HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD, H asdée. ZATERDAG 13 MEI 1912 ment van den Nede'rlandschen Bond van Onderlinge Informatie- en Schuldinvurdermg bureaux en Han- deisvereenigmgen, gevestigd te Haar lera, moet In het vervolg voor elke informatie die op vertoon van leg ti- matiekaarten wordt gegeven, 25 cexn worden betaald. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres- seert aan het Bureau, dat geopend :s dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook verdere inlichtingen zijn te bekomeD Het Bestuuï heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V., toen van haar infor- matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Brieven sit een Wereldstad. IV. Paiis-Vincennes, 15 Mei. Een kort tijdperk van meér-dan overmatigs warmte hebben we hier gelukkigachter den rug. In de laatste dogen van de vorige week steeg de temperatuur steeds, en Zon dagmiddag v/as het toppunt bereikt In de schaduw stond de thermometer boven de negentig graden Fahrenheit! en Parijs werd geblakerd door een felle zonnehitte, die de menschen naar buiten joeg, de stad uit. 't Woei ste vig, maar die warme Zuidenwind biacht ons ook niet de minste verkoe ling. k Llcb het ervaren, toen 'k op een der tjok volle Seine-stoombootjes van Bercy naar Auteuil ging. We voe ren de heele stad door, en ik moet ge tuigen, dat het op de rivier nog war mer scheen te zijn dan op de boule vards. 't Was werkelijk Al te erg, en op een dag als deze bleek het eens duidelijk, hoe Parijs nog behoefte heeft aan een voldoend aantal over dekte zw eminrichtingen, 's Morgens had 'k toevallig even een kijkje geno- i in een der grootste zoo niet d e grootste overdekte „piscines". Die inrichting heeft flinke bassins, van een totale lengte van W) M en er zijn een kleine viernonderd kleedkamertjes ïu drie étages omheen gebouwd. .Nu, die zweminrichting, zoo groot als ei in Holland nergens een bestaat, was Zondag veel en veel te klein voor het aantal „klanten dat haar bezocht. In het water krioelde het van baders en zwemmers, die geen twee slagen kenden doen zonder tegen collega's op te tornen, en kleedkamers waren er veel te weinig. Nu zijn de Franschen zooals wel bekend is niet doordrongen van den zin voor lichaams-reinhcid, die in de Hollandsche overdekte zweminrich tingen de bepaling „verplichte dou che vóór het bad'' in 't leven heeft ge roepen. leder springt maar zóó te wa ter Kortom de onschuldige asempjes en de res!, van het publiek, dat zich Zondag in de bassins letterlijk v e r- drong, brachten een atmosfeer in t gebouw, die benauwend en zeer „dé goutant" was. Dergelijfie toestanden verwacht-jc nu niet bepaald in een wereldstad 1 En voor zoover ik het tot dusver gezien heb, is er in den toe stand der Parijsolie overdekte zwein- gelegenhcdeu nog heel wat verbete ring te brengen De toevloed van zwemmers ïu alle inrichtingen was Zondag zóó groot, dat de zes vastge stelde vvalerpolo-coinpetitievvedstrij- deu zonder uitzondering moesten worden verdaagd. Eerstdaags gaan de zwemscholen in de Seine open, dan komt er dus meer ruimte, en levens meer leven in de zwemmers-wereld. Dan zal er meer aanleiding zijn om wat te schrijven over de zweru-presta- ties der Franschen en hunner kam pioenen in het natte element. Een typisch volksspel. Maar op dienzelfden tocht naar buiten, dien 'k begon met een boot tocht in tropische warmte, heb 'k een volksspel zien beoefenen, dat werke lijk iets speciaal-Franseh is. Voorbij Auteuil, als-jc niet meer liet uitzicht hebt op de logge, groote lood sen van bet vliegveld van Issy, en op de hoog© "^bouwen van Voisin's aero- planes-fabriek, wordt het landschap veel interessanter. In de verte liggen kleine woninkjes half-vcrseholcn in het donkere green van de heuvelen. Eu vlakbij mondt een kleine zijtak in de Seine uit. Een brug voert er over. een hooge, witte steer.en brug. En wie vandaar omlaag ziet, ontdekt een alleraardigst plekje natuur, 't Zaclit- kabbeleude water wordt beschaduwd door groene boschages, en de gansche omgeving is vol van zonnigheid en kleuren. Dat plekje heb 'k gezien in vroolijk- heid en leven. Want de jongens uit de volksbuurt, die vlakbij is, hadden hel veroverd en gebruikten het als zwem en roeigelsgenheid. Booten van 't be roemde model „pieremegoggel" wer den over liet water voortgevverkt. en een massa jongens spartelden ertus- schen, in onbeholpen zweni-evoluties. Enfin dat was het schouwspel, dat het Spaarne op een zomer-namid- dag óok (en zelfs in grootcr ongege neerdheid) biedt. Maar de jongens uit de volksbuurt van Billancourt Kennen nog 'n sport méér dan hun Scholensche collega's. Twee groote houten booten, de eene blauw, de andere rood geverfd, lagen klaar op een onderlingen afstand van een meter of dertig. Iedere boot was bemand met wel 'n twintig jongens, dia aangevoerd werden door hun „kaj>it<j.n", een stevige jonge kerel die op een soort van verhoogd achter dek stond en gewapend was met een stok van een meter of vier lengte, ter wijl hij aan 'n touw om z'n hals een vierkant houten blok droeg. Toen de roede en' de blauwe boot zoowat in een rechte lijn tegenover elkaar lagen, gaven de beide aanvoer ders een bevel en meteen plasten ■eertig korte pagaaien in 't water, en gleden de twee „vijandige" machten langzaam op elkaar in. Bijna waren ze hoord-aan-boord toen richtte de roode aanvoerder den langen vaar boom op het blok, dat z'n blauwen te genstander om den hals droeg, en miste z'n doel niet. Maar precies op 't zelfde moment werd de roode kapitein door dien tegenstander geraakt, 't Bleek evenwel dat de gezagvoerder dor rooden het stevigst op z'n bc-enen stond. Hij wankelde wel even, maar eerstond den schok. De arme blauwe kapitein sloeg evenwel achterover van z'n vaartuig in het water, 'en zwom dadelijk naar den wal, tcivvijl „de roode bende" het krijgsgeschreeuw des triomfators aanhief. De roode aanvoerder was blijkbaar een matador in de edele sport. Want twee volgende blauwe kapiteins 'dweilen ook na de hotsing in het frissche nat. De vierde maal was de schok evenwel zóo hevig, dat de roode held het lot van z'n hl au w-gezind slachtoffer deelde en samen met een van z'n roeiers, overboord wipte. De vreugde aan den wal was natuurlijk extra-groot, en de diverse aanwezige pa's en ma's van do leden der strij dende legioenen juichten hun sprui ten toe. Nieuwe aanvoerders werden weer opgeschommeld, de ploegen trokken voor de zooveelste maal op elkaar los.... Enfin, we hebben nog menigen blauwen en rooden aanvoerder de buiteling in 't water zien maken. Zou dit aardige en ongevaarlijke spel óok niet bij de Ilollandsche jon gens in den smaak vallen? Ik geloof van wel. Duur is het niet, want de al- ler-primitiefste ouwe schuit, van liet alleronmogelijkste model, is nog voor het doel te gebruiken, terwijl het ver dere bovengenoemde „strijdmate- rieel" ook al van de allergoedkoopste soort is. Misschien zou op een der Hol landsche voiks-zwemfeesten liet spel wel eens, hij wijze van proef, geïm porteerd kunnen wordenl P a r ij s c h e kermissen. Nu ik bet toch over volksvermaken heb, wil 'k terloops even den bloeien de» toestand der Parijsche kermissen memoreeren. Toevallig hebben we hier. in 't twaalfde arrondissement, Juist kermis gehad. Enkele dagen ge leden zijn de menigte kermistenten van den Cours de Vincennes en de t'lace de la Nation met de gebruike lijke snelheid afgebroken en vervoerd, nadat vier weken lang de pret ge noten was. Van een langznmen ach- teruitgang-in-omvang der kermis is hier nog geen sprake, 't Geheel was zeker eenigo malen groofer dan de lichtclijkkwijnende Haarlemsehe ker mis. En er was veel nieuws voor 'n Hollander bij te zien, vooral wal de talloozc variaties in stoom- en gewo ne-draaimolens betreft. De kermis werd druk bezocht en duurde lang. Bovendien gaat ze nu nog niet Parijs verlaten, maar zoekt eenvoudig een ander arrondissement op, en trekt zoo 't heele jaar door van het eene stadsgedeelte naar 't andere! En op de kermts-zelf was hier van ..herrie, dronkenschap en andere uit spattingen" weinig of niets te benier- ken. „La bande tragique". Met de gebruikelijke groot-woordige boventitels on tusschenhoofdjes, go- plaatst in uitvoerige verhalen vol-van- foto's ,zijn de bladen ons vanmorgen komen meededen, dat Garnïer en Va- lef, de twee laatste hoofdmannen der bande tragique" die nog zoek waren bolegerd zijn en gedood, in 't villaatje te Nogeut-sur-Seine waar ze sinds een week aangenaam en genoegelijk „bui ten woonden". Voor de niëtingewij den is het buitengewoon demonstra- e optreden der Parijsche politie soms wel eens raadselachtig. Waar voor zijn die lange belegeringen noo- dig? Waarom moeten er eerst zooveel schoten gewisseld worden, en begint men dan eerst te beproeven het bele gerde huis „op te blazen"? En wat richten rovolverkogels uit, als de ver dedigers van het belegerde fort on- siclijbaar blijven achter muren, van schietgaten, voorzien? Enfin, ik beu oningewijde, c-n moet afgaan op de (vergelijkend) gelezen verslagen van de bladen, die overi gens geen enkel detail ontzien en er - dat kan een kind begrijpen als-ie t ziet aardig wat bij-fautaseeren. Maar verzamelt men de gegevens die de Parijsche boulevard-pers ons in zoo ruime mate opdischt, dan lijken do gedragiugen der politie sorns wel erg moeilijk te begrijpen. Waarom, bijvoorbeeld, gingen de inspecteur Jouin cu de brigadier Colmar in het huis to Ivry-sur-Seine onmiddellijk samen naar boven, zonder dat vooraf met een politiemacht omsingeld te hebben? Waar om? Dachten ze samen Bonnot te vatten? t Bleek dat dit niet kevn, want hij ontsnapte na Jouin vermoord en Col- mar gewond te hebben. Geen der bladen constateerde hier oen tactische tout van de politie. En waarom niet? J'a, er gebeureu soms vreemde dingen! Wat overigens „la bande tragi- quo" betreft de politie zal er nog wel niet mee klaar zijn. Als men ten minste moet afgaan op de uitlatingen van Ganders vriendin, die bang was voor ecu wraakneming van de zijde van Gamier's nogleveude amices, moe ten er nog genoeg van die heeren los loopoud zijn. Jn ieder geval is men de beruchtste bandieten nu kwijt, en dat zal het publiek ongetwijfeld al groo- tendeels gerustgesteld hebben. Maar hoeveel apachen loopen er nog rond'? cu hoeveel zuilen er wellicht weer binnenkort uit do wijken La Villctte, MémlmojiUuit en Montmartre opdui ken, als „comingmën" iu het vak'? n Avontuur. 't Schijnt hier nogal eens voor te komen dat nieuwbakken Parijzcnuars pas gearriveerd voor een langer of korter verblijf in de Ville Lumière, al te veel angst toouen voor de gevaar lijke apachen van het gevaarlijk Pa rijs. Zelfs, als ze iu een rustig en vei lig kwartier wonen, en volstrekt niet bang behoeven te zijn. Een van m'n nieuwe kennissen hier vertelde me daar ecu staaltje van, en 'k zal zoo onbescheiden zijn, hot hier te vertellen. (Hij kent geen Hollundsch en zal het dus toch nooit lozen!) *k Was hier als jong student ge komen, vertelde-ie-me. 't Is nu een jaar cl drie geleden. Ik liep hier zoo'n een weekje rond, en woonde in een heel veilig gedeelte van Parijs, waar z» van apachen niet wisten. Maar m'n vriendelijke pensiongenooten, die wel gemerkt hadden uit ïn'n vragen dat ik eenigszins ongerust ten opzich te van het apachen-gevaar was, had den 't noodig gevonden me wijs te ma ken, dat er in onze wijk heel wat ..at tentats" en „assassinats" hadden plaats gehad. En ik 't was onnoo- zel, dat geeft ik toe geloofde het, it bepaald in angst. Daar gebeurde 't nu, al in de eerste week van m'n verblijf te Parijs, dat ik 's avonds naar de Opéra ging, en na middernacht alleen huistoe trok. Nu leek dat geen bezwaar, want vlak bij m'n pension was er 'n Métrosta tion. Maar wat wilde 't ongeluk? Ik was te laat, de Métro-dienst op die lijn was al afgeloopen, en 'k diende een half uur te loopen langs een weg, dien ik nog volstrekt niet kende. 't Sloeg twee uur na middernacht, toen ik verlaten op een groot plein stond, niet wist welke richting 'k had te nemen en met schrik bedacht dat er een paar honderd francs in m'n portefeuille zalen genoeg, om een apache in volle actie te brengen. 'I Ergste was. dat ik maar één zag wien ik den weg zou kunnen vra gen en die zag er al bijster onbe trouwbaar uit. Hij stond tegen een paat geleund, en keek (naar mijn meening) woest rond. terwijl hij groote rookwolken uit een kromme pijp zoog, en omhoog blies, 'k Vatte moed, en sprak hem aan. Kunt u«mij ook den weg zeggen naar....? »nz. Hij zag me aan met een loensch- antrouwenden blik. Moet u daar heen? Dien kant moet ik ook uit! Nu, dan volg ik u wel, zei ik voorzichtig. Volgen? gromde hij, en keek me weer wantrouwend aan. Loop aar naast me! Ik deed liet, "om hem niet te ont stemmen. Maar 'k voelde me alles behalve op m'n gemak. Z'n bleek ge zicht, de loensche blik die telkens on rustig op mij gericht werd, de manier waarop hij écu hand om z'n wandel stok knelde en de andere in z'n jas zak verborg.... dat alles maakte "me steeds duidelijker dat ik met ecu apa che door nachtelijk Parijs liep te dwa len. Ineens bedacht ik, dat de apachen iemand altijd van achteren aanvallen. Dus vertraagde ik mijn pas, om hem vóór te laten komen. Blijkbaar met dezelfde intentie, liep ook hij plotse ling veel langzamer. Tenslotte stonden we bijna stil. Toen keerde hij zich plots naar me e, en riep: Wat wou je? Ik bezit, niets dan de pijp, die ik rook! Ik heb heelemaal niets bij mei repliceerde ik. Zool Eat zal wel. IIij grijnsde. We liepen langzaam verder, steeds elkaar beloerend. Na een uur waren wc bij m'n pension, 'k Voelde me vrij wel veilig, cn met een stem waarin mijn verlichting duidelijk moet merk baar zijn geweest, zeide ik, hem steeds aanstarend en achteruit naar de deur loopend: Nu, hier ben ik thuis. Goeicnavond. Hier? kwam hij verbaasd. Toen liep hij een huis verder, stak een sleutel in het slot, en zei: En ik hierl Tien seconden keken we elkaar verbaasd aan. En toen weerklonk er een dubbele schaterlach in da (betrek kelijke) stilte van den Parijsclien nacht. We doorzagen beiden eindelijk het geval. V\ ij m'n buurman en ik we hadden elkaar voor apachen aange zien, ons voor edkaar beangst ge maakt... Enfin,de kennismaking was er een, om niet te vergeten. En we zijn altijd goede vrinden gebleven! Ziehier de historie van het eenig .apachenavontuur" dat m'n Parij sche vriend hier ooit beleefd had.... Parijsche Brieven CCCXXVHL Madame Herbuté de Bute is r ri bejaarde, doove schilderes, die geheel alleen woont in een landelijk p i il- joen, gelegen te Sceaux. Het is een hel huisje met een tuintje. Opeen namiddag in de maand Ja nuari van dit jaar, toen zij. in h<.:,r slaapkamer, bezig was r.abij den haard een spannend boek te le.cn, dr .gen eensklaps twee individu's iu h.t vertrek, wierp een hunner, ecu baardelooze knaap, zich op l:..ar, kneep haar de keel dicht terwijl de ander, een ietwat grootere Jongen, de laden in het vertrek opentrok. Kon derde rakker hield in den tuin de wacht. De moedige schilderes wist zih. trots heur schrik en beur leeftijd, van den greep haars belagers vi ij te ma ken en stootte met een dolk dien ij altijd bij zich heeft naar de bomt van den jongen boef. Deze maukte con achterwaarts', lie beweging, won top de aangevallene r.aar den tuin n ht- te en om hulp riep. na nog even, snel i:i het voorbijgaan, een met twee pa- croen geladen revolver bij zich gesto ken té hebben. De jonge bandieten snelden op Let hulpgeroep het huis uit, wierpen ii op de vrouw en gooiden haar op den modderigen grond neer. Doch mad..- me Herbuté de Bute, moedig en kor daat als een historisch exempel, sprong fluks weer op en loste tv.ee revolverschoten, die echter beide <1 .1 misten, aangezien het drietal, op het zien van het vuurwapen, ijlings liet uazenpad koos. Een dezer dagen kwamen 'de drie boefjes voor hei gerecht. Léard, die- do schilderes bij dc- keel had Begrepen Guignon, die de laden had openge trokken Lëbas, die de wacht in dé tuin had gehouden alle drie vvmcii volle 'bekentenis. Dc verdediger vroeg om clementie, zonder meer. Tot aller groote verwondering sprak de jury liet jeugdige boevenpak vrij Waarom Op de zitting had madame IIciLulê de Bute, die blijkbaar een engel van goedheid en vergevingsgezindheid is, haar getuigenis geëindigd met dc .ei gende woorden Mijoeheeren jury-leden, ik Ver zoek u, die ongelukkig©!) te willen vrijspreken. Zij hebben mij niet veel pijn gedaan en mij niets Ontstolen. Dit verzoek verwonderde niemand, daar gedurende de debatten was ge bleken, dat de evangelisch meiisdilie- vende schilderes zich tevoren tol den commissaris van politie had gericht, om te weten te komen, of zij ecu dei- jonge bandieten niet als pleegzoon zou kunnen adojitceren.... Wèl echter stond men, zelfs dc balie, verbaasd over de beschikking dor ju ry, die, beïnvloed waarschijnlijk door de zelfverloochening der uiterst goe derlieren schilderes, alle overwegin gen van maatschappelijk utilitairen aard over boord luid gegooid cn, zoo- als het heet, genade voor recht had doen gelden. Nóg meer stond men tc Parijs ver baasd over de uitspraak van een an dere jury, in een andere rechtszaak, namelijk die van madame Marguerite Pascal, née Peysonnot, welke sein kou» dame op 3 December laatstleden eei t heur echtgenoot Jules Pascal cn, een paar uren later, zijn tante had dood geschoten. Dien 3den December kwam Jules Pascal, die surveillant aan het dag blad „Le Journal" was, op den gewo nen tijd tliuis. Hij beknorde zijn ne genjarig dochtertje, omdat het kind op school niet goed had opgepast- Daarop ontstond een heftige twist tusschen de beido echtelieden, waar bij moeder dc vrouw de bedreiging uitte: Ik zal je dooden, jou en je tan!' Iïet was niet de eerste keer, dat zij het voornemen tot dien dubbelen moord te kennen gaf. Madame Pascal is blijkbaar een re soluut schepsel. Onmiddellijk na de ruzie ging zij met het dochtertje, dat den schooncu naam van Paquerettc draagt, het huis uit, kocht zich bij ec-n vvapenlitmdc- ïlaarlemsche liasïcSeÊsver eeaiging {Goedgekeurd bij Kon. Besl. van 12 Nov. 1899.) Da Haarlemsehe Handelsvereni ging hier tor stede, opger.cht 10 Mei 1892, heeft In den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen In zeer vele gevallen, zaken van ver- ■chllieuden aard betreffende, is zij opgetreden en d.kwyls met grooi succes. Jammer echter, dat men alge- j meen niet uieer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereeni- glntoe te treden. Er ziju wel meer dan WO leden, maar dat Is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moesten Ld worden, om ten minste te laten go- voelen, dat nien het werk op prijs stelt, dat (le Haarlemsehe Handeis- vereeuiging steeds opneemt, als doen de, wat bare hand vindt om te doen. Da voordeelen. die da Vereeniging buiten hare bcmoeiiugen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe jaarlijksche Contributie van f 3.50, d.e gevraagd Wordt. De Haarlemsehe Handelsvereeni- glng bemoeit zich in de eerste plaats er mede, de belangen von hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te manen en Informatiën voor hen in te «vinnen. Bovendien hebben de leden hot recht het luin gratis te verstrek ten advies der Vereeniging te vragen die ook In procedure!» en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken botreffende den handel en het bedrijf der ledou. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half jaar worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaai (van I November tot en met 30 April) ad f 1.75 de halve contributie. Hectuagoleeide adviseurs der Ver een. gmg zijn de hoereu Mrs. Th. de Haau liugenholtz en A. li. J. Me-rens, Spaar ue 94, ui bier, die voor de leden eiken werkdag van 2—4 uur des na- nnddas zyu te spreken. Het bureuu dei Vereeniging Is ge vestigd Ja lis weg 11. Vuor Incasso's door bemiddeling der Vereeinging wordt een vast recht van 5 pCt. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij Inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten liuieu. Do kusten van uifi maliën naar buiten de stad woonachtige personen bedragen DU cis. por informatie, plus vijf cents purto-verguoding. informa tiën naar bmneu de stad wonende personen worden gratis verstrekt Pretention op buiten de stud wo nende personen orden niet behan deld, wanneer n.et 10 ets. voor porto- vergoodmg is toegevoegd. Ruim 1718 informatiën en rechts geleerde adviezen werden in het af geloopen jaar gegeven. Aan het 'kantoor Jansweg 11, zijn thans coupons A 10 ceut verkrijgbaar waarop men bij het Bureau van den Burgerlijken Stand op het Stadhuis Inlichtingen kun bekomen over het adres van h er op het bevolkingsregis ter ingeschreven personen. In Maart e» April 1912 zijn 48 vor deringen tot een liedrag van f 1115.95 betaald; 13 vorderingen worden afbe taald; 18 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten vun wanbetalers ongeschon den te blijven. In verbuud mot de wijziging van art kei 11 van liet huishoudelijk regie Feuilleton Naar bel Eugelsch door A. W. MARCHMONT.. 48) Toen plotseling scheen de waarheid licli aan haar up te dringen. Zij eprong overeind, liief haar Armen hoog in de lucht, sloeg haar gebalde Vuisten tegen bet hoofd en streek er nu mee tegen liaar vermagerd, v, ;ld cu geheel verwrongen doodsbleek ge laat. Zoo bleef zij eenigo seconden staan, haar oogen wild starend en met afschuw op het doode gelaat van Grant gevestigd. Het volgend oogen- blik werd zij door een hevige sidde ring aangegrepen en na een luiden, j langen gil vol doodsangst begaven haar heur krachten en viel zij lang uil voorover. Het w as haar doodskreetwant toen zij haar weer ophieven, was het alleen, om tot de ontdekking te ko men, dat het leven gevloden was. HOOFDSTUK XXXI. Het Einde. Ongeveer achttien maanden na den dood van mijn vriend Grant, werd do nieuwsgierigheid van dz. paosi op een Engel.*»tta Btoftunbo»'-, die zette naar Komftantinopel, ge wekt door het gezicht van oen der vreemdste schepen, die men ooit op zee gezien had. Het stoomde lang zaam de Bosphorus af, voerde de Ot- lomaansche vlag, en was blijkbaar een Turksch schip maar wij vroegen ons in verbazing af, welk eigenaardig soort van lading zij zou voeren. Bijna bet gehcele dek van achter steven tot voorplecht was met planken beschoten de borstwering was hoog opgebouwd en omdat de geheele bo venbouw van ruw ougeschilderd tim merhout Was gemaakt, geleek zij op niets zoo zeer ah er een reusachtige, drijvende houten kist. Alleen een paar mannen waren aan boord en geen en kei geluid <Lrong van daar door, be halve het stampen der schroeven. Bij na eon spookachtig ding. Wat een vreemd schip, Mervyn, zei Enid, terwijl wij er samen naar stonden te kijken. Wat zou het kun nen zijn Men zou denken, dat het een la ding wilde dieren bevatte, maar geen geluid deed zich hooren, en wij wa ren er dicht bij. Bovendien komen er uit Turkije geen verscheurende dle- Geen viervoetige misschien, ant woordde Enid schouderophalend. Ik denk, dat er iets afschuwelijks achter verborgen is Laten wij eens aan den kapitein vragen. Hij kwam op dat oogenblik juist bij ons en zij vroeg het hem. Ik weet het niot zeker, Mrs. Or- mesby, antwoordde hij en ik durf ook niet zeggen, dat ik goed raad. Turksche raadsels van dat soort zijn gewoonlijk niet zoo gemakkelijk te raden. Maar er zit zeker een of ando re Turksche schurkenstreek achter. Mogelijk een scheepslading arme duivels, die den Sultan of den Pashus in den weg staan of Armeniërs of Joden of iets dei-gelijks, die zij liever niet openlijk willen vermoorden en in plaats daarvan naar den levenden dood in Yemen zenden. Arme stakkers, zei Enid vol me delijden. Ik kan u wel zeggen, wat het mis schien zijn zal. Herinnert u zich niet, dat or ruim een jaar geledon brand was in liet Yildiz Kiosk Wij herinnerden het ons maar al te goed en zeiden hem dat, terwijl wij blikken met elkaar wisselden. Nu, daa,rop is een soort van on derzoek gevolgd. Ik hoorde daarvan een paar reizen terug. Het zou mij niet verwonderen of die wondorlijko kist daar heeft de schuldigen aan boord alsof het een misdaad was te gen de Turksche regeering samen to spannen, en met een minachtend schouderophalen liep hij verder. Denk jo dat hij gelijk kan heb ben, Mervyn vroeg Enid. In Turkije is alles mogelijk. Maar wij zullen er spoedig meer van we ten, zei ik en do kapitein bleek go- Jijk to betfljeh. Kijk, Enid, daar is het Tehuis, riep ik een oogenblik later uit, terwijl ik Tiaar het eiland wees, dat aan onze rechterband lag. Arme Cyrus, fluisterde zij met een zucht, na er een poosje peinzend en droevig naar gekeken te hebben. Je wilt in dit afschuwelijke land ze ker geen uur langer blijven dan nood zakelijk is. niet waar Het maakt mij somber als ik aan dien vreosoiij ken tijd terugdenk. Ik zou bijna wen- schen; dat ik niet meegegaan was maar ik kon niet alleen achterblij ven, voegde zij er bij, terwijl zij haar hand op mijn arm legde. In twee dogen of drie op zijn meest zal alles in orde zijn. Er zijn alleen een paar formaliteiten te ver vullen. Dat waren natuurlijk de laat ste beschikkingen mot betrekking tot het oude en in de steek gelaten plan. Na den dood van haar broeder kon niets Enid een minuut langer dan ge biedend noodzakelijk waa in Turkije houden en omdat zij er niet van wilde hooren. dat ik zou blijven zan der haar, had ik zoo snel mogelijk nog het een en aniler afgedaan, en had het bezorgen van de détails aan mijn toenmaligen secretaris ovor£fo- Jatei»- I» weerwil van zijn onaangename» toon bij ons laatsJe onderhoud, liad do Sultan alles in het werk gesteld om mij te bewegen te blijven en het plan uit te voeten, ouder bescherming van do Turksche regeering, mij zijn volko men hulp belovend. Maar ik zag er geen kans op zoon waagstuk op mij tc nemen, nu Grant was heengegaa n. Bovendien begreep ik. dat niet onder steund door zijn energie en hersenen, cn vertraagd door Turksche slaperig heid, do geheele zaak voorbestemd was om totaal te mislukken. Daarom had ik voor dc eer bedankt, en binnen een week na don dood van mijn bes ten vriend, hadden wij Turkije ver laten, ik met liet plan om er weer te rug te keeren en de zaken af te wik kelen zoo gauw lk Enid en Mrs. Wel ling© veilig en wel in New-York had gebracht. Dat plan werd echter niet uitgevoerd, Enid zag daar te veel te genop. Er was in Turkije zooveel van haar zenuwen gevergd, dat zij ver klaarde «le gedachte aan mijn terug keer naar KonstantinopeJ niet te kun nen verdragen en ofschoon zij ver der geen ander symptoom van ze- nuwzwakte liet blijken, was ik maar al te gewillig om mij aan haar theo rie to oiidei werpen. Zij voelde den dood van haar broeder diep maar I jeugd is jeugd, en liefde is liefde en Jeugd, liefde en tijd brachten troost en slepen, zooals hier op aarde altijd het geval is, do scherpe kantjes van ons woderzijdsch verdriet. En toen trouwden wij heel kalm. Benige maanden in Engeland volg den daarop totdat eindelijk de vraag naar mijn tegenwoordigheid in Kon- st anti nopal zoo dringend was gewor den, dat ik haar niet langer weer staan kon en samen maakten wij de reis. Het gezicht van de oude tooneelen heropende eenigermate de oude won den. maar er waren vergoedingen voor. Daar verloor Grant zijn leven maar daar ook vonden wij "onze lief de en er is geen minnende op aaide, die het geen aangename gewaarwor- wing vindt zulke herinneringen weer op te wekken. Ik maakte haastig mijn werk af. Ik zocht hen op, die ons geholpen had den de oude Ibrahim en zijn klein dochter. de man, die mij geholpen had uit bet huis van Maraboukh te ont snappen, zelfs Stephani wien zijn verraad reeds lang vergeven was bij de herinnering aan zijn hulp om Enid te redden feitelijk iedereen, die ik kon vinden en liet hun tastbare roden na, om zich onzer in dankbaar heid te herdenken. Toen alles ge daan was en zelfs onze koffers voor ons vertrek ge-pakt waren, namen wij nog een paar uur voor een droevig© taak, <Ue ons overbleef een bezoek aan hot grof van Grant. Ofschoon de scherpe kanton van het verdriet van Enid door den tijd gena dig waren afgeslepen, was de wond van zijn verlies nog versch genoeg, om weer te gaan bloeden en zij was diep ontroerd, terwijl wij samen naast het graf stonden in een bekoor lijk door cypressen beschaduwd hoek je van het kerkhof Het graf werd aangewezen door een monument, eenvoudig en massief en typisch In zijn stilzwijgende welspre kendheid van de grooÖieid, kracht en het zelfvertrouwen van den man, wiens dood zooveel had beteekend, voor het land, welks inwoners hem op verraderlijke wijze beiet hadden zijn grootsche plannen uit te voeren. De vroege schaduwen van den bijna ten einde loopenden dag legden zich al over Stamboel heen de minarets werden onduidelijk in de schemering, het water van den Bosphorus en Gou den Horen werd steeds donkerder en een drukkende somberheid lag over het land. „Islam, die zijn kracht verslaapt". Die woorden schoten mil door de gedachte, en daarmee her innerde ik mij den noodlottige» en al tijd gedeokwaardlgen avond, waarop Grant zo had uilgesproken den avond, waarop de eerste knoop van het verraad om hem heen was gelegd, om hem met de gouden ketenen Uer liefde naar xHn dood te lokken. Zijn eerzucht was om met do goude i pijlen van vrijheid en voorspoed liet drukkende van ©en verkeerd bcLeenl en van vervolging voor lie: afceni.-me, reeds zoo lang lijdende volk te er- lichten om dan hiel van den ver drukker wat op te lichten, om lie! ge stoorde evenwicht tusschen werk :i resultaat wat te herstellen en het Dot te verzachten van hen, voor wie het leven niets ljeleekende dan een voortdurend vruchteloos zwoegen zonder belooning, eon worstelen tegen ten onder brengende armoede. Zeker een plan een man waardig zoo gro-d als er ooit een, een droom droomde van het onbereikbare, en begon daar aan practische uitvoering te geven. Het was hem mislukt en hij had het met het verlies van zijn leven moeten betalen en alles wat er over bleef van het werk en den arbeider was het monument, dat zijn asch be dekte en dat van de vrouw. <i»e vol komen onbewust, door middel van hun wederzijdsche maar noodlottige liefde, gebruikt vvae voor zijn vernie- ng. en monument met het eenvoudige opschrift Gewijd aan de herinnering van Cyrus Dennison Grant. Een burger van de Vereenigde Staten, die verraderlijk vermoord werd. Ooi van Haldée Patras. Een Griekin. EINDB.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5