STAATSCOMMISSIE DEFENSIE. Thans kan worden medegedeeld op- dracht en samenstelling van da Stuutsconuuissio betreffende do ver dediging van Indië. l)e Staatscommissie is ingostold om de Inrichting van de verdediging van Nedorlaudsch-liidië, zoo te land als ter zee, van een staatkundig, tech nisch eu financieel standpunt in Lc- schouwing to nemen, voorstellen in to dienen om die inrichting, voor zoo veel noodlg, te lifraion eu voorts in verband met de linancieele draag kracht van Nederland en van Ned.- Iudtc oen billijke vordecling voor te dragen van de kosten der vloot tus scheu do Staatsbegrooting en do l>e- grooling der koloniën. Bepaald is verder, dal de commis sie, nopens alle zakeu, waaromtrent zij niet eenparig oordeelt, bij meer derheid van stemmen zal beslissen, doch dat het aan de leden vrijstaat hun gevoelen, van dat der meerder heid afwijkend, in een afzonderlijk advies tegelijk met dat der commis sie to doen kennen. Bepaald wordt eindelijk, dat do commissie haro zittingen zal houden te 's-Gravenhage, ter plaatse door den voorzilte raan te wijzen. Do commissie bestaat uit: Voorzitter: De Minister van Bin- nenlandsche Zaken, tijdelijk voorzit ter van den Haad van Ministers; Loden en ondervoorzitters: do Mi nisters van Marino en van Koloniën. Leden: S. do Graaft, Oost-Indisch hoofdambtenaar met verlof, laatste lijk directeur van hinnenlandsch be stuur in Nederlandsch-Indië; mr. dr. A van Gijn, thesaurier-generaal bij het departement van financiën; A. H. Hoekwater, vice-admiraal; H. J. Hoo- geveen, te 's-Gravenhage; F. A. Lief- riück, directeur van financiën in Ne derlandsch-Indië; J. P. Michielsen, gcnoraal-rnajoor, chot van den gene raion staf vau het leger in Ncdarl.- Indiö; W. Naudiu ten Cate, kapitein- ter-zee. commandant van het Nederl. eskader in Nederlandsch-Indië jhr. L. P. 1). Op ten Noort, to Baarn; C. J. Snijders, luitenant-generaal, chef van den generalen staf; lid en alge meen secretaris: G. J. Staal, algem. secretaris van het gouvernement van Nedorlcm dsch-Ind iö. Secretarissen: R. Zuijderhoff, waiu'- nemend referendaris bij het departe ment van koloniën; jhr. mr. B. C. de Jonge, referendaris bij het departe ment van oorlog. PLAN UILENBURG TE AMSTERDAM. De kosten van het bekende plan Uilenburg zijn ongeveer 1 millioen guldon. liet rijk hoeft zich thans be reid verklaard een voorschot van f700,000 le geven. HF.T KAMERLID Mr. E. A. SMIDT. Het hoofdbestuur van de Centraio Vrijzinnige kiesvereeniging ,.De Grondwet", in het district Veendam, ontving van mr. E. A. Smidt, lid van 'de Tweede Kamer voor dat district, bericht, dat hij zich bij de periodieke verkiezingen van leden voor de Twee de Kamer in 1910 voor het district met herkiesbaar stelt, („Tol."). EEN KLACHT OVER DE WINKEL SLUITING TL AMSTERDAM. Tot het gemeentebestuur van Am- sterdam is door den heer C. H. van der Velden, winkel1 er in goud en zil ver, Kaiverstraal 153, mede namens honderden voor eigen rekening en per soonlijk zaken drijvende winkeliers te Amsterdam, het verzoek gericht, hun te vergunnen gedurende den tijd van het vreerndelingenbezoek (15 Juni15 September) hunne winkels tot des avonds elf uur open te mogen houden. Tot toelichting van dit verzoek wordt in een bjjlage het volgende op gemerkt „Het kan Burgemeester en Wethou ders niet onbekend zijn, hoe-belangrijk minder de omzet in consumptie- en courante artikelen :s geworden sinds de invoering der verordening op de winkelsluiting op zulk een vroeg uur, (tl? dat van klokke negen. Was die verordening dusdanig In gesteld, dat het uur \an elf was aan gewezen, dan zou het buitensporig iiaciitwinkelen de kop zijn ingedrukt eu hadden uitzonderingsbepalingen voor tentoonstellingen en bazars ach terwege kunnen blijven. Nu staat het vreemdelingenseizoen voor de deur. Tal van vreemdelingen nemen in de hotels onzer stad hun in trek, gaan overdag naar Marken en Zaandam of bezoeken de Musea, eu bewegen zich na tafel, dat is na acht uur, half negen, in onze winkelstra ten. Met bezwaard hart zien de winke liers, in consumptie- en vreemdelin- gen-artikelen handelende, zich ge dwongen als de straten vol kooplusti gen zijn (die vaak reeds den volgenden dag naar elders zijn vertrokken) hun deuion te sluiten voor de zoo gewilde geld aanbrengende gasten." DL NIEUWE TARIEF WETTEN. De „Tel." meldt Naar wij van verschillende zijden vernemen, is de heer J. C. E. Slotenia- ker, directeur dei directe belastingen te Breda, aan het departement van Justitie bezig, het wetsontwerp tot her ziening der bestaande tarieven geheel om tc werken. De besprekingen tusscheu den mi nister van Financiën en de commissie van voorbereiding uit de Tweede Ka mer bobben minister Kolkman er van overtuigd, dut enkele grondslagen van het nieuwe ontwerp wijziging behoe ven. Zoo zal van verschillende artikelen, waaromtrent was voorgesteld een vast recht te heffen, dit worden gewijzigd in een recht naar de waarde. Hier door zal dan tevens tegemoet worden gekomen aan een der groote bezwaren tegen bet ontwerp, namelijk dat dc waarde berekend zou worden naar iet bruto, inplaats van naar liet netto gewicht. Ook is de mogelijkheid niet uitge sloten. dat artikelen, welke in hel huidige tarief aan een vast recht on derworpen zijn, belast zullen worden met een ad valorem recht. Evenzeer zal dc thans bestaande vrije invoer van do eerste levensbe hoeften waaromtrent in hot ontwerp aanvankelijk invoerrecht was voorge steld, worden gehandhaafd, zoodat daardoor een machtig wapen van de Oppositie tegen liet ontwerp zou zijn uil handen genomen. Tevens moet bij bet gepleegd over leg tusscheu den minister en de com missie van voorborciding gehlokcn zijn dat de minister er toe gekomen was. verschillende thans vrije artikelen te belasten, op gegevens, waarvan de fei telijke onjuistheid door de commissie is auiigetoond. liet gevolg zal zijn, dat bedoelde voorgestelde rechten zullen worden geschrapt. Uit een en ander blijkt, dat binnen niet al te langen tijd een uitvoerige nota vun wijziging van het ontwerp bij de Tweede Kamer zal worden in gediend. ONWEDER. Te Twijzel onder Mukkinga (Fr.) is oen korenmolen door den bliksem getroffen en afgebrand. ONTPLOFFING. In den Arnetel bij Amsterdam ont plofte de motor in een motorbootje, terwijl men aan 't repareeren was. Een man word een eind weggeslin gerd, uiaar bokwam gcou wonden, een ander werd aan gezicht en han den gewond en moest zich laten ver binden. BRANDEN. Gisternacht is door. onbekende oorzaak brand ontstaan in de bakke rij van den heer Rutgers aan de Klingelbeek te Arnhem. Hot geheele achtergebouw brandde uit. Het blusschuigswerk geschiedde door po- litio en.brandweer. Alles was verze kerd. GETROFFEN. Door den storm viel te Gouda een boom om en verwondde oen fietsrij- denden jongen zeer ernstig. OVERREDEN. Een 16-jarige jongen stak op een verboden pad de spoorlijn bij Kerk rad© over en is door den trein ge dood. TREURIG ONGELUIC. Men meldt uit Roosendaal: De vrouw, die eenige dagen gele don haar kind, dat uit oen trein viel, nasprong, is aan de toen bekomen wonden overleden. Bij onderzoek is gebleken, dat haar naam was: Re becca Kosona, echtgenoot© van Mo ses Kosons, in Amerika. Zij is afkom stig uit een plaatsje in Zuid-Rusland. Haar lijk is naar Breda vervoerd, om op de Joodscho begraafplaats aldaar to woorden ter aarde besteld. VERDRONKEN. De 27-jarige Pioter de Vries, van he t beu rt veer AmsterdamJoure, viel te Amsterdam van de pier der Hol- Und-Amerikalijn te water en ver dronk. Rechtszaken Dg zaak tagea Ds. Ewoldt. Tweede dag. Donderdagmorgen werd dc terecht zitting der rechtbank te Heerenveen voortgezet. Eerst wordt als getuige gehoord L a in k j e van Zanden te Rottum. De rechtbank besluit haar 'n eon zitting inet gesloten deuren te nooren. Na heropening der deuren wordt gehoord D ou w e de Boer, bocren- krecht te Ypccolsga. Deze get. werd op den avond van het ongeluk door bekl. opgeklopt. Ds. Ewoldt riep: „Kom gauw, m'n vrouw ligt te w«ter. Ik heb haar al half op den wall" Even dacht get. dat het een grap was, maar spoedig was hij overtuigd van het tragische van het geval. Op de plaats zelve vond hij dominee eten en weer loopen, maar door den mist zag hij niet duidelijk. Get. vond het slachtoffer met den mantelkap over Irel hoofd geslagen, alleen mot het voorhoofd op den wal. Zonder veel .moeite wist hij haar uit het water te trokken. Door get.'s broeder is toen nog de kunstmatige ademhaling be proefd. Ds. E. stak geen hand uit en gaf geen teekenen van groote ge moedsbeweging. Alleen vroeg hit of er 'n doctor in de buurt was. Op een door gel. gedane vraag zei Ds. E. dat hij tot op de knieën nat was. Ook zag hij bek!.'s broek gescheurd. in de houding waarin got. liet slachtoffer vorid, moest zij stikken. Rechter Van der L e ij vraagt of get, ook een wondje aan het lijk kan hebben toegebracht, doch deze moge lijkheid is z. i. uitgesloten. Op een vraag van mr. D c Grove verklaart get. dat het water bijna even hoog stond als de wal, zoodat dit een geleidelijke overgang was. Get. De Boer heeft ook nog het lijk bij lamplicht gezien in het huis van Schaap en bemerkte bij den r.eus een klein blauw plekje. Get. heeft eenmaal het schuim van den mond vau het lijk afgewischl, zijn broeder moerraalen. Beklaagde krijgt dan nog 't woord eu zegt dat het onmogelijk is. dat zijn vrouw werd aangetroffen tot aan de kin in het water. Dit moet te goeder trouw een vergissing van De Boer zijn. Getuige blijft echter volharden bij zijn verklaring. Volgende getuige is Jan Aates de Boer te Ypccolsga, brooder van den vorigen getuige, 's Avonds werd bij hem op de ruiten getikt. Ds. E. stond in de duisternis en riep: „Kom gauw, mijn vrouw is te water ge raakt!" waarop get. met zijn broer bekl. snel is gevolgd. Get. docht ook even, dot hel een grap was en riep nog bekl. na: „Heb je ons ook voor den gek?" Bij den duiker vond bij z'n broer bezig mevrouw uit "t water te halen. Get. behoefde niet to hel pen, daar z'n broer het lijk er met één ruk uithaalde. Daarop paste get. uit eigen beweging kunstmatige ademhaling toe. Ook belichtte hij het lijk en vond op het hoofd een blauwe plek. Dien avoml was hel erg mistig. Get. zag met, dol belcl. iels aan bet lijk deed, doch maar hoen en weer liep met don zakdoek nan den mor.d. Hij herinnert zich, dat bij Schaap iets onder het hoofd van mevr. E. is gelegd. Op een vraag van verdediger zegt get. dat er telkens schuim om den uiond van het lijk kwam. Daarop verschijnt Hendrik Hendriks Bouwstra van Tjerk- ga ast. de zwager van de gebroeders De Boer. Hij ontmoette zijn rvragers bij het bewuste brugje en is met ben naar Schaap gegaan, alwaar door hem liet vervoer van het lijk is be zorgd. Get. heeft het echter niet nauwkeurig opgenomen. Bokt, liep heen en weer, terwijl zij hulp verleen den. Got. Evert Schaap uit Tjerk- gaast is ook naar de plaats des on- heils gesneld en zag daar liet lijk achterover op den wal liggen. Nadat het op de baar is gelegd, werd het naar zijn huis vervoerd, waar het ie de bijkeuken werd neergelegd. Ds. E. bleef toen ongeveer een 1/2 uur bij get,, liep steeds heen en weer, doch ging niet naar het lijk. Dit bevreemd de get! Bekl. was toen niet zoo nat dat het got. opviel, alleen één man chet was verfrommeld en nat terwijl zijn pantalon gescheurd was. Sporen van natte voeten waren niet e vin den. Gel. stelde toen voor, do familie leden met het ongeluk in kennis te stollen en de begrafenis te bezorgen. Bekl. antwoordde dat hij iemand uit Oosterzce zou sturen. Overigens was diens antwoord op alles: „Schaap, ik wou graag dat jij 't maar deed!Dit maakte op get. den indruk dat bekl. er liefst niets mee te doen wou heb ben Bekl. weigerde van pantalon te verwisselen. Hij trok oen broek van Schaap over den zijnen aan. maar maakte den indruk zijn eigen broek niei te willen achterlaten, nadat hij in een der zakken had gevoeld. Mod der zag get. niet aan de schoenen van bekl. Den volgenden morgen had get. de fiets opgevischt van net ongeluk kige slachtoffer en vond die onge veer op de steenen glooiing. De po sitie van het rij wil is onbekend, daar hi; dit met een zg „hakkel" ophaal de, Hij vond aan de fiets niets defect. Hierna werd de broek van Ds. E. aan een onderzoek onderworpen. Do winkelhaak schijnt intusschen uit gedijd te zijn, want get. herinnert zich niet dat deze zoo groot was. Bekl. vindt hel heel natuurlijk dat er geen moddersporen in de gang ziji. gevonden en zegt dat zijn onder broek wel degelijk nat was. Toch blijft Schaap bij zijn verkla- Veidediger vraagt nog of bekl zelf de fiets van dc plek van het ongeluk naar gteuige's woning voorde. Get. meent van wel. Volgende gcluige is dc vrouw van Schaap, .Marten t je Boons tra, van Tjerkgaast. Zij wachtte den stoet thuis af. Beklaagde bleef daar onge veer een half uur en maakte op haar oe i kalmeh indruk, liet viel pet, op dat ze niet zien kon waar bekl. geze ten of gestaan had. Van nattigheid was niets te merken. Op het gezicht gelooft zij dat de onderbroek van bekl. toen droog was. Zij stelde voor d-* sieraden van liet lijk te nemen. Hij liet overigens alles aan get. en haar man over. Get. kreeg den indruk dat bekl. niet graag bij het lijk zou willen komen. Beklaagde zegt niet bang ge weest tc zijn voor het lijk, maar dat got. on haar man dit veel meer sche nen. Ook beeft hij'wél zich moeite go- geven de begrafenis te regelen, doch h;j wachtte op een afgezonden oericht aan zijn schoonmoeder. De Officier begrijpt niet hoe bekl. nu plots zoo hartelijk wordt voor zijn schoonmoeder. „Ik deed dat voor mijn vrouw," zegt beklaagde. „Daar heb je anders ook niet le veel om gegeven," oordeelt de Officier. Rig je K o e n s, dienstbode to Sneek, komt dan verklaren dat ze vroeger bij bekl. in dienst was, sinds Nov. 1911, na het vertrek van amkje. Zij kreeg den indruk dat het echt paar niet in goede verslandhouding stond. Get. kon echter goed met me vrouw overweg en had van bekl. geen lust. Deze was echter driftig. Den laatsten keer was dit het geval om trent eten, want in dominees bord \vus een korreltje. Mevr. heeft toen wel dat eten genuttigd, maar dit gaf zoo'n ruzie, dat mevr. besloot te ver trokken. Op den bewusten dag zei mevr. dat ze naar Hommerts zou gaan en 's avonds zou terugkomen, tenzij het weer le slecht was. Domi nee is daarna ook vertrokken en om één uur s nachts teruggekomen, li ij deelde gel. het ongeval mee, doch niet in bijzonderheden, Dominee verzoent dadelijk naar den bode van de begra fenisonderneming Wiarda te gaan. Daarop verstrekte get, bekl. droge kloeren, waarop dominee weer uit ging voor ongeveer anderhalf uur. Get. vroeg toen: „Is u weer naai' de plaats geweest?" waarop bekl. ant woordde: „Bijna." Zijn sokken waren dien avond erg nat, de scnoeuen ook en bovendien modderig. De onder broek zoo ongeveer ter hoogte van de sokken. Get. herkent de haar ge loonde blouse van het slachtoffer. De boord er van was zoo wijd, dat ze heel de hand tusscheu den hals nog in kon steken. Ook in de pastorie ont braken den volgenden dag natte voetsporen. Nooit zag get. dat bekl. zijn vrouw sloeg of dreigde. Ruzie bcsluud meestal in uitschel den. Eenmaal heeft bekl. zijn vrouw uit Hommerts gehaald, wat de laat ste zeer verbaasde en togen get. deed zeggen: „Gelukkig dat ik niet met do laatste tram ben gegaan I" Donder dag vóór het ongeluk is er heftige ru- zio geweest, wat mevr. togen get. deed zeggen: „Nu zal dominee wel voor goed weggaan, want daarom doet hij net," De indruk in Oosterzoe was zeer ten nadèele van bekl. Got. frappeerde ook bijzonder dat get. zijn vrouw ging halen. Nu volgt als getuige Taekjo Visser uit Oosterzee, werkvrouw. Van het feit zelve weet get. niets, maar zij was vertrouwde van mevr. E., speciaal in den tijd der schorsing en heeft zich tegenover haar uitgela ten of het niet beter was dat ze zich verdronk. Den volgenden dag was mevr. echter meer gekalmeerd. Dit was in 1910. Den Hon Oct. 1911 kocht' mevrouw melk, doch kon nictg enoel betalen. Dominee wilde geen geld geven. Bij haar terugkeer vond mevr. de deur gesloten, waarop get. had ge zegd, dat zij bij haar altijd een toe vlucht zou kunnen vinden. A a f k o van dor Mee r, vrouw van Ruurd Boersma te Oosterzoo, hoeft van mevrouw E. gehoord over do verhouding van bekl. en Lamkje en dot zij geen leven meer had bij ha ren man. Mevr. klaagde ook wel eens over geldgebrek. De verhouding was dun ook niet zooals die behoorde tus scheu de echtgenooten. Beklaagde vindt het minder kiesch over deze zaken te spreken vn zich er niet togen te verweren. Jantje Fcenstra te Oosterzce, was wel eens werkzaam als hulp dienstbode in de pastorie en hoorde daar wel ruzie tusscheu de echtgc- nootciK Mevrouw kwam dan wel in de keuken bij haar klagen en zoldc meermalen: „lk zou me wel van kant willen maken." Deze getuige wordt gevolgd door de G0-jarigc 11e pk je L ems tra uit Follega, die schoonmaakster was ten tijde der eerste schorsing tot Mei 1911. Toen zij den dienst had opge zegd, was mevr. erg boos op haar ge worden. Deze was altijd norsch t-n snibbig, hield niet veel van de kinde ren, meer van mooie klceren. Ds. E. lucld echter vee! van zijne kinderen. Den Sen Februari heeft ds. E. haar verklaard, dat het nu anders moest, dat het zoo geen leven meer was. Daarna komt als getuige een vrouw, zwaar in de rouw, dc schoon moeder van bekl., J ouk j e T w e r d a, te Sneck. Ook zij weet van de slechte verstandhouding der echtelie den. Op den bewusten avond beo ft mevr. E. op den Lomsterweg afscheid van get. genomen, opgewekt en vol moed. nadat ze dien middag daar heeft ge geten. Get. weel echter niet waaruit het maal bestond. Bekl. zegt, dat zijn schoonmoeder de oorzaak van alle ramp was. Er dreigt eene discussie te ontstaan die gesmoord wordt door den Presi dont. Daarna treedt voor de groene tafel Uiltje de Wilde, wed. van Otte van Zanden le Rottum, de moedor van Lampkjc. In Mei 1909 is hare dochter bij bekl. in dienst gekomen. Eerst was haro verstandhouding met mevr. E uitstekend, later verminder de die. In Augustus 1911 is zij uit den dienst van bekl. gegaan, maar twee maanden later ontmoette ze hem in Leeuwarden. De moeder liceft altijd er op aangedrongen om die verhou ding af te breken. Get. kreeg ook brieven van bekl., dat zij en hare dochter maar niets aan liet Classicaal Bestuur moesten zeggen; de derde brief liep over de schorsing. Zater dagmorgen 10 Febr. kwam dominee o ui 4 uur bij haar om mede te deelen, dat mevrouw verdronken was en drong er op aan alles te vernietigen, wat van hom afkomstig was en ten hunnen huize berustte. Ook heeft get. van bekl. meermalen geld gehad. De toon, waarop bekl. haar het on geval mededeelde, heeft get. niet bijs ter getroffen. Toen gel. licht wikle opsteken heeft bekl. nog geroepen: „Neen, geen liclitl Laat maar uit N a n ue dc Boer, landbouwer te Hommerts en getrouwd met de zusier van bekl., was met het echtpaar E. in beste verstandhouding. Hij kent bekl. niet als driftig, 's Middags van den ongeluksdag kwam mevr. E. ver moeid aanloopen, want de fietsband was stuk en achtergelaten bij een re parateur. Ongeveer om half tien zijn do echtelieden na allerlei oponthoud door de defecte fiets van het huis van get. vertrokken. De afstand lot de plaats des ongc- luks schat got. op 10 a 20 min. Pre cies weet li ij dit niet. Bij het wegrij den was mevr. voor, want bekl hielp eerst zijne vrouw op de fiets. Over Lamkje heeft bekl. nooit te gen get. gesproken. In verband met de verklaring, door gel. hieromtrent in de instructie afge legd, maant de Officier hem aan meer waarheidlievend te zijn. Daarop zegt gel. dat ojj 8 Febr. mevr. tot got. zei: „Als dominee geschorst wordt, dan verdrink ik mijl" Get. weet, dal mevr. E. bang was dat haar gezin te groot werd en daar om haar man ontweek, wat liet hu welijksgeluk in den weg stond. Get weet, dat bekl. meermalen zijn vrouw uit Hommerts haalde. Den avond van Ijet ongeluk was het erg mistig. Dan verschijnt Harm Wiarda uil Oosterzee, bode bij de begrafenis onderneming aldaar. Bekl. was bij het bezoek van get. zeer onder den indruk. Het lijk heeft bekl. wel gezien, doch hij weet niet of er een kussen onder liet hoofd was geschoven. Getuige Reuse van der Goot, uit Sloten, heeft den dag van het on geluk bekl. ontmoet eu is met hein eei. eind opgeloopen. Bekl. maakte op Item een opgewekten indruk. Get. wil de niet aan do politie iets verklaren, doch alleen voor den rechter. Hot ge sprek liep dien dag over de schorsing. Ook vroeg get. waar bekl. heenging; deze antwoordde; „Je- bent geen gees telijke en behoeft mij de biecht niet af te nemen." Het getuigenverhoor is geëindigd. De verdediger vraagt den des kundigen of het getuigenverhoor hun ook andero inzichten in de zaak heeft gegeven. Dr, Schoo treedt daarop naar vo ren en zegt, geen andere opinie te hebben verkregen. Verd. wijst er op, dat de verkla ring van bekl. niet sluit aan die van dc gebrs. De Boer omtrent de positie van het slachtoffer cn mocht daarom ga&rne do meening van dr. Schoo vernemen. Deze meent, dat een lijk dat tegen den wal aandrijft, zeer goed zijdelings in een lagere ligging kan worden ge dreven. Prof. Spronclc blijft bij zijn conclusie en heeft do plaats bezocht, waar het lijk gevonden werd, waarde wal een hellend vlak vormde, zoodat het lijk zeer goed kon draaien cn al evenzeer verklaarbaar wordt, dat de mantel over hot hoofd wordt geslagen door den stroom. De officier betwijfelt, dat zulks zoo gauw kan gebeuren. Deskundigen achten het edi tor zeer goed mogelijk en blijven daarbij. nel Requisitoir. Dan neemt de O f C i c i err onder ademlooze stilte zijn requisitoir. Deze is van oordeel, dat het wél niet zal verwonderen, dat hij niet uitvoerig zal zijnDe verschillende tegenstrijdi ge verklaringen der getuigen en van de beide deskundigen hebben een sys teem aangegeven, hetwelk niet onver dienstelijk werd verdedigd door dr. Peters. I)r. Ykema liet echter zijn standpunt varen en nam aan, dat het slachtoffer ook door andere omstan digheden kan zijn gestikt. De officier kan thans op grond van hetgeen bleek geon veroordcéling vragen. Worging immers heeft volgens desk. niet plaats gehad. In ïuedischeii zin pertinente verklaringen van desk. waren dus in legenovorgestelden zin. Spr. acht liet bewijs in geenen doelo geleverd op liet bestaande materiaal. Oificier vraagt dus vrijspraak by gebrek aan wettig bewge. Bekl heeft van begin tot einde leu gens verteld. O a bleek dit uit de verklaring van collega Bruins. Zijn heele leven, zijn heolc huwelijk was leugens; zijn ambt leugen, do man zelf is leugen. Hij liegt steeds aldoor met een stalen gezicht. Bekl. is een man laag gezonken, schender van de huwelijkstrouw, in do hoogste mate huichelachtig, die n.l. over zijn „lie ve I lieve I vrouw s'prak". Get. Renke- rna gaf dan wei een andere meening. Lamkje zelve schreef: „Hoe kun je zooiets schrijven van je grootste vij andin". J1 ij is niet vrij van schuld, maar sj>r. kan geen veroordeeling s ra gen en REQU1REERT ONMIDDEL LIJKE INVRIJHEIDSTELLING. Dan zegt de verdediger, Mr. v. Gigch, dat het requisitoir al even merkwaardig is als de geheele zaak en wel: le. getuigt het van een eerlijk gemoed bij den ambtenaar van liet O. M., waarvoor spr. buide brengt aan den Officier. Verder gaat spr.'s be wondering niet, want alles wat na dit alles gezegd is, ontsiert dezen ambte naar cn strekt hem niet tot eere. Als men vrijspraak eischt, dan mag men geen morecle kastijding daaraan toe voegen. Men mag niet zeggen; „Be klaagde, wel gaat gij vrij uit; maar gij waart wel in staat tol het bewus te feil on vrij staat gii niet aan den dood van uw vrouw en moeder uwer kinderen." De persoonlijke overtui ging moet binnenkamers blij ven of deze beklaagde is moordenaar of niet. In ons rechtssysteem is het niet bewezen, dus dan mag de Offi cier geen vrijspraak vragen erbij voegend, dat bekl, niet vrij uitgaat. Spr. betreurt dit in de hoogste ma te en temeer, omdat objectief het O. M. daartoe geen recht had. Thans laadt hij op zich de odieuse verden king, dat hij hiermee den terugtocht der justitie dekt. Spr.'s overtuiging is, dat hier een groote voortdurende dwaling bestaal. Dwaling was dit alles, want elk gegeven, elk bewijs ontbrak. Toch maakt spr. daarvan der justitie geen grief Maar wel van de instructie, waarbij men uitging van de stelling „schuldig". Het bewijs daarvan geeft de rechter-commissaris, die geen ge wicht hechtte aan de opgave van be klaagde. Immers, hij nam zelfs niet de fiets vuu het slachtoffer in beslag. Wel nam men proeven met een fiets, waarop een zware veldwachter word gezet, zoodat er een valsche voorstel ling vau den toestand werd gegeven. Deze fiets, noodig om des beklaagden verweer te rechtvaardigen, is niet in het gedrang geweest. Elk verweer van bekl. heel leugen, alles, wat niet klopt met het systeempje van dr, Pe ters', is leugen. I-Ieel het proces was van dien aard tot aan de raadkamer dezer rechtbank. Voor die beslissing brengt spr. hulde. Die moreele moed in deze zaak, in deze streek verdiént diepe hulde. De Officier is in hooger beroep gekomen met een naakte me morie van verzet. Want naakt is ze zeker. Toch wil spr. het Ilof te Leeu warden geen grief maken van de ver wijzing. De openbare meening en persindiscreties maken wenschclijk, ook voor beklaagde, dat in deze zaak alle licht valle. Zeker deed het ilof daaraan niet verkeerd, want nu kun ieder van de zaak kennis nemen. Spr. wil derhalve protesteeren en ook verweer aanteekenea tegen du insinu atie van het O. M. Wel is beklaag- de's huwelijk niet gelukkig geweest; maar ligt de schuld alleen aan be klaagde? Dat is heel moeilijk te zeg gen. Men moei zeer voorzichtig zijn alle schuld te werpen op één per soon. Immers waar twee twisten, hebben twee schuld. Spr. wil" niets zeggen ten nadeele van het slacht offer, rnaar moet memoreeren, dat haar humeur lastig was en de schoon moeder niet altijd verzoenend optrad- Wordt in zoo n huwelijk ontrouw niet verklaarbaar? Want daartoe heeft meegewerkt, b.v. dat de vrouw haar man ontweek. Och, men zij niet te snel in zijne afkeuring, wie zonder zonde is werpe den eersten steen. Wat do Classis zal oordeelen hoort niet hier in do rechtszaal. Toch wil spr. het O. M. vragen: waarop steunt uwe meening, dat bekl. deze daad zou hebben gepleegd? Is zijn vroeger le ven daartoe aanleiding? Ontrouw be hoeft van hem toch geen sluipmoor denaar te maken. Ik vraag het O. M. rekenschap voor bekl. He verdedig hem als rnensch want waarom brandmerkt gij hein als moordenaar? Zoo wordt recht tot on recht en daartegen op le komen is mijn plicht! ik vraag vrijlating, omdat hij (lc daad niet heeft gepleegd. Dwaling was er van uw kant, afgaande op de verklaringen van deskundigen, die lichtvaardig hebben geconcludeerd, Hoe kon het onderzoek worden op gedragen aan de doctoren Peters en Ykema, achtenswaardige cn kundige merischon, maar absoluut niet opge wassen tegen deze moeilijke taak. Een medicus kan niet qua talis lijk opening doen en dienaangaande ver slag uitbrengen. De opleiding is niet daarop gericht. Dit was do eerste fout in deze zaak. De stellage in een schuur als sec tiekamer was toch niet de meest ge schikte plaats om zulks te doen. De sectie had in Groningen moeten zijn verricht, nadat het lijk in verzegelde kist zou zijn gesloten of naar dr. Schoo of prof. Spronclc, die onnoem lijk veel justitielijken onder handen krijgen. Zulke menschen waren in de zen de aangewezen deskundigen voor het microscopisch onderzoek. Dit is hier niet eens geschied. Spr. bewon dert nog wat desk. ervan terécht heb ben gebracht, doch zag toch dadelijk, dat cr veel aan ontbrak; wilde echter zijn meening toetsen aan professor Spronck en dr. Schoo, welke in series van gevallen genomen waren als ad viseurs van het parket. Dr. Schoo is de schrik van dc rechtzaal to Am sterdam, rechterhand van den Offi cier, dus onbevooroordeeld. Prof. Spronck is genoegzaam bekend als superarbiter in de pathologische ana tomie. Spoedig bleek spr., dat liij goed bad gezien, Deze deskundigen bebbeu het rapport van dr. Poters en Ykema zeer zacht beoordeeld. Dezen zegt en nu dat cr niet alleen geen sprake is van wur ging, maar evenmin van misdaad.. Dus hebben dr. Peters en Ykema een zware verantwoordelijkheid op zich genomen, dat spr. zeer betreurt, vodr al nu ze ook later niet hunne meenin gen wijzigden. Door huu toedoen toch is ds. Ewoldt weder gevangen gezet Het geweten dier hecren is zeer zwaar belast geworden. Ten slotte tart spr. het O. M. reken schap te geven dat Ewoldt een laag hartig moordenaar is. Bekl. is slacht offer van ecu rechterlijke dwaling, die ieder zoo spoedig mogelijk moet zien goed tc maken. Do Officier repliceert cn wenscht zijne meening met te moti- veereo. Aan de rechtbank wordt daarna door verdedig er onmiddellijke in- vrijheidsstëlling verzocht, waarop de ze zich in raadkamer begeeft. Na 15 minuten komt de rechtbank weer binnen. Op het verzoek van den Officier beslist de Rechtbank dat geen termen aanwezig zün bekl. verder gevangen te bouden. Uitspraak op Donderdag 13 Juni, voormiddags te 10 uur. ONTROUWE HULPBESTELLER De Arnsterdamsche Rechtbank ver oordeelde tot 2 1/2 jaar gevangenis straf, overeenkomstig den eiscli van liet O. M., den 22-jarigen loodgieter en gewezen hulplirievenbestoller, dia nit aan de post toevertrouwde brie ven een gouden ring en een wissel, groot f 915,65 wegnam en dien wissel, na hem valschelijk met den naam van den nemer onderteekend te hebben, bij de firma H. J. van Ogtrop Zoon te Amsterdam inde- DE MOORDPARTIJ TE SURHUISTERVEEN.. Het gerechtshof te Leeuwarden heeft hel vonnis (lor rechtbank al daar, waarhiu Rinss© Kooistra, Sjcerd Kooistra en Frederlk van der Veen, arbeiders onder Surhuizum en Sur- iiuisterveen. respectievelijk voor mis handeling den dooi tengevolge heb bende. voor mishandeling bij herha ling en voor opzettelijke beschadiging zijn veroordeeld lot 6 jaar, 2 jaar 8 maanden en tot 2 jaar gevangenis straf, bevestigd. DRIEDUBBELE MOORDAANSLAG. Voor de Groningsche rechtbank word gister behandeld de zaak tegeu den meubolmakersknecht M. Klei, die op 20 Jan. te Groningen op A. Sap, E. Polak, en M. Polak met een revol ver gescholen lieeft. De wonden wa ren gelukkig niet doodelijk. Het doel van beklaagde was diefstal. Het O. M. eischic 6 jaar, na aftrek van voorloupige hechtenis. De verdediger mr. J, G. Holthuis, gaf der Rechtbank in overweging, al vorens een veroondeelend. vonnis to vellen, zieli door een uitvoerig rap port van meer dan één deskundige le laten voorlichten omtrent den geeste lijken toestand van beklaagde. Fers-üverzickt DE BAKKERSWET VERWORPEN» Do „Zutfensche Courant" schrijft: Wij "betreuren deze verwerping al lerminst. Voor minister Talm®, die bij da behandeling der wet zoo vaak bij amendementen zijn „onaannemelijk" liet hooren, zal aanblijven nu moei lijk worden. En zoo hij gaat, wordt meteen de Ziektewet, te rusten gelegd om van de Ouderdomswet niet ecus lo spreken. Aan do Bakkerswet is door den Mi nister zelf te groote beteelconis ge hecht om nu le kunnen verwachten, dat hij in de verwerping kalm borus- tcu ral. Een politieke wet was 'l nlef. Da Kegcerlng in haar geheel heeft haar nooit nis zoodanig aangewezen. Voor een Kabinets crisis zien wij dan ook volstrekt geen reden, al moet een Ministerie, dat zich herhaal delijk lveeft aangediend' als bij uit stek een ministerie van sociale lier- vorming. zich buitengemeen verzwakt gevoelen nu het, even voor 't politie ke oogstjaar, zijn minister voor soci ale aangelegenheden zoo zwaar een slag ziet toebrengen. Deze uilslag bewijst intusschen zon neklaar. dat de coalitie op het punt van sociale wetgeving buiten machte 13 iels belangrijks lot stand te bren gen. Voor do bakkersgezellen moge de» uitslag op 't oogenblik teleurstellend zijn zij behoeven niet te wanhopen. Voor een regeling van den nacht arbeid der bakkers, welke dc groot st© euvelen wegneemt, is stellig in d Staten-Generaal ecu meerderheid W vinden. De weg is in ieder geval gebaand. Het. „Utr. Dagblad" schrijft: Do uitslag mag een geluk heeteo. Na wat cr over geschreven is ge worden, i3 het onnoodig nader aan te toonen, waarom het verwerpen <iet Bakkerswet in het algemeen een ge- lukwensch waard is; heel veel an ders dan het verdwijnen van goede, hygiënisch ingerichte broodfabrieken cn liet daarvoor in de plaats kornet) van allerlei kleine bakkerijtjes, broed planteen van clandesticnen nachtar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 6