BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. 20e Jaargang. ZATERDAG 8 JUNI 1012 Me 8886 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM-8 DAGBLAD KOST f 1.20 PER 3 HAANDEN OF 10 CENT PES WEEK. ADKKSTR/.riE GROOTE HOUTSTRAAT 55. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZJJA ADVERTENTtÊN DOELTREFFEND. ONZE ANNONOES WORDEN OPGEMERKT Het Rijke Natuurleven IN HET GEBIED VAN HET WOLLEGRAS. Een heerlijk plekje, zoo n vochtig stukje laagvecn. In do- verte is het al kenbaar aan do talrijke „vederbossen". <io zijde- ichtige pluimen van het wollegras. In dezen tijd zijn dat de windwij zers van liet vochtige gebied. Allen wuiven ze in één richting, allen tegelijk buigen zo zich, de ran ke stengels, die do zilveren pluimen dragen. Tusschen hen in komen de wonder lijke orchideebladeren omhoog. Vergeet eens voor een oogenblik het inooio besturingssysteem dezer ver tegenwoordigsters der meest aristo cratische bloemeufamilie. Laat aw potlood in den zak en de stuifmeel klompjes met rust en bekijk liever een paar Vierk. M. van zoo'n weelderig veenplekje in z'u geheel. Ge staat verbaasd over den rijkdom aan kleu ren en kleurnuances, over do ver scheidenheid aan soorten en vormen. Heel laag, dicht op den bodem, tus- 8clien veenmosbedjes met frisch groe ne stengels, bevindt zich liet domein der vleeschetende drosera's. De mooie bloemsteeltjes prijken alweer met kleine knopjes, do roode blaadjes zijn met schitterende diamantjes bezet. Daarnaast staal dan het handekes- kruid en do gevlekte orchis en boven alles uit wapperen de wimpelblaadjes van de echte kooKOCksbloeinen. Hot eilandje in het Spaarne, het eertijds beroemde moerasje aan „Do Lio" en enkele andere, minder alge meen bekende plekjes in lluarlem's omtrek, zijn zulke weeldestukjes. Daar is de natuur nog in al haar rijk dom te zien, daar kan men uren zoek brengen bij de bloemen. Hier, in het Oosten van de Veluwe, wisselen bruine heidevelden of hoog opschietende roggeakkers soms plot seling af met een rijk begroeid stuit je veengrond. Behalve do genoemde planten, vin don we hier ook nog heel wat exem plaren van het iiioeraskartelblad en, wie wat fortuin heeft bij liet botani- soeren, ontdekt dan soms ook de prachtige blauwe pinguiculabloemen. Ook in vochtige duinpannen wordt het af en toe gevonden, maar in de omgeving van Haarlem is me dat nooit gelukt. Misschien zullen we het over eenigen tijd in den wondertuin to Bergen bij tientallen ontmoeten, maar in afwachting bewonder ik het hier nu maar eerst. Tijdens den bloei valt 't blauwe bloem pjo direct op, dan is het plantje wer kelijk mooi, maar na dien tijd moet de merkwaardige levenswijze goed maken, wat. aan uiterlijk schoon wordt gemist. Het blauw der bloemblaadjes trekt do insecten, d'io in het veen nog heel wat honing vinden, sterk aan. Een spitse spoor moot worden leeg gepompt, maar ofn die te bereiken, moet een eigenaardige stempel wor den gepasseerd. Deze heeft n.l. ecu kleverige slip, die langs de meeldraden neer hangt. Op zich zelf zijn ook deze weer merk waardig gebouwd. De bekende helmhokjesvorm ont breekt hier. Iedere meeldraad eindigt in 'een schoteltje waarop een hoopje meel ligt uitgestald. Dat de insecten gauw w at stuifmeel meenemen is be grijpelijk, maar als ze niet komen, redt de bloem zich zelf maar. liet kleverige stompelgordijntje ver lengt zich een weinig en neemt zoo de korrels van de schoteltjes mee. Het bijzondere der pinguiculas zit intussclien meer in de bladeren, dan in de bloemen. Ons vetblad, zooals het plantje ook heet, is n 1. lid van de afdecling vleescheters. Het is, evenals de zoo even genoemde drosera, sterk gekant tegen het vegetarisme. Zooals te vehvachten is, houdt het er geen ethische manier van dooden op na. Het zuigt zijn slachtoffer*, dio zich op het glibberige pad, in dit geval de lepelvormige blaadjes heb ben gewaagd, zonder vorm van pro ces uit en herstelt zich dan weer, als of er niets was gebeurd. Ieder blad kan aan de moordpartij meedoen. Een rozet van bleekgroene lepel tjes, vijf a zes c.M. lang, liggen op den grond uitgespreid. Do randen zijn wat naar binnen omgekruld, om het vangtoestel nog zekerder te laten werken. Met een gewoon vergrootglas, en vaak al met het bloote oog, zijn op ieder blad kleine Daddestoelvojpnino zuiltjes te zien, waaitusschen nog weer een onnoemelijk aantal micros copisch kleine celhoopjes zijn op te merken. Paddestoelen en celhoopjes zijn or ganen, die een zure vloeistof, over eenkomend met ons maagsap, afschei den en die afscheiding kan zoo sterk zijn, dat een kleverige laag de blaad jes bedekt. Komt er nu een vliegje op dit ver raderlijke gootje aan, dan wordt liet vastgehouden en langzaam begint dan de meerdere afscheiding van zuur vocht. Ook als het dier op den rand van het blad is aangekomen, krult dit om, zoodat het slachtoffer naar do binnenzijde wordt overge bracht. De werking van het afgescheiden product is vaak zoo sterk, <lut men bij proefnemingen een stukje kraak been vloeibaar zag worden. De vertering kan uren, ja zelfs da gen duren en steeds kleiner wordt de gevangen prooi. Zuigcellên brengen de verteerde stoffen naar binnen, waar ze voor den verderen opbouw van nieuwe blaadjes zorgen. Is het vliegje bijna geheel ver werkt, dan krult de bladrand weer terug en na eenigen tijd is er aan het groene lepeltje niets meer te zien, het staat weer klaar voor een nieu- vvo uitzuigpartij. H. PELSENS. VRAGENBUS. Den Heer H. te U. Aardig de kweekerij van salamanders. Als do diertjes heel jong zijn, eten ze, zoo als u weet algen. Worden ze grooter, dan doet u goed, met ze telkens een schep slootwater to geven, waarin veel daphina's voorkomen. Verder moeten ze gelegenheid hebben, om in vochtig gras weg te kruipen. Het best is een buk met een oploopend stukje terrarium, waarin wat vochtige lan ge turven en turfmolm, bezet met veemnos en gras. Beneden daarbij aansluitend kunt u dan een water dicht bakje zetten, met de jonge die ren er in. Als ze dari op het droge willen, zijn ze daartoe in de gelegen heid. 11 PELSENS. Rubriek voor Vrouwen Rouwtoiletten. Stof fen. Modellen. Garneeringen. Hoe den. Handschoenen. De dood heeft hélaas geen seizoen! Hij kolpt zoowel in grijze grauwe winterdagen aan onze deur, als in den zomer, wanneer natuur zicli met groen en bloemen tooit in de schit terende stralen der gouden zon. Als een geliefd wezen ons door den dood ontvalt, dan ontbreekt de lust tot ko ketterie en is de doffe zwarte rouw japon, die zoozeer in overeenstem- mi mét is mot de smart onzer ziel, in den regel zeer welkom. Eigenaardig is het om op te mer ken, hoe bij onze Fransche naburen het rouwdragen veel algemecner is ea ik zou haast zeggen, dat dit pleit voor den goeden smaak der Pa ri sieun« Bij ons is het slechts in enkele fa milies gewoonte den rouw aan te ne men. doch algemeen is die gewoonte lang niet. Toch zullen velen mijner lezeressen, in wier familie het rouw dragen niet gebruikelijk is, reeds hebben ondervonden, hoe lastig het is zich behoorlijk te kleeden, wan neer er een droevig sterfgeval in ha re familie plaats liad. Vooral iu den zomer is zulks het geval, omdat, men dan moer dan ooit geneigd is kleuri ge* toiletten en hoeden te dragen, waarmede ons gevoel als hei ware i.i botsing komt De rouwjapon ontheft ons van vele toiletzorgcn, want over kleuren en het combineeren er Aan behoeven we a! van zelf ons hoofd niet te breken; rest dus. model en weefsel. De mo dellen zijn in de eerste plaats afhan kelijk van de plaatselijke gewoon ten. Zoo draagt de Fransche weduwe het nog altijd voor ons ouderwetsche weduwekleed. dat bestaat uit een gladde cachemiren japon met een 50 c.M. hoogen erêperanil en de grootc shawl die alle vormen zorgvuldig verbergt. Bij ons heeft de shawl nl sedert jaren afgedaan en draagt men de lange of half lange paletot, met broeden crêperand. Vooral in den eersten rouw tijd is de lange paletot zeer aan te bevelen. Voor het wanne jaargetijde kun nen deze paletots van zwarte, doffe élamine vervaardigd worden waar door zo buitengewoon licht zijn; het geen vooral noodig is, omdat zwarte kleereil al van zelf veel warmte aan trekken. In de tweede periode van den rouwtijd, komen de tailleurs op de proppen, doch daar deze tijd het langst duurt, verdient het aanbeve- do stoffen en vooral de crêpe- garneering van uitstekende kwaliteit to nemen. Alleen het beste Engelschc crêpe, kan men flink drogen en wel tot tweemaal toe als nieuw laten op maken; terwijl het crêpe van infé rieure kwaliteit slechts enkele maan den stand houdt en dan moet het nog volstrekt niet nat worden; men ziet dus. dat goodkoóp hier duurkoop is? Do meest gangbare stoffen voor rouwjaponnen zijn: cheviot, serge, cachewiro. vójlc, élamine en mousse line de la ine. Het mousseline de la ine wordt ook dikwijls voor garneering* gebruikt, als men crêpe te kostbaar vindt. Zoo zag ik dezer dagen een tailleur, waar van de lunique met biais van mous seline was afgewerkt, terwijl 'liet manteltje do traditïoneole crêpe-gar- neering vertoonde. Voor daagsche toiletten komt het mij hoogst prac- tiseh foor, omdat het sterker en min der kostbaar ia. Een m,ooi rouw toil et vonnt men door een cachemiren rok met broeden crêperand en een manteltje geheel uit crêpe vervaardigd .Het manteltje, d.il van boven min of meer blmtsend pioet worden ingex-iêht, hooft een ceintuur om de taille en een aange zette schoot (basque) waarvan do voorpanden als het ware twee punten vormen. De groole ch&lekraag en de randen der scliootdeolen worden met dof pas sement versierd. I)e inzetstukkon der corsages mogen gedurende den eersten rouwtijd voor al niet transparent zijn, men werkt klaarom drie lagen van mousseline de soio op elkaar, do bovenste kan in plooitjes genaaid zijn. Als de lichte rouw wordt aangeno men, kunnen do inzetten van witte mousseline of van wit neteldoek niet zwart borduursel zijn De rouw hoeden moeten steeds oen- voudig van voren zijn, zoodat zo in geen enkel opzicht de aandacht trek ken. Zoodra do capoto van Engel sell e crêpe heeft uitgediend, komen de to ques van zwart taffetas of paille de riz aan de orde. Als garnoering die nen vleugeltjes van Engclsch crêpe, ewarte bessen, zwarte bloemen en zwarte'houten kralen. Het schoeisel neme men bij voor ken i' van zwart peau de suède, alhoe wel 'chroomleder eveneens is toege staan, doch zonder lakneuzen. Ook de handschoenen moeten bij gekleed© toiletten van suède zijn; voor alle dag van zwart linnen garen. Taschjes, zoowel als visite-boekjes eu portcmoiMaieS van zwart suèdo met zwart, stalen beugels. Parasols en parapluiestokken behooren van zwart hout te zijn en de onderrokken van zwarte doffe zijde of zwarte wol len stof. Byouterien venuijde men zoovtoel mogelijk. Ze zijn slechts in doffe git ten of houten kralen toegestaan. MARIE VAN AMST,EI.. Parijsche Brieven CCCXXXI. Onze Koningin is hier te Parijs met do grootste gastvrijheid, hoofscliheid en al-wat-men-maar-redelijkorwijzo- wil, doch niet met enthousiasme ont vangen. Waar zou trouwens dat en thousiasme, van welks denkbeeldig bestaan sommige bladen, getrouw aan hun beginsel van truditionneole huldiging van regeerende personen, vandaan komen Er bestaat immers zoo weinig voeling tusschen de grootc republiek Frankrijk en het kleine ko ninkrijk Nederland. Zeker, de ontvangst, die, eend ge maanden geleden, den president Fal- lières in ons land is bereid, in Frankrijk en Nederland ietwat nader hebben gebiacht en hier «enige gevoe lens van beminnelijke reciprociteit doen geboren worden liet „fla grante'' feit blijft zich niettemin doen gelden, ii.it liet Fransche volk ge heel onkundig is van do toestanden in ons land, over welks bevolking Gabriel Reuillard onder meer heeft gesclireven „Maar net meereudecl der Hollanders leeft zonder schokken, zender koorts en zonder toorn in hun heider, luchtig en rustig vaderland, waai' de koude nooixiewind blaast en ziui scherpe woede uitspuwt tegen di afdakjes der huizen, glad als koop vaardijschepen. Zij lijkeu gelukkig, omdat zij ge-en geschiedenis hebben. Zij schijnen het Jot te aanvaarden, dat hen plooit tot de geduldige ge hoorzaamheid. Eu zelfs hun eerzucht, evenredig aan hun krach;, lieeft hen willen-, behoeden voor bloedige con flicten, verschrikkelijk ook voor de overwinnaars.. Er kón dus geen enthousiasme gijn. Liet prinsdom Oranje ging in 1530, niet 32 Bourgondische heerlijkheden, over in handen van het Nassau-huis, als gevolg van het huwelijk tusschen graaf Hepdrik van Nassau, voorva der van ouzo Koningin, en Claude de Chalons, zuster en erfgename van den laatsten Franschen prins Oranje. Goed doch wij zouden al zeer veeleischend zijn, indien wij ver langden, dat de Franschen iu onze Vorstin ,,un peu dc 1'anoienne Fi cc" zouden hebben te begroeten. Met dat al kunnen wij, Hollanders, ten volle tevreden zijn overdo wijze, waarop onze Koningin hier is inge haald. Stille sympatliie heeft ook haar waarde. Op den dag. dat koningin Wiiliel- mina hier aankwam, dus op Zaterdag den lsten Juni, prijkte de Hollaiul- sche vlag op alle staatsgebouwen natuurlijk doch, helaas, op zéér weinig particuliere woningen. Opmer kelijk vond ik het feit, dat het over bekende Café Anglais, waar voor heen dc Prins van Oranje, wijlen de stiefbroeder onzer Koningin, zeer vaak dineerde of soupeerde, allo mo gelijke nationale vlaggen had uitge stoken, wellicht in de hoop, dat de Hollandsche er bij zou zijn. En zoo waar, ze was er bij In den metro stonden naast mij twee jonge meisjes, die ieder onze driekleur op de borst hadden gespeld. Met iets als zachte vaderlandsliefde vroeg ik aan de diehtstbij staande N'ous étes Hoilandaise, mademoi selle? Verrast keek zij me aan en vroeg: Pourquoi? Ietwat ontnuchterd, wees ik op het rood-wït-en-blauw. Do beide schooncn lachten toen schalks en beduidden mij, dat zij echte Mohtmartrolses waren en „cet- te petite chose'naar hour meening, een aardig versierinkje was! Prachtig was de aanblik van de troep van het garnizoen te Parijs, die, gesteld onder de orders van den militairen gouverneur, generaal Ma- noury, van half vier af een dubbele haag van eer vormde, die zich strekte van het station van hc-t Bois do Boulogne tot de Place' do la Con corde., Kanongebulder kondigde tegen om streeks kwart over vier do aankomst van onze Koningin aan genoemd sta tion aan. Nog een kwartier wachtens, én do betrekkelijk niet talrijke toe schouwers, die kalm achter de sol daten aan weei skaoten van de Ave nue tlu Bois dc Boulogne geschaard stonden, konden den vorstelijkcn stoet zien voorbijrijden. Vooraan reed do prefect van politie Lépine in ornaat. Allerwegen trok hij sterk do aandacht, en hier eu daar kreten eenigo welgestelde burgers, die hem ilauk weten voor do „overwinning" op de bende van Bonnot, Barnier pn Carouy, een bewonderend, kwanswijs gevoelig: „Vive Lépine!' welke ui ting 'geen weerklank vond bij het „po pulo'. Iu het volgende rijtuig zat onze Ko ningin, met den president Fallières en den vice-admiraal Fauque de Jon- quiêres, aan do llooge Gast geatta cheerd gedurende Haar verblijf te Parijs. Uit verschillende monden klonlc een kalm en vriendelijk „Vive la reine!", hier en daar vermengd met vaderlandsche uitroepen als „Le\e Wilhèiminal" In liet daarop volgende rijtuig wa ren mevrouw Fallières, prins Hen drik en do heer Ramoudou, secreta ris-generaal der Présidence, gezeten- Men bespare mij de opsomming der nvlero voorbijrijdende hooge per- soimages en vergunne mij, ten slot- to slechts gewag te maken van de laatste, deels schunnige rijtuigen, waarin, voor het meerendeel in een onbevallige wanorde, ettelijke diena- van de Koningin... der Aarde, te weten: reporters en photographen, za ten, stonden of hingen. Dit was geen voornaam schouwspel. Et puis? Wat zal ik meer over dit vorstelijk bezoek schrijven? Mo nverwachtc van mij geen vulle- dige vermelding van de verscbillen- de plechtigheden, die er gedurende de drie dagen van koningin Wilhelmi- na's verblijf in Frankrijks hoofdstad hebben plaats gevonden. Afgeschei den van het feit. dat mijn pen daar voor niet genoeg getraind is, komen wekelijkscho kronieken te dien o zicht© met de nachtschuit aan. Wel echter kun ik melding niaki van ven gesprek, dat ik laatstleden Zaterdag met een Fransch officj had. Uw Koningin, zei hij me, origineel. Hoezoo? Men had Haar gevraagd, of Zij de bij vorstelijke bezoeken gebruike lijke revue van dc Fransche troepen wilde zien. Eu? Haar antwoord luidde, dat Zij liever een ..simulacra de guerrc", een spiegelgevecht wilde bijwonen. Nu. dat doe men dan. Natuurlijk. De wensch van ecu vorstelijk personnage is een gebod. Maaru begrijpt, dat het ministe rie van Oorlog er min of meer in de verlegenheid mee zit. Niet zoozeer omdat een spiegelgevecht ticel wat duurder uitkomt dan een revue och, Frankrijk is een rijk land en de Franschen hebben nog wel genoeg van de oude ridderlijkheid behou den maar deze plotselinge afwij king van het oorspronkelijke pro gramma kost ons heel wat hoofdbre ken. Stel u voor; in ongeveer één dag een spiegelgevecht bedenken, op touw zetten en bewerkstelligen dat is niet voor de poes. Natuurlijk zal bet ding vol zitten van tactische onwaar schijnlijkheden,, waarbij Napoleon de wenkbrauwen zou fronsen. Napoleon is al dood. JawelIn elk geval zullen wij ons best doen om uw Koningin tevre den te stellen. Welnu, onze Vorstin hééft liet spie gelgevecht gehad. Generaal Manoury legde haar het thema der manoeuvre uit. En toen de rooden eindelijk dc blauwen hadden overwonnen, gaf do Hooge Gast zelve bet sein tot.de bij valsbetuigingen. Docli Hare Majesteit gaf voorts het verlangen te kennen om de ontlading der kanonnen van 75 van zeer nabij bij te wonen. Generaal Manoury stel de zich le Ilarer beschikking. En ia weerwil van den regen en deu modde rige» grond steeg onze Koningin, ge volgd door president Fallières, prins Hendrik en eenige andere hooge per- sonnages, van de tribune af, en liet, na eenige uitleggingen gevraagd le hebben, verscheidene kanonschoten afgaan. Thans, nu bet hooge bezoek tot het verleden behoort, loopt het gerucht, dat Nederland bij Frankrijk een lee- ïung wenscht te sluiten, liet is mis schien niet waar. Mais que voulcz- vous? Bijkans alle staten, welker hooi den Parijs met een bezoek hebben vereerd, hebben Fiankrijks geldelij ke hulp ingeroepen. Dit land is nu eenmaal rijk, heel rijk, en breed van gebaar tevens. OTTO KNAAP. Voor zijn moeder. Vijf en veertig jaar achtereen had Justus Jcremias Haberland viermaal per dag denzelfden weg van huis naar z'n bureau en van 't bureau naar huis, afgelegd. Men moet namelijk weten, dat liet 'gevoelsmenscb, dat den schoouen en klassieken naam: Justus Jcremias Haberland droeg, reeds 45 jaar boekhouder was bij do firma J. J. Meier en Zonen. Alleen de Zoi.dagen hadden in deze 45 jaren een gunstige uitzondering op den al- geméenen dicnstregel gemaakt. De Zor dagen bad Justus Jeremias ge bruikt oin te voldoen aan zijn zeer bescheiden innerlijke neigingen, wel ke bestonden in: liet natuurleven te genieten in dc allernaaste omgeving vai. het stadje, natuurleven echtey, iu niet rijkelijker male genietbaar dar' de beurs van een armen boek houder der firma J. J. Meier Zonen toeliet. Als liet Zondags slecht weer was, maakte Justus muziek. Er lagen zelfs, vergeten in zijn schrijftafel ver borgen, geheime composities, die het licht van tooneel- en concertzaal schuwden, want Justus Jeremias Ha berland was niet alleen een gevoels- mensch, maar hij was, trots zijn reeds -hoogen leeftijd, schuchter als een pasgeboren lam. Als het 's Zondags regende was de piano in de mooie kamer zijner moe der Justus" eenige vreugde. Ach! wat hield hij niet van de oude piano. Als hij speelde, aaiden zijne vingers streelend over de gele toetsen, dat men als liet ware den toon reeds kon vermoeden voor men het geluid zelve hoorde. Eu dit schuchtere, beschei den gevoelsmenseli, dat zijn heelon vrijen tijd er aan besteedde met wan delingen te maken in de naaste om geving van zijn stadje of .als het regende de oude piano zijner moe der te bespelen dit gevoelsmenseli was, behalve op Zon- en feestdagen, boekhouder bij de firma J. J. Meijer Zonen. Uit den grond van zijn liart echter haatte hij de getallen en getalletjes, waarmede hij 45 jaar van zijn Je ven to werken had gehad, maar iioe meer h:j ze in den loop der jaren leerde halen, des te getrouwer hield hij op zij-i post stand. Want deze post ver schafte hein en zijn oude moeder on derhoud en de getallen die hij dag in dag uit bij elkaar telde, van elkaar aftrok, vermenigvuldigde en deelde, zetten zich voor hem en zijn moeder oin in klinkende munt, en verzeker den moeder en zoon een bestaantje, dat in gelijkvormigheid, eentonigheid e regelmaat zijns gelijke in héél de stad niet had. Moeder merkte niets van die een- t touigheid en ook hij had langzuiher- hand verleerd er gevoelig voor te wezen. Reeds in zijn eerste jeugdja ren neigde het jonge leven meer eu meer naar het oude toe en langzamer hand had hij de maniertjes van ceu oud mannetje aangenomen, zonder ei genlijk té weten hoe die metamorpho se precies zoo in haar werk gegaan was. Want het lag nu eenmaal iu zijn schuchtere, timide natuur cm zich aan alles te onderwerpen, zich ge dwee aan alle toestanden zijner naas te omgeving aan te passen. Die moeder is Justus Jeremias Haberland z'n ongeluk, zeiden de menschen en de menschen hadden volgens hen zei ven groot gelijk. Toen Haberland Senior stierf, -a Justje vijf jaar oud. In een aclitciaf- straatje, waar bijna geen zonlicht kon doordringen, had <Ie oude liecc Haberiund zijn vrouw en zijn zoonij* u woning achtergelaten. Een wo- ng of liever gezegd een woninkj:», want aan de straatzijde had het huis je, twee vensters boven en tv. ee ven stertjes beneden, terwijl het achter-, gedeelte der woning iu een hoek uit liep: die hoek vormde de kouk.-n. Na dcu dood haar man b-goii julfiouw Haberland een zaake iu kunstbloemen ui de benedenverdie ping. Kunstbloemen waren toe.i i t tijd zeer in de mode en nog heden 1 dage is liet graf van den heer Haber land Senior getooid met con schos krans van kein-.c,, kiinstblo-'im-n, dio ieder .jaar wordt vernieuw d. Maar iu den loop der ren ging de affaire in kunstbloemen hoe lan ger hoe meer achteruit en toen Justjo groot geworden was, dat liij zelf aan het verdienen kon gaan, had het winkeltje geen reden van bestaan meer; dc mode had haar grillig aau- gezicht al jaren lang van de kunst bloemen afgewend. Toen verhuurde juffrouw Haberland den winkel aan een slager, die er trouw ieder jaar hoi derd gulden huur voor betaalde. Het overige gedeelte van het huisje was spoedig verdeeld: één kamer op dc eerste verdieping plus de keuken bewoonde juffrouw Haberland zelf, de tweede verdieping bevatte dc apar- tementen van justje. Een jaar na den dood van zijn va der ging Justje naar school. Dat was een hard gelag voor moeder Ha berland, maar liet moest toch gebeu ren. Bij de keuze van een school liet da moeder zich voornamelijk leiden door het idee Justje zoo dicht moge lijk in haar nabijheid to houden en zoo viel haar keus op de volksschool op den hoek van het straatje. En toen Justje, drié jaar later, zijn moeder bad en smeekte hem toch naar het gymnasium tc laten gaan, weigerde moeder het verzoek van haar zoon, bewerende dat het haar dood zou zijn als Justje lederen dag de halve stad door moest om naar het gymnasium te komen. Justje vroeg niet verder, Justje bad en smeekte niet meer maar bleef waar bij was: op Ue lagere olksschool. Moeder behoefde zich nu niet eiken dag angstig te maken voor haar lie- cling, als bij naar school ging. Dit was liet eerste; groote verdriet dat zijn moeder hem had aangedaan. Teen hij de volksschool ontgroeid was, kwam nog eenmaal voor de laatste maal een energieke ge dachte in Justus' hoofd op. Als knaap n.l. had li ij bij een ouden vriend van zijn vader vioolles gehad; hij wilde nu verderstüdeeren en lid worden van een theater-orkest. moeder vau die plannen hoorde brak ze iu onbedaarlijk snik ken uit; ze huilde, jammerde, steunde, klaagde dagen achtereen. En in oo- genblikkeu vau kalmeering hield zij Justus voor oogen, dat het theater het begin was van onnoemelijk veel kwaad, dat opera's zwavelpoelen der hel gelijk waren, dat op do planken alles was vol verleiding en zonde, zoo dat Justus'ten slotte mee begon to huilen over de tooneel-janunerlijko slechtheid en hij onder tranen zijn moeder óm vergiffenis smeekte, dai zoo boozc plannen in zijn arui hoofd hadden rondgespookt. Den volgenden morgen stond Justus Haberland n Zondagsch pakje, de slui ke haren glad gekamd, het kale hoed je bedeesd in de zenuwachtige vin gers, in de directiekamer der firma J. J. Meier Zonen en werd hij door den heer Meier Senior als volontair aangenomen. Met Nieuwjaar kreeg hij een gratificatie vau 20 gulden en Justus Jcremias Haberland was over deze edelmoedigheid der firma J. J. Meier Zonen even diep geroerd als zijn moeder. Aan troüweii had Justus nooit ge dacht, nooit kunnen denken. IIij had c-r ééns ook maar éénmaal in heul zijn léven tegenover zijn moeder op gezinspeeld, maar de bezwaren van haar waren zoo overweldigend, dat Justus voortaan zweeg. Na een langen volontalrstljd werd Justus Jci"iuias Haberland klerk bij de firma Meier op een salaris van 400 gulden. Eu op den eersten vau iedere maand droeg Justus getrouw en eerlijk zijn salaris aan zijn moeder af. Om de drie maanden kreeg Justus zakgeld. Zoo was het gegaan, vijf en iwmtig jaar lang; zoo was 't ook gebleven, al dien tijd. Steeds stiller, steeds meer m zich zelf gekeerd, legde Justus Jerouiias Haberland viermaal per dag dcnzclf- den weg naar zijn kantoor af. Zijn lange, sluike haren waren van blond, grijs geworden; dc heldere, blauwe jongensoogen waren door het lange staren op de eentonige Cijfer lijsten mat geworden en zwak; do Looiienstakerige rug was door het yuorovergebogeh zitten aan éénzelfdo "lessenaar gekromd en steeds langza mer, steeds langzamer was zijn gaan geworden, zóó, dat hij ten siotto een vel kwartier noodig had om het eind je weg af tc leggen tusschen zijn wo ning en het kantoor, een wandelinge tje, waar hij vroeger nog geen vijl rnu.uten over deed. Woning en kantoor lagen midden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 13