HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD,
H asdée.
ZATERDAG 13 MEI 1912
ment van den Nede'rlandschen Bond
van Onderlinge Informatie- en
Schuldinvurdermg bureaux en Han-
deisvereenigmgen, gevestigd te Haar
lera, moet In het vervolg voor elke
informatie die op vertoon van leg ti-
matiekaarten wordt gegeven, 25 cexn
worden betaald.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres-
seert aan het Bureau, dat geopend :s
dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook
verdere inlichtingen zijn te bekomeD
Het Bestuuï heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toen van haar infor-
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Brieven sit een Wereldstad.
IV.
Paiis-Vincennes, 15 Mei.
Een kort tijdperk van meér-dan
overmatigs warmte hebben we hier
gelukkigachter den rug. In de
laatste dogen van de vorige week
steeg de temperatuur steeds, en Zon
dagmiddag v/as het toppunt bereikt
In de schaduw stond de thermometer
boven de negentig graden Fahrenheit!
en Parijs werd geblakerd door een
felle zonnehitte, die de menschen naar
buiten joeg, de stad uit. 't Woei ste
vig, maar die warme Zuidenwind
biacht ons ook niet de minste verkoe
ling. k Llcb het ervaren, toen 'k op
een der tjok volle Seine-stoombootjes
van Bercy naar Auteuil ging. We voe
ren de heele stad door, en ik moet ge
tuigen, dat het op de rivier nog war
mer scheen te zijn dan op de boule
vards. 't Was werkelijk Al te erg, en
op een dag als deze bleek het eens
duidelijk, hoe Parijs nog behoefte
heeft aan een voldoend aantal over
dekte zw eminrichtingen, 's Morgens
had 'k toevallig even een kijkje geno-
i in een der grootste zoo niet d e
grootste overdekte „piscines". Die
inrichting heeft flinke bassins, van
een totale lengte van W) M en er zijn
een kleine viernonderd kleedkamertjes
ïu drie étages omheen gebouwd. .Nu,
die zweminrichting, zoo groot als ei
in Holland nergens een bestaat, was
Zondag veel en veel te klein voor het
aantal „klanten dat haar bezocht.
In het water krioelde het van baders
en zwemmers, die geen twee slagen
kenden doen zonder tegen collega's op
te tornen, en kleedkamers waren er
veel te weinig.
Nu zijn de Franschen zooals wel
bekend is niet doordrongen van
den zin voor lichaams-reinhcid, die in
de Hollandsche overdekte zweminrich
tingen de bepaling „verplichte dou
che vóór het bad'' in 't leven heeft ge
roepen. leder springt maar zóó te wa
ter
Kortom de onschuldige asempjes
en de res!, van het publiek, dat zich
Zondag in de bassins letterlijk v e r-
drong, brachten een atmosfeer in t
gebouw, die benauwend en zeer „dé
goutant" was. Dergelijfie toestanden
verwacht-jc nu niet bepaald in een
wereldstad 1 En voor zoover ik het tot
dusver gezien heb, is er in den toe
stand der Parijsolie overdekte zwein-
gelegenhcdeu nog heel wat verbete
ring te brengen De toevloed van
zwemmers ïu alle inrichtingen was
Zondag zóó groot, dat de zes vastge
stelde vvalerpolo-coinpetitievvedstrij-
deu zonder uitzondering moesten
worden verdaagd. Eerstdaags gaan
de zwemscholen in de Seine open, dan
komt er dus meer ruimte, en levens
meer leven in de zwemmers-wereld.
Dan zal er meer aanleiding zijn om
wat te schrijven over de zweru-presta-
ties der Franschen en hunner kam
pioenen in het natte element.
Een typisch volksspel.
Maar op dienzelfden tocht naar
buiten, dien 'k begon met een boot
tocht in tropische warmte, heb 'k een
volksspel zien beoefenen, dat werke
lijk iets speciaal-Franseh is.
Voorbij Auteuil, als-jc niet meer liet
uitzicht hebt op de logge, groote lood
sen van bet vliegveld van Issy, en op
de hoog© "^bouwen van Voisin's aero-
planes-fabriek, wordt het landschap
veel interessanter. In de verte liggen
kleine woninkjes half-vcrseholcn in
het donkere green van de heuvelen.
Eu vlakbij mondt een kleine zijtak in
de Seine uit. Een brug voert er over.
een hooge, witte steer.en brug. En wie
vandaar omlaag ziet, ontdekt een
alleraardigst plekje natuur, 't Zaclit-
kabbeleude water wordt beschaduwd
door groene boschages, en de gansche
omgeving is vol van zonnigheid en
kleuren.
Dat plekje heb 'k gezien in vroolijk-
heid en leven. Want de jongens uit de
volksbuurt, die vlakbij is, hadden hel
veroverd en gebruikten het als zwem
en roeigelsgenheid. Booten van 't be
roemde model „pieremegoggel" wer
den over liet water voortgevverkt. en
een massa jongens spartelden ertus-
schen, in onbeholpen zweni-evoluties.
Enfin dat was het schouwspel,
dat het Spaarne op een zomer-namid-
dag óok (en zelfs in grootcr ongege
neerdheid) biedt.
Maar de jongens uit de volksbuurt
van Billancourt Kennen nog 'n sport
méér dan hun Scholensche collega's.
Twee groote houten booten, de eene
blauw, de andere rood geverfd, lagen
klaar op een onderlingen afstand van
een meter of dertig. Iedere boot was
bemand met wel 'n twintig jongens,
dia aangevoerd werden door hun
„kaj>it<j.n", een stevige jonge kerel
die op een soort van verhoogd achter
dek stond en gewapend was met een
stok van een meter of vier lengte, ter
wijl hij aan 'n touw om z'n hals een
vierkant houten blok droeg.
Toen de roede en' de blauwe boot
zoowat in een rechte lijn tegenover
elkaar lagen, gaven de beide aanvoer
ders een bevel en meteen plasten
■eertig korte pagaaien in 't water, en
gleden de twee „vijandige" machten
langzaam op elkaar in. Bijna waren
ze hoord-aan-boord toen richtte de
roode aanvoerder den langen vaar
boom op het blok, dat z'n blauwen te
genstander om den hals droeg, en
miste z'n doel niet. Maar precies op 't
zelfde moment werd de roode kapitein
door dien tegenstander geraakt, 't
Bleek evenwel dat de gezagvoerder
dor rooden het stevigst op z'n bc-enen
stond. Hij wankelde wel even, maar
eerstond den schok. De arme blauwe
kapitein sloeg evenwel achterover van
z'n vaartuig in het water, 'en zwom
dadelijk naar den wal, tcivvijl „de
roode bende" het krijgsgeschreeuw
des triomfators aanhief.
De roode aanvoerder was blijkbaar
een matador in de edele sport. Want
twee volgende blauwe kapiteins
'dweilen ook na de hotsing in het
frissche nat. De vierde maal was de
schok evenwel zóo hevig, dat de roode
held het lot van z'n hl au w-gezind
slachtoffer deelde en samen met een
van z'n roeiers, overboord wipte. De
vreugde aan den wal was natuurlijk
extra-groot, en de diverse aanwezige
pa's en ma's van do leden der strij
dende legioenen juichten hun sprui
ten toe.
Nieuwe aanvoerders werden weer
opgeschommeld, de ploegen trokken
voor de zooveelste maal op elkaar
los.... Enfin, we hebben nog menigen
blauwen en rooden aanvoerder de
buiteling in 't water zien maken.
Zou dit aardige en ongevaarlijke
spel óok niet bij de Ilollandsche jon
gens in den smaak vallen? Ik geloof
van wel. Duur is het niet, want de al-
ler-primitiefste ouwe schuit, van liet
alleronmogelijkste model, is nog voor
het doel te gebruiken, terwijl het ver
dere bovengenoemde „strijdmate-
rieel" ook al van de allergoedkoopste
soort is. Misschien zou op een der Hol
landsche voiks-zwemfeesten liet spel
wel eens, hij wijze van proef, geïm
porteerd kunnen wordenl
P a r ij s c h e kermissen.
Nu ik bet toch over volksvermaken
heb, wil 'k terloops even den bloeien
de» toestand der Parijsche kermissen
memoreeren. Toevallig hebben we
hier. in 't twaalfde arrondissement,
Juist kermis gehad. Enkele dagen ge
leden zijn de menigte kermistenten
van den Cours de Vincennes en de
t'lace de la Nation met de gebruike
lijke snelheid afgebroken en vervoerd,
nadat vier weken lang de pret ge
noten was. Van een langznmen ach-
teruitgang-in-omvang der kermis is
hier nog geen sprake, 't Geheel was
zeker eenigo malen groofer dan de
lichtclijkkwijnende Haarlemsehe ker
mis. En er was veel nieuws voor 'n
Hollander bij te zien, vooral wal de
talloozc variaties in stoom- en gewo
ne-draaimolens betreft.
De kermis werd druk bezocht en
duurde lang. Bovendien gaat ze nu
nog niet Parijs verlaten, maar zoekt
eenvoudig een ander arrondissement
op, en trekt zoo 't heele jaar door van
het eene stadsgedeelte naar 't andere!
En op de kermts-zelf was hier van
..herrie, dronkenschap en andere uit
spattingen" weinig of niets te benier-
ken.
„La bande tragique".
Met de gebruikelijke groot-woordige
boventitels on tusschenhoofdjes, go-
plaatst in uitvoerige verhalen vol-van-
foto's ,zijn de bladen ons vanmorgen
komen meededen, dat Garnïer en Va-
lef, de twee laatste hoofdmannen der
bande tragique" die nog zoek waren
bolegerd zijn en gedood, in 't villaatje
te Nogeut-sur-Seine waar ze sinds een
week aangenaam en genoegelijk „bui
ten woonden". Voor de niëtingewij
den is het buitengewoon demonstra-
e optreden der Parijsche politie
soms wel eens raadselachtig. Waar
voor zijn die lange belegeringen noo-
dig? Waarom moeten er eerst zooveel
schoten gewisseld worden, en begint
men dan eerst te beproeven het bele
gerde huis „op te blazen"? En wat
richten rovolverkogels uit, als de ver
dedigers van het belegerde fort on-
siclijbaar blijven achter muren, van
schietgaten, voorzien?
Enfin, ik beu oningewijde, c-n moet
afgaan op de (vergelijkend) gelezen
verslagen van de bladen, die overi
gens geen enkel detail ontzien en er
- dat kan een kind begrijpen als-ie
t ziet aardig wat bij-fautaseeren.
Maar verzamelt men de gegevens die
de Parijsche boulevard-pers ons in
zoo ruime mate opdischt, dan lijken
do gedragiugen der politie sorns wel
erg moeilijk te begrijpen. Waarom,
bijvoorbeeld, gingen de inspecteur
Jouin cu de brigadier Colmar in het
huis to Ivry-sur-Seine onmiddellijk
samen naar boven, zonder dat vooraf
met een politiemacht omsingeld te
hebben? Waar om? Dachten ze samen
Bonnot te vatten?
t Bleek dat dit niet kevn, want hij
ontsnapte na Jouin vermoord en Col-
mar gewond te hebben.
Geen der bladen constateerde hier
oen tactische tout van de politie. En
waarom niet?
J'a, er gebeureu soms vreemde
dingen!
Wat overigens „la bande tragi-
quo" betreft de politie zal er nog
wel niet mee klaar zijn. Als men ten
minste moet afgaan op de uitlatingen
van Ganders vriendin, die bang was
voor ecu wraakneming van de zijde
van Gamier's nogleveude amices, moe
ten er nog genoeg van die heeren los
loopoud zijn. Jn ieder geval is men de
beruchtste bandieten nu kwijt, en dat
zal het publiek ongetwijfeld al groo-
tendeels gerustgesteld hebben. Maar
hoeveel apachen loopen er nog rond'?
cu hoeveel zuilen er wellicht weer
binnenkort uit do wijken La Villctte,
MémlmojiUuit en Montmartre opdui
ken, als „comingmën" iu het vak'?
n Avontuur.
't Schijnt hier nogal eens voor te
komen dat nieuwbakken Parijzcnuars
pas gearriveerd voor een langer of
korter verblijf in de Ville Lumière, al
te veel angst toouen voor de gevaar
lijke apachen van het gevaarlijk Pa
rijs. Zelfs, als ze iu een rustig en vei
lig kwartier wonen, en volstrekt niet
bang behoeven te zijn.
Een van m'n nieuwe kennissen hier
vertelde me daar ecu staaltje van, en
'k zal zoo onbescheiden zijn, hot hier
te vertellen. (Hij kent geen Hollundsch
en zal het dus toch nooit lozen!)
*k Was hier als jong student ge
komen, vertelde-ie-me. 't Is nu een
jaar cl drie geleden. Ik liep hier zoo'n
een weekje rond, en woonde in een
heel veilig gedeelte van Parijs, waar
z» van apachen niet wisten. Maar
m'n vriendelijke pensiongenooten, die
wel gemerkt hadden uit ïn'n vragen
dat ik eenigszins ongerust ten opzich
te van het apachen-gevaar was, had
den 't noodig gevonden me wijs te ma
ken, dat er in onze wijk heel wat ..at
tentats" en „assassinats" hadden
plaats gehad. En ik 't was onnoo-
zel, dat geeft ik toe geloofde het,
it bepaald in angst.
Daar gebeurde 't nu, al in de eerste
week van m'n verblijf te Parijs, dat
ik 's avonds naar de Opéra ging, en
na middernacht alleen huistoe trok.
Nu leek dat geen bezwaar, want vlak
bij m'n pension was er 'n Métrosta
tion. Maar wat wilde 't ongeluk? Ik
was te laat, de Métro-dienst op die
lijn was al afgeloopen, en 'k diende
een half uur te loopen langs een weg,
dien ik nog volstrekt niet kende.
't Sloeg twee uur na middernacht,
toen ik verlaten op een groot plein
stond, niet wist welke richting 'k had
te nemen en met schrik bedacht dat
er een paar honderd francs in m'n
portefeuille zalen genoeg, om een
apache in volle actie te brengen.
'I Ergste was. dat ik maar één
zag wien ik den weg zou kunnen vra
gen en die zag er al bijster onbe
trouwbaar uit. Hij stond tegen een
paat geleund, en keek (naar mijn
meening) woest rond. terwijl hij
groote rookwolken uit een kromme
pijp zoog, en omhoog blies, 'k Vatte
moed, en sprak hem aan.
Kunt u«mij ook den weg zeggen
naar....? »nz.
Hij zag me aan met een loensch-
antrouwenden blik. Moet u daar
heen? Dien kant moet ik ook uit!
Nu, dan volg ik u wel, zei ik
voorzichtig.
Volgen? gromde hij, en keek
me weer wantrouwend aan. Loop
aar naast me!
Ik deed liet, "om hem niet te ont
stemmen. Maar 'k voelde me alles
behalve op m'n gemak. Z'n bleek ge
zicht, de loensche blik die telkens on
rustig op mij gericht werd, de manier
waarop hij écu hand om z'n wandel
stok knelde en de andere in z'n jas
zak verborg.... dat alles maakte "me
steeds duidelijker dat ik met ecu apa
che door nachtelijk Parijs liep te dwa
len.
Ineens bedacht ik, dat de apachen
iemand altijd van achteren aanvallen.
Dus vertraagde ik mijn pas, om hem
vóór te laten komen. Blijkbaar met
dezelfde intentie, liep ook hij plotse
ling veel langzamer.
Tenslotte stonden we bijna stil.
Toen keerde hij zich plots naar me
e, en riep: Wat wou je? Ik bezit,
niets dan de pijp, die ik rook!
Ik heb heelemaal niets bij mei
repliceerde ik.
Zool Eat zal wel.
IIij grijnsde.
We liepen langzaam verder, steeds
elkaar beloerend. Na een uur waren
wc bij m'n pension, 'k Voelde me vrij
wel veilig, cn met een stem waarin
mijn verlichting duidelijk moet merk
baar zijn geweest, zeide ik, hem steeds
aanstarend en achteruit naar de deur
loopend: Nu, hier ben ik thuis.
Goeicnavond.
Hier? kwam hij verbaasd.
Toen liep hij een huis verder, stak een
sleutel in het slot, en zei: En ik
hierl
Tien seconden keken we elkaar
verbaasd aan. En toen weerklonk er
een dubbele schaterlach in da (betrek
kelijke) stilte van den Parijsclien
nacht. We doorzagen beiden eindelijk
het geval.
V\ ij m'n buurman en ik we
hadden elkaar voor apachen aange
zien, ons voor edkaar beangst ge
maakt...
Enfin,de kennismaking was er een,
om niet te vergeten. En we zijn altijd
goede vrinden gebleven!
Ziehier de historie van het eenig
.apachenavontuur" dat m'n Parij
sche vriend hier ooit beleefd had....
Parijsche Brieven
CCCXXVHL
Madame Herbuté de Bute is r ri
bejaarde, doove schilderes, die geheel
alleen woont in een landelijk p i il-
joen, gelegen te Sceaux. Het is een hel
huisje met een tuintje.
Opeen namiddag in de maand Ja
nuari van dit jaar, toen zij. in h<.:,r
slaapkamer, bezig was r.abij den
haard een spannend boek te le.cn,
dr .gen eensklaps twee individu's iu
h.t vertrek, wierp een hunner, ecu
baardelooze knaap, zich op l:..ar,
kneep haar de keel dicht terwijl de
ander, een ietwat grootere Jongen, de
laden in het vertrek opentrok. Kon
derde rakker hield in den tuin de
wacht.
De moedige schilderes wist zih.
trots heur schrik en beur leeftijd, van
den greep haars belagers vi ij te ma
ken en stootte met een dolk dien ij
altijd bij zich heeft naar de bomt
van den jongen boef. Deze maukte con
achterwaarts', lie beweging, won top
de aangevallene r.aar den tuin n ht-
te en om hulp riep. na nog even, snel
i:i het voorbijgaan, een met twee pa-
croen geladen revolver bij zich gesto
ken té hebben.
De jonge bandieten snelden op Let
hulpgeroep het huis uit, wierpen ii
op de vrouw en gooiden haar op den
modderigen grond neer. Doch mad..-
me Herbuté de Bute, moedig en kor
daat als een historisch exempel,
sprong fluks weer op en loste tv.ee
revolverschoten, die echter beide <1 .1
misten, aangezien het drietal, op het
zien van het vuurwapen, ijlings liet
uazenpad koos.
Een dezer dagen kwamen 'de drie
boefjes voor hei gerecht. Léard, die- do
schilderes bij dc- keel had Begrepen
Guignon, die de laden had openge
trokken Lëbas, die de wacht in dé
tuin had gehouden alle drie vvmcii
volle 'bekentenis. Dc verdediger
vroeg om clementie, zonder meer.
Tot aller groote verwondering
sprak de jury liet jeugdige boevenpak
vrij
Waarom
Op de zitting had madame IIciLulê
de Bute, die blijkbaar een engel van
goedheid en vergevingsgezindheid is,
haar getuigenis geëindigd met dc .ei
gende woorden
Mijoeheeren jury-leden, ik Ver
zoek u, die ongelukkig©!) te willen
vrijspreken. Zij hebben mij niet veel
pijn gedaan en mij niets Ontstolen.
Dit verzoek verwonderde niemand,
daar gedurende de debatten was ge
bleken, dat de evangelisch meiisdilie-
vende schilderes zich tevoren tol den
commissaris van politie had gericht,
om te weten te komen, of zij ecu dei-
jonge bandieten niet als pleegzoon
zou kunnen adojitceren....
Wèl echter stond men, zelfs dc balie,
verbaasd over de beschikking dor ju
ry, die, beïnvloed waarschijnlijk door
de zelfverloochening der uiterst goe
derlieren schilderes, alle overwegin
gen van maatschappelijk utilitairen
aard over boord luid gegooid cn, zoo-
als het heet, genade voor recht had
doen gelden.
Nóg meer stond men tc Parijs ver
baasd over de uitspraak van een an
dere jury, in een andere rechtszaak,
namelijk die van madame Marguerite
Pascal, née Peysonnot, welke sein kou»
dame op 3 December laatstleden eei t
heur echtgenoot Jules Pascal cn, een
paar uren later, zijn tante had dood
geschoten.
Dien 3den December kwam Jules
Pascal, die surveillant aan het dag
blad „Le Journal" was, op den gewo
nen tijd tliuis. Hij beknorde zijn ne
genjarig dochtertje, omdat het kind
op school niet goed had opgepast-
Daarop ontstond een heftige twist
tusschen de beido echtelieden, waar
bij moeder dc vrouw de bedreiging
uitte:
Ik zal je dooden, jou en je tan!'
Iïet was niet de eerste keer, dat zij
het voornemen tot dien dubbelen
moord te kennen gaf.
Madame Pascal is blijkbaar een re
soluut schepsel.
Onmiddellijk na de ruzie ging zij
met het dochtertje, dat den schooncu
naam van Paquerettc draagt, het huis
uit, kocht zich bij ec-n vvapenlitmdc-
ïlaarlemsche
liasïcSeÊsver eeaiging
{Goedgekeurd bij Kon. Besl. van 12
Nov. 1899.)
Da Haarlemsehe Handelsvereni
ging hier tor stede, opger.cht 10 Mei
1892, heeft In den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen
In zeer vele gevallen, zaken van ver-
■chllieuden aard betreffende, is zij
opgetreden en d.kwyls met grooi
succes. Jammer echter, dat men alge- j
meen niet uieer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni-
glntoe te treden. Er ziju wel meer
dan WO leden, maar dat Is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten Ld
worden, om ten minste te laten go-
voelen, dat nien het werk op prijs
stelt, dat (le Haarlemsehe Handeis-
vereeuiging steeds opneemt, als doen
de, wat bare hand vindt om te doen.
Da voordeelen. die da Vereeniging
buiten hare bcmoeiiugen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
Contributie van f 3.50, d.e gevraagd
Wordt.
De Haarlemsehe Handelsvereeni-
glng bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen von hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en Informatiën voor hen in te
«vinnen. Bovendien hebben de leden
hot recht het luin gratis te verstrek
ten advies der Vereeniging te vragen
die ook In procedure!» en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken botreffende
den handel en het bedrijf der ledou.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaai
(van I November tot en met 30 April)
ad f 1.75 de halve contributie.
Hectuagoleeide adviseurs der Ver
een. gmg zijn de hoereu Mrs. Th. de
Haau liugenholtz en A. li. J. Me-rens,
Spaar ue 94, ui bier, die voor de leden
eiken werkdag van 2—4 uur des na-
nnddas zyu te spreken.
Het bureuu dei Vereeniging Is ge
vestigd Ja lis weg 11.
Vuor Incasso's door bemiddeling
der Vereeinging wordt een vast
recht van 5 pCt. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij Inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten liuieu.
Do kusten van uifi maliën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen DU cis. por informatie, plus
vijf cents purto-verguoding. informa
tiën naar bmneu de stad wonende
personen worden gratis verstrekt
Pretention op buiten de stud wo
nende personen orden niet behan
deld, wanneer n.et 10 ets. voor porto-
vergoodmg is toegevoegd.
Ruim 1718 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden in het af
geloopen jaar gegeven.
Aan het 'kantoor Jansweg 11, zijn
thans coupons A 10 ceut verkrijgbaar
waarop men bij het Bureau van den
Burgerlijken Stand op het Stadhuis
Inlichtingen kun bekomen over het
adres van h er op het bevolkingsregis
ter ingeschreven personen.
In Maart e» April 1912 zijn 48 vor
deringen tot een liedrag van f 1115.95
betaald; 13 vorderingen worden afbe
taald; 18 vorderingen zijn uitgesteld.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten vun wanbetalers ongeschon
den te blijven.
In verbuud mot de wijziging van
art kei 11 van liet huishoudelijk regie
Feuilleton
Naar bel Eugelsch
door
A. W. MARCHMONT..
48)
Toen plotseling scheen de waarheid
licli aan haar up te dringen. Zij
eprong overeind, liief haar Armen
hoog in de lucht, sloeg haar gebalde
Vuisten tegen bet hoofd en streek er
nu mee tegen liaar vermagerd, v, ;ld
cu geheel verwrongen doodsbleek ge
laat. Zoo bleef zij eenigo seconden
staan, haar oogen wild starend en
met afschuw op het doode gelaat van
Grant gevestigd. Het volgend oogen-
blik werd zij door een hevige sidde
ring aangegrepen en na een luiden, j
langen gil vol doodsangst begaven
haar heur krachten en viel zij lang uil
voorover.
Het w as haar doodskreetwant
toen zij haar weer ophieven, was het
alleen, om tot de ontdekking te ko
men, dat het leven gevloden was.
HOOFDSTUK XXXI.
Het Einde.
Ongeveer achttien maanden na den
dood van mijn vriend Grant, werd
do nieuwsgierigheid van dz. paosi
op een Engel.*»tta Btoftunbo»'-, die
zette naar Komftantinopel, ge
wekt door het gezicht van oen der
vreemdste schepen, die men ooit op
zee gezien had. Het stoomde lang
zaam de Bosphorus af, voerde de Ot-
lomaansche vlag, en was blijkbaar
een Turksch schip maar wij vroegen
ons in verbazing af, welk eigenaardig
soort van lading zij zou voeren.
Bijna bet gehcele dek van achter
steven tot voorplecht was met planken
beschoten de borstwering was hoog
opgebouwd en omdat de geheele bo
venbouw van ruw ougeschilderd tim
merhout Was gemaakt, geleek zij op
niets zoo zeer ah er een reusachtige,
drijvende houten kist. Alleen een paar
mannen waren aan boord en geen en
kei geluid <Lrong van daar door, be
halve het stampen der schroeven. Bij
na eon spookachtig ding.
Wat een vreemd schip, Mervyn,
zei Enid, terwijl wij er samen naar
stonden te kijken. Wat zou het kun
nen zijn
Men zou denken, dat het een la
ding wilde dieren bevatte, maar geen
geluid deed zich hooren, en wij wa
ren er dicht bij. Bovendien komen er
uit Turkije geen verscheurende dle-
Geen viervoetige misschien, ant
woordde Enid schouderophalend. Ik
denk, dat er iets afschuwelijks achter
verborgen is Laten wij eens aan den
kapitein vragen.
Hij kwam op dat oogenblik juist bij
ons en zij vroeg het hem.
Ik weet het niot zeker, Mrs. Or-
mesby, antwoordde hij en ik durf
ook niet zeggen, dat ik goed raad.
Turksche raadsels van dat soort zijn
gewoonlijk niet zoo gemakkelijk te
raden. Maar er zit zeker een of ando
re Turksche schurkenstreek achter.
Mogelijk een scheepslading arme
duivels, die den Sultan of den Pashus
in den weg staan of Armeniërs of
Joden of iets dei-gelijks, die zij liever
niet openlijk willen vermoorden en
in plaats daarvan naar den levenden
dood in Yemen zenden.
Arme stakkers, zei Enid vol me
delijden.
Ik kan u wel zeggen, wat het mis
schien zijn zal. Herinnert u zich niet,
dat or ruim een jaar geledon brand
was in liet Yildiz Kiosk
Wij herinnerden het ons maar al
te goed en zeiden hem dat, terwijl wij
blikken met elkaar wisselden.
Nu, daa,rop is een soort van on
derzoek gevolgd. Ik hoorde daarvan
een paar reizen terug. Het zou mij
niet verwonderen of die wondorlijko
kist daar heeft de schuldigen aan
boord alsof het een misdaad was te
gen de Turksche regeering samen to
spannen, en met een minachtend
schouderophalen liep hij verder.
Denk jo dat hij gelijk kan heb
ben, Mervyn vroeg Enid.
In Turkije is alles mogelijk. Maar
wij zullen er spoedig meer van we
ten, zei ik en do kapitein bleek go-
Jijk to betfljeh. Kijk, Enid, daar is het
Tehuis, riep ik een oogenblik later
uit, terwijl ik Tiaar het eiland wees,
dat aan onze rechterband lag.
Arme Cyrus, fluisterde zij met
een zucht, na er een poosje peinzend
en droevig naar gekeken te hebben.
Je wilt in dit afschuwelijke land ze
ker geen uur langer blijven dan nood
zakelijk is. niet waar Het maakt
mij somber als ik aan dien vreosoiij
ken tijd terugdenk. Ik zou bijna wen-
schen; dat ik niet meegegaan was
maar ik kon niet alleen achterblij
ven, voegde zij er bij, terwijl zij haar
hand op mijn arm legde.
In twee dogen of drie op zijn
meest zal alles in orde zijn. Er zijn
alleen een paar formaliteiten te ver
vullen. Dat waren natuurlijk de laat
ste beschikkingen mot betrekking tot
het oude en in de steek gelaten plan.
Na den dood van haar broeder kon
niets Enid een minuut langer dan ge
biedend noodzakelijk waa in Turkije
houden en omdat zij er niet van
wilde hooren. dat ik zou blijven zan
der haar, had ik zoo snel mogelijk
nog het een en aniler afgedaan, en
had het bezorgen van de détails aan
mijn toenmaligen secretaris ovor£fo-
Jatei»-
I» weerwil van zijn onaangename»
toon bij ons laatsJe onderhoud, liad do
Sultan alles in het werk gesteld om
mij te bewegen te blijven en het plan
uit te voeten, ouder bescherming van
do Turksche regeering, mij zijn volko
men hulp belovend. Maar ik zag er
geen kans op zoon waagstuk op mij
tc nemen, nu Grant was heengegaa n.
Bovendien begreep ik. dat niet onder
steund door zijn energie en hersenen,
cn vertraagd door Turksche slaperig
heid, do geheele zaak voorbestemd
was om totaal te mislukken. Daarom
had ik voor dc eer bedankt, en binnen
een week na don dood van mijn bes
ten vriend, hadden wij Turkije ver
laten, ik met liet plan om er weer te
rug te keeren en de zaken af te wik
kelen zoo gauw lk Enid en Mrs. Wel
ling© veilig en wel in New-York had
gebracht. Dat plan werd echter niet
uitgevoerd, Enid zag daar te veel te
genop. Er was in Turkije zooveel van
haar zenuwen gevergd, dat zij ver
klaarde «le gedachte aan mijn terug
keer naar KonstantinopeJ niet te kun
nen verdragen en ofschoon zij ver
der geen ander symptoom van ze-
nuwzwakte liet blijken, was ik maar
al te gewillig om mij aan haar theo
rie to oiidei werpen. Zij voelde den
dood van haar broeder diep maar I
jeugd is jeugd, en liefde is liefde en
Jeugd, liefde en tijd brachten troost
en slepen, zooals hier op aarde altijd
het geval is, do scherpe kantjes van
ons woderzijdsch verdriet. En toen
trouwden wij heel kalm.
Benige maanden in Engeland volg
den daarop totdat eindelijk de vraag
naar mijn tegenwoordigheid in Kon-
st anti nopal zoo dringend was gewor
den, dat ik haar niet langer weer
staan kon en samen maakten wij de
reis.
Het gezicht van de oude tooneelen
heropende eenigermate de oude won
den. maar er waren vergoedingen
voor. Daar verloor Grant zijn leven
maar daar ook vonden wij "onze lief
de en er is geen minnende op aaide,
die het geen aangename gewaarwor-
wing vindt zulke herinneringen weer
op te wekken.
Ik maakte haastig mijn werk af. Ik
zocht hen op, die ons geholpen had
den de oude Ibrahim en zijn klein
dochter. de man, die mij geholpen had
uit bet huis van Maraboukh te ont
snappen, zelfs Stephani wien zijn
verraad reeds lang vergeven was bij
de herinnering aan zijn hulp om
Enid te redden feitelijk iedereen, die
ik kon vinden en liet hun tastbare
roden na, om zich onzer in dankbaar
heid te herdenken. Toen alles ge
daan was en zelfs onze koffers voor
ons vertrek ge-pakt waren, namen wij
nog een paar uur voor een droevig©
taak, <Ue ons overbleef een bezoek
aan hot grof van Grant.
Ofschoon de scherpe kanton van het
verdriet van Enid door den tijd gena
dig waren afgeslepen, was de wond
van zijn verlies nog versch genoeg,
om weer te gaan bloeden en zij was
diep ontroerd, terwijl wij samen
naast het graf stonden in een bekoor
lijk door cypressen beschaduwd hoek
je van het kerkhof
Het graf werd aangewezen door een
monument, eenvoudig en massief en
typisch In zijn stilzwijgende welspre
kendheid van de grooÖieid, kracht en
het zelfvertrouwen van den man,
wiens dood zooveel had beteekend,
voor het land, welks inwoners hem
op verraderlijke wijze beiet hadden
zijn grootsche plannen uit te voeren.
De vroege schaduwen van den bijna
ten einde loopenden dag legden zich
al over Stamboel heen de minarets
werden onduidelijk in de schemering,
het water van den Bosphorus en Gou
den Horen werd steeds donkerder
en een drukkende somberheid lag
over het land. „Islam, die zijn kracht
verslaapt". Die woorden schoten mil
door de gedachte, en daarmee her
innerde ik mij den noodlottige» en al
tijd gedeokwaardlgen avond, waarop
Grant zo had uilgesproken den
avond, waarop de eerste knoop van
het verraad om hem heen was gelegd,
om hem met de gouden ketenen Uer
liefde naar xHn dood te lokken.
Zijn eerzucht was om met do goude i
pijlen van vrijheid en voorspoed liet
drukkende van ©en verkeerd bcLeenl
en van vervolging voor lie: afceni.-me,
reeds zoo lang lijdende volk te er-
lichten om dan hiel van den ver
drukker wat op te lichten, om lie! ge
stoorde evenwicht tusschen werk :i
resultaat wat te herstellen en het
Dot te verzachten van hen, voor wie
het leven niets ljeleekende dan een
voortdurend vruchteloos zwoegen
zonder belooning, eon worstelen tegen
ten onder brengende armoede. Zeker
een plan een man waardig zoo gro-d
als er ooit een, een droom droomde
van het onbereikbare, en begon daar
aan practische uitvoering te geven.
Het was hem mislukt en hij had
het met het verlies van zijn leven
moeten betalen en alles wat er over
bleef van het werk en den arbeider
was het monument, dat zijn asch be
dekte en dat van de vrouw. <i»e vol
komen onbewust, door middel van
hun wederzijdsche maar noodlottige
liefde, gebruikt vvae voor zijn vernie-
ng.
en monument met het eenvoudige
opschrift
Gewijd aan de herinnering van
Cyrus Dennison Grant.
Een burger van de Vereenigde Staten,
die verraderlijk vermoord werd.
Ooi van
Haldée Patras.
Een Griekin.
EINDB.