RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
U
ord«; bet st.ik dat vaak zulk con ge
weldige kracht kan uitoefenen en le
vens zoo gevaarlijk zijn kan voor den
eigenaar. Dikwijls zijn er zeer ver
keerde opvattingen over het spelen
met een dam.
Velen offeren alles op, om zulk een
wapen machtig te worden. Stand noch
schijvenaantul spelen dan een rol, al
léén het doen van een damslag is ve
ler ideaal. Dat dit verkeerd is hopen
we u langzamerhand duidelijk te ma
ken. De dam moet middel en nooit
doel zijn in de partij. Er zijn standen
waarin het nemen van een dam op
den ondergang van den bezitter uit
loopt. Binnenkort zullen wij verschil
lende voorbeelden hiervan geven. De
ze week een paar voorbeelden waarin
de dam op roof uitgaat, tegengesteld
aan die van de vorige week.
Zet nu eens den volgenden stand
op:
Zwart 3 schijven op 21, 26 en 45.
Wit 1 schijf op 44 en 1 dam op 2.
Nu gaat wit spelen en overweegt,
zooals steeds moet geschieden, hoe hij
van zijn dam het meeste voordeel be
halen kan.
Wit kan eenvoudig genoeg remise
maken door 2—16 te spelen. Zwart
antwoordt dan met 45—50 en het spel
is remise, zooals ge wel zult bemer
ken. Juist de eigenaardige stelling
van zwart, de twee schijven op 21 en
26, waardoor schijf 21 niet ontvluch
ten kan, brengt wit op de gedachte
winst te behalen. Hiervoor offert hij
schijf 44 op door 4440, zwart 45:34,
wit 216, en denkt nu, dat het ge
beurd is, daar de schijven 21 en 34
niet te redden zijn, maar hem ont
gaat, dat zwart door 26—31 remise
maken kan, onverschillig of wit tot
36 of 25 slaat. De partij is remise.
In het eerste geval gaat schijf 34
naar dam, in het tweede geval, schijf
31. Een aardig voorbeeld, hetwelk
leert, hoe sterk een dam soms in zijn
rooftocht zijn kan, maar ook, dat
men tot het einde toe oplettend zijn
moet voor remises, die gelijk hier het
geval is, kunnen voorkomen.
Nu een voorbeeld van vernietiging,
die een dam in zijn aanval kan te
weeg brengen. Een voorbeeld dat heel
leerzaam is.
Zwart 4 schijven op 6, 19, 26 en 28.
Wit 1 schijf op 27 cn een dam op 7.
Wit kan nu verschillend voortzet
ten, doch bijna alle voortzettingen
leiden tot remise. Bijvoorbeeld: op
7—2, speelt zwart 1924, wit 2:30,
zwart 28—33, wit 3043, zwart 611,
en remise!
Nog een andere wijze. Wit 729,
zwart 28—32, wit 27:38. zwart speelt
dan 26—31 en er is voor wit geen
winst meer te behalen.
Thans zullen wij den winstzet aan-
toonen. Wit 27—22, zwart 28:17, wit
711, valt hiermede de schijven 17
en 19 aan, zwart tracht nog weg te
loopen door 17—21, maar wit achter
volgt hern met 1116; en na zien wij
iets eigenaardigs. Zwart heeft 4 schij
ven en wit slechts een dam en toch
kan zwart zich niet redden. Laten we
maar eens zien. Speelt hij 19—24, dan
wit 16:15, en antwoord,! zwart dan
met 2631, dan wit 15—10 en het spel
is voor zwart verloren, want zwart
kan de lange lijn niet voorbij daar
wit die steeds in bezit houdt. Speelt
zwart na 11—16 van wit, onmiddellijk
2631, dan slaat wit 16:5 en blijft
eveneens heen en weer gaan op de
lange lijn. Dit laatste voorbeeld toont
ons de kracht die de dam in sommige
standen heeft, althans, wanneer men
een juist gebruik van een dam weet
te maken.
A.s. week zullen wij dit onderwerp
verder behandelen.
Eenige jongelui hebben de oplossing
van het 'Taagstukje In de vorige ru
briek, reeds ingezonden, we hopen
evenwel rog meer oplossingen te ent-
vangen, ge hebt voor de inzending
nog tot Woensdag, 16 dezer de gele
genheid.
De Haarlemsche Damclub hond!
haar bijeenkomsten iederen Maandag
avond van 8 tot 12 uur in het gebouw
.,De Nijverheid', Jansstraat 85, al
hier.
Liefhebbers van het damspel zijn
daar steeds welkom.
Voor het lidmaatschap kan men
zich bij het bestuur aanmelden.
Inlichtingen worden gaarne ver
strekt door den Secretaris, den heer
J. Me.jer, Kruisstraat 34.
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle inge
zonden door jongens en meis
jes, die „Voor Onze Jeugd"
lezen. De namen der kinderen,
die mij vóór Donderdagmor
gen 2oede oplossingen zenden,
worden in het volgend num
mer bekend gemaakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftiid in
verband met het aantal oplossingen,
en op de netheid van het werk.
1. (Ingezonden door Jan Westera).
Zet achter elkaar een lidwoord, en
oen man, die langs de huizen loopt,
eu ge krijgt een stad in Nederland.
2. (Ingezonden door Jo Stam).
Hoe wij zijn klein en fijn
De adem van het kleinste kind,
Drijft ons op de vlucht gezwind;
Maar wij komen taai en vlug
Toch terug Hoe geplaagd,
Hoe verjaagdNiemand kan ons
overwinnen,
Of iets tegen ons beginnen 1
3. (Ingezonden door Jo en Jan Ver
ton).
Ik besta uit 7 letters en wordt over
al gezocht.
1 2 3 6 4 is dun en wordt dooi
kleermakers gebruikt.
7 5 6 is een verkoite meisjesnaam.
4 5 G 7 >s een inwendig orgaan.
1 5 6 3 is een roofvogel.
4. (Ingezonden door Anton v. Zijp).
Zet onder e.lkaar
Iets waar kinderen mee spelen.
Een plaatsje in Gelderland.
IetB, wal aan een fiets, auto of
trein hoert.
Iets, waarmee men plakt.
Een plaatsje in Gelderland.
Een volksbenaming voor gevange
nis.
Deze woorden moeten alle van drie
letters zijn. De beginletters vormen
den naam van een mooi dorp in
Noord-Holland. De eindletters vor
men den naam van een plaatsje in
Friesland.
5. (Ingezonden door MozeS Jacob-
son).
Vervang de puntjes door medeklin
kers. zoodat ge een bekende spreuk
krijgt
ei.e. .aa.. i. .ou. .ea..
6. (Ingezonden door Anton Janse).
Mijn eersfp is een viervoetig dier.
Mijn tweede is een verkorte meis
jesnaam.
Mijn geheel is een stad in Soedan
(Afrika).
7. (Ingezonden door Ithodia).
Ik ben een plank
Va a Godes dank;
'k Ren niet eiken,
En niet van esschen
Je raadt het niet,
Al ben je met z'n zessen!
8. Mijn eerste is niet wild.
Mijn tweede is een lichaamsdeel.
Mijn derde is een gebiedende wijs
van een werkwoord.
Mijn geheel is een plaats in Fries
land.
9. (Ingezonden door Gonda Drent).
Ik besta uit 8 letters en ben een
stad en een residentie op Java.
3 4 zegt men tegen een moeder.
5 2 7 8 vindt men in den schouw
burg.
1 6 4 5 is een verkorte meisjes
naam).
10. (Ingezonden door J. Schweitzer).
Ik ben een plaats aan de Zuiderzee.
Neem de middelste letter weg en ik
ben een dorp in Limburg, tevens een
stad in Duitschlaud.
11. (Ingezonden door .Tac. J. Bert).
Mijn eerste is een naum voor een
hond.
Mijn tweede is iemand, die meestal
niet vrij in.ig rondloopen.
Mijn geheel is nog erger dan mijn
tweede.
12. (Ingezonden door Annie en Bct-
eie St. venuiter).
2. Vele handen maken licht werk.
Vlak, teer, mand, hek, winnen,
kachel
3. Lichtenvoorde.
4. Hoorn oor.
5. Madagaskar. Gas, kar, Maas,
das.
6. De magerste varkens schreeuwen
het hardst.
7. PALEIS VAN JUSTITIE.
Paling.
Anker.
Lei.
Ezel.
Inkt.
Schokland.
Valkenburg.
Aan.
Naarden.
Jacob.
lirk.
Sok.
Tak.
Inboedel.
Tascn.
Illuminatie.
Eehiiooru.
8. P.iga - Rika.
U. De beste stuurlui staan aan wal.
10. Nul.
11. Dnmrubriek. Mark, riem, bier,
cfeur.
12. Konrnk.
Goede oplossingen ontvangen van
Lena Koeleveid 12.
Cor en Naune Nauta 12.
Maria J. H. Piet 6.
Herman Twisterling 12.
Nico Twisterling 12.
Jo en Jan Verton 12.
M. van-Wetter 8.
Jo Been 10.
Annie Vergers 12.
Annie Arema 8.
Wilhe Hei Her 6.
Alida A. C. Mohring 0.
Rhodia 12.
Wim M. Heijl 11.
II. Buhner 12.
Zus Duursma 12.
Catli. C. Doing 12.
J. de Jong 12.
Arend H. van Lohuizen 12.
Willenden de Koter 12.
Marie on Margot de Jong 12.
Alida Tros 12
Annie van Ommeren 11.
Elisabeth Verbeek 10.
Clasina v. d. Brink 11.
Marie Mulder 12.
Hendrik Tjaden 7.
Marie en Bep Ruyzenaars 12.
Johan Schweitzer 11.
.Tac. J. Bert 9.
Coba S. en Pietje v. Veld 9.
Anton Janse 12.
Jan Bert 8
Doornroosje 11.
Annie en Bctsie Stavonuiter 11.
Eduard Boeré 12.
Annie de Bruijn 10.
Annie Termes 12.
Johanna Voetelink 12.
Herman Bonke 9.
Wim Bonke 8.
STRIKVRAGEN.
(Ingezonden door Mozes .Tacobson).
1. Uit welke glazen kan men niet
d rinken
2. On welke wagens kan men niet
rijden
een
geen
die
ste
week
zon
dags
ek
houdt
Welk spreekwoord leest ge hieruit':
Raadseloplossingen
De oplossingen der raadsels van de
▼orige week zijn
(Ingezonden door Johan Schweitzer).
4. Wat voor haar heeft een zwarte
hengst
5. Leugen, leugen, leugen Wat is
dat?
6. Ik heb twee oogen en ieder oog
heeft een vinger noodig om mij te ge
bruiken. Wie ben k
7. De meeste menschen weten mij
gaarne en toch schrikt men er voor.
(Ingezonden door Anton Janse).
8. Welke mannen zijn toch geen
menschen
11. Welke bokken zijn zonder huid?
12. Welke broek draagt zelf een
broek
13. Welke bedden zijn zonder doek?
14. Wat voor een bekje heeft nooit
gebeten
15. In welken schoen heeft nooit
een voet gezeten
BEGRAVEN RIVIEREN.
De antwoorden der begraven rivie
ren en plaatsen van de vorige week
zijn
1. Vecht.
2. Geleen.
3. Schie.
4. Lesse.
5. Po.
6. Drave.
7. Wol ga.
8. Lek.
9. Doornik*
10. v\ eeueu.
11. Leur.
12. Esschen.
Goede antwoorden ontvangen van
Lena Koeleveid 12.
Cor en Naune Nauta 12.
Maria J. H. Pièt 7
Herman Twisterling 11.
Nico Twisterling 11.
Jo eu Jan Verton 12.
M. van Wetter 10.
Jo Been 9.
Annie Vergers 10.
Alida B. Hanseier 12.
Annie Arema 9.
Helena Eggeraat 5.
Marie Caulen 12
Johan van Donselaar 10.
Bart Ligtenberg 12.
Jo Staiu 10.
Willem van Wilsum 12.
Sientje Benink 12.
Coba van der Schaar 10.
Jan de Bruijn 12.
Willem van Wel 8.
Piet Galjart 12.
Annie Elffers 9.
Dina van Dalen 12.
Betjs en Nelly Mooren 6.
Leendei t en Willem Dom 11.
Annie en lietsie Stnvenuiter 12.
Annie de Bruijn 11.
Annie Termes 10.
Wim Bonke 4.
Herman Bonke 4.
Helena Eggeraat 9.
Jo Stam 12.
Willem van Wilsum 12.
Sientje Benink 12.
Coba van der Schaar 12.
Jan de Bruijn 9.
Piet Galjart 12.
Annie Elffers 12.
Dina van Dalen 12.
Betje en Nelly Mooren 12.
Leendert en Willem Dom 12.
Willie Hertier S.
Alida A. C. Mohring 7.
Rhodia 12.
Wim H?ijl 11.
H. Bühner 12.
Zus Duursma 12.
Cath. C. Doing 12.
Willemien de Koter 12.
Marie en Margot de Jong 12.
Alida Tros 10.
Annie van Ommeren 11.
Elisabeth Verbeek 10.
Clasina v. d. Brink 12.
Marie en Bep Ruyzenaars 11.
Doornroosje 12.
Coba S. en Pietje v. d. Veld 11.
Anton Janse 12.
DE BEDORVEN TEEKENING.
„Vader, ik sta op jouw kasteel I Va
der, ik sta op jouw kasteel!" riepen
c-en drietal jongens, terwijl zij vroo-
lijk den tuin doordiaafden. „Mag ik
ook meedoen?" zei een klein ventje,
dat zoo juist het huis uitgeloopen
kwam. ..Nee, Janneman, je bent veel
te klein; ga maar met je hansworst
spelen", spotten zijn broertjes, en
„Vader, ik sta op jouw kasteelI"
klonk het weer door den tuin.
Arme Janneman I Hij had reeds
van alles gedaan vandaag en verveel
de zich schrikkelijk. Wacht hij zou
naar zus gaan, mogelijk dat die wel
een spelletje met hem zou willen
doen. En zoo gauw als zijn kleine
beentjes hem drögert kónden, rende
hij de trap op naar zus' kamertje.
Toen hij de deur opende, was er
echter niemand.
„Dan is zus zeker uitl" dacht hij.
Onwillekeurig viel zijn oog op do ta
fel, waar zijn zusje de teekeningen,
die zij zoo even had zitten maken,
achteloos had laten liggen.
„Hé, wat mooi", dacht Janneman
en.begon ze met aandacht te bekij
ken. Wacht hij zou zus eens verras
sen huisjes en boompjes stonden er al
nu zou hij er nog oen paar-mannctjes
bij teekenen. De inktkoker stond op
liet kastje en weldra werden de keu
rige ie -leerlingen m een ware knoei
boel hei schapen. Met een kleur van
inspanning hield bij eindelijk op en
bezag zijn werk niet een vergenoegd
gczicntje. Juist ward de deur geopend
en kwam zus binnen.
„Zoo Jan, jij hiel', wat doe je?"
Toen zij echter zag, wat haar
bro -Trail had, senrikte ze hevig
„O, mijn teekeningen, mijn mooie
teekeningen!" riep zij en liep schrei
end naar moeder.
Nu begon Janneman te begrijpen,
dat hij niet veel goeds uitgevoerd had
cn juist wilde bij liet hazepad kiezen,
j toen Inj moeder al mot zus hoorde
I aankomen.
Nu werd hij toch wel wat bang en
daarom kroop hij gauw m de kast.
trok de deur op een kier en zat juist
i op zju gemak, toen moeder binnen
kwam
„Kijk nu toch eens, moeder, mijn
mooie teekemng heeft hij totaal be
dorven!" hoorde hij zijn zusje zeggen.
„Bedaar wat, Mary zei Moeder;
„het kwaad is misschien wei wat te
verhelpen. Je moet voortaan beter op
je zaken passen I Had onze Jan de tee
keningen niet zien liggen, dan was
hij dadelijk heengegaan! Maar toch
moet de deugniet straf hebben voor 't
verdriet dat hij je gedaan heeft.Waar
is hij nu?"
Ja, waar was hij gebleven?
„Zooeven was hij nog hier," zei Ma
ry, die nu pas haar broertje miste.
„Misschien is hij- wel naar den tuin
gegaan 1" en moeder en zus verlieten
de kamer om Janneman op te gaan
zoeken..
Maar deze had gehoord, dat hij
straf zou krijgen, en daarom vond hij
het raadzaam nog maar niet voor den
dag te komen. Weldra begonnen zijn
oogjes te steken. Zijn oogleden vielen
hoe langer hoe meer toe en spoedig
verraadde zijn geruste ademhaling,
dat Janneman naar het land der droo
men verhuisd was.
Onderwijl hadden moeder en zus
het gehcele huis doorzocht zonder ook
maar een spoor van den kleinen boos
doener te bemerken cn men begon
ongerust te worden. Vooral Mary die
zichzelf als de oorzaak van dit alles
beschouwde begon het zich zelf te ver
wijten. Overal had men gezocht. In
huis was hij niet, in den tuin ook
niet, zelfs was men een heel eind den
weg opgeloopen zonder het minste re
sultaat Ten einde raad had Mary
nog onder de kasten gekeken, en toen
wist zij niet meer. waar zij zoeken
moest; allerlei nare gedachten kwa
men in haar hoofd op. Juist viel zij
sinkkeud in haar kamertje up een
stoel neer toen een licht gesuork tot
haar doordrong.
iviet gespannen aandacht luisterde
zij vanwaar het geluid kwam, en, tot
Laar vei wondering scheen het uit de
kast te komen.
„Zou die rakkert elanen met
een sprong stond zij op en opende de
kast.
Daar lag Janneman als een slak
ineengedoken te slapen.
Op ikt gezicht ontsnapte Mary een
kreet van blijdschap en als de wind
rende zij naar beneden om Moeder
het heuglijk nieuws to vertellen.
„Ik heb hem gevonden! ik heb hem
gevonden 1" riep zij reeds boven aan
de trap.
„Waar zoo?" klonk het als uit één
mond van moeder cn de broertjes, die
nog steeds aan het zoeken waren.
Én Mary met een triomfantelijk ge
zicht wenkte hen met haar mee te
gaan. Spoedig stond de heele familie
voor de kast, waar Janneman niets
vermoedend gerust lag te slapen.
Wat was moeder blijZij nam het
vrachtje op en kleedde hem uit zon
der dat hij cr iets van merkte. Slechts
even sloeg hij de oogen op, doch sliep
weldra weer gerust in. En loon hij
een half uurtje Later met een lekker
kleurtje in zijn bedje lag, zei moeder:
„Ziezoo, Janneman; daar lig je be
ter dan in de kast!" Doch Janneman
sliep te vast om het te hooren.
Toen onze bengel don volgenden
morgen wakker werd, nam Mary hem
op. „O jou rakkert", zei ze, „wat heb
je ons gisteren ongerust gemaakt!"
en zij pakte haar broertje hartelijk.
Maar Janneman, die niet begreep hoe
bij iu ued gekomen was, uocii zien
nog uuiueiija iierumerue wal tuj ge
daan nuu, aniwooraue geeuwenu:
t W as tocu wel mooi, lie, zus?"
Brievenbus
(Brieven aan Ue iveuucne van de
Kinder-A Rieeung nioeiau gezonden
wonden aau Mevrouw Venema-v.
Doom, Wagenweg Haanemj.
iu ue Dus gooien, zonder aan
schellen 1
ANNIE T. Ja. dat is best, heb je bet
zoo druk gehad
WIM B. Heerlijk, hè Wim? Twaalf
dagen vacantia .\luar nu is 't al bij
na afgeloopen, verlang je al weer een
heel klein beetje naar school? Zijn
jullie nog naar Bloemendaal gewan
deld of venden jullie het weer er toch
te slecht voor Aardig, dat alios in
den tuin zoo mooi staat. Hebben er
verleden jaar veel bessen aan de
struiken gezeten
HERMAN B. Ja, jullie hoort op
school nu niet meer tot de kleintjes
Prettig, dat jullie boeken krijgen.
Schrijf mij maar eens of het mooie
zijn. Ja, Gerard begint al mee te doen
met de anderen Het zal niet lang
meer duren, of hij gaat met Annie
mee naar school. Verlang je ook al
naar het eind van de vacantie
JAN on JAC. B. Hebben jullie ze
nog gevonden en ben je al begonnen I
te teekenen? Stond er in de boekjes
nog wat aardigs voor jullie
LENA B. Ik bon blij, dat bet. een
mooi plaatsje gekregen heeft Ge
bruik je het nu ook als je zit te
schrijven Ja, je mag nog wel eens
meer. ook buiten den wedstrijd, een
opstel, of klein verhaaltje inzenden
maar je moot het zelf bedenken. Als
ik het aardig vind. wordt bet go- i H. U. Je nieuwe raadsel is goed.
plaatst. Zoujc dat prettig vinden?
W aar ik woon, heel het nog Haar
lem lel maar eens op het grens-
paaltjc als ji weer eens luer in de
buurt bent.
COBA S. en PIETJE v. d. V. Dat
was een prachtige wandeling 1 lloe
lang liepen jullie daar wel over Ma
ken jullie wel eens meer zulke toch
ten Komen er op dat getuigschrift
ook cijfers te staan
ANTON J. De nieuwe raadsels zijn
goed. Neon, het is niet hetzelfde,
maar lijkt er wel wat op De kleur
is hetzelfde Als jo ze vindt, vraag je
maar eens aan je onderwijzer, of het
het bedoelde is 1
ANNIE DE B. Vraag maar eens
aan kennisjes of op school, dan weet
ieder wel een plekje, waar speenkruid
groeit en in den Hout Kan jo liet op
't oogeublik ook wel vinden Jammer
dat de fiets opeens stuk was Beu je
er niet mee gevallen Wees maar
voorzichtig, hoor J
HENDRIK TJ. Ja, het is jammer,
om eerst de moeite te doen en dan je
naam toch niet te vinden
MARIE en BEP R. Durfde je daar
heusch nog tusschen door fietsen
Het lijkt me wel wat gevaarlijk, maar
ik geloof toch ook niet, dat er onge
lukken gebeurd zijn, is 't wel? Ja,
heerlijk om zoo midden in de bloe
men te zitten Zijn er bij jullie al
veel tulpen uit
JOHAN S. Dat hoek ken ik wel rk
kan me best begrijpen, dat je er blij
mee bent 1 en dat je er veel door
leert 1 Vind je het prettig aLs je bui
ten loopt, om zooveel planten te ken
nen
DOORNROOSJE. Neen, dat is de
bedoeling niet. Probeer het maar
eens te teekc-non Ik denk, dat het je
wel meevalt! Hebben jullie geen tee-
kenles op school
ANNIE v. O. In Engeland eindigt
die naam op „dun", hier eigenlijk
niet. daar heb je gelijk in Schrot
het lioek dan maar bovenaan op je
verlanglijstje, want het is heusch heel
mooi Of maak, dat je in onze ru
briek eens gauw een prijs krijgt
ELISABETH V. Het nieuwe raadsel
is goed. Ja, de andere komen langza
merhand allemaal aan de heut l. Als
liet mooi wandelweer is, worden de
raadsels wel eens vergeten, maar dat
vind ik niet erg, hoor i
CLASINA v. d. B. De nieuwe raad
sels zijn goed. Teekenen jullie op
school veel en doe je het thuis ook
wel eens En heb je wel eens met
waterverf gekleurd, of alleen met
krijt
MARIE M. De Hollandsche kan je
er dan zeker wel uithalen maar de
andere, dat zal nog niet gaan Als je
eens een vei Haaltje of opsiel zelf be
denkt, mag je het wel insturen
CATH. C. D. Het nieuwe raadsel is
goed.
J. DE J. Jullie hebt zeker gezellig
voor het raam naar al de drukte zit
ten kijken. Neen, den 2den dag was
het weer zooveel slechter, dut de
menschen er niet goed door durfden.
Aardig, dat jullie ook meedoen Heb
je al speenkruid gevonden
AREND H. v. L. Ben je alleen naar
A. geweest of gingen Vader en Moe
der ook mee en lveb je daar nog ge
wandeld Was je er wel eens meer
geweest Ben je al aan de teekemng
begonnen en gaat het naar je zin
ALIDA T. De nieuwe raadsels zijn
goed. Wel bedankt voor je mooie
kaart Ja, het is er prachtig Neen,
zoo'n kermis kan je hier ook wel eens
zien, maar de omstreken zijn daar
toch weer heel anders, dan hier.
Welken weg hebben jullie genomen?
ALIDA A. C. jM. Heerlijk, dat je nu
al in de zesde zit Ik ben nieuwsgie
rig of je even mooi kunt teekenen als
handwerken 1
RHODIA. Heb je veel plezier ge
had Waar heli je gelogeerd Sthrijf
er inij maar eens wat van 1
WIM M. H Neon. het zevende was
■voor jou wat lastig Aardig, dat je
aan dezen wedstrijd weer mee doet
Ik wist niet, dot D. een achternicht
je vari jou was Wist zij wel, dat jij
ook meedeed on heb jo haar wel
eens gesproken, toen je hier in de
stad logeerde
ANNIE en BETSIE S. Ja, nu kan
je flink aan het werk gaan Heb je
al het een of ander handwerk onder
handen Schrijf mij maar eons wat 1
ZUS D. Ja. m Heemstede zijn ze
veel mooier, en daar zijn er ook vee!
meer Ben je wel eens met de stoom
tram naar I isse of HJllegom gegaan
Die trams zijn tegenwoordig erg vol
met bloembollenkijkers Prettig, dut
je nog wat langer mee kan doen, dan
hoor ik nog eens hoe het je daar be
valt 1
JO en JAN V. Het
is goed.
M. v. W. Ik geloof, dat je hel gezel
lig getroffen hebt met je buurvrouw
op sdiooL Praten jullie maar niet l«
druk, want dan vrees fk, dat jullie
r verplaatst worden, denk je ook
metW aarom Vind je dezen wed
strijd te moeilijk Een kleine teeke-
nlug kan je toch wel maken, is 't
niet en 't Ls een eenvoudige bloem,
Ileb je plezier gehad op de uitvoe
ring en ts alles goed gegaan
ANNIE V. Ja, of je hebt je naam er
bij vergeten Heerlijk, om een kastje
te krijgen, zou het nog lang duren?
\NNIE A. Ja. dan ma# je ook mee
doen en de raadsels sturen. Vind je
het prettig om naar U. te gaan En
ben je er wol eens meer geweest?
NELLY v. d ,B. Is dit papier uit
het nieuwe doosje Erg aardig, hoor l
ik vind je rapport heel mooi Ja, na
tuurlijk mag jij ook meedoen Eu J.
ook ik houd met den leeftijd reke
ning en verwuc. natuurlijk van de
oudste kinderen oo'n het beste werk 1
JOHAN v. D. llocft de uitslag van
jullie wedstrijd ook in de krant ge
staan Ik heb hem niet gezien Ja,
van den zomer is hot voetballen afgo-
loopen en dan gaat cricket beter 1
Wat beteekenen die 3 letters
BART L. Nu dit jaar nog flink wer
ken, Bart, eu wat ga je dan doen!
Heb je al oen plaai gemaakt
JO S. Nu denk ik wel, dat het gauw
an de beurt komt.hoor 1
WILLEM v. W. Laat Piet het er
dan maar bijzeggen als ik hein weer
sproeit, anders vergeet ik het Het.
je veel tijd om te lezen tegenwoordig?
SIENTJE B. Ja, probeer het maar
>ens Wie in oei bij jullie voor alles
zorgen, als Vader en Moeder naar
haar toe gaan Ben je don de oudste
thuis
COBA v. d. S. Ja, dat is ook aar
digWaarvan zijn de broches ge
maakt En waarvan de olifantjes
uit hout gesneden Sturen jullie hom
"1 ook gauw een pakje?
LENA K. De nieuwe raadsels zijn
goed. Ik dacht, dut jullie net speen
kruid wel allemaal zouocn kennen l
Als je liet nog met zo kor weet, moot
je je onderwijzer maar vragu-n of jo
net goede gevonden hebt bw weet l
sicliig wel, liuor 1
COR en NANNE N. Wel, hoe is het
eergisteren gegaan I W us nij nogal
tevreden en heeft Nanne Woensdag
avond ook veel plezier gehad t
MARIA J. 11 ,P. Je hebt het best
gedaan, boor Heb je plan om voort-
geregeld mee te doen en lees je
onze rubriek ui lang
NICO T. Heerlijk, om zoon prach
tig cauoautje te verdienen En dat
was echt verdiend, boor Ik vond uo
cijfers prachtig Waren Vader en
Moeder ook niet blij Ik vond je brief
ook keurig geschreven. Houd je zoo-
veel van geschiedenis
HERMAN T. Nu moet jij 't den vol
genden koer winnen, hoor Wanneer
krijgen jullie weer een rapport?
Vraag maar of Nico je wat helpt met
rekenen. Of heb je een boekje thuis
om sommen uil ie maken
MARIE L. Wel bedankt voor je aar-
dage kaart, hoor
JAN DE B. Je liebt nog ruim don
tijd, om het te bedenken Het zou
gezellig zijn, als Cor en jij nog zoo
veel jaren bij elkaar bleven Ja, jo
leert het steeds vlugger en beter, zoo
als met alles wat je doet Ben je al
aan t-.-n teekening begonnen i
WILLEM v. W. Maak maar veel
plezier, hoor 1 Ga je bij nootjes logee,
ren en heb je zoolang vacantie
PIET G. Ja, jij mag ook meedoen l
Wat noemde je een l>oel goede ken
nissen van mij op Heb je ook een
mooi rapport gehad Me dunkt, jij
luid voor schrijven wel een 8, is t
niet
MARIE en MARGOT d. J. Wat aar
dig. dat je nu al twee maal met een
opstel een prijs hebt gewonnen 1 Hoe
heette het andere boek Heb je ver
der ook nog ve l boeken en we lloe
vind je het mooiste
DINA v. D. Heb je het erg druk ge
had van de week? Vertel m:j maar
eens, of jullie al weer een beetje op
orde zijn.
Mevr. VENEMA—v. DOORN.
13 April 1912.