HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD, WOENSDAG 7 FEBRUARI 1912 komt. Ik kan er geen adem in ha len." „Heb maar geduld", zeklo de oude man. „Wij hebben er beiden zoolang in geademd." De zieke vatte een hand van zijn medegevangene tusschen zijn bei- do handen en hield die vast. „Ik hoop', zei hij daarop, zoo flauw, dat zij zich boven het berl moesten heenbuigon, om de halfge smoorde klanken op te vangen, welko aan zijn koude loodkleurige lippen ontsnapten, Jfik hoop, dat mijn gena dige Rechter daarboven acht zal ge ven op de zware straf, die ik lxier op aarde heb ondergaan. Twintig jaren, mijn vriend, in dit ijselijik graf. Mijn hart brak, toen mijn kind stierf en ik het in zijn kistje niet eens een kus kon geven. Ach, hoo vreeselijk eenzaam en verlaten ben ik sedert dien tijd ge weest, midden in dit woeste go- druisch. Moge God mij vergeven Hij heeft mijn eenzamen, slependen dood gezien 1" Dan sterft hij. En de oppasser van de gevangenis, ruw maar toch aange daan, zegt„hij heeft zijn ontslag gekregen." Het was ook zoo. Maar hij had reeds bij zijn leven zoozeer het voorkomen van een doode gehad, dat zij niet gezien hadden wanneer hij stierf. Zulke bladzijden zijn in Dickons' boeken overvloedig, want wat hem kenmerkt is zijn genegenheid voor al les wat zwak en arm en verdrukt is jn deze wereld. En het meest voorde kinderen. Van hun zachte, weemoe dige, soms vroolijke, maar al'te vaak beangstigde gezichtjes, zou uit Dic kens' boeken een heele galerij te ma ken zijn. Daar is de arme zwerveling Olivier Twist, de kleine Nelly, David Copperfield, do arme kleine Dombey, om er maar enkele te noemen. Met wat een vreugde beschrijft Dickens niet hun geluk bij het wisselen der- fortuin en met welke innige droef heid hun heengaan, alsof het geen fi guren waren, die hij zelf ontworpen lieeft, maar alleen personen, van wie hij de geschiedschrijver is. Als Cop perfield na een ellendige jeugd ein delijk door zijn wonderlijke, maar brave tante liefdevol wordt opgeno men, is het alsof de schrijver daar naast staat en er óver glimlacht. En wanneer de kleine Nelly, zwakke steun van haar nog zwakkeren grootvader, die de waan najaagt dat hij met liet spel rijk zal kunnen wor den, komt te sterven, vindt hij woor den van hoopvollen weemoed als deze: Zij was dood. Geen slaap was ooit zoo zacht en kalm zoo geheel vrij van alle spoor van smart, zoo liefe lijk om aan te zien. Zij scheen een schepsel te zijn, zoo frisch. uit dc hand des Scheppers gekomen en naar den adem des levens wachtende niet een, dat geleefd en den dood geleden had. Hier en daar op het bed logen eenige winterbessen en groene tak jes, geplukt op een plekje, waar zij vroeger gaarne was. „Als ik dood ben", had zij gezegd, „leg dan iets bij mij, dat het lioht heeft liefgehad en onder den blauwen hemel is ge groeid." Hebben wij niet juist in dat groote mededoogen voor wat arm en klein en zwak was, de reden te zoeken van de ontroering, die Dickens' werken nu nog, vijftig en zestig jaar na hun oersto verschijnen, bij ons hebben op gewekt Zeker, ik weet liet wel, zijn techniek wordt door tal van schrijvers van dezen tijd veracht en bespot. Hij wordt breedsprakig genoemd, senti menteel en onwaar, niet realistisch genoeg. Het kan alles wel wezen. El ke periode liccft haar eigen letterkun dige vormen, waarbij die van een vu rig tijdperk oudeswetsch en versleten lijken. Het is ook in de boeken van Dickens niet moeilijk, plaatsen aan te wijzen, die zwak zijn en gebrekkig, omdat niemands talent, ook dat van den grootste niet, als hard staal uit één stuk bestaat, overal van gelijken glans en zender de minste inzinking. Menschenwerk, dat is onvolmaakt, bleef het alles. Maar wanneer een schrijver het heeft verstaan, om zijn medemenschen over een halve wereld do figuren van zijn verbeelding te doon aanzien als levende wezens, met wie zij gelachen en geschreid hebben, wanneer hij do taal heeft gevonden, die in het midden van diepe ellende en heftige droefenis, nog altijd weet te spreken van hoop en liefde en ver trouwen, dan is die man een groot man geweest, en zijn werk een groot werk. Hedendaagscho schrijvers, dio op Dickens' ouderwetschheid smalen, mochten nederiger zijn bij de overwe ging, dat hun boeken, voor wie ze een maal gelezen heeft, meestal niets aantrekkelijks meer hebben. Ze zijn als pbotogrufién, opgenomen op een duisteren dag, en uit naam der kunst. I vooral nergens geretoucheerd. Schijnt dc volle, breedc, warme zon over do! wereld, dan blijven deze photografen thuis, omdat dit blijde licht niet-over eenstemt niet hun donkere stemming. Maar Dickens heeft de photografie niet gekend en ze zou hem ook niet gepast hebben. Hij was, om in de beeldspraak te blijven, meer een schilder, van wien ik wel erkennen wil, dat hij hier en daar een kleur hoeft geforceerd of een lijn overdre ven. Maar kijk zijn figuren goed aan en zo beginnen te leven baas Peg- go tty, Jo de smid, Tiaddles, Micaw- ber. Agues, noem er zelf maai- meer, want ze zijn talloos. Menigeen, die in lang geen tijd had of kon vinden om Dickens' dikke boeken op te slaan, zal ze nu. bij de bloote herinnering aan den dag van zijn geboorte, weer uit dc kast nemen en opnieuw ver diept raken in de verhalen, die hij toch zoo goed kende, zooals we ieder jaar weer met innig genoegen zien naar het loof cn de bloemen, hoewel wc uit herinnering toch wel precies hun vorm en kleur eu geur van moe ten kennen. Aan de uren, die we met Dickens in vroolijk plezier, in stillen weemoed, in hoopvolle philosophic hebben doorgebracht, past het, vandaag met dit enkele woord te herinneren. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht De oorlog tusschen Italië en Turkije Er kornt weer wut meer leven somlMM', dat met dit loven ook de dood gemoeid is op het oorlogs veld. Nu cn dan wordt flink gevochten. Thans blijkt b.v., dal do Turken en Arabieren, volgens hun eigen opgave, bij het gevecht van 25 Januari 52 doo- den en 81 eowonden hadden. De Tur ken schatten de verliezen der Italia nen op vele hondorden mannen. Eerst doden do berichten uit, Rome 't voor komen. of de Italianen bijna niets verloren hadden. Ook zijn de Turken en Arabieren weer begonnen bij Tripolis aan te vallen. Dc strijdlustige Mohammeda nen worden ongeduldig van het niets doen cn hebben weer eens een fana- tieken aanval gedaan. Eu blijkbaar niet succes, want zo hebben nu dc oase Tundsjoer, in het westen van Tripolis, weer in hun macht en deze versterkt tegen Gargaresj, waar da meest vooruitgeschoven Italiaansche troepen staan. Verzekerd wordt, dat de Italianen nu alle voorbereidingen treffen voor den opmarsch naar bet binnenland van Tripolis. Binnenkort zal men dus wel weer van ernstige gevechten hooren. Er komt nog oenig nieuws over de bombardementen oer laatste dagen. De Italianen verzekeren, dat bij de blokkade en bombui dee ring van lio- deiüa aan de zeemacht gelast is alles te vermijden, wat nadeel tuun de Euro peanen zou kunnen doen. Veel eigen dommen van Europeanen kunnen dus niet beschadigd zijn, althans niet zooveel, dat de Frunschen zich daar over exu a kwaad moeten maken. Bij het bombardement van Djebana is ook alleen de ïurksche stad be schoten en niet de magazijnen en werkplaatsen van den Yenien-spoor- weg, dio dan ook niet beschadigd zijn. Over de conflicten tusschen Frank rijk en Italic hoort men weinig meer; de storm is aan 't beluwen. In den Senaat verklaarde de Frunscho minis ter van buitenlandsch© raken, dat ,,'t met do vriendschap tusschen Frank rijk en Italië geenszins gedaan is." Opnieuw komen berichten over wreedheden door de Arabieren be dreven. Elke Italiaan, die in hun han den valt. wordt afgemaakt, want krijgsgevangenen vinden z© te lastig. De Turksche bevelhebber gaat met deze opvatting niet accoord, maar zijn verzet kan de Arabieren niet vermur wen, zelfs weigeren dezen, om de Ita liaansche gevangenen togen een pre mie uit te leveren. Men ziet weer eens, hoo fanatiek en wreed de Mohammedanen zijn, als ze goed loskomen I E8n toenadering tnsscben Duitscblar.d en Engeland? Het Encolsclio Mud do Daily News schrijft nog wat nader over de mogelijkheid eener toenadering tusschen beide landen. Het blad be toogt, dat het Duitsche volk bij de verkiezingen in een overweldigende betooging zijn vredelievende bedoe lingen heeft kenbaar gemaakt. Indien ook de Duitsch© regoeringj niet. als de Engelsehe do uitdrukking is van den wil des volks, zij kan dien volkswil toch niet geheel ignoreeren. Integendeel, alles wijst er op, dat het, officieele Duitschland even vredelie vend gezind is als Let democratische. De wenschen van den keizer zijn dui delijk. En zijn houding brengt hem in voortdurend conflict met de Duit sche jingo's. De sympathieën van den Rijskanselier zijn eveneens voor een toenadering tot Engeland. Dc wen schen van de financieel© wereld in Duitschland gaan in dezelfde richting Toegegeven moet worden, dat de Duilschera door hun geëxponeerde positie, door do geographteche lig ging van hun land, alle reden hebben om bezored te zijn vcov een vreemden aanval. Do wereldmacht van Duitsch land voelt zich aan alle zijden be klemd bij de pogingen, ©m ue haar toekomende plaats in to nemen. Zij gevoelt zich als een gevangene en verdenkt Engeland er van de gevan genbewaarder te willen zijn. Enge land daarentegen vreest nog steeds Duitschland als Ue komende wereld dictator, die Engeluiid's maritieme suprematie wil vernietigen. Beide sta ten schrijven elkaar offensieve bedoe lingen tce, terwijl beide toch in wer kelijkheid slechts een defensieve po sitie innemen. Overal in Engeland echter geeft men nu toe, dat de Duitsche verkie zingen oen radicalen ommekeer in dc Engelsche stemming hebben gebracht. Het Duitsche schrikbeeld is verdwo- i. Duitschland en Engeland zijn dichter dan ooit in de laatste tien jaren- bij een vriendschappelijke toe nadering. De Duitsche keizer en zijn volk hebben bewezen, dat zij geen agressieve.bedoelingen hebben, het is nu Engeland's beurt hetzelfde te tou- nen. Tot zoover dit Engel'io blad. Zal het Duitsche antwoord afwij zend blijven De berichten, dat er „iets bijzon ders' gaande is, houden aan. De V o s s. Z e i t u n g houdt zelfs vol, dat ,,de wereld binnen enkele wolven verbaasd zal staan over de publicatie van een overeenkomst, gesloten tus schen Duitschland en Engeland." Officieel zijn evenwel geen inlichtin gen los te krijgen. Aan het feit. dat de Engelsche ambassadeur onverwacht naar Londen, vertrokken is, Zlieent men eenig houvast te hebben voor do veronderstellingen, maar aan den un- deren kant is het zonderling, dat de Duitsche minister van buitenlandsch© zaken Von Kiderlen Wachter thans niet in Berlijn is en voor persoonlijke zaken te Stuttgart vertoeft. De X at 7- e i t u n g schrijft „In toonaangevende politieke krin gen neemt men een gereserveerde houding aan tegenover ul deze ge ruchten. Men zegt, dat het nu nicer* dan tijd is, dat op de Engelsche woor den eindelijk eens daden volgen." Voorloopig zuilen we er ons dus nog maar niet te veel van voorstel len fie opstand In China. In Moekden vindt thans de verkoop van juweelen uit de Chii-eesctie kei zerlijk© schatten plaats, die buitenge woon veel zeldzaamheden bevatten. Veel buitenlandsch© antiquairs en verzamelaars ziui aangekomen, dio voor betrekkelijk lag© prijzen nikoo- pon doen. In den Balkan. Nu 't wintert, begint het leven weer. Ook de misdaden. In ©en klooster bii Oeskjoeb werd een bloed bad aangericht door een Turksche bende van 25 man, die den prior, diens negentigjarige moeder, den geestelijke" den kok en nog vijf grijs aards twee aan twee vastbonden, m de kapel sleepten, daar onthoofden en do lijken gruwelijk verminkten. Nadat de Turken, do kerk geplunderd hadden, gingen/zij op de vlucht. Allerlei. DE INTERPARLEMENTAIRE VREDESRAAD. Deze komt Zaterdag te Brussel bij een. O. a. zullen rapporten uitge bracht worden over de beperking van leger en vloot en het verbod van oor logsdaden in de lucht. DE VERKIEZINGEN IN BEIEREN. De uitslag der verkiezing voor den Landdag is, dat het Centrum 2 zetels wint. maar er 13 verliest,;de liberalen winnen 13 en verliezen 2, de socialis ten winnen 9, de Boerenbond wint 3 en verliest 2, dc conservatieven en de Rund der Landwirte winnen 2 en ver liezen 12 zetels. Rechts heeft thans 90 zetels, links 73. UIT DE DUITSCHE POLITIEK. In de Nordd. A lig. Zeitu n g wordt officieus medegedeeld, dat do voornaamste taak. die den nieuwen Rijksdag in de aanstaande zitting wacht, is de versterking van de ver dediging en het aanwijzen van do middelen tot dekking van de hoogerc uitgaven. Verder trekken de aandacht uit de reeks van ontwerpen, die ingediend zullen worden de wet op het Duit- schersChap, de wet optie Zondagsrust in het handelsbedrijf en een wet op de verzekering van personen, die bii het redden of bergen van personen of bij de uitoefening van een openbaren dienst door een ongeval getroffen 'orden. DB RUSSISCHE VLOOT. Het programma van de Ooslzee- vloot, dat hei, ministerie van marine opgesteld heeft, is leeds zoover ge reed. dut het dezer dagen de DoernA voorgelegd kan wc rden. Het omvat 62 bodems, die in 5 jaren gebauwd zul len worden. Daaronder zijn 4 linie schepen van 20.000 ton mot 27 mijl snelheid en elk voorzien van 12 veer- tienduims kanonnen 4 lichte krui sers v an 7000 ton, 36 torpedokrursers en 12 groote ouderzeesche booten. DE REVOLUTIE IN MEXICO. Uit New-York wordt geseind: „Geheel Mexico is in oproer. Ell provincies Zijn reecis in het bezit van de rebellen. De regeering te Washing ton zendt troepen naar de grenzen." Een fraai land, dat Mexico Onze Lachhoek Stadsnieuws Losse werklieden in Gemeentedienst. Wei hebben reeds aangekondigd de vergadering, belegd door den Bond Gemeentewerklieden, H. A. S. en A, P. omtrent de kwestie van de losse werklieden in gemeentedienst. Gisteravond werd in het Bronge- bouw dezo bijeenkomst gehouden. Na opening door den heer Peper, verkreeg do heer N. van Hinte, Uit. Rotterdam, liet woord. Dezo weet de ontslagen, gesreven „au losse werklieden met langdurigen diensttijd, in de eerste plaats aan de Bedrijfshoofden en in de tweede plaats aan het college van B. en W. De Bedrijfshoofden denken„Dc Raad kan wel besluiten maken, maar wij hebben toch te beslissen over de uitvoeringOok B. en W. hebben schuld Dat blijkt ook wel uit hun houding ten opzicht© van de uitkee- ring van hetmeerioon, dat uitgekeerd moet worden volgens de bepaling, dat aan de nieuwe loonregeling terugwer kende kracht zou gegeven worden. 'Spreker deelt mee, dut de werklieden wel het nieerloon hebben gekregen r 191 li maar niet over 1910. De heer Vuu Hint© begrijpt niet. dat B. cn W. hot wagen duiven, in dezen du ren lijd, liet geld der werklieden ach ter te houden. Spreker meen;, dat het gemeentebestuur verplicht i=, om het achterstallige loon rente te beta len, want de gemeentewerklieden zijn op het ©ogenblik bankiers der gemeen te, dio geld hebben voorgesciioten (Applaus). Spreker raadt aan, maatregelen te nemen legen een dergelijke houding van het gemeentebestuur. Als straks GEBRUIKTE VOORWERPEN WOR DEN NIKT MEER GERUILD. Neen mevrouw, die spiegel kun» non we niet moer ruilen, daar hebt u al in gekeken I VROME WENSCH. Men zegt dat een struisvogel als hij schrikt zijn kop in het zand ver bergt. Ik wou dat hij dit ten eeuwigen dage zijn staart deed! zei een man, dio juist een enorme rekening bij de modiste had moeten betalen. gestreden moet worden om den zetel van don heer Middelkoop, moet men weer met frisschen moed aan 't werk gaan voor den ar beider sc andid aut. En dan raadde d© heer Van Hint© aan, om, evenals to Rotterdam ge schiedde, in massa naar 't Stadhuis te trekken, om daar kenbaar te ma ken, wat men wil. Dat had te Rotter dam veel succes Spreker zette nu uiteen, wat er woelt en eist onder dc gemeentewerk lieden. Er moet een eind komen, zoido spreker, aan 't willekeurig optreden" der Rcdrvfdioofden. dat gésanctlon- neerd wordt door B en W. Dat kan niet langer, zeide spreker. In de eerste plaats sprak de heer Van Hinte over het ontslag van de losse werklie den en hun onvaste positie, waardoor de vrouwen der arbeiders eiken keer bij liet thuiskomen haar mannen vra gen „Is 't gedaan, is 't honger L)e heer Van Hinte besprak de in terpellatie van den lieer De Braai, in de laatste Raadsvergadering. Dc spr© ker laakte het, dat de Raad zich hei ir laat uaulcunen, dat de Bo drijfshoofden weigeren om inlichtte, gen te geven. Dat moest eens in eer andere gemeente gebeuren, zei spr© ker. Hij drong er dan ook op aan, dal de Raad zul beslissen, dat de Bedrijfs hoofden verplicht zijn, den Raads leden alle sowenschie inlichtingen te geven. De burgemeester, aldus vervolgde de heer Van Hinte, kon niet aanstonds antwoord geven op do vragen van den heer Do Braai, over het aantal an (cn de oorzaken van hun ontslag) iler ontslagen werklieden. Dut do burgen .- or dit niet kon, pleit niet. voor zijn belangstelling in het lot der gemeentewerklieden, want de heer De Braai bad roods opgemerkt, dat in de peis telkens over deze ontslagen is g.■schreven De burgemeester had dus behooren te informeeren. Ik© het er mee stond toen hij de berichten in de bladen las. Spreker was van meaning, dat *r voldoende werk is, om de menscheu aan ilon gting te houden. Maar men wil den menschen het ontslag steeds dreigend boven het hoofd houden. De heer Van Hinte herinnerde er aan, dat de heer Kleynenberg bij do vaststelling van hot Werkliedenregle nient heeft gezegd, dat mon gerust do bepalingen omtrent do los.se werklie den kon vaststellen, omdat men die veranderen kon, zoodra bleek, dat dio bepalingen niet deugdelijk waren. Sprekei was vun oordooi, dat de heer Kleynenberg verplicht is, om een wij ziging vcoi' to stellen, nu inderdaad blijkt, .dat de bepalingen niet deugde- lijk zijn. Vervolgens sprak de heer Van Hinte over do uitbetaling van het meerdere loon, wanneer do werklieden anderen moeten vervangen. Nu gebeurt het, dat men bepaaldo menschen als plaatsvervangers laat optreden en dezen ontvangen dan niet het meer dere loon. Naar aanleiding van een bericht in Haarlem s Dagblad meende spreker, dat het voorstel-Thijssea omtrent de plaatsvervanging den toe stand zal verslechteren. Hierna behandelde do heer Vun Hinte de bepalingen omtrent het loon voor overuren en de vrije dagen Deze laatste worden niet gegeven. In November heeft de Bond van Neder- laiidsch© Gemeentewerklieden ge adresseerd. Naar spieker vernam, is Uit stuk niet bij den Raad ingekomen. Als het waar is. dat de adressen van den Bond worden achtergehondea, dan protesteert spreker daar sterk te gen. (Applaus). Omtrent de bepalingen over den Zondagsarbefd zegt spreker, dat de Lichtfabrieken des Zondags de men schen van 5 uur des morgens tot 's nachts 1 uur in 't gareel houdt. Daar heeft men feiteh k een twintig- urigen arbeidstijd, al geeft men daar eenige uren rust tusschen. En nieer- loou wordt niet uitbetaald. (Een slem uil dc vorgaderine29 pCt. overeeld wordt gegeven). Dc heer Van Hinte zegt, dat on- OM ONS HEEN No. 1488 Charles Dickens. Vandaag ia het honderd jaar gele den, dat Dickons geboren word. En door de heele beschaafde wereld heen is of wordt dat feit herdacht. Natuur lijk het eerst en het meost in Enge land, waar nieuwe uitgaven van zijn boeken verschijnen en speciale post zegels worden verkocht, ten voordeel©' van zijn dochters, die op oen enkele na in bekrompen omstandigheden; verkeeren. Maar bovendien in heel het beschaafde Europa, waar nie mand die zijn boeken gelezen heeft, zijn naam kan uitsprei ton zonder daarbij een eigenaardige gewaarwor ding te ondervinden van erkentelijk heid, van vroolijkheid en van ont roering. Er zijn menschen, niet vele, maar er zijn er toch, die meenen dat zij Dickons niet kunnen lezen. Zo zijn to beklagen, want om het langademige van een beschrijving, dio zij niet door konden komen, of het ietwat gerekte van eon beschouwing, dio de hande ling iiiiet vooruitbracht., zijn ze versto ken gebleven van zoo ontelbaar veel bladzijden vol vriendelijk medelijden met armen en zwakken, vol optimisme en vooral vol humor. Dickens was de schrijver van den Lach. Zijn eerste groote werk, zeker wel het komiekstc van alle, is toch het boek van zijn fijnsten humor niet, omdat hij hierin te veel joeg naar liet verioonen van den koddigen buitenkant en niet, zoo als in zijn latere werken, doordrong tot het inwendige. Pecksniff, in zijn ©nverstoorbaren ernst, is als mensch veel natuurlijker dan Sain Wellor en de humor, die, zijns ondanks, van de ze lage figuur uitgaat, daarom veel groot^r. Onze medewerker voor too- neel. de heer Schuil, noemde dezer dagen Chrispijns bewerking voor het tooneel van den Pickwick wat grof en ik geloof, dat ze niet andere wezen kon, omdat de humor er lu het boek zelf zoo dik opligt. Het is niet gemak kelijk, in een paar woorden te zeggen, waarin het verschil ligt tusschen Pickwick en Swivcller, den schurk Brass, den schoolmeester Squeers en zooveel anderen. Misschien is het dit Dickens maakte Pickwick hu moristisch, dc andere figuren w a- r e n hot. En toch welk een tal van aardige, fijngeteekende tooneeltjes heeft hij ook in dat jeugdwerk Pickwick gege ven. De oude Weller mot zijn vrien den de koetsiers zijn gezamenlijk een tooneeltje om te schilderen, dc histo rie van juffrouw Burdell', die zich ver beeldt dat Pickwick haar trouwen wil, zich door schurken van zaak waarnemers laat opzetten om hem een proces wegens verbreking van trouw belofte aan te doen en, wanneer door Pickwicks vastberaden weigering om zich te laten afzetten, het schoone plannetje misloopt, zelf in dc gijze ling komt voor de kosten, die zij aan haar procureurs niet betalen kan die geschiedenis is een kostelijke vondst. Maar Dickens bedoelde daar mee niet een grap alleen, het was hem ook om verbetering van toestan den te doen, die in het extra aan ouae instellingen hechtende Engeland dik wijls ellendig waren. F-en daarvan was de Fleet, de gevangenis voor menschen, dio hun schulden niet had den kunnen betalen. En lees eens, hoe Dickens het einde beschrijft van een ongelukkige, die daar jaren lang in dat somber verblijf achter slot en grendel had gezeten, omdat hij niet had kunnen betalen, wat hij schuldig was. „Er is hier geen lucht", zeide de zieke met eene flauwe stem. „Zij wordt hier verpest Zij was frisch, toen ik die, vóór jaren, daar buiten inademde, maar zij wordt heet en zwaar, als zij binnen deze muren Feuilleton Het hiesi van den taperwer. Een roman uit de 17de eeuw. Naar het Engelsch door d o s c h r ij f s t e r van „do Roode Pimpernel" enz. 24) IIij wierp snel een blik om zich heen. Segrave en Lambert, boido.f met, hoogrood© kleuren, werden niet inoeito van elkaar gehouden. Sir Mar- maduko merkte mot eon harden glim lach op, dat dó laatste blijkbaar liet middelpunt van een vijandige groep was, terv/ijl Segrave omringd was door een gezelschap, dat met hem sympathiseerde en dat schijnbaar zijn best deed hem lot bedaren te bren gen, maar dat hem In werkelijkheid ophitste, door hun onbeteugelde ver ontwaardiging tegenover den ander te uiten. Het lawaai van schrille stemmen, van woordenwisselingen, van heftige verwijlen word mets minder. Over de menigte opgewonden aan gezichten merkte Sir Marmuduke de wijdgeopende, verschrikte oogen van Editha dc Chavasse op. Zij luid het ook gehoord. Met een licht gebaar verzocht hij haar bij hein te komen, en zoo spoedig als zij durfde, gaf zij aan die roepstem gehoor, zich een weg naar hem banend, zonder de aan dacht van do menigte te trekken. Houd je nu goed, fluisterde hij zco gauw zij vlak bij hem was en Leen hij den wilden angst zag in lede ren trek van haar gelaat uitgedrukt. Ga ongemerkt de kamer hiernaast in... en laat de dour op een kier slaan. Doe hei zoo stil' mogelijk.... nu... dadelijk.... wacht daar totdat ik kom. Weer gehoorzaamde zij hem, stil en vlug, want zij wist wat dat woord „llalt 1" betëekende, aan do deur van haar huis geuit. Zi.i had het ge hoord, evenals Sir Mannaduke, en daarna het gebiedend tikken, het luid roepen, een bevel gevolgd door het geluid van een verschrikte en smee- kende stem, die een zwak protest deed hooren. Zoo gauw Sir Marmaduke zag, dat zij gedaan had zooals hij haar bevo len had, voegde liij zich vastbesloten bij het verwoede gezelschap, dat zich om Segrave en Lambert verzameld had. Hij baande zich een weg tusschen do andoren door en stond nu van aangezicht tot aangezicht tegenover den jongen man, aan wien hij juist zoo n onherstelbaar onrecht had be dreven. Geen gedachte aan medelij den of berouw kwam in zijn geest op, toen hij volkomen kalm en uiterlijk zichzelf geheel meester, in weerwil van den verschrikkeiijken doodsangst in zijn Iia.it en geest op het knappe, blozende gelaat neerkeek. Lambert zei hij op brommen- den toon, luister naar mij'.... Je ge drag is hoogst ongepast geweest... Mrs. Endicotl heeft ter wille van mij al veel vriendelijkheid en considera tie mét jo gebruiktals zij gehan deld had zooals zij liet recht had te doen, dan zou zij je door haar be dienden huis uit hebben laten zotten.... in jo eigen belong raad ik je nu aan mij kalm het huis uit t© volgen.... Maar dit voorstel wekte een hevig protest van den kont van alle toe schouwers. Hij zal niet gaan 1 verklaarde Segrave heftig. Niet zonder achter te laten, wat hij gestolen heeft, voegde Endieott er bi|, zijn dikke stem boven liet rumoer verheffend. Lambert had geduldig gewacht, terwijl zijn chef sprak. liet laatste overblijfsel van een oorspronkelijk gevoel van eer bi rei en dankbaarheid hield hem in bedwang, anders zou hij den verraderlijken lafaard in het gezicht geslagen hebben. De hardheid van Sir Mannaduke tegenover het ge vaar en de onverdiende schande had Lambert als een overstelpende ge waarwording van teleurstelling en eenzaamheid getroffen. Maar zijn wreede beleedigingen brachten hem nu tot wanhoop en dreven zijn sluime rende verontwaardiging tot do spitv. Een bli-k op het hoonond gelaat van Sir Marmaduke, had hem verteld niet alleen, dat hij geen hulp kon ver wachten van den man, die hem m zijn hulploosheid had moeten bij staan, maar dat hij ook de oorzaak en bron, de aanstichter van het ver schrikkelijk onrecht en do onrecht vaardigheid was, dio op het punt stond een onschuldig man lu een af grond van vernedering en onherstel bare schande te werpen. En dit was dus uw werk, Sir Marmaduke de Chavasse, zei hij, zijn triomfeerenden vijand moedig in het gelaat kijkend, zelfs terwijl de aan dacht van alle aanwezigen, dio hem de hevigste verwijten naar het hoofd slingerden, op hem gevestigd was. U lokte mij hierheen.... U haalde mij over t© spelen.... Toen trachtte u mij van mijn eer en goeden natun t© be- rooven, het eenige kostbare, dat ik bezit.... Ik weet niet, waarom u hot deed. maar ik zweer, dat uw afschu welijke misdaad niet ongestraft zal blijven Stilte gebood Sir Marmaduke, die de eerst© was, om op te merken, welk een vreemd, bijna bovennatuur lijk effect de groot© ernst en indruk wekkende kalmte van den jongen man op alle aanwezigen teweeg bracht. Segrave zelf siond daar zwijgend en uil het veld geslagen, terwijl ieder een onbewust ontsteld luisterde naar dien onmisken baren toon van eerlijk heid. die uit Landnut s stem klonk, Neen maar ik wil niet zwijgen, ging Richard onverstoorbaar vöoi ik bon beschuldigd en :k heb het recht to spreken.... U heeft mij ont- eerd.... en ik heb het recht mijn eer te verdedigen.... mijn onschuld t© be tuigen... En nu zal ik dit huis veria- ton. voogd© hij er luid cn flink aan toe, want het is een scnandehjk ver blijf Hij wees naar de noodlottige tafel, waarop een massa geld slordig lag uitgespreid, terwijl het kleine loeren tuschje, waarin zijn vijf kronen er tusschen in lag. Daar ligt liet geld, zei hij, zich direct tot Segrave wendend, neem het, mijnheer, want ik was nooit van plan er een cent van aan te raken... Dit zweer ik bij al wat mij heilig is... Neem het zonder vrees of wroeging, zelfs al dacht u zulke slechte dingen van mij... en laat hij, die mij nu nog voor een dief houdt, het nu in mijn gezicht herhalen als hij durft. Juist toon de laatstuitgesproken Wóórden door de kamer weerklonken, werd er luid op de deur getikt én èen gebiedende stem beval Open 1 in den naam van Zijn© Hoogheid, den Lord Protector van Engeland In dé doodelijke stilte, die hierop volgde kon het brommen van een vlieg, het spu teren van waskaarsen duidelijk vernomen worden. Bij het geluid van die gebiedende stem schenen plotseling opgewekte driften tot rust te komen, iedere wang verbleekte, on mannelijke handen zochten instinctmatig het gevest van hun zwaard, terwijl kanten zakdoe ken haastig tegen bevende lippen ge drukt worden, om de kreet, van schrik te smoren, die in vrouwelijke kelen was opgeweld, Open uit naam van Zijne Hoog heid, den Lord Protector van Enge land. Mrs Endieott zag zoo bleek als was, haar echtgenoot greep haar pols als in een vui6t van staal, om door liet te voorschijn roepen van lichame lijke pijn haar tegenwoordigheid van geest levendig te houden. En voor de derde maal klonk het luid van achter de deur Open 1 in den naam van Zijne Hoogheid, den Lord Protector van Engeland Nog altijd dio doodelijke stilte in de kamer, alleen afgebroken door den vast© stap van Endieott, die d© deur ging openen.. Tegenstand zou erger dan nutte loos geweest zijn. D© deur zou heb- Len toegegeven hij den eersten slog.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5