HAARLEM'S DAGBLAD. DERDE BLAD. ZATERDAG 8 JUNI 1912 OM ONS HEEN No. 1561 Oude Keuren. Toen iri dit blad nu omstreeks een Jaar geleden telkens korte berichten verschenen over oude keuren, werden die naar gebleken is met groote be langstelling gelezen. Vandaar, dat ik nog eens eonigo van dio oude wetten sa voorschriften wil mededeelen, dit maal niet ontleend aan het oude keu- ronboek in de Stods-Bibliotheek, maar uit een verzameling Rcchts- brounon der Stad Ilaerlem, die onze vroegere stadgenoot, Prof. Huizinga te Groningen, bij de firma Martinus Nijhoff uitgegeven heeft.. Wat er ook al of niet uit die oude Keuren blijkt, dit is wel zeker, dat de ingezetenen in velerlei opzicht weinig vrijheid genoten. Zelfs over hun bezit mochten zo niet eens naar goedvin den beschikken. Den 23sto:i Juni 141-i gaven schout, schepenen en raden „der stede .van Harlem" een besluit, dat niemand die toen in do stad woonde en schuldbrieven van baar in zijn bezit had, die buiten de stad mocht verkoopen, op een boete van sestlg ponden ,,endo tien jaer uter stede van Harlem te wezen op zijn lijf", met andere woorden voor tien jaar te worden verbannen. In dat ge val ging dus de eigenaar zijn effecten achterna. Dc ambtenaren, van den accijns mochten volstrekt niet „qualicken toe- gesproeeken" worden en ook moest men er op passon de dienaren van den heer van Urederode niet to bel eed i- gtn. Dc hccroa zelf natuurlijk heele- moal niet. Die vorderden bij allerlei gelegenheden belasting van de poor ters als bij zelf of de heer van Hol land naar het hof van dcii keizer ging of iu het huwelijk trad (zooals er in het handvest staat een w ij f te n o m e n) of ridder werd, moesten de poorters van Haarlem 20 ponden op brengen. Trad een van zijn zusters in het, huwelijk, dan kostte dat aan de poorters vijftien pond en gelijke som was verschuldigd, als zijn broeder tot ridder werd geslagen of trouwen ging. Hoe verwonderd zouden dc heden- (faagsclie. vrijgezellen wezen, wanneer hun in sommige gevallen het huwelijk iveixl opgelegd. Ais 't kon zou ik er geen tegenstand er van wezen, want, het, aantal jonge mannen dat onge trouwd blijft, is tegenwoordig onrust barend groot. Toch klinkt het komiek als we lezen, dat in de keur op de brouwerij van 1501 iemand, dio het brouwersvak wenschte uit te oefenen, getrouwd of weduwnaar wezen moest. Waarschijnlijk zag men daarin een waarborg van goede burgerschap, wat hot dan ook inderdaad he eten mag. Do brouwerij heeft in Haarlem al lang haar beteekenis verloren, maar het zou mij niet verwonderen, wanneer mettertijd de fiscus, die er immers meer en meer op uit is de draagkracht van de burgers nauw keurig te onderzoeken, een extra ver hooging liet betalen door de vrijgezel len, die Ln den regel veel gemakkelij ker dan getrouwde lieden lxun aan deel in do algemeen© lasten kunnen opbrengen. Maar koeren wij tot de oude keu ren terug. Er werd geducht streng gestraft in die dagen en voorstanders van hevige straffen mogen zich bij de lezing daarvan wel eens afvragen, hoe het toch wel kwam, dat in weer wil daarvan de misdaden toch niet uit de wereld raakten. In ons oog was er bovendien heclwat onbillijks in de toepassing. Neem het voorschrift op vaJsche aangifte van misdrijf dooreen under de aangover moest twintig ponden betalen, waarvan de heer, de schout, schepenen en dc raad elk een derde gedeelte kregen. Wie die twin tig ponden niet bezat, „dien soude men syn rechter hant afslaeu." Daar is onze huidige celstraf nog een hupsche bedeeling bij. Maar in die dagen was men eenmaal spoe dig aan handen afslaan toe. Huizin ga somt daar tal van voorbeelden van op. Die den „vrede breeci" be taalde tien ponden aan den graaf en aan den gekwetste, of zijn hand ging er af vocht hij bij nacht, narn hij af braak weg, schaakte hij een poorters- dochter beneden do vijftien jaar, ver krijgt hij een betrekking waardoor de stad Haarlem benadeeld wordt, bouwt hij op huizen andere dan „harde" da ken, trekt hij het mes in toorn ia do kerk of op het kerkhof, legt hij een onjuiste getuigenis af, het kan hem de rechterhand kosten, wanneer hij de boete niet kan betalen of de rech ter (in zeer zeldzame gevallen) hem niet veroordelen wil tot jarenlange verbanning. Zonderlinge rechtsbedee- ling wie geld had kon zich daarmee vrij knopen, wie het niet bezat moest de rechterhand verliezen, die hij juist om zijn armoede meer nog dan een vermogend man noodig had. Misdrijven in de kerk zijn altijd zwaar gestraft, terecht was men van oordeel, dat .daarmee het kwaad nog verergerd werd. Dc kerk moest zijn een plaats van eerbiedige stilte en godsdienstzin en er zijn zelfs tijden ea omstandigheden, waarin een ver volgde een schuilplaats vond in de kerk en daar niet mocht worden ge vangen genomen. Graaf Willem II verbood ook alle kwaad op het kerk hof. Wie een ander in zijn woede achtervolgde „mit ghewapenden hant", werd voor een jaar verban nen en liep lijfstraf op, wanneer hij binnpn dien tijd terugkwam; wie een ander op het kerkhof sloeg, kwetste of mishandelde werd eveneens ge straft „tot siechts proeve". Misschien is het dreigement van 't verlies van de rechterhand meer ge uit om de menschel) af te schrikken, dan bedoeld om voor verschillende van déze overtredingen te worden toe gepast. Een hand. is toch maar geen plant, die in liét voorjaar weer op komt, nadat zo in den winter verlo ren scheen. De krasse straf van verbanning werd ook uitgedeeld, althans er weid mee gedreigd, tegenover mensciien die allerlei misdrijven, groote en minder belangrijke begingen. Dat zooiets werd opgelegd bij vechterij, doodslag, het helpen van eon doodslager, het uitoefenen van woeker is nog to ver klaren, maar ook bij niet betaling van bij schepenbrief verzekerde schuld kon verbanning volgen. "Vrou wen, die na de avondklok nog in de herberg zalen, konden ook buiten do poort worden gezel Poorters, die niet vei schenen, wanneer zij ten oorlog waren opgeroepen, liepen behalve do boete een verbanning op voor den tijd van drie jaar, een straf, die wat vreemdsoortig lijkt, omdat de man, als hij zijn loven in den krijg niet wilde wagen, buiten de stad licht vei liger plaats opzoeken kon. Het onnoodig slaan van de noodklok werd gevolgd door een boete en een jaar verbanning. Werden do lakens niet behoorlijk geverfd (ze moesten half uur en niet korter in den ketel blijven) dan volgde boete voor den meester of don knecht; in het laatste geval werd de arme man, als hij niet betalen kon, voor drie jaar de stad uitgestuurd. Wee hem als hij vóór dien tijd weer in durfdo ko men: een gestrenge gecseling stond hom te wachten; Verbanning dreigde ook de laken volders, meesters of knapen, die liet ambacht belastten „mit eonigo tóe- in ge of costen, noch oick die trapc- nyerders tot geenen tijden mogen om hailuyder costen te betalen, eude zoe wye de contrarie dede, die sal ver- buereji twintich pont heren gelts. al oe dicke als dat gebuerde. ende zoo yo dat geen goedt en heeft <lie hoo rn an te verhalen, die sal gebannen esen binnen {waarschijnlijk ©on fout. want de bedoeling ls natuurlijk buiten) der voirscreven stede van Hairlcm den tijt van drie jaren lanck achtereenvolgende geduerende, optie verbuernisse van syn rechterbant, Endc iwairf, dat dio volders of enich vaat hunlyden tot eniger tyt uuyt- gar.ck of IcdicHganck deden of te maecle, buten den weten, wille en de consent van den schout, gerecht© eude waü'deyns, die soude verbueron hoir lijf endc al hoir goedt." Deze termen uit vroeger tijd zijn, in hun eigenaardige rangschikking; niet altijd heel duidelijk, maar ze worden begrijpelijker, wanneer men zo hardop leest en ze daardoor beter aan de klank, dan aan de spelling •herkent. Ton slotte nog een bepaling, die. doet denken aan d© hazen, die ieder een vangen mag, nadat hij hun wat zout op het lijf gestrooid heeft. Wie een Klief in zijn huis aantrof, mocht' zeven van zijn buren te hulp roepen om den kerel toi binden en hem, zoo dra het dag was, overleveren aan den rechter, met het gestolen voor werp op zijn jas gebonden. Ik vermoed, dat evenals dc haas den zoutst rooier, do nachtelijk© dief het optreden van d© zeven geburen wel niét zal hebben afgewacht. J. C. P.. Brieven uit "een Wereldstad. VIII. - IETS OVEH SPORT. Paris-Vinceimes, 6 Juni. Als je eenigen tijd Parijzenaar bent, geregeld met belangslelliug de sport bladen hebt nagegaan en verschillen de sportgebeurtenissen bijgewoond, dan valt er veel merkwaardigs op te merken. Ten eerste, zou ik wel zeg gen, clè duidelijk merkbare neiging der Franschen voor de „allilctische sporten". Juister gezegd voor dc ath- letiek. 't Is zeker een opmerkelijk feit, dat een volk, dat in lichaamsgrootte bij zoo vele andere achterstaat, dat, meer in behendigheid en vlugheid uitblinkt, juist z'n kracht en z'n succes zoekt in de athletiek. Zoo is het boksen, dat bij ons maar een heel klein aantal aan hangers telt, hier van een zeldzame populariteit. Frankrijk heeft trouwens verschillende goede representanten op dat gebied, en iedere Parijsclie boks wedstrijd trekt een-zaal-vol belangstel lenden, terwijl voor.de mooiste plaat sen fabelachtige prijzen betaald wor den. De haute voice interesseert zich zeer voor boksen, en is bij belangrijke matches altijd ruim vertegenwoor digd. Dat er honderd francs voor een mooie plaats betaald wordt, is heel ge woond En Carponlier b.v. geniet hier meer hekend- en beroemdheid, dan de beste voetballer in Nederland I Hardloonen telt hier tallooze aan hangers. Er zijn ettelijke clubs, er zijn dientengevolge een aanzienlijk aantal goede loopers, en de wedstrij den vinden een overdruk bezoek. in Nederland De Athletiek Unie klaagt over te weinig belangstel ling, vooral van dc zijde der voetbal lers, die er stelselmatig den brui van geven, om dooi een geregelde beoefe ning van de lichte athletiek hun Aus dauer en hun ulgemeenc lichamelijke condities te verbeteren. Hier houden toe wedstrijden als dc Circuit de l'Est, waarin een twaalftal loopers er in slagen om in veertien dagen tijds een 800 kilometers af te leggen. Ik wil een dergelijke ..lichaamsoefening" niet als ideaal aanbevelen, maar 'k noem haar als een sterk bewijs hoe ver de kern der Fransohe athlctiek-menschen het heeft weten te brengen Onlangs heb 'k iets over wielrennen geschreven. Die vorm van athletiek vindt ook alweer grooten aanhang en belangstelling. Het wieler-t o u r i s- iii e beteekent in Parijs niets, heeft er bijna geen beoefenaars. De binnen stad is te druk en te gevaarlijk, en dt alleen pei fiets gefrequenteerd door slagers- en kruideniersjongens, die op een levensgevaarlijke manier tusschen dc massa ayto's en andere vervoermiddelen dóór-rennen. Iu dc voorsteden bestaat natuurlijk wei wieler-tourisnie. Maar opvallend merkbaar is hel met. Ook hier vindt men blijkbaar dc omstandigheden niet gunstig genoeg. En tóch, ondanks dat alles, vindt de alhletische vorm van het wiêïrijden het wielrennen dui zenden aanhangers. In Holland zijn de coureurs van de fiets met een lantaarntje te zoeken. Rugby wordt „bij onstotaal niet beoefend. Htei is het veel bekender en wordt het veel beter beoefend dan het Association, en een Franseh rugby- tcam is al meermalen er in geslaagd oin tegen de Engelschen een uitste kend figuur te maken, en ze zelfs te kloppen, 'k il er maar even op wijzen, da t de Pransche sportieve neigingen in een heel andere richting gaan, dan de llollandsche. Onze Association-voet- ballers zijn do Franschen beslist dc baas, onze roeiers zijn talrijker (in .verhouding) en beter dan dc Fran seh e. Zwemmen; een sport waarbij de kracht tuóér een hoofdfactor is, clan bij roeien, vindt weel' beter vertegen woordigers in Frankrijk, dan bij ons. Ook in verhouding zijn er veel goede zwemmers. Biljarten is, geloof ik, mo menteel in Holland veel meer popu lair dan hier. De meer aristocratische sporten (hockey, golf, lawnlennis) worden hier (altijd in proportie) zeker even druk beoefend als hij ons. Alleen van cricket merk-je heel weinig, terwijl dat juist in Holland steeds meer in bloei, tóeneemti Maar hoo lawntennis hier, in dc „betere kringen" beoefend en gewaar deerd wordt, heb ik in den luatsten tijd kunnen merken. Natuurlijk bedoel 'k niet „liet tennis van tea- en en flir ten'. Die onder-afdeeling zal hier ook wel flink vertegenwoordigd zijn. Evenwel zijn er mensciien tuur)ijle steeds buitenstaanders die meenen dat tennis eigenlijk een sport is, die uit thee en koekjes en flirt (ex cuseer de volgorde) bestaat, Voor de variatie staat er zou op een tennisveld wol eens iemand op, die drie tikken tegen oen bal geeft, maar dan keert hij 'weer afgemat naar zijn luien stoei terug, om van dc thee enz. te genie ten Den velen, die dit vernietigende oor deel over dc teiinis-sport geveld heb ben, vellen of wellicht zullen vellen, zou ik willen aanraden om eens een goeden wedstrijd te gaan bijwonen. Dan konden ze eens zien, hoeve) iemand het in dut spel wel kan bren gen, afgezien van de thee, do koekjes en het flirten. Dun konden ze waarne men, hoeveel er „in het tennis zit" als spel van vlugheid en behendigheid. Vanmiddag hel) 'k dot zelf weer eens Kunnen constateei-en, door een 'paar interessante matches te gaan bij wonen van den grooten seriew edstrijd die hier in deze dagen de coryfeeëri- op-tczinisgebied vereenigd heeft vaii het Wereldkampioenschap. Zaterdagmorgen (1 Juni; zijn de jnarlijksche wedstrijden om hel we reldkampioenschap (Les champion-] nats du monde sur terrc battüè) be gonnen. Ze zijn quantftatief goed be zocht en nemen dientengevolge niet minder dan negen dagen in beslag. Qualitatief behoefde men zich over de inschrijvingen ook niet te beklagen, al was liet jammer, dat de sterke Australiër Wilding niet van de partij was. Maar enfin daar waren de Franschen Germot, Goberl, Decugis, Laiirentz, daar waren de Engelsch- i Gore. de Belg De Bormnn en de Diiitsrhers Froitzheim en gcl.-r. Klein-: schroth..,. Het wereldkampioen sein p beloofde mooie wedstrijden. En die belofte is verwezenlijkt. Sinds een week nu wordt er ge speeld op de tennisconm van de Stade Francais, midden in he-t park van Saint-Clóud. Dot ligt tamelijk ver buiten Parijs. Maar het mooie bosch met zjn idyllische plekjes en z'n zeld- zaam-mooie uitzichten op dc omge ving doet alle verveling van een lan gen tocht in stoffige motorbussen of :iög stoffiger locaaitreintjes vergeten. Vanmiddag stond er een heele col lectie auto's voor het hek van het tei:- uis-terrein der Stade, dat vier of vijf bonen bezit. Er wordt nu op alle te gelijk gespeeld, want het wereldkam pioenschap telt vele ondcrafdeelin- gen (lieeren-single en -double, dames- single en -double, mixed-double). Maar de interessantste onimouiingen in do belangrijkste afdeelmg (heeren- sirigle) hebben op den „Central Court" plaats. Dat is veld no. 1. Het speelterrein is omringd door hooge tribunes, waarin honderden toeschou wers plaats kunnen vinden. Wie een der beste plaatsen wil hebben, om er een dag van het sj)cl te genieten, be taalt twintig francs. (Excusez du pcu.) 't Goedkoopste plaatsje kost drie francs, maar dat is dan ook het „schellinkje" van dc match. 'L Was vandaag een extra-belang- rijkc dag v.oor de wereldkampioen schappen, omdat beslist werd wie in de heeren-single de demi-finalisten zouden wezen, en omdattwee in teressante kampen tusschen Fran schen en Duitschers zouden plaats vindon. i France contra l'Allcmagne! an nonceerde de sportpers vanmorgen. Dat trok! Niets trekt liier zooveel belangstelling, als een „la France contre l'Alleniagne" Engelschen, Oostenrijkers en Bel gen waren allen uitgevallen, en van middag restten nog zes candidaten voor het kampioenschap heeren-sin gle, en moesten nog twee partijen ge speeld worden om dc vier demi-fina listen aan te wijzen? De tribunes za ten vol. Vol van honderden belang stellenden uit do wereld dor deftig heid, vol van honderden mindere go den die „maar" drie francs betaald hadden. En ailes on iedereen juichte en was zwaar geporteerd voor Gobert en Decugis de twee Franschen die respectievelijk tegen de Duitschers Kleinschroth en Froitzheim speelden. Het publiek had speciaal zijn hoop gevestigd op Gobert, den Franschen tennis-coryfée, die een paar weken geleden met Germot samen te Stock holm het wereld-kampioenschap hee- ren-double (covered courts) heeft ge wonnen. Helaas Gobert verloor. In de drie achtereenvolgende sets was de kal me, soms even-glimlachende Duit- schcr steeds „the best man". Gobert, opgewonden en zenuwachtig, speel de beneden z'n vorm, scheen door dc constante aanmoedigingen en raad gevingen uit de tribunes nog meer de war (e raken. In de eerste twee sets beging hij kapitale fouten, zoo ais een speler van zijn klasse ze niet behoort te maken. Kleinschroth, kaliri en zeker van z'n zaak, bleef de baas. De eerste set werd G—0, de tweede dito. In dc derde scheen de Fransch- man zich nog te zullen herstellen. Z'n service werd regelmatiger en ze kerder, en hij trok niet meer bij ie- deren bal een wanhoojxsgcziciii, cn stak z'n long uitIn do derde set stond bet een oogenblik -5, en scheen dc kans nog te keeren. Maar Kleinschroth speelde schitterend, toonde speciaal eea'merkwaardig-v.lv te „backhand En ten slotte deed hij den beslishênden slog, won ook dé derde set (Gi) en verzekerde dc pre. sten tic vau drie Duitschers in do de mi-finale. Z'n iuiidgeiiooteii kwamen hem en thousiast golukwenschen, en alle Franschen keken er met benepen ge zichten naar. Toen kwamen Max Decugis en Froitzheim tegenover elkaar. Decugis is hiei ven ten nis-vetera a ri. 11 >j dertig jpar, maai- heeft van dat te vens-tijdperk wel ©en heel groot deel aan do tennissport gewijd. Hij is re dacteur \an het mooie geïllustreerde, weekblad „Tennis". Hij is klein en mager, en heelt 'n Engelsch gezicht. Maar in z'n manieren is hij haastig,' bewegelijk, „FransciiEn hij is po pulair bij het publiek, dat de groot© tennis-matchos hezoékt Froitzheim is de Duiischc kam- pioen. Hij is forsch, blond, en kalm. Ifij stelt zich niet aan, hij maakt g«.-:i overdreven, bewegingen, en doet niet aan gallery-plav". Maar z'n staat- van-dienst vermeldt tallooze overwin ningen. En daardoor is hij vol zelf vertrouwen. De twee teams-beroemdheden, dia k u hier even vluchtig beschrijf, zag ik een spannende cu interessante match spelen, dio me ©n 'k geloof het ganséfiè publiek veel meer „deed" dan dc drie sets tusschen Go bert en Kleinschroth. Froit zheim was de sterkste. Il ij speelde een eenvoudig spel. steeds afwachtend. Hij werkte niet niet „stukken effect", hij beproefde niet, iederen hal in een ver hoekje van het veld te plaatsen maar hij zorgde, dat iedere bat „in" bleef. Decugis speelde een heel ander spel. Ilij leverde een harden en ge vaarlijken service, die Froitzheim herhaaldelijk te lastig was. Maar ove rigons was hij gejaagd in z'n spel, miste de kalmte van den Duitschor. Hij maakt© soms schitterende slagen, uit de allermoeilijkste posities, maar als een keer of zes. zeven de bal heen weer gespeeld was, werd z'n onge duld hem te machtig, liep hij op,, naar voren, en profiteerde de kal me Froitzheim van de gelegenheid. Telkens, telkens gebeurde dat weer. Dan zag-je den drifUgen Franschrtiau fiaar het. net .hollen, en de pacifieko Germaan don bal langs hem zenden, •en snellen, vasten drive ivo© seis won Froitzheim zoo, met G—4 cn 6-6 Maar in de dorde kwam Decugis in vorm, wist onder enthou siaste aanmoedigingen van het pu bliek zelfs een 5—1-voorsprong to krijgen. Toen wilde hij gauw ©ven den set winnen, en werd weer onvoor zichtig. De Dnitschcv, kalm en zeker, Haalde op' tot 54 vóór Decugis zich hersteld luid, en met een paar staal tjes van schitterend spel zijn gelijkma-.' tigen tegenstander wist to verslaan (6—4). Zoo was d© stand der sets dus 2—1 (in Frpitzheim's voordeel) en moest er volgons reglement verder gespoeld worden, voor ©en definitieve beslis sing. 'k Ileb de verlenging der partij niet, bijgewoond, en deze brief gaat weg voor hot resultaat bekend is maar 'k vermoed, dat als dez© rogels in Haarlem's Dagblad, verschijnen, daar in al vermeld zal zijn geweest, dat Froitzheim Decugis klopte, dat do. kalmte en de regelmaat over het, drif tig© enthousiasme en de ongelijkma tigheid hebben gezegevierd en dat er vier Duitschers voor do demi-fina les zijn overgebleven. 't Zou jammer zijn. Want dc slotwedstrijden van dit. zou mooie en interessante tennis-tour- nooi zouden nic-t zooveel enthousiaste belangstelling genieten, als er tot dus verre voor do vóorwedstrijden be toond is 1 ROBERT P. Haarlemmer Halletjes EEN Z A TERDAG A VON DPR A ATJ E. In bijna alle steden zijn van die kleine plekken g-onds, waarop toch zooveel omga ai In New York wonen, zooals bekend is, de millionaire op oen kluitje, in Londen -zijn nagenoeg alle groot© bladen in één straat ver zameld en in Haarlem klopt de hart ader tusschen Groote Markt en de God. Oude Gracht. Neem, om van 't Stadhuis maar te zwijgen, liet Prin senhof met zijn naaste omgeving. Aan den westkant huist de zorg voor do instandhouding van onze omge ving, het bureau voor publieke wer ken. aan den noord- en oostkant die voor dc ontwikkeling van de ingeze tenen, hot gymnasium en de stads bibliotheek en aan den zuidkant zal, als alles goed gaat, d© zorg bedreven worden voor on zo reiniging, de over dekte bad- en zwemschool. Vlak bij, iu bet Pand, is verdekt opgesteld de gelegenheid tot reiniging van onze beurs voor dit alles, het kantoor van den gemeente-ontvanger. Ziedaar een onbeduidend stukje van "tniz© gemeente, dat om zoo te zeggen klaar staat, om ons te allen tijd© met weldaden te overgieten, behalve dan het ontvangersbureau. dat voor die weldaden iets in ruil hebben wil. Zon der hulp van anderen kunnen we eenmaal in deze wereld weinig tot stand brengen, zooals bewezen wordt door Robinson Crusoè, die o® zijn eiland wel het leven wist te houden, Juaar met zijn kleeren van dieren-1 huid en zijn woning boven in een boom toch eigenlijk maar een treuri ge stumper was. Neen, dan zijn cuize buren uit dc Haarlemmermeer, vau wie figuurlijk ook wel eens gezegd is, dat ze op een eiland wonen, er toch beter aan toe. Niet alleen ktfjgen ze binuenkorteen spoorwegverbinding, maar waar schijnlijk ook een stooxnbrandspuit, waarvan ik met belangstelling de eerst© proefneming in dit blad gele zen heb, Inlusscheu scheen het me verwonderlijk, dat liet werktuig na veertien minuten stoom genoeg had, om aan den arbeid te kunnen gaan. Is veertien minuten bij een brand niet wat heel -langIIoo lang wel kan iemand begrijpen, die een kwartier voor een winkel heen- en weerdraait, waar zijn vrouw „gauw eventjes" wat is gaan koopen of ©en ander, die zoolang op een trein wachten moet. 't Is al weer een jaar of wat gele den, dat ik op een avond laat naar huis gaande, brand ontdekte bij de firma Martin in de Schagchelstraat. Er was al onraad bespeurd, alarm gemaakt, de brandweer gewaar schuwd, zoodat ik niets anders te doen had, dan rustig af te wachten. Rouk en vonken vlogen van het dak, binnen in het huis laaide een rood© gloed op, die door het bovenlicht scheen, de fiunilie kwam uit het huis en werd gastvrij een paar woningen verder opgenomen, huren kwamen toesnellen, maar nog altijd was er geen brandweer. Als doorborende blikken e§n vuur konden blusschen, zouden de onze dat zeker gedaan heb ben. Maar de rook eui <.ki vonken ble ven omhoog vliegen, de felle gloeiing werd rooder nog, we popordeu van ongeduld, luisterden aandachtig naar 't rollen van naderende wielen niets. „Maar slaapt de brandweer dan riep er een. zich verbijtende, 't Scheen of het een half uur geduurd had, toen eindelijk de slangenwagen en dc spuit tegelijk kwamen aonda- veren en binnen toen korten tijd wa ter gaven. Welnu, dat had tc zamen zeven minuten geduurd! Maar voor ons die wachtten waren ze omgekropen en het vuur had zich zelfs in dezen kor ten tijd geducht ontwikkeld. Zal dan in den open llaarleinmer- meerpolder, waar bijwijlen de feil© oostenwind over de vlakte loeit, dc stoomspuit veertien minuten noodig hebben, vóór li ij tot den aanval ge reed is'? Het lijkt me tc lang gevoegd nog bij de tijdsruimte dio de spuit noodig heeft om naar het terrein des onlieils te snellen. Want alios behoort op zijn tijd en plaats te geschieden. Daarover heb ik dezer dagen nog een ander staaltje vernomen: Een bekende voetballer, lid van H F. C., wöont tijdelijk in den vreem de. Daar maakt hij op zekeren avond, na het middagmaal, een wandelin getje voor do spijsvertering. Alles in en oin liem was pais en vree, totdat... zijn oog valt op een grooten bal. waarmee kinderen spelen. Welk proces voltrok zich toen in zijn ziel? Herinnerde hij zich dagen van glorierijke overwinningen, wan neer de aanval van den vijand juist op zijn verdediging strandde? Of was 't enkel maar een reflexbeweging die hem er toe dreef, aan den bal een van die geducht© schoppen te geven, waarvoor hij mettertijd beroemd was? Wie zal het uitmaken'? Maar een feit is, dut hij den bal een „reuzen- kei" gaf. Helaas, 't was geen goal, de bal was zelfs niet out, zoodat hij dadelijk weer in 't veld verschijnen kón. Dc bal was plotseling niet meer, hij kwam terecht oaider een zwaren wagen, die hem nieedoogonloos ver pletterde. De buitenlandsche kindertjes doden wat ook d© binnenlandse he bij zulke gelegenheid doen, z© zetten het op een schreeuwen. Onze voetballer, goedhartiglijk bereid zijn fout te boeten, schatte den bal op een kwar tje en gaf hun dut in de munt des lands. Het geval scheen geëindigd. Met de kinderen had hij afgerekend, helaas met do moeders niet. Ze kwa men achter hem aan in laat ik zeg gen overdreven opgewekte stemming en eischten grooter schadevergoeding' de bal had, zeiden ze, meer gekost. Eu om geen ruzie te krijgen betaal de hij wat er nog meer van hom ge vorderd word en stapte weg, gevolgd door ©on recks heilwenschen, die wonderveel op sclieldwoorden leken. Maar dat kun je iu ©en vreemde taal niet altijd precies onderscheiden. „Vreemd toch", zoo moet hij onder het naar huis gaan gefilosofeerd heb ben, „in Haarlem ben ik voor mijn harde trappcu geprezon. hier word ik er om betêedigd en moet zelfs beta len. Laat Ik niiin.schODDcn nl©t lan ger voor de zwijnen werpen". Ja, alles op zijn plaats en tijd. Ik denk daarbij aan het merkwaardig© verhaal vau iemand, die zonder kaart je door d© spoorweg-controle kwam en ten slotte zelfs nog een veront schuldiging van den controleur kreeg. In ©en spoorwegcoupé zaten twee reizigers te praten. Ze moesten naar dezelfde stad, laat ons zeggen X. Toen ze het doel van d© reis nader den, zocht de een in al zijn zakken en kon zijn kaartje niet meer terugvin den. 't Was weg en bleef weg. Hoe hij to X. door d© contröle ko men? „Dat is niets zei de ander, „ik heb een retour naar X., „hier heb je liet eene gedeelte van mijn kaart je, ga daarmee maar door de con tröle". ,Maar jijzelf dan?" ,Maak je daar niet ongerust over, ik kom er wel door". Bij het controleeren staan ze vlak achter elkaar, de man die het kaart je had vooraan. Deze geeft de hem geschonken hei ft af en wordt dan ook doorgelaten, de anderewil den controleur passeer en, maar wordt door dezen tegengohouden. „Mij uittor uw kaartje". „Mijn kaartje? Dat hebt u all" „Neen zeker niet, iK heb niets van u ontvangen". „En ik zeg, dat u mijn kaartje al hebt'" De controleur wordt boos, weigert hem door te laten en zegt: -„U moet maar even wachten tot al de reizi gers zijn doorgegaan en dan even moe naar den chel". „Best", 'zegt de reiziger en wacht tot de controleur Itlaar is. Dan stap pen zij samen naar den chef, aan wien de controleur vertelt, dat de reiziger heeft willen doorgaan zon der plaatsbewijs. „Chef", zegt de reiziger, „do con troleur, vergist zich, hij hec-ft wel degelijk mijn kaartje ontvangen. Hier heb ik het retourgedcelte, u ziet welk nummer er op staat. Als de con troleur even wil zoeken onder de kaartjes die hij pas ontvangen heeft, zal hij d© andere lielft van mijn kaartjo vinden met hetzelfde num mer er op". Dat kwam natuurlijk uit. De chef kon niet anders zeggen, dan dat mijn heer gelijk had en de arme controleur wist niet beter t© doen, dan zijn ex cuus te maken. Hij had toch zoo stellig gemeend, dat mijnheer hen) »n' kaartje gegeven had Toch had de reiziger niet gelogen, hij zei niet: „ik heb u mijn kaurtje gegeven", maar: „u heeft mijn kaart jo al", een groot verschil, maar dat natuurljjk den controleur ontging. Nu zeg ik niet. dat ik zulke han digheden liewonder: alle geknoei met cr.trécbewijzen en spoorkaartjes zijn me een gruwel Maar als handigheid was het merkwaardig. En tot ver ontschuldiging van den slimmerik kan dienen, dat hij den anderen rei ziger kende als een eerlijk man, dio inderdaad zijn kaartje verloren moest hebben. Do spoorwegmaatschappij werd dus door de handigheid voor geen cent benadeeld. FIDEL10.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 9