BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD 29e Jaargang. ZATERDAG 23 MAART 1912 No 8821 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST 71.20 PER 3 BAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. ADm^KTRATIB GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNB 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN ADVERTENT1ÊN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT Het Rijke Natuurleven HOUTDIEVEN. Do wind giert en huilt weer in den echoorstcen, blaast over de nog bijna naakte velden en rukt aan de stam men en takken der boomen. Nu, en in het najaar, treedt hij vaak op ids dc vriend onzer veelar- migo reuzen, die hen ontslaat overtollige takken, die doode twijgen afrukt, ze noeramakt en m dolle vaart meesleurt, tot een hinderpaal, sterker dan hij, ze aan zijn mocht ontrukt, en ze vasthoudt. Nu is de wind do groot© tuinman, die snoeit eu wegneemt wat dig, die ©nruimt, wat den boom tot last" is geworden. Groeit hij aan lot storm, tot niets ontziendou orkaan, dan is zijn vriend schap in vernielzucht veranderd, dan is hij de groOtO aanvoerder van het leger van vijanden, waardoor onze boomen het gehoede jaar door worden belaagd. We zijn nog al eens in do gelegen heid liet vellen van een iep of popel van dichtbij gade te slaan. Onder het stukzagen gebeurt het dan dikwijls, dat een vervaarlijk groote rups, met een wijnroode kleur, zich haast, om den gevallen boom te vort -ten. Het is de wilgenhoutrups, de scherp gekaakte houtvernieler, die zich in alle haast uit de voeten maakt, met achterlating van een flinke hoeveel heid b nitiviobn en excrementen Zijn kasteel, waar hij in alle stilte zijn rooversleven sleet, is gevallen, zijn sterkte wordt geslecht, zijn ge heime gangen, en er zijn er vele, wor den bl nol gelegd, en als het hem ge lukt, t© ontkomen, moet hij maar zorsron. gauw een voorloonige opera tiebasis te vinden. De vluchteling ziet er ©enigszins onooglijk uit. Het platte lichaam heeft geen enkel versiersel, geen kleu rig© haarpluimon of afwisselende kleuren tooien het langgerekte rup sen! Hf. Slechts een lichter© streep langs de z'i-Ti brenat wat. afwisseling. Overi gens kon hij wel bessensaprups beo- ten. Hoe die vreemde mijnwerkers eigen lijk zoo kranig door het hout weten ie komen is bijna een raadsel. In Juni of Juli kunnen we soms op de boomen groote, plompe vlinders zien zitten, die door hun kleur bijna niet afsteken bij bet groengrijs der bemoste stammen. Het zijn nachtvlinders. Dat merken we met den eersten oogopslag reeds aan het plompe lichaam, dat zien we ann de gekamde sprieten, dat maken w© op uit den stand der vleugels, die als dakpannen neerliggen. Heel in 't geheim, slechts merkbaar voor den scherpen waarnemer, legt het wijfie dan soms enkele bruine eitjes tusschcn de schorsspleten. Een lang© legboor stelt haar daartoe in staat. Deze plaatst 'ij zoo diep moge lijk in de scheuren van den stam, zoo dat de rupsjes, die weldra uit de eitjes kruipen, heel gauw bij hun voedsel ziin. Dat kleine gedoe weet al instinct matig. dat zij ziin aangewezen, om den boom inwendig aan te tasten. Laat frissche bladeren om hen rui- peben en hecrüik groen hen tot een 'diner uitnoodigen, ze Milven stoi- cvnsch texrenover zooveel aantrekke lijks, keeren den kleinen 'kop af van het zonlicht, ©n slaan de naaldscher pe kaakjes in den weeken boven- sehors. Dat wérk sehiint hun zoo han dig af te "nan, dat z© al snoedi" boel fiine ©meetjes in de schors hebben geboord, eu naarmate zij groeien, ©n dus grooter gangen noodig hebben, worden ook hun kaken sterker en zwaarderen eindelijk wagon lij zich ook aan het massieve hout. Vaarwel dan week© schors, vaar wel dan zachtere buiteniagon. Het kernhout bevat meer grondstoffen voor het hongerig© lichaam en. eenmaal daar aangeland, wordt het vernielingswerk met energie voort gezet. Worden d© rupsen opgeschrikt cn naar buiten gedreven door zaag of bijl, dan verspreiden z© een anti- Boldoot geurtje. Een zurige walm omgeeft het vluch tende monstertje, een lucht, doordrin gend en nog op betrekkelijk grooten afstand merkbaar. Mogen z© rustig hun leventje slij ten, dun hebben ze ten slotte de res pectabele lengte van acht tot tien duim. Nu is ook voor deze roode roovers het rupsenstadium spoodig ten einde en weldra zoökeu zo een uitweg. Maar de duisternis was hun lief, In do zwarte gangen waren zo thuis, do eigen gebaande wegen willen zij niet verlaten, eu als de opening, die naar buiten voert, groot genoeg is, trekken do disye» zich terug, versperren met een zaagseiprop den toegang en ver anderen in een bruine pop. Op rupsen- manier maken zo een cocon, maar do bouwstof is alweer hout, zaagsel en molm. De paar haren, die op het glimmen de lichaam verspreid stonden, wor den «i nog doorgewerkt ou, zoo be- ■ohermd en geburrikadeerd, wachten (de poppen den zomer af. De wtiirenhoutrups is ©en der groot ste mijningenieurs in de insectenwe reld. Kleinere soorten zijn ©r ook genoeg. Niet eens behoeven we te spreken van het doodskloppertjc, welks larvo onze meubelen zoo systematisch en zoo zeker ondermijnt. Buiten dit klei ne monstertje zijn er nog tien, twin tig soorten meer. Vaak genoeg hebt, ge op uw wandelingen schors of hout- brokken gevonden, waarin een menig te gangen, in den regel ontspruitend uit één hoofdgang, zichtbaar waren. Dat is het geheimzinnig teekenschrift van d© kleine kevertjes, die als schors- en houtboorders, met een zwarte kool staan geteekeud, dat zijn de loopgraven van d© kevers en hun vraatzuchtig© larven. De wijfjeskevers boren zich eon eindje naar binnen, leggen in deze moedergang van afstand tot afstand een eitje en sterven dan. Sommige soorten leggen do eitjes ook bij el kaar. Komen nu de larven uit, dan zoekt ieder een goed heenkomen. Hun le vensprogram bevat maar twe© woor den: ..eten en groeien" en strem© hou- den ze zich aan dit voorschrift. Ze zijn zoo plichtmatig, dat z© vaak geen pas v ooruit maken in de moedergang maar met groote nauwkeurigheid ..kwart-draai links of rechtsom" een zijgang gaan vreten, die dus loodrecht op het" hoofdkanaal stuat. Auu liet eind van dezo gangen zien we dan een kleine verwijding, waarin zicli 't groote en telkens nieuwe wonder der gedaanteverwisseling afspeelt. H. PEUSENS. Rubriek voor Vrouwen De i r en de Spaarzaamheid. Spaarzaamheid is een verklaard© vrouwendeugd. De vrouw is van na ture aangelegd tot spaarzaamhei 1. Niet .©dere vrouw: de uitzondering bevestigt den regel. Er zijn geboren verkwistenden en er zijn ook. vrou wen, d e in haar jeugd nagenoeg ge brek leden, en die bij verbetering ba rer uiterlijke omstandigheden, het geld, als het ware mot volte bandera weggooien. In het omgekeerde geval schikken zij zich op later leeftijd, niet zoo mak kelijk in spaarzaamheid, want deze deugd moet even goed als elke ande re: aangeleerd en aangekweekt wor den. Maar over het geheel genomen zijn ér veel meer spaarzame, dan ver kwistende vrouwen. Spaarzaamheid gaat ook niet altijd hand in hand met vaardigheid in het rekenen. Menig© vrouw, die heel slecht terecht kan. met de eenvoudige boekhouding 'n haar huishoudboek, spaart instinctma tig. Bij haar inkoopen, bij het koken bij haar kleeding verbruikt zo zeer s man berekent in het al gemeen nauwkeuriger maar hij spaart niet. Hij brengt wel geld naar spaarbank, ais hij ©en buitenkansje heeft; maar de meeste gelegenheden tot sparen laat hij voorbijgaan. H;j leeft ruim en moet dit ook wel dik wijls, gedwongen door zijn zaken. H;t leven der meeste vruwen is een aan eenschakeling van k'einigheden. ilio alle aanleiding geven tot het ontwik kelen van den zin voor genoemde deugd. Ook heeft zij zelve n.et zoo veil nood:g. De man is veeleischeuder: nij houdt van een goede tafel en de rouw deelt dit genot, doch voor zich alléén, zou ze veel eenvoudiger koken. Als do vrouw verkwistend is, dan is het meestal ijdeihe.d, die haar daar toe aanzet. Ze geeft veel u t voor mooie toiletten, of rijke bediening; niet zelden alleen maar, om haar vriendinnen te overtroeven! Dus ook al niet uit waariijk© behoefte. A s men eens wist met hoe weinig een rouw soms toekomt, dan zou dit me nige man belachelijk toeschijnen. Natuurlijk heeft deze veelgeprezen deugd ook haar keerzijde: overdrij ving schuadt altijd. En dat huiver g zijn om eens wat geld uit te geven, is dikwijls allesbehalve aan bevelen s- vvaardig: „Die niet waagt, d:o niet wint"! zegt een oud-HoUandseh spreek woord terecht. Met den tijd heeft het begrip van spaarzaamheid echter een verruiming ondergaan: Vroeger spaarde dc vrouw slechts op geld en op beziit. Te genwoordig nu zij ook in de maat schappij werkzaam is, heeft zij leeren sparen kracht; zij heeft leereu inzien, dot als zij geld uitgeeft, om tijd te sparen, zij dan daarmede iets zéér po sitiefs koopt, n.l. gelegenheid tot wer ken; aldus: verdienste. Of zij koopt ©enige meerdere rust tusschem ie werktijden, maar in iedier geval brengt het bestede bedrag zijn rente op! Vel is het er nog ver van af. dat alle vrouwen doordrongen zouden zijn van deze waarheid; en nog menig vrouw loopt zich doodmoe en akelig om oen paar dubbeltjes tramgeld te besparen of laat zich liever tot uitput- tens toe verhongeren om thuis haar veel goedkoopér maal te kunnen ge nieten, dan dat z© even binnengaat in een restauratie of melksalon. De be haaglijkheid toch, die weer het ge volg is van die meerdere kracht, ver leent een vroolijker, moediger optre den, iels gullors, Jovialers, sympa thiekers, in één woord, dat oneindig voel gunstiger zal werken op de waar deering der vrouw ais werkkracht Een zeer goed financier had den raad meegekregen van zijn vadert om met verstand uit te geven en waarlijk, daar komt alles op aan. Met „ve© stand" uit te geven, <L w. z. in de e©r- steplaats, geef niet meeT uit dam uw inkomsten bedragen; zorg voor ziekte en voor uw ouden dag, maar tracht geen rijkdommen te verzamelen voor een verre toekomst. Slechts het heden behoort ons en daarin is het ons ver gund met mate te genieten i Heel dwaas wordt ook soms ge spaard ten opzichte van het aestheL- schei Menige vrouw behelpt zich met half schoon tafelgoed, met een samen raapsel van servies, dat wel naar ïncls lijkt; perm.tteert zich nooit eens de luxe van een enkel bloemetje op tafel te zetten, kleedt zic-h slecht om met te zeggen armoedig en bespaart z.ch zoo wel geld, maar verliest lang zamerhand haar levensgeluk. Werd dit wat meer in aanmerking genomen door de huisvrouwen, dan zou memg huwelijk gelukkiger zijn! Ook kan vermeende spaarzaamheid soms feitelijk aanleiding geven tot het tegendeel: Ergens wordt een uit verkoop geannonceerd en die prijzen zijn waariijk fabelachtig laag! „Nu, zoo'n gelegenheid mag men niet voorbij laten gaan", heet het dan en allerlei dingen worden gekocht die hoeLemaai onnoodig zijn, dus die dood kapitaal vormen in het huishouden! Ook werkt zij door dit „guedkoope koopen" zoo vaak liet werken voor hongorloonen in de hand, en het is de vraag of dit nu wel haar bedoeling was? Iedere vrouw moest toch traen ten «enigszins op de hoogte zijn van de nationaaJ-economische geschiede- n s, dit zou haar blik verruimen en haar de spaarzaamheid doen betracn- ten in den besten zinl MARIE VAN A MS IEL. De practijk. VRIJ NAAR HET FRAN6CII VAN LUC1EN VERNAT. 't Is bij het boksen net 't zelfde a's in den oorlog, beweerde de beroemde bok9ér Méluque. De overwinning s voor dengéen, die zekér is van z'n zaak, die niet aarzelt, alles er op zet en z'n hachje waagt voor 't genoegen van de overwinning. Ais de beweging of de handeling zuiver cn goed door dacht is, is geen menschenkracht :n staat haar te stuiten. Maar de minste twijfel, de geringste aarzeling of on zekerheid ze vernietigen alle kans op sucoes. Indertijd stond ik aan 't hoofd van een „sale cfarmes'. Op een goeden dag verscheen een jonge advocaat bij me, en verzocht mij, hem wat les te geven. Waarin? vroeg ik. Floret, degen, boksen, wapenstok...? - Ja, dat is nu juist de moeilijke quncstio. Kijk 'cs, ik zal u eerst ver telen wat de aanleiding tot mijn be zoek is. Gisterenavond, tegen twaalf uur, ging ik naar huis, maar weid plotse ling op straat aangevallen door drio jonge apachen, die me mijn portemon- naie en m'n ho'rloge ontstolen hebben, nadat ik vooraf een flink pak slaag in die boortjes had gekregen. Nu wil ik zorgen dat zooiets me in 't vervolg niet meer kan överk> men. Maar in 't gebruiken van een revolver héb 'k geen zin. Liever zou k een méér natuurlijk wapen aan wenden om dergelijke individuen een les to kunnen geven, die hen lang heugen zoul Dan, zei ik( moet u boksen lee- ren, volgens de Fransche methode. Vuistslagen en trappen... dat zijn de probate middelen om een tegenstan der buiten gevecht te stellen en zelf daarna nog ruim den tijd over te hou den om uw woning te bereiken. Bo vendien zal ik u dun ten overvloede nog wat les geven In 't stokvechten. en dat zal u ook aardig te pas kunnen komen. Prachtig. Laten we don maar met 1 boksen beginnen. Wanneer de eérste les? Als u wilt, nu dadelijk! Voo'ruit maarl Mijn nieuwe leerling was een ge ep ord, energiek klein kereltje, die verder een merkwaard'ge vlngheid bezat. In de eerste lessen maakte hij al verwonderlijk-snelle vdrderingen en ontving overigens zonder 'n spier in zijn gezicht te vertrekken de stoo- ten, waarmee ik hem raakte. Touchél riep hij dan alleen even, maar bleef doodkalm. Hij bezorgde me ondertusschen al spoedig veel last. door z'n snelle lage stootcn, d e tk meestal nog juist pareeren kom Met 'n aapachtige vlugheid veranderde hij telkens van houding en vechtactie. U bent een veelbelovende leer ling! zei lk, om hom aan to moedigen. Werkelijk? Beslist! Toen hij plezier In z'n boks training kreeg, stelde hij mij voor, twee lessen pér dag bij me te komeoi nemen. Ik had er niets tegen. Nu, toen gingen we van het parade-boksen" over tot de serieus© pertijen. En serieus wa ren ze, hoeren I We vochten tot we doodop wa ren, tot onze spieren 't vert.kten lan ger dit vol te houden, en tot 't zweet ons langs het lichaam stroomde. 't Stokvechten ging ook al voorspoe dig; ook daarin toonde m'n discipel - spoedig een buitengewone bedroven- beid. Als ik een bijzonder mooien stoot van hem toejuichte, bleef hij steeds bescheiden. Neen, zei hij dan die stoot was wel goed uitgevoerd, maar te ruw, te onbesuisd nog. Dat zijn van die dingen die je zelf heel goed beseft! Een leerling dl© zicli volkomen re kenschap weet te geven van d© waar de zijnore eigen prestaties, ver gemakkelijkt de taak van zijn leer- anr niet weinig. En na een leertijd van zes maanden had m'n cfiRCipel het. tot een buitengewone hoogte gebracht in de 'edele bokskunst. Na oen vérwoe- d© bokspartij, waarin hij m© een ontzettende „uppercut" toediende, dis bijna mijn kaak verbrijzeld had, ver klaarde ik: De leeraar heeft zijn leerling 'n niets meer te onderwijzen! Mijn les sen zijn afgeloopen, en ik blijf alleen nog als amateur-tegenstander tot uw beschikking! Dat doet me plezier, zei hij. Maar ér is toch nog iets dat me verontrust Wat dan? Ik zou nu waarschijnlijk al mei eenig succes in een boks-wedstrijd kunnen optreden. Maar er is iets an dere. 'k Geloof dat als ik op straat werd aangevallen, de zaak heel an dere zou verloopen dan in een assaut. 't Zou precies zoo gaan maar op één voorwaarde. En d e is? Dat ge uw zelfvertrouwen niet vérliest, en overtuigd blijft van uw superioriteit over uwe aanvallers! Hm! Ja, ik ben op dat punt juist nogal pessimistisch gestemd, 'k Vrees dat mijn zelfvertrouwen pas zal k> men na een beetje ervaring in de praktijk van het leven. Ik dacht even over t geval na. Het leek geen eenvoudige zaak, om den heer Sonnet zoo plotseling eens ecu dosis zelfvertrouwen te bezorgen. Plotseling schoot me iets te binnen. Wilt u vanavond nog even terug komen Vroeg ik. 'k Zal u een laatst© gcede les geven, en die zal u waar borgen tegen de nadeelen van eiken nachtelijken overval in een Parijscho straat. lk zal er zijn! antwoordde hij. Van aanzien kende ik een twintig jarig jongmensch, die zich in 't bezit van een bedenkelijk© reputatie kon rekenen, en gewoonlijk huisde in een bar in 't Quartier Latin. Hij was een onverschillige en ruwe kérel, die „CouMerolle', en 't lag alleen aan z'n sluwheid, dat hij nog nooit met den strafrechter in aanraking was ge komen. Ik kan niet zeggen dat ik bijzood-n veel lust voelde om me met een der gelijk individu in contact te stellen Maar, naar mijn meening, gaat be roepsplicht voor persoonlijken af- keér. Nu, ik vond Courterolle ln do bar en liet hem eerst eens m'n gezondheid drinken. Toen stelde ik hom op da hoogte van m'n plan. Kan ik op je rekenen? - Met plezier, waarde beer! zei hl; grijnzend. Nu dan hoeveel moet het ma kosten? Een louisl Goed, afgesproken. En denk er aan geen revolvers. Alleen 'n af straffinkje. .1 We dronken er samen nog eens een glas op, en do zaak was beklonken. Den volgenden morgen was lk nau welijks aan m'n déjeuner begonnen, of ér werd heftig aan de bel gerukt en even later verscheen mijn leerling Sonnet Hij had bepaald iets triom- fcerends in gehe&l z'n voorkomen toen-ie begon met me te vertellen, dat hem gisteravond na zijn bezoek nan mij Iets bijzonders was overkomen, waarvan hij me nu ©ens op de hoog te kwam stellen. Wat is er dan wel gebeurd? vroeg ik, quasl-veiTast. Ik ben door apachen aangeval len. op den hoek van de Rue d'Alsace- Lorraine en d© Avenue des Peupiiers. Och kom! t Is een feit! Ze waren met z'n vieren. Den eerste heb ik een stoksKg toegediend die hem ln de goot deed tuimelen, de tweede heb ik bijna dood geslagen door ©en slomp op z'n hoofd, do derde maakte na 'n stevigen right hander eenige buitelingen, onder een jammerlijk gehuil, en wat er met d-*o laatste is gebeurd weet ik niet precies. Maar hij is daar blijven liggen. Mooi uitstekend! Die luidj-is hebben dus hun bekomst! M'n waard© leermeester, ik kom u nu mijn dank betuigen voor uw uitstekende lessen. Ik bon er zeker van, er profijt van te hebben getrok ken. En m'n zelfveirl'rouwen bezit ik nu. Dat is de meest waardevolle ei- gonschap voor een bokser, antwoord de ik kalmpjes. Ik heb nog nooit aan m'n oud-leer ling durven vertellen hoe ik de mis© en-scène voor zijn apachen gevecht had klaargemaakt. Maar nu zal ik t hem eerstdaags toch eens vertellen. Boos zal hij er niet over zijn en al licht is hij dankbaarder gestemd dan Courterolle, met z'n louisl Nnramsr hoeveel Twee jaar had Minna in ons jong huishoudentje gediend, den doop van ons kindje, twe© verhuizingen en een brandje met ons doorleefd, en haar vlijt en trouw deden ons de klachten van familieleden en bekenden geheel zonder grond schijnen. Het moét toch wel aan de be handeling liggen, meende m'n kloin vrouwtje iedëron keer als ze na een dameskransje oen bloemlezing uit do daar geuite klachten gaf; en dan placht z© te schellen en onze binnen tredende gedienstige een stuk worst of 'n vette bokkng als extraatje bij 't avondeten toe te dienen. Toen Minna nu op zekeren dag met talloozo zegev.enschen en 'n fraai ge schenk als herinnering ons verliet, om 'n brievenbesteller voor het vol gend deel van zijn leven gelukkig te maken, zagen wij haar, om met wij len Koning Claudius von Denemar ken te spreken, met 'n nat, maar YTOolijk oog vertrekken; met 'n nat oog. als wij ons haar deugden en voortreffeliikheden herinnerden, met 'n vroolijk oog daar het ons aun oen waardig© opvolgster niet zou kunnen ontbreken. Deze opvolgster dus nr. 2 in ons huwelijk. hield in den namiddag haar intocht Zo zag er frisch uit, met 'n hoofd vol zware lokken cn z© luisterde naar den naam van Jo hanna. Ze had een dragelijke mezzo sopraan, zooals ik kon constateeren, toon ze 's avonds bij het naar bed gaan het ..Vilja-lied" zong. Ik veraf schuw weliswaar de „Lustige Wittwe" maar m'n vrouw sust© m'n opkomen den toorn met de opmerking, dat men de individualiteit van jonge meis jes niet moet trachten te beperken. Dat meergemelde individualiteit van onze nr. 2 inderdaad groote over eenkomst vertoonde met die van de ..Lustig© Wittwe" werd den volgen den Zondpl' glashelder bewezen, toon zij inplaats van 11 uur 's morgens om 8 uur 's avonds boven water kwam. M'n vrouw zei niets, maar toen ik den volgenden dag van mijn kantoor thuis kwam, vond ik haar niet in do keukén, maar met ©en ver ontwaardigd gezicht de bedden schud dend. De sleutel van dit raadsel was, dat z© onze parel hals over kop het vierkant© ©at gewezen had, toen zo bemerkte dat het lieve kind een ge heel© koloni© van zekere zespootigo diertjes gastvrijheid verleende. Deze ontdekking hod Johanna in 't minst niet uit haai- gewone evenwicht ge bracht maar met een onbevangen gezicht ©n met een vriendelijken groet had zo haar koffertje ingepakt en ons verlaten. Veel to dragen had z© nieti haar pakje was maar klein, want, zooals wij do gelegenheid hadden op to merken, bestond ongeveer haar ge heel© garderob© uit de k loeder en, dia z© droeg en een tweetal witte onder-, rokken, plus en bonevens een tanden borstel. Onze „Lustige Wittwe" had liet nauwelijks tot een diensttijd van een week bij ons gebracht. Mijn vrouw, die dat zooals thans wel begrijpen is nog veel to long voorkwam zwoer een duren eed, in de toekomst voorzichtiger te zijn. Een gehoelo namiddag zette zij zich aan den arbeid. Tramde met onzen klei nen jongen paar alle hemelstreken orn toch vooral geen enkele van de talrijk© dionslbodenverhuurkaatoreu in d© stad over Ie slaan. Geheel uf- ?emat kwam ze 's avonds te ongeveer uur weer thuis, met 'n afgetrapte rokband, had ondanks het 10-cenls- tarief van onze electrisctio ruim een gulden verlramd en ergens haar spiksplinternieuw e parapluie laten staan, terwijl de kleine jongen huilde van vermoeidheid bijnu in slaap .viel en bovendien nog mot zijn pasgewas- schen katoenen pakje languit m een erg vieze goot was gevallen, nia&r..- het doel was bereikt! Don voleenden middag zou de nieu we huisfee komen. X© zag er niet zeer aantrekkelijk uit, deelde m'n viouw mede. maar, zoo verzekerde ze mij ln één adem, en met een zekere ontroonng. dat vond zijn oorzaak hierin, dat 't meiske, wat bedeesd en schuchter was. Al heel spoedig bleek m'n vrouw bedrogen uit te komen. Do bedeesdheid cn schuchterheid bleek 'n fraai masker, en toen ik. op 'n avond naar huis kwam, om m'n vrouw te halen voor de komedie, vond ik haar in tranen badende, omdat ome gedienstig© geest, onder vrien delijke belangstelling van onze bo- venbuurvrouw, een kniezige, vrekki- go weduwe, oenige aan absurditeiten, grenzend© onjuistheden over onz© huishoudelijke verhoudingen on toe stonden had medegedeeld. Na zeer veel moeite gelukte het mij, m'n vrouw zóó ver te krijgen, dat we on geveer aan hot slot van de tweede net© van den „Fanst" den schouw burg bereikten. Toen ik den volgen den middag na .kantoortijd thuis kwam ,vond ik mijn vrouw niet ixx do keukon, maar met ©en wanhopig go- zicht bezig met het wasschen van hemdjes en broekjes van onzen klei nen jongen. Het zoeken begon dus weer van vo ren af aan. Weer werd een onrustba rend ho<v bedrag vertramd den kleinen jongen had m'n vrouw dit maal wijselijk niet meegenomen, maar voor dit bijzonder geval bij zijn grootmoeder gebracht, waar hij zich dermate ann pannekoeken te buiten ging, dat de onafwijsbare gevolgen van izijn onmatigheid hemzelvp en ons vjer-en-twintig uur lang ln een ellendige stemming brachten. Het of fer was echter niet tevergeefs ge bracht, want den vijftienden van de. maand zouden we zonder twijfel dit maal 'n net meisje hebben. We had den pas den tienden, en ik mocht dus nog 5 dagen het bijzonder© genoegen smaken 's morgens een half uur vroe ger op te staan dan gewoonlijk om eigenhandig the© te zetten. Den vijf- tiénden deed ik dot met het onge twijfeld aangename idee. dat het dit maal de laatste keer zou zijn, want om 10 uur 's morgens zou de bewust© jonge dame nr. 4'. ten onzent zijn. Edoch, toen ik dien mïddac van mijn bureau huiswaarts keerde, vond ik mijn vrouw niet in de keuken maar met "n droefgeestig geluöt bezig in de woonkamer c-euigo noodzakelijke werkzaamheden te verrichten Dp ia- fel lag een brief van den vader van ons uicuw meisje, de merkwaardig© verklaring behelzonden, dat zijn stand als ambtenaar van den staat niet gedoogde dat zijn dochter dien de. Het gedenkwaardig schrijven was onderteekend met den nuarn Ivarl Schmi.it. (Gaarne bon ik bereid, hen, die er belang in stellen, inzage te ver- loötien van dit document). Nou, zei m'n vrouw met 'n o"\e» tuiging ©en hetero zaak waardig, zullen we 't eons met e-cn advertentie in d© krant probeeren. Ik vond zulks natuurlijk goed, en 'savonds las m©n ln cl© drie plaatselijke bladen in de stad onzer inwoning en wel ctnder de rubriek „vraag en aanbod", dat m'n vrouw „voor haar klein huishouden ©011 eenvoudig, net meisje, om on middellijk of later in dienst to treden" verlangde. M'n klein vrouwtje was er natuurlijk mee geflatteerd, haar naam in do krant t© lezen. De gevol gen waren overweldigend: reeds den zelfden avond meldden zich een bui tengewoon groet aantal ..eenvoudige, netto" meisjes aan, en d© schol was nauwelijks koud van de ©en© of de andere trad binnen, lk werd de dupe van 't geval eu moest m'n knus the©- uurtj© met m'n vrouw missen. Het dertiende meisje, dat ons met ©en bezoek kwam vereeren, beviel m'n vrouw zoo goed, dat zij hét aan nam, echter niet dan schoorvoetend, omdut z© mot een weinig vrouwelijke bijgeloovlgheid hot onschuldige getal 13 voor een ongeluksbode houdt. Ditmaal werd haar bijgeloof recht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 15