BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
29e Jaargang.
ZATERDAG 23 MAART 1912
No 8821
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
71.20 PER 3 BAANDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
ADm^KTRATIB GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNB 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN
ADVERTENT1ÊN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT
Het Rijke Natuurleven
HOUTDIEVEN.
Do wind giert en huilt weer in den
echoorstcen, blaast over de nog bijna
naakte velden en rukt aan de stam
men en takken der boomen.
Nu, en in het najaar, treedt hij
vaak op ids dc vriend onzer veelar-
migo reuzen, die hen ontslaat
overtollige takken, die doode twijgen
afrukt, ze noeramakt en m dolle vaart
meesleurt, tot een hinderpaal, sterker
dan hij, ze aan zijn mocht ontrukt,
en ze vasthoudt.
Nu is de wind do groot© tuinman,
die snoeit eu wegneemt wat
dig, die ©nruimt, wat den boom tot
last" is geworden.
Groeit hij aan lot storm, tot niets
ontziendou orkaan, dan is zijn vriend
schap in vernielzucht veranderd, dan
is hij de groOtO aanvoerder van het
leger van vijanden, waardoor onze
boomen het gehoede jaar door worden
belaagd.
We zijn nog al eens in do gelegen
heid liet vellen van een iep of popel
van dichtbij gade te slaan. Onder het
stukzagen gebeurt het dan dikwijls,
dat een vervaarlijk groote rups, met
een wijnroode kleur, zich haast, om
den gevallen boom te vort -ten.
Het is de wilgenhoutrups, de scherp
gekaakte houtvernieler, die zich in
alle haast uit de voeten maakt, met
achterlating van een flinke hoeveel
heid b nitiviobn en excrementen
Zijn kasteel, waar hij in alle stilte
zijn rooversleven sleet, is gevallen,
zijn sterkte wordt geslecht, zijn ge
heime gangen, en er zijn er vele, wor
den bl nol gelegd, en als het hem ge
lukt, t© ontkomen, moet hij maar
zorsron. gauw een voorloonige opera
tiebasis te vinden.
De vluchteling ziet er ©enigszins
onooglijk uit. Het platte lichaam
heeft geen enkel versiersel, geen kleu
rig© haarpluimon of afwisselende
kleuren tooien het langgerekte rup
sen! Hf.
Slechts een lichter© streep langs de
z'i-Ti brenat wat. afwisseling. Overi
gens kon hij wel bessensaprups beo-
ten.
Hoe die vreemde mijnwerkers eigen
lijk zoo kranig door het hout weten
ie komen is bijna een raadsel.
In Juni of Juli kunnen we soms op
de boomen groote, plompe vlinders
zien zitten, die door hun kleur bijna
niet afsteken bij bet groengrijs der
bemoste stammen.
Het zijn nachtvlinders. Dat merken
we met den eersten oogopslag reeds
aan het plompe lichaam, dat zien we
ann de gekamde sprieten, dat maken
w© op uit den stand der vleugels, die
als dakpannen neerliggen.
Heel in 't geheim, slechts merkbaar
voor den scherpen waarnemer, legt
het wijfie dan soms enkele bruine
eitjes tusschcn de schorsspleten. Een
lang© legboor stelt haar daartoe in
staat. Deze plaatst 'ij zoo diep moge
lijk in de scheuren van den stam, zoo
dat de rupsjes, die weldra uit de
eitjes kruipen, heel gauw bij hun
voedsel ziin.
Dat kleine gedoe weet al instinct
matig. dat zij ziin aangewezen, om
den boom inwendig aan te tasten.
Laat frissche bladeren om hen rui-
peben en hecrüik groen hen tot een
'diner uitnoodigen, ze Milven stoi-
cvnsch texrenover zooveel aantrekke
lijks, keeren den kleinen 'kop af van
het zonlicht, ©n slaan de naaldscher
pe kaakjes in den weeken boven-
sehors. Dat wérk sehiint hun zoo han
dig af te "nan, dat z© al snoedi" boel
fiine ©meetjes in de schors hebben
geboord, eu naarmate zij groeien, ©n
dus grooter gangen noodig hebben,
worden ook hun kaken sterker en
zwaarderen eindelijk wagon lij zich
ook aan het massieve hout.
Vaarwel dan week© schors, vaar
wel dan zachtere buiteniagon. Het
kernhout bevat meer grondstoffen
voor het hongerig© lichaam en.
eenmaal daar aangeland, wordt het
vernielingswerk met energie voort
gezet.
Worden d© rupsen opgeschrikt cn
naar buiten gedreven door zaag of
bijl, dan verspreiden z© een anti-
Boldoot geurtje.
Een zurige walm omgeeft het vluch
tende monstertje, een lucht, doordrin
gend en nog op betrekkelijk grooten
afstand merkbaar.
Mogen z© rustig hun leventje slij
ten, dun hebben ze ten slotte de res
pectabele lengte van acht tot tien
duim.
Nu is ook voor deze roode roovers
het rupsenstadium spoodig ten einde
en weldra zoökeu zo een uitweg.
Maar de duisternis was hun lief, In
do zwarte gangen waren zo thuis, do
eigen gebaande wegen willen zij niet
verlaten, eu als de opening, die naar
buiten voert, groot genoeg is, trekken
do disye» zich terug, versperren met
een zaagseiprop den toegang en ver
anderen in een bruine pop. Op rupsen-
manier maken zo een cocon, maar do
bouwstof is alweer hout, zaagsel en
molm.
De paar haren, die op het glimmen
de lichaam verspreid stonden, wor
den «i nog doorgewerkt ou, zoo be-
■ohermd en geburrikadeerd, wachten
(de poppen den zomer af.
De wtiirenhoutrups is ©en der groot
ste mijningenieurs in de insectenwe
reld.
Kleinere soorten zijn ©r ook genoeg.
Niet eens behoeven we te spreken
van het doodskloppertjc, welks larvo
onze meubelen zoo systematisch en
zoo zeker ondermijnt. Buiten dit klei
ne monstertje zijn er nog tien, twin
tig soorten meer. Vaak genoeg hebt,
ge op uw wandelingen schors of hout-
brokken gevonden, waarin een menig
te gangen, in den regel ontspruitend
uit één hoofdgang, zichtbaar waren.
Dat is het geheimzinnig teekenschrift
van d© kleine kevertjes, die als
schors- en houtboorders, met een
zwarte kool staan geteekeud, dat zijn
de loopgraven van d© kevers en hun
vraatzuchtig© larven.
De wijfjeskevers boren zich eon
eindje naar binnen, leggen in deze
moedergang van afstand tot afstand
een eitje en sterven dan. Sommige
soorten leggen do eitjes ook bij el
kaar.
Komen nu de larven uit, dan zoekt
ieder een goed heenkomen. Hun le
vensprogram bevat maar twe© woor
den: ..eten en groeien" en strem© hou-
den ze zich aan dit voorschrift. Ze
zijn zoo plichtmatig, dat z© vaak geen
pas v ooruit maken in de moedergang
maar met groote nauwkeurigheid
..kwart-draai links of rechtsom" een
zijgang gaan vreten, die dus loodrecht
op het" hoofdkanaal stuat. Auu liet
eind van dezo gangen zien we dan
een kleine verwijding, waarin zicli 't
groote en telkens nieuwe wonder der
gedaanteverwisseling afspeelt.
H. PEUSENS.
Rubriek voor Vrouwen
De i
r en de Spaarzaamheid.
Spaarzaamheid is een verklaard©
vrouwendeugd. De vrouw is van na
ture aangelegd tot spaarzaamhei 1.
Niet .©dere vrouw: de uitzondering
bevestigt den regel. Er zijn geboren
verkwistenden en er zijn ook. vrou
wen, d e in haar jeugd nagenoeg ge
brek leden, en die bij verbetering ba
rer uiterlijke omstandigheden, het
geld, als het ware mot volte bandera
weggooien.
In het omgekeerde geval schikken
zij zich op later leeftijd, niet zoo mak
kelijk in spaarzaamheid, want deze
deugd moet even goed als elke ande
re: aangeleerd en aangekweekt wor
den. Maar over het geheel genomen
zijn ér veel meer spaarzame, dan ver
kwistende vrouwen. Spaarzaamheid
gaat ook niet altijd hand in hand met
vaardigheid in het rekenen. Menig©
vrouw, die heel slecht terecht kan.
met de eenvoudige boekhouding 'n
haar huishoudboek, spaart instinctma
tig. Bij haar inkoopen, bij het koken
bij haar kleeding verbruikt zo zeer
s man berekent in het al
gemeen nauwkeuriger maar hij spaart
niet. Hij brengt wel geld naar
spaarbank, ais hij ©en buitenkansje
heeft; maar de meeste gelegenheden
tot sparen laat hij voorbijgaan. H;j
leeft ruim en moet dit ook wel dik
wijls, gedwongen door zijn zaken. H;t
leven der meeste vruwen is een aan
eenschakeling van k'einigheden. ilio
alle aanleiding geven tot het ontwik
kelen van den zin voor genoemde
deugd. Ook heeft zij zelve n.et zoo veil
nood:g. De man is veeleischeuder: nij
houdt van een goede tafel en de
rouw deelt dit genot, doch voor zich
alléén, zou ze veel eenvoudiger koken.
Als do vrouw verkwistend is, dan is
het meestal ijdeihe.d, die haar daar
toe aanzet. Ze geeft veel u t voor
mooie toiletten, of rijke bediening;
niet zelden alleen maar, om haar
vriendinnen te overtroeven! Dus ook
al niet uit waariijk© behoefte. A s
men eens wist met hoe weinig een
rouw soms toekomt, dan zou dit me
nige man belachelijk toeschijnen.
Natuurlijk heeft deze veelgeprezen
deugd ook haar keerzijde: overdrij
ving schuadt altijd. En dat huiver g
zijn om eens wat geld uit te geven,
is dikwijls allesbehalve aan bevelen s-
vvaardig: „Die niet waagt, d:o niet
wint"! zegt een oud-HoUandseh spreek
woord terecht.
Met den tijd heeft het begrip van
spaarzaamheid echter een verruiming
ondergaan: Vroeger spaarde dc
vrouw slechts op geld en op beziit. Te
genwoordig nu zij ook in de maat
schappij werkzaam is, heeft zij leeren
sparen kracht; zij heeft leereu inzien,
dot als zij geld uitgeeft, om tijd te
sparen, zij dan daarmede iets zéér po
sitiefs koopt, n.l. gelegenheid tot wer
ken; aldus: verdienste. Of zij koopt
©enige meerdere rust tusschem ie
werktijden, maar in iedier geval
brengt het bestede bedrag zijn rente
op!
Vel is het er nog ver van af. dat
alle vrouwen doordrongen zouden
zijn van deze waarheid; en nog menig
vrouw loopt zich doodmoe en akelig
om oen paar dubbeltjes tramgeld te
besparen of laat zich liever tot uitput-
tens toe verhongeren om thuis haar
veel goedkoopér maal te kunnen ge
nieten, dan dat z© even binnengaat in
een restauratie of melksalon. De be
haaglijkheid toch, die weer het ge
volg is van die meerdere kracht, ver
leent een vroolijker, moediger optre
den, iels gullors, Jovialers, sympa
thiekers, in één woord, dat oneindig
voel gunstiger zal werken op de waar
deering der vrouw ais werkkracht
Een zeer goed financier had den
raad meegekregen van zijn vadert om
met verstand uit te geven en waarlijk,
daar komt alles op aan. Met „ve©
stand" uit te geven, <L w. z. in de e©r-
steplaats, geef niet meeT uit dam uw
inkomsten bedragen; zorg voor ziekte
en voor uw ouden dag, maar tracht
geen rijkdommen te verzamelen voor
een verre toekomst. Slechts het heden
behoort ons en daarin is het ons ver
gund met mate te genieten i
Heel dwaas wordt ook soms ge
spaard ten opzichte van het aestheL-
schei Menige vrouw behelpt zich met
half schoon tafelgoed, met een samen
raapsel van servies, dat wel naar
ïncls lijkt; perm.tteert zich nooit eens
de luxe van een enkel bloemetje op
tafel te zetten, kleedt zic-h slecht om
met te zeggen armoedig en bespaart
z.ch zoo wel geld, maar verliest lang
zamerhand haar levensgeluk. Werd
dit wat meer in aanmerking genomen
door de huisvrouwen, dan zou memg
huwelijk gelukkiger zijn!
Ook kan vermeende spaarzaamheid
soms feitelijk aanleiding geven tot
het tegendeel: Ergens wordt een uit
verkoop geannonceerd en die prijzen
zijn waariijk fabelachtig laag!
„Nu, zoo'n gelegenheid mag men
niet voorbij laten gaan", heet het dan
en allerlei dingen worden gekocht die
hoeLemaai onnoodig zijn, dus die dood
kapitaal vormen in het huishouden!
Ook werkt zij door dit „guedkoope
koopen" zoo vaak liet werken voor
hongorloonen in de hand, en het is de
vraag of dit nu wel haar bedoeling
was? Iedere vrouw moest toch traen
ten «enigszins op de hoogte zijn van
de nationaaJ-economische geschiede-
n s, dit zou haar blik verruimen en
haar de spaarzaamheid doen betracn-
ten in den besten zinl
MARIE VAN A MS IEL.
De practijk.
VRIJ NAAR HET FRAN6CII VAN
LUC1EN VERNAT.
't Is bij het boksen net 't zelfde a's
in den oorlog, beweerde de beroemde
bok9ér Méluque. De overwinning s
voor dengéen, die zekér is van z'n
zaak, die niet aarzelt, alles er op zet
en z'n hachje waagt voor 't genoegen
van de overwinning. Ais de beweging
of de handeling zuiver cn goed door
dacht is, is geen menschenkracht :n
staat haar te stuiten. Maar de minste
twijfel, de geringste aarzeling of on
zekerheid ze vernietigen alle kans
op sucoes.
Indertijd stond ik aan 't hoofd van
een „sale cfarmes'. Op een goeden
dag verscheen een jonge advocaat bij
me, en verzocht mij, hem wat les te
geven.
Waarin? vroeg ik. Floret, degen,
boksen, wapenstok...?
- Ja, dat is nu juist de moeilijke
quncstio. Kijk 'cs, ik zal u eerst ver
telen wat de aanleiding tot mijn be
zoek is.
Gisterenavond, tegen twaalf uur,
ging ik naar huis, maar weid plotse
ling op straat aangevallen door drio
jonge apachen, die me mijn portemon-
naie en m'n ho'rloge ontstolen hebben,
nadat ik vooraf een flink pak slaag
in die boortjes had gekregen.
Nu wil ik zorgen dat zooiets me
in 't vervolg niet meer kan överk>
men. Maar in 't gebruiken van een
revolver héb 'k geen zin. Liever zou
k een méér natuurlijk wapen aan
wenden om dergelijke individuen een
les to kunnen geven, die hen lang
heugen zoul
Dan, zei ik( moet u boksen lee-
ren, volgens de Fransche methode.
Vuistslagen en trappen... dat zijn de
probate middelen om een tegenstan
der buiten gevecht te stellen en zelf
daarna nog ruim den tijd over te hou
den om uw woning te bereiken. Bo
vendien zal ik u dun ten overvloede
nog wat les geven In 't stokvechten.
en dat zal u ook aardig te pas kunnen
komen.
Prachtig. Laten we don maar
met 1 boksen beginnen. Wanneer de
eérste les?
Als u wilt, nu dadelijk!
Voo'ruit maarl
Mijn nieuwe leerling was een ge
ep ord, energiek klein kereltje, die
verder een merkwaard'ge vlngheid
bezat. In de eerste lessen maakte hij
al verwonderlijk-snelle vdrderingen
en ontving overigens zonder 'n spier
in zijn gezicht te vertrekken de stoo-
ten, waarmee ik hem raakte.
Touchél riep hij dan alleen even,
maar bleef doodkalm. Hij bezorgde
me ondertusschen al spoedig veel last.
door z'n snelle lage stootcn, d e tk
meestal nog juist pareeren kom Met
'n aapachtige vlugheid veranderde hij
telkens van houding en vechtactie.
U bent een veelbelovende leer
ling! zei lk, om hom aan to moedigen.
Werkelijk?
Beslist!
Toen hij plezier In z'n boks training
kreeg, stelde hij mij voor, twee lessen
pér dag bij me te komeoi nemen. Ik
had er niets tegen. Nu, toen gingen
we van het parade-boksen" over tot
de serieus© pertijen. En serieus wa
ren ze, hoeren I
We vochten tot we doodop wa
ren, tot onze spieren 't vert.kten lan
ger dit vol te houden, en tot 't zweet
ons langs het lichaam stroomde.
't Stokvechten ging ook al voorspoe
dig; ook daarin toonde m'n discipel
- spoedig een buitengewone bedroven-
beid.
Als ik een bijzonder mooien stoot
van hem toejuichte, bleef hij steeds
bescheiden. Neen, zei hij dan die
stoot was wel goed uitgevoerd, maar
te ruw, te onbesuisd nog. Dat zijn van
die dingen die je zelf heel goed beseft!
Een leerling dl© zicli volkomen re
kenschap weet te geven van d© waar
de zijnore eigen prestaties, ver
gemakkelijkt de taak van zijn leer-
anr niet weinig. En na een leertijd
van zes maanden had m'n cfiRCipel het.
tot een buitengewone hoogte gebracht
in de 'edele bokskunst. Na oen vérwoe-
d© bokspartij, waarin hij m© een
ontzettende „uppercut" toediende, dis
bijna mijn kaak verbrijzeld had, ver
klaarde ik:
De leeraar heeft zijn leerling 'n
niets meer te onderwijzen! Mijn les
sen zijn afgeloopen, en ik blijf alleen
nog als amateur-tegenstander tot uw
beschikking!
Dat doet me plezier, zei hij. Maar
ér is toch nog iets dat me verontrust
Wat dan?
Ik zou nu waarschijnlijk al mei
eenig succes in een boks-wedstrijd
kunnen optreden. Maar er is iets an
dere. 'k Geloof dat als ik op straat
werd aangevallen, de zaak heel an
dere zou verloopen dan in een assaut.
't Zou precies zoo gaan maar
op één voorwaarde.
En d e is?
Dat ge uw zelfvertrouwen niet
vérliest, en overtuigd blijft van uw
superioriteit over uwe aanvallers!
Hm! Ja, ik ben op dat punt juist
nogal pessimistisch gestemd, 'k Vrees
dat mijn zelfvertrouwen pas zal k>
men na een beetje ervaring in de
praktijk van het leven.
Ik dacht even over t geval na. Het
leek geen eenvoudige zaak, om den
heer Sonnet zoo plotseling eens ecu
dosis zelfvertrouwen te bezorgen.
Plotseling schoot me iets te binnen.
Wilt u vanavond nog even terug
komen Vroeg ik. 'k Zal u een laatst©
gcede les geven, en die zal u waar
borgen tegen de nadeelen van eiken
nachtelijken overval in een Parijscho
straat.
lk zal er zijn! antwoordde hij.
Van aanzien kende ik een twintig
jarig jongmensch, die zich in 't bezit
van een bedenkelijk© reputatie kon
rekenen, en gewoonlijk huisde in een
bar in 't Quartier Latin. Hij was een
onverschillige en ruwe kérel, die
„CouMerolle', en 't lag alleen aan
z'n sluwheid, dat hij nog nooit met
den strafrechter in aanraking was ge
komen.
Ik kan niet zeggen dat ik bijzood-n
veel lust voelde om me met een der
gelijk individu in contact te stellen
Maar, naar mijn meening, gaat be
roepsplicht voor persoonlijken af-
keér.
Nu, ik vond Courterolle ln do bar
en liet hem eerst eens m'n gezondheid
drinken. Toen stelde ik hom op da
hoogte van m'n plan.
Kan ik op je rekenen?
- Met plezier, waarde beer! zei hl;
grijnzend.
Nu dan hoeveel moet het ma
kosten?
Een louisl
Goed, afgesproken. En denk er
aan geen revolvers. Alleen 'n af
straffinkje. .1
We dronken er samen nog eens een
glas op, en do zaak was beklonken.
Den volgenden morgen was lk nau
welijks aan m'n déjeuner begonnen,
of ér werd heftig aan de bel gerukt
en even later verscheen mijn leerling
Sonnet Hij had bepaald iets triom-
fcerends in gehe&l z'n voorkomen
toen-ie begon met me te vertellen, dat
hem gisteravond na zijn bezoek nan
mij Iets bijzonders was overkomen,
waarvan hij me nu ©ens op de hoog
te kwam stellen.
Wat is er dan wel gebeurd?
vroeg ik, quasl-veiTast.
Ik ben door apachen aangeval
len. op den hoek van de Rue d'Alsace-
Lorraine en d© Avenue des Peupiiers.
Och kom!
t Is een feit! Ze waren met z'n
vieren. Den eerste heb ik een stoksKg
toegediend die hem ln de goot deed
tuimelen, de tweede heb ik bijna dood
geslagen door ©en slomp op z'n hoofd,
do derde maakte na 'n stevigen right
hander eenige buitelingen, onder een
jammerlijk gehuil, en wat er met d-*o
laatste is gebeurd weet ik niet precies.
Maar hij is daar blijven liggen.
Mooi uitstekend! Die luidj-is
hebben dus hun bekomst!
M'n waard© leermeester, ik kom
u nu mijn dank betuigen voor uw
uitstekende lessen. Ik bon er zeker
van, er profijt van te hebben getrok
ken. En m'n zelfveirl'rouwen bezit ik
nu.
Dat is de meest waardevolle ei-
gonschap voor een bokser, antwoord
de ik kalmpjes.
Ik heb nog nooit aan m'n oud-leer
ling durven vertellen hoe ik de mis©
en-scène voor zijn apachen gevecht
had klaargemaakt. Maar nu zal ik t
hem eerstdaags toch eens vertellen.
Boos zal hij er niet over zijn en al
licht is hij dankbaarder gestemd dan
Courterolle, met z'n louisl
Nnramsr hoeveel
Twee jaar had Minna in ons jong
huishoudentje gediend, den doop van
ons kindje, twe© verhuizingen en een
brandje met ons doorleefd, en haar
vlijt en trouw deden ons de klachten
van familieleden en bekenden geheel
zonder grond schijnen.
Het moét toch wel aan de be
handeling liggen, meende m'n kloin
vrouwtje iedëron keer als ze na een
dameskransje oen bloemlezing uit do
daar geuite klachten gaf; en dan
placht z© te schellen en onze binnen
tredende gedienstige een stuk worst
of 'n vette bokkng als extraatje bij 't
avondeten toe te dienen.
Toen Minna nu op zekeren dag met
talloozo zegev.enschen en 'n fraai ge
schenk als herinnering ons verliet,
om 'n brievenbesteller voor het vol
gend deel van zijn leven gelukkig te
maken, zagen wij haar, om met wij
len Koning Claudius von Denemar
ken te spreken, met 'n nat, maar
YTOolijk oog vertrekken; met 'n nat
oog. als wij ons haar deugden en
voortreffeliikheden herinnerden, met
'n vroolijk oog daar het ons aun oen
waardig© opvolgster niet zou kunnen
ontbreken.
Deze opvolgster dus nr. 2 in ons
huwelijk. hield in den namiddag
haar intocht Zo zag er frisch uit,
met 'n hoofd vol zware lokken cn z©
luisterde naar den naam van Jo
hanna. Ze had een dragelijke mezzo
sopraan, zooals ik kon constateeren,
toon ze 's avonds bij het naar bed
gaan het ..Vilja-lied" zong. Ik veraf
schuw weliswaar de „Lustige Wittwe"
maar m'n vrouw sust© m'n opkomen
den toorn met de opmerking, dat
men de individualiteit van jonge meis
jes niet moet trachten te beperken.
Dat meergemelde individualiteit
van onze nr. 2 inderdaad groote over
eenkomst vertoonde met die van de
..Lustig© Wittwe" werd den volgen
den Zondpl' glashelder bewezen, toon
zij inplaats van 11 uur 's morgens
om 8 uur 's avonds boven water
kwam. M'n vrouw zei niets, maar
toen ik den volgenden dag van mijn
kantoor thuis kwam, vond ik haar
niet in do keukén, maar met ©en ver
ontwaardigd gezicht de bedden schud
dend. De sleutel van dit raadsel was,
dat z© onze parel hals over kop het
vierkant© ©at gewezen had, toen zo
bemerkte dat het lieve kind een ge
heel© koloni© van zekere zespootigo
diertjes gastvrijheid verleende. Deze
ontdekking hod Johanna in 't minst
niet uit haai- gewone evenwicht ge
bracht maar met een onbevangen
gezicht ©n met een vriendelijken groet
had zo haar koffertje ingepakt en ons
verlaten. Veel to dragen had z© nieti
haar pakje was maar klein, want,
zooals wij do gelegenheid hadden op
to merken, bestond ongeveer haar ge
heel© garderob© uit de k loeder en, dia
z© droeg en een tweetal witte onder-,
rokken, plus en bonevens een tanden
borstel.
Onze „Lustige Wittwe" had liet
nauwelijks tot een diensttijd van een
week bij ons gebracht.
Mijn vrouw, die dat zooals thans
wel begrijpen is nog veel to long
voorkwam zwoer een duren eed, in
de toekomst voorzichtiger te zijn. Een
gehoelo namiddag zette zij zich aan
den arbeid. Tramde met onzen klei
nen jongen paar alle hemelstreken
orn toch vooral geen enkele van de
talrijk© dionslbodenverhuurkaatoreu
in d© stad over Ie slaan. Geheel uf-
?emat kwam ze 's avonds te ongeveer
uur weer thuis, met 'n afgetrapte
rokband, had ondanks het 10-cenls-
tarief van onze electrisctio ruim een
gulden verlramd en ergens haar
spiksplinternieuw e parapluie laten
staan, terwijl de kleine jongen huilde
van vermoeidheid bijnu in slaap .viel
en bovendien nog mot zijn pasgewas-
schen katoenen pakje languit m een
erg vieze goot was gevallen, nia&r..-
het doel was bereikt!
Don voleenden middag zou de nieu
we huisfee komen. X© zag er niet
zeer aantrekkelijk uit, deelde m'n
viouw mede. maar, zoo verzekerde ze
mij ln één adem, en met een zekere
ontroonng. dat vond zijn oorzaak
hierin, dat 't meiske, wat bedeesd en
schuchter was. Al heel spoedig bleek
m'n vrouw bedrogen uit te komen. Do
bedeesdheid cn schuchterheid bleek
'n fraai masker, en toen ik. op 'n
avond naar huis kwam, om m'n
vrouw te halen voor de komedie, vond
ik haar in tranen badende, omdat
ome gedienstig© geest, onder vrien
delijke belangstelling van onze bo-
venbuurvrouw, een kniezige, vrekki-
go weduwe, oenige aan absurditeiten,
grenzend© onjuistheden over onz©
huishoudelijke verhoudingen on toe
stonden had medegedeeld. Na zeer
veel moeite gelukte het mij, m'n
vrouw zóó ver te krijgen, dat we on
geveer aan hot slot van de tweede
net© van den „Fanst" den schouw
burg bereikten. Toen ik den volgen
den middag na .kantoortijd thuis
kwam ,vond ik mijn vrouw niet ixx do
keukon, maar met ©en wanhopig go-
zicht bezig met het wasschen van
hemdjes en broekjes van onzen klei
nen jongen.
Het zoeken begon dus weer van vo
ren af aan. Weer werd een onrustba
rend ho<v bedrag vertramd den
kleinen jongen had m'n vrouw dit
maal wijselijk niet meegenomen,
maar voor dit bijzonder geval bij zijn
grootmoeder gebracht, waar hij zich
dermate ann pannekoeken te buiten
ging, dat de onafwijsbare gevolgen
van izijn onmatigheid hemzelvp en
ons vjer-en-twintig uur lang ln een
ellendige stemming brachten. Het of
fer was echter niet tevergeefs ge
bracht, want den vijftienden van de.
maand zouden we zonder twijfel dit
maal 'n net meisje hebben. We had
den pas den tienden, en ik mocht dus
nog 5 dagen het bijzonder© genoegen
smaken 's morgens een half uur vroe
ger op te staan dan gewoonlijk om
eigenhandig the© te zetten. Den vijf-
tiénden deed ik dot met het onge
twijfeld aangename idee. dat het dit
maal de laatste keer zou zijn, want
om 10 uur 's morgens zou de bewust©
jonge dame nr. 4'. ten onzent
zijn. Edoch, toen ik dien mïddac van
mijn bureau huiswaarts keerde, vond
ik mijn vrouw niet in de keuken maar
met "n droefgeestig geluöt bezig in de
woonkamer c-euigo noodzakelijke
werkzaamheden te verrichten Dp ia-
fel lag een brief van den vader van
ons uicuw meisje, de merkwaardig©
verklaring behelzonden, dat zijn
stand als ambtenaar van den staat
niet gedoogde dat zijn dochter dien
de. Het gedenkwaardig schrijven was
onderteekend met den nuarn Ivarl
Schmi.it. (Gaarne bon ik bereid, hen,
die er belang in stellen, inzage te ver-
loötien van dit document).
Nou, zei m'n vrouw met 'n o"\e»
tuiging ©en hetero zaak waardig,
zullen we 't eons met e-cn advertentie
in d© krant probeeren. Ik vond zulks
natuurlijk goed, en 'savonds las m©n
ln cl© drie plaatselijke bladen in de
stad onzer inwoning en wel ctnder de
rubriek „vraag en aanbod", dat m'n
vrouw „voor haar klein huishouden
©011 eenvoudig, net meisje, om on
middellijk of later in dienst to treden"
verlangde. M'n klein vrouwtje was er
natuurlijk mee geflatteerd, haar
naam in do krant t© lezen. De gevol
gen waren overweldigend: reeds den
zelfden avond meldden zich een bui
tengewoon groet aantal ..eenvoudige,
netto" meisjes aan, en d© schol was
nauwelijks koud van de ©en© of de
andere trad binnen, lk werd de dupe
van 't geval eu moest m'n knus the©-
uurtj© met m'n vrouw missen.
Het dertiende meisje, dat ons met
©en bezoek kwam vereeren, beviel
m'n vrouw zoo goed, dat zij hét aan
nam, echter niet dan schoorvoetend,
omdut z© mot een weinig vrouwelijke
bijgeloovlgheid hot onschuldige getal
13 voor een ongeluksbode houdt.
Ditmaal werd haar bijgeloof recht