m
m
p
a
m
'y
gt
ft
ik
M
\y,y
M
M
k
ft;
„De leeuwen, de leeuwen L..." Ais
l»ijals hij....
Georgio perste de handen tegen de
borst, en een wilde flikkering schoot
uit zijn oogeu
„Neen.... dat is onmogelijk.... dat
is il te gevaarlijk I...
Daar zug hij het hleeke gezichtje
van Angioilna, zag hij zijn lachende,
zonnige heimat eu niet twee sprongen
was hij aan de kantoordeur en rukte
die* open.
„Signor, engageert u mij..."
„Wij hebben afgehandeld, Paolo
Georgia"
..Engageert u mij, Signor, en ik
bi/weer u, gij hebt iederen dag een
ui;verkocht huis!"
De directeur hief het hoofd op en
fixeerde den Italiaan met half geslo
ten oogen.
,.Uoe wilt gij dat doen, mijn waar
de r
Georgio boog zich tot hein neder,
zijn blik scheen het versteende gelaat
;in Saxton te doorboren en met door
ontroering verhitte stem stiet bij uit".
,,lk zal hoven de geopende leeuvven-
k( oi per rijwiel over het koord rijden.
Is dat genoeg 7"
In de oogen van den directeur licht
te het een oogenblik op, doch even
spottend als straks zeide hij
„Dat noemt gij kunst?"
De artist richtte zich naar de deur
„Gij wilt inij dus niet engageeren?
Ook goed Het idee kunt gij mij
niet ontnemen en daarmede vind ik
spelende een nieuwe, betere aanstel
ling. dan bij u 1"
Hij green naar den deurknop.
Paolo Georgio, blijf, wij willen
daarover nog eens spreken 1'
Eo de Italiaan bleef. Toen hij vijf
nrnuten later het circuskantoor ver
liet, had hij zich Terplicht, een ge
heels maand iederen avond met zijn
leven een roeseloos spel te spelen.
De avond viel. In da straten en ste
gen dei stad weiden de lichten ontsto
ken, die tcvergeeis trachtten met liun
grilhgen schijn het helle daglicht te
vervangen.
Ook voor den ingang van den circus
Saxton flikkerden de eioetrische lich
ten en verlichtten een groot plakkaat,
dut in opvallend scliiilt verkoudigue,
dat Paolo Georgio heden voor de laat
ste maal zijn „vaart door leven en
dood" wagen zou. „Voor de laatbte
maal", „slechts nog heden", zoo stond
het er te lezen en die woorden lokten
:n wenkten de nieuwsgierige menigte,
Re vol verwachting naar den circus
vtiooinde.
Ja, Paolo Georgio had gelijk gehad,
lederen dag was de circus uitver
kocht, geen plaats was in dien giin-
schen tijd leeg gebleven.
Met uilbundigen jubel werd bij bij
zijn verschijning door de menigte be
groet. Maar als hij op hetduun kouid
boven de leeuwenkooi reed, waaruit
de ondieren brullend tot liem opza
gen, dan stond >eders hart stil, dan
vernam men Reen ander geluid, dan
liet zachte gekraak door het suizende
rijwiel veroorzaakt.
En als hij de kooi gelukkig gepas
seerd was, sclieeu er aan de bijvals
betuigingen geen einde te komen, die
evenwel Paolo's gelaat slechts eeu
zucht, koel lncttjo wuKker riepen.
De biik, dien luj deze schreeuwende,
staiupenue en klappende menigte toe
wierp, sjuak van ailes, behalve van
donk. Aan de bijvalsbetuigingen de
zer onbarmhartige menigte stoorde
hij zich met, en wat hij deed, dijen bij
niet otu baar gunst te verwerven*
doch slechts om zijn kind te itdden.
Vandaag echter zou het vree-aclijkt
spel ten einde loopeo. „Voor de luut-
bio maalstond cp de plakkaten en
G.oigio, die het las, beefde onwille
keurig. liet klonk zoo vreeselijk ern
stig 1
Een kouae rilling voer hem door de
lcotn en zijn tanden klapperden.
„IJneila" fluisterde hij, „om uwent
wille, lieveling 1"
Deze geduchte gaf hem rust en
kalmte. 11 ij had zijn nieuwste toer
voor Angiolnia verzwegen; zij mocht
niet vermoeden, in vveik gevaar hij
iederen dag om harentwille verkeerde.
En nu trad hij voor de laatste maal
de manege binnen. Een donderend
applaus ontving hem, doch hij lette
er niet op en klom rustig de trap op,
die naar de loopplaats en bet koord
leidde.
De storm van toejuichingen ver
stomde en aller oogeu hingen gespan
nen aio den artist. Nu besteeg hij zijn
rijwiel en reed langzaam over het
koord naar het midden toe, waar de
leeuwen m hun geopende kooien
brommend naar hem opzagen.
Nu was hij in het midden aangeko
men vijf paar vuurschietende oogen
zi'gen naar hem op.... toen plotseling
een vreeselijke kreet uit honderden
kelen tegelijk... het achterste rad was
van het koord afgegledenPaolo
Georgio wilde zich aan het koord
vastgrijpen.doch hij greep in de
lucht, en met een gorgelend geluid
stortte hij zijn rijwiel na, te midden
der brullende leeuwen....
Rondom het circusgebouw stond
een opgewonden menigte, die levendig
het ontzettend ongeluk, dat zoo juist
luid plaats gegrepen, besprak.
Plotseling werd het stil. Uit de clr-
cuspoort droeg men op een baar een
in lakens gewikkelde menschel ij ke
gestalte. Vrouwen weenden, mannen
wendden zich bedrukt om en steeds
hoorde men de vraag
..Leeft hij nog
Daar ontstond plotseling onder die
opeengepakte menigte eeu beweging.
Iemand werkte zich met geweld door
de rijen der menschen. Eindelijk was
een klein, aardig meisje door de mas
sa heengedrongen en v.ierp zich met
een jammerlijken kreet voor de baar
neer.
„Vader Vader I" telkens weer
sneed die wanhoopskreet der kleine
de omstanders door de ziel.
„Het is verschrikkelijk, haar vader
zoo te verliezen I"
„Hij had toch aan zijn kind moeten
denken
„Ja, het was werkelijk lichtzinnig
van hem 1"
,,'t Is vreeselijk, maar eigen
schuld
Zoo klonken verschillende uitroepon
door elkander en ieder drong nog
meer naderbij, om toch maar goed die
kleine, onder de smart gebogen ge
stalte te zien.
Door haar smart heen hoorde Li-
netta de laatste woorden: „Vreeselijk,
maar eigen schuldZij sprong op,
balde haar vuisten, haar oogeri scho
ten een onheilspellend wild vuur enj „Te laat!" Deze woorden troffen
met een stem, die al het andere over-Herbert als een bliksemstraal,
stemde, riep zij uit1 „Wat is er dan gebeurd, mejuf-
Moordenaars, onbarmhartige moor- f rouw?"
deuaars 1" „Houdt mij voor het oogenblik alle
Woest wilde zij zich op de menigte inlichtingen ten goede, zoo juist heb-
storten, doch men hield haar terug en ben. zij .hem weggesleept om hem te
droeg haar weg. dooden. Wij moeten dit voorkomen. U
Langzamerhand ging nu ook da me-moei hem redden
nigte uiteen. Zii sprak deze woorden met snik-
„Men kan met zulke menschen toch kend". slem uit, greep den jongen man
feitelijk geen medelijden hebben I", bij de hand en trok hem met zich
zeide een der getuigen van de vreese- mede naar den tuiii
lijke scène. „Tenminste, dat noem ik „Ik zal hem redden!" bevestigde
werkelijk zijn leven voor een paar Herbert, die inmiddels de grootste
ellendige kronen op het spel zetten moeite bad om den snellen gang van
iel een ander hij. het meisje over de donkere paden van
„Die arme kleine vervolgde een den tuin te volgen,
derde, „heeft bovendien nog het ver- Daar dreunde plotseling een schot
stand verloren. Hoordet gij niet, hoe 1° midden van de nachtelijke stilte,
zij „moordenaars" riep Alsof het pu- Onder een angstigen gil strekte het
bliek er wat am doen kon." meisje vol vertwijfeling haar armen
Zoo vestigde zich de publieke mee- hcijicL
ning. Geen mensch dacht er aan, dat laat' 7-U hebben hem gedood!"
de liefde voor zijn kind. maar vooral Herbert stond een oogenblik als
de zucht van het publiek, naar de door den donder getroffen,
hoogst mogelijke sensatie, de oorza- Oe moord was dus voltrokken, en
ken van Paolo Georgio's dood geweest dat wel in zijn onmiddellijke nubij-
waren. iheid, zondor dat hij het had kunnen
(„Centr."). verhinderen.
j Daar waar het schot een oogenblik
jeenig licht verspreid had, had hij dui-
Zijn eerste heldendaad'".'iiL'S"!?" "nld-kL
Max Herbert was wel een der jong- -
ste, maar ook een der ijverigste amb-i 1 '-hom»ic wil „-,t ;a
tenaren van onze politie-afdeeling. Hijhiër?" "hekels wil, wat doe je
was reeds in verschillende bureaux
werkzaam geweest cn had overal de VJ» iiil; «V
s? b"""to 'iin
te komen, waardoor hij. beter dan op ,e en greep sijn arm
of detective had kunnen vestigen, en A_ n .m
waarnaar hij zoozeer verlangde. i a" *%oa opeens te Piesten
Men kan zich dus gemakkelijk de j
opgewondenheid voorstellen, welke "Süf® ai t«m iv
den jongen man beving, toen hij, kort 1 '•(-°m,masans van P0'111®- k°nVk
voor het einde van een theatervoor- I ,aa^Ae"
stelling, een schriftelijke opdracht j dader zal mij toch met
van don hoofdcommissaris ontving, I Ï^PP®*V
welken op staandeu voc-t ten uitvoer) n:ir
gebracht moest worden. De inhoud er
van was als volgt:
Hij wilde e
Iselttig
heen snellen, toen piot-
naar het meisje toe-
..Maur dat is toch èl te gekt Ik ben
de jurist Fritz R..., zoon van den ad
vocaat R..."
„Dat zal wel terechtkomen, wicn
hebt gij gedood?'
van Zuid-Amerika niet, maar wan-!
neer zij in aanraking komen met meer
ontwikkelde collega's, dan leeren zij
het al spoedig. Die wilde hond lijkt
veel op een kleinen herdershondnet j1
haar is hard, maar het is moeilijk om
te zeggen, welke kleur liet heeft; wel
is er iets als een grondkleur, die bij1
allen nagenoeg dezelfde is, maar on-j
der den invloed van regen, wind, ont-
beringen, enz., krijgt die grondkleur)
zooveel verschillende schakeeringen, f
dat er van een grondkleur eigenlijk
geen sprake meer krui zijn. De ooien
staan rech'op, de staart wordt meest
hangend cedragen en, beschouwt men
aandachtig den vorm der ledematen,
dan lijkt hij 'iet meest op een haze
windhond.
Welke was de eerste hond in Euro
pa Om die vraag te beantwoorden,
moeten wij terug naar de poalwonin-
Te midden der meren, tusschen da
palen, waarop, eeuwen geleden, do
hutten der eerste volksstammen wa
ren gebouwd, tusschen overblijfselen
van keukenafval en andere dingen,
vindt men hier en daar nog beende
ren, die hebben toebehoord aan een
diersoort, die wij nu honden noemen.
Dio beenderen vond men hoofdza
kelijk in Noorwegen; nog maar en
kele jaren geleden vond men ze even
eens in het meer van Bourget, bij
Grésine en Clialillon in Frankrijk,
van waajr zij werden overgebracht
naar, en nog to zien zijn in het mu
seum van Aix in Savoye. Uit die
beenderen blijkt, dat, behalve de her-
dersiiondenvorm, ook nog een ander
soort honden bestond, die meer op
den hedeiiduagsclieu bulldog geleek.
Waarschijnlijk waren dat de honden,
die de oude Galliërs mee ten oorlog
namen en die, gedurende den strijd
hun respectieve eigenaars bescherm
den tegen do aanvallen der tegen
standers. Men beweert zelfs, dat de
geschiedenis der ganzen, die, naar
verluidt, het Kapitcol van Rome heb
ben gered, een sprookje is, dat in
verband staat met den 9trijd der Gal-
xt lische houden, en met met de Gal-
Nog geen vheg m lierg Xoeu dezen, zegt men, het Kapi-
tool wilden bestormen, kwamen zij
aan een muur, zoo laag, dat zij hun
honden er overheen konden werpen;
de viervoetige strijders kwamen op
de -wallen terecht eu begonnen jacht
deurtje iu do Wiesensteeg, no. 6.
Klokslag 10 uur. Eén man, één
woord 1
„Zooeven werd mij het ingeslo
ten, toevallig gevonden en zeer be- „Gedood? Ik?
denkelijk briefje overhandigd Be- mijn levenI"
geef u onmiddellijk ter plaatse, j „En het schot dan, dat daar zooeven
om de noodige maatregelen te gevallen is?"
treffen. Groote omzichtigheid en j „Dat schot...?"
per omgaande bericht." i De jonge man keek met zichtbare
De Hoofdcommissaris van Politie. I verlegenheid het meisje aan.
Hel daarbij .ngcsjaUo brielja droeg B,VjS'«ÏSl»ci!w °P "e "f
.en entete en luidde aldus: i hebt onzen Gesar doodgeschoten t" il!8 laSen te slapen. Wakker gemaakt
„Heb allés geprobteid, maar te „Gesart" door het blaffen, begonnen zij te
veigeefs. Het besluit moet ten uit- Ja, onze oude hondl Hij was de 'snateren en maakten de wacht van
voer gebracht, en G. uit den weg 'lieveling van mijn zuster, en ik hield Kmitool w-ikk^r toen het reeds
geruimd w-orden. Verg. f bevalt m.j ooU v,d van het beest, zoo zelfs, dut flaH ws
niet. veel beter een kogel door den ;ik rnija vriend Otto, luit._nant bij de iaai N,JS'
kop. De gelegenheid is vandaag dragonders, moest verzoeken hem het i De Grieken waren liefhebbers van
prachtig; do oude is lot midder-1 gonad' chot te geven. Nietwaar, Ot- drijfjachten en zij gebruikten daar-
nacht buitenshuis. Ik verwacht u to?zeide hii. zich tot den jongen af
zonder mankecren bij het tuin-ficier wendend, dio nu ook naderbij
Was gekomen.
„Jawel. En ik geloof, dat ik deze
taak zoo goed mogelijk volbracht heb,
door den armen Gesar het einde ge-
makkeli'k en zacht te maken. Hij was
onmiddellijk dood en werd zoo even
door den tuinman weerarehaald."
De teleurstelling van den jongen
Terwijl de jonge man dit las, ver
helderde zijn gelaat.
„Ha ha! eindelijk toch eens een in
teressant gevaL een moord, of min
stens, ecu poging tot moordI De
hoofdcommissaris zal dan eindelijk
toch eens zien, .lat hij zich in mij
niet vergist heeft."
Zonder zelfs een minuut te dralen,
verliet hij met een agent het theater,
waar lui dien avond zijn dienst te
verrichten had gehad en snelde naar
een huurrijtuig.
„Reeds besteld, mijnheer de com
missaris!"
„Doet er niet toel de dienst eisclit
het! rijd in den kortst mogelijken tijd
naar den noek van de Wiesenstoeg I
Maar... zoo hard de paarden maar
kunnen draven! je zult er niet slecht
jbij varen 1"
1 „Op uw verantwoording, mijnheer
1 de commissaris.
I De koetsier legde do zweep op de
beide „bruintjes" en het rijtuig vloog
'over cle straat, zoodat de vonken uil
de steen en spatten.
Herbert stak een lucifer aan, om
op zijn horloge te kijken.
Kwart over negen
„Kunnen wij binnen een kwartier
de Wiesensteeg bereikt hebben?"
„Ik vrees er voor. ofschoon de koet-
sier zijn beestjes flink laat draven,"
i hernam de agent. „De Wiesensteeg
ligt in het nieuwe gedeelte der stad
en men rekent er gewoonlijk een goed
half uur rijden voor."
„Maar wij zullen wij moeten op
tijd aankomen) Hoe jammer zou het
ziin. als door een paar minuten te laat
aankomen alles bedorven werd."
Herbert was te moede, alsof hij op
de minbank lag uitgestrekt; de rit
scheen hem een eeuwigheid te duren.
Toen het rijtuig eindelijk stil hield en
hij er uit stapte, wierp hij nogmaals
een blik op zijn horloge.
„Het i.T reeds over tienen gauw,
voor het te laat is!"
Er verliep nogmaals een tijdsruimte
van ongeveer tien minuten, tot zij het
tuindeurtje no. 6 in de Wiesensteeg,
die bijna uitsluitend uit tuinmuren en
Ijzeren hekken bestond, bereikt had
den. Het deurtje was stijf gesloten en
in ilen omtrek zag men niemand.
„Commissaris," zei nu de andere,
„ik heb mij ondanks de duisternis
kunnen oriënteeren. Dit deurtje voert
naar den tuin van het woonhuis van
de heer R.; de hoofdingang er van ligt
'daar ginder op den hoek van de Al-
leestraat, links."
„Mijnheer R oh! dus moet hij het
zijn, tegen wiens leven dat plan is ge
smeed! Houdt u hier de wacht, en
maak u onmiddellijk meester van ieder
vc-rdaclit persoon, die naar het deurtje
toekomt, ik zal zelf aan de voorzijde
liet huis binnengaan."
De commissaris snelde in de rich
ting, welke de agent hem aangewezen
had. en vond hot iizeren hek van den
voortuin en de deur van het huis
openstaan.
Den jongen man scheen dit, in zijn
opgewondenheid, niet te verwonderen.
Binnen weinige oogenblikken stond hij
in de helder verlichte vestibule van
het huis, en wilde juist de trap naar
de eerste verdieping opsncllen, toen
plotseling een iu liet licht gekleede
vrouwengestalte, schijnbaar ten prooi
aan lievige gemoedsbewegingen op de
bovenste trede verscheen.
„O hemel, is u daar eindelijk! Als 't
nu maar niet te laat is!" riep zij hem
toe en snelde de weinige treden af.
bij zware houden met kleine hangen
de oortjes, hoog op de beenen en van
een kleur, die veel overeenkomst had
met die der muiakledrige Duitsche
doggen. Ih liet Louvre-museum te
Parijs zagen vvo eeu basreliëf, waar
op voorkomen een jager, een haas en
ier honden; de honden staan op de
to verwonderen, dat Egypte het land
waar we moeten wezen, oin wat
meer te vernomen over de vormen
dier honden uit lang vervlogen tijden.
Nog vóór den bouw der Pyrami-
den, en dut is duizenden Jaren gele
den, gingen de koningen van Egypte,
Pharao's noemde men hen, reeds ter
jacht. Uit de afbeeldingen, welke in
en op die Pyramiden voorkomen,
blijkt duidelijk, dat zij twee soorten
van houden gebruikten; de eeno was
een windhond met staande ooren en
gekrulden staart, do andere een, die
niet terug te brengen is tot een der
thans bestaande hondensoorten,
maar in bouw het meest op een hye
na geleek. Was het een pródukt uit
deze met een andere hondensoort?
het reeds een zich constant verer
vend ras? Met zekerheid is daarom
trent niets to zeggen; ook kan onmo
gelijk worden bepaald, welk soort
wild er mede gejaagd werd. Men
vindt liem zoowel achter grof- als
achter klein wild, achter haar, zoo
wel als achter pluim, men vindt hem
ook als kamerhond, in gezelschap
eetier Oud-Egyptisoho schooue. Bui
ten Egypte echter vond men hem toen
bbjkbaar nergens, dat hij tot de huls-
hoiulensoorten behoorde, is af te lei
don uit het feit, dat meu in ver
scheiden graven do goed geconser
veerde mummies heeft gevonden van
piepjonge exemplaren. Van de soort
zelf is echter nergens een spoor meer
te vinden.
Eeuwen later vinden wij in de
plaats van dien hyena-achtigeu hond
en naast den ouden windhond met
staande ooren, een andoren wind
hond, eeu gevlekten, nagenoeg als
een Dalniatiner, maar met groote
vlekken. Ook deze verdwijnt weer en
maakt plaats voor een langlijvigen
Basset op rechte pooten, iots als een
reuzen-dashond.
Verder vinden wij bij de Egypte-
naren nog een keeshond, maar een
dio het midden houdt tusschen een
dwerg- cn een gewonen Duitschen
kees, een kees. zooais meu ze nog veel
ziet op buurtschepen. Eindelijk een
hondensoort met kleine staande oor
tjes cn een gekruld staartje, eindi
gend in een pluim nis van een poe
del, die geschoren is. Niet onmoge
lijk trouwens, dat de Egyptenaren
ook hun honden of ten minsie en-
kole ouder hen, heten knippen, om
ze mooier te maken.
W aar zijn ze gebleven, al die hon
denrassen of hondenvarieteiten,
waarvan wij niets "anders meer be
zitten dan afbeeldingen? Dal weet
niemand; wat wij met zekerheid we
ten is, dat zij er geweest zijn en dat
zij ontegenzeggelijk behoord hebben
tot de eerste honden, honden, die ter
jacht weroen gedresseerd at» onza
hedendaagscho jachthonden; herders
honden, dio op de kudden pasten,
zooals onze herdershonden het nog
doen; windhonden, die achter hazen
rond erf, zoonls onze hedendaagschc
lange jachthonden. Misschien ook
wel kleine geschoren hondjes, speel
goed voor do Oud-Egyptische sclioo-
nen, die ze vertroetelden, waar zo
mee uitgingen on haar ledigen tijd
mc-e zoek brachten.
Van do beroemde honden der Teu-
tonen weten wij alleen, dat zij in een
gevecht meer waard waren dan twee
strijders; meer dan waarschijnlijk
waren zij afstammelingen van do
oorlogshonden der Galliërs. Ook lu-
diê, China en Japan zullen wel kun
nen wijzen op oeroude hondenras
sen, maar daaromtrent weten zoo
'einig, dal het niet de moeite waard
i, om er iets van mede te declen;
trouwens, alles berust op gissingen.
Is do pnleis-Gliin een overoud ras,
zooals wel eons beweerd wordt, of is
hij een fabrikaat van voor een eeuw
of twee? Aten de Chineezen voor drie-
vierduizend jaar reeds honden, of
hebben zij later eerst bemerkt, dat
Chow-chows lekker waren? Vragen,
waarop bij gebrek aan gegevens het
antwoord moet worden schuldig ge»
bleven.
Dat de bond, als afzonderlijke
diersoort, zoo oud is als de mensch,
lijdt geen twijfel; dat in Zuid-Ame
rika nog wilde honden voorkomen,
is een feit, en dat Egypte do oudsto
papieren kan toonen om te bewijzen,
dat daar de eerste jachthonden wer
den gefokt, slaat eveneens vast.
L. S.
(Avicultura).
commissaris, wiens schoonsten ver- i achterste pooten, besnuffelen de kleo-
ren van den jager en kijken met één
oog naar het vluchtend dier. Dat
bas-relief dagteekent van enkele
eeuwen voor onze tijdrekening; de
honden zien er uit als langharige
dashonden, maar hebben kaarsrech
te pooten.
Van staande honden is nergens een
spoor te vinden; de staande hond is
een produkt van la teren datum en
waarschijnlijk eerst in het leven ge
roepen na de uitvinding van het ge
weer, dat zoo'n omwenteling teweeg
bracht in het jachtbedrijf; deszelfs
ontwikkeling en verdere verspreiding
houdt dan ook gelijken tred met de
verbetering der jachtwapens.
De eerste hond van Griekenland is
waarschijnlijk een windhond ge
weest. Zoover de Grïeksche geschie
denis is na te gaan, wordt er van
geen andere honden gesproken dan
van windhonden en daarin ligt op
gesloten, dat zij in den beginne wel
niet anders zullen hebben gekend
dan wiudhondacbtige exemplaren,
snel ter jacht cn, voor het werk, dat
zij te doen hadden, gemakkelijk en
binnen korten tijd te dresseeren.
Waarschijnlijk kwamen dio honden
uit Azié of uit Afrika. Geschilderd of
gebeeldhouwd hebben de oude Grie
ken den hond weinig; wij kennen al
leen het exempiaav van Alcibiades,
of, beter gezegd, die Grieksche veld
heer hield er een houd op na, een du
ren, tot welk ras hij behoorde 13 on
bekend; zelcer weten wij, dat die
hond de eerste bekende hond was,
wien de staart gecoupeerd werd.
Pompei en Ilcrculanum geven geen
De eerste mensch is bekend en lijn <Wm» 2'«»; i«8J-
naam welen wij. Wij kunnen hem ons honden, een soort vaal Kleun ge uuit-
vootstcllen, zooals hij ongeveer moet scha dogs met krulstaart; wij kennen
geweest zijn. Van den eersten hond I ze van schilderijen en beeldhouw-
vseton wij echter niets en wat w ij er- j Werkeu; altijd loepen zij achter een
van weten is zóó onzeker berust op d„gviijl1 sl„k grot
dat «ild. Ltetbebbem van Dnitsche dog-
wij aangaande dien besten vriend des.ge", dio omtrent den ouderuoin van
menschen, wat betreft zijn eerste dat ras nog wat meer willen welen,
waddingen zoo plotseling de bodem
waren ingeslagen, laat zich niet be
schrijven.
Het granniee echter van liet toeval
en een goed glas wijn, waarop de heer
des huizes hem uitnoodigde, verdreef
weldra zijn minder aangename stem
ming.
De zaak was niet moeilijk op te hel
deren. Ilct toeval had hier weer een
zijner zonderlinge rollen gespeeld.
Cesar, de hoogbedaagde huishond,
moest wegens ouderdomsgebreken ge
dood v/orden. Daar niemand iu huis
hiertoe over wilde gaan, had Fritz bo
vengenoemd briefje naar zijn vriend
Otto gezonden. Deze had het haastig
en in korte bewoordingen opgesteld
briefje hetzij achteloos weggeworpen
of misschien verloren en de raadsel
achtige inhoud was oorzaak, dat het
aanstonds door den vinder naar den
hoofdcoiniinssaris van politic ge-
biacht werd. De zuster echter van
Fritz, die niet van baar lieveling kou
scheiden, had in allerijl om den vee
arts van dicht nabijgelegen kazerne
der drauuiiders gezonden. In haar op
gewondenheid had zij den jongen
commissaris in zijn uniformmantel
voor der. militairen veearts aangezien.
Als Herbert later goed gehumeurd
was. vertelde hij nog wel dezen aller-
zonderlingsten samenloop van om
standigheden. De politie-carrière had
echter, na deze ontgoocheling, geen
aantrekkelijkheid meer voor den held
van deze moordgeschiedenis; hij be
trad kort daarna de politieke Joop-
baan, welke hem niet noodzaakte des
middernaclits het dooden van honden
tc gaan constateeren.
(Prov. Gr. Ct.)
Horden uit vroeger
tijden.
daarzijn, zoo goed als in het duister
tasten. Ziin oorsprong Onbekend.
Zijn'algemeen voorkomen, zooals wij
dat noemen? Onbekend. Was hij van
S 'Sr,„S, OóbeU" viugcu van Hurculanum. eeu, door t.
Stamt bij van ,na 1 hinderen. Daarin vinden zu honden,
wolf of een vos
hij eeu fokproduct van beiden, of van
een van beiden met een onder On
bekend. Het zijn allemaal gissingen,
altemual waarschijnlijkheden, maar
zekerheid Geen de minste.
In Zuid-Amerika treffen wij wilde
honden aan, men noemt ze ten minste
honden, die leven bij troepjes. Ze bou
wen er steden, ondergrondste steden
natuurlijk, waar zij in kruipen als
vossen in hun holen. Ze zetten wacht
posten uit, die voor de veiligheid zor
gen ze kennen zelfs voorposten, die
staan op een heuveltje in de nabijheid
der hondenstad, en zoodra zij onraad
bemerken, laten zij een fluitend ge
luid hooren, een waarschuwing, om
i zoo vlug mogelijk onder den grond te
I verdwijnen. Blaffen doen de honden
dan wat er algemeen van bekend is,
raden wij aan, om het laatste werk
van don Lagrange, over de opgra-
bladeren. Daarin vinden zij honden,
die, behalve natuurlijk, dat zij geen
gecoupeerde ooren hebben, den Duit
schen dog van voor 20 jaar duidelijk
weergeven. Het lichaam is hetzelfde,
alleen de kop is zwaarder, een echte
doggenkop.
"liet ware land, het eenige zelfs,
waar men omtrent de oerouders on
zer honden, wat kan te weten ko
men, Is Egypte. Geen land zou oud
als het land aan den Nijl; geen land
ook, dat het vroeger op het gebied
van kunst zoover gebracht heeft; toen
de andere volken nog niet wisten
wat kunst was, schilderden en beeld
houwden de Egyptenaren. Is het dan
DE SNELHEID WAARMEE REGEN
VALT.
Do snelheid, waarmee regen valt,
is gemeten door dr. Schmidt, in
AVeeneii. Zijn toestel bestond in
hoofdzaak uit twee horizontale schij
ven, op een verticale as bevestigd cn
daarmede ronddraaiende.
In de bovenste schijf was een ra»
diale opening op de onderste la?
speciaal geprepareerd filti eerpapier.
Het apparaat word in den regen ee-
zet, eu door de sectorvonnige opo-
ning iu de bovenste plaat konden re
gendruppels het filtroerpapier op de
onderste plaut boreiken Daar do
schijven draaiden, waren dus de ro
gendruppels op de onderste schijf
verschoven tegenover de opening in
de bovenste. Uit deze verschuiving,
de snelheid van draaiing en den af
stand der beide platen,laat zich do
gevraagde snelheid der regendrop
pels vinden. De grootst gevonden
snelheid-is 8 meter per seconde.
DAMRUBR1EK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten
aan den heer i. Mever, Kruistraat 31, Telephoon 1513.
Probleem no. 363.
van M.
y
y/f/M
m
i
Jj
I*
i
s
et
Si
3
HP
8
EI
p!
13
13
Wit
Zwart schijven op: 3, 8, 9,10, 14. 19, 20, 25, 20, 29 en dam op 48.
Wil schijven op: 17, 18, 28, 32, 3D, 36, 38, 41, 45, 46, 4Ï en 50.
Probleem no. 364
van M.
Zwart
,3
x-.
s
iS
'v:
SI
-
3
ïl
a
i,
8
i
nl
1
3
3
Wit
Zwart schijven op 7, 8,10, 12, 20, 24, 25, 28, 30 en duir
Wit schijven op: 22, 20, 27, 31, 33, 34, 33, 39, 44. 4D,
Oplossingen van deze problemen
worden gaarne ingewacht aan boven
genoemd adres, uiterlijk Dinsdag
4 Juni a.s.
Oplossing van probleem no. 359, van
den auteur: Wit 46—41, 35—30, 28-23,
23 5. 5 301
Oplossing van probleem no. 3G0, van
den auteur: Wit 30—24, 35—30, 48—43,
40—34, 31:31
Beide problemen zijn goed opgelost
door de heeren: M. ten Brink, J. Ja-
cobson Azn., W. J. A. Matla, P. Mol-
lema. C. Serodini, J. Sieserist.
VOOR DE ÏEIJGD.
Het vraagstukje uit de rubriek van
i Mei werd door niemand go°d opge
lost. De stand was a v.
Zwart schijven op 3, 4, 8, 13, 19, 25
en 26.
Wit scli ij ven op: 22, 31, 33, 35, 37,
40 t
i 43
De oplossing die wij van verschil»
lende jongelui ontvingen, was:
AVit: 22- 18. 37—32, 40—34, 35:2!
Hierbij hebben ze evenwel over liet
hoofd gezien, dat wit in dit geval niet