HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. DONDERDAG 4 APoIL 1012 OM ONS HEEN No. 151® Wethond6r8beno8m!ng8D. Het bedanken van Mr. Thiol om als tijdelijk, wethouder ter vervanging van den heer De Breuk op te treden, beeft weer de aandacht op deze zaak gevestigd. Vooreerst omdat het jam mer is, dat hij gemeend heeft, die be noeming niet te moeten aanvaarden voor het college van B. en W. is bij altijd een groote kracht geweest en dat hij de aangewezen man was, we ten do Raadsleden en allen, die de vergaderingen bijwonen. Mr. Thiel behoort in het dagelijksch be stuur. Waarom hij dezen keer niet gewild heeft, is naar buiteen niet gebleken. Hijzelf beeft zich daarover niet wil len uitlaten en het terrein is dus voor veronderstellingen vrij. Had inder daad de werkverdeeling, die B. en W. zich voorgenomen hadden, en waar- bi; hi) met de lichtfabrieken zou wor den belast, zijn instemming niet Het is mogelijk. Maar waarschijnlijk lijkt mij eon ander motief. Mr. Thiel heeft zich pas geassocieerd, zijn com pagnon heeft dus recht gekregen op zijn tijd en recht van meespreken in de vraag, boe hij dien het best ten voordeele van de firma kan besteden. De bezoldiging nu van den wethouder as gering tegemover het nuttig effect van den arbeid op hot advocatenkan toor. I ixtnjn dit het motief of een der mo tieven van Mr. Thiel's bedanken is, kan ik mij dat zeer wel verklaren. De offervaardigheid voor de publieke zauk kan groot zijn, maar heeft toch ook haar grenzen. We komen daarom van /.elf weer tot de vraag, of de po sitie van de wethouders wel behoor lijk geregeld is en of er geem aanlei ding toe bestaat, om daarin nu eens afdoende verbetering te brengen. Voor de vier wethouders is op de begrooting een som van achtduizend gulden, dat ts dus tweeduizend voor ierier, uitgetrokken. Dit is nog niet eens geheel salaris, een deel daarvan wordt beschouwd als presentiegeld. Als «en bezoldigd ambt wil men hot dan ook niet beschouwd hebben, wol nis een ©erepost, waartoe dus dun diegenen zouden moeten worden gekozen, in wie als mensch, als ta lent en als werkkracht het grootste vertrouwen wordt gesteld. Maar zijn dit ook inderdaad do cenige punten, die bij de keuze van een wethouder in aanmerking komen We weten wel beter. Voordat de Raad zich zet tot Invulling van het stembiljet heeft hij voorai gevraagd, of de gewenschte de benoeming wel aannemen zal, of hij er den tijd wel voor heeft en er dien voor geven wil zoo wordt het bijna een soort van welwillendheid, dat een Raadslid wel tot wethouder gekozen wil worden. Mensohen niet drukke zaken kunnen zich de weelde van het wethouderschap, rijk in ©er, pover in betaling, niet veroorloven en zoo wordt de keus beperkt en kan meermalen de meest geschikte niet gekozen worden. Wordt het nu niet tijd. dat stappen van het denkbeeld, dat. het wothouderschap de eer. waarmee het den houder bekleedt, ontleent aan het feit, dat bet ontoereikend bezol digd is Wat heeft toch de eer van een ambt met zijn hou rarium te ma ken Is liet presidium van de Handel maatschappij of van de Nederland- sche Bank minder eervol, omdat het ruim bezoldigd wordt Niemand zal het beweren. Maar voor het wethou derschap blijft men nog aan dit be grip hangen, uit niets dan behoud zucht. De verhouding immers van de wethouders tot den Raad is niet makkelijker of aangenamer, naarma te het salaris hoog of laag is. Nu al, Van Knust en Kunstenaars. XXXV1L Tentoonstellingen var. Beeld houwwerken Den Haag. Charles Doudelet, Roüerd. Kunstkring. H. A. van Daolbofi, Den Haag. Men kan zonder stoutigheid te be drijven misschien wel zeggen, dat on ze natie uiet bij uitstek gevoelig is voor hecldliouwknnst. De opvoeding in die lichting ontbreekt. En er is geen wisselwerking van opdrachtge vers en jonge strevende kunstenaars zielen. Althans te weinig. Ons open haar loven vraagt geen plastiek-kunst of, zoo al..,, dan doet het dit op een koopje. Ons particulieren-bestaan ziet in beeldhouwkunst niet veet. Wij zijn vóór alles kleur- en stemmingsmen- echeu. En zelfs dddrin, in de schilder kunst b.v., werd dc figuurschildering verwaarloosd. In Jacob Maris zou een groot figuurschilder verloren ge gaan zijn. Als men zijn jeugdwerk kent, is meu gaarne bereid het aan te nemen. Beeldhouwkunst vindt te onzent «lechts als ondergeschikte in de be drijvigheid eter architectuur een loo- nende arbeid. Beeldhouwkunst an und för sich kan gaan bedelen. Een bank vonr een gestorven dich ter, een medaillon-portret op een ge knotte zuil, een fontein of water bassin ter herdenking van de troons- terwijl het laag is, zien de Raadsle den er immers volstrekt goen been in, om wanneer zij bezwaar hebben tegen de wethouders, hun dat op on gezouten manier te zeggen. En vol doet hun arbedd in 't geheel niet, dan hebben zij om de zes jaar altijd de macht hen niet opnieuw te benoe men, gezwegen nog van de mogelijk heid. dat de kiezers hen niet eens als Raadslid herkiezen. Het is voor ieder duidelijk, dat In den loop van de jaren de positie van de wethouders vooral in groote ge meenten geleidelijk, maar daarom niet minder zeker, veranderd >s. Er is bijna iets komieks in de lectuur van gemeenteverslagen van dertig en veertig jaar geleden, wanneer we die vergelijken met de dikke boekwerken van dezen tijd. Niet alleen is de be volking van de steden »n deze perio de geducht toegenomen, maar vooral is ook de bemoeiing van het dage- lijksch bestuur veelzijdïger, gecom pliceerder g6\vorrlen dan in vroeger dagen. Het zou de moeite waard zijn, die verschillen eens nader te bezien en wanneer ik daar den tijd eens voor ban vinden, zal ik niet nalaten dat te doen. De kroon op het min ot meer topzware gebouw werd eenige jaren geleden door de gemeentebedrijven gezet. In weerwil van directies en commissies van bijstand hebben de wethouders, om van den burgemees ter nog maar niet eens te spreken, hun kring van bemoeiingen enorm zien vergrooten. Slachthuis, lichtfa brieken, waterleiding, binnenkort wellicht ook overdekte zwem- en bad inrichting, hebben van bet dage lijksch bestuur min of meer een han delscollege gemaaktof inderdaad do leden zich ïn alle opzichten naar die nieuwe taak hebben geplooid en ge vormd is een vraag, die ik, zonder ook maar in 't minst een onvriende lijkheid te willen neggen, niet toe stemmend zou durven beantwoorden. Immers terwijl de arbeid zelf rich uitzette en gedeeltelijk van aard ver anderde, is de werkwijze onver anderd gebleven'. Het is mijn vaste overtuiging, dat die, hoe eerder hoe beter, totaal moet worden gewijzigd. De zaken, die de gemeente drijft, eischen vlotte afdoening, de ingezete nen, die in de maatschappij om zich heen alles zien versnellen, moeten aanschouwen, hoe men in de bu reaux dear gemeente nog steeds de pas markeert niet, ik voeg het er uit drukkelijk omdat de personen niet van goeden wille zouden zijn, maar omdat het '•stelsel in dezen tijd niet meer past. Dit onderwerp is veel te omvangrijk om het in enkele volzinnon of te doen, ik stip dus enkele punten aan. Op den duur zullen B. en W., tot snelle afdoening van zaken, niet moer als nu eon paar maal per week moe ten vergaderen, maar iederen dag. Dan zal veel meer gelegenheid zijn, met de bedrijfshoofden allerlei zaken mondeling te behandelen, die nu sta pels rapporten vereischen, waaron der deze hoofden nu waarlijk gebukt gaan. Daarbij zullen de wethouders dagelijks veel langer dan thans op het stadhuis moeten zijn, ook om liet pu bliek te woord te staan. Op deze en wellicht nog andere hoofdzaken zal dan een veel moderner administratie dienen te worden opgebouwd, waar voor het model te vinden is in de wij ze, waarop andere groote onderne mingen worden beheerd- Want het valt niet langer te ontkennen de ge meente, althans de groote gemeente, is een onderneming geworden. Zoodra voor het ambt van wethou der de geheele persoon wordt gevor derd, zal een verhooging der bezoldi ging niet kunnen uitblijven en, als gevolg daarvan, de keus ook grooter worden. Allicht zal, wegens de onze kerheid van de gunst van kiezers en Raadsleden, een weihouderspensioen bestijging der landvorstin of de ge boorte Ilarer vermoedelijke opvolg ster, ziehier eenige objecten, waarbij de Sculptuur nu eenmaal niet in den hoek gezet kon worden, waarbij zelfs de gedachte moeilijk losgelaten wordt dat de gelegenheden gaarne zijn aan gegrepen om der beeldhouwkunst al thans aan eenig officieel getint werk ie helpen. In de woningen ik meen in die der welgestelde» vindt ge geen andere sculptuur dan de fa briekmatige afgietsels in brons, van uiterst handige Frnnsche en Ihliaan- sche faiseurs. Hoeveel kooplieden en industrieelen, directeuren en procu ratiehouders werd al niet een bron zen ,,Le TravaiF aangeboden bij wil lekeurige ïubilea In den Hollandschen kunsthandel is de sculptuur der tijdgenooten eveneens verwaarloosd. Er is geen raag naar euaan den anderen kant wordt er weiuig gepresteerd at in staat is om er vraag naar te doen ontstaan. Gevolg- is dan ook, dat zij, die in Holland het beeldhouw- vak beoefenen in doorsnee goeds ar tisans, goede handwerkslieden zijn, in staat om de gebruikelijke op drachten op de gebruikelijke wijze uit te voeren. Doch sterke persoonlijkhe den met scherp uitgesproken eigen type zijn er zeldzaamheden. In Den Haag was gedurende Fe bruari in de kunstzaal aan den Heo- gen Wal (Biesing) een collectie van 132 beeldhouwwerken door Neder landers uitgestald. Een twintigtal meesters en meesteressen had daar moeten worden ingevoerd. Binnen de grenzen der gemeentewet is waar schijnlijk al veel te bereiken, voor het overige zullen die grenzen behooren te worden uitgezet Zulke nieuwe in zichten. waarvan toch wel niemand de juistheid ontkennen kan, moeten vooral niet afstuiten op verouderde opvattingen omtrent den aard van het wethoudersambt. Voor ieder die daarover goed wil nadenken, zit de eer van het ambt zeker niet In de ge ringe bezoldiging daartegenover houdt deze een goede, snelle afdoe ning van zaken als een remblok te gen. Th.vns is niemand over do ad ministratie tevreden Raad, ambte naren, publiek klagen om het hardst over haar tragen ganglaat men dan ook de middelen om haar te ver beteren toepassen, al moet daarvoor een verouderde illusie worden prijs gegeven. J. C. P. Stadsnieuws IIET LEIDSCHE KWARTIER. Een onzer medewerkers schrijft Er zijn van die herinneringsdagen in onze plaatselijke geschiedenis, waarin men aanleiding vindt zich terug te verplaatsen" in den tijd zij ner jeugd en met welgevallen terug denkt aan vroegere toestanden, die ons dan zoo huiselijk en gezellig voorkomen, hoewel we ze niet gaarne zouden terugwenschen. Onze gejaag de samenleving smid ons echter ge woonlijk geen tijd daarover te den ken en er moet wel eene aanleiding zijn, willen we ons aan dergelijke overpeinzingen overgeven. Dezer dn can het z.g. Leidsche kwartier eens doorkruisende, dach ten wij nan de snelle ontwikkeling van dit stadsgedeelte, dat vóór een veertigtal jaren nog onbebouwd, nu eigenlijk een klein stadje is met eeni ge duizenden bewoners. Aanleiding om niet onze lezers in 't kort de ontwikkelingsgeschiedenis van dit kwartier f«> hespreken, vonden we in het feit, dat het juist dezer dagen 40 jaar is geleden, dat een be sluit werd genomen, dat den grond slag zou vormen voor de bebouwing der gronden ten westen van de Leid sche Vaart. In de rnndszil.tinsr van 9 April 1872 gaf de lieer Wilson kennis, dat hij genoodzaakt was zijne fabriek in deze stad te sluiten. Aangenomen orders zonden nog worden uitge voerd. nieuwe werden niet meer ge accepteerd. De oorzaak tot het nemen van dit besluit was. dat de raad verschillende maatregelen had genomen loeren het verontreinigen der stadswateren. Dit besluit wekte groote ontsteltenis, want talrijke arbeiders werden daar door broodeloos en ouden van da gen verzekerden het ons de heer Wilson betaalde goede loonen. Hoe het zij, de fabriek werd grootendeels afgebroken en de boel bleef liggen, betgeen tot 1880 duurde, toen de heer Wilson toonde, dat het heil zijner stad hem nader aan het hart lag dan persoonlijke belangen. Inmiddels wus men aan de bebou wing der terreinen in dit gedeelte be gonnen, hoewel nog op zeer beschei den voet. In 1876 begon de heer J. Timmer met den bouw der nog be staande huizen aan do Leidsche Vaart op een weiland, toebehoorende aan den hoer M. P. T. Previnaire. Deze bouw gaf aanleiding tot een voorstel van D. en W. in de raadszitting van 10 Januari 1877, betreffende de uit breiding -der gemeente aan de Zuid zijde van de Brouwersvaa t, een plan dat werd goedgekeurd en waarop zeer spoedig 14 Februari daaraan volgende een request inkwam van den lieer A. Roozen Jr., ie Overveen, waarin hij mededeelde, dat hij het voornemen koesterde, om op een hem toebe'noorend stuk weiland, liggende in het verlengde cn bezuiden do Oranjeboomslaan, eenige arbeiders woningen te bouwen. En ook richtten de heeren W. van der Laan en W. en I.. Cohen in ditzelfde jaar de stoom fabriek op tot het maken van kunst boter op het terrein, dat destijds grensde aan de bloemkweekerij van den heer Jacobson. Het jaar 1880 zou echter den door slag geven. In de raadszitting van 10 Maart 1880 werd een voor de gemeen te hoogst voordeelige en gunstige schikking getroffen met. den heer Wilson, waarbij deze afstond deed van de erfpacht op het zoogenaamde vertegenwoordiging gevonden. Op merkelijk zoovele dames het beeld houwen tegenwoordig 1 En nu kan men veilig de gebruikelijke epitheta ornantia op de juiste plaatsen vast hechten en zeggen, dat Toon Dupuis de knapste. Van Wijk een zeer gevoe lige, mejuffrouw Van Danzig een hartstochtelijke en mejuffrouw Van Hall een hardnekkige kunstenaars natuur hebben zoo het u gaat als mij, is er weinig van de geëxposeerde zaken, dat u is ingegrift en met het geestelijk bezit waarvan gi| n geluk kiger gevoelt. Men kan voor F. E. Jelt- sema's prestaties respect hebben, en voor Tjipke Visser's werk sympathie gevoelen, zonder dat er iets in ons warm wordt, dat ons dwingen kon te zeggen ..zie. dit is hoogstaand gees telijk werk, hiervoor moet bewon dering gewekt worden." Er zijn er twee, die buiten dit ulles staan en die ik nog niet noemde. Mendes da Costa en J. C. Aitorf. De eerste, de oudere, met meer prakti sche ervaring reeds, veel/.ijdiger ook dan Altorf, die echter, wellicht, zich mettertijd consequenter ontwikkelen zal, zoo hem meer ruimte van doen geboden wordt, en hij zelf voor gesta dige verwijding van zijn gezichts kring zorge. Er is in deze beiden kantige eigen heid, karakter, met eenige onderlinge verwantschap. Bij beiden geen werke- lijkheidsreproduclie, doch een archi tectonisch vergeestelijkte kijk op de dingen der werkelijkheid. Mendes' Muizenveld en aan de stad den grond verkocht van hel voormalige buiten verblijf ,,Stad en Vaart". De heer Th. Wilson had in 1833 de genoemde erfpacht verkregen voor den tijd van 99 jaar, om daarop eene fabriek te bouwen. In de volgende raadszitting (24 Maart) stelde de raad reeds een bouwplan vast tot uitbreiding dei stad aan de Westzijde, waarin de gronden van den heer Wilson vielen, en besloot verder ook de Singelgracht van de Raambrug tot de Zijlbrug te dempen en van de Raambrug tot aan de Leidsche Vaart door te graven tot aan den Kinderhuissingel, de Zijlbrug werd door een nieuwe vervangen en twee vaste rijbruggen gelegd over de Leidsche Vaart en een derde over de Singelgracht bij het Molenpad. De bebouwing gin? regelmatig voort, in 1884 kreeg de Leidschestraat reeds haar naam, het volgend jaar de Brou wersstraat. in 1S87 de Voorzorgstraat en de De Clercqstraat, enz. Ook ver rees in 1888 de school aan de Lc-idsche Vaart, op het latere Leidsche Plein. Vooral scheen het hier een doradr voor coöperatieve bouwvereenigln gen, achtereenvolgens werden in dit kwartier opgericht „de Volharding", die in 1881—"8i niet minder dan 118 woningen bouwde »n de Oranjestraat, verder in 1886 ,.de Voorzorg", in 1890 ..Des Werkmans Lust", in 1890 ..de Toekomst", in 189-4 „de Eendracht" en in 1896 „Koningin Ernma". Deze zes vereenigingen bouwden niet minder dan 629 huizen in dit kwartier, in de Oranjestraat, Voorzorgstraat, De Clercqstraat. Brouwersstraat. Gast huislaan, Westerstrant, Waldeck Pyr- montstrant. Oost-Indisch Vaartje, enz. En later bij het bouwen van het Goederenstation en het graven van de Westergracht, werd het Leidsche kwartier uitgebreid aan de Zuidzijde tol aan de genoemde gracht. Ziehier in" 't kort de ontwikkeling van het Leidsche kwartier in deze veertig jaren toen weiland en tuinen, thans een zeer gezocht stadsgedeelte met een groot aantal ruime, frissche straten, nette woningen en voorzien van talrijke winkels en allerhande inrichtingen van handel en nijver heid, lerwijl eeri vijftal scholen (waar onder een bewaarschool) voorzien in de behoefte van de jeugd aan onder wijs. Én, zooals men weet, zal ook het I laatste onbebouwde gedeelte ten Wes- ten der Ornnjeboomstraat spoedig in j een keurlo stadsgedeelte herschapen worden, dank zij de eischen, die men thans stelt bij de moderne stadsuit breiding, EEN BLEEK F.RTJ VERDWENEN. Wie van Haarlem naar Bloemen- daol en Santpoort spoort, passeert, nadat de trein hem over de Bolwerken bracht, 't Kleverpark, do Kleverlaan cn Hartelust en ziet hier een Ylakte voor zich aan den oostkant. Te mid den daarvan ziet hij het watermolen tje aan de Spaansche vaart met de bosschen van Sparenhoven en 't ge boomte der begraafplaats als pen danten. Een vaart, de Delft loopt er dwars doorheen en talrijke slooten doorkruisen het ruime veld. Enkele boerderijen liggen aan of bij den rand. Niet altijd lag hier de groote vallei, nu zoo scherp afstekend bij het beboschte duin. Ee»9 waren 't ook hier zandige heuvels en dalen, m sinds eeuwen is „de wildernis" afge zand en in vruchtbaar weiland her schapen. Een overvloed van zuiver water hield zij over uit den vroegereu toestand. Dat heldere water, deed een menig te van bleekerijen ontstaan, waarvan nog enkele over zijn. Maar de vermaardheid is voorbij en vele zijn verdwenen. Vreugd en Berg b.v. bij slation Overveen is gesloopt en daar verrijst nu huize Duinrust. Twee bloemkweekerij en ter weerszijden van den Versp'ronckweg waren eens be kende bleekerijen. Eertijds waren ze kleerbleekerijen, maar ingericht ten behoeve der ga rens, die in Haarlem in tal van ia- brieken werden verwerkt. Meer dan één aanzienlijk buitenverblijf was oorspronkelijk een bleek. De lust plaatsen Jagtlust, Meeronberg en de Rijp ontstonden daaruit. De Mollnan herinnert nog aan een ouden bleeker. In 1577 werd hier de eerste garen- bleek aangelegd. Deze nijverheid be reikte tusschen de jaren 1661 en de tweede helft der 18e eeuw haar top punt van bloei. Thans zijn er slechts k 1 e e rbleekerijen. Aan de Jan Gij- ze nva art bestaat deze industrie nog, maar „Bloemendaal s Begin is de vo rige week ter amotie verkocht. A :n de Zandvaart bij Heemstede zijn er meer. Menige bleek is terrein voor een heerenhuis geworden aa. Bleek en Hoven, Spaarnberg. Vele dezer werden later gesloopt en door gras- of bollenland vervangen. En nu iets over de oude garenin dustrie van Haarlem. Aan den voet der duinen, die hier het breedst zijn, begonnen, drie, vier eeuwen geleden, een twintig minuten van de stad af, de groote garen- en lijnwaadbleekerijen. Garenkokers- vaart doet ons nog denken aan die sinds lang verdwenen industrie. De Haarlemsche bleekerijen werden ge rekend tot de beste van Europa, zoo wel uit ons eigen land, als uit Enge land en Duïtschland, werd veel garen en linnen hierheen gezonden om ge bleekt te worden. We zagen reeds, dat 't verval aen het einde der 18e eeuw begon, maar in de eerste helft der 19e eeuw was de achteruitgang al bijzonder groot. De groote oorzaak daarvan was: de stoom. De stoomfabrieken in de stad puften zwarte rookwolken uit, die bij het neerdalen het sneeuwwitte linnen niet smetloos rein lieten. TWEE-MAANDELIJKSCH VERSLAG VAN DEN STRIJD IN HAAR LEM EN OMSTREKEN. (Uit „Strijd tegen de Tuberculo se"). Verrichtingen in de maanden Ja nuari en Februari 1912. Aan het Consultatie-Bureau werden onderzocht58 mannen, 100 vrouwen, ">3 jongens ea 38 meisjes (kinderen beneden 14 jaar). Totaal 249 patiën ten. Nieuwe patiënten kwamen er 87, van wie na lc onderzoek 29 werden afgevoerd, 58 in observatie bleven en ln aanmerking kwamen voor huisbe zoek, tot instelling van hygiënische maatregelen om verdere besmetting onmogelijk te maken. 1110 huisbezoeken werden afgelegd tot contröle op die hygiënische maat regelen in gezinnen van tuberculose lijders of van verdachten, tot voorko ming van do ziekte. De Vereeniging gaf uit aan die maatregelen tot bescherming der ge zonden 1. Aan ledikanten, dekens, lakens, matrassen, kussens, ligstoelen, enz., enz. tot afzondering in het gezin der zieken van de gezonden f 108,80. 2. Aan koortsmeters, hoe&tdoéJcjes, handdoeken, sputumbakjes, -flesch- jes, uitkookpannen, wasehketols, enz. voor behandeling en vernietiging van sputum f Sl,96. 3. Aan ontsmettingen en hulzen- schoonmaak 251,45 1/2. 4. Aan verbeteringen in woningen en hygiënische inrichting van kamer- 'tjes voot t. b. c. patiënten f 35,43. 5. Aan baden 110. 6. Aan huurbijslag voor tuberculeu ze gezinnen, die een gezondere wo ning moesten betrekken 1 93,20. 7. Aan propaganda 450. Totaal f 980,57 1/2. 210 maal werd tuberculin© ingespo ten verdeeld over 19 patiënten. Het Lighalfonds dat voor de zieken opkomt, gaf uit aan behandeling en verpleging van t b. c.-lijders in het dagsanatorium, de lighal te Schoten, f 698,40. Hinderwet Op 16 April kunnen bij B. en W. bezwaren ingebracht worden tegen 't verleenen der volgende vergunningen: Aan H. v. Putten tot uitbreiding van de smederij ïn het perceel r.rtn de Gedempte Raamgracht no. 64. door het wegbreken van twee binnenmu ren, het bijplaatsen van een eloctro- motor van 2 P.K. en een electromotor van 1/13 P.K. en het verplaatsen van een electromotor van 1 P.K. en een draaibank. Aan P. Smits tot oprichting van een vleesch-, worst- en spekrookerij in het perceel Kenaustraat S I. Aan C. v. d. Aardweg tot opri 'hting van een bakkerij in 't benedenachfer- gedeelte van een gebouw, te stichten op een terrein aan de Schouwtjes laan. Aan A. Wernik tot oprichting van een smederij in 't perceel Kennemer- slraat 22 A. Onze Lacuiioek ZELFCR1TIEK. Rentenier (in het park vergeeft, naar oen plaats op een bank uitziend): Merkwaardig, zooveel leegloopers ali er zijn I FIJNTJES. Parvenu Ja, ja. onze club verte genwoordigt een reusachtig vermo gen I Dokter Zoo Hoeveel nullen wel 7 STULBL.OEMPJüS. Uit een rede En zoo zijn alle mo gelijke variaties mogelijk. Uit een andere rede I-uton wij niet doen als do man, ds© :1e gou den tak afzaagt, die de eieren legt, of de kip slacht, waarop hij zit. Rubriek voor Vragen Gcabonneerden hebben bet voorrecht, /ragen op verschillend gebied, mits voor beantwoording vatbaar, in te zenden bij de Eedactie vnn Haarlem's Dagblad, Grool« HouUtrsat 53. Alle antwoorden worden ge'uc-el kostelooa gegeven en zoo spoedig mogelijk. Aan vragen, die niet volledig nasus en woonplaats van den inzender vermelden wordt geen aandacht geschonken. VRAAG. Ik ben ge-eformcord ge doopt en niet aangenomen, kunnen mijn kinderen nu toch gereformeerd gedoopt worden ANTWOORD. Dat zult u bij het be stuur der kerk moeten infonnc-crcn. VRAAG. Hoe kan ik zomersproeten uit hot gezicht verwijderen ANTWOORD. Vraag aan uw dok ter. VRAAG. Tot wien moet ik mij wen den om werk te krijgen bij de nieuw aan te leggen tram ANTWOORD. Wend u tolde» direc teur van de N.-Zuidhollandsche Tram- maatschappij, Kampersingel 2. VRAAG. Ik heb een mooie, groote klimroos, die vol luis zit Wat moet ik doen om die te verwijderen ANTWOORD. Besprenkelen met tabakswater. VRAAG. Iemand hoeft een fiets ge huurd. Hij kreeg er een ongeluk mee. Wie moet nu de schade betalen ANTWOORD, Degeen, die de scha de veroorzaakt is natuurlijk verplicht die te betalen, VRAAG. Waar is hier in de buurt een fabriek, waar kalk gebrand wordt uit schelpen. ANTWOORD. Een dergelijke fa briek kennen wij hier in de burnt niet. VRAAG. Tot wien moet ik mij wen den om opzichter op een plantage in Ned.-Indië te worden 7 ANTWO.ORD. Dat moet u per ad vertentie vragen. VRAAG. Ik heb eenige artikelen besteld, met de bepaling, dat ik zd binnen 2 maanden moest hebben. Nu, na bijna 'n half jaar, zijn zl] ea- nog niet. Aangezien ik zo niet meer noodtg heb, wil ik niets acccp- toeren. Kan de winkelier mij toch tot aannemen dwingen ANTWOORD. Neen, natuurlijk niet. Indien niet binnen den bepaalden tijd aelevei-d is en u hebt den leve ringstermijn niet verlengd, dan kan u de goederen weigeren. VRAAG. Mag de boedel van een inwonend kostganger ook verkocht worden voor. schuld van den huurder der woning ANTWOORD. Neen. als de kostgan ger zijn eigendom bewijzen kan, ze ker niet, VP,AAG. Zou ik op uw bureau ook" de couranten van 28 Januari tot 10 Februari kunnen inzien om de tem peratuur in die dagen na te gaan ANTWOORD. Indien u zich l»ij ons aanmeldt, zullen wij u die TRimniers ter inzage verschaffen. VRAAG. Mijn vroegere compagnon betaalt mij niet geregeld het gestorte •minne kunt schikken, moet ge u tot een deurwaarder wenden. VRAAG. Den hoevcclsten Mei en hoe laat gaat een dienstbode met Mei uit dienst. ANTWOORD. Op S Mei dei avonds na afloop van de werkzaant- beeldje van Jan Steen en Altorfs Mo- zes-statuette zijn als realiteitsbeelding even onwaarschijnlijk, doch zijn mar kant als verbeelde begrippen van oud hollandsch kunstenaars optimisme en oiid-testamentische wetgevers-grooiscb heid. De ivoren beeldjes van Altorf zijn geen portretten der door hem ver kozen dieren, doch zijn sterk als syn these der meest opdringende eigen schappen dien dieren eigen. Het ware te wenschen, dat men deze beide kun stenaars eens aan 't werk kon zien, In eenig grooter werk, waarin zij hun kunst niet. als versierders, aan de ar chitectuur hadden dienstbaar te ma ken. doch waarin zij zich voluit kon den laten gaan en waarschijnlijk - iets waarlijk monumentaals konden maken. Bij beiden is een rijke innerlijkheid levendig, die aan kopieertng van het reëel bestaande, zij het ook nog zoo technisch volkomen, niet voldoende heeft. Deze rijke innerlijkheid mist zoo wij op het thans in den Rotterdam- schen kunstkring geexposeerde ons in zicht baseeren moeten de Belg Char les Doudelet, alhoewel de aard zijner werkstukken, de keuze zijner onder werpen een dergelijke conclusie aller minst zou schijnen te wettigen. Wij kend- van dezen artist slechts e» nlge boekversieringen, houden tevo ren geen schilderijen of aquarellen van zijn hand gezien en togen waarom weten wij eigenlijk, achten beschouwd, niet recht met vrij groo te verwachtingen Kunstkringwaaris. Doudelet is voor mijn gevoel een eigen aardig illustrator, met een speciale neiging voor de mysterieusheid van Maeterlinck en de sprookjeswereld, en een fijne vereering van de mystiek van den Bijbel. Doch zijn voordracht is niet sterk en er is weinig innerlijk heid in zijn weergave. Het is alles te zeer reproductief, te zeer ter wille van het reproduceeren, wat de Duitschers noemen, nach-enrmfunden, zender in nerlijk doorleefd, doorwoeld doorwor steld, anders-geworden te zijn. Men vergelijke met dezen niet on- knappen werker wat iemand als Re- don uit de Apokalyps van Johannes haalt En schouwe dan w ederom naar Doudelet's „Avondmaal" en „Geese- ling". Doudelet wordt dan de zwak kere broeder. Nu wil absoluut niet gezegd zijn, dat er in zijn arbeid niets te waardeeren zou zijn. Al geeft hij in een werk dat hij „De Oorlog' noemt, wel veel bloederige kleur, maar dringt ons volstrekt niet de ang stige verschrikking op die het in zijr. bedoelen lag te suggeeren (wat heeft Stcinlen datzelfde gegeven inderdaad schrikwekkender behandeld) toch kan men voor het métier van hem die „Het Paleis der Droomen" ontwierp, n oprecht gemeend respect hebben. Over de waarde der Decor-or.tweipcn voor Maeterlinck's L'oisf&u bleu v.-i'.t moeilijk te oordeelen zonder ze, uit gevoerd, in hunne werking op hc'. h o- neel gezien te hebben. Ze schijnen echter wel zeer geslaagd te zijn en het zou mij niet zoo heel Ver bezijden de waarheid schijnen, zoo iemand beweren wilde, dal in dut soort werk Doudelet's kracht te vinden zal zijn. Was de Roiterdamsche tentoonstel ling ditmaal eene teleurstelling, die van Van Daalhoffs werk, eveneens te s-Gravenhage bij Biesmg te zien ge weest in Februari, was een aangena me vertassing. Deze v' ildcr hoeft zich mooi ontwikkeld en al is een zekere eenzijdigheid er van niet weg te redeneeren, er zijn vele qualiteiteu in die het tot goede kunst stempelen kunnen en waardoor 'n uitvoeriger be spreking bij een volgende gelegenheid een aangename taak wordt J. U. DE BOIS, 24 Maart '12*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5