeker
van ben. Daarentegen zou de mede-
doeling, dat hij 's avonds van tien
tot zes uur in de rust was, een groo
te aanbeveling wezen. „Ijverige
man", denkt dc pa met welgevallen,
maar dat de ongelukkige toch niet
vóór half tien op zijn kantoor ver
wacht kan worden, bedenkt hij niet
lk wil er wel eerlijk voor uitkomen,
dat ik vaak geprobeerd heb om vroeg
op te staan. Nu ja, vroeg, laat ons
zeggen half zeven, zeven uur. Het is
plezierig buiten quaestie is het aan
genaam. Ben je eenmaal onder de de
kens weg, dan begint de voldoening.
Alle huiagenootou slapen nog, ik
niet. Op straat is 't nog stil en rus
tig, achter de muren liggen nog al
lerlei luie menschen te ronken, foei
hoe gemakzuchtig, ik bon al wakker
en op de boen. Op zoo'n dag is het
plezierig zoo eens even in 't gesprek
te pas te brengen „toen ik vanmor
gen om half acht door de Groote
Houtstraat kwam „Ben je zoo
matineus vraagt je vriend, met ze
keren afgunst in zijn stem.
Den tweeden dag lukt het ook nog
best. Zelfde voldoening, gesprok,
vriend on zoo voorts. Derde dag ook
nog. Op den vierden dag wordt hot
al moeilijk, 't gesprek er zoo even,
ongezocht, op te brongen. Er moet
verband wezen in een onderhoud.
Als je vriend zegt„wat een moord
partij in Tripolis", gaat het niet
good, om daarop te -antwoorden
„toen ik te zevon uur over straat
ging, regende lieL" Bovendien raken
dj vrienden, die in do mededeeüng
belang stellen, zoetjes aan op. Don
gaat de aardigheid er ook eon beetje
af. Bovendien kun je (liet is verve
lend) zóó vroeg niet opstaan, of een
ander is nóg vroeger opgestaan. Hoe
langer hoe meer begin je in te ziein,
dat er veel menschen 's morgens
vroeg in de weer zijn en dat er dus
geen bijzondere onderscheiding in
ligt. Dus word je op den vijfden of
zesden dag wel vroeg wakker, maar
gaat er niet uit. Het regent of het re
gent niet, hel waait of het waait
juist heelemaal niet, kortom er zijn
redenen genoeg te vinden om in bed
te blijven tot het oude, verachte uur
van voorheen. En alles wat je er van
overhoudt is een angst, dat de vroe
ger geblufte vrienden, die allemaal
langslapers of liever laatslapers,
zijn, zoo schampertjes, langs hun
neus weg vragen „hoe is 't, sta je
nog altijd zoo vroeg op Ze weten
wel, de booswichten, welk antwoord
ze krijgen zullen, want de een voor
cn de ander na heeft van zijn leven
precies dezelfde ervaring opgedaan.
Daarom heb ik voor menschen die
vroeg opstaan, volstrekt niet den eer
bied, die tegenwoordig van je ver
wacht wordt. Zij zijn het zóó gewend,
welnu ik doe het anders. De gasfa
briek en de Naohtveiligheddsdienst
mogen me dankbaar wezen, want ik
gebruik 's avonds vrijwai eztra gas
cn is het soms niet waar, dat wan
neer we allemaal 's avonds te tien
uur naar bod gingen, er 's nachts
geen enkele dief op straat zou loo-
pen Maar de vroeg-opstaanders met
wie ik te doen heb zijn de bakker en
de melkboer. Die moeten niet alleen
vroeg op, maar ook op de minuut af
ergens wezen. Bij mevrouw X. in de
Astraat kwartier over zeven, hij me
vrouw IJ. in de Bstraat te half acht
en bij mevrouw Z. weer in de Astraat
terug, vijf minuten over huif acht,
omdat het meisje te half acht komt.
En belt de ongelukkige na het be
paalde uur, dc bepaalde minuut en
de bepaalde seconde, dan heeft hij
zeker onderweg weer met deu een of
ander staan praten. Belt hij te vroeg,
dan kan hij wachten en in arren moe
de op zijn wagen gaan zitten. T Is
veel te vroeg. Nu al opendoen De
man zou hoe langer lioe vroeger ko
men, neen dank je wel. Iloe bakker
en melkboer die verschillende wen-
schon en verlangens eenigszins in el
kaar weten te passen, is mij een raad
sel.
En nu ik den bakker noem, schiet
mij te binnen, dat ©en overoud ge
bruik is afgeschaft. Hiui de bakkei in
vroeger dagen verseh brood gebak
ken, dan blies hij op zijn hoorn. Zoo
weid in Blo*:menda al. wanneer de
Raadsvergadering beginnen zou, een
bel geluid, heel practisch en gemak
kelijk voor de menschen. die wachtten
in liet café Van ouds 't Raadhuis. Ik
vond dat een aardige gewoonte, zoo
iets als „kont jullie nou we gaan
beginnen." Welnu, die bol is helaas
afgeschaft. Het mag betreurd wor
den, dat geen enkele traditie op den
duur aan den land des tijds ontkomt I
FIDELIO.