HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
DONDERDAG 4 APoIL 1012
OM ONS HEEN
No. 151®
Wethond6r8beno8m!ng8D.
Het bedanken van Mr. Thiol om als
tijdelijk, wethouder ter vervanging
van den heer De Breuk op te treden,
beeft weer de aandacht op deze zaak
gevestigd. Vooreerst omdat het jam
mer is, dat hij gemeend heeft, die be
noeming niet te moeten aanvaarden
voor het college van B. en W. is bij
altijd een groote kracht geweest en
dat hij de aangewezen man was, we
ten do Raadsleden en allen, die de
vergaderingen bijwonen. Mr. Thiel
behoort in het dagelijksch be
stuur.
Waarom hij dezen keer niet gewild
heeft, is naar buiteen niet gebleken.
Hijzelf beeft zich daarover niet wil
len uitlaten en het terrein is dus voor
veronderstellingen vrij. Had inder
daad de werkverdeeling, die B. en W.
zich voorgenomen hadden, en waar-
bi; hi) met de lichtfabrieken zou wor
den belast, zijn instemming niet Het
is mogelijk. Maar waarschijnlijk lijkt
mij eon ander motief. Mr. Thiel heeft
zich pas geassocieerd, zijn com
pagnon heeft dus recht gekregen op
zijn tijd en recht van meespreken in
de vraag, boe hij dien het best ten
voordeele van de firma kan besteden.
De bezoldiging nu van den wethouder
as gering tegemover het nuttig effect
van den arbeid op hot advocatenkan
toor.
I ixtnjn dit het motief of een der mo
tieven van Mr. Thiel's bedanken is,
kan ik mij dat zeer wel verklaren. De
offervaardigheid voor de publieke
zauk kan groot zijn, maar heeft toch
ook haar grenzen. We komen daarom
van /.elf weer tot de vraag, of de po
sitie van de wethouders wel behoor
lijk geregeld is en of er geem aanlei
ding toe bestaat, om daarin nu eens
afdoende verbetering te brengen.
Voor de vier wethouders is op de
begrooting een som van achtduizend
gulden, dat ts dus tweeduizend voor
ierier, uitgetrokken. Dit is nog niet
eens geheel salaris, een deel daarvan
wordt beschouwd als presentiegeld.
Als «en bezoldigd ambt wil men
hot dan ook niet beschouwd hebben,
wol nis een ©erepost, waartoe dus
dun diegenen zouden moeten worden
gekozen, in wie als mensch, als ta
lent en als werkkracht het grootste
vertrouwen wordt gesteld. Maar zijn
dit ook inderdaad do cenige punten,
die bij de keuze van een wethouder
in aanmerking komen We weten wel
beter. Voordat de Raad zich zet tot
Invulling van het stembiljet heeft hij
voorai gevraagd, of de gewenschte
de benoeming wel aannemen zal, of
hij er den tijd wel voor heeft en er
dien voor geven wil zoo wordt het
bijna een soort van welwillendheid,
dat een Raadslid wel tot wethouder
gekozen wil worden. Mensohen niet
drukke zaken kunnen zich de weelde
van het wethouderschap, rijk in ©er,
pover in betaling, niet veroorloven en
zoo wordt de keus beperkt en kan
meermalen de meest geschikte niet
gekozen worden.
Wordt het nu niet tijd. dat
stappen van het denkbeeld, dat. het
wothouderschap de eer. waarmee
het den houder bekleedt, ontleent aan
het feit, dat bet ontoereikend bezol
digd is Wat heeft toch de eer van
een ambt met zijn hou rarium te ma
ken Is liet presidium van de Handel
maatschappij of van de Nederland-
sche Bank minder eervol, omdat het
ruim bezoldigd wordt Niemand zal
het beweren. Maar voor het wethou
derschap blijft men nog aan dit be
grip hangen, uit niets dan behoud
zucht. De verhouding immers van de
wethouders tot den Raad is niet
makkelijker of aangenamer, naarma
te het salaris hoog of laag is. Nu al,
Van Knust en Kunstenaars.
XXXV1L
Tentoonstellingen var. Beeld
houwwerken Den Haag.
Charles Doudelet, Roüerd.
Kunstkring. H. A. van
Daolbofi, Den Haag.
Men kan zonder stoutigheid te be
drijven misschien wel zeggen, dat on
ze natie uiet bij uitstek gevoelig is
voor hecldliouwknnst. De opvoeding
in die lichting ontbreekt. En er is
geen wisselwerking van opdrachtge
vers en jonge strevende kunstenaars
zielen. Althans te weinig. Ons open
haar loven vraagt geen plastiek-kunst
of, zoo al..,, dan doet het dit op een
koopje. Ons particulieren-bestaan ziet
in beeldhouwkunst niet veet. Wij zijn
vóór alles kleur- en stemmingsmen-
echeu. En zelfs dddrin, in de schilder
kunst b.v., werd dc figuurschildering
verwaarloosd. In Jacob Maris zou
een groot figuurschilder verloren ge
gaan zijn. Als men zijn jeugdwerk
kent, is meu gaarne bereid het aan te
nemen.
Beeldhouwkunst vindt te onzent
«lechts als ondergeschikte in de be
drijvigheid eter architectuur een loo-
nende arbeid. Beeldhouwkunst an
und för sich kan gaan bedelen.
Een bank vonr een gestorven dich
ter, een medaillon-portret op een ge
knotte zuil, een fontein of water
bassin ter herdenking van de troons-
terwijl het laag is, zien de Raadsle
den er immers volstrekt goen been
in, om wanneer zij bezwaar hebben
tegen de wethouders, hun dat op on
gezouten manier te zeggen. En vol
doet hun arbedd in 't geheel niet, dan
hebben zij om de zes jaar altijd de
macht hen niet opnieuw te benoe
men, gezwegen nog van de mogelijk
heid. dat de kiezers hen niet eens als
Raadslid herkiezen.
Het is voor ieder duidelijk, dat In
den loop van de jaren de positie van
de wethouders vooral in groote ge
meenten geleidelijk, maar daarom
niet minder zeker, veranderd >s. Er
is bijna iets komieks in de lectuur
van gemeenteverslagen van dertig en
veertig jaar geleden, wanneer we die
vergelijken met de dikke boekwerken
van dezen tijd. Niet alleen is de be
volking van de steden »n deze perio
de geducht toegenomen, maar vooral
is ook de bemoeiing van het dage-
lijksch bestuur veelzijdïger, gecom
pliceerder g6\vorrlen dan in vroeger
dagen. Het zou de moeite waard zijn,
die verschillen eens nader te bezien en
wanneer ik daar den tijd eens voor
ban vinden, zal ik niet nalaten dat te
doen. De kroon op het min ot meer
topzware gebouw werd eenige jaren
geleden door de gemeentebedrijven
gezet. In weerwil van directies en
commissies van bijstand hebben de
wethouders, om van den burgemees
ter nog maar niet eens te spreken,
hun kring van bemoeiingen enorm
zien vergrooten. Slachthuis, lichtfa
brieken, waterleiding, binnenkort
wellicht ook overdekte zwem- en bad
inrichting, hebben van bet dage
lijksch bestuur min of meer een han
delscollege gemaaktof inderdaad do
leden zich ïn alle opzichten naar die
nieuwe taak hebben geplooid en ge
vormd is een vraag, die ik, zonder
ook maar in 't minst een onvriende
lijkheid te willen neggen, niet toe
stemmend zou durven beantwoorden.
Immers terwijl de arbeid zelf rich
uitzette en gedeeltelijk van aard ver
anderde, is de werkwijze onver
anderd gebleven'. Het is mijn vaste
overtuiging, dat die, hoe eerder hoe
beter, totaal moet worden gewijzigd.
De zaken, die de gemeente drijft,
eischen vlotte afdoening, de ingezete
nen, die in de maatschappij om zich
heen alles zien versnellen, moeten
aanschouwen, hoe men in de bu
reaux dear gemeente nog steeds de pas
markeert niet, ik voeg het er uit
drukkelijk omdat de personen niet
van goeden wille zouden zijn, maar
omdat het '•stelsel in dezen tijd niet
meer past.
Dit onderwerp is veel te omvangrijk
om het in enkele volzinnon of te
doen, ik stip dus enkele punten aan.
Op den duur zullen B. en W., tot
snelle afdoening van zaken, niet moer
als nu eon paar maal per week moe
ten vergaderen, maar iederen dag.
Dan zal veel meer gelegenheid zijn,
met de bedrijfshoofden allerlei zaken
mondeling te behandelen, die nu sta
pels rapporten vereischen, waaron
der deze hoofden nu waarlijk gebukt
gaan. Daarbij zullen de wethouders
dagelijks veel langer dan thans op het
stadhuis moeten zijn, ook om liet pu
bliek te woord te staan. Op deze en
wellicht nog andere hoofdzaken zal
dan een veel moderner administratie
dienen te worden opgebouwd, waar
voor het model te vinden is in de wij
ze, waarop andere groote onderne
mingen worden beheerd- Want het
valt niet langer te ontkennen de ge
meente, althans de groote gemeente,
is een onderneming geworden.
Zoodra voor het ambt van wethou
der de geheele persoon wordt gevor
derd, zal een verhooging der bezoldi
ging niet kunnen uitblijven en, als
gevolg daarvan, de keus ook grooter
worden. Allicht zal, wegens de onze
kerheid van de gunst van kiezers en
Raadsleden, een weihouderspensioen
bestijging der landvorstin of de ge
boorte Ilarer vermoedelijke opvolg
ster, ziehier eenige objecten, waarbij
de Sculptuur nu eenmaal niet in den
hoek gezet kon worden, waarbij zelfs
de gedachte moeilijk losgelaten wordt
dat de gelegenheden gaarne zijn aan
gegrepen om der beeldhouwkunst al
thans aan eenig officieel getint werk
ie helpen. In de woningen ik meen
in die der welgestelde» vindt ge
geen andere sculptuur dan de fa
briekmatige afgietsels in brons, van
uiterst handige Frnnsche en Ihliaan-
sche faiseurs. Hoeveel kooplieden en
industrieelen, directeuren en procu
ratiehouders werd al niet een bron
zen ,,Le TravaiF aangeboden bij wil
lekeurige ïubilea
In den Hollandschen kunsthandel
is de sculptuur der tijdgenooten
eveneens verwaarloosd. Er is geen
raag naar euaan den anderen
kant wordt er weiuig gepresteerd
at in staat is om er vraag naar te
doen ontstaan. Gevolg- is dan ook,
dat zij, die in Holland het beeldhouw-
vak beoefenen in doorsnee goeds ar
tisans, goede handwerkslieden zijn,
in staat om de gebruikelijke op
drachten op de gebruikelijke wijze uit
te voeren. Doch sterke persoonlijkhe
den met scherp uitgesproken eigen
type zijn er zeldzaamheden.
In Den Haag was gedurende Fe
bruari in de kunstzaal aan den Heo-
gen Wal (Biesing) een collectie van
132 beeldhouwwerken door Neder
landers uitgestald. Een twintigtal
meesters en meesteressen had daar
moeten worden ingevoerd. Binnen de
grenzen der gemeentewet is waar
schijnlijk al veel te bereiken, voor het
overige zullen die grenzen behooren
te worden uitgezet Zulke nieuwe in
zichten. waarvan toch wel niemand
de juistheid ontkennen kan, moeten
vooral niet afstuiten op verouderde
opvattingen omtrent den aard van
het wethoudersambt. Voor ieder die
daarover goed wil nadenken, zit de
eer van het ambt zeker niet In de ge
ringe bezoldiging daartegenover
houdt deze een goede, snelle afdoe
ning van zaken als een remblok te
gen. Th.vns is niemand over do ad
ministratie tevreden Raad, ambte
naren, publiek klagen om het hardst
over haar tragen ganglaat men
dan ook de middelen om haar te ver
beteren toepassen, al moet daarvoor
een verouderde illusie worden prijs
gegeven.
J. C. P.
Stadsnieuws
IIET LEIDSCHE KWARTIER.
Een onzer medewerkers schrijft
Er zijn van die herinneringsdagen
in onze plaatselijke geschiedenis,
waarin men aanleiding vindt zich
terug te verplaatsen" in den tijd zij
ner jeugd en met welgevallen terug
denkt aan vroegere toestanden, die
ons dan zoo huiselijk en gezellig
voorkomen, hoewel we ze niet gaarne
zouden terugwenschen. Onze gejaag
de samenleving smid ons echter ge
woonlijk geen tijd daarover te den
ken en er moet wel eene aanleiding
zijn, willen we ons aan dergelijke
overpeinzingen overgeven.
Dezer dn can het z.g. Leidsche
kwartier eens doorkruisende, dach
ten wij nan de snelle ontwikkeling
van dit stadsgedeelte, dat vóór een
veertigtal jaren nog onbebouwd, nu
eigenlijk een klein stadje is met eeni
ge duizenden bewoners.
Aanleiding om niet onze lezers in 't
kort de ontwikkelingsgeschiedenis
van dit kwartier f«> hespreken, vonden
we in het feit, dat het juist dezer
dagen 40 jaar is geleden, dat een be
sluit werd genomen, dat den grond
slag zou vormen voor de bebouwing
der gronden ten westen van de Leid
sche Vaart. In de rnndszil.tinsr van 9
April 1872 gaf de lieer Wilson kennis,
dat hij genoodzaakt was zijne fabriek
in deze stad te sluiten. Aangenomen
orders zonden nog worden uitge
voerd. nieuwe werden niet meer ge
accepteerd.
De oorzaak tot het nemen van dit
besluit was. dat de raad verschillende
maatregelen had genomen loeren het
verontreinigen der stadswateren. Dit
besluit wekte groote ontsteltenis,
want talrijke arbeiders werden daar
door broodeloos en ouden van da
gen verzekerden het ons de heer
Wilson betaalde goede loonen. Hoe
het zij, de fabriek werd grootendeels
afgebroken en de boel bleef liggen,
betgeen tot 1880 duurde, toen de heer
Wilson toonde, dat het heil zijner
stad hem nader aan het hart lag dan
persoonlijke belangen.
Inmiddels wus men aan de bebou
wing der terreinen in dit gedeelte be
gonnen, hoewel nog op zeer beschei
den voet. In 1876 begon de heer J.
Timmer met den bouw der nog be
staande huizen aan do Leidsche Vaart
op een weiland, toebehoorende aan
den hoer M. P. T. Previnaire. Deze
bouw gaf aanleiding tot een voorstel
van D. en W. in de raadszitting van
10 Januari 1877, betreffende de uit
breiding -der gemeente aan de Zuid
zijde van de Brouwersvaa t, een plan
dat werd goedgekeurd en waarop
zeer spoedig 14 Februari daaraan
volgende een request inkwam van
den lieer A. Roozen Jr., ie Overveen,
waarin hij mededeelde, dat hij het
voornemen koesterde, om op een hem
toebe'noorend stuk weiland, liggende
in het verlengde cn bezuiden do
Oranjeboomslaan, eenige arbeiders
woningen te bouwen. En ook richtten
de heeren W. van der Laan en W. en
I.. Cohen in ditzelfde jaar de stoom
fabriek op tot het maken van kunst
boter op het terrein, dat destijds
grensde aan de bloemkweekerij van
den heer Jacobson.
Het jaar 1880 zou echter den door
slag geven. In de raadszitting van 10
Maart 1880 werd een voor de gemeen
te hoogst voordeelige en gunstige
schikking getroffen met. den heer
Wilson, waarbij deze afstond deed
van de erfpacht op het zoogenaamde
vertegenwoordiging gevonden. Op
merkelijk zoovele dames het beeld
houwen tegenwoordig 1 En nu kan
men veilig de gebruikelijke epitheta
ornantia op de juiste plaatsen vast
hechten en zeggen, dat Toon Dupuis
de knapste. Van Wijk een zeer gevoe
lige, mejuffrouw Van Danzig een
hartstochtelijke en mejuffrouw Van
Hall een hardnekkige kunstenaars
natuur hebben zoo het u gaat als
mij, is er weinig van de geëxposeerde
zaken, dat u is ingegrift en met het
geestelijk bezit waarvan gi| n geluk
kiger gevoelt. Men kan voor F. E. Jelt-
sema's prestaties respect hebben, en
voor Tjipke Visser's werk sympathie
gevoelen, zonder dat er iets in ons
warm wordt, dat ons dwingen kon te
zeggen ..zie. dit is hoogstaand gees
telijk werk, hiervoor moet bewon
dering gewekt worden."
Er zijn er twee, die buiten dit ulles
staan en die ik nog niet noemde.
Mendes da Costa en J. C. Aitorf. De
eerste, de oudere, met meer prakti
sche ervaring reeds, veel/.ijdiger ook
dan Altorf, die echter, wellicht, zich
mettertijd consequenter ontwikkelen
zal, zoo hem meer ruimte van doen
geboden wordt, en hij zelf voor gesta
dige verwijding van zijn gezichts
kring zorge.
Er is in deze beiden kantige eigen
heid, karakter, met eenige onderlinge
verwantschap. Bij beiden geen werke-
lijkheidsreproduclie, doch een archi
tectonisch vergeestelijkte kijk op de
dingen der werkelijkheid. Mendes'
Muizenveld en aan de stad den grond
verkocht van hel voormalige buiten
verblijf ,,Stad en Vaart". De heer
Th. Wilson had in 1833 de genoemde
erfpacht verkregen voor den tijd van
99 jaar, om daarop eene fabriek te
bouwen. In de volgende raadszitting
(24 Maart) stelde de raad reeds een
bouwplan vast tot uitbreiding dei
stad aan de Westzijde, waarin de
gronden van den heer Wilson vielen,
en besloot verder ook de Singelgracht
van de Raambrug tot de Zijlbrug te
dempen en van de Raambrug tot aan
de Leidsche Vaart door te graven tot
aan den Kinderhuissingel, de Zijlbrug
werd door een nieuwe vervangen en
twee vaste rijbruggen gelegd over de
Leidsche Vaart en een derde over de
Singelgracht bij het Molenpad. De
bebouwing gin? regelmatig voort, in
1884 kreeg de Leidschestraat reeds
haar naam, het volgend jaar de Brou
wersstraat. in 1S87 de Voorzorgstraat
en de De Clercqstraat, enz. Ook ver
rees in 1888 de school aan de Lc-idsche
Vaart, op het latere Leidsche Plein.
Vooral scheen het hier een doradr
voor coöperatieve bouwvereenigln
gen, achtereenvolgens werden in dit
kwartier opgericht „de Volharding",
die in 1881—"8i niet minder dan 118
woningen bouwde »n de Oranjestraat,
verder in 1886 ,.de Voorzorg", in 1890
..Des Werkmans Lust", in 1890 ..de
Toekomst", in 189-4 „de Eendracht" en
in 1896 „Koningin Ernma". Deze zes
vereenigingen bouwden niet minder
dan 629 huizen in dit kwartier, in de
Oranjestraat, Voorzorgstraat, De
Clercqstraat. Brouwersstraat. Gast
huislaan, Westerstrant, Waldeck Pyr-
montstrant. Oost-Indisch Vaartje,
enz. En later bij het bouwen van het
Goederenstation en het graven van
de Westergracht, werd het Leidsche
kwartier uitgebreid aan de Zuidzijde
tol aan de genoemde gracht.
Ziehier in" 't kort de ontwikkeling
van het Leidsche kwartier in deze
veertig jaren toen weiland en tuinen,
thans een zeer gezocht stadsgedeelte
met een groot aantal ruime, frissche
straten, nette woningen en voorzien
van talrijke winkels en allerhande
inrichtingen van handel en nijver
heid, lerwijl eeri vijftal scholen (waar
onder een bewaarschool) voorzien in
de behoefte van de jeugd aan onder
wijs.
Én, zooals men weet, zal ook het
I laatste onbebouwde gedeelte ten Wes-
ten der Ornnjeboomstraat spoedig in
j een keurlo stadsgedeelte herschapen
worden, dank zij de eischen, die men
thans stelt bij de moderne stadsuit
breiding,
EEN BLEEK F.RTJ VERDWENEN.
Wie van Haarlem naar Bloemen-
daol en Santpoort spoort, passeert,
nadat de trein hem over de Bolwerken
bracht, 't Kleverpark, do Kleverlaan
cn Hartelust en ziet hier een Ylakte
voor zich aan den oostkant. Te mid
den daarvan ziet hij het watermolen
tje aan de Spaansche vaart met de
bosschen van Sparenhoven en 't ge
boomte der begraafplaats als pen
danten. Een vaart, de Delft loopt er
dwars doorheen en talrijke slooten
doorkruisen het ruime veld. Enkele
boerderijen liggen aan of bij den
rand. Niet altijd lag hier de groote
vallei, nu zoo scherp afstekend bij
het beboschte duin. Ee»9 waren 't ook
hier zandige heuvels en dalen, m
sinds eeuwen is „de wildernis" afge
zand en in vruchtbaar weiland her
schapen. Een overvloed van zuiver
water hield zij over uit den vroegereu
toestand.
Dat heldere water, deed een menig
te van bleekerijen ontstaan,
waarvan nog enkele over zijn. Maar
de vermaardheid is voorbij en vele
zijn verdwenen. Vreugd en Berg b.v.
bij slation Overveen is gesloopt en
daar verrijst nu huize Duinrust. Twee
bloemkweekerij en ter weerszijden van
den Versp'ronckweg waren eens be
kende bleekerijen.
Eertijds waren ze kleerbleekerijen,
maar ingericht ten behoeve der ga
rens, die in Haarlem in tal van ia-
brieken werden verwerkt. Meer dan
één aanzienlijk buitenverblijf was
oorspronkelijk een bleek. De lust
plaatsen Jagtlust, Meeronberg en de
Rijp ontstonden daaruit.
De Mollnan herinnert nog aan een
ouden bleeker.
In 1577 werd hier de eerste garen-
bleek aangelegd. Deze nijverheid be
reikte tusschen de jaren 1661 en de
tweede helft der 18e eeuw haar top
punt van bloei. Thans zijn er slechts
k 1 e e rbleekerijen. Aan de Jan Gij-
ze nva art bestaat deze industrie nog,
maar „Bloemendaal s Begin is de vo
rige week ter amotie verkocht. A :n
de Zandvaart bij Heemstede zijn er
meer. Menige bleek is terrein voor
een heerenhuis geworden aa. Bleek
en Hoven, Spaarnberg. Vele dezer
werden later gesloopt en door gras-
of bollenland vervangen.
En nu iets over de oude garenin
dustrie van Haarlem.
Aan den voet der duinen, die hier
het breedst zijn, begonnen, drie, vier
eeuwen geleden, een twintig minuten
van de stad af, de groote garen- en
lijnwaadbleekerijen. Garenkokers-
vaart doet ons nog denken aan die
sinds lang verdwenen industrie. De
Haarlemsche bleekerijen werden ge
rekend tot de beste van Europa, zoo
wel uit ons eigen land, als uit Enge
land en Duïtschland, werd veel garen
en linnen hierheen gezonden om ge
bleekt te worden.
We zagen reeds, dat 't verval aen
het einde der 18e eeuw begon, maar in
de eerste helft der 19e eeuw was de
achteruitgang al bijzonder groot. De
groote oorzaak daarvan was: de
stoom. De stoomfabrieken in de stad
puften zwarte rookwolken uit, die bij
het neerdalen het sneeuwwitte linnen
niet smetloos rein lieten.
TWEE-MAANDELIJKSCH VERSLAG
VAN DEN STRIJD IN HAAR
LEM EN OMSTREKEN.
(Uit „Strijd tegen de Tuberculo
se").
Verrichtingen in de maanden Ja
nuari en Februari 1912.
Aan het Consultatie-Bureau werden
onderzocht58 mannen, 100 vrouwen,
">3 jongens ea 38 meisjes (kinderen
beneden 14 jaar). Totaal 249 patiën
ten.
Nieuwe patiënten kwamen er 87,
van wie na lc onderzoek 29 werden
afgevoerd, 58 in observatie bleven en
ln aanmerking kwamen voor huisbe
zoek, tot instelling van hygiënische
maatregelen om verdere besmetting
onmogelijk te maken.
1110 huisbezoeken werden afgelegd
tot contröle op die hygiënische maat
regelen in gezinnen van tuberculose
lijders of van verdachten, tot voorko
ming van do ziekte.
De Vereeniging gaf uit aan die
maatregelen tot bescherming der ge
zonden
1. Aan ledikanten, dekens, lakens,
matrassen, kussens, ligstoelen, enz.,
enz. tot afzondering in het gezin der
zieken van de gezonden f 108,80.
2. Aan koortsmeters, hoe&tdoéJcjes,
handdoeken, sputumbakjes, -flesch-
jes, uitkookpannen, wasehketols, enz.
voor behandeling en vernietiging van
sputum f Sl,96.
3. Aan ontsmettingen en hulzen-
schoonmaak 251,45 1/2.
4. Aan verbeteringen in woningen
en hygiënische inrichting van kamer-
'tjes voot t. b. c. patiënten f 35,43.
5. Aan baden 110.
6. Aan huurbijslag voor tuberculeu
ze gezinnen, die een gezondere wo
ning moesten betrekken 1 93,20.
7. Aan propaganda 450.
Totaal f 980,57 1/2.
210 maal werd tuberculin© ingespo
ten verdeeld over 19 patiënten.
Het Lighalfonds dat voor de zieken
opkomt, gaf uit aan behandeling en
verpleging van t b. c.-lijders in het
dagsanatorium, de lighal te Schoten,
f 698,40.
Hinderwet
Op 16 April kunnen bij B. en W.
bezwaren ingebracht worden tegen 't
verleenen der volgende vergunningen:
Aan H. v. Putten tot uitbreiding
van de smederij ïn het perceel r.rtn de
Gedempte Raamgracht no. 64. door
het wegbreken van twee binnenmu
ren, het bijplaatsen van een eloctro-
motor van 2 P.K. en een electromotor
van 1/13 P.K. en het verplaatsen van
een electromotor van 1 P.K. en
een draaibank.
Aan P. Smits tot oprichting van
een vleesch-, worst- en spekrookerij in
het perceel Kenaustraat S I.
Aan C. v. d. Aardweg tot opri 'hting
van een bakkerij in 't benedenachfer-
gedeelte van een gebouw, te stichten
op een terrein aan de Schouwtjes
laan.
Aan A. Wernik tot oprichting van
een smederij in 't perceel Kennemer-
slraat 22 A.
Onze Lacuiioek
ZELFCR1TIEK.
Rentenier (in het park vergeeft,
naar oen plaats op een bank uitziend):
Merkwaardig, zooveel leegloopers ali
er zijn I
FIJNTJES.
Parvenu Ja, ja. onze club verte
genwoordigt een reusachtig vermo
gen I
Dokter Zoo Hoeveel nullen wel 7
STULBL.OEMPJüS.
Uit een rede En zoo zijn alle mo
gelijke variaties mogelijk.
Uit een andere rede I-uton wij
niet doen als do man, ds© :1e gou
den tak afzaagt, die de eieren legt, of
de kip slacht, waarop hij zit.
Rubriek voor Vragen
Gcabonneerden hebben bet voorrecht,
/ragen op verschillend gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in te zenden bij de
Eedactie vnn Haarlem's Dagblad, Grool«
HouUtrsat 53.
Alle antwoorden worden ge'uc-el kostelooa
gegeven en zoo spoedig mogelijk.
Aan vragen, die niet volledig nasus en
woonplaats van den inzender vermelden
wordt geen aandacht geschonken.
VRAAG. Ik ben ge-eformcord ge
doopt en niet aangenomen, kunnen
mijn kinderen nu toch gereformeerd
gedoopt worden
ANTWOORD. Dat zult u bij het be
stuur der kerk moeten infonnc-crcn.
VRAAG. Hoe kan ik zomersproeten
uit hot gezicht verwijderen
ANTWOORD. Vraag aan uw dok
ter.
VRAAG. Tot wien moet ik mij wen
den om werk te krijgen bij de nieuw
aan te leggen tram
ANTWOORD. Wend u tolde» direc
teur van de N.-Zuidhollandsche Tram-
maatschappij, Kampersingel 2.
VRAAG. Ik heb een mooie, groote
klimroos, die vol luis zit Wat moet
ik doen om die te verwijderen
ANTWOORD. Besprenkelen met
tabakswater.
VRAAG. Iemand hoeft een fiets ge
huurd. Hij kreeg er een ongeluk mee.
Wie moet nu de schade betalen
ANTWOORD, Degeen, die de scha
de veroorzaakt is natuurlijk verplicht
die te betalen,
VRAAG. Waar is hier in de buurt
een fabriek, waar kalk gebrand
wordt uit schelpen.
ANTWOORD. Een dergelijke fa
briek kennen wij hier in de burnt
niet.
VRAAG. Tot wien moet ik mij wen
den om opzichter op een plantage in
Ned.-Indië te worden 7
ANTWO.ORD. Dat moet u per ad
vertentie vragen.
VRAAG. Ik heb eenige artikelen
besteld, met de bepaling, dat ik zd
binnen 2 maanden moest hebben.
Nu, na bijna 'n half jaar, zijn zl]
ea- nog niet. Aangezien ik zo niet
meer noodtg heb, wil ik niets acccp-
toeren. Kan de winkelier mij toch tot
aannemen dwingen
ANTWOORD. Neen, natuurlijk niet.
Indien niet binnen den bepaalden
tijd aelevei-d is en u hebt den leve
ringstermijn niet verlengd, dan kan
u de goederen weigeren.
VRAAG. Mag de boedel van een
inwonend kostganger ook verkocht
worden voor. schuld van den huurder
der woning
ANTWOORD. Neen. als de kostgan
ger zijn eigendom bewijzen kan, ze
ker niet,
VP,AAG. Zou ik op uw bureau ook"
de couranten van 28 Januari tot 10
Februari kunnen inzien om de tem
peratuur in die dagen na te gaan
ANTWOORD. Indien u zich l»ij ons
aanmeldt, zullen wij u die TRimniers
ter inzage verschaffen.
VRAAG. Mijn vroegere compagnon
betaalt mij niet geregeld het gestorte
•minne kunt schikken, moet ge u tot
een deurwaarder wenden.
VRAAG. Den hoevcclsten Mei en
hoe laat gaat een dienstbode met Mei
uit dienst.
ANTWOORD. Op S Mei dei
avonds na afloop van de werkzaant-
beeldje van Jan Steen en Altorfs Mo-
zes-statuette zijn als realiteitsbeelding
even onwaarschijnlijk, doch zijn mar
kant als verbeelde begrippen van oud
hollandsch kunstenaars optimisme en
oiid-testamentische wetgevers-grooiscb
heid. De ivoren beeldjes van Altorf
zijn geen portretten der door hem ver
kozen dieren, doch zijn sterk als syn
these der meest opdringende eigen
schappen dien dieren eigen. Het ware
te wenschen, dat men deze beide kun
stenaars eens aan 't werk kon zien, In
eenig grooter werk, waarin zij hun
kunst niet. als versierders, aan de ar
chitectuur hadden dienstbaar te ma
ken. doch waarin zij zich voluit kon
den laten gaan en waarschijnlijk
- iets waarlijk monumentaals konden
maken.
Bij beiden is een rijke innerlijkheid
levendig, die aan kopieertng van het
reëel bestaande, zij het ook nog zoo
technisch volkomen, niet voldoende
heeft.
Deze rijke innerlijkheid mist zoo
wij op het thans in den Rotterdam-
schen kunstkring geexposeerde ons in
zicht baseeren moeten de Belg Char
les Doudelet, alhoewel de aard zijner
werkstukken, de keuze zijner onder
werpen een dergelijke conclusie aller
minst zou schijnen te wettigen. Wij
kend- van dezen artist slechts e»
nlge boekversieringen, houden tevo
ren geen schilderijen of aquarellen
van zijn hand gezien en togen
waarom weten wij eigenlijk, achten
beschouwd, niet recht met vrij groo
te verwachtingen Kunstkringwaaris.
Doudelet is voor mijn gevoel een eigen
aardig illustrator, met een speciale
neiging voor de mysterieusheid van
Maeterlinck en de sprookjeswereld, en
een fijne vereering van de mystiek
van den Bijbel. Doch zijn voordracht
is niet sterk en er is weinig innerlijk
heid in zijn weergave. Het is alles te
zeer reproductief, te zeer ter wille van
het reproduceeren, wat de Duitschers
noemen, nach-enrmfunden, zender in
nerlijk doorleefd, doorwoeld doorwor
steld, anders-geworden te zijn.
Men vergelijke met dezen niet on-
knappen werker wat iemand als Re-
don uit de Apokalyps van Johannes
haalt En schouwe dan w ederom naar
Doudelet's „Avondmaal" en „Geese-
ling". Doudelet wordt dan de zwak
kere broeder. Nu wil absoluut niet
gezegd zijn, dat er in zijn arbeid
niets te waardeeren zou zijn. Al geeft
hij in een werk dat hij „De Oorlog'
noemt, wel veel bloederige kleur,
maar dringt ons volstrekt niet de ang
stige verschrikking op die het in zijr.
bedoelen lag te suggeeren (wat heeft
Stcinlen datzelfde gegeven inderdaad
schrikwekkender behandeld) toch kan
men voor het métier van hem die
„Het Paleis der Droomen" ontwierp,
n oprecht gemeend respect hebben.
Over de waarde der Decor-or.tweipcn
voor Maeterlinck's L'oisf&u bleu v.-i'.t
moeilijk te oordeelen zonder ze, uit
gevoerd, in hunne werking op hc'. h o-
neel gezien te hebben.
Ze schijnen echter wel zeer geslaagd
te zijn en het zou mij niet zoo heel
Ver bezijden de waarheid schijnen,
zoo iemand beweren wilde, dal in dut
soort werk Doudelet's kracht te vinden
zal zijn.
Was de Roiterdamsche tentoonstel
ling ditmaal eene teleurstelling, die
van Van Daalhoffs werk, eveneens te
s-Gravenhage bij Biesmg te zien ge
weest in Februari, was een aangena
me vertassing. Deze v' ildcr hoeft
zich mooi ontwikkeld en al is een
zekere eenzijdigheid er van niet weg
te redeneeren, er zijn vele qualiteiteu
in die het tot goede kunst stempelen
kunnen en waardoor 'n uitvoeriger be
spreking bij een volgende gelegenheid
een aangename taak wordt
J. U. DE BOIS,
24 Maart '12*