NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. 29e Taargang. No. 88'1 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DINSDAG 12 MAART 1912 P HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN A D V E R T E N T I N: per drie maanden: ^an regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem- 1-20 Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen m den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der PCTBij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)1-30 Af Advertentiön van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing: Franco per post door Nederland1.65 W& fSffilESf, 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant. cSS Zondagsblad, 'voor Haarlem I 03Tli l Redactie en Administratie: Groote Hontstraat 53. „de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnunmiêr der Redactie 600 en der Administratie724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zinder Buitenspaarne i2. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TWEEDE READ. Brieven uit Ned. Indië. Soevabaja, 6 Februari '12. In m'n laatsten brief schreef ik óver de warmte die mij te Scmarang verwelkomde bij nTn aankomst al daar. doch hie'rbij moot. vermeld wor den, dat ik lïit de bergstreken komen de, natuurlijk verwend was op dat punt; wel kan het nu wij hier den re gentijd hebben 's morgens verbalend wam zijn, om 's middags plotseling met zware regens*stork af te koelen, zoodot er op 't oogenblik hier veel mensehen verkouden rondloopen. Sa- tnarang is zooals i1- schreef, de derde groote stad van Ned -Tndic, ook wat betreft den handel v- het vr m vertier komen hier vrijwel overeen met Socrabaia en Batavia Men heeft h fl'nko handelshuizen, waarvan verscheidene filialen rijn van in Ba tavia en Soerahaia gevestigde frma's: voorts zijn er een paar zeer goede ho tels, en de 14 dagen dat ik in een de zer vertoefde, het) ik daar een zeer aangenaam verblijf •-•'•ad. Voor .n'n lezers die Indië nog nooit zagen, is het geloof ik wel de moeite waard om zoo'n Indisch hotel eens even to be schrijven. Stel u niet voor een ge bouw met 8 of 10 verdiepingen, zonale In Europa, doch oen hoofdgebouw gelijkvloers, soms bij de nieuwe ho tels is er wel eens cAn ver<b ag bo venop gebouwd doch dat is dan al léén boven het hoofdgebouw; verder strekken zich achter 't hoofdgebouw Lange, lanen y.it, met zijstraten, die dus op zichzelf een dorp voi •"•en, en dat is dan liet hotel. Al die lanen en stralen zijn bebouwd met kleine 'pa viljoens, naast elkaar, meestal be slaande uit: slaapkamer en voor galerij, soms is er nog wel eens een badkamer bij. Sommige groote !s zooals in Batavia, hebben ook wel hun z.g. villa wijk, waar kwin® apaVt staande villaatjes gebouwd zijnAVoont mén dus aan den achterkant van een van de groote hotels •Hri Is het eeni- ge minuten lamoen voor men in het hoofdgebouw komt, alwaar mee 'al de eetzaal is. Zoo na 5 uur, wanneer de meeste mensehen hun Utj. ge knapt hebben liggen zij allen in hun voorgalerij op den luien stoel nog even na te denken over hot aange name van zoo'n middagslaapje. Ove rigens doet zoon ndisch hotel mij wel eens denken aan een paarden stal1. Elk appartement won' van het volgende gescheiden door een tus- schenschot, dal nog eenige ruünte voor passage laat. Alle luiestoelen z'jn voor do kamers symmetrisch ge plaatst, en op eiken stool lig een be woner. Boven de deur der kamer leest men het nummer, en al deze factoren komen Vrijwel overeen met den ouden paardenstal van de Amsterdamsche omnibusmaatschappij, waar ook met tusschenschotten elke knol z'n apar- tement had met dit onderscheid dat een luie stoel ontbrak. In zoo'n In disch hotel i 't leven anders vrij hui selijk, je buurman komt zoo eens even achter 't schoLje om, een praatje maken en jc gaat zelf aan den over kant van de straat bij een overbuur op bezoek, tusschen 2—5 uur zelfs ,,én négligé', in slaapbroek en kabaya. Het eten in de gToote hotels is goed, niettegenstaande dé hoofdzaak toch uit blikgroenten en vlooseh bestaat uit Holland en andere landen inge voerd. Ik las nog een aa'rr'ontboe zeming van oen van de journalisten en steunpilaren van de „Locomotief", het te Semarang verschijnend dag blad, wat ik om de curiositeit hier onder laat afdru' ken;* cr zit veel waars in want ik zelf heb in con van de binnenlandsche hotels aan t dinér woel eens zitten rillen van de klapper olielucht, die uit de schotels kwam: Binn e.n plaats-hotel. Haast op ieder binnenplaatsje, Is een binnenplaats-hotel. Zoo van binnen als van buiten Volgens 't binnenplaats-model. Hondenhokken, kippenloopje, Varkensstal en wildernis, Dat tot ééné pc®ninatie Financieel vereenigd is. Planken brood met klodders botér, Kaas die heftig transpireert, -Koek die Leeft, en visch, die dood is, Wordt er 's morgens geserveerd; In je koffie zwemmen beestjes, In jo the© drijft vuiliglïGjidt Ee'r je nog iets hebt genoten, Ben je al jc eetlust kwijt, 's Middags -krijgt je klapperolie, Ver-der rijst met friklcadel, Plus een zenuwzieke ajam 1) Met een homp karbouwenvel, Eind lijk sajoer 2) en als sambal, 3) Nog wat onbestemd gedoe En is dat in je bezonken, Dan weer klapperolie toé. 's Avonds Europeescho tafel... Soep, een hoogst exotisch nat, Dat je 's middags hebt zién scheppen Uit bet een of ander bad, Vleesch en groenten uit een blikje, Daarna pisang, met café. En des Zondags weekrestantjes, Als hors d'oeuvres var i és. Dan verkwikt en welverzadigd Drink jo nog een whisky-split, Waar een smaak van ouwe klare Of petroleum aan zit. En ten slotte ga je slapen, Op een drie-persoons-mati as, Onder iets, dat lang geleden. Een bejaarde klamboe 4) was. 1) kip, 2) groenten, 3) Lombok e.a. gepeperde gerechten. 4) Gordijn om 't bed, om d© muskie ten er buiten te houden. Opgefrischt en aangesterkt... Mug en maag ten spijt! Slijp je 's morgens veer jo tanden Op jo smakelijk ontbijt... En ten slotte resumeerend Over 't binnenplaats-hot 't Lijkt van buiten op h mestfaalt En van binnen op een hel. De auteur hiervan is Brammetje" en ik'moet zeggen, hij heeft (do betere niet te na gesproken), wel eenigszins gelijk, ofschoon dit successievelijk door het toenemend toeristenverkeer aan 't verbeteren is. Zoo pas uit Etfropa komende, voel je je zelf In zoo'n Indisch hotel unheimisch, vreemd, absoluut niet thuis. De aaukomst, b'diening, alles is zoo heel anders dan in Europa. Kom je daar in een hotel aan, dan zie je al oen kwartier vodr je aankomst den gérant in een hoc-k van 90 graden staan, overal is hij bij, tot je goed en wel in je kamer geïnstalleerd bent. Hier,... zie je soms géén Europeuan, hetzij eigenaar of Europeesch em ployé, daar do mandoor (inlander die 't toezicht heeft over de andere Ln- landscho belenden) bij aankomst 't nummer van de kamér zegt. en 't overige aan den kamer jongen over laat. Ik moet er wéér bijvoegen, in de binnenlanden, daar 't op de hoofd plaatsen tegenwoordig al vrij Euro peesch toegaat. In Samarang was hel hotel niet met lanen en straatjes bebouwd, doch één reusachtig groot, vierkant plein en daaromheen al de paviljoens gebouwd, zoodat hier veel lucht en licht was voorIndië een van de grootste noodzakelijkheden: Vlak bij Samarang, wórdt het zeer heuvelachtig, daar wonen vele stede lingen, Het heet daa'r. „Tjandiië" en men heeft er boven op een van déze heuvels een prachtig uitzicht; aan do oenc zijde, het land met de bergen, waaronder de Sindoi-o, en aan de an dere zijde do zee en de haven van Se- inaraaag, waar men 'dé ïiiaiJbooten als kleine notendepjes ziet liggen. Hier heb ik langen tijd naar zitten kijken, bij een mijner kennissen op Tjandié, wiens huiis, met 1 verdieping, op een van de hoogten gebouwd,, uitzicht gaf op al dit schoons. I.. zag op eon van de schepen in de haven de vlag hij- schen, ten teoken dat het vertrekken zou, als een klein flodderig snipper tje papier, terwijl ér af en tce eenige rook uit de pijp opsteeg. Aan de an dere zijde de bergen, h:e'r en daar in de verte nevelachtig mot hun top in de wolken; werkelijk een onvergete lijk gezicht. Aan de landzijde zag ik hier en daar Chinoesche graven te gen de heuvels op, daar deze graven dadelijk uit alles to herkennen zijn, omdat ze in den vorm van een groot hoefijzer gebouwd arden, waarvan het midden don. grafkelder vormt. Hier op Tjandie kreeg ik ook nog vergunning den kunstig aangelegden Feuilleton Loengenieën Serguy en Jules Debot of. zooals zijn vrienden hem gewoonlijk noem den „Bobo' waren sedert onheug lijke tijden in een toestand aange duid met de woorden „zoo har als een spijker". Zc waren het in die ma te, dat onder al hun konnissen geen enkele zich kon herinneren, ooit go'd bij ben te hebben gezien. Zo waren elk langs verschillenden, maar niet minder zekeren weg in dien toestand geraakt. Bobo had in weinige jaren zijn ta melijk klein erfdeel vérloron, en Ser guy had. eigenlijk nooit iets bezeten. De noodzakelijkheid van een p'rettig beslaan had beiden altijd vei'hindard, een behoorlijk beroep te kennen, .«en kende hun families niet; zo leefden echter zoor good, kleed1- - zich ele gant en verkeerden in de beste krin gen. Zij waren ongeveer even oud, tegen de veertig, en hun reputatie, al zou die door e>. scheidsrechter op 't stuk van eer niet in de eerst© klasse worden gerangschikt, was nog altijd benijdenswaard. Een prachtig humeur, onuitputte lijke vroolijklieid bezorgden hun vele uitnoodigingen; successen en goede relaties. Dank zij hun voortreffelijke per- tuin to zien van oen dér Chineesche millionnairs, den heer Oet-Joe-Olam. Dit vond ik werkelijk wel de moeite waard. Er waren aardig© rotspar tijen in gemaakt, met kleine, smalte grof uitgehouwen trappen; van boven had men een ruim uitzicht, beneden kwam men aan een water, dat vol visch zat en waar ik werkelijk wel eens graag had willen bengelen. Ver der behoorde bij dezen tuin een zeer hooge heuvel', waarboven op een waringjn boom staat De weg cr heen is beplant met ko- ningspalmen. Het eenige wat men mist in den Indischen tuin, het zout in 't eten, zijn bloemen Stel u Haar- 'envinér voor een tuin. weelderig aan gelegd, maar zonder bloemen. Welis waar zijn wij verwend, wij hebben in het voorjaar in den zomer den herfst onzen tuin vol bloemen, maar T moet mij toch van *t hart, dat ik liever heb mijn klein tuintje in Haarlem met. bloemen, met deze kleurige kinderen, die je opkweekt en verzorgt, dan zoo'n weelderig met rotspartijen aangelegd paradijs zonder kleur en afwisse ling zonder bloemen. In de eerste oogeitblikkeh valt zoo iets ons niet op wij zien te veel nieuws, af die Oos- teTscho palmen en planten die wij hi Holland in de groote broeikassen wel eens tegenkomen, die prachtige ko- ningspalmen, de waringin boom d e van al z'n takken uit weer wortels naai- den grond laat groeien, de voor den inlander heiligen boom; doch dit aües vvilde 'er bij mij niet in, zonder blpe^en. Ei-'zijn er wél, doch weinig,, niet zoo kleurig en fleurig als bij ous en aan de meeste is absoluut geen geur. De'eetnvig© natuur is zeer zeker mooi, nooit verdord, altijd groen, doch voor ons" Europeanen is hc-t toch schooner te zien, 't verjongen vau de natuur, de dorre boomen en struiken als t, ware te zien herleven, een zacht, niet te schel zonnetje dat de kleine bluad- jeS "'koestert eii doet groeien, de ver schillende kleine wilde bloemetjes die in het gras wedijveren wie het hoog ste groeit en de mooiste kleur zal hébben. Do lichte doorzichtige goud groene blaadjes zonder stof en vuil. Den laatst en tijd ben ik bezig een studie te maken van de muskiet „als zoogdier", liet karakter van dit beest kan Ik evenwel nog maar niet vatten. In elk geval beschouw ik liet als niet bruikbaar voor de samenleving, want liet is een „bloedzuiger". Zoo 's avonds als ik in m'n klamboe stap, hoor ik al 't gegons, ik roep mn jongen, geef hem eon vriendelijke terechtwijzing, en een draai om z'n ooren, omdat hij de muskieten niet goed verwijderd heeft en ga dan zelf met m'n klamboe aan. alle zijden gesloten „op jacht', met een uit bladergroen tot een bos saamgebonden slagzwaard. Allereerst begin ik nu, met dit wapen om mij heen te slaan, zoodat de vriendelijke beestjes hier of daar tegen de klam boe een goed heenkomen zoeken, en dan begin ik knarseniandend met zel'dzamen bloeddorst te moorden en hoe meer bloed er dan vergoten wordt, hoe meer voldaan ik mij voel, om dan tusschen al deze lijken en bloedspo ren mijn rust te zoeken denkt u neen! Eén muskiet is er, één zeldzaam gewiekste, die mij uil den slaap houdt; waar deze parasiet, dit ongedièTte zich bergt, weet ik niet, maar nau welijks heb ik m'n oogen dicht go- daan en val half in slaap ofzoem. zoem... wat dèn te doen? Brullen! Neon, dat is onbeschaafd wéér leg ik mij neder, wéér zoemt het gedierte om mij heen, tot ik eindelijk mij klei ner voelende, dan dit kleine ongedier te, mij gewonnen geef, en terwijl ik hier en daar ader gelaten word, in slaap, droomende van een wereldoor log met bloedige gevechten, van vlie geniers die muskieten genoemd woer den en dat ik, ais reus als Gulliver in 't dwergenland met een grooten klapperboom in de hand ai die mus kieten tracht to dooden. Een dezer dagen heb ik statistieken van m'n muskietenbeten opgemaakt: linkerbeen van den enkel tot do groo te teen 16 beten; rechterbeen van den enkel tot de groote teen 28 beten. To taal 44. JOH. J. D. DE FREEZE. soonlijko eigenschappen, vergaf men hun de talrijke pogingen, om een lea ning te sluiten, hun - nige hulpbron. Want zij leefden werkelijk enkel van die dielicate, echt Pa'rijsche manier van geldleenën, welke men aanduidt met „ér in laten vliegen", wat heel iets anders is, dan gewoon 1 tienen beide financieel© operaties behooren wel tot dezelfde familie, maar er be staat toch een karakteristiek onder scheid. Vraagt men bijvoorbeeld iemand om een som gold, onder belofte, die op een bepaalden termijn terug te betalen, dan noemt men dat „leeneu", vergenoegt men zich daarentegen er. moe. een vriend oi nnis te vragen: Kan u mij niet eon hond©- "u'den geven? zonder zich op die een of an dere manier te veilplichten tot terug betaling, dan wil dte een dien andér er in laten vliegen. In de goheele wereld leent men el kander weder keer ig en onder do. meest varieerende uoo'rwuurden, maar iemand ér in laten vliegen wordt al léén te Parijs gedaan, en we' door lui uit zekere kringen. En 't gaat zoo on gedwongen, dat 't nog een heelo eer lijkt voor den man, wien men zijn geld afneemt. Bobo en Serguy waren beiden mees ters in die gevaarlijke kunst. Zij hadden een vaste n hocte, door veel jarige practijk beproefd. De kracht van Serguy bestond hier in het Juiste oogenblik te benutten, wanneer hij iemand te pakken kon nemen; hij wist precies, waar zijn cliënt bij 't spel gewonnen had-, hij sloeg het slachtoffer heimelijk gade, hield hem niet lang op, md&r gaf in enkele woorden zijn wensch te ken nen. Hij was als een handig opera teur. die met één 'ruk een kies trekt, zonder vooraf zijn tangetjes te laten zien. Zijn triomfen waren talloos. Bobo daarentegen was als oen bab belachtige tandarts, wien "t er niet op aankwam, een tand meer of minder te trekken. Voor zijn vriendelijkheid, zijn lachondo woorden openden zich de beurzen vanzelf. Beidie hoeren leidden een p'rettig leventje, vrij van aüe pessimisme; zonder zich geraakt te toonen, ver droegen. zij een kleine teleurstelling an vertrouwden op do talrijke toeval ligheden van het lot. Zij hadden tij- don 'gekend, die aan weelde grens den; in liüii herinnering leefden maanden, waarin ze zwelgden door' speculaties la baisse. Steeds hoop ten ze op een dergelijke heerlijke pe riode; want hun lol liing af van: For- tuna's grillen aan do beurs of in de speelzaal. Thans bevouden do vrienden zich in tamelijk benarden toestand; alle zaken kwijnden en beiden waren du pe van dezen slechten tijd. Er kwa men dagen, dat zij bijzonder slecht bij kas waren. Zij aten in onneembare restaurants en ontmoetten elkaa'r, wanneer zij niet te din "-en gevraagd waren, in een ordinair cafétje, waar zo van gedachten wisselden over de bezwaren van het leven te Parijs en klaagden over de algemeen© duurte. Toch bewaarden ze tegenover elkaar een onberispelijke houding en wilden elkaar wederkeerig wijsmaken, dat ze bez.g waren te sparen, terwijl ze in werkelijkheid wachtten op bete'rschap in de zaken. Een ongelukkig toeval wildé, dat de moeste hunner klanten door een schrikkelijke „deveine" vervolgd werden. Do effectenmakelaar Blache, die andere gooide met bankbiljetten, had veel geld verloren; en Dick, die anders altijd tot geven bereid was geweest, had op de renbaan ongeloof lijke sommen laten zitten. Hun beste vrienden waren allen door diergelijke rampen getroffen. Éindelijk, teen Bobo op een nacht doo'r do speelzaal slenterde, om als gewoonlijk te hooren, wat er gebeurd was, vernam hij, dat Boisgénel, een heel net jongmcnsch, eon beginner nog op het groene laken, de bank had doen springen en dadelijk daar na de zaal verlaten had. Ijlings ging Bcho naar huis en gaf order, hom om tien uur te wekken. 3 Morgens half elf belde hij al bij dien gelukkigen winner. Meneer Boisger.et is uitgegaan, zei de knecht) maar hij zal wel gauw thuis kcanen, meneer wacht middag- gaston. Goed, antwoordde Bobo, dan zal ik wel in de rookkamer wachten. Kalmpjes besron hij daar een krant Buitenlandsch Overzicht De mijnwerkersstakingen IN ENGELAND. De toestand is nog heel weinig ver anderd. Do meer dan 1,000,000 mijn- wenkers blijven onverstoord staken, zoodat allo arbeid in de mijnen stil ligt. Er is nog niet veel hoop op een be ëindiging van den strijd. Toch zet de regeering de pogingen tot bemidde ling voort- De mijnwerkers hebben al toegestemd in een samenkomst met do mijneigenaars, maar of de mijn eigenaars tot do conferentie bereid zijn, hebben ze nog niet aan de regee- ring laten weten. Heden, Dinsdag, zou de gezamenlij ke conferentie plaats hebben. in mijnwerkerskringen denkt men niet onverdeeld gunstig over de be middelingspogingen der regeering. Het parlementslid Rarusay Macdo- nald heeft in een te Radcliffe gehou den rede de onderhandelingen van de regeering met mijn-eigenaars en mijn-werkers als knoeiwerk gehekeld zonder welk de kolen-crisis reeds Jang opgelost zou zijn. Do arbeiderspartij zou zich krachtig verzetten tegen elk regeeri11gsontwerpdat de strekking heeft de vakvereeni gingen te belem meren of scheidsrechterlijke uit spraak verplicht te stellen. De mijndirecties blijven zich tegen do eischen der stakers verzetten, vooral die in Zuid-Wales. De correspondent van de Times te Cardiff spreekt beslist tegen, dat er onder de mijneigenaars van Zuid-Wa les een strooming zou zijn ontstaan te lezen; na een paar minuten echter opende de knecht onnieuw de deur, om een anderen, zeer eleganten heer binnen te laten, die lichte handschoe nen en verlakte schoenen droeg en hoel vriendelijk groeitel 't Was Ser guy- Hij schudde Bobo de hand, terwijl l»eiden onmerkbaar de wenkbrauwen fronsten. Gaat 't goed"? Ja, dank u. En u? Zog, waarom was u gisteren niet In de club? vroeg Bobo. Serguy antwoordde: Ik kwam iets later; ze vertelden mij, dat u juist weg was gegaan. Och! Verlegen zwijgen volgde op deze woorden; Bobo en Se'rguy kend'éii beiden te goed het teven, om ook maar den go'ringsten twijfel to koes teren, aangaande het bezoek; van den anderen kant waren zij te correct, om zich eenige ongepaste aardigheid te veroorloven. Beiden wa'rCn vast besloten^, het terrein niet op te geven en keken el kaar koel, ernstig en oplettend aan. Ze 'begonnen te redeneeren over koe tjes en kalfjes en vermeden den -am van Boisgenet te noemen, alsof ze in 't geheel niet in zijn huis waren. Zoo ging een half uur voorbij. Plotseling klaarde het gezicht van Bobo op. Hij riep dan knecht: Ben jo er wel zeker vau, dat me neer Boisgenet thuis komt lunchen? Beslist, meneerl Onze Lachhoek OOK EEN SOORT. Waarom loop je met dat mor mel Je hebt immers zelf zoo'n prach- tigen hond 1 Dat is er een, dien mijn tweede vrouw heeft meegebracht, en om haar niet boos te maken, moet ik nu en dan wel eens mei mijn stiefhond gaan wandelen. De directeur van een theater in New-York stelde dezer dagen een vrij- kaartjo beschikbaar voor eiken rnan, die zijd vrouw nooit had voorgelogen. Fr meldde zich echter hiernand aan. De voLgende week herhaalde tiij hét aanbod, maar nu voor do vrouwen, die hun mannen nooit een leugon had den verteld. De schouwbuig was niet groot genoeg om alle dames, die kwamen opdagen, te bevatten. Moraal Al is «Ie man 'n leugenaar, 'n huichelaar is hij niet. om aan de eischen der mijnwerkers toe te geven. De mijneigenaars zijn in dit district nog steeds eensgezind en blijven op hun standpunt staan, dat zij alleen voor „force majeure' dat is «lus voor do Wet zullen terug wijken. De staking doet zich meer en meer gevoelen. Door de steenkolen- schaarse hte zijn tihans in Engeland ongeveer 600.000 monschen werkloos. En steeds groeit dit getal.... Do groote stoomvaartverbindingen gaan ook al de diensten beperken, zoodat de verzending der vrachtgoe deren veel vertraging ondervindt. Dit slaat weer terug op do prijzen, zoo- dat levensmiddelen reeds vrij belang rijk In prijs gaan stijgen. IN DUITSCHLAND. De staking is bi Duitschland be gonnen. Maandag werd geconstuteerd, dal de staking in 't Ruhrdist'rict een par tieels is en niet van zeer grooten- om vang. 't Grootst is het aantal stakers in het Dortmunder gebied, waar 50 A 60 pCt. het werk met hervatte. In het district Recklinghausen is de .toestand niet beter. In het Bochumer district, vooral om Essen, is het aan tal stakers evenwel veel kleiner. Van de 171.160 mijnwerkers in het Ruhrdist'rict zijn er Maandag 112,109 naar beneden gegaan, zoodat onge veer 34 1/2 pCt. staakt. Later ts 't per centage der stakers evenwel vermeer- derd, daar mannen bij de ploeg wisse ling wegbleven. Men kan dus zeggen, dat ongeveer de helft der mijnwer kers staakt. De vereeniging van Duitsch-Luxem- burgsche mijneigenaars heeft de ar- beiderscommissies van haar mijnen voor een bespreking op Donderdag uitgenoodigd. In Saksen hebben de mijneigenaars geweigerd met d» voormannen dei- arbeiders te onderhandelen. Dezen hebben evenwel de hoop op een schik king in der minne nog niet opgege ven. Toch is de toestand gevaarlijk. De vakvoreenigingen krijgen nieuwe letten bij massa's, en zoo wordt ge meld de tartende houding van véle opzichters tegenover de mijnwerkers werkt niet ten gunste van een vrede- Mooi. De knecht ging de kamer uit, en Bobo wendde zich tot Serguy. —i Verbeeld u... ik kan 't u, als goed vriend wel verte! en. U weet dat Boisgenet een heel nette vent is. En behulpzaam!... Nu de vorige maand leende bij mij duizend gulden... en op zoo n tegemoetkomende manier! Lui, die je, als je toevallig in ongelegen heid bent gérankt, zoo maar duizend gulden Leencn vind je niet veel! Van morgen" nu kreeg ik gt-Id van huis en ik moet u zeggen, dat 't mij een groot genoegen was, dien te -ten Boisgenet zijn geld terug te kunnen beta «u 't Is wel vervelend, dut ik hier .zoo 'lang moet zitten; maar ik wil toch', op hem blijven wachten, anders ver lies Ik 't geld m..:>chiën vanavond woér bij 't spel.. Een prettige kérel toch, die Bois^net,' vindt U ook nietl Verrukkelijk. Sei-guy wds door 't wachten al éen beetje nerveus geworden en voor ee.n oogenblik verloor hij zijn scherpzin nigheid. Naïef dacht hij: dat komt patent uit;; dun kom ik nu lunchtijd terug.... En hij stond op. 't Duurt mij te lang, zei hij, ik wilde Boisgenet enkele eenige inlich tingen vragen; dat heeft vanavond ook nog den tijd. Zoo gaat u? Nu, tot ziens 1 Ditmaal dus was liet de beurt van Bobo, om Boisgenet er in te laten vliegen, en Serguy vischt achter het net'. (Centr.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5