NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. 29e Taargang. No. 3789 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. donderdag '5 februari 1912 b HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: Vnnr Hmrioni PER °RIE MAANDEN: M»Van 1—5 re8els 50 Cts-! iedere re8el meer 10 Cts- Bllifcn l>et Arrondissement voor naariem - f i.*u a Haarlem van 15 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent Der repel Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. P 8 riAnr M^óriónHAdvertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland"I'S,, jMÉnVVfb 50 Cts. voor 3 plaatsingfn a contant. B per pnuisin., Afzonderlijke nummers0.02 H j, <3* V r» j i- i j i Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. 2j» de °mstfel<en en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau"^Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 1493 Als tasschend8kspassagler naar Amerika. IL Van de zeezieken bleven na dien eersten nacht, zoo vertelt Kart Aram verder in de „Gartenlaube" veertig of vijftig drie of vier dagen en nach ten eenvoudig in bed liggen Aanvan kelijk zou men gezegd hebben wie er eenmaal aan gewend is, vindt die slaapzaal niet erger dan de cliambréc in de kazerne. Nu bleek evenwel het onderscheid. Tusschendekspassagiers waren geen soldaten, maar passa giers. 'lio men niet met geweld van hun stroozak af kon jagen. Hielp vriendelijk of krachtig toespreken niet, dan moest men hen laten liggen waar zij lagen. Begrijpelijkerwijs bleef niemand langer beneden, dan hij moestwel was er tusscliendeks ook nog een Tookkamer, maar die werd altijd in genomen door rookendc en spuwende Polen en Slowakon, zoodat die even zeer werd gemeden. En op het tus- schendek zelf lagen de vrouwen en kinderen, die appelen, sinaasappelen en meegebrachte uien aten en den afval eenvoudig om zich lieen wier- pen. Twee lichtmatrozen, dio om do vier uur werden afgelost, hadden voortdurend werk, om don vuilen rommel te verwijderen, wat zij dag aan dag met onveranderlijk© onver schilligheid deden. 's Morgens om vier uur stond Aram al op, om bij het wasschen onder de eersten te zijn, want don zag liet waschlokaol er nog dragelijk uit. Daarna moest men, op de maaltijden na, bijua onafgebroken tot acht of negen uur des avonds op het dek staan (op de banken zitten durfde geen Duitscher, uil vrees voor onge dierte) of in de smalle gangen tus- schen rookende, snoepende en spu wende mensehen in. Op den duur was dat een moeilijk to verdragen kwel ling en ze zou zeker niet uil te hou den zijn geweest, zonder een levens- lustigen, vroolijken medepassagier. Toch is ook deze eens boos geworden. Dat was. toen een Amerikaansclie dame uit dc eerste kajuit eerst een paar oude handschoenen en daarna een oude kous op ons naar benedon wierp, zooals men wel doet in een berenkooi, om do wilde dieren aan te hitsen. De anders zoo vroolijko mede passagier werd zóó woedend, dat hij den lieelen rommel in een bul samen pakte en dien de dame vlak in het gezicht wierp. In het lusschondek. heeft zij zich niet meer vertoond 1 Soms als het donker werd donsten de lichtmatrozen op dc muziek van een harmonika en een trommel. Op den namiddag vóór den laatsten nacht aan boord kwam zelfs dc kapel van het schip op het tusschendck, waar van do passagiers zeer vereerd waren. Maar do muzikanten speelden con certstukken, zooais zij dat in dc eerste kajuit gewend waren een vlotte wals of een flinke marsch zon dc passa giers van het tusschendek beter bo- vallen zijn Dat waren lichtpuntjes in do toe nemende verveling en vermoeidheid. Anders stond men maar en telde de uren, nu en dan een poging doende om eenigo schreden te loopen. Een oude matroos, die al dertig jaar lang tusschen Bremen en New-York voer, gaf deze meening ten beste„Wie niet sterk en niet volkomen gezond is, heeft het in Duitschland door do fondsen en verzekeringen beter, do anderen hebben het beter in Amerika. Maar", voegde hij er zuchtend bij, „wie houdt zich niet voor sterk en gezond, wanneer hij jong is 1" Het regende, maar niemand week van het dek. Na den regen kwam er mist opzetten, die voortdurend dich ter werd, en waarvan de vochtige wolken letterlijk door alle kleeron heendrongen. Wel driehonderd men- schen drongen samen op het tus schendek, bleek, vermoeid en ver stijfd. Daar klonk opeens hoog boven onze hoofden een oorverscheurend, gillend brullen de misthoorn, die sinds lang geen hoorn meer is, maar een stoomfluit. Do kinderen schreeuwden het uit van angst en moesten naar boneden worden gebracht, daar het' brullend gegil hun in den letterlijken zin de stuipen op het lijf joeg. Sommigen staarden recht voor zich uit, met de vingers in de opren, om het geluid niet te hooren. Jonge meis jes begonnen plotseling hardop te lachen. liet was of een paniek nader de, dio door een verdacht gedruisch, een on versta opbaren roep kon wor den uitgelokt. Stipt en eentonig brulde de mist hoorn, om do minuut, en het was, of de hersenen meedreunden. De pauzen tusschen het gebrul schenen langer to worden, men hoopte, dat het uit zou wezen, maar dan opeens barstte het weer los en kromp ieder voor het af schuwelijk geluid in elkaar. Het werd donker. Tien uur lang had nu dit iiselijke brullen al geduurd, elke minuut zes seconden lang. Om van het geluid eenigo afwisseling to hebben, begonnen enkelen een luid gesprek, maar onmiddellijk werd er stilt© bevolen. Op do commandobrug moest men met alle inspanning luis teren, of niet de misthoorn van een ander schip antwoordde. Zwijgend en onbeweeglijk stonden, zaten, hingen driehonderd tusschen- dekkers in de smalle ruimte bijeen en wanneer iemand zachtjes een opmer king wilde maken, snoed het gillend brullen die om zoo te zeggen midden door. Eenigo vrouwen gingen naar beneden, omdat zij het geluid niet meer verdragen kondenanderen schreiden, krompen telkens als het terugkeerde in elkaar en slopen ein delijk naar bed. Toen Kurt Aram be neden kwam, sliepen alleen de vier kerels, die met geen mogelijkheid uit hun bed te krijgen waren. Andoren zaten, geheel gekleed, op hun bed. Eenigen stonden met elkaar te fluis teren. De misthoorn klonk hier meer gedempt, maar te hooren was hij toch en zoo hieven do menschen in de eigenaardige zenuwachtige spanning, dio allen, ook den sterkste, aangegre pen had. Men verdrong zich om den zaal wachter, die fluisterend akelige his tories vertelde van aanvaringen tus schen schepen, die evenwel ten slotte toch nog goed afgoloopen waren. Maar de meesteil gaven meer acht op wat de man van do botsing, dan van do redding vertelde en hij scheen zelf weldra ook te gevoelen, dat zulke ver-! halen, hoe goed die ook bedoeld wa ren, juist niet er toe bijdroegen om de rei-zigors te kalmeeren. Daarom pro beerde hij het op een andere manier, i door namelijk .alsof er niets aan de hand was, den vloer met zand te be strooien ©n daarna op te vegen. Toen hij naar boven ging om het vuil over boord te werpen, liepen de angstigsten hem zacht achterna waarop hij zich omkeerde en boos zei„weest maar niet bang. ik loop niet weg gij be hoeft mij niet als schupen na te loo pen, gaat liever naar bed." Maar zij draafden hem toch achter na, tot zo doodmoe waren en in bed kropen. De misthoorn brulde door, precies om de minuut- De zeo was nu vrij kalm, maar de ijzeren stangen sche nen zich te bewegen en overal te kraken, de houten plankon leken zich togen elkander te wrijven men kreeg den indruk, alsof het schip in het volgende oogenblik uit do voegen zou raken, als een armzalige sigarenkist, waarop men drukt. Het tusschendek ligt in den voorsteven, bij een aan-j varing zou dat er het eerste aan toe j zijn. Eon van de passagiers ging i recht overeind in bed zitten en zocht naar zijn reddingsgordel. „Laat dat. landsman", riep de oudo matroos, „zoover zijn we nog lang niet I" Maar ook ónderen deden hetzelfde. Hit an dere lokalen hoorde men kinderen schreien. De angst greep allen in het hart, de vrees voor een gevaar, dat niemand zien, noch afwenden kon. Opeens richtten eenigen zich op. Was het een vergissing'? Of brulde inderdaad de stoomfluit niet meer? Allen luisterden ingespannen... inder daad, het akelig geluid had opgehou den, wat in deze stemming lie toeken- j do het gevaar, de pijnlijke, verlam- mende spanning was voorbij. Zoo goed als in dien nacht had nie mand te voren aan boord geslapen en den volgenden dag hcerschtc er een bijzondér opgewekte geest, daar men binnen 24 uur te New-York voet aan wal zetten zou. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht De Engelsche troonrede en de verhouding tusschen Engeland en Duitschland. Gisteren heeft de koning 't parle ment geopend. Ia de Troonrede wordt allereerst gewezen op de voortdurende vriend schappelijke betrekkingen tot andere mogendheden. (Do algcmeone uitdrukking, die eigenlijk bitter weinig zogt Ongelukkigerwijze duurt de oor logstoestand tusschen Italië enTur- kije nog voort- Engeland is bereid, zoo de omstandigheden daarvoor gun stig zijn, zich met andere mogendhe den te verbinden voor een bemidde ling, die tot het eindigen der vijande lijkheden zou kunnen leiden. (Een heel vage toezegging I) De troonrede maakt melding van den toestand in Peraië, en spreekt de hoop uit, dot de crisis in Cliiria een bevredigende oplossing zal krijgen, in overeenstemming met de meeningen van het Chineesche volk. Sprekende over zijn bezoek aan In- die, zei de Koning dat dit bezoek een bewijs leverde van dc schitterende toewijding en do loyauteit van dc vorsten en het volk van Indië. De spontane betoogingen van loyauteit van alle klassen der bevolking hebben ons diep getroffen Met zorg zoo vervolgde Z. M. voorzie ik do ernstige mogelijkheid van geschillen tusschen werkgevers en arbeiders in Engeland, en ik hoop vurig, dat een verzoenende geest aan beide zijden zal heerschen. on eon ontwikkeling van het geschil zal wor den voorkomen, die een ernstige» in vloed zou hebben voor den handel van het land en voor het welzijn van het volk. De troonrede kondigt dan onder an dere wetgevende maatregelen aan de indiening van de Home-Rule-wet voor Ierland. Veel nieuws bracht de Troonrede dus niet. Maar 't debat was belangrijker. In antwoord op een vraag legde de mi nister-president Asquith een verkla ring af, omtrent de betrekkingen tus schen Engeland en Duitschland. llii zei, dat het ongetwijfeld een be treurenswaardig feit is, dat de tradi- tionneelo gevoelens van vriendschap en welwillendheid tusschen de twee landen in den jongsten tijd ernstig, hebben geledon en dat er een atmos feer van wantrouwen is ontstaan. Legenden, die in andere1 tijden als ongeloofelijk zouden zijn beschouwd, vinden thans in ruimen kring ge loof. „Naar ons wordt medegedeeld zoo verklaarde de minister zijn een groot aantal Duitéchêrs vast over tuigd, dat wij op een zeker oogenblik in den zomer of den herfst van het vorige jaar dachten over een inval in Duitschland, of zelfs reeds toebereid selen daarvoor maakten. Dit is een bloot verzinsel de be wegingen onzer vloot hadden aller minst een uitdagend karakter. Zoowel de Engelsche als de Duitsche regeering koesteren den Innige n wensch tot een betere vor standhouding te kom en. En nu bleek ons in den loop van dc vorige maand, dat het bezoek van een Britsch minister te Berlijn niet on welkom zou zijn en liet bereiken van ons gemeenschappelijk doel zou be vorderen. Lord Haldane zou in allen gevalle binnen korteren of langeren tijd voor aangelegenheden in verband met de commissie voor de Londensche uni versiteit naar Berlijn gaan, en wij achtten het nu wenschelijk, dat hij zijn bezoek zou verhaasten en ge bruik maken van de gelegenheid, om vriendschappelijke en vertrouwelijke gesprekken te houden met do leiders van do Duitsche staatkunde Dit was een afwijking van de con- ventionneele wijze van doen aan bei de zijden zag men evenwel in. dat de ze wijze meer aan de openhartigheid in de verklaringen en mededeelingen ten goede zou komen dan deftig© di plomatieke onderhandelingen. Deze onderhandelingen z ij n uitstekend geslaagd. Er heerschte een volmaakte vrijheid van spreken en open hartigheid in de verklaringen omtrent vrijwel allo punten. Het feit alleen, dat eon dor- gelijkc wisseling van gezichtspunten onder dusdanige omstandigheden ge voerd kan worden, moest de achter docht doen verdwijnen, dat de eene regeering aanvallende plannen koes tert jegens de andere. Dit zou op zich zelf reeds als een groot voordeel te beschouwen zijn. Ik ben evenwel over tuigd, dat de onderhandelingen meer dan dit negatieve resultaat hebben opgeleverd. Ik kan nu niet in nadere bijzonderheden treden, maar wel mag j ik zeggen, dat gedurende het bezoek van I.ord Haldane duideliik gebleken is. dat van beide zijden 3e oprechte wensch wordt gekoesterd om op bete ren voet te komen, zónder dat eeniers- zins de speciale betrekkingen, in welko een der partijen tot andere mo gendheden staat, worden opgeofferd of op den achtergrond geschoven. In dien geest overwegen thans beide re geeringen nauwlettend, hetgeen prac- tisch mogelijk zal zijn. (Toejuichin gen.) Dit dc Duitsche politiek. De verwachting komt uit. Tot voorzitter van den Rijksdag is gistermiddag gekozen de vrijzinnige afgevaardigde Kampf met 193 stem men, 173 stemmen, afkomstig van de conservatieven en het centrum, wa ren blanco uitgebracht. De heer Kampf nam dc benoeming aan met de volgende bewoordingen „Ik ge voel mij verplicht, de benoeming te aanvaarden". In de plaats van dr. Paaschc (den nationaal-liberaal) werd gekozen tot tweeden vice-president de vrijzinnige afgevaardigde Dove, met 194 stemmen. Nu waren 1G4 stemmen blanco uitgebracht. Ook Dove nam de benoeming aan. De Rijksdag is dus voorlöópig tot werken bekwaam, 't Gevaar voor ont binding is dus voorbij. Maar. dat is slechts een presidium voor 4 weken. Wat dan Gisteren heeft de Rijksdag wat over financiën gehandeld. De Rijks kanselier betoogde, dat 't rijk met alles zuinig moet zijn, behalve met uitgaven voor leger on vloot, 2 mil- lioen mark zal nog extra aangevraagd worden "voor de versterking van de luchtvloot. De oorlog tnsscliep Italië en Turkije Weer eens een bombardement. Een Italiaaoflcli oorlogsschip bombardeer de Sheik-Said. 28 schoten werden ge lost. 't Resultaat van de besprekingen tusschen den Italiaanschen minister president en den opperbevelhebber dor llaliaansche strijdmacht in Tripo- litanië, generaal Canova, blijkt t6 zijn, "dat de regeering den militairen leider haar geheele vertrouwen weer hoeft geschonken, zoodat hij spoedig naar Afrika zal terugkeer en. En zal hij nu actiever optreden 't Schijnt van wel, want binnen cenige dogen zal een flinke voorraad krijgsmateriaal naar Tripolitanië verscheept worden, o. a. 60.000 gra naatkartetsen. 20.000 projectielen voor 21 c.M. houwitsers en 20,000 handgra- naten. In de werkplaatsen te Floren- I ce wordt met koortsachtige!) ijver ge- i werkt aan den bouw van 25 gepant- j sordo spoorwegwagens, die met snel- vuurgeschut worden bewapend, en bestemd zullen zijn voor de verdedi ging van den in aanbouw zijnden spoorweg Tripolis-Ain-Zara. Ook de luchtvloot zal worden uitge breid. Er zijn in Frankrijk bestellin gen gedaan voor een nieuw soort vliegtuig, „muitlplaces" genaamd, waarmede verschil lende personen te gelijk kunnen opstijgen. Een industrieel te Genua heeft aan de regeering een door liem uitgevon den apparaat geschonkenwaarmee binnen twee minuten twintig bom men kunnen gestrooid worden over een oppervlakte van 400 vierk. meter. Onze Lachhoek Een onderwijzeres is bezig met haaf klas to loeren wat ©en meervoud en wat een eonhod is. Zij neemt dingen, die voor do hand liggen, een liniaal, eon bock, een bloem en een appel. Dat zo reide zij zijn eenheden. Doch nu schilde zij den appel eii hield de schil omhoog. Wat is dat nu?... Een oogenblik st'J'e. Toen komt de stem van Jantje uit den hoek. De huid van een eenheid, Juf' KLEURWISSELING. Ik heb dikwijls opgemerkt, dai bij ki'ndcren de kleur van de oogen afwisselt. Ik bij volwassenen. Mijn vriend f/Odewijk had vóór zijn trouwen don kerbruine oogen, nu heeft hij dikwijls blauwe oogen. De rust in Turkije blijkt langzaam aan terug te keeren. De staat van be leg zal met 1 April opgeheven war- De Cblneesche republiek. j Dezer dagen werden, zooals men i weet, do edicten uitgevaardigd, waar- bij aan de wereldlijke heerschappij der Mantsjoe-dynastie, na een be staan van 207 jaren, een einde wordt gemaakt. De tekst van een dier merkwaardi ge besluiten luidt als volgt „Wij, do Keizer, hebben eerbiedig- lijk hot volgerwie besluit van 1-Iare Majesteit d© Keizerin-Weduwe in ontvangst genomen „Tongovolgo van den opstand van het repnblikoinschc leger, di© onder hot volk in de provinciën weerklank vond, zieddo het rijk als ware het een ketel met kokend water gevuld en was hot volk in ellende gedompeld. Yoean Sji Kai gelastte daarom do zending van commissarissen, om met de republikeinen te beraadslagen over het bij een roepen van een Nationale Vergadering, dio over den regee- ringsvornï zoude hebben te beslissen. Maanden verliepen zonder dat eene schikking tot stand kwam. „Het is nu duidelijk, dat de meer derheid van het volk een republiek begunstigt on uit de voorkeur van de harten des volks is de wil des He mels af t© leidon. Hoe zouden wij on9 tegen de wenschen van millioenen kunnen verzetten tor wille van der roem van eene familie? Daarom dra gen de Keizerin-Weduwe en de ltei zcr de souvereuniteit over op het volk. Dal Yuean Sji Kai, met volstrekte vol macht, oen voorloopt# republikeinse!* bewind samensielle en met de repu blikeinen beraadslago over dc midde len om eene vereent ging tot stand te brengen, welke den vrede van liet rijk zal verzekeren, en om een grooto republiek in tiet leven te roepen, die Muotjoes, Chineezeti. Mongolen, Mo hammedanen en Tilibetonen tot een geheel zat vormen." De Chineezen zijn wel een vreemd volkje 1 Jooun Sji Kai heeft een schrijven ontvangen van dr. Sun Yat Soa, den vertegenwoordiger der republikeiu- scIms regséring te Nanking, berich- tonde de ontvangst van het keizerlijk bosluit Hij verklaart daarin, dat de vereenigde republiek de benoeming van een urgunisateur der republiek door een keizer uit de Ming-dynastie niet kan erkennen en verzoekt Joean Sji Kai onmiddellijk naar Nanking to komen of een gevolmachtigde daar heen to zenden. Van Kunst en Kunstenaars. XXXIV. Voor een werkelijk intoressante ton- toonstellmg van moderne Engelschö sclvildcr-lithografep, gedurende Fe bruari in de mooie zalen van Pulchri Studio in den Haag gehouden, wus d© belangstelling, laten we gerust zoggen, gelijk iyil. Wanneer Wij doz© dagen het1 gebouw binnenliepen, was er geen bezoeker te bespeuren en nu, bij liet ©indé der expositie zij sluit Zondag a. s. was nog voor geen dubbeltjo financieel succes voor de ex poseeronde artisten te boeken ge weest. Dut is geen bemoedigend verschijn sel voor hen, wie prentkunst ter har te gaat en is tevens geen brevet van juist inzicht bij het kunstlievend pu bliek, dat straks op allerhande gefin geerde veilingen op de meest uiteen- loopendo mediocriteiten waar een kleurtje op zit zal gaan zitten bie den tot bedragen, waarvoor al leen reeds ©en aardige basis voor een goede graphische collectie kou gelegd worden. Doch nu het feit er eenmaal toe ligt, en verzamelaars als wijlen Dr. Hu- bert tot dc zeldzaamheden zullen blij ven behoor en, hebben wij ons, als verslaggever daar eigenlijk niet ver der druk over to maken en. kunnen volstaan met .te vertellen, wat moois er was en wat' de Haagsche kunstwe reld niet is gaan zien. Nu dan .Er waren een twaalf do zijn oorspronkelijke steendrukken to zien, vervaardigd door leden dor Lon densche Serie folder Club. Tot deze kunstenaarsvereeniging behooren do meest beteekenende Engelsche schil ders van lieden, voor wie de zwart- en-wit kunst groote aantrekkelijkheid hooft, en die zich hier speciaal met 't door Aloys Senevelder gevonden h- thographisch procédé bezig houden. Frank Brangwyn bijvoorbeeld, wiens naam als etser een wereldvermaard heid hoeft, leert men hier ook als li thograaf kennon. Ook hierin toont zich de professor der Kensington Art School een artist, die zijn metier bo- heerscht, al zijn voor mijn gevoel zijne etsen een hem scherncr typee rend graphiker. Hij is hier slechts met enkele bladen vertegenwoordigd geweest. Belangrijker, zoo niet van de verzameling het belangrijkst, is Jo seph Pennell, wiens eisen sterk on der Whistler's invloed, al eens vroe ger, eveneens in Pulchri to zien wa ren. Pennell is clc lithograaf bij uit nemendheid .Hij houdt zijn work zui ver, vrij van alle trucs on maakt af drukken van zijne steenen, die het fluwcolige van houtskoolteekonïngen bezitten. Ilij gaf vroeger reeds im pressies van het drukke loven en de torenhoog© huizen dor New-Yorksche zukonmenschen. Hij weid do etser der skyscrapers. Later is hij naar an dere oorden van don arbeid getogen heeft den bouwarheid der Romeinen on het zwoegende mijnleven in de Bo- rinago geteokend, fabrieken in Chica go cn N.-York'en 't restaureeren van do Campanile te Venetië gadegeslagen Ook in Holland is hij blijkbaar ge weest jammer, dat dit de minste prent zijner inzending wasKlaar blijkelijk heeft hij hier nieta van zijn gading gevonden, ©n hoewel hij anders steeds topogrnphiscli juist is ditmaal uit zijn herinnering aan de omstreken van Schiedam en Rot- terdam, een compositie in 't leven ge- roepon, die Yan een „Usino en Hol land©" oen indruk geeft, als hadde hij het Haagsche Binnenhof omzoomd1 met wind- on watermolentjes gezien. Vermoedelijk toefde Pennell te kort in ons land, om het karakter ervan vol doende to vatton en zij liet op zijn wijs vast to loggen. Amerika is hein vertrouwder en Le Pont, de reusachtige brug over den river (New-York aan'den achterkant) is een prachtblad, liet geweldige van den bouw en d© spanning, de zwieping der constructie is in elegant-sterke lijning neergeschreven. Picturaler i3 „le Lac do Feu", ©en der Bel&ïsclie onderwerpen, een volle prent, met prachtige zwarte vakken, dof-zwart tegen schitter-zwart, kleur op kleur. Ilcél mooi. Charles Shannon is een ander ar tist, van niet minder reputatie. Doch wiens reputatie, dank zij het com mercialisme in do kunst, misscliien onbewust© aanleiding tot verslapping soms werd. Als ge van hem zijn vroe ger werk wel eens zaagt, zijn „Mode- Ier" txf tho „House of Dahla", welke prenten al voor jaren door Wedmore geroemd worden, dan 1 tobben zijn huidig© prestaties veel van die lenige spanning der lijnen verloren en is de elegantie van een logger gehalte ge worden. Er is nog veel moois aan de-1 coratieve vulling en compositie in, doch het is niet zoo euergisch, zoo pittig als vroeger werk. Alleen eoi) zelfportret heeft dat lenige nog be houden. Shannon's inzending is een eigenaardig voorbeeld van het telkens weer vertoonde geval, hoe een van huis uit bijzonder artast, door succes- son daartoe gedreven,, zichzelf her haalt én al doende den kern kwijt raakt. Tot hij weer eens iets nieuws friecli aanpakt en dan vaak weer de oude wordt. Wanneer ik nu ook nog Alphonse Legros genoemd heb, van wien echter slechts eeuige bladen aanwezig na ren, dan zijn de namen, die in Hol land althans ©enigszins bekend ver ondersteld mogen worden, genoemd. Zal ik u nog verder vermoeien met nieuw© namen? Zeggen dat Jacksou, Ethel Gabain, John Copley, zeer knajv pe technici zijn met meerdere of mindere oorsbronkelijkheid. Liever ware het u wellicht de dingen zelf te zien ©n ik ben de eerst© om toe t© ge ven dat daarin de eenigo weg tot ap preciatie te vinden zou zijn. Doen men is in Haarlem zelf zelden in staat iets bijzonders t© zien op schilder laat staan graplüscli-gebied. Verleden jaar vonden wij overal1 circulaires van een „Haarlemsche Kunsthandel" in wor<ling. Waar blijft, deze? Is do ondernemer afgeschrikt ©n te ruggekomen van zijn koen voorne men? 't Zou jammer zijn Yoor Haar lem in hoofdzaak. De vijfde stad des Rijks staat hierin nummer nul. (Do aardige en hoogst Intéressant© feest- tentoonstelling van '„Kunst zij ons Doel" vergeet ik natuurlijk niet, doch ze was oone te zeldzame uitzonde ring). Gewoonlijk hoort men tegen werpen, dut do onmiddellijke nabij'- hoid van Amsterdam etc. etc. En dit doet me denkon aan de tentoonstel ling die daar, in Suasso, door August Lo Gras on Jolian Gebhard gehouden wordt, en dio wij ook 'gaarne hier momoreeran; onder voorbehoud er wellicht nog op terug t© komen. J. II. DE BOIS. 12'Febr. '12.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5