STAATSCOMMISSIE DEFENSIE.
Thans kan worden medegedeeld op-
dracht en samenstelling van da
Stuutsconuuissio betreffende do ver
dediging van Indië.
l)e Staatscommissie is ingostold om
de Inrichting van de verdediging van
Nedorlaudsch-liidië, zoo te land als
ter zee, van een staatkundig, tech
nisch eu financieel standpunt in Lc-
schouwing to nemen, voorstellen in
to dienen om die inrichting, voor zoo
veel noodlg, te lifraion eu voorts in
verband met de linancieele draag
kracht van Nederland en van Ned.-
Iudtc oen billijke vordecling voor te
dragen van de kosten der vloot tus
scheu do Staatsbegrooting en do l>e-
grooling der koloniën.
Bepaald is verder, dal de commis
sie, nopens alle zakeu, waaromtrent
zij niet eenparig oordeelt, bij meer
derheid van stemmen zal beslissen,
doch dat het aan de leden vrijstaat
hun gevoelen, van dat der meerder
heid afwijkend, in een afzonderlijk
advies tegelijk met dat der commis
sie to doen kennen.
Bepaald wordt eindelijk, dat do
commissie haro zittingen zal houden
te 's-Gravenhage, ter plaatse door
den voorzilte raan te wijzen.
Do commissie bestaat uit:
Voorzitter: De Minister van Bin-
nenlandsche Zaken, tijdelijk voorzit
ter van den Haad van Ministers;
Loden en ondervoorzitters: do Mi
nisters van Marino en van Koloniën.
Leden: S. do Graaft, Oost-Indisch
hoofdambtenaar met verlof, laatste
lijk directeur van hinnenlandsch be
stuur in Nederlandsch-Indië; mr. dr.
A van Gijn, thesaurier-generaal bij
het departement van financiën; A. H.
Hoekwater, vice-admiraal; H. J. Hoo-
geveen, te 's-Gravenhage; F. A. Lief-
riück, directeur van financiën in Ne
derlandsch-Indië; J. P. Michielsen,
gcnoraal-rnajoor, chot van den gene
raion staf vau het leger in Ncdarl.-
Indiö; W. Naudiu ten Cate, kapitein-
ter-zee. commandant van het Nederl.
eskader in Nederlandsch-Indië jhr.
L. P. 1). Op ten Noort, to Baarn; C.
J. Snijders, luitenant-generaal, chef
van den generalen staf; lid en alge
meen secretaris: G. J. Staal, algem.
secretaris van het gouvernement van
Nedorlcm dsch-Ind iö.
Secretarissen: R. Zuijderhoff, waiu'-
nemend referendaris bij het departe
ment van koloniën; jhr. mr. B. C. de
Jonge, referendaris bij het departe
ment van oorlog.
PLAN UILENBURG TE
AMSTERDAM.
De kosten van het bekende plan
Uilenburg zijn ongeveer 1 millioen
guldon. liet rijk hoeft zich thans be
reid verklaard een voorschot van
f700,000 le geven.
HF.T KAMERLID Mr. E. A. SMIDT.
Het hoofdbestuur van de Centraio
Vrijzinnige kiesvereeniging ,.De
Grondwet", in het district Veendam,
ontving van mr. E. A. Smidt, lid van
'de Tweede Kamer voor dat district,
bericht, dat hij zich bij de periodieke
verkiezingen van leden voor de Twee
de Kamer in 1910 voor het district met
herkiesbaar stelt,
(„Tol.").
EEN KLACHT OVER DE WINKEL
SLUITING TL AMSTERDAM.
Tot het gemeentebestuur van Am-
sterdam is door den heer C. H. van
der Velden, winkel1 er in goud en zil
ver, Kaiverstraal 153, mede namens
honderden voor eigen rekening en per
soonlijk zaken drijvende winkeliers te
Amsterdam, het verzoek gericht, hun
te vergunnen gedurende den tijd van
het vreerndelingenbezoek (15 Juni15
September) hunne winkels tot des
avonds elf uur open te mogen houden.
Tot toelichting van dit verzoek
wordt in een bjjlage het volgende op
gemerkt
„Het kan Burgemeester en Wethou
ders niet onbekend zijn, hoe-belangrijk
minder de omzet in consumptie- en
courante artikelen :s geworden sinds
de invoering der verordening op de
winkelsluiting op zulk een vroeg uur,
(tl? dat van klokke negen.
Was die verordening dusdanig In
gesteld, dat het uur \an elf was aan
gewezen, dan zou het buitensporig
iiaciitwinkelen de kop zijn ingedrukt
eu hadden uitzonderingsbepalingen
voor tentoonstellingen en bazars ach
terwege kunnen blijven.
Nu staat het vreemdelingenseizoen
voor de deur. Tal van vreemdelingen
nemen in de hotels onzer stad hun in
trek, gaan overdag naar Marken en
Zaandam of bezoeken de Musea, eu
bewegen zich na tafel, dat is na acht
uur, half negen, in onze winkelstra
ten.
Met bezwaard hart zien de winke
liers, in consumptie- en vreemdelin-
gen-artikelen handelende, zich ge
dwongen als de straten vol kooplusti
gen zijn (die vaak reeds den volgenden
dag naar elders zijn vertrokken) hun
deuion te sluiten voor de zoo gewilde
geld aanbrengende gasten."
DL NIEUWE TARIEF WETTEN.
De „Tel." meldt
Naar wij van verschillende zijden
vernemen, is de heer J. C. E. Slotenia-
ker, directeur dei directe belastingen
te Breda, aan het departement van
Justitie bezig, het wetsontwerp tot her
ziening der bestaande tarieven geheel
om tc werken.
De besprekingen tusscheu den mi
nister van Financiën en de commissie
van voorbereiding uit de Tweede Ka
mer bobben minister Kolkman er van
overtuigd, dut enkele grondslagen van
het nieuwe ontwerp wijziging behoe
ven.
Zoo zal van verschillende artikelen,
waaromtrent was voorgesteld een vast
recht te heffen, dit worden gewijzigd
in een recht naar de waarde. Hier
door zal dan tevens tegemoet worden
gekomen aan een der groote bezwaren
tegen bet ontwerp, namelijk dat dc
waarde berekend zou worden naar
iet bruto, inplaats van naar liet
netto gewicht.
Ook is de mogelijkheid niet uitge
sloten. dat artikelen, welke in hel
huidige tarief aan een vast recht on
derworpen zijn, belast zullen worden
met een ad valorem recht.
Evenzeer zal dc thans bestaande
vrije invoer van do eerste levensbe
hoeften waaromtrent in hot ontwerp
aanvankelijk invoerrecht was voorge
steld, worden gehandhaafd, zoodat
daardoor een machtig wapen van de
Oppositie tegen liet ontwerp zou zijn
uil handen genomen.
Tevens moet bij bet gepleegd over
leg tusscheu den minister en de com
missie van voorborciding gehlokcn zijn
dat de minister er toe gekomen was.
verschillende thans vrije artikelen te
belasten, op gegevens, waarvan de fei
telijke onjuistheid door de commissie
is auiigetoond.
liet gevolg zal zijn, dat bedoelde
voorgestelde rechten zullen worden
geschrapt.
Uit een en ander blijkt, dat binnen
niet al te langen tijd een uitvoerige
nota vun wijziging van het ontwerp
bij de Tweede Kamer zal worden in
gediend.
ONWEDER.
Te Twijzel onder Mukkinga (Fr.)
is oen korenmolen door den bliksem
getroffen en afgebrand.
ONTPLOFFING.
In den Arnetel bij Amsterdam ont
plofte de motor in een motorbootje,
terwijl men aan 't repareeren was.
Een man word een eind weggeslin
gerd, uiaar bokwam gcou wonden,
een ander werd aan gezicht en han
den gewond en moest zich laten ver
binden.
BRANDEN.
Gisternacht is door. onbekende
oorzaak brand ontstaan in de bakke
rij van den heer Rutgers aan de
Klingelbeek te Arnhem. Hot geheele
achtergebouw brandde uit. Het
blusschuigswerk geschiedde door po-
litio en.brandweer. Alles was verze
kerd.
GETROFFEN.
Door den storm viel te Gouda een
boom om en verwondde oen fietsrij-
denden jongen zeer ernstig.
OVERREDEN.
Een 16-jarige jongen stak op een
verboden pad de spoorlijn bij Kerk
rad© over en is door den trein ge
dood.
TREURIG ONGELUIC.
Men meldt uit Roosendaal:
De vrouw, die eenige dagen gele
don haar kind, dat uit oen trein viel,
nasprong, is aan de toen bekomen
wonden overleden. Bij onderzoek is
gebleken, dat haar naam was: Re
becca Kosona, echtgenoot© van Mo
ses Kosons, in Amerika. Zij is afkom
stig uit een plaatsje in Zuid-Rusland.
Haar lijk is naar Breda vervoerd, om
op de Joodscho begraafplaats aldaar
to woorden ter aarde besteld.
VERDRONKEN.
De 27-jarige Pioter de Vries, van
he t beu rt veer AmsterdamJoure, viel
te Amsterdam van de pier der Hol-
Und-Amerikalijn te water en ver
dronk.
Rechtszaken
Dg zaak tagea Ds. Ewoldt.
Tweede dag.
Donderdagmorgen werd dc terecht
zitting der rechtbank te Heerenveen
voortgezet.
Eerst wordt als getuige gehoord
L a in k j e van Zanden te Rottum.
De rechtbank besluit haar 'n eon
zitting inet gesloten deuren te nooren.
Na heropening der deuren wordt
gehoord D ou w e de Boer, bocren-
krecht te Ypccolsga. Deze get. werd
op den avond van het ongeluk door
bekl. opgeklopt. Ds. Ewoldt riep:
„Kom gauw, m'n vrouw ligt te w«ter.
Ik heb haar al half op den wall"
Even dacht get. dat het een grap was,
maar spoedig was hij overtuigd van
het tragische van het geval. Op de
plaats zelve vond hij dominee eten
en weer loopen, maar door den mist
zag hij niet duidelijk. Get. vond het
slachtoffer met den mantelkap over
Irel hoofd geslagen, alleen mot het
voorhoofd op den wal. Zonder veel
.moeite wist hij haar uit het water te
trokken. Door get.'s broeder is toen
nog de kunstmatige ademhaling be
proefd. Ds. E. stak geen hand uit en
gaf geen teekenen van groote ge
moedsbeweging. Alleen vroeg hit of er
'n doctor in de buurt was. Op een door
gel. gedane vraag zei Ds. E. dat hij
tot op de knieën nat was. Ook zag
hij bek!.'s broek gescheurd. in de
houding waarin got. liet slachtoffer
vorid, moest zij stikken.
Rechter Van der L e ij vraagt of
get, ook een wondje aan het lijk kan
hebben toegebracht, doch deze moge
lijkheid is z. i. uitgesloten.
Op een vraag van mr. D c Grove
verklaart get. dat het water bijna
even hoog stond als de wal, zoodat
dit een geleidelijke overgang was.
Get. De Boer heeft ook nog het
lijk bij lamplicht gezien in het huis
van Schaap en bemerkte bij den r.eus
een klein blauw plekje. Get. heeft
eenmaal het schuim van den mond
vau het lijk afgewischl, zijn broeder
moerraalen.
Beklaagde krijgt dan nog 't woord
eu zegt dat het onmogelijk is. dat zijn
vrouw werd aangetroffen tot aan de
kin in het water. Dit moet te goeder
trouw een vergissing van De Boer
zijn.
Getuige blijft echter volharden bij
zijn verklaring.
Volgende getuige is Jan Aates
de Boer te Ypccolsga, brooder van
den vorigen getuige, 's Avonds werd
bij hem op de ruiten getikt. Ds. E.
stond in de duisternis en riep: „Kom
gauw, mijn vrouw is te water ge
raakt!" waarop get. met zijn broer
bekl. snel is gevolgd. Get. docht ook
even, dot hel een grap was en riep
nog bekl. na: „Heb je ons ook voor
den gek?" Bij den duiker vond bij
z'n broer bezig mevrouw uit "t water
te halen. Get. behoefde niet to hel
pen, daar z'n broer het lijk er met
één ruk uithaalde. Daarop paste get.
uit eigen beweging kunstmatige
ademhaling toe. Ook belichtte hij het
lijk en vond op het hoofd een blauwe
plek. Dien avoml was hel erg mistig.
Get. zag met, dol belcl. iels aan bet
lijk deed, doch maar hoen en weer
liep met don zakdoek nan den mor.d.
Hij herinnert zich, dat bij Schaap
iets onder het hoofd van mevr. E. is
gelegd.
Op een vraag van verdediger zegt
get. dat er telkens schuim om den
uiond van het lijk kwam.
Daarop verschijnt Hendrik
Hendriks Bouwstra van Tjerk-
ga ast. de zwager van de gebroeders
De Boer. Hij ontmoette zijn rvragers
bij het bewuste brugje en is met ben
naar Schaap gegaan, alwaar door
hem liet vervoer van het lijk is be
zorgd. Get. heeft het echter niet
nauwkeurig opgenomen. Bokt, liep
heen en weer, terwijl zij hulp verleen
den.
Got. Evert Schaap uit Tjerk-
gaast is ook naar de plaats des on-
heils gesneld en zag daar liet lijk
achterover op den wal liggen. Nadat
het op de baar is gelegd, werd het
naar zijn huis vervoerd, waar het
ie de bijkeuken werd neergelegd. Ds.
E. bleef toen ongeveer een 1/2 uur bij
get,, liep steeds heen en weer, doch
ging niet naar het lijk. Dit bevreemd
de get! Bekl. was toen niet zoo nat
dat het got. opviel, alleen één man
chet was verfrommeld en nat terwijl
zijn pantalon gescheurd was. Sporen
van natte voeten waren niet e vin
den. Gel. stelde toen voor, do familie
leden met het ongeluk in kennis te
stollen en de begrafenis te bezorgen.
Bekl. antwoordde dat hij iemand uit
Oosterzce zou sturen. Overigens was
diens antwoord op alles: „Schaap, ik
wou graag dat jij 't maar deed!Dit
maakte op get. den indruk dat bekl.
er liefst niets mee te doen wou heb
ben Bekl. weigerde van pantalon te
verwisselen. Hij trok oen broek van
Schaap over den zijnen aan. maar
maakte den indruk zijn eigen broek
niei te willen achterlaten, nadat hij
in een der zakken had gevoeld. Mod
der zag get. niet aan de schoenen van
bekl. Den volgenden morgen had get.
de fiets opgevischt van net ongeluk
kige slachtoffer en vond die onge
veer op de steenen glooiing. De po
sitie van het rij wil is onbekend, daar
hi; dit met een zg „hakkel" ophaal
de, Hij vond aan de fiets niets defect.
Hierna werd de broek van Ds. E.
aan een onderzoek onderworpen. Do
winkelhaak schijnt intusschen uit
gedijd te zijn, want get. herinnert zich
niet dat deze zoo groot was.
Bekl. vindt hel heel natuurlijk dat
er geen moddersporen in de gang
ziji. gevonden en zegt dat zijn onder
broek wel degelijk nat was.
Toch blijft Schaap bij zijn verkla-
Veidediger vraagt nog of bekl zelf
de fiets van dc plek van het ongeluk
naar gteuige's woning voorde. Get.
meent van wel.
Volgende gcluige is dc vrouw van
Schaap, .Marten t je Boons tra,
van Tjerkgaast. Zij wachtte den stoet
thuis af. Beklaagde bleef daar onge
veer een half uur en maakte op haar
oe i kalmeh indruk, liet viel pet, op
dat ze niet zien kon waar bekl. geze
ten of gestaan had. Van nattigheid
was niets te merken. Op het gezicht
gelooft zij dat de onderbroek van
bekl. toen droog was. Zij stelde voor
d-* sieraden van liet lijk te nemen. Hij
liet overigens alles aan get. en haar
man over. Get. kreeg den indruk dat
bekl. niet graag bij het lijk zou willen
komen.
Beklaagde zegt niet bang ge
weest tc zijn voor het lijk, maar dat
got. on haar man dit veel meer sche
nen. Ook beeft hij'wél zich moeite go-
geven de begrafenis te regelen, doch
h;j wachtte op een afgezonden oericht
aan zijn schoonmoeder.
De Officier begrijpt niet hoe
bekl. nu plots zoo hartelijk wordt
voor zijn schoonmoeder.
„Ik deed dat voor mijn vrouw," zegt
beklaagde.
„Daar heb je anders ook niet le veel
om gegeven," oordeelt de Officier.
Rig je K o e n s, dienstbode to
Sneek, komt dan verklaren dat ze
vroeger bij bekl. in dienst was, sinds
Nov. 1911, na het vertrek van amkje.
Zij kreeg den indruk dat het echt
paar niet in goede verslandhouding
stond. Get. kon echter goed met me
vrouw overweg en had van bekl. geen
lust. Deze was echter driftig. Den
laatsten keer was dit het geval om
trent eten, want in dominees bord
\vus een korreltje. Mevr. heeft toen
wel dat eten genuttigd, maar dit gaf
zoo'n ruzie, dat mevr. besloot te ver
trokken. Op den bewusten dag zei
mevr. dat ze naar Hommerts zou
gaan en 's avonds zou terugkomen,
tenzij het weer le slecht was. Domi
nee is daarna ook vertrokken en om
één uur s nachts teruggekomen, li ij
deelde gel. het ongeval mee, doch niet
in bijzonderheden, Dominee verzoent
dadelijk naar den bode van de begra
fenisonderneming Wiarda te gaan.
Daarop verstrekte get, bekl. droge
kloeren, waarop dominee weer uit
ging voor ongeveer anderhalf uur.
Get. vroeg toen: „Is u weer naai' de
plaats geweest?" waarop bekl. ant
woordde: „Bijna." Zijn sokken waren
dien avond erg nat, de scnoeuen ook
en bovendien modderig. De onder
broek zoo ongeveer ter hoogte van
de sokken. Get. herkent de haar ge
loonde blouse van het slachtoffer.
De boord er van was zoo wijd, dat ze
heel de hand tusscheu den hals nog
in kon steken. Ook in de pastorie ont
braken den volgenden dag natte
voetsporen. Nooit zag get. dat bekl.
zijn vrouw sloeg of dreigde.
Ruzie bcsluud meestal in uitschel
den. Eenmaal heeft bekl. zijn vrouw
uit Hommerts gehaald, wat de laat
ste zeer verbaasde en togen get. deed
zeggen: „Gelukkig dat ik niet met do
laatste tram ben gegaan I" Donder
dag vóór het ongeluk is er heftige ru-
zio geweest, wat mevr. togen get. deed
zeggen: „Nu zal dominee wel voor
goed weggaan, want daarom doet hij
net," De indruk in Oosterzoe was zeer
ten nadèele van bekl. Got. frappeerde
ook bijzonder dat get. zijn vrouw ging
halen.
Nu volgt als getuige Taekjo
Visser uit Oosterzee, werkvrouw.
Van het feit zelve weet get. niets,
maar zij was vertrouwde van mevr.
E., speciaal in den tijd der schorsing
en heeft zich tegenover haar uitgela
ten of het niet beter was dat ze zich
verdronk. Den volgenden dag was
mevr. echter meer gekalmeerd. Dit
was in 1910. Den Hon Oct. 1911 kocht'
mevrouw melk, doch kon nictg enoel
betalen. Dominee wilde geen geld
geven. Bij haar terugkeer vond mevr.
de deur gesloten, waarop get. had ge
zegd, dat zij bij haar altijd een toe
vlucht zou kunnen vinden.
A a f k o van dor Mee r, vrouw
van Ruurd Boersma te Oosterzoo,
hoeft van mevrouw E. gehoord over
do verhouding van bekl. en Lamkje
en dot zij geen leven meer had bij ha
ren man. Mevr. klaagde ook wel eens
over geldgebrek. De verhouding was
dun ook niet zooals die behoorde tus
scheu de echtgenooten.
Beklaagde vindt het minder
kiesch over deze zaken te spreken vn
zich er niet togen te verweren.
Jantje Fcenstra te Oosterzce,
was wel eens werkzaam als hulp
dienstbode in de pastorie en hoorde
daar wel ruzie tusscheu de echtgc-
nootciK Mevrouw kwam dan wel in
de keuken bij haar klagen en zoldc
meermalen: „lk zou me wel van kant
willen maken."
Deze getuige wordt gevolgd door
de G0-jarigc 11e pk je L ems tra uit
Follega, die schoonmaakster was ten
tijde der eerste schorsing tot Mei
1911. Toen zij den dienst had opge
zegd, was mevr. erg boos op haar ge
worden. Deze was altijd norsch t-n
snibbig, hield niet veel van de kinde
ren, meer van mooie klceren. Ds. E.
lucld echter vee! van zijne kinderen.
Den Sen Februari heeft ds. E. haar
verklaard, dat het nu anders moest,
dat het zoo geen leven meer was.
Daarna komt als getuige een
vrouw, zwaar in de rouw, dc schoon
moeder van bekl., J ouk j e T w e r
d a, te Sneck. Ook zij weet van de
slechte verstandhouding der echtelie
den.
Op den bewusten avond beo ft mevr.
E. op den Lomsterweg afscheid van
get. genomen, opgewekt en vol moed.
nadat ze dien middag daar heeft ge
geten. Get. weel echter niet waaruit
het maal bestond.
Bekl. zegt, dat zijn schoonmoeder
de oorzaak van alle ramp was.
Er dreigt eene discussie te ontstaan
die gesmoord wordt door den Presi
dont.
Daarna treedt voor de groene tafel
Uiltje de Wilde, wed. van Otte
van Zanden le Rottum, de moedor
van Lampkjc. In Mei 1909 is hare
dochter bij bekl. in dienst gekomen.
Eerst was haro verstandhouding met
mevr. E uitstekend, later verminder
de die. In Augustus 1911 is zij uit den
dienst van bekl. gegaan, maar twee
maanden later ontmoette ze hem in
Leeuwarden. De moeder liceft altijd
er op aangedrongen om die verhou
ding af te breken. Get. kreeg ook
brieven van bekl., dat zij en hare
dochter maar niets aan liet Classicaal
Bestuur moesten zeggen; de derde
brief liep over de schorsing. Zater
dagmorgen 10 Febr. kwam dominee
o ui 4 uur bij haar om mede te deelen,
dat mevrouw verdronken was en
drong er op aan alles te vernietigen,
wat van hom afkomstig was en ten
hunnen huize berustte. Ook heeft get.
van bekl. meermalen geld gehad.
De toon, waarop bekl. haar het on
geval mededeelde, heeft get. niet bijs
ter getroffen. Toen gel. licht wikle
opsteken heeft bekl. nog geroepen:
„Neen, geen liclitl Laat maar uit
N a n ue dc Boer, landbouwer te
Hommerts en getrouwd met de zusier
van bekl., was met het echtpaar E.
in beste verstandhouding. Hij kent
bekl. niet als driftig, 's Middags van
den ongeluksdag kwam mevr. E. ver
moeid aanloopen, want de fietsband
was stuk en achtergelaten bij een re
parateur. Ongeveer om half tien zijn
do echtelieden na allerlei oponthoud
door de defecte fiets van het huis van
get. vertrokken.
De afstand lot de plaats des ongc-
luks schat got. op 10 a 20 min. Pre
cies weet li ij dit niet. Bij het wegrij
den was mevr. voor, want bekl hielp
eerst zijne vrouw op de fiets.
Over Lamkje heeft bekl. nooit te
gen get. gesproken.
In verband met de verklaring, door
gel. hieromtrent in de instructie afge
legd, maant de Officier hem aan meer
waarheidlievend te zijn. Daarop zegt
gel. dat ojj 8 Febr. mevr. tot got.
zei: „Als dominee geschorst wordt,
dan verdrink ik mijl"
Get. weet, dal mevr. E. bang was
dat haar gezin te groot werd en daar
om haar man ontweek, wat liet hu
welijksgeluk in den weg stond.
Get weet, dat bekl. meermalen zijn
vrouw uit Hommerts haalde. Den
avond van Ijet ongeluk was het erg
mistig.
Dan verschijnt Harm Wiarda
uil Oosterzee, bode bij de begrafenis
onderneming aldaar.
Bekl. was bij het bezoek van get.
zeer onder den indruk.
Het lijk heeft bekl. wel gezien,
doch hij weet niet of er een kussen
onder liet hoofd was geschoven.
Getuige Reuse van der Goot,
uit Sloten, heeft den dag van het on
geluk bekl. ontmoet eu is met hein
eei. eind opgeloopen. Bekl. maakte op
Item een opgewekten indruk. Get. wil
de niet aan do politie iets verklaren,
doch alleen voor den rechter. Hot ge
sprek liep dien dag over de schorsing.
Ook vroeg get. waar bekl. heenging;
deze antwoordde; „Je- bent geen gees
telijke en behoeft mij de biecht niet
af te nemen."
Het getuigenverhoor is geëindigd.
De verdediger vraagt den des
kundigen of het getuigenverhoor hun
ook andero inzichten in de zaak heeft
gegeven.
Dr, Schoo treedt daarop naar vo
ren en zegt, geen andere opinie te
hebben verkregen.
Verd. wijst er op, dat de verkla
ring van bekl. niet sluit aan die van
dc gebrs. De Boer omtrent de positie
van het slachtoffer cn mocht daarom
ga&rne do meening van dr. Schoo
vernemen.
Deze meent, dat een lijk dat tegen
den wal aandrijft, zeer goed zijdelings
in een lagere ligging kan worden ge
dreven.
Prof. Spronclc blijft bij zijn
conclusie en heeft do plaats bezocht,
waar het lijk gevonden werd, waarde
wal een hellend vlak vormde, zoodat
het lijk zeer goed kon draaien cn al
evenzeer verklaarbaar wordt, dat de
mantel over hot hoofd wordt geslagen
door den stroom.
De officier betwijfelt, dat zulks
zoo gauw kan gebeuren.
Deskundigen achten het edi
tor zeer goed mogelijk en blijven
daarbij.
nel Requisitoir.
Dan neemt de O f C i c i err onder
ademlooze stilte zijn requisitoir. Deze
is van oordeel, dat het wél niet zal
verwonderen, dat hij niet uitvoerig
zal zijnDe verschillende tegenstrijdi
ge verklaringen der getuigen en van
de beide deskundigen hebben een sys
teem aangegeven, hetwelk niet onver
dienstelijk werd verdedigd door dr.
Peters. I)r. Ykema liet echter zijn
standpunt varen en nam aan, dat het
slachtoffer ook door andere omstan
digheden kan zijn gestikt. De officier
kan thans op grond van hetgeen
bleek geon veroordcéling vragen.
Worging immers heeft volgens desk.
niet plaats gehad. In ïuedischeii zin
pertinente verklaringen van desk.
waren dus in legenovorgestelden zin.
Spr. acht liet bewijs in geenen doelo
geleverd op liet bestaande materiaal.
Oificier vraagt dus vrijspraak
by gebrek aan wettig bewge.
Bekl heeft van begin tot einde leu
gens verteld. O a bleek dit uit de
verklaring van collega Bruins. Zijn
heele leven, zijn heolc huwelijk was
leugens; zijn ambt leugen, do man
zelf is leugen. Hij liegt steeds aldoor
met een stalen gezicht. Bekl. is een
man laag gezonken, schender van de
huwelijkstrouw, in do hoogste mate
huichelachtig, die n.l. over zijn „lie
ve I lieve I vrouw s'prak". Get. Renke-
rna gaf dan wei een andere meening.
Lamkje zelve schreef: „Hoe kun je
zooiets schrijven van je grootste vij
andin". J1 ij is niet vrij van schuld,
maar sj>r. kan geen veroordeeling s ra
gen en REQU1REERT ONMIDDEL
LIJKE INVRIJHEIDSTELLING.
Dan zegt de verdediger, Mr. v.
Gigch, dat het requisitoir al even
merkwaardig is als de geheele zaak
en wel: le. getuigt het van een eerlijk
gemoed bij den ambtenaar van liet
O. M., waarvoor spr. buide brengt aan
den Officier. Verder gaat spr.'s be
wondering niet, want alles wat na dit
alles gezegd is, ontsiert dezen ambte
naar cn strekt hem niet tot eere. Als
men vrijspraak eischt, dan mag men
geen morecle kastijding daaraan toe
voegen. Men mag niet zeggen; „Be
klaagde, wel gaat gij vrij uit; maar
gij waart wel in staat tol het bewus
te feil on vrij staat gii niet aan den
dood van uw vrouw en moeder uwer
kinderen." De persoonlijke overtui
ging moet binnenkamers blij
ven of deze beklaagde is moordenaar
of niet. In ons rechtssysteem is het
niet bewezen, dus dan mag de Offi
cier geen vrijspraak vragen erbij
voegend, dat bekl, niet vrij uitgaat.
Spr. betreurt dit in de hoogste ma
te en temeer, omdat objectief het O.
M. daartoe geen recht had. Thans
laadt hij op zich de odieuse verden
king, dat hij hiermee den terugtocht
der justitie dekt.
Spr.'s overtuiging is, dat hier een
groote voortdurende dwaling bestaal.
Dwaling was dit alles, want elk
gegeven, elk bewijs ontbrak. Toch
maakt spr. daarvan der justitie geen
grief Maar wel van de instructie,
waarbij men uitging van de stelling
„schuldig". Het bewijs daarvan geeft
de rechter-commissaris, die geen ge
wicht hechtte aan de opgave van be
klaagde. Immers, hij nam zelfs niet
de fiets vuu het slachtoffer in beslag.
Wel nam men proeven met een fiets,
waarop een zware veldwachter word
gezet, zoodat er een valsche voorstel
ling vau den toestand werd gegeven.
Deze fiets, noodig om des beklaagden
verweer te rechtvaardigen, is niet in
het gedrang geweest. Elk verweer van
bekl. heel leugen, alles, wat niet
klopt met het systeempje van dr, Pe
ters', is leugen. I-Ieel het proces was
van dien aard tot aan de raadkamer
dezer rechtbank. Voor die beslissing
brengt spr. hulde. Die moreele moed
in deze zaak, in deze streek verdiént
diepe hulde. De Officier is in hooger
beroep gekomen met een naakte me
morie van verzet. Want naakt is ze
zeker. Toch wil spr. het Ilof te Leeu
warden geen grief maken van de ver
wijzing. De openbare meening en
persindiscreties maken wenschclijk,
ook voor beklaagde, dat in deze zaak
alle licht valle. Zeker deed het ilof
daaraan niet verkeerd, want nu kun
ieder van de zaak kennis nemen. Spr.
wil derhalve protesteeren en ook
verweer aanteekenea tegen du insinu
atie van het O. M. Wel is beklaag-
de's huwelijk niet gelukkig geweest;
maar ligt de schuld alleen aan be
klaagde? Dat is heel moeilijk te zeg
gen. Men moei zeer voorzichtig zijn
alle schuld te werpen op één per
soon. Immers waar twee twisten,
hebben twee schuld. Spr. wil" niets
zeggen ten nadeele van het slacht
offer, rnaar moet memoreeren, dat
haar humeur lastig was en de schoon
moeder niet altijd verzoenend optrad-
Wordt in zoo n huwelijk ontrouw niet
verklaarbaar? Want daartoe heeft
meegewerkt, b.v. dat de vrouw haar
man ontweek. Och, men zij niet te
snel in zijne afkeuring, wie zonder
zonde is werpe den eersten steen.
Wat do Classis zal oordeelen hoort
niet hier in do rechtszaal. Toch wil
spr. het O. M. vragen: waarop steunt
uwe meening, dat bekl. deze daad zou
hebben gepleegd? Is zijn vroeger le
ven daartoe aanleiding? Ontrouw be
hoeft van hem toch geen sluipmoor
denaar te maken.
Ik vraag het O. M. rekenschap voor
bekl. He verdedig hem als rnensch
want waarom brandmerkt gij hein als
moordenaar? Zoo wordt recht tot on
recht en daartegen op le komen is
mijn plicht!
ik vraag vrijlating, omdat hij (lc
daad niet heeft gepleegd. Dwaling
was er van uw kant, afgaande op de
verklaringen van deskundigen, die
lichtvaardig hebben geconcludeerd,
Hoe kon het onderzoek worden op
gedragen aan de doctoren Peters en
Ykema, achtenswaardige cn kundige
merischon, maar absoluut niet opge
wassen tegen deze moeilijke taak.
Een medicus kan niet qua talis lijk
opening doen en dienaangaande ver
slag uitbrengen.
De opleiding is niet daarop gericht.
Dit was do eerste fout in deze zaak.
De stellage in een schuur als sec
tiekamer was toch niet de meest ge
schikte plaats om zulks te doen. De
sectie had in Groningen moeten zijn
verricht, nadat het lijk in verzegelde
kist zou zijn gesloten of naar dr.
Schoo of prof. Spronclc, die onnoem
lijk veel justitielijken onder handen
krijgen. Zulke menschen waren in de
zen de aangewezen deskundigen voor
het microscopisch onderzoek. Dit is
hier niet eens geschied. Spr. bewon
dert nog wat desk. ervan terécht heb
ben gebracht, doch zag toch dadelijk,
dat cr veel aan ontbrak; wilde echter
zijn meening toetsen aan professor
Spronck en dr. Schoo, welke in series
van gevallen genomen waren als ad
viseurs van het parket. Dr. Schoo is
de schrik van dc rechtzaal to Am
sterdam, rechterhand van den Offi
cier, dus onbevooroordeeld. Prof.
Spronck is genoegzaam bekend als
superarbiter in de pathologische ana
tomie.
Spoedig bleek spr., dat liij goed bad
gezien, Deze deskundigen bebbeu het
rapport van dr. Poters en Ykema zeer
zacht beoordeeld. Dezen zegt en nu dat
cr niet alleen geen sprake is van wur
ging, maar evenmin van misdaad..
Dus hebben dr. Peters en Ykema een
zware verantwoordelijkheid op zich
genomen, dat spr. zeer betreurt, vodr
al nu ze ook later niet hunne meenin
gen wijzigden. Door huu toedoen toch
is ds. Ewoldt weder gevangen gezet
Het geweten dier hecren is zeer zwaar
belast geworden.
Ten slotte tart spr. het O. M. reken
schap te geven dat Ewoldt een laag
hartig moordenaar is. Bekl. is slacht
offer van ecu rechterlijke dwaling,
die ieder zoo spoedig mogelijk moet
zien goed tc maken.
Do Officier repliceert cn
wenscht zijne meening met te moti-
veereo.
Aan de rechtbank wordt daarna
door verdedig er onmiddellijke in-
vrijheidsstëlling verzocht, waarop de
ze zich in raadkamer begeeft.
Na 15 minuten komt de rechtbank
weer binnen.
Op het verzoek van den Officier
beslist de Rechtbank dat geen
termen aanwezig zün bekl. verder
gevangen te bouden.
Uitspraak op Donderdag 13 Juni,
voormiddags te 10 uur.
ONTROUWE HULPBESTELLER
De Arnsterdamsche Rechtbank ver
oordeelde tot 2 1/2 jaar gevangenis
straf, overeenkomstig den eiscli van
liet O. M., den 22-jarigen loodgieter
en gewezen hulplirievenbestoller, dia
nit aan de post toevertrouwde brie
ven een gouden ring en een wissel,
groot f 915,65 wegnam en dien wissel,
na hem valschelijk met den naam van
den nemer onderteekend te hebben,
bij de firma H. J. van Ogtrop Zoon
te Amsterdam inde-
DE MOORDPARTIJ
TE SURHUISTERVEEN..
Het gerechtshof te Leeuwarden
heeft hel vonnis (lor rechtbank al
daar, waarhiu Rinss© Kooistra, Sjcerd
Kooistra en Frederlk van der Veen,
arbeiders onder Surhuizum en Sur-
iiuisterveen. respectievelijk voor mis
handeling den dooi tengevolge heb
bende. voor mishandeling bij herha
ling en voor opzettelijke beschadiging
zijn veroordeeld lot 6 jaar, 2 jaar 8
maanden en tot 2 jaar gevangenis
straf, bevestigd.
DRIEDUBBELE MOORDAANSLAG.
Voor de Groningsche rechtbank
word gister behandeld de zaak tegeu
den meubolmakersknecht M. Klei, die
op 20 Jan. te Groningen op A. Sap,
E. Polak, en M. Polak met een revol
ver gescholen lieeft. De wonden wa
ren gelukkig niet doodelijk. Het doel
van beklaagde was diefstal.
Het O. M. eischic 6 jaar, na aftrek
van voorloupige hechtenis.
De verdediger mr. J, G. Holthuis,
gaf der Rechtbank in overweging, al
vorens een veroondeelend. vonnis to
vellen, zieli door een uitvoerig rap
port van meer dan één deskundige le
laten voorlichten omtrent den geeste
lijken toestand van beklaagde.
Fers-üverzickt
DE BAKKERSWET VERWORPEN»
Do „Zutfensche Courant" schrijft:
Wij "betreuren deze verwerping al
lerminst.
Voor minister Talm®, die bij da
behandeling der wet zoo vaak bij
amendementen zijn „onaannemelijk"
liet hooren, zal aanblijven nu moei
lijk worden. En zoo hij gaat, wordt
meteen de Ziektewet, te rusten gelegd
om van de Ouderdomswet niet ecus
lo spreken.
Aan do Bakkerswet is door den Mi
nister zelf te groote beteelconis ge
hecht om nu le kunnen verwachten,
dat hij in de verwerping kalm borus-
tcu ral.
Een politieke wet was 'l nlef. Da
Kegcerlng in haar geheel heeft haar
nooit nis zoodanig aangewezen.
Voor een Kabinets crisis zien wij
dan ook volstrekt geen reden, al
moet een Ministerie, dat zich herhaal
delijk lveeft aangediend' als bij uit
stek een ministerie van sociale lier-
vorming. zich buitengemeen verzwakt
gevoelen nu het, even voor 't politie
ke oogstjaar, zijn minister voor soci
ale aangelegenheden zoo zwaar een
slag ziet toebrengen.
Deze uilslag bewijst intusschen zon
neklaar. dat de coalitie op het punt
van sociale wetgeving buiten machte
13 iels belangrijks lot stand te bren
gen.
Voor do bakkersgezellen moge de»
uitslag op 't oogenblik teleurstellend
zijn zij behoeven niet te wanhopen.
Voor een regeling van den nacht
arbeid der bakkers, welke dc groot
st© euvelen wegneemt, is stellig in d
Staten-Generaal ecu meerderheid W
vinden.
De weg is in ieder geval gebaand.
Het. „Utr. Dagblad" schrijft:
Do uitslag mag een geluk heeteo.
Na wat cr over geschreven is ge
worden, i3 het onnoodig nader aan
te toonen, waarom het verwerpen <iet
Bakkerswet in het algemeen een ge-
lukwensch waard is; heel veel an
ders dan het verdwijnen van goede,
hygiënisch ingerichte broodfabrieken
cn liet daarvoor in de plaats kornet)
van allerlei kleine bakkerijtjes, broed
planteen van clandesticnen nachtar