HAARLEM'S DAGBLAD.
DERDE BLAD.
DONDlRUAG 28 DECEMBER 1911
tusschen andere volken, alles te doen
om alsnog art».trage mogelijk te
ken.
En, wat heeft deze mooie 'resolutie
uitgewerkt?
Zie eons naar ItaUé's houding in
den togenwoördigen oo'rlog tegen Tur
kije. En ook naar de mogendheden.
De Haagsohe overeenkomst is ver
geten. V e r g e t e n?
Itaiië kon rnoe.lijk bij de inpalm ing
van Tripolis een beslissing van een
scheidsgerecht vragen, want <lit zou
zeker in 't nadeel der Italianen beslist
hebben. Want, wat deden ze andere,
dan haar 't beginsel van 't recht
van den sterke're het zwakkere
Turkije een stuk grondgebied te ont
nemen?
't Is waar, Italië heeft 't voorbeeld
van andere mogendheden gevolgd.
(De koloniale politiek is daar om dit
te bewijzen), 't Gaat dus voor de mo
gendheden niet aan, om Italië ver
wijten te doen!
Nu hehbeu Frankrijk en Spanje be
slag gelegd op een dieel van Marokko
hoeveel de Spanjaarden krijgen is
nog niet beslist, maar iets zullen zo
van de Franschen wel mogen houden
Duitschland op een deel van den
Congo, en Rusland en Engeland zul
len niet heel lang meer wachten, om
Herzie te verdoelen.
Dan is alles „uitverkocht", maar
ongetwijfeld zullen er tegen dien tijd
wel weer nieuwe verrassingen komen.
Nieuwe verrassingen, natuurlijk
gepaard gaande met oorlogsbedrei-
gingen.
Arb.trage-verdragen beteekeneu dus
niets, indien er geen macht komt, die
nakoming der overeenkomsten kan
waarborgen en zoo noodig eiserten.
De gedachte bij vernieuwing weer
opgeworpen door Prof. Vollen hoven
In een Nieuwe Giils-artikel om oen
internationale macht te vormen, tot
waarborging der al'hifrage-veaxliragen
heeft don ook wel sympathie. In die
r ohting is iets te doen, ook al zal het
ideaal nog niet daardoor verwezen
lijkt worden.
De vekLwinning van de vredes-idee
ouden de volkeren is van meer be
tekenis. Daardoor wordt t kwaad
niet met kwaad bestreden, maar in
den wortel aangetast.
Opvoeding van het volk, opdat *t
van den oo-rlogswua'n verlost worde!
En ondanks de oónlogageruchten dirt,
jaar, mogen we met vreugde consta-
teeren, dat de tegenzin onder de bur
gers, zelfs onder militairen, tegen dein
oorlog, vermeerdert.
Gelukkigl
Duitschland, Frankrijk en Engeland
om slechts die drie te noemen
hebban volksver tege mv oor-
d igiii gen. Maa'r dT.e konden zioh
slechts met de buiteralandsche zaken
bemoeien toen... de crisis was afge-
loopen. 't Had tot een oorlog kunnen
komen, zonder dat de vertegenwoor
digers van 't volk gehoord waren.
Meestal worden de kamers als 't bui-
tenlandsche politiek geldt, voor een
feit gesteld. Daarin schuilt eon
groote fout. Do Engelsche Lagerhuis-
ledon wisten tijdens de crisis niet
eens, welke verplichtingen Engeland
tegeoave'r Frankrijk op zich genomen
had!
Do stelregel: „geen oorlog
voor de volksvertegen
woordiging daartoe be
slui t", zou al veel gewonnen gewen.
Dan zou 't geheimzinnig spel der di
plomaten achter de schermen, ook
wel gaan verminderen.
Indien de Italiaansohe kamer voor
't TnipoJds-avontuur volledig ingelicht
was over den toestand, zou 't dun tot
een oorlog gekomen zijn? Deze krijg
met Turkije heeft Italië reeds vele
hunderde inillioeneu gekost en nog is
't einde niet te voorzien. En... wat
zullen de Italianen in 't gunstigste
geval winnen, een woestijnland, waar
van de enkele oasen platgeschoten en
verbrand zijn.
Do drong onder "t volk en zijn volks
vertegenwoordiging om meer regeer
macht, ook in buitenlandsche aange
legenheden, neemt toe.
In dit licht bezien hebban de revo
lutie in China en de omwenteling in.
Portugal beteekenis^ ook al weten
we nog niet hoe de woeling in 't He-
moische rijk zal afioopen en is hef
zeker, dat de revolutie in Portugal
niet alles gebracht heeft, wat de be
werkers daarvan verwachtten.
Zoo ziet men: terecht noemden we
't jaar 1911 zeer woelig en voor de
wereldgeschiedenis van groote betee
kenis.
En wat zal 1912 brengen?
C. J. v. T.
Stadsnieuws
Het Kweekschoolfeest.
(Men zie ook het Eerste Blad).
De Haarlemsche Kweekschool viert
haar vijftigjarig bestaan. De vele
oud-kweekelingen de schooi aan
den Koudenhorii heeft nu een 900
onderwijzers aan de maatschappij
afgeleverd hebben met groote geest
drift gevolg gegeven aan den oproep
van liet Feestcomité om te Haarlem
het gouden jubileum te horden kon.
Dit comité was aldus samengesteld.
P. H. van der Ley, Voorzitter, R.
Luyten, Secretaris, \V. Vershrijs, Pen
ningmeester, J. A. v. d. Boom, J. van
der Bijl, P. van der Ent, J. J. Fa-
hranfort, F. W. Fick, M. Frenkot, P.
H. Greiner, J. Hepkcma, I. R. Hoek
stra, J. van der Hout, J. van dei- Hout
C. Lugthart, J. Mulder, C. Over
book, W. Ploeger, I. M. Prins, Joh.
Rol, II. A. Schuij t, Ph. Seiman. J. Se-
venhuysen, E .J. van Sonsbeek, J.
Stamperius, Theod. Joh. Thijssen, J.
II. Y urekamp, G. W'erdee, II. Vouch,
II. Zwart, A. Zijder veld, H. J. Zijlstra
Van degenen, die hun opleiding
aan de Haarlemsche Rijks kweek
school genoten zijn er velen reeds
overleden. Als men dit in aanmerking
neemt is 't getal van 500 oud-towee-
kehngen, cLio feestgiften zonden on
getwijfeld heed groot. En de helft van
dit aantal is gister nuar Haarlem op
gekomen, om het feest der school
mede te vieren.
Er is reden om het 50-jarig bestaan
ta herdenken. Men heeft er maar elk
jaar de lijst van de 24 uitverkorenen,
d e tot het eerste studiejaar van de
school worden toegelaten, op na te
i, hoe van heinde en ve"r, uit schier
alle Nederlandsche provincies de jon
gelui moeite doen om op de Haarlem-
scdie school te komen. Zoo krijgt deze
onderwijsinrichting een keur van
meest-intellectucete jongelieden op te
leiden voor do lager acte, waarvan
verkrijgen voor velen, maar een
eerste stap is op den weg naar ec-n
schitterende ca'rr.è're. Wcunt in do
rijen van do oud-kweokelingen telt
men niet alleen zeer vele uitstekende
onderwijzers en bekwame schoolhoof
den, l!elen zijn leeraar bij 't Middel-
haar Onderwijs geworden, sommigen
zijn geplaatst aJs schoolopzteneis en
ziju special, lei ten op het gebed van
de paedagogiek geworden. Maar ook
r buiten kwamen de voormalige
kweekeiingen terecht. Verscheidenen
hunner verwierven zich eon academi
sche opleiding en wisten zioh een po-
sitio te vei1 werven als geneesheer,
meester in do rechten.
Een dor kweekaléngen was gezant
van do Transvaalsche Republiek in
Europa; een andere is een der be
kendste Nederlandsche l.teratuur-uit-
gevers.
De Haarlemsche kweekschool is op
deze wijze een installing geworden,
waarvan ons land in broeden k'ring
nut heeft getrokken.
Voor een beSangrijk deel is dit te
danken aan het kranig loeraareco'rpsi
dat zijn scholing ontving door de
eminente leiding van den Öiiecteur
der Kweekschool, dein heer P. H. van
der Ley, wiens naam alom in de on
derwijskringen met eerbied wordt uit
gesproken.
Haarlem mag dus trotsch zijn op
zijn kweekschool, die nu weldra in
eon nieuw gebouw aan de Leidscho
vaart zal worden gevestigd. Ook dank
baar om de stoffelijke voordeelen, die
de aanwezighe.d der school aan onze
stad schenkt. Enkel de huisvest.ng en
voeding van de ongeveer 100 leerlin-
OM ONS HEEN
No. 1463
Nabetrachting van den
Gemeenteraad.
De heele Raad voltallig dat be
loofde wat.
Helaas, die belofte is niet vervuld.
Wat er in de geheime vergadering,
die meer dan anderhalf uur duurde,
goeds voor do gemeente is ge
sticht, weteri wij natuurlijk niet,
maar het naar buiten zichtbare resul
taat is treurig geweest Van de vier
belangrijke punten is er geen zelfs in
bespreking geweest. Wel deed de bur
gemeester omstreeks half vijf nog een
poging om althans het rapport van
de duurte-commissie nog aan de or
de te stellen, maar het lukte niet.
Blijkbaar waren heelwat Raadsleden
voornemens, zich daarover te laten
hooren. Althans de meerderheid wou
er tijd voor hebben en die een i ge
vraag was waar men dien vandaan
zou halen. Voor een avomlzitting
voelt vanouds de voorzitter weinig,
Donderdag kon niet omdat B. en W.
dan vergaderen, Vrijdag waren ver
schillende leden verhinderd en zoo
werd het overschot van de agenda, in
dit geval het voornaamste deel, uitge
steld tot den volgenden Woensdag.
Zoo werd de opmerking, onlangs
in dit blad gemaakt omtrent overla
ding der agenda, bewaarheid en het
eenige middel daartegen elke week
vergaderen, toegepast.
M»aar laat ik nagaan, wat er dan
wel afgehandeld is.
Vooreerst de bewaking van het
Stadhuis, het bokonde voorstel zal ik
maar zeggen, om den bewaker voort
aan een kameraad mee to geven. De
heer Modoo had daarop den 15den
November critiek geleverd, de voor
zitter had het toen teruggenomen, om
de bezwaren van den spreker nader
te vernemen en die daarop eventueel
toe te passen, maar die bezwa
ren waren niet ingekomen, zei do
voorzitter.
Grooto verwondering bij den Raad.
Verbaasde blikken in de richting van
den heer Modoo, die zich evenwel
niet van zijn stuk liel brengen en een
uiteenzetting begon, waarop weer
een verklaring van den burgemees
ter volgde. De wederzijdsche betoo-
gen staan hierachter in ons raadsver-
slag te lezen.
Wat moet ik nu hiervan zeggen
Misverstand Of verschil van rich
ting De heer Modoo, man der prac-
tijk, houdt niet van e&n deftige nota
met keurig geformuleerde bezwaren,
waarop een niet minder deftig rap
port met even keurig geformuleerde
weerlegging zou gevolgd zijn. Hij
had liever een gemoedelijke rond
wandeling gemaakt met den secreta
ris cn den heer Dumont en dan ge
keuveld over wat er to verbeteren
zou zijn.
De burgemeester zijnerzijds scheen
juist op een nota van bezwaren te
hebben gerekend.
Enfin, wat hot ook is geweest, daar
stond nu de heer Modoo met bijna
leege handen. Want over de verkeer
de plaatsing van de controleklokken
had hij in do vorige vergadering al
gesproken en het eenige, dat hij
daaraan nu wist toe te voegen, was
dat er dag en nacht kachels branden
in de zaal van het Leesmuseum en
van de Stadsbibliotheek en dat daar,
evenmin als in de Raadszaal, ooit
een waker komt 1
Daarop antwoordde de voorzitter
niet. Wel vernamen we een nieuwe
reden, waarom één waker niet vol
doende is de man was pas gevallen
en had in do eersie oogenblikken
geen hulp kunnen halen. En de heer
Van Rossum, te hulp komende, ver
klaarde, dat de controleklokken goed
hangen zooals za nu zijn, wanneer
er maar één waker is waarom
Misschien omdat een booswicht, plot
seling nader sluipende, hem in een
a CUlLLfclON
1G)
Eindelijk werd de gevangene bin
nengebracht. Hij zag heel bleek mis
schien, maar had overigens de hou
ding van een gentleman uit de hoog
ste kringen. Naast hem liep zijn ver
dediger, Sir Marmaduke Lngersoll,
die blijkbaar bozig was hem geruste
stellend tóe te spreken.
Mr. Buchanan trad als aanklager
op en zijn beschuldiging liet aan
duidelijkheid niets te wensehen over.
V< Igeus hem was er maar één beslis
sing mogelijk, namelijk dat de be
schuldigde in een oogenblik van drift
en misschien vun vrees, den afperser
hc.J vermoord, die hem met onthul
lingen dreigde, waardoor hij maat
schappelijk zou bebben afgedaan, en
dat hij George Higgins' aanwezig
heid op de plaats van den moord on-
sch.'d^ijl; gemaakt zou hebben, door
hern op luiden loon van moord te be
schuldigen, nadat hij de daad bedre
ven had en haar gevolgen vreesde, te
meer omdat hij waarschijnlijk bo-
gr-.-«p, dat de patrouilieerendc agen-
zaal zou kunnen opsluiten, wanneer
hij die te ver binnen ging
Wat de afloop van het voorstel we
zen zou, was nu wel te voorzien. De
Raad neemt niet graag verantwoor
delijkheid op zich tegenover perti
nente verklaringen van B. on W. Der
halve kregen B. en W. hun tweeden
man en voortaan zal de eerste wa
ker een tweeden naast zich krijgen.
In ziju isolement zal zijn kracht niet
meer liggen. Het nieuwe jaar zal ge
zellig voor hem ingaan.
Voor onzen contróleur van de
plaatselijke belastingen wordt de ge
zelligheid nog grootor. Tot dusver
had hij één man naast zich, nu ko
men er nog twee bij. Voortaan zal
een escouade van vier man speuren
naar de juistheid van onze belasting
aangifte. Een bij uitstek gevaarlijk
quartet 1
En daar er ïn do voormalige jas-
seukamer van de oude Raadszaal niet
eens behoorlijk plaats was voor twee
man, schoot de ruimte absoluut te
kort voor vier. Zij zullen dan nu ge
herbergd worden in het huis iu
de Kruisstraat. De heer Alberti moet
zioh gevoelen als de prins, die in het
betooverde slot binnendringt, te meer
omdat de verwaarloosde tuin met het
sprookje in overeenstemming is.
Zonder eenig verzet ging dat in
den Raad er niet door. Do heer Krc-
lago opperde bezwaar, maar uiterst
tammetjes, in vragenden vorm. Het
huis in de Kruisstraat zou toch maar
tijdelijk voor dit doel gebruikt wor
den En de voorzitter stelde hem
daaromtrent gerust.
Derhalve is de burgemeester daar
van overtuigd, anders zou Z.E.A. dat
niet gezegd hebben. Maar toch, dc
omstandigheden zijn soms sterker
dan de menschen en het is bekend,
dat in Nederland weinig regelingen
voortdurender zijn, dan de tijdelijke.
We zitten nu al ik weet niet hoe
veel jaar tijdelijk in deze Raadszaal
Als de heer Alberti, zijn nieuw kan
toor misschien met een paar eigen
versieringen wat gezellig maken wil,
is het heusch wel do moeite waard
om ze er op te hangen. Hij zal er, of
ik ben geen ware profeet, minstens
een half dozijn jaren tijdelijk, maar
natuurlijk tijdelijk, doorbrengen.
O ja, ik vergat nog bijna te zeggen,
dot de Raad besloten heeft twee nnl-
lloen te leenen.
Zulke besluiten gaan er zoo schie
lijk door, dat je er nauwelijks op lot.
En je zou er in 't geheel niets van
merken (want de voorzitter is van de
persplaatsen af dikwijls heel moei
lijk te verslaan) wanneer niet de se
cretaris een vrij lang stuk had voor
gelezen, dat zoo op eens maar klaar
getooverd scheen. Wat vraagt men
nog snelschrijvers in den Raad, zo
zijn er waarlijk al lang. Alles stond
er in rente 4 procent, uitloting van
1913 af, een mooi fonds voor beleg
ging van geld van weduwen on wee
zen, tenzij het dreigement tot uitvoe
ring komt, dat de gemeente elk oogen-
blik als ze wil ,de heele loening af
lossen kan.
Maar misschien je weet zoo niet
was dat heele stuk al lang voor
uit klaar gemaakt en zijn de cijfer
tjes waar 't op aankwam, er in de
geheime vergadering in gezet
Over sommetjes van f 100 en zelfs
van 50 was daarna in de openbaro
zitting heelwat meer te doen. Pre
cies aviateurs, die rustig over bergen
vliegen en dan, wanneer ze weer op
de aarde zijn teruggekeerd, over oen
keisteentje struikelen. De toelichting
tot deze beeldspraak is te vinden in
de debatten over de salarisregeling
van het personeel der lichtfabrieken.
Het is dus mijn sohukl niet, wan
neer deze nabetrachting mager uit
gevallen is. Nog altijd maakt men
geen hazepeper zonder haas. En er
valt nog maar één merkwaardigheid
to vertellen, namelijk dat een onder
wijzeres, die No. 2 op de voordracht
stond, benoemd werd. Anders is do
ten zijn verdwijnende gestalte moes
ten hebben opgemerkt.
Na zijn kranige speech, riep Mr.
Buchanan zijn getuigen op en het ge
tuigenverhoor, dat voor de tweede
maal gehoord, nog ernstiger indruk
scheen te maken, werd opnieuw aan
het gezelschap voorgezet.
Sir Marmaduko had geen enkele
vraag te doen aan de getuigen van
de vervolging hij keek hen doodbe
daard door zijn gouden lorgnet aan.
Toen verzocht hij zijn eigen getuigen
a décharge te mogen oproepen. Kolo
nel Mcintosh was de eerste. Hij was
een der gasten van het hecrendiner
bij Lord Arthur od den avond van
den moord. Zijn getuigenis stemde in
't begin volkomen overeen met het
geen Chipps de lakei gezegd had met
betrekking tot de orders van Lord
Arthur, om den bezoeker in do biblio
theek te laten, en zijn tegenorder,
zoodra zijn vrouw de kuiner binnen
kwam.
Vond u het niet vreemd. Kolo
nel vroeg Mr. Buchanan, dat Lord
Arthur zou plotseling van gedachte
veranderde met betrekking tot het
ontvangen van dien bezoeker
Neen, niet zoo erg, zei de Kolo
nel, een knappe mannelijke, krijgs
haftige figuur, die heelemaal niet
scheen te passen in do getuigenbank.
Ik geloof niet, dat het voor heeren,
die veel met wedrennen te malton
hebben, iets zeldzaams is. dat zij ze-
Raad met deze onderwijsbenoemin-
gen de tamheid zelf en stemt als ©en
lammetje oq> No. 1, maar een enkelen
koer neemt het College, als ik het zoo
zeggen mag, het bit in den bek en
loopt, waarheen het zelf wil.
Do reden van de stoutigheid was,
dat deze sollicitante nu al een keer
cl wat No. 2 had gestaan. Ditmaal
wou de Raad haar tot No. 1 promo-
veeren. Zoo zal er dan Woensdag
avond verbaasde vreugde zijn ge
weest in Heemstede, waar No. 2
woont en verbaasde teleurstelling ln
Schoten, woonplaats van No. 1.
Ja, wij kunnen met de beste bedoe
lingen, het niet al onzen buren te
gelijk naar den z»n maken.
J. C. P.
't Jaar 1911.
BUITENLAND.
L
Der gewoonte getrouw, gaan we ook
nu, bij 't seheMem van 't jaar, de ba
lans opmaken.
Als we dan ov e'rwegen, wat 1911 ons
bracht en welke beteekenis dit voor de
wereldgeschiedenis heeft, dan mogen
we niet ontevreden en ondankbaar
zijn. Maar toch... Een.go feiten kun
nen ons niet anders dan weemoedig
stemmen.
't Was een jaar van veel beroering.
B ij n a stonden we immers voor een
Europeescben oorlog. Wel geloofden
optimisten in de dagen der spanning
niet, dat 't er zóó gevaarlijk voor
stond, maar de later gekomen onthul
lingen vooral die door den Duit-
schen Rijkskanselier, over de houding
van Engeland, gegeven hebban den
sluier, die nog half hing over al t
raadselachtige, dat men h o o g e p o-
litiek noemt, geheel weggerukt.
't Was als een koude doucheEn
we weten nu, met stellige zekorhed,
dat 't o zoo weinig gescheeld hoeft,
of die ontzettende ramp zou Europa,
heel do menschheid, getroffen hebben.
Indien wo nu de vraag stellen:
„waardoor werd die crisis ver
oorzaakt?" dan kan het oppervlakki
ge antwoord zijn: „door 't Marokko-
geknoei." Maar zij, die geen vreemde
lingen in Jeruzalem zijn, weten, dat
Marokko niet ine. dan de d i r e c t a
oorzaak was. 't Kwaad zat voel, veel
dieper! Denk aan Engeland's vijan
dige houding tegenover Duitschland
hoewel de Britten al heel weinig met
t Fransch-Duitsche Marokko-verdreg
te maken hadden.
De hond moest geslagen worden en,
naar dit beeld, was Marokko de stok,
om dit slaan in de oogen van 't pu
bliek als rechtvaardig voor te steilten.
De concurrentie-zuoht onde'r de
groote mogendheden was do grond
ooi-zaak van de crisis. Alles was een
gevolg van den strijd der volkeren
om de wereldheerschappij, welke
kamp nu al vele tientallen jaren ge
streden in t geheim en in "t open
baar. Daaraan zijn immers duizande
en nog eens duizende millioenen gul
dens geofferd, tot fabelachtige ver-
sterkmg van legers en vloteD.
Elk rijk eischt voor zioh „een plaats
in de zon", zooals Keizer Wilhelm 't
onlangs duidelijk van Duitschland
zei. En Sir Edward Grey, de Engel
sche minister van Buitcnland&cbe
Zaken, zei t Zijn Majesteit dezer da
gen woordelijk na, maar nu voor t
Yercen gd Koninkrijk.
't Spel (is t wet andiers?) vaal di
plomaten en militairen heeft eigen
lijk iets kinderachtigs, ook al zijn
daarbij nog zulks g'roote belangen be
trokken, ja zelfs 't wel en woo van
geheeie volken.
Na minstens 40 jaar (na 1871 is t
vooral begonnen!) reusachtige kapi
talen voor de weermacht te hebben
gegeven, wilden de bee'ren blijkbaar
daarvan ook eens pleiz.er hebben en
op de macht van hun land pochen.
't Begon dit jaar bij de k'runiiig van
Engelands nieuwen vorst. Daar heeft
do Engelsche vloot, bij dc grootschc
revue, aan de concurrenten laten
zien, wat da Britten ter zee vermogen.
Toen volgde Duitscliland met de vloot -
manoeuvres bij Kiel. En Frankrijk
bleef niet achter, ook daar vlootre-
kere kennissen hebben, die zij als
zoodanig liever niet bij hun vrouwen
bekend weten.
Trof het u dan niet, dat Lord
Arthur Skelmerton reden sclieen te
hebben te wensehen, dat zijn vrouw
niets van de komst van dien bezoeker
in zijn huis afwist
Ik geloof niet, dat ik daar
eenigszins ernstig over gedacht heb,
was het voorzichtige antwoord van
den Kolonel.
Mr. Buchanan ging daar niet
verder op in, en gaf den getuige gele
genheid te vertellen, wat hij van hot
geval afwist
Ik had mijn spel bridge uit, zei
hij, en liep den tuin in, om een si
gaar te rooken. Lord Arthur Skel
merton kwam een paar minuten la
ter bij mij en wij zaten samen in het
paviljoen, toen ik een luide en, naar
mij voorkwam, dreigende stem aan
den anderen kant van de heg hoorde.
Ik kon do woorden niet ver
staan, maar Lord Arthur zei tot mij:
„Er schijnt ruzie te wezen daarginds.
Ik zal eens even gaan kijken, wat hot
is." Ik trachtte er hem van af te bren
gen, en deed zeker geen poging hem
te volgen, maar niet meer dan eon
halve minuut kon er verloopen zijn,
toen ik schreeuwen en vloeken hoor
de, daarop de haastige voetstappen
van Lord Arthur over het houten
trapje, dat naai- de renbaan leidt.
U kim zich voorstellen, zei de
vue's die den minister van Marine
den bekenden Deleassé deden ju
belen van vreugde, over de glorie der
ropuhlikeinsohe macht 1).
D.e wede'rzijdsche machtsontplooi
ing was ails "t ware de inMdfng tot
de Europeesohe crisis.
Niet veel meer dan een inaond
daarna had men t Marokko-gwnci
der. Wat eerst z.g. vredelievend
bij de vlootrevue's plaats had, werd
nu, zij 't ook medr in 't gehecm, her
haald. In de verte der toekomst werd
al wapengekletter en kanon-gedonder
gehoord; zoo zelfs, dat wij, nuchtere
Nederlanders, ook door oor logs vrees-
koorts bevangen werden.
t Onderhandelen over Marokko en
de inmenging van Engelnd, kwamen
eigenlijk neer op een getwist:
Ik ben niet bang voor jou!...
En ik niet voor jou!...
Over en weer werd wapengeweld
als 't ware uitgelokt, Durtsohlnnd
zond een oorlogsschip naar Marokko,
de Engelsche ministers hietde'n anti-
Du ilsch land redevoeringen, enz.
Alzo o aan oorlogsbcdreïgingen geen
geb'rek!
En waardoor zou 't zonder
bloedvergieten zijn afgeAoopen? Niet
in de eerste plaats? omdat de ellende
van den oorlog gevreesd werd na
tuurlijk heeft dit argument wel eenigs
zins gegolden, anders zouden de di
plomaten en iciiiitairem geen men-
solien meer zijn! maar, omdat de
twistenden eikaars macht met ver
trouwden en daardoor tegen den
strijd opzagen.
Nu zijn we Cr dus goed afgekomen,
maar... voor hoe lang zal t oorlogs
gevaar in Europa van de lucht zijn'?
De oorzaken van de geschillen
zijn immers niet weggenomen.
En deze oorzaken kunnen in de te
genwoordige omstandigheden ook niet
weggenomen worden, t e n z ij er
zeer omvangrijke wijzi-
gingen in de internatio
nale politiek komen.
Thans is de gehee'e internationale
politie op 't bestaan en 't voeden van
den oorlogsvaan gegrond.
Dat is 't kwaad!
En zal 't bestreden kunnen wor
den?
1911 begon voor de vredesv riemden
wol hoopvol. In Amerika daagde 't
licht. President Taft beijverde zich,
om een zeer wijdst rekkend arbitrage-
verdlrag met Engeland te sluiten. De
gedachte vond vee! sympathie. Er
werden zelfs al plannen gemaakt
voor nog andere arbitrage-verdragen
tusschen de Véreenigde Staten en
Duitschtand. tusschen Engeland en
Frankrijk, ja optimisten 'redeneerden
al: waarom kan 't ook niet tusschen
Engeland en Duitschland?
Door de oorlogsgéruohleji zijn de
arbitrage-plannen weggevaagd, we
hooren er niets meer van.
t Is jammer. Niet zoozedr orn het
resultaat als wel om 't beginsel. Want
wat beteekent eigenlijk een arbitrage-
verdrag? 't Is heel mooi, dat twee
mogendheden overeenkomen om bii
eventueel© geschullen niet te gaan
vechten en een scheidsgerecht te laten
beslissen, maar... door welke midde
len kan de in 't ongelijk gestelde par
tij gedwongen worden, om zich
vredelievend bij 't vonnis neer te leg
gen?
En... bestaat er niet reeds een over
eenkomst tusschen de mogendheden
aangenomen op de tweede V redes-
confe'rent e waarin zij verklaren
bij mogelijke geschilled te zuilen
ijveren voo'r een v rodel Levende rege
ling, bv. door scheidsrechterlijke uit
spraak? Nog sterker, de mogendhe
den hebben zelfs de verplichting op
zich genomen, om, bij oneen igheden
1) 't Noodlot heeJt Deleassé achter
volgd. Kórt na T uitspreken dezer
jubelrede, werd de Fronsche marine
zwaar getroffen, door de vTeeselijke
ontploffing op de Liiberté, die dit t'rot-
sche slagschip totaeil vernieldla, 400
matrozen een smartelijken dood be
zorgde, en bovendien nog eenige an
dere oorlogsbodems dedi'lijk havende,
zoodat 't verlies eerst na enkele ja
ren weer hersteld zal kunnen wórdeai.
man in den hoek, wat een kruisvuur
van vragen de dappere Kolonel had
to ondergaan, opdat hij tegenstrijdi
ge verzekeringen zou geven, maar
met militaire nauwgezetheid en ijzi
ge kalmte herhaalde hij zijn belang
rijke getuigenis te midden van een
algemeene stilte, waarin men de
spreekwoordelijke speld zou hebben
kunnen hooren vallen.
Hij had de dreigende stem ge
hoord, terwijl hij met Lord Arthur
Skelmerton in het paviljoen zat
daarop volgde het schreeuwen en
vloeken endasma.de voetstappen
van Lord Arthur langs het trapje. Hij
dacht er over om te gaan zien, wat
er gebeurd was, maar bet was een
heel donkere avond en hij kende den
weg daar niet goed. Terwijl hij den
weg naar het luinlrapje trachtte te
vinden, hoorde hij kreten om hulp
van Lord Arthur, het trappelen van
de paaiden der bereden politie, en
daarna de geheele scène tusschen
Lord Arthur, den man Higgins en de
agenten. Toen hij eindelijk bij het
trapje was aangekomen, keerde Lord
Arthur terug om een lakei naar de
politie om hulp te zenden.
De getuige bleef op zijn stuk
staan, evenals hij dut een jaar gele
den te Beckfontein had gedaan
niets kon hem aan het wankelen
brengen, en Sir Marmaduke keek zijn
collega van de vervolging triomfan
telijk aan.
Met de beweringen van den dap
peren Kolonel begon het gebouw van
de vervolging hevig te wankelen. Be
denk wel, dat er niets van gebleken
was, dat do beklaagde den vermoor
de had ontmoet en gesproken na het
bezoek van den laatste aan de voor
deur van „De Olm'. Hij vertelde
Chipps, dat hij den bezoeker niet onl-
vangon wilde en Chipps ging direct
naar de hal en liet Lavender uit
door dezelfde deur, waardoor hij was
binnengekomen. Geen afspraak kon
gemaakt zijn, geen wenk door den
vermoorden man aan Lord Arthur
gegeven, dat hij naar den achteruit
gang moest gaan en henl daar
wen sell te te sproken. Twee andere
gnsten van Lord Arthur legden een
zeer beslist© getuigenis af, dat hun
gastheer, nadat Chipps den bezoeker
luid aangekondigd nog tot kwart
vuor elf bij de speeltafel gebleven
was, toen hij blijkbaar naar buiten
ging, om Kolonel Mc Iniosh in den
tuin op te zoeken. De speech van Sir
Marmaduke zat uiterst vernuftig in
eikaar. Stukje voor stukje vernietig
de hij het gebouw der beschuldiging,
zijn verdediging geheel baseerer.de
op dc getuigenis van de gasten van
Lord Arthur Skelmerton op dien
avond.
'lot kwart vóór elf speelde Lord
Arthur kaart oen kwartier luier ver
scheen dc politie op liet toon eel en de
moord was al bedreven. In tusschen.
zooals de getuigenis van Kolonel Mc
Intosh bewees, had de beklaagde bij
hem een sigaar zitten rooken. Daar
om was het zoo duidelijk als de dag,
besloot de groote advocaat, dat zijn
cliënt geheel van vervolging ontsla
gen moest worden neen, meer nog,
hij meende, dat de politie wel wat
voorzichtiger mocht zijn vóórdat zij
in het publiek een gentleman van
hooge geboorte arresteerde op zulke
onvoldoende gronden als zij had bij
eengebracht.
De kwestie van het ines bleef be
staan, maar Sir Marmaduke gleed
daar met behoedzame welsprekend
heid overheen, dat vreemde geval
rangschikkend in de categorie van
een onverklaarbaren samenloop van
omstandigheden, die voor de be
kwaamste detectiven raadsels zijn,
en maken, dal zij zulke onvergeeflij
ke fouten maken als in di; geval, liet
kan loch mogelijk zijn, dat de lakei
zich vergist heelt. De vorm van dat
mes was niet zoo heel bijzonder, en
hij ontkende uit naam van zijn cliënt
ronduit, dat het hem ooit had toebe
hoord.
(Wordt vervolgd)..