HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD,
WOENSDAG 7 FEBRUARI 1912
komt. Ik kan er geen adem in ha
len."
„Heb maar geduld", zeklo de oude
man. „Wij hebben er beiden zoolang
in geademd."
De zieke vatte een hand van
zijn medegevangene tusschen zijn bei-
do handen en hield die vast.
„Ik hoop', zei hij daarop, zoo
flauw, dat zij zich boven het berl
moesten heenbuigon, om de halfge
smoorde klanken op te vangen, welko
aan zijn koude loodkleurige lippen
ontsnapten, Jfik hoop, dat mijn gena
dige Rechter daarboven acht zal ge
ven op de zware straf, die ik lxier op
aarde heb ondergaan. Twintig jaren,
mijn vriend, in dit ijselijik graf. Mijn
hart brak, toen mijn kind stierf en ik
het in zijn kistje niet eens een kus kon
geven. Ach, hoo vreeselijk eenzaam
en verlaten ben ik sedert dien tijd ge
weest, midden in dit woeste go-
druisch. Moge God mij vergeven Hij
heeft mijn eenzamen, slependen dood
gezien 1"
Dan sterft hij. En de oppasser van
de gevangenis, ruw maar toch aange
daan, zegt„hij heeft zijn ontslag
gekregen." Het was ook zoo. Maar hij
had reeds bij zijn leven zoozeer het
voorkomen van een doode gehad, dat
zij niet gezien hadden wanneer hij
stierf.
Zulke bladzijden zijn in Dickons'
boeken overvloedig, want wat hem
kenmerkt is zijn genegenheid voor al
les wat zwak en arm en verdrukt is
jn deze wereld. En het meest voorde
kinderen. Van hun zachte, weemoe
dige, soms vroolijke, maar al'te vaak
beangstigde gezichtjes, zou uit Dic
kens' boeken een heele galerij te ma
ken zijn. Daar is de arme zwerveling
Olivier Twist, de kleine Nelly, David
Copperfield, do arme kleine Dombey,
om er maar enkele te noemen. Met
wat een vreugde beschrijft Dickens
niet hun geluk bij het wisselen der-
fortuin en met welke innige droef
heid hun heengaan, alsof het geen fi
guren waren, die hij zelf ontworpen
lieeft, maar alleen personen, van wie
hij de geschiedschrijver is. Als Cop
perfield na een ellendige jeugd ein
delijk door zijn wonderlijke, maar
brave tante liefdevol wordt opgeno
men, is het alsof de schrijver daar
naast staat en er óver glimlacht. En
wanneer de kleine Nelly, zwakke
steun van haar nog zwakkeren
grootvader, die de waan najaagt dat
hij met liet spel rijk zal kunnen wor
den, komt te sterven, vindt hij woor
den van hoopvollen weemoed als deze:
Zij was dood. Geen slaap was ooit
zoo zacht en kalm zoo geheel vrij
van alle spoor van smart, zoo liefe
lijk om aan te zien. Zij scheen een
schepsel te zijn, zoo frisch. uit dc hand
des Scheppers gekomen en naar den
adem des levens wachtende niet een,
dat geleefd en den dood geleden had.
Hier en daar op het bed logen
eenige winterbessen en groene tak
jes, geplukt op een plekje, waar zij
vroeger gaarne was. „Als ik dood
ben", had zij gezegd, „leg dan iets bij
mij, dat het lioht heeft liefgehad en
onder den blauwen hemel is ge
groeid."
Hebben wij niet juist in dat groote
mededoogen voor wat arm en klein
en zwak was, de reden te zoeken van
de ontroering, die Dickens' werken
nu nog, vijftig en zestig jaar na hun
oersto verschijnen, bij ons hebben op
gewekt Zeker, ik weet liet wel, zijn
techniek wordt door tal van schrijvers
van dezen tijd veracht en bespot. Hij
wordt breedsprakig genoemd, senti
menteel en onwaar, niet realistisch
genoeg. Het kan alles wel wezen. El
ke periode liccft haar eigen letterkun
dige vormen, waarbij die van een vu
rig tijdperk oudeswetsch en versleten
lijken. Het is ook in de boeken van
Dickens niet moeilijk, plaatsen aan te
wijzen, die zwak zijn en gebrekkig,
omdat niemands talent, ook dat van
den grootste niet, als hard staal uit
één stuk bestaat, overal van gelijken
glans en zender de minste inzinking.
Menschenwerk, dat is onvolmaakt,
bleef het alles. Maar wanneer een
schrijver het heeft verstaan, om zijn
medemenschen over een halve wereld
do figuren van zijn verbeelding te
doon aanzien als levende wezens, met
wie zij gelachen en geschreid hebben,
wanneer hij do taal heeft gevonden,
die in het midden van diepe ellende
en heftige droefenis, nog altijd weet
te spreken van hoop en liefde en ver
trouwen, dan is die man een groot
man geweest, en zijn werk een groot
werk.
Hedendaagscho schrijvers, dio op
Dickens' ouderwetschheid smalen,
mochten nederiger zijn bij de overwe
ging, dat hun boeken, voor wie ze een
maal gelezen heeft, meestal niets
aantrekkelijks meer hebben. Ze zijn
als pbotogrufién, opgenomen op een
duisteren dag, en uit naam der kunst. I
vooral nergens geretoucheerd. Schijnt
dc volle, breedc, warme zon over do!
wereld, dan blijven deze photografen
thuis, omdat dit blijde licht niet-over
eenstemt niet hun donkere stemming.
Maar Dickens heeft de photografie
niet gekend en ze zou hem ook niet
gepast hebben. Hij was, om in de
beeldspraak te blijven, meer een
schilder, van wien ik wel erkennen
wil, dat hij hier en daar een kleur
hoeft geforceerd of een lijn overdre
ven. Maar kijk zijn figuren goed aan
en zo beginnen te leven baas Peg-
go tty, Jo de smid, Tiaddles, Micaw-
ber. Agues, noem er zelf maai- meer,
want ze zijn talloos. Menigeen, die in
lang geen tijd had of kon vinden om
Dickens' dikke boeken op te slaan,
zal ze nu. bij de bloote herinnering
aan den dag van zijn geboorte, weer
uit dc kast nemen en opnieuw ver
diept raken in de verhalen, die hij
toch zoo goed kende, zooals we ieder
jaar weer met innig genoegen zien
naar het loof cn de bloemen, hoewel
wc uit herinnering toch wel precies
hun vorm en kleur eu geur van moe
ten kennen.
Aan de uren, die we met Dickens in
vroolijk plezier, in stillen weemoed,
in hoopvolle philosophic hebben
doorgebracht, past het, vandaag met
dit enkele woord te herinneren.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
De oorlog tusschen Italië en Turkije
Er kornt weer wut meer leven
somlMM', dat met dit loven ook de
dood gemoeid is op het oorlogs
veld.
Nu cn dan wordt flink gevochten.
Thans blijkt b.v., dal do Turken en
Arabieren, volgens hun eigen opgave,
bij het gevecht van 25 Januari 52 doo-
den en 81 eowonden hadden. De Tur
ken schatten de verliezen der Italia
nen op vele hondorden mannen. Eerst
doden do berichten uit, Rome 't voor
komen. of de Italianen bijna niets
verloren hadden.
Ook zijn de Turken en Arabieren
weer begonnen bij Tripolis aan te
vallen. Dc strijdlustige Mohammeda
nen worden ongeduldig van het niets
doen cn hebben weer eens een fana-
tieken aanval gedaan. Eu blijkbaar
niet succes, want zo hebben nu dc
oase Tundsjoer, in het westen van
Tripolis, weer in hun macht en deze
versterkt tegen Gargaresj, waar da
meest vooruitgeschoven Italiaansche
troepen staan.
Verzekerd wordt, dat de Italianen
nu alle voorbereidingen treffen voor
den opmarsch naar bet binnenland
van Tripolis.
Binnenkort zal men dus wel weer
van ernstige gevechten hooren.
Er komt nog oenig nieuws over de
bombardementen oer laatste dagen.
De Italianen verzekeren, dat bij de
blokkade en bombui dee ring van lio-
deiüa aan de zeemacht gelast is alles
te vermijden, wat nadeel tuun de Euro
peanen zou kunnen doen. Veel eigen
dommen van Europeanen kunnen dus
niet beschadigd zijn, althans niet
zooveel, dat de Frunschen zich daar
over exu a kwaad moeten maken.
Bij het bombardement van Djebana
is ook alleen de ïurksche stad be
schoten en niet de magazijnen en
werkplaatsen van den Yenien-spoor-
weg, dio dan ook niet beschadigd
zijn.
Over de conflicten tusschen Frank
rijk en Italic hoort men weinig meer;
de storm is aan 't beluwen. In den
Senaat verklaarde de Frunscho minis
ter van buitenlandsch© raken, dat ,,'t
met do vriendschap tusschen Frank
rijk en Italië geenszins gedaan is."
Opnieuw komen berichten over
wreedheden door de Arabieren be
dreven. Elke Italiaan, die in hun han
den valt. wordt afgemaakt, want
krijgsgevangenen vinden z© te lastig.
De Turksche bevelhebber gaat met
deze opvatting niet accoord, maar zijn
verzet kan de Arabieren niet vermur
wen, zelfs weigeren dezen, om de Ita
liaansche gevangenen togen een pre
mie uit te leveren.
Men ziet weer eens, hoo fanatiek en
wreed de Mohammedanen zijn, als ze
goed loskomen I
E8n toenadering tnsscben
Duitscblar.d en Engeland?
Het Encolsclio Mud do Daily
News schrijft nog wat nader over
de mogelijkheid eener toenadering
tusschen beide landen. Het blad be
toogt, dat het Duitsche volk bij de
verkiezingen in een overweldigende
betooging zijn vredelievende bedoe
lingen heeft kenbaar gemaakt.
Indien ook de Duitsch© regoeringj
niet. als de Engelsehe do uitdrukking
is van den wil des volks, zij kan dien
volkswil toch niet geheel ignoreeren.
Integendeel, alles wijst er op, dat het,
officieele Duitschland even vredelie
vend gezind is als Let democratische.
De wenschen van den keizer zijn dui
delijk. En zijn houding brengt hem
in voortdurend conflict met de Duit
sche jingo's. De sympathieën van den
Rijskanselier zijn eveneens voor een
toenadering tot Engeland. Dc wen
schen van de financieel© wereld in
Duitschland gaan in dezelfde richting
Toegegeven moet worden, dat de
Duilschera door hun geëxponeerde
positie, door do geographteche lig
ging van hun land, alle reden hebben
om bezored te zijn vcov een vreemden
aanval. Do wereldmacht van Duitsch
land voelt zich aan alle zijden be
klemd bij de pogingen, ©m ue haar
toekomende plaats in to nemen. Zij
gevoelt zich als een gevangene en
verdenkt Engeland er van de gevan
genbewaarder te willen zijn. Enge
land daarentegen vreest nog steeds
Duitschland als Ue komende wereld
dictator, die Engeluiid's maritieme
suprematie wil vernietigen. Beide sta
ten schrijven elkaar offensieve bedoe
lingen tce, terwijl beide toch in wer
kelijkheid slechts een defensieve po
sitie innemen.
Overal in Engeland echter geeft
men nu toe, dat de Duitsche verkie
zingen oen radicalen ommekeer in dc
Engelsche stemming hebben gebracht.
Het Duitsche schrikbeeld is verdwo-
i. Duitschland en Engeland zijn
dichter dan ooit in de laatste tien
jaren- bij een vriendschappelijke toe
nadering. De Duitsche keizer en zijn
volk hebben bewezen, dat zij geen
agressieve.bedoelingen hebben, het is
nu Engeland's beurt hetzelfde te tou-
nen.
Tot zoover dit Engel'io blad.
Zal het Duitsche antwoord afwij
zend blijven
De berichten, dat er „iets bijzon
ders' gaande is, houden aan. De
V o s s. Z e i t u n g houdt zelfs vol,
dat ,,de wereld binnen enkele wolven
verbaasd zal staan over de publicatie
van een overeenkomst, gesloten tus
schen Duitschland en Engeland."
Officieel zijn evenwel geen inlichtin
gen los te krijgen. Aan het feit. dat de
Engelsche ambassadeur onverwacht
naar Londen, vertrokken is, Zlieent
men eenig houvast te hebben voor do
veronderstellingen, maar aan den un-
deren kant is het zonderling, dat de
Duitsche minister van buitenlandsch©
zaken Von Kiderlen Wachter thans
niet in Berlijn is en voor persoonlijke
zaken te Stuttgart vertoeft.
De X at 7- e i t u n g schrijft
„In toonaangevende politieke krin
gen neemt men een gereserveerde
houding aan tegenover ul deze ge
ruchten. Men zegt, dat het nu nicer*
dan tijd is, dat op de Engelsche woor
den eindelijk eens daden volgen."
Voorloopig zuilen we er ons dus
nog maar niet te veel van voorstel
len
fie opstand In China.
In Moekden vindt thans de verkoop
van juweelen uit de Chii-eesctie kei
zerlijk© schatten plaats, die buitenge
woon veel zeldzaamheden bevatten.
Veel buitenlandsch© antiquairs en
verzamelaars ziui aangekomen, dio
voor betrekkelijk lag© prijzen nikoo-
pon doen.
In den Balkan.
Nu 't wintert, begint het
leven weer. Ook de misdaden. In ©en
klooster bii Oeskjoeb werd een bloed
bad aangericht door een Turksche
bende van 25 man, die den prior,
diens negentigjarige moeder, den
geestelijke" den kok en nog vijf grijs
aards twee aan twee vastbonden, m
de kapel sleepten, daar onthoofden
en do lijken gruwelijk verminkten.
Nadat de Turken, do kerk geplunderd
hadden, gingen/zij op de vlucht.
Allerlei.
DE INTERPARLEMENTAIRE
VREDESRAAD.
Deze komt Zaterdag te Brussel bij
een. O. a. zullen rapporten uitge
bracht worden over de beperking van
leger en vloot en het verbod van oor
logsdaden in de lucht.
DE VERKIEZINGEN IN
BEIEREN.
De uitslag der verkiezing voor den
Landdag is, dat het Centrum 2 zetels
wint. maar er 13 verliest,;de liberalen
winnen 13 en verliezen 2, de socialis
ten winnen 9, de Boerenbond wint 3
en verliest 2, dc conservatieven en de
Rund der Landwirte winnen 2 en ver
liezen 12 zetels.
Rechts heeft thans 90 zetels,
links 73.
UIT DE DUITSCHE POLITIEK.
In de Nordd. A lig. Zeitu n g
wordt officieus medegedeeld, dat do
voornaamste taak. die den nieuwen
Rijksdag in de aanstaande zitting
wacht, is de versterking van de ver
dediging en het aanwijzen van do
middelen tot dekking van de hoogerc
uitgaven.
Verder trekken de aandacht uit de
reeks van ontwerpen, die ingediend
zullen worden de wet op het Duit-
schersChap, de wet optie Zondagsrust
in het handelsbedrijf en een wet op
de verzekering van personen, die bii
het redden of bergen van personen of
bij de uitoefening van een openbaren
dienst door een ongeval getroffen
'orden.
DB RUSSISCHE VLOOT.
Het programma van de Ooslzee-
vloot, dat hei, ministerie van marine
opgesteld heeft, is leeds zoover ge
reed. dut het dezer dagen de DoernA
voorgelegd kan wc rden. Het omvat 62
bodems, die in 5 jaren gebauwd zul
len worden. Daaronder zijn 4 linie
schepen van 20.000 ton mot 27 mijl
snelheid en elk voorzien van 12 veer-
tienduims kanonnen 4 lichte krui
sers v an 7000 ton, 36 torpedokrursers
en 12 groote ouderzeesche booten.
DE REVOLUTIE IN MEXICO.
Uit New-York wordt geseind:
„Geheel Mexico is in oproer. Ell
provincies Zijn reecis in het bezit van
de rebellen. De regeering te Washing
ton zendt troepen naar de grenzen."
Een fraai land, dat Mexico
Onze Lachhoek
Stadsnieuws
Losse werklieden
in Gemeentedienst.
Wei hebben reeds aangekondigd de
vergadering, belegd door den Bond
Gemeentewerklieden, H. A. S. en
A, P. omtrent de kwestie van de
losse werklieden in gemeentedienst.
Gisteravond werd in het Bronge-
bouw dezo bijeenkomst gehouden.
Na opening door den heer Peper,
verkreeg do heer
N. van Hinte,
Uit. Rotterdam, liet woord.
Dezo weet de ontslagen, gesreven
„au losse werklieden met langdurigen
diensttijd, in de eerste plaats aan de
Bedrijfshoofden en in de tweede
plaats aan het college van B. en W.
De Bedrijfshoofden denken„Dc
Raad kan wel besluiten maken, maar
wij hebben toch te beslissen over de
uitvoeringOok B. en W. hebben
schuld Dat blijkt ook wel uit hun
houding ten opzicht© van de uitkee-
ring van hetmeerioon, dat uitgekeerd
moet worden volgens de bepaling, dat
aan de nieuwe loonregeling terugwer
kende kracht zou gegeven worden.
'Spreker deelt mee, dut de werklieden
wel het nieerloon hebben gekregen
r 191 li maar niet over 1910. De
heer Vuu Hint© begrijpt niet. dat B.
cn W. hot wagen duiven, in dezen du
ren lijd, liet geld der werklieden ach
ter te houden. Spreker meen;, dat het
gemeentebestuur verplicht i=, om
het achterstallige loon rente te beta
len, want de gemeentewerklieden zijn
op het ©ogenblik bankiers der gemeen
te, dio geld hebben voorgesciioten
(Applaus).
Spreker raadt aan, maatregelen te
nemen legen een dergelijke houding
van het gemeentebestuur. Als straks
GEBRUIKTE VOORWERPEN WOR
DEN NIKT MEER GERUILD.
Neen mevrouw, die spiegel kun»
non we niet moer ruilen, daar hebt u
al in gekeken I
VROME WENSCH.
Men zegt dat een struisvogel als
hij schrikt zijn kop in het zand ver
bergt.
Ik wou dat hij dit ten eeuwigen
dage zijn staart deed! zei een man,
dio juist een enorme rekening bij de
modiste had moeten betalen.
gestreden moet worden om den zetel
van don heer Middelkoop, moet men
weer met frisschen moed aan 't werk
gaan voor den ar beider sc andid aut.
En dan raadde d© heer Van Hint©
aan, om, evenals to Rotterdam ge
schiedde, in massa naar 't Stadhuis
te trekken, om daar kenbaar te ma
ken, wat men wil. Dat had te Rotter
dam veel succes
Spreker zette nu uiteen, wat er
woelt en eist onder dc gemeentewerk
lieden. Er moet een eind komen, zoido
spreker, aan 't willekeurig optreden"
der Rcdrvfdioofden. dat gésanctlon-
neerd wordt door B en W. Dat kan
niet langer, zeide spreker. In de
eerste plaats sprak de heer Van Hinte
over het ontslag van de losse werklie
den en hun onvaste positie, waardoor
de vrouwen der arbeiders eiken keer
bij liet thuiskomen haar mannen vra
gen „Is 't gedaan, is 't honger
L)e heer Van Hinte besprak de in
terpellatie van den lieer De Braai, in
de laatste Raadsvergadering. Dc spr©
ker laakte het, dat de Raad zich hei
ir laat uaulcunen, dat de Bo
drijfshoofden weigeren om inlichtte,
gen te geven. Dat moest eens in eer
andere gemeente gebeuren, zei spr©
ker. Hij drong er dan ook op aan, dal
de Raad zul beslissen, dat de Bedrijfs
hoofden verplicht zijn, den Raads
leden alle sowenschie inlichtingen te
geven.
De burgemeester, aldus vervolgde
de heer Van Hinte, kon niet aanstonds
antwoord geven op do vragen van
den heer Do Braai, over het aantal
an (cn de oorzaken van hun ontslag)
iler ontslagen werklieden. Dut do
burgen .- or dit niet kon, pleit niet.
voor zijn belangstelling in het lot der
gemeentewerklieden, want de heer
De Braai bad roods opgemerkt, dat in
de peis telkens over deze ontslagen is
g.■schreven De burgemeester had dus
behooren te informeeren. Ik© het er
mee stond toen hij de berichten in de
bladen las.
Spreker was van meaning, dat *r
voldoende werk is, om de menscheu
aan ilon gting te houden. Maar men
wil den menschen het ontslag steeds
dreigend boven het hoofd houden.
De heer Van Hinte herinnerde er
aan, dat de heer Kleynenberg bij do
vaststelling van hot Werkliedenregle
nient heeft gezegd, dat mon gerust do
bepalingen omtrent do los.se werklie
den kon vaststellen, omdat men die
veranderen kon, zoodra bleek, dat dio
bepalingen niet deugdelijk waren.
Sprekei was vun oordooi, dat de heer
Kleynenberg verplicht is, om een wij
ziging vcoi' to stellen, nu inderdaad
blijkt, .dat de bepalingen niet deugde-
lijk zijn.
Vervolgens sprak de heer Van Hinte
over do uitbetaling van het meerdere
loon, wanneer do werklieden anderen
moeten vervangen. Nu gebeurt het,
dat men bepaaldo menschen als
plaatsvervangers laat optreden en
dezen ontvangen dan niet het meer
dere loon. Naar aanleiding van een
bericht in Haarlem s Dagblad meende
spreker, dat het voorstel-Thijssea
omtrent de plaatsvervanging den toe
stand zal verslechteren.
Hierna behandelde do heer Vun
Hinte de bepalingen omtrent het
loon voor overuren en de vrije dagen
Deze laatste worden niet gegeven. In
November heeft de Bond van Neder-
laiidsch© Gemeentewerklieden ge
adresseerd. Naar spieker vernam, is
Uit stuk niet bij den Raad ingekomen.
Als het waar is. dat de adressen van
den Bond worden achtergehondea,
dan protesteert spreker daar sterk te
gen. (Applaus).
Omtrent de bepalingen over den
Zondagsarbefd zegt spreker, dat de
Lichtfabrieken des Zondags de men
schen van 5 uur des morgens tot
's nachts 1 uur in 't gareel houdt.
Daar heeft men feiteh k een twintig-
urigen arbeidstijd, al geeft men daar
eenige uren rust tusschen. En nieer-
loou wordt niet uitbetaald.
(Een slem uil dc vorgaderine29
pCt. overeeld wordt gegeven).
Dc heer Van Hinte zegt, dat on-
OM ONS HEEN
No. 1488
Charles Dickens.
Vandaag ia het honderd jaar gele
den, dat Dickons geboren word. En
door de heele beschaafde wereld heen
is of wordt dat feit herdacht. Natuur
lijk het eerst en het meost in Enge
land, waar nieuwe uitgaven van zijn
boeken verschijnen en speciale post
zegels worden verkocht, ten voordeel©'
van zijn dochters, die op oen enkele
na in bekrompen omstandigheden;
verkeeren. Maar bovendien in heel
het beschaafde Europa, waar nie
mand die zijn boeken gelezen heeft,
zijn naam kan uitsprei ton zonder
daarbij een eigenaardige gewaarwor
ding te ondervinden van erkentelijk
heid, van vroolijkheid en van ont
roering.
Er zijn menschen, niet vele, maar
er zijn er toch, die meenen dat zij
Dickons niet kunnen lezen. Zo zijn to
beklagen, want om het langademige
van een beschrijving, dio zij niet door
konden komen, of het ietwat gerekte
van eon beschouwing, dio de hande
ling iiiiet vooruitbracht., zijn ze versto
ken gebleven van zoo ontelbaar veel
bladzijden vol vriendelijk medelijden
met armen en zwakken, vol optimisme
en vooral vol humor. Dickens was de
schrijver van den Lach. Zijn eerste
groote werk, zeker wel het komiekstc
van alle, is toch het boek van zijn
fijnsten humor niet, omdat hij hierin
te veel joeg naar liet verioonen van
den koddigen buitenkant en niet, zoo
als in zijn latere werken, doordrong
tot het inwendige. Pecksniff, in zijn
©nverstoorbaren ernst, is als mensch
veel natuurlijker dan Sain Wellor en
de humor, die, zijns ondanks, van de
ze lage figuur uitgaat, daarom veel
groot^r. Onze medewerker voor too-
neel. de heer Schuil, noemde dezer
dagen Chrispijns bewerking voor het
tooneel van den Pickwick wat grof en
ik geloof, dat ze niet andere wezen
kon, omdat de humor er lu het boek
zelf zoo dik opligt. Het is niet gemak
kelijk, in een paar woorden te zeggen,
waarin het verschil ligt tusschen
Pickwick en Swivcller, den schurk
Brass, den schoolmeester Squeers en
zooveel anderen. Misschien is het
dit Dickens maakte Pickwick hu
moristisch, dc andere figuren w a-
r e n hot.
En toch welk een tal van aardige,
fijngeteekende tooneeltjes heeft hij
ook in dat jeugdwerk Pickwick gege
ven. De oude Weller mot zijn vrien
den de koetsiers zijn gezamenlijk een
tooneeltje om te schilderen, dc histo
rie van juffrouw Burdell', die zich ver
beeldt dat Pickwick haar trouwen
wil, zich door schurken van zaak
waarnemers laat opzetten om hem een
proces wegens verbreking van trouw
belofte aan te doen en, wanneer door
Pickwicks vastberaden weigering om
zich te laten afzetten, het schoone
plannetje misloopt, zelf in dc gijze
ling komt voor de kosten, die zij aan
haar procureurs niet betalen kan
die geschiedenis is een kostelijke
vondst. Maar Dickens bedoelde daar
mee niet een grap alleen, het was
hem ook om verbetering van toestan
den te doen, die in het extra aan ouae
instellingen hechtende Engeland dik
wijls ellendig waren. F-en daarvan
was de Fleet, de gevangenis voor
menschen, dio hun schulden niet had
den kunnen betalen. En lees eens,
hoe Dickens het einde beschrijft van
een ongelukkige, die daar jaren lang
in dat somber verblijf achter slot en
grendel had gezeten, omdat hij niet
had kunnen betalen, wat hij schuldig
was.
„Er is hier geen lucht", zeide de
zieke met eene flauwe stem. „Zij
wordt hier verpest Zij was frisch,
toen ik die, vóór jaren, daar buiten
inademde, maar zij wordt heet en
zwaar, als zij binnen deze muren
Feuilleton
Het hiesi van den
taperwer.
Een roman uit de 17de eeuw.
Naar het Engelsch door
d o s c h r ij f s t e r van „do
Roode Pimpernel" enz.
24)
IIij wierp snel een blik om zich
heen. Segrave en Lambert, boido.f
met, hoogrood© kleuren, werden niet
inoeito van elkaar gehouden. Sir Mar-
maduko merkte mot eon harden glim
lach op, dat dó laatste blijkbaar liet
middelpunt van een vijandige groep
was, terv/ijl Segrave omringd was
door een gezelschap, dat met hem
sympathiseerde en dat schijnbaar
zijn best deed hem lot bedaren te bren
gen, maar dat hem In werkelijkheid
ophitste, door hun onbeteugelde ver
ontwaardiging tegenover den ander
te uiten.
Het lawaai van schrille stemmen,
van woordenwisselingen, van heftige
verwijlen word mets minder.
Over de menigte opgewonden aan
gezichten merkte Sir Marmuduke de
wijdgeopende, verschrikte oogen van
Editha dc Chavasse op. Zij luid het
ook gehoord. Met een licht gebaar
verzocht hij haar bij hein te komen,
en zoo spoedig als zij durfde, gaf zij
aan die roepstem gehoor, zich een
weg naar hem banend, zonder de aan
dacht van do menigte te trekken.
Houd je nu goed, fluisterde hij
zco gauw zij vlak bij hem was en
Leen hij den wilden angst zag in lede
ren trek van haar gelaat uitgedrukt.
Ga ongemerkt de kamer hiernaast
in... en laat de dour op een kier
slaan. Doe hei zoo stil' mogelijk....
nu... dadelijk.... wacht daar totdat ik
kom.
Weer gehoorzaamde zij hem, stil en
vlug, want zij wist wat dat woord
„llalt 1" betëekende, aan do deur
van haar huis geuit. Zi.i had het ge
hoord, evenals Sir Mannaduke, en
daarna het gebiedend tikken, het luid
roepen, een bevel gevolgd door het
geluid van een verschrikte en smee-
kende stem, die een zwak protest
deed hooren.
Zoo gauw Sir Marmaduke zag, dat
zij gedaan had zooals hij haar bevo
len had, voegde liij zich vastbesloten
bij het verwoede gezelschap, dat zich
om Segrave en Lambert verzameld
had.
Hij baande zich een weg tusschen
do andoren door en stond nu van
aangezicht tot aangezicht tegenover
den jongen man, aan wien hij juist
zoo n onherstelbaar onrecht had be
dreven. Geen gedachte aan medelij
den of berouw kwam in zijn geest op,
toen hij volkomen kalm en uiterlijk
zichzelf geheel meester, in weerwil
van den verschrikkeiijken doodsangst
in zijn Iia.it en geest op het knappe,
blozende gelaat neerkeek.
Lambert zei hij op brommen-
den toon, luister naar mij'.... Je ge
drag is hoogst ongepast geweest...
Mrs. Endicotl heeft ter wille van mij
al veel vriendelijkheid en considera
tie mét jo gebruiktals zij gehan
deld had zooals zij liet recht had te
doen, dan zou zij je door haar be
dienden huis uit hebben laten
zotten.... in jo eigen belong raad ik
je nu aan mij kalm het huis uit t©
volgen....
Maar dit voorstel wekte een hevig
protest van den kont van alle toe
schouwers.
Hij zal niet gaan 1 verklaarde
Segrave heftig.
Niet zonder achter te laten, wat
hij gestolen heeft, voegde Endieott er
bi|, zijn dikke stem boven liet rumoer
verheffend.
Lambert had geduldig gewacht,
terwijl zijn chef sprak. liet laatste
overblijfsel van een oorspronkelijk
gevoel van eer bi rei en dankbaarheid
hield hem in bedwang, anders zou
hij den verraderlijken lafaard in het
gezicht geslagen hebben. De hardheid
van Sir Mannaduke tegenover het ge
vaar en de onverdiende schande had
Lambert als een overstelpende ge
waarwording van teleurstelling en
eenzaamheid getroffen. Maar zijn
wreede beleedigingen brachten hem
nu tot wanhoop en dreven zijn sluime
rende verontwaardiging tot do spitv.
Een bli-k op het hoonond gelaat van
Sir Marmaduke, had hem verteld niet
alleen, dat hij geen hulp kon ver
wachten van den man, die hem m
zijn hulploosheid had moeten bij
staan, maar dat hij ook de oorzaak
en bron, de aanstichter van het ver
schrikkelijk onrecht en do onrecht
vaardigheid was, dio op het punt
stond een onschuldig man lu een af
grond van vernedering en onherstel
bare schande te werpen.
En dit was dus uw werk, Sir
Marmaduke de Chavasse, zei hij, zijn
triomfeerenden vijand moedig in het
gelaat kijkend, zelfs terwijl de aan
dacht van alle aanwezigen, dio hem
de hevigste verwijten naar het hoofd
slingerden, op hem gevestigd was. U
lokte mij hierheen.... U haalde mij
over t© spelen.... Toen trachtte u mij
van mijn eer en goeden natun t© be-
rooven, het eenige kostbare, dat ik
bezit.... Ik weet niet, waarom u hot
deed. maar ik zweer, dat uw afschu
welijke misdaad niet ongestraft zal
blijven
Stilte gebood Sir Marmaduke,
die de eerst© was, om op te merken,
welk een vreemd, bijna bovennatuur
lijk effect de groot© ernst en indruk
wekkende kalmte van den jongen
man op alle aanwezigen teweeg
bracht.
Segrave zelf siond daar zwijgend
en uil het veld geslagen, terwijl ieder
een onbewust ontsteld luisterde naar
dien onmisken baren toon van eerlijk
heid. die uit Landnut s stem klonk,
Neen maar ik wil niet zwijgen,
ging Richard onverstoorbaar vöoi
ik bon beschuldigd en :k heb het
recht to spreken.... U heeft mij ont-
eerd.... en ik heb het recht mijn eer
te verdedigen.... mijn onschuld t© be
tuigen... En nu zal ik dit huis veria-
ton. voogd© hij er luid cn flink aan
toe, want het is een scnandehjk ver
blijf
Hij wees naar de noodlottige tafel,
waarop een massa geld slordig lag
uitgespreid, terwijl het kleine loeren
tuschje, waarin zijn vijf kronen er
tusschen in lag.
Daar ligt liet geld, zei hij, zich
direct tot Segrave wendend, neem het,
mijnheer, want ik was nooit van
plan er een cent van aan te raken...
Dit zweer ik bij al wat mij heilig is...
Neem het zonder vrees of wroeging,
zelfs al dacht u zulke slechte dingen
van mij... en laat hij, die mij nu nog
voor een dief houdt, het nu in mijn
gezicht herhalen als hij durft.
Juist toon de laatstuitgesproken
Wóórden door de kamer weerklonken,
werd er luid op de deur getikt én èen
gebiedende stem beval
Open 1 in den naam van Zijn©
Hoogheid, den Lord Protector van
Engeland
In dé doodelijke stilte, die hierop
volgde kon het brommen van een
vlieg, het spu teren van waskaarsen
duidelijk vernomen worden.
Bij het geluid van die gebiedende
stem schenen plotseling opgewekte
driften tot rust te komen, iedere wang
verbleekte, on mannelijke handen
zochten instinctmatig het gevest van
hun zwaard, terwijl kanten zakdoe
ken haastig tegen bevende lippen ge
drukt worden, om de kreet, van
schrik te smoren, die in vrouwelijke
kelen was opgeweld,
Open uit naam van Zijne Hoog
heid, den Lord Protector van Enge
land.
Mrs Endieott zag zoo bleek als
was, haar echtgenoot greep haar pols
als in een vui6t van staal, om door
liet te voorschijn roepen van lichame
lijke pijn haar tegenwoordigheid van
geest levendig te houden.
En voor de derde maal klonk het
luid van achter de deur
Open 1 in den naam van Zijne
Hoogheid, den Lord Protector van
Engeland
Nog altijd dio doodelijke stilte in de
kamer, alleen afgebroken door den
vast© stap van Endieott, die d© deur
ging openen..
Tegenstand zou erger dan nutte
loos geweest zijn. D© deur zou heb-
Len toegegeven hij den eersten slog.