NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
29e Taargang. No. 88'1
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DINSDAG 12 MAART 1912 P
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN A D V E R T E N T I N:
per drie maanden: ^an regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem- 1-20 Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen m den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der PCTBij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)1-30 Af Advertentiön van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing:
Franco per post door Nederland1.65 W& fSffilESf, 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant.
cSS Zondagsblad, 'voor Haarlem I 03Tli l Redactie en Administratie: Groote Hontstraat 53.
„de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnunmiêr der Redactie 600 en der Administratie724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zinder Buitenspaarne i2. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
TWEEDE READ.
Brieven uit Ned. Indië.
Soevabaja, 6 Februari '12.
In m'n laatsten brief schreef ik
óver de warmte die mij te Scmarang
verwelkomde bij nTn aankomst al
daar. doch hie'rbij moot. vermeld wor
den, dat ik lïit de bergstreken komen
de, natuurlijk verwend was op dat
punt; wel kan het nu wij hier den re
gentijd hebben 's morgens verbalend
wam zijn, om 's middags plotseling
met zware regens*stork af te koelen,
zoodot er op 't oogenblik hier veel
mensehen verkouden rondloopen. Sa-
tnarang is zooals i1- schreef, de derde
groote stad van Ned -Tndic, ook wat
betreft den handel v- het vr m
vertier komen hier vrijwel overeen
met Socrabaia en Batavia Men heeft
h fl'nko handelshuizen, waarvan
verscheidene filialen rijn van in Ba
tavia en Soerahaia gevestigde frma's:
voorts zijn er een paar zeer goede ho
tels, en de 14 dagen dat ik in een de
zer vertoefde, het) ik daar een zeer
aangenaam verblijf •-•'•ad. Voor .n'n
lezers die Indië nog nooit zagen, is
het geloof ik wel de moeite waard om
zoo'n Indisch hotel eens even to be
schrijven. Stel u niet voor een ge
bouw met 8 of 10 verdiepingen, zonale
In Europa, doch oen hoofdgebouw
gelijkvloers, soms bij de nieuwe ho
tels is er wel eens cAn ver<b ag bo
venop gebouwd doch dat is dan al
léén boven het hoofdgebouw; verder
strekken zich achter 't hoofdgebouw
Lange, lanen y.it, met zijstraten, die
dus op zichzelf een dorp voi •"•en, en
dat is dan liet hotel. Al die lanen en
stralen zijn bebouwd met kleine 'pa
viljoens, naast elkaar, meestal be
slaande uit: slaapkamer en voor
galerij, soms is er nog wel eens een
badkamer bij. Sommige groote !s
zooals in Batavia, hebben ook wel
hun z.g. villa wijk, waar kwin® apaVt
staande villaatjes gebouwd zijnAVoont
mén dus aan den achterkant van een
van de groote hotels •Hri Is het eeni-
ge minuten lamoen voor men in het
hoofdgebouw komt, alwaar mee 'al
de eetzaal is. Zoo na 5 uur, wanneer
de meeste mensehen hun Utj. ge
knapt hebben liggen zij allen in hun
voorgalerij op den luien stoel nog
even na te denken over hot aange
name van zoo'n middagslaapje. Ove
rigens doet zoon ndisch hotel mij
wel eens denken aan een paarden
stal1. Elk appartement won' van het
volgende gescheiden door een tus-
schenschot, dal nog eenige ruünte
voor passage laat. Alle luiestoelen
z'jn voor do kamers symmetrisch ge
plaatst, en op eiken stool lig een be
woner. Boven de deur der kamer leest
men het nummer, en al deze factoren
komen Vrijwel overeen met den ouden
paardenstal van de Amsterdamsche
omnibusmaatschappij, waar ook met
tusschenschotten elke knol z'n apar-
tement had met dit onderscheid dat
een luie stoel ontbrak. In zoo'n In
disch hotel i 't leven anders vrij hui
selijk, je buurman komt zoo eens
even achter 't schoLje om, een praatje
maken en jc gaat zelf aan den over
kant van de straat bij een overbuur
op bezoek, tusschen 2—5 uur zelfs ,,én
négligé', in slaapbroek en kabaya.
Het eten in de gToote hotels is goed,
niettegenstaande dé hoofdzaak toch
uit blikgroenten en vlooseh bestaat
uit Holland en andere landen inge
voerd. Ik las nog een aa'rr'ontboe
zeming van oen van de journalisten
en steunpilaren van de „Locomotief",
het te Semarang verschijnend dag
blad, wat ik om de curiositeit hier
onder laat afdru' ken;* cr zit veel
waars in want ik zelf heb in con van
de binnenlandsche hotels aan t dinér
woel eens zitten rillen van de klapper
olielucht, die uit de schotels kwam:
Binn e.n plaats-hotel.
Haast op ieder binnenplaatsje,
Is een binnenplaats-hotel.
Zoo van binnen als van buiten
Volgens 't binnenplaats-model.
Hondenhokken, kippenloopje,
Varkensstal en wildernis,
Dat tot ééné pc®ninatie
Financieel vereenigd is.
Planken brood met klodders botér,
Kaas die heftig transpireert,
-Koek die Leeft, en visch, die dood is,
Wordt er 's morgens geserveerd;
In je koffie zwemmen beestjes,
In jo the© drijft vuiliglïGjidt
Ee'r je nog iets hebt genoten,
Ben je al jc eetlust kwijt,
's Middags -krijgt je klapperolie,
Ver-der rijst met friklcadel,
Plus een zenuwzieke ajam 1)
Met een homp karbouwenvel,
Eind lijk sajoer 2) en als sambal, 3)
Nog wat onbestemd gedoe
En is dat in je bezonken,
Dan weer klapperolie toé.
's Avonds Europeescho tafel...
Soep, een hoogst exotisch nat,
Dat je 's middags hebt zién scheppen
Uit bet een of ander bad,
Vleesch en groenten uit een blikje,
Daarna pisang, met café.
En des Zondags weekrestantjes,
Als hors d'oeuvres var i és.
Dan verkwikt en welverzadigd
Drink jo nog een whisky-split,
Waar een smaak van ouwe klare
Of petroleum aan zit.
En ten slotte ga je slapen,
Op een drie-persoons-mati as,
Onder iets, dat lang geleden.
Een bejaarde klamboe 4) was.
1) kip, 2) groenten, 3) Lombok e.a.
gepeperde gerechten.
4) Gordijn om 't bed, om d© muskie
ten er buiten te houden.
Opgefrischt en aangesterkt...
Mug en maag ten spijt!
Slijp je 's morgens veer jo tanden
Op jo smakelijk ontbijt...
En ten slotte resumeerend
Over 't binnenplaats-hot
't Lijkt van buiten op h mestfaalt
En van binnen op een hel.
De auteur hiervan is Brammetje"
en ik'moet zeggen, hij heeft (do betere
niet te na gesproken), wel eenigszins
gelijk, ofschoon dit successievelijk
door het toenemend toeristenverkeer
aan 't verbeteren is. Zoo pas uit
Etfropa komende, voel je je zelf In
zoo'n Indisch hotel unheimisch,
vreemd, absoluut niet thuis.
De aaukomst, b'diening, alles is
zoo heel anders dan in Europa. Kom
je daar in een hotel aan, dan zie je al
oen kwartier vodr je aankomst den
gérant in een hoc-k van 90 graden
staan, overal is hij bij, tot je goed en
wel in je kamer geïnstalleerd bent.
Hier,... zie je soms géén Europeuan,
hetzij eigenaar of Europeesch em
ployé, daar do mandoor (inlander die
't toezicht heeft over de andere Ln-
landscho belenden) bij aankomst
't nummer van de kamér zegt. en 't
overige aan den kamer jongen over
laat. Ik moet er wéér bijvoegen, in de
binnenlanden, daar 't op de hoofd
plaatsen tegenwoordig al vrij Euro
peesch toegaat. In Samarang was
hel hotel niet met lanen en straatjes
bebouwd, doch één reusachtig groot,
vierkant plein en daaromheen al de
paviljoens gebouwd, zoodat hier veel
lucht en licht was voorIndië een
van de grootste noodzakelijkheden:
Vlak bij Samarang, wórdt het zeer
heuvelachtig, daar wonen vele stede
lingen, Het heet daa'r. „Tjandiië" en
men heeft er boven op een van déze
heuvels een prachtig uitzicht; aan do
oenc zijde, het land met de bergen,
waaronder de Sindoi-o, en aan de an
dere zijde do zee en de haven van Se-
inaraaag, waar men 'dé ïiiaiJbooten als
kleine notendepjes ziet liggen. Hier
heb ik langen tijd naar zitten kijken,
bij een mijner kennissen op Tjandié,
wiens huiis, met 1 verdieping, op een
van de hoogten gebouwd,, uitzicht gaf
op al dit schoons. I.. zag op eon van
de schepen in de haven de vlag hij-
schen, ten teoken dat het vertrekken
zou, als een klein flodderig snipper
tje papier, terwijl ér af en tce eenige
rook uit de pijp opsteeg. Aan de an
dere zijde de bergen, h:e'r en daar in
de verte nevelachtig mot hun top in
de wolken; werkelijk een onvergete
lijk gezicht. Aan de landzijde zag ik
hier en daar Chinoesche graven te
gen de heuvels op, daar deze graven
dadelijk uit alles to herkennen zijn,
omdat ze in den vorm van een groot
hoefijzer gebouwd arden, waarvan
het midden don. grafkelder vormt.
Hier op Tjandie kreeg ik ook nog
vergunning den kunstig aangelegden
Feuilleton
Loengenieën
Serguy en Jules Debot of. zooals
zijn vrienden hem gewoonlijk noem
den „Bobo' waren sedert onheug
lijke tijden in een toestand aange
duid met de woorden „zoo har als
een spijker". Zc waren het in die ma
te, dat onder al hun konnissen geen
enkele zich kon herinneren, ooit go'd
bij ben te hebben gezien. Zo waren
elk langs verschillenden, maar niet
minder zekeren weg in dien toestand
geraakt.
Bobo had in weinige jaren zijn ta
melijk klein erfdeel vérloron, en Ser
guy had. eigenlijk nooit iets bezeten.
De noodzakelijkheid van een p'rettig
beslaan had beiden altijd vei'hindard,
een behoorlijk beroep te kennen, .«en
kende hun families niet; zo leefden
echter zoor good, kleed1- - zich ele
gant en verkeerden in de beste krin
gen. Zij waren ongeveer even oud,
tegen de veertig, en hun reputatie,
al zou die door e>. scheidsrechter
op 't stuk van eer niet in de eerst©
klasse worden gerangschikt, was nog
altijd benijdenswaard.
Een prachtig humeur, onuitputte
lijke vroolijklieid bezorgden hun vele
uitnoodigingen; successen en goede
relaties.
Dank zij hun voortreffelijke per-
tuin to zien van oen dér Chineesche
millionnairs, den heer Oet-Joe-Olam.
Dit vond ik werkelijk wel de moeite
waard. Er waren aardig© rotspar
tijen in gemaakt, met kleine, smalte
grof uitgehouwen trappen; van boven
had men een ruim uitzicht, beneden
kwam men aan een water, dat vol
visch zat en waar ik werkelijk wel
eens graag had willen bengelen. Ver
der behoorde bij dezen tuin een zeer
hooge heuvel', waarboven op een
waringjn boom staat
De weg cr heen is beplant met ko-
ningspalmen. Het eenige wat men
mist in den Indischen tuin, het zout
in 't eten, zijn bloemen Stel u Haar-
'envinér voor een tuin. weelderig aan
gelegd, maar zonder bloemen. Welis
waar zijn wij verwend, wij hebben in
het voorjaar in den zomer den herfst
onzen tuin vol bloemen, maar T moet
mij toch van *t hart, dat ik liever heb
mijn klein tuintje in Haarlem met.
bloemen, met deze kleurige kinderen,
die je opkweekt en verzorgt, dan zoo'n
weelderig met rotspartijen aangelegd
paradijs zonder kleur en afwisse
ling zonder bloemen. In de eerste
oogeitblikkeh valt zoo iets ons niet op
wij zien te veel nieuws, af die Oos-
teTscho palmen en planten die wij hi
Holland in de groote broeikassen wel
eens tegenkomen, die prachtige ko-
ningspalmen, de waringin boom d e
van al z'n takken uit weer wortels
naai- den grond laat groeien, de voor
den inlander heiligen boom; doch dit
aües vvilde 'er bij mij niet in, zonder
blpe^en.
Ei-'zijn er wél, doch weinig,, niet
zoo kleurig en fleurig als bij ous en
aan de meeste is absoluut geen geur.
De'eetnvig© natuur is zeer zeker mooi,
nooit verdord, altijd groen, doch voor
ons" Europeanen is hc-t toch schooner
te zien, 't verjongen vau de natuur,
de dorre boomen en struiken als t,
ware te zien herleven, een zacht, niet
te schel zonnetje dat de kleine bluad-
jeS "'koestert eii doet groeien, de ver
schillende kleine wilde bloemetjes die
in het gras wedijveren wie het hoog
ste groeit en de mooiste kleur zal
hébben. Do lichte doorzichtige goud
groene blaadjes zonder stof en vuil.
Den laatst en tijd ben ik bezig een
studie te maken van de muskiet „als
zoogdier", liet karakter van dit beest
kan Ik evenwel nog maar niet vatten.
In elk geval beschouw ik liet als niet
bruikbaar voor de samenleving, want
liet is een „bloedzuiger". Zoo 's avonds
als ik in m'n klamboe stap, hoor ik
al 't gegons, ik roep mn jongen, geef
hem eon vriendelijke terechtwijzing,
en een draai om z'n ooren, omdat hij
de muskieten niet goed verwijderd
heeft en ga dan zelf met m'n klamboe
aan. alle zijden gesloten „op jacht',
met een uit bladergroen tot een bos
saamgebonden slagzwaard. Allereerst
begin ik nu, met dit wapen om mij
heen te slaan, zoodat de vriendelijke
beestjes hier of daar tegen de klam
boe een goed heenkomen zoeken, en
dan begin ik knarseniandend met
zel'dzamen bloeddorst te moorden en
hoe meer bloed er dan vergoten wordt,
hoe meer voldaan ik mij voel, om dan
tusschen al deze lijken en bloedspo
ren mijn rust te zoeken denkt u
neen! Eén muskiet is er, één zeldzaam
gewiekste, die mij uil den slaap houdt;
waar deze parasiet, dit ongedièTte
zich bergt, weet ik niet, maar nau
welijks heb ik m'n oogen dicht go-
daan en val half in slaap ofzoem.
zoem... wat dèn te doen? Brullen!
Neon, dat is onbeschaafd wéér leg
ik mij neder, wéér zoemt het gedierte
om mij heen, tot ik eindelijk mij klei
ner voelende, dan dit kleine ongedier
te, mij gewonnen geef, en terwijl ik
hier en daar ader gelaten word, in
slaap, droomende van een wereldoor
log met bloedige gevechten, van vlie
geniers die muskieten genoemd woer
den en dat ik, ais reus als Gulliver
in 't dwergenland met een grooten
klapperboom in de hand ai die mus
kieten tracht to dooden.
Een dezer dagen heb ik statistieken
van m'n muskietenbeten opgemaakt:
linkerbeen van den enkel tot do groo
te teen 16 beten; rechterbeen van den
enkel tot de groote teen 28 beten. To
taal 44.
JOH. J. D. DE FREEZE.
soonlijko eigenschappen, vergaf men
hun de talrijke pogingen, om een lea
ning te sluiten, hun - nige hulpbron.
Want zij leefden werkelijk enkel van
die dielicate, echt Pa'rijsche manier
van geldleenën, welke men aanduidt
met „ér in laten vliegen", wat heel
iets anders is, dan gewoon 1 tienen
beide financieel© operaties behooren
wel tot dezelfde familie, maar er be
staat toch een karakteristiek onder
scheid.
Vraagt men bijvoorbeeld iemand
om een som gold, onder belofte, die
op een bepaalden termijn terug te
betalen, dan noemt men dat „leeneu",
vergenoegt men zich daarentegen er.
moe. een vriend oi nnis te vragen:
Kan u mij niet eon hond©- "u'den
geven? zonder zich op die een of an
dere manier te veilplichten tot terug
betaling, dan wil dte een dien andér
er in laten vliegen.
In de goheele wereld leent men el
kander weder keer ig en onder do.
meest varieerende uoo'rwuurden, maar
iemand ér in laten vliegen wordt al
léén te Parijs gedaan, en we' door lui
uit zekere kringen. En 't gaat zoo on
gedwongen, dat 't nog een heelo eer
lijkt voor den man, wien men zijn
geld afneemt.
Bobo en Serguy waren beiden mees
ters in die gevaarlijke kunst. Zij
hadden een vaste n hocte, door veel
jarige practijk beproefd.
De kracht van Serguy bestond hier
in het Juiste oogenblik te benutten,
wanneer hij iemand te pakken kon
nemen; hij wist precies, waar zijn
cliënt bij 't spel gewonnen had-, hij
sloeg het slachtoffer heimelijk gade,
hield hem niet lang op, md&r gaf in
enkele woorden zijn wensch te ken
nen. Hij was als een handig opera
teur. die met één 'ruk een kies trekt,
zonder vooraf zijn tangetjes te laten
zien.
Zijn triomfen waren talloos.
Bobo daarentegen was als oen bab
belachtige tandarts, wien "t er niet op
aankwam, een tand meer of minder
te trekken. Voor zijn vriendelijkheid,
zijn lachondo woorden openden zich
de beurzen vanzelf.
Beidie hoeren leidden een p'rettig
leventje, vrij van aüe pessimisme;
zonder zich geraakt te toonen, ver
droegen. zij een kleine teleurstelling
an vertrouwden op do talrijke toeval
ligheden van het lot. Zij hadden tij-
don 'gekend, die aan weelde grens
den; in liüii herinnering leefden
maanden, waarin ze zwelgden door'
speculaties la baisse. Steeds hoop
ten ze op een dergelijke heerlijke pe
riode; want hun lol liing af van: For-
tuna's grillen aan do beurs of in de
speelzaal.
Thans bevouden do vrienden zich
in tamelijk benarden toestand; alle
zaken kwijnden en beiden waren du
pe van dezen slechten tijd. Er kwa
men dagen, dat zij bijzonder slecht
bij kas waren. Zij aten in onneembare
restaurants en ontmoetten elkaa'r,
wanneer zij niet te din "-en gevraagd
waren, in een ordinair cafétje, waar
zo van gedachten wisselden over de
bezwaren van het leven te Parijs en
klaagden over de algemeen© duurte.
Toch bewaarden ze tegenover elkaar
een onberispelijke houding en wilden
elkaar wederkeerig wijsmaken, dat ze
bez.g waren te sparen, terwijl ze in
werkelijkheid wachtten op bete'rschap
in de zaken.
Een ongelukkig toeval wildé, dat
de moeste hunner klanten door een
schrikkelijke „deveine" vervolgd
werden. Do effectenmakelaar Blache,
die andere gooide met bankbiljetten,
had veel geld verloren; en Dick, die
anders altijd tot geven bereid was
geweest, had op de renbaan ongeloof
lijke sommen laten zitten. Hun beste
vrienden waren allen door diergelijke
rampen getroffen.
Éindelijk, teen Bobo op een nacht
doo'r do speelzaal slenterde, om als
gewoonlijk te hooren, wat er gebeurd
was, vernam hij, dat Boisgénel, een
heel net jongmcnsch, eon beginner
nog op het groene laken, de bank
had doen springen en dadelijk daar
na de zaal verlaten had.
Ijlings ging Bcho naar huis en gaf
order, hom om tien uur te wekken.
3 Morgens half elf belde hij al bij
dien gelukkigen winner.
Meneer Boisger.et is uitgegaan,
zei de knecht) maar hij zal wel gauw
thuis kcanen, meneer wacht middag-
gaston.
Goed, antwoordde Bobo, dan zal
ik wel in de rookkamer wachten.
Kalmpjes besron hij daar een krant
Buitenlandsch Overzicht
De mijnwerkersstakingen
IN ENGELAND.
De toestand is nog heel weinig ver
anderd. Do meer dan 1,000,000 mijn-
wenkers blijven onverstoord staken,
zoodat allo arbeid in de mijnen stil
ligt.
Er is nog niet veel hoop op een be
ëindiging van den strijd. Toch zet de
regeering de pogingen tot bemidde
ling voort- De mijnwerkers hebben al
toegestemd in een samenkomst met
do mijneigenaars, maar of de mijn
eigenaars tot do conferentie bereid
zijn, hebben ze nog niet aan de regee-
ring laten weten.
Heden, Dinsdag, zou de gezamenlij
ke conferentie plaats hebben.
in mijnwerkerskringen denkt men
niet onverdeeld gunstig over de be
middelingspogingen der regeering.
Het parlementslid Rarusay Macdo-
nald heeft in een te Radcliffe gehou
den rede de onderhandelingen van de
regeering met mijn-eigenaars en
mijn-werkers als knoeiwerk gehekeld
zonder welk de kolen-crisis reeds Jang
opgelost zou zijn. Do arbeiderspartij
zou zich krachtig verzetten tegen elk
regeeri11gsontwerpdat de strekking
heeft de vakvereeni gingen te belem
meren of scheidsrechterlijke uit
spraak verplicht te stellen.
De mijndirecties blijven zich tegen
do eischen der stakers verzetten,
vooral die in Zuid-Wales.
De correspondent van de Times te
Cardiff spreekt beslist tegen, dat er
onder de mijneigenaars van Zuid-Wa
les een strooming zou zijn ontstaan
te lezen; na een paar minuten echter
opende de knecht onnieuw de deur,
om een anderen, zeer eleganten heer
binnen te laten, die lichte handschoe
nen en verlakte schoenen droeg en
hoel vriendelijk groeitel 't Was Ser
guy-
Hij schudde Bobo de hand, terwijl
l»eiden onmerkbaar de wenkbrauwen
fronsten.
Gaat 't goed"?
Ja, dank u. En u?
Zog, waarom was u gisteren
niet In de club? vroeg Bobo.
Serguy antwoordde:
Ik kwam iets later; ze vertelden
mij, dat u juist weg was gegaan.
Och!
Verlegen zwijgen volgde op deze
woorden; Bobo en Se'rguy kend'éii
beiden te goed het teven, om ook
maar den go'ringsten twijfel to koes
teren, aangaande het bezoek; van den
anderen kant waren zij te correct, om
zich eenige ongepaste aardigheid te
veroorloven.
Beiden wa'rCn vast besloten^, het
terrein niet op te geven en keken el
kaar koel, ernstig en oplettend aan.
Ze 'begonnen te redeneeren over koe
tjes en kalfjes en vermeden den -am
van Boisgenet te noemen, alsof ze in
't geheel niet in zijn huis waren. Zoo
ging een half uur voorbij.
Plotseling klaarde het gezicht van
Bobo op. Hij riep dan knecht:
Ben jo er wel zeker vau, dat me
neer Boisgenet thuis komt lunchen?
Beslist, meneerl
Onze Lachhoek
OOK EEN SOORT.
Waarom loop je met dat mor
mel Je hebt immers zelf zoo'n prach-
tigen hond 1
Dat is er een, dien mijn tweede
vrouw heeft meegebracht, en om
haar niet boos te maken, moet ik nu
en dan wel eens mei mijn stiefhond
gaan wandelen.
De directeur van een theater in
New-York stelde dezer dagen een vrij-
kaartjo beschikbaar voor eiken rnan,
die zijd vrouw nooit had voorgelogen.
Fr meldde zich echter hiernand aan.
De voLgende week herhaalde tiij hét
aanbod, maar nu voor do vrouwen,
die hun mannen nooit een leugon had
den verteld. De schouwbuig was
niet groot genoeg om alle dames, die
kwamen opdagen, te bevatten.
Moraal Al is «Ie man 'n leugenaar,
'n huichelaar is hij niet.
om aan de eischen der mijnwerkers
toe te geven. De mijneigenaars zijn
in dit district nog steeds eensgezind
en blijven op hun standpunt staan,
dat zij alleen voor „force majeure'
dat is «lus voor do Wet zullen terug
wijken.
De staking doet zich meer en meer
gevoelen. Door de steenkolen-
schaarse hte zijn tihans in Engeland
ongeveer 600.000 monschen werkloos.
En steeds groeit dit getal....
Do groote stoomvaartverbindingen
gaan ook al de diensten beperken,
zoodat de verzending der vrachtgoe
deren veel vertraging ondervindt. Dit
slaat weer terug op do prijzen, zoo-
dat levensmiddelen reeds vrij belang
rijk In prijs gaan stijgen.
IN DUITSCHLAND.
De staking is bi Duitschland be
gonnen.
Maandag werd geconstuteerd, dal
de staking in 't Ruhrdist'rict een par
tieels is en niet van zeer grooten- om
vang. 't Grootst is het aantal stakers
in het Dortmunder gebied, waar 50
A 60 pCt. het werk met hervatte. In
het district Recklinghausen is de
.toestand niet beter. In het Bochumer
district, vooral om Essen, is het aan
tal stakers evenwel veel kleiner.
Van de 171.160 mijnwerkers in het
Ruhrdist'rict zijn er Maandag 112,109
naar beneden gegaan, zoodat onge
veer 34 1/2 pCt. staakt. Later ts 't per
centage der stakers evenwel vermeer-
derd, daar mannen bij de ploeg wisse
ling wegbleven. Men kan dus zeggen,
dat ongeveer de helft der mijnwer
kers staakt.
De vereeniging van Duitsch-Luxem-
burgsche mijneigenaars heeft de ar-
beiderscommissies van haar mijnen
voor een bespreking op Donderdag
uitgenoodigd.
In Saksen hebben de mijneigenaars
geweigerd met d» voormannen dei-
arbeiders te onderhandelen. Dezen
hebben evenwel de hoop op een schik
king in der minne nog niet opgege
ven. Toch is de toestand gevaarlijk.
De vakvoreenigingen krijgen nieuwe
letten bij massa's, en zoo wordt ge
meld de tartende houding van véle
opzichters tegenover de mijnwerkers
werkt niet ten gunste van een vrede-
Mooi.
De knecht ging de kamer uit, en
Bobo wendde zich tot Serguy.
—i Verbeeld u... ik kan 't u, als
goed vriend wel verte! en. U weet dat
Boisgenet een heel nette vent is. En
behulpzaam!... Nu de vorige maand
leende bij mij duizend gulden... en op
zoo n tegemoetkomende manier! Lui,
die je, als je toevallig in ongelegen
heid bent gérankt, zoo maar duizend
gulden Leencn vind je niet veel! Van
morgen" nu kreeg ik gt-Id van huis en
ik moet u zeggen, dat 't mij een groot
genoegen was, dien te -ten Boisgenet
zijn geld terug te kunnen beta «u
't Is wel vervelend, dut ik hier .zoo
'lang moet zitten; maar ik wil toch',
op hem blijven wachten, anders ver
lies Ik 't geld m..:>chiën vanavond
woér bij 't spel.. Een prettige kérel
toch, die Bois^net,' vindt U ook nietl
Verrukkelijk.
Sei-guy wds door 't wachten al éen
beetje nerveus geworden en voor ee.n
oogenblik verloor hij zijn scherpzin
nigheid. Naïef dacht hij: dat komt
patent uit;; dun kom ik nu lunchtijd
terug.... En hij stond op.
't Duurt mij te lang, zei hij, ik
wilde Boisgenet enkele eenige inlich
tingen vragen; dat heeft vanavond
ook nog den tijd.
Zoo gaat u? Nu, tot ziens 1
Ditmaal dus was liet de beurt van
Bobo, om Boisgenet er in te laten
vliegen, en Serguy vischt achter het
net'.
(Centr.)