BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
20e Jaargang.
ZATERDAG 8 JUNI 1012
Me 8886
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM-8 DAGBLAD KOST
f 1.20 PER 3 HAANDEN
OF 10 CENT PES WEEK.
ADKKSTR/.riE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZJJA
ADVERTENTtÊN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONOES
WORDEN OPGEMERKT
Het Rijke Natuurleven
IN HET GEBIED VAN HET
WOLLEGRAS.
Een heerlijk plekje, zoo n vochtig
stukje laagvecn.
In do- verte is het al kenbaar aan
do talrijke „vederbossen". <io zijde-
ichtige pluimen van het wollegras.
In dezen tijd zijn dat de windwij
zers van liet vochtige gebied.
Allen wuiven ze in één richting,
allen tegelijk buigen zo zich, de ran
ke stengels, die do zilveren pluimen
dragen.
Tusschen hen in komen de wonder
lijke orchideebladeren omhoog.
Vergeet eens voor een oogenblik het
inooio besturingssysteem dezer ver
tegenwoordigsters der meest aristo
cratische bloemeufamilie. Laat aw
potlood in den zak en de stuifmeel
klompjes met rust en bekijk liever een
paar Vierk. M. van zoo'n weelderig
veenplekje in z'u geheel. Ge staat
verbaasd over den rijkdom aan kleu
ren en kleurnuances, over do ver
scheidenheid aan soorten en vormen.
Heel laag, dicht op den bodem, tus-
8clien veenmosbedjes met frisch groe
ne stengels, bevindt zich liet domein
der vleeschetende drosera's. De mooie
bloemsteeltjes prijken alweer met
kleine knopjes, do roode blaadjes zijn
met schitterende diamantjes bezet.
Daarnaast staal dan het handekes-
kruid en do gevlekte orchis en boven
alles uit wapperen de wimpelblaadjes
van de echte kooKOCksbloeinen.
Hot eilandje in het Spaarne, het
eertijds beroemde moerasje aan „Do
Lio" en enkele andere, minder alge
meen bekende plekjes in lluarlem's
omtrek, zijn zulke weeldestukjes.
Daar is de natuur nog in al haar rijk
dom te zien, daar kan men uren zoek
brengen bij de bloemen.
Hier, in het Oosten van de Veluwe,
wisselen bruine heidevelden of hoog
opschietende roggeakkers soms plot
seling af met een rijk begroeid stuit
je veengrond.
Behalve do genoemde planten, vin
don we hier ook nog heel wat exem
plaren van het iiioeraskartelblad en,
wie wat fortuin heeft bij liet botani-
soeren, ontdekt dan soms ook de
prachtige blauwe pinguiculabloemen.
Ook in vochtige duinpannen wordt
het af en toe gevonden, maar in de
omgeving van Haarlem is me dat
nooit gelukt. Misschien zullen we het
over eenigen tijd in den wondertuin
to Bergen bij tientallen ontmoeten,
maar in afwachting bewonder ik het
hier nu maar eerst.
Tijdens den bloei valt 't blauwe bloem
pjo direct op, dan is het plantje wer
kelijk mooi, maar na dien tijd moet
de merkwaardige levenswijze goed
maken, wat. aan uiterlijk schoon
wordt gemist.
Het blauw der bloemblaadjes trekt
do insecten, d'io in het veen nog heel
wat honing vinden, sterk aan.
Een spitse spoor moot worden leeg
gepompt, maar ofn die te bereiken,
moet een eigenaardige stempel wor
den gepasseerd.
Deze heeft n.l. ecu kleverige slip,
die langs de meeldraden neer hangt.
Op zich zelf zijn ook deze weer merk
waardig gebouwd.
De bekende helmhokjesvorm ont
breekt hier. Iedere meeldraad eindigt
in 'een schoteltje waarop een hoopje
meel ligt uitgestald. Dat de insecten
gauw w at stuifmeel meenemen is be
grijpelijk, maar als ze niet komen,
redt de bloem zich zelf maar.
liet kleverige stompelgordijntje ver
lengt zich een weinig en neemt zoo
de korrels van de schoteltjes mee.
Het bijzondere der pinguiculas zit
intussclien meer in de bladeren, dan
in de bloemen.
Ons vetblad, zooals het plantje ook
heet, is n 1. lid van de afdecling
vleescheters. Het is, evenals de zoo
even genoemde drosera, sterk gekant
tegen het vegetarisme.
Zooals te vehvachten is, houdt het
er geen ethische manier van dooden
op na. Het zuigt zijn slachtoffer*,
dio zich op het glibberige pad, in dit
geval de lepelvormige blaadjes heb
ben gewaagd, zonder vorm van pro
ces uit en herstelt zich dan weer, als
of er niets was gebeurd.
Ieder blad kan aan de moordpartij
meedoen.
Een rozet van bleekgroene lepel
tjes, vijf a zes c.M. lang, liggen op
den grond uitgespreid.
Do randen zijn wat naar binnen
omgekruld, om het vangtoestel nog
zekerder te laten werken.
Met een gewoon vergrootglas, en
vaak al met het bloote oog, zijn op
ieder blad kleine Daddestoelvojpnino
zuiltjes te zien, waaitusschen nog
weer een onnoemelijk aantal micros
copisch kleine celhoopjes zijn op te
merken.
Paddestoelen en celhoopjes zijn or
ganen, die een zure vloeistof, over
eenkomend met ons maagsap, afschei
den en die afscheiding kan zoo sterk
zijn, dat een kleverige laag de blaad
jes bedekt.
Komt er nu een vliegje op dit ver
raderlijke gootje aan, dan wordt liet
vastgehouden en langzaam begint
dan de meerdere afscheiding van
zuur vocht. Ook als het dier op den
rand van het blad is aangekomen,
krult dit om, zoodat het slachtoffer
naar do binnenzijde wordt overge
bracht.
De werking van het afgescheiden
product is vaak zoo sterk, <lut men
bij proefnemingen een stukje kraak
been vloeibaar zag worden.
De vertering kan uren, ja zelfs da
gen duren en steeds kleiner wordt de
gevangen prooi. Zuigcellên brengen
de verteerde stoffen naar binnen,
waar ze voor den verderen opbouw
van nieuwe blaadjes zorgen.
Is het vliegje bijna geheel ver
werkt, dan krult de bladrand weer
terug en na eenigen tijd is er aan het
groene lepeltje niets meer te zien,
het staat weer klaar voor een nieu-
vvo uitzuigpartij.
H. PELSENS.
VRAGENBUS.
Den Heer H. te U. Aardig de
kweekerij van salamanders. Als do
diertjes heel jong zijn, eten ze, zoo
als u weet algen. Worden ze grooter,
dan doet u goed, met ze telkens een
schep slootwater to geven, waarin
veel daphina's voorkomen. Verder
moeten ze gelegenheid hebben, om in
vochtig gras weg te kruipen. Het best
is een buk met een oploopend stukje
terrarium, waarin wat vochtige lan
ge turven en turfmolm, bezet met
veemnos en gras. Beneden daarbij
aansluitend kunt u dan een water
dicht bakje zetten, met de jonge die
ren er in. Als ze dari op het droge
willen, zijn ze daartoe in de gelegen
heid.
11 PELSENS.
Rubriek voor Vrouwen
Rouwtoiletten. Stof
fen. Modellen.
Garneeringen. Hoe
den. Handschoenen.
De dood heeft hélaas geen seizoen!
Hij kolpt zoowel in grijze grauwe
winterdagen aan onze deur, als in
den zomer, wanneer natuur zicli met
groen en bloemen tooit in de schit
terende stralen der gouden zon. Als
een geliefd wezen ons door den dood
ontvalt, dan ontbreekt de lust tot ko
ketterie en is de doffe zwarte rouw
japon, die zoozeer in overeenstem-
mi mét is mot de smart onzer ziel, in
den regel zeer welkom.
Eigenaardig is het om op te mer
ken, hoe bij onze Fransche naburen
het rouwdragen veel algemecner is
ea ik zou haast zeggen, dat dit pleit
voor den goeden smaak der Pa
ri sieun«
Bij ons is het slechts in enkele fa
milies gewoonte den rouw aan te ne
men. doch algemeen is die gewoonte
lang niet. Toch zullen velen mijner
lezeressen, in wier familie het rouw
dragen niet gebruikelijk is, reeds
hebben ondervonden, hoe lastig het
is zich behoorlijk te kleeden, wan
neer er een droevig sterfgeval in ha
re familie plaats liad. Vooral iu den
zomer is zulks het geval, omdat, men
dan moer dan ooit geneigd is kleuri
ge* toiletten en hoeden te dragen,
waarmede ons gevoel als hei ware
i.i botsing komt
De rouwjapon ontheft ons van vele
toiletzorgcn, want over kleuren en
het combineeren er Aan behoeven we
a! van zelf ons hoofd niet te breken;
rest dus. model en weefsel. De mo
dellen zijn in de eerste plaats afhan
kelijk van de plaatselijke gewoon
ten. Zoo draagt de Fransche weduwe
het nog altijd voor ons ouderwetsche
weduwekleed. dat bestaat uit een
gladde cachemiren japon met een 50
c.M. hoogen erêperanil en de grootc
shawl die alle vormen zorgvuldig
verbergt. Bij ons heeft de shawl nl
sedert jaren afgedaan en draagt men
de lange of half lange paletot, met
broeden crêperand. Vooral in den
eersten rouw tijd is de lange paletot
zeer aan te bevelen.
Voor het wanne jaargetijde kun
nen deze paletots van zwarte, doffe
élamine vervaardigd worden waar
door zo buitengewoon licht zijn; het
geen vooral noodig is, omdat zwarte
kleereil al van zelf veel warmte aan
trekken.
In de tweede periode van den
rouwtijd, komen de tailleurs op de
proppen, doch daar deze tijd het
langst duurt, verdient het aanbeve-
do stoffen en vooral de crêpe-
garneering van uitstekende kwaliteit
to nemen. Alleen het beste Engelschc
crêpe, kan men flink drogen en wel
tot tweemaal toe als nieuw laten op
maken; terwijl het crêpe van infé
rieure kwaliteit slechts enkele maan
den stand houdt en dan moet het nog
volstrekt niet nat worden; men ziet
dus. dat goodkoóp hier duurkoop is?
Do meest gangbare stoffen voor
rouwjaponnen zijn: cheviot, serge,
cachewiro. vójlc, élamine en mousse
line de la ine.
Het mousseline de la ine wordt ook
dikwijls voor garneering* gebruikt,
als men crêpe te kostbaar vindt. Zoo
zag ik dezer dagen een tailleur, waar
van de lunique met biais van mous
seline was afgewerkt, terwijl 'liet
manteltje do traditïoneole crêpe-gar-
neering vertoonde. Voor daagsche
toiletten komt het mij hoogst prac-
tiseh foor, omdat het sterker en min
der kostbaar ia.
Een m,ooi rouw toil et vonnt men
door een cachemiren rok met broeden
crêperand en een manteltje geheel uit
crêpe vervaardigd .Het manteltje,
d.il van boven min of meer blmtsend
pioet worden ingex-iêht, hooft een
ceintuur om de taille en een aange
zette schoot (basque) waarvan do
voorpanden als het ware twee punten
vormen.
De groole ch&lekraag en de randen
der scliootdeolen worden met dof pas
sement versierd.
I)e inzetstukkon der corsages mogen
gedurende den eersten rouwtijd voor
al niet transparent zijn, men werkt
klaarom drie lagen van mousseline
de soio op elkaar, do bovenste kan in
plooitjes genaaid zijn.
Als de lichte rouw wordt aangeno
men, kunnen do inzetten van witte
mousseline of van wit neteldoek niet
zwart borduursel zijn
De rouw hoeden moeten steeds oen-
voudig van voren zijn, zoodat zo in
geen enkel opzicht de aandacht trek
ken. Zoodra do capoto van Engel sell e
crêpe heeft uitgediend, komen de to
ques van zwart taffetas of paille de
riz aan de orde. Als garnoering die
nen vleugeltjes van Engclsch crêpe,
ewarte bessen, zwarte bloemen en
zwarte'houten kralen.
Het schoeisel neme men bij voor
ken i' van zwart peau de suède, alhoe
wel 'chroomleder eveneens is toege
staan, doch zonder lakneuzen. Ook
de handschoenen moeten bij gekleed©
toiletten van suède zijn; voor alle dag
van zwart linnen garen.
Taschjes, zoowel als visite-boekjes
eu portcmoiMaieS van zwart suèdo
met zwart, stalen beugels. Parasols
en parapluiestokken behooren van
zwart hout te zijn en de onderrokken
van zwarte doffe zijde of zwarte wol
len stof.
Byouterien venuijde men zoovtoel
mogelijk. Ze zijn slechts in doffe git
ten of houten kralen toegestaan.
MARIE VAN AMST,EI..
Parijsche Brieven
CCCXXXI.
Onze Koningin is hier te Parijs met
do grootste gastvrijheid, hoofscliheid
en al-wat-men-maar-redelijkorwijzo-
wil, doch niet met enthousiasme ont
vangen. Waar zou trouwens dat en
thousiasme, van welks denkbeeldig
bestaan sommige bladen, getrouw
aan hun beginsel van truditionneole
huldiging van regeerende personen,
vandaan komen Er bestaat immers
zoo weinig voeling tusschen de grootc
republiek Frankrijk en het kleine ko
ninkrijk Nederland.
Zeker, de ontvangst, die, eend ge
maanden geleden, den president Fal-
lières in ons land is bereid, in
Frankrijk en Nederland ietwat nader
hebben gebiacht en hier «enige gevoe
lens van beminnelijke reciprociteit
doen geboren worden liet „fla
grante'' feit blijft zich niettemin doen
gelden, ii.it liet Fransche volk ge
heel onkundig is van do toestanden
in ons land, over welks bevolking
Gabriel Reuillard onder meer heeft
gesclireven „Maar net meereudecl
der Hollanders leeft zonder schokken,
zender koorts en zonder toorn in hun
heider, luchtig en rustig vaderland,
waai' de koude nooixiewind blaast en
ziui scherpe woede uitspuwt tegen di
afdakjes der huizen, glad als koop
vaardijschepen. Zij lijkeu gelukkig,
omdat zij ge-en geschiedenis hebben.
Zij schijnen het Jot te aanvaarden,
dat hen plooit tot de geduldige ge
hoorzaamheid. Eu zelfs hun eerzucht,
evenredig aan hun krach;, lieeft hen
willen-, behoeden voor bloedige con
flicten, verschrikkelijk ook voor de
overwinnaars..
Er kón dus geen enthousiasme
gijn.
Liet prinsdom Oranje ging in 1530,
niet 32 Bourgondische heerlijkheden,
over in handen van het Nassau-huis,
als gevolg van het huwelijk tusschen
graaf Hepdrik van Nassau, voorva
der van ouzo Koningin, en Claude de
Chalons, zuster en erfgename van
den laatsten Franschen prins
Oranje. Goed doch wij zouden al
zeer veeleischend zijn, indien wij ver
langden, dat de Franschen iu onze
Vorstin ,,un peu dc 1'anoienne Fi
cc" zouden hebben te begroeten.
Met dat al kunnen wij, Hollanders,
ten volle tevreden zijn overdo wijze,
waarop onze Koningin hier is inge
haald. Stille sympatliie heeft ook
haar waarde.
Op den dag. dat koningin Wiiliel-
mina hier aankwam, dus op Zaterdag
den lsten Juni, prijkte de Hollaiul-
sche vlag op alle staatsgebouwen
natuurlijk doch, helaas, op zéér
weinig particuliere woningen. Opmer
kelijk vond ik het feit, dat het over
bekende Café Anglais, waar voor
heen dc Prins van Oranje, wijlen de
stiefbroeder onzer Koningin, zeer
vaak dineerde of soupeerde, allo mo
gelijke nationale vlaggen had uitge
stoken, wellicht in de hoop, dat de
Hollandsche er bij zou zijn. En zoo
waar, ze was er bij
In den metro stonden naast mij
twee jonge meisjes, die ieder onze
driekleur op de borst hadden gespeld.
Met iets als zachte vaderlandsliefde
vroeg ik aan de diehtstbij staande
N'ous étes Hoilandaise, mademoi
selle?
Verrast keek zij me aan en vroeg:
Pourquoi?
Ietwat ontnuchterd, wees ik op het
rood-wït-en-blauw.
Do beide schooncn lachten toen
schalks en beduidden mij, dat zij
echte Mohtmartrolses waren en „cet-
te petite chose'naar hour meening,
een aardig versierinkje was!
Prachtig was de aanblik van de
troep van het garnizoen te Parijs,
die, gesteld onder de orders van den
militairen gouverneur, generaal Ma-
noury, van half vier af een dubbele
haag van eer vormde, die zich
strekte van het station van hc-t Bois
do Boulogne tot de Place' do la Con
corde.,
Kanongebulder kondigde tegen om
streeks kwart over vier do aankomst
van onze Koningin aan genoemd sta
tion aan. Nog een kwartier wachtens,
én do betrekkelijk niet talrijke toe
schouwers, die kalm achter de sol
daten aan weei skaoten van de Ave
nue tlu Bois dc Boulogne geschaard
stonden, konden den vorstelijkcn
stoet zien voorbijrijden. Vooraan
reed do prefect van politie Lépine in
ornaat. Allerwegen trok hij sterk
do aandacht, en hier eu daar kreten
eenigo welgestelde burgers, die hem
ilauk weten voor do „overwinning"
op de bende van Bonnot, Barnier pn
Carouy, een bewonderend, kwanswijs
gevoelig: „Vive Lépine!' welke ui
ting 'geen weerklank vond bij het „po
pulo'.
Iu het volgende rijtuig zat onze Ko
ningin, met den president Fallières
en den vice-admiraal Fauque de Jon-
quiêres, aan do llooge Gast geatta
cheerd gedurende Haar verblijf te
Parijs. Uit verschillende monden
klonlc een kalm en vriendelijk „Vive
la reine!", hier en daar vermengd met
vaderlandsche uitroepen als „Le\e
Wilhèiminal"
In liet daarop volgende rijtuig wa
ren mevrouw Fallières, prins Hen
drik en do heer Ramoudou, secreta
ris-generaal der Présidence, gezeten-
Men bespare mij de opsomming der
nvlero voorbijrijdende hooge per-
soimages en vergunne mij, ten slot-
to slechts gewag te maken van de
laatste, deels schunnige rijtuigen,
waarin, voor het meerendeel in een
onbevallige wanorde, ettelijke diena-
van de Koningin... der Aarde, te
weten: reporters en photographen, za
ten, stonden of hingen. Dit was geen
voornaam schouwspel.
Et puis?
Wat zal ik meer over dit vorstelijk
bezoek schrijven?
Mo nverwachtc van mij geen vulle-
dige vermelding van de verscbillen-
de plechtigheden, die er gedurende de
drie dagen van koningin Wilhelmi-
na's verblijf in Frankrijks hoofdstad
hebben plaats gevonden. Afgeschei
den van het feit. dat mijn pen daar
voor niet genoeg getraind is, komen
wekelijkscho kronieken te dien o
zicht© met de nachtschuit aan.
Wel echter kun ik melding niaki
van ven gesprek, dat ik laatstleden
Zaterdag met een Fransch officj
had.
Uw Koningin, zei hij me,
origineel.
Hoezoo?
Men had Haar gevraagd, of Zij
de bij vorstelijke bezoeken gebruike
lijke revue van dc Fransche troepen
wilde zien.
Eu?
Haar antwoord luidde, dat Zij
liever een ..simulacra de guerrc", een
spiegelgevecht wilde bijwonen.
Nu. dat doe men dan.
Natuurlijk. De wensch van ecu
vorstelijk personnage is een gebod.
Maaru begrijpt, dat het ministe
rie van Oorlog er min of meer in de
verlegenheid mee zit. Niet zoozeer
omdat een spiegelgevecht ticel wat
duurder uitkomt dan een revue
och, Frankrijk is een rijk land en de
Franschen hebben nog wel genoeg
van de oude ridderlijkheid behou
den maar deze plotselinge afwij
king van het oorspronkelijke pro
gramma kost ons heel wat hoofdbre
ken. Stel u voor; in ongeveer één dag
een spiegelgevecht bedenken, op touw
zetten en bewerkstelligen dat is
niet voor de poes. Natuurlijk zal bet
ding vol zitten van tactische onwaar
schijnlijkheden,, waarbij Napoleon de
wenkbrauwen zou fronsen.
Napoleon is al dood.
JawelIn elk geval zullen wij
ons best doen om uw Koningin tevre
den te stellen.
Welnu, onze Vorstin hééft liet spie
gelgevecht gehad. Generaal Manoury
legde haar het thema der manoeuvre
uit. En toen de rooden eindelijk dc
blauwen hadden overwonnen, gaf do
Hooge Gast zelve bet sein tot.de bij
valsbetuigingen.
Docli Hare Majesteit gaf voorts het
verlangen te kennen om de ontlading
der kanonnen van 75 van zeer nabij
bij te wonen. Generaal Manoury stel
de zich le Ilarer beschikking. En ia
weerwil van den regen en deu modde
rige» grond steeg onze Koningin, ge
volgd door president Fallières, prins
Hendrik en eenige andere hooge per-
sonnages, van de tribune af, en liet,
na eenige uitleggingen gevraagd le
hebben, verscheidene kanonschoten
afgaan.
Thans, nu bet hooge bezoek tot het
verleden behoort, loopt het gerucht,
dat Nederland bij Frankrijk een lee-
ïung wenscht te sluiten, liet is mis
schien niet waar. Mais que voulcz-
vous? Bijkans alle staten, welker hooi
den Parijs met een bezoek hebben
vereerd, hebben Fiankrijks geldelij
ke hulp ingeroepen. Dit land is nu
eenmaal rijk, heel rijk, en breed van
gebaar tevens.
OTTO KNAAP.
Voor zijn moeder.
Vijf en veertig jaar achtereen had
Justus Jcremias Haberland viermaal
per dag denzelfden weg van huis
naar z'n bureau en van 't bureau naar
huis, afgelegd. Men moet namelijk
weten, dat liet 'gevoelsmenscb, dat
den schoouen en klassieken naam:
Justus Jcremias Haberland droeg,
reeds 45 jaar boekhouder was bij do
firma J. J. Meier en Zonen. Alleen de
Zoi.dagen hadden in deze 45 jaren
een gunstige uitzondering op den al-
geméenen dicnstregel gemaakt. De
Zor dagen bad Justus Jeremias ge
bruikt oin te voldoen aan zijn zeer
bescheiden innerlijke neigingen, wel
ke bestonden in: liet natuurleven te
genieten in dc allernaaste omgeving
vai. het stadje, natuurleven echtey,
iu niet rijkelijker male genietbaar
dar' de beurs van een armen boek
houder der firma J. J. Meier Zonen
toeliet.
Als liet Zondags slecht weer was,
maakte Justus muziek. Er lagen
zelfs, vergeten in zijn schrijftafel ver
borgen, geheime composities, die het
licht van tooneel- en concertzaal
schuwden, want Justus Jeremias Ha
berland was niet alleen een gevoels-
mensch, maar hij was, trots zijn
reeds -hoogen leeftijd, schuchter als
een pasgeboren lam.
Als het 's Zondags regende was de
piano in de mooie kamer zijner moe
der Justus" eenige vreugde. Ach! wat
hield hij niet van de oude piano. Als
hij speelde, aaiden zijne vingers
streelend over de gele toetsen, dat
men als liet ware den toon reeds kon
vermoeden voor men het geluid zelve
hoorde. Eu dit schuchtere, beschei
den gevoelsmenseli, dat zijn heelon
vrijen tijd er aan besteedde met wan
delingen te maken in de naaste om
geving van zijn stadje of .als het
regende de oude piano zijner moe
der te bespelen dit gevoelsmenseli
was, behalve op Zon- en feestdagen,
boekhouder bij de firma J. J. Meijer
Zonen.
Uit den grond van zijn liart echter
haatte hij de getallen en getalletjes,
waarmede hij 45 jaar van zijn Je ven
to werken had gehad, maar iioe meer
h:j ze in den loop der jaren leerde
halen, des te getrouwer hield hij op
zij-i post stand. Want deze post ver
schafte hein en zijn oude moeder on
derhoud en de getallen die hij dag in
dag uit bij elkaar telde, van elkaar
aftrok, vermenigvuldigde en deelde,
zetten zich voor hem en zijn moeder
oin in klinkende munt, en verzeker
den moeder en zoon een bestaantje,
dat in gelijkvormigheid, eentonigheid
e regelmaat zijns gelijke in héél de
stad niet had.
Moeder merkte niets van die een-
t touigheid en ook hij had langzuiher-
hand verleerd er gevoelig voor te
wezen. Reeds in zijn eerste jeugdja
ren neigde het jonge leven meer eu
meer naar het oude toe en langzamer
hand had hij de maniertjes van ceu
oud mannetje aangenomen, zonder ei
genlijk té weten hoe die metamorpho
se precies zoo in haar werk gegaan
was. Want het lag nu eenmaal iu zijn
schuchtere, timide natuur cm zich
aan alles te onderwerpen, zich ge
dwee aan alle toestanden zijner naas
te omgeving aan te passen.
Die moeder is Justus Jeremias
Haberland z'n ongeluk, zeiden de
menschen en de menschen hadden
volgens hen zei ven groot gelijk.
Toen Haberland Senior stierf, -a
Justje vijf jaar oud. In een aclitciaf-
straatje, waar bijna geen zonlicht
kon doordringen, had <Ie oude liecc
Haberiund zijn vrouw en zijn zoonij*
u woning achtergelaten. Een wo-
ng of liever gezegd een woninkj:»,
want aan de straatzijde had het huis
je, twee vensters boven en tv. ee ven
stertjes beneden, terwijl het achter-,
gedeelte der woning iu een hoek uit
liep: die hoek vormde de kouk.-n.
Na dcu dood haar man b-goii
julfiouw Haberland een zaake iu
kunstbloemen ui de benedenverdie
ping. Kunstbloemen waren toe.i i t
tijd zeer in de mode en nog heden 1
dage is liet graf van den heer Haber
land Senior getooid met con schos
krans van kein-.c,, kiinstblo-'im-n,
dio ieder .jaar wordt vernieuw d.
Maar iu den loop der ren ging
de affaire in kunstbloemen hoe lan
ger hoe meer achteruit en toen Justjo
groot geworden was, dat liij zelf
aan het verdienen kon gaan, had het
winkeltje geen reden van bestaan
meer; dc mode had haar grillig aau-
gezicht al jaren lang van de kunst
bloemen afgewend. Toen verhuurde
juffrouw Haberland den winkel aan
een slager, die er trouw ieder jaar
hoi derd gulden huur voor betaalde.
Het overige gedeelte van het huisje
was spoedig verdeeld: één kamer op
dc eerste verdieping plus de keuken
bewoonde juffrouw Haberland zelf,
de tweede verdieping bevatte dc apar-
tementen van justje.
Een jaar na den dood van zijn va
der ging Justje naar school. Dat
was een hard gelag voor moeder Ha
berland, maar liet moest toch gebeu
ren. Bij de keuze van een school liet
da moeder zich voornamelijk leiden
door het idee Justje zoo dicht moge
lijk in haar nabijheid to houden en
zoo viel haar keus op de volksschool
op den hoek van het straatje. En toen
Justje, drié jaar later, zijn moeder
bad en smeekte hem toch naar het
gymnasium tc laten gaan, weigerde
moeder het verzoek van haar zoon,
bewerende dat het haar dood zou zijn
als Justje lederen dag de halve stad
door moest om naar het gymnasium
te komen. Justje vroeg niet verder,
Justje bad en smeekte niet meer maar
bleef waar bij was: op Ue lagere
olksschool.
Moeder behoefde zich nu niet eiken
dag angstig te maken voor haar lie-
cling, als bij naar school ging.
Dit was liet eerste; groote verdriet
dat zijn moeder hem had aangedaan.
Teen hij de volksschool ontgroeid
was, kwam nog eenmaal voor de
laatste maal een energieke ge
dachte in Justus' hoofd op. Als knaap
n.l. had li ij bij een ouden vriend van
zijn vader vioolles gehad; hij wilde nu
verderstüdeeren en lid worden van
een theater-orkest.
moeder vau die plannen
hoorde brak ze iu onbedaarlijk snik
ken uit; ze huilde, jammerde, steunde,
klaagde dagen achtereen. En in oo-
genblikkeu vau kalmeering hield zij
Justus voor oogen, dat het theater
het begin was van onnoemelijk veel
kwaad, dat opera's zwavelpoelen der
hel gelijk waren, dat op do planken
alles was vol verleiding en zonde, zoo
dat Justus'ten slotte mee begon to
huilen over de tooneel-janunerlijko
slechtheid en hij onder tranen zijn
moeder óm vergiffenis smeekte, dai
zoo boozc plannen in zijn arui hoofd
hadden rondgespookt.
Den volgenden morgen stond Justus
Haberland n Zondagsch pakje, de slui
ke haren glad gekamd, het kale hoed
je bedeesd in de zenuwachtige vin
gers, in de directiekamer der firma
J. J. Meier Zonen en werd hij door
den heer Meier Senior als volontair
aangenomen. Met Nieuwjaar kreeg
hij een gratificatie vau 20 gulden en
Justus Jcremias Haberland was over
deze edelmoedigheid der firma J. J.
Meier Zonen even diep geroerd als
zijn moeder.
Aan troüweii had Justus nooit ge
dacht, nooit kunnen denken. IIij had
c-r ééns ook maar éénmaal in heul
zijn léven tegenover zijn moeder
op gezinspeeld, maar de bezwaren van
haar waren zoo overweldigend, dat
Justus voortaan zweeg.
Na een langen volontalrstljd werd
Justus Jci"iuias Haberland klerk bij
de firma Meier op een salaris van
400 gulden. Eu op den eersten vau
iedere maand droeg Justus getrouw
en eerlijk zijn salaris aan zijn moeder
af. Om de drie maanden kreeg Justus
zakgeld.
Zoo was het gegaan, vijf en iwmtig
jaar lang; zoo was 't ook gebleven, al
dien tijd.
Steeds stiller, steeds meer m zich
zelf gekeerd, legde Justus Jerouiias
Haberland viermaal per dag dcnzclf-
den weg naar zijn kantoor af.
Zijn lange, sluike haren waren van
blond, grijs geworden; dc heldere,
blauwe jongensoogen waren door het
lange staren op de eentonige Cijfer
lijsten mat geworden en zwak; do
Looiienstakerige rug was door het
yuorovergebogeh zitten aan éénzelfdo
"lessenaar gekromd en steeds langza
mer, steeds langzamer was zijn gaan
geworden, zóó, dat hij ten siotto een
vel kwartier noodig had om het eind
je weg af tc leggen tusschen zijn wo
ning en het kantoor, een wandelinge
tje, waar hij vroeger nog geen vijl
rnu.uten over deed.
Woning en kantoor lagen midden