RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd'1 lezen. Do namen der
kinderen, die mij vóór Donderdag
morgen goede oplossingen zenden,
worden in het volgend nummer be
kend gemaakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
In verband met het aantal oplossin
gen, en op de netheid van het werk.
1 (Ingebonden door Jan de Bruijn.)
\\eikc groote watervlakte leest uien
•uit 3 maal e, 2 maal z, 1 maal ui, 1
maal r en 1 maal d
2 [Ingezonden door Annie Vergers.)
liet geheel is een spreekwijze van
27 letters.
1U 14 11 19 21 is voedzaam.
27 2 5 is scherp.
10 11 12 13 14 ban men smeren.
3 1 22 17 is een drank.
5 23 2 13 8 9 is iets, wat men in
warme landeu niet kent.
27 7 4 5 is een soort graan.
16 17 15 is een meisjesnaam.
24 19 18 is een visch.
25 20 3 26 is een jongensnaam.
5 i 27 11 23 is ook een jongensnaam.
3. (Ingezonden door Gerritjo Kok.)
Vervang de puntjes door medeklin
kers. Welk spreekwoord krijgt ge
dan
ee .ij u u e
4. (Ingezonden door Johan v. Donse
laar.)
Ilc ben een riviertje in Gelderland.
Vervang do 4de letter door een an
dere en ik ben een riviertje tusschen
Friesland en Overijsel.
5 (Tngczonden door Johan Schwait-
zar.)
Ik ben een spreekwoord van 27 let
ters.
7 11 4 3 is een inwendig orgaan.
3 4 5 gebruikt de waschvrouw bij
het drogen.
7 20 26 "23 Is een lichaamsdeel.
12 6 14 26 17 is ocu verscheurend
dier.
15 22 13 11 20 3 is een water.
1 2 8 20 15 is in ons lichaam te
vinden.
19 25 26 27 is een metaal.
10 22 12 13 6 15 Ls ook een metaal.
2 20 5 gebruikt de schoenmaker.
24 4 6 21 is een ontkenning.
16 26 22 27 20 21 is een windstreek.
19 18 9 is een jongensnaam.
6. (Ingezonden door Jan Chr. Aart-
sen.)
Ik ben een plaats in Oostenrijk-
Hougarije en besta uit 3 lettergrepen.
Dg eerste is een geluid, dat een be
kend dier maakt. Do tweede is een
verkorte meisjesnaam. De derde is
eon plaag der menschheid.
7. (Ingezonden door Gonda Drent.)
Ik ben een plaats in Friesland.
I aal mijn 1ste letter weg en ik be
hoor in de keuken.
8 (Ingezonden door ffn.iiia de Bruijn.)
lino kan men een muziekinstru
ment maken, als men een deel van
oen trap neemt, daarbij ecu stuk van
ecu pio.no doot en hierbij een stuk
van een vogel neemt?
9 (Ingezonden door Willem van Wel).
Het geheel is een plaats in Enge-
luml van 10 letters.
8 9 10 is lekker.
1 2 2 4 is een vrucht.
4 5 6 7 is een geluid, dat een bel
maakt.
4 2 17 is een lichaamsdeel.
8 9 9 7 is een afsluiting.
10 2 4 ;s een lastig insect.
19 (Ingezonden door Anton Janse.)
Ik ben een plaats in Funen (Dene
marken) Verander mijn 4de letter en
mijn laatste letter en ge krijgt een
plu ars aan de Zwarte Zee.
II 'Ingezonden door Lucie en Agatha
Spaan.)
Vul de opengelaten bokjes met 2
verscliillonde letters in. zoodat ge in
de rondte 4 maal hetzelfde woord
leest en kruiselings ook weer hetzelf
de woord.
12 (Ingezonden door Jan en Cor
Hu ij er.)
Ik ben een eiland in de Midd. Zee.
ciander mijn laatste letter en ik ben
een rivier in Duitschland.
Raadseloplossingen
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn
1. Eerdaagsche opening van de
spoorlijn door de Haarlemmermeer.
Door lijm open Londen
meer haring roos peer rem
als schaar vandaag Deen
Emma.
2. Spreken is zilver,
Zwijgen is goud.
3. Grouw vrouw.
4. De kwartjesadvertentiën.
Veer wees tent drank
Dien jas rat.
5. Hond Hout.
6. Boor Boom.
7. Een bok.
8 De zonnestralen.
9. Aal arend koe wek
kraan eend draak.
10. Pook
Iris
Elft
Tiel
Elba
Rome
Mier
Acht
Neef
PIETERMAN.
11. Marokko.
12. Autogarage.
Eg auto rag roet ra.
Goede antwoorden deze week ont
vangen van
Iienderika Biihner 12.
Annie ey Betsie Stavenuiter 10.
Annie Vergers 10 en 11 van de vo
rige week.
Wim Heijl 11.
L. en WDom 10.
Bart Ligtenberg 12.
Arie de Vos 12.
Cor en Jan Huijer 1L
Doornroosje 11.
Willy Germeraad 12..
Zus Duursrna 12.
W illie Hertier 10.
Piel de Veer 12.
Piet Galjart 12.
Maria J. Piet 12.
Jan Vieselman 7„
•Marie Vasen 12.
Gezina Vasen 12..
A. Vasen 12.
Bep en Marie Ruyzenaars 9.
Anton Janse 10.
Zus en Arend v. Lohuizen 10.
Jan Joh. de Jong 6.
Lena Koeleveld 12.
Rodhia 12.
Nico J. Twisterling 9.
Zonder naain 6.
Jan de Bruijn 12.
Annie Elffers 12.
Clasina v. d. Brink 10.
Jo en Jan Verton 11.
Johan Miedema 10.
Johan v. Donselaar 12.
M'arie Landmeier 12.
Corry v. Dalen 12.
Jentien Been 12.
Johan Schweitzer 12.
Cor en Nanne Nauta 12.
M. Franken 12.
Tunis van Bilderbeek 4.
BEGRAVEN PLAATSEN.
(Ingezonden door Annie v. Ommeren)
1. Neen, Klaas Waal en Rijn zijn
niet de eenige rivieren, die je kent.
2. Ha. nu heb ik je betrapt.
3. Het zal niet meer baten, burgers,
we zijn verloren
4. Met een verpletterden schedel
stortte hij neer
5. Geef eens lak en maak den brief
dicht.
6. In dezen oven brandt men hout
en steenkool,
7. Jan was bij het zien van zijn rap
port zeer teleur gesteld.
(Ingezonden door Jan dé Bruijn.)
8. Mijn vader eet graag oesters.
9. Loop toch wat harder, wij ko
men niet op tijd.
10. Ik gaf hem den heelen appel
muur.
(Ingezonden door Coba en Pietje v.
et. Veld.)
11. Mijn vader had elf tantes en ne
gen ooms.
12. Hij liep voorbij de kapel, door
niemand gezien.
BEGRAVEN NAMEN VAN VIS-
SCHEN EN KINDEREN.
De antwoorden van da vorige week
zijn
1 Aal
2. Bot
3. Voorn.
4. Rog
5. Elft.
6. Zalm.
7. Leendert.
8. Mina.
9. Adolf.
10. Lena.
11 Marie.
12. Jan.
Goede antwoorden ontvangen van
Henderika Bühner 12.
Annie Vergers 14.
Anton Jansa 12.
Zus en Arend v. Lohuizen 12.
Lena Kocleveld 12.
Nico J. Twisterling 12.
Zonder uuain 12.
Cor en Jan Huijer 11..
Doornroosje 12.
Willy Germeraad 12.
Johan Miedema 10.
Willy Hertier 12.
Marie Landmeier 12.
Corry v. Dalen 12.
Cor en Nanne Nauta 12.
M. Franken 12.
Truus van Bilderbeek 12.
Annie en Betsie Stavenuiter 10.
Wim Heijl 6.
Ame Vergers 10.
Jan Joh. ~de Jong 11.
Rodhia 11.
Jan de Bruijn 12.
Annie Elffers 12.
Clasina v. <L Brink 12.
Zus Duursma 12.
Jo en Jan Verton 12.
Johan v. Douselaar 11.
Piet Galjart 12.
Jentien Been 12.
Maria J. Piët 12.
Jan Vieselman 12.
Marie Vasen 12.
Gezina Vasen 12.
A. Vasen 12.
Bep en Marie Ruijzenaars 10.
BERICHT WEDSTRIJD.
Wedstrijdinzendingen ontvangen
van
Lena Koeleveld.
Alle inzendingen moeten in mijn
bezit zijn vóór of op Woensdag 26
Juni 1912.
HET WONDERGLAASJE,
door E. S.
(Vervolg).
Govert liep verder voort, door de wei
den, al maar denkend. Dat deed hij
altijd, niet zooals de andere jongens
van 't dorp vroolijk en blij en gek
heid: makend, maar altijd stil, afge
trokken.
Ilij zag de huizen al, in de verte,
waar-ie wezen moest. De rook uit de
schoorsteenen ging als een zuil de
hoogte in, om dan boven als een pluim
uiteen te gaan.
Steeds warmer werd 't. De mug
gen zoemden, de slooten hadden een
blauwe woersehijn, heel in de verte
kraaide een haan, en al maar door
zong de leeuwerik!
Het was lente, heerlijke, warme
lente om hem heen. En hij dacht aan
dat alles, en liep stil voort, naar de
huizen in de verte. Bij de eerste was
eene vrouw bezig 't portaaltje te
dweilen. Toen Govert naar de deur
toeliep, werd ze hem gewaar, en
wiep de dweil met een smak in den
emmer vuil water buiten de deur.
Toen veegde ze even haar rood ver
hit gezicht af, met een tipje van de
boezel en nam 't brood aan, dat de
jongen haar zwijgend aangaf. Toen
ging hij naar 't tweede, derde en zoo
naar al de verspreid liggende huizen,
tot do mand leeg was.
Op den terugweg ging hij langs de
vaart. Het stille, groenig bruine wa
ter weerkaatste duidelijk den hemel
niet de rijen schapenwolkjes in de
verte. En toen dacht Govert heel even
er aan, hoe Ilein hein gevraagd had,
mee te varen met 't schip van ouwe
Thijs. Zou 't allang weg zijn? 't Ging
altijd zoo fijn, varen; Govert was wel
een klein eindje mee geweest... laatst
nog in schemer donker; wat was 't
toen stil op de weiden overal. Hier
een molen, een torenspils... En Go
vert verzonk weer in z'n gewone
droomerijen en liep stil verder.
Op eens kwam hem weer in den
zin, dat hij een 'glaasje in den zak
had. Hij haalde het te voorschijn,
streek langs z'n mousv 't stof er af;
wat glinsterde 'tl Hij hield t boven
z'n vingers.... Ze werden wel eens
twee-, driemaal zoo groot! Met eeri
verbaasd gezicht keek hij er naar,
nog nooit had hij zoo iets gezien
lleet brandde de zon op z'n rug. Hé,
even uitrusten in 't gras.. O, ja, hij
moest nog gras snijden ook voor de
geit Haastig ging hij aan den gang,
't oude mes in den bonten zak was
wel erg geroëst, maar 't ging toch
uitstekend. En toen hij 't bandje bo
ven om den gevulden zak had gebon
den, haalde hij 't glaasje weer voor
den dag, en... hield 't vlak boven een
bloem, die er eenzaam en stil stond,
te bloeien.
Hij schrikte. Vijf violette blaadjes,
blauwe, fijne adertjes ei door, en lich
ten ondergrond... een paarsig nevel-
randje er om hoen... een kleine, gou
den stip in 't midden, dio boe lauger
hoe grooter werd, naarmate hij het
glaasje hooger hield... Op 't laatst
scheen 't een gouden lichtje, de blaad
jes te zamen een blauwige onder
grond, nevelig, vaag...
Hij stak 't glaasje in z'n zak, en
stond op... Stil ging hij verder.
Thuis gaf hij even den zak mot gras
af, bij den bakker ging hij weer
brood halen, om 't den anderen kant
t dorp uit, achter 't kerfhof, te
brengen en om dan nog verschillende
boodschappen te doen.
Toen 't avond werd, om zes uur en
de klok luidde, ging hij naar huis,
moe, stil, als altijd, Rustige scheme
ring viel in, die iedereen weldadig
aandeed, na do vreeselijke warmte.
Govert's moeder had de wasch ge
daan. Ilij hing op de lijn achter liet
huisje en lag op de bleek; bij vrouw
Meinders, die een grooten tuin had
en een winkel hield.
De vrouw zat nu vermoeid op den
stoel bij de tafel, bezig Dirks buisje te
verstellen, waarin dezo des middags
op 't erf van den smid een groote
winkelhaak gehaald had.
Lienlje en Dirk gingen naar bed.
Govert ging nog eens naar de geit
kijken, en daarna weer naar buiten.
„Waar ga je heen?" had z'n vader
gevraagd, die thuis was gekomen.
„Even buiten 't dorp," had hij go-
antwoord.
Buiten 't dorp lagen de wijde, ver
re weilanden. Hoe geheel anders wa
ren ze nu, dan dien middag toen de
zon zoo fel scheen. Er kwam een
damp over de vlakte, heel in de vei le
blaften een hond, klonk nog een lach
geluid, boel ver.
Govert dacht weer, zooals altijd, aan
dat alles, wat hij om zich heen zag,
op die eigenaardig peinzende manier.
En toen op eens dacht hij ook weer
aan de bloem,... het gouden lichtje,
flikkerend in een blauwigen damp...
Toen hij weer Ihuis was, voelde hij
pas hoe vermoeid hij eigenlijk was.
En toen hij naar bod was gegaan,
en sliep, droomde hij van iets wonder
lijks, iets heinelsch... 't Was of er
bloemen om hem heen zweefden...
kleine blauwe starren, die al grooter
en grooter werden, en waarin een
gouden stip gloeide... 't leken wel en-
gelenoogen, die hem vreedzaam te
genlachten, engelenoogen vol troost
en vrede
Govert's moeder was ernstig ziek
geworden. Eens, dat do jongen om
elf uur uit school thuis kwam, had
hij haar sclireiend op een stoel ge
vonden bij do tafeL „Maar moedor,
wat scheelt er aan?" had hij verwon
derd en ontzet uitgeroepen.
O... ik ben zoo raar in m'n hoofd...
Alles is zoo licht in m'n hoofd, alles
draait met me in de rondte...'
Zo builde en huilde er. Govert werd
in eens zoo treurig gestemd, en bad
een gevoel of hij ook huilen moest en
toch kon hij niet.
„O moeder, doe toch niet zoo raar",
had hij gezegd, heesch, zenuwach
tig. Maar z'n moeder had toch maar
stil gehuild, en op t laatst werd 't
hoe langer hoe erger, en op eens was
ze van d'r stoel opgestaan cn had een
paar stappen gedaan, en toen was ze
ineens omgevallen, ineeng. zakt....
Nu was ze ernstig ziek Toen vader
's avonds thuis was gekomen had hij
moeder in bed gevonden. Vrouw
Meinders, een goed oudje was even
gekomen op Goverts verzoek, en had
de boel zoo wat in orde gebracht, 't
eten en zoo, en toen had ze Govert
om den dokter gestuurd.
En die was er ook geweest, had een
drank voorgeschreven od poeiers, en
moeder mocht niet opstaan...
Govert ging niet meer naar school,
nu z'n moeder in bed lag. Als z'n
vader naar de fabriek ging 's mor
gens om half zes, dan stond hij ook
op. Dan sneed hij de boterhammen,
van 't brood dat do bakkerïn koste
loos gaf, want die had ook zoo met
Govert's moeder te doen, dan ging hij
gras snijden, en de vloer hier en daar
bijvegen, en allerlei ander huishou
delijk werk doen. En hij hielp Lïen-
tje en Dirk aankleeden, en als die
naar school waren gegaan, dan kook
te hij 't middagpotje en hielp z'n moe
der. Soms, wanneer ze zoo vreeselijk
ijlde en zulke gloeiende wangen had,
en flikkerende oogen, dan werd hij
bang en ging hij maar bij 't bed van
daan, en bij de tafel zitten, en als
rouw Meinders dan weer kwam,
dan voelde hij zich veel geruster, dan
zoo alleen met z' nmoeder.
Zoo wat een week of drie was hij
thuis geweest, toen Hein hem eens
weer ging bezoeken. „Kom je nu
haast weer?' vroeg die en hij keek
erg treurig, want in den laatsten tijd
had hij erg veel strafwerk moeten
maken, omdat hij z'n sommen niet
gemaakt had en taalwerk,-waarmee
Govert hem anders altijd hielp.
„Nee", zei deze kort af.
,,'t Is ook gauw examen!', zei Hein
toen, Govert werd plotseling rood als
bloed, en zei niéts meer, maar wend
de z'n gezicht af. En toen zei Hein
weer: „Over een goeie week, zal m'n-
heer komen, zegt meester!"
,Zoo antwoordde Govert. „Nu ik
moet naar 't eten kijken, dag hoor!"
Haastig ging de jongen naar bin-
nön.
.Over een goeie week", prevelde
hij. Dan al!
Z'n moeder zou over een goede
week niet beter zijn. En al was ze
dat, wat gaf dit Govert dan nog? Hij
was dan in geen 4 weken naar school
geweest en zou immers in alles, zoo
achter zijn! 't Examen!! Dat hij daar
niet aangedacht had! De dag waarop
die oude, goede menheer uit de stad,
de schoolopziener, zou komen en vra
at aan den meester naar alles wat
zo in den laatsten tijd op school gc
had hadden, om dan vragen aan de
kinderen te doen, over dat alles! Go
vert had verleden jaar al de vragen
kunnen beantwoorden, hij was ook
bijna geregeld no. 1, ook wel eens 2,
als die Frans van den dominee
zoo erg z'n best deed...
Over een goeie week „examen"!
over 7, 8 dagen!
Dien geheelen dag dacht hij aan
niets anders. Hij was stil, en afge-
(rokkener dan ooit, liet de rijst aan
branden en brak tweemaal achter
elkaar een bordje uit pure onhan
digheid veroorzaakt door z'n gepeins.
Toen de dokter 's middag bij z'n
moeder kwam, zei hij, Govert op
merkzaam aanziende: „Zeg, kom jij
nog wel oens in de frissche lucht, te
genwoordig? Je ziet er vrij bleek uit,
hoor! Ik zou aanstonds maar eens
mar buiten gaan, als ik jou was!
Vrouw Meinders kan wel een kwar
tiertje bij je moeder blijven, heeft ze
e daar net gezegd!"
Toen deze dan ook kwam, en ver
klaarde, dat ze wel even van d'r win
kel weg kon, omdat Anneke, d'r
„nichie" thuis was, ging hij naar bui
ten. 't Donkere steegje uit, do vaart
af. De wind deed 't water rimpelen,
de wolken schoven woest langs den
blauwen, waterigen hemel, t was
frisch op de weiden.
Govert liep nog maar al te denken
aan 't examen. Wat jammer, wat
jammer, dacht hij telkens. Hij was
niet bij machte, 't van zich af te zet
ten en aan wat anders te denken
Met de handen in de zakken liep hij
voort, en... opeens voelde hij weer 't
glas. En toen hij bij een vergeetme-
n iet je gekomen was, dat bloeide aan
den rand van een sloot, bukte hij
zich, en keek er door, naar 't bloem
pje. En toen naar 'n madeliefje, met
haar Batijnen blaadjes en pluchen
hartje, en naar een boterbloem, met
z'n glanzige, gouden kroon... En
toen naar de bloem, die hij 't aller
eerst bekeken had... blauwvioiette
blaadjes met een gouden stip in 't
midden... een wazigpaarso rand er
om...
Toen hij naar huis terugkeerde,
was hij opgeruimder en thuis minder
stil tegen z'n broertje en zusje...
Toen hü 's avonds naar bed was
gegaan, en het donker was in de ka
mer en om hem heen, zag hij weer
die bloemen voor zich, dis zoo fijn
zoo groot, zoo rein waren, toen hij
ze vergroot had gezien... mooie, stil
le, lieflijke bloemen... 't Was hem.
of ze om hem heen zweefden, of ze
fluisterden, evenals op de weide de
wind tegen hen,... fluisterden over
zijn toekomst, die schooner zou zijn
dan hij vermoedde...
(Wordt vervolgd.)
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van
de Kinder-Afdeeling moeten
gezonden worden aan Me
vrouw Venemav. Doorn,
Wagenweg 88, Haarlem;.
In de bus 'gooieD, z o u d e r
aanschellen
JOHAN S. Dan heb je al twee
maal een heerlijke zomervacantie ge
had Ik ben nieuwsgierig, waar je nu
weer heengaat Welke van die twee
vc-nd je het prettigst
JAN V. De begraven namen vind
je zeker het gemakkelijkst I Misschien
kan je zelf ook wel eens eenige nieuw*
bedenken.
COR en NANNE N. Nu zijn jullie
zeker allemaal even verlangend om te
weten, waar hij terecht zal komen. Ik
kijk er de krant ook trouw op na,
hoor
MARIE V. Heb je lang werk ge
had om al de raadsels te vinden Ik
ind, dat jullie toch al flink oplossen
kunt en het gaat hoe langer hoe gau
wer als je een poosje meedoet.
GEZINA V. Weet je zeker, dat er
r.og een e in jou voornaam moet Ik
schrijf het altijd zooals ik hier gedaan
lieb, maar wordt jou naam beusch an
ders gespeld"' Ja, je mag met alles
meedoen en je kiest er de wedstrijden
maar uit, die je het prettigst vindt.
A. V. Jij bent zeker de oudste van
jullie drieën, is-'t niet? Jij schrijft dan
cok het mooiste. Wil je me eens schrij
ven hoe oud je bent Ja, je mag overal
aan meedoen.
MARIE L. Ja, dat jij veel van
Amersfoort houdt, had ik al begrepen.
Nu, ik hoop dat je er prachtig weer
treft. Gaan jullie dan op de fiets de
omstreken bekijken
CORRY VAN D. Had je erge
haast, toen je dezen brief schreef? Ja,
de volgende moet weer eens wat lan
ger worden. Heb jij ook al plannen
voor den zomer gemaakt
JENTIEN B. Het nieuwe raadsel
i goed. Hoe oud word jij nu eigenlijk
ver een maand Ja, door al dat werk
zal je voor dezen wedstrijd wel geen
tijd hebben. Dan een volgenden keer
maar weer eens
MARIA J. PlëT. Ben je nu al
weer heelemaal uitgerust en heb je
r.og meer jïretjes in 't vooruitzicht
JOHAN VAN D. Nu dacht ik, dat
ik al zoo aardig op <le hoogte was en
nu kom je me warempel weer met een
heel nieuw woord op het dak vallen
Wil je me nu eens uitleggen, wat dat
nu weer is
WILLY II. De opening zal
..eerdaags" plaats hebben. Nu weetje
ook wel, hoe dat woord geschreven
moet worden. Ik hoop, dat je erg veel
plc-izier in Amsterdam zult hebben
PIET G. Het nieuwe raadsel is
goed. Ja, je mag ze daar ook wel uit
halen. Het zou toch heel toevallig zijn.
als een van de anderen datzelfde
boekje ook had Is dit boek ook weer
mooi
WILLY G. Wel, heeft Bello al
riendschap met liet duifje gesloten
Het is te hopen, dat hij dat maar
gauw doet, anders durven jullie hen
zeker niet samen in de kamer te la
ten Zit de duif in een kooi, en is zij
r.og erg jong? Is Moeder nu weer hee
lemaal beter en is er bij jullie nu
heusch heelemaal niemand meer ziek?
ZüS D. Ja, een motorbont glijdt
verbazend vlug en gemakkelijk over 't
water, liet is heerlijk, om er altijd een
tot je beschikking te hebben I En de
Vechtstreek is prachtig Hoe lang zou
je er tot Amsterdam over doen
JO en JAN V. Het nieuwe raadsel
is goed. Ja, een groote zolder is heer
lijk om te spelen, en bromt Moeder
niet als jullie al te liaid stampen of
springen want stilzitten doen jullie
ei zeker nooit 1
COR en J AN H. Jullie hebt ver
geten, bij de strikvragen de antwoor
den te zetten. Wil je ze me nu neg
eens opnieuw zenden en dan met de
antwoorden er bij Het raadsel is
goed. Hoe gaat het met Koos
CLASINA v. d. B. Of jou raadsels
al haast aan de beurt zijn, weet ik
hcusch niet uit mijn hoofd. Heb nog
maar wat geduld. Ja, help thuis maar
flink mee. dat is bestik hoop van
harte, dat Moeder gauw wat vooruit
gaat.
DOORNROOSJE. Vijf weken va-
cautie is een heele tijd! Ja, als het dan
maar mooi weer isHeb je al veel
plannen gemaakt en ga je Haarlem
ook nog uit
ARIE DE V. Als je nu je naam
vergeten had, zou ik het uit je briefje
toch wel begrepen hebbenmaar dat
is dan ook maar toevallig dezen
keerIk vind 100 verbazend veel. Zoo,
speelt Johan van D. ook zoo goed?
Hoe is het tegen Jong Victoria afge-
lcopen
ZONDER NAAM. Ik weet heusch
iet, wie er in Gelderland gaat kersen
eten, als er geen naam onder 't briefje
staat
JAN DE B. Mag j'e dit j «ar Tceren
zwemmen? En gaan jullie dan naar
Houtvaart, of leer je liet jezelf in
het Spaarae Sommige jong :en-
het gauw, maar het is voor een
heeleboel kinderen niet gcmaxbelljk
tlecren, geloof ik
RÏIODÏA. Naar Lisse is cok eer
heel eind, hoor! Beginnen jullie met
ec-n tram. of mag die er niet !>ij te pas
komen? Én zijn er ook wel eens wan
delaars, d»o halverwege moe worden
en het verder opgeven
BART L. Ik ben nieuwsgierig, of
ik nu deze week met het verslag viede
heb, of dat ik jullie hulp n<>5 eens
moet inroepen En wat doe jij nu op
je vrije middagen, als je niet speelt?
Ik denk, dat je dan met je leegen tijd
geen raad weet
ZÜS en AREND VAN L. Ik be
grijp toch nog niet. waar die brief van
jullie gebleven is. Wie zou hem voor
je in de bus gooien en hoe laat Het
nieuwe raadsel is goed, maar het
duurt nog wel eenige weken vóór het
aan de beurt is
JAN JOH. DE J. Je nieuwe raad
sels zijn best, masr niet ongeduldig
werden als ze nog niet gauw geplaatst
worden, hoorDe raadsels, die er nu
in staan, zijn bijna allemaal in
Maart ingezonden
LENA K. Ja, je hebt er een heel
werk aan gehad, maar de meeste in
zendingen komen pas op het laatst en
dus kan ik er nog niets van zeggen.
Je hebt trouw meegedaan den laatsten
tijd. Welken wedstrijd vond je nu het
prettigst?
HENDERIKA B. Ik vind je raad
sel erg aardig bedacht, hoor Maar
toch plaats ik het liever niet. Ivan je
zelf wel begrijpen waarom Bedenk
nog maar eens een ander. Ik denk, dat
je in een bak met duinzand in de felle
zon nog meer succes zoudt hebben! Of
waren de wortels misschien bescha
digd Ze zijn anders mooiHeb je
ook veel duinviooltjes gevonden
J B. P. Neen, vragen over het
ruilen van plaatjes plaats ik nooit
daar komen er dadelijk zooveel van,
dat er in onze rubriek voor niets an
ders meer plaats zou overblijven.
ANNIE en BETSIE S. Ja, aardig
dat jullie neefje nu ook meedoet. Ik
ben nieuwsgierig, of hij het even
trouw zal blijven doen als jullie.
Jammer dat jullie de vorige week
weer juist te laat kwamen Was het
briefje weer bij ongeluk blijven lig
gen?
ANNIE V. Wat zullen jullie
heerlijk geslapen hebben na zoo'n
wandelingEu vinden jullie het
Spuarne daar verderop u'et mooi ?Ja,
het raadsel was goed Je begrijpt uit
het antwoord nu zeker wel, hoe dat
raadsel met den naaldenkoker be
doeld was.
LENA B. Je opstel is heel aar
dig, maar ik kan liet zóó niet goed
gebruiken. Als je a.s Woensdag tus
schen 2 uur en half 3 even bij me
komt, dan zullen wij er een- over
spieken, misschien kan het wel wat
eranderd worden.
WIM li. Hel is nu ook juist de
mooiste tijd van het jaar om te gaan
botaniseeren. Je komt zeker altijd met
een trommel vol schuiten thuis! Droog
je de planten dan, of ontleed je z-e, of
wat doe je er mee Ik Iküi nieuwsgie
rig of de jonge Salamanders in het
leven blijven en of ze gauw groot
zijn
ANTON J. Je nieuwe raadsel is
goed. Ben je nu weer heelemaal in
orde? Je komt zeker weer eens gauw
het boek terugbrengen, is t niet?
TRUUS VAN B. Neen, ik wist
bt-e'euiaal aict, dat jij daar gewoond
hebt, al heb ik den naam toen dikwijls
op de. deur zien staan. Zijn jullie daar
al lang vandaan? En is dit huis groo
ter? Dat cc-rste was to h ook aardig,
vind je niet. met dat flinke balron?
Had jij "t kamertje aan den voorkant
van het huis? Vind je Engelsch pret
tig en schieten jullie er al hard mee
cp? Is dit het eerste jaar, of zijn jul
lie er verleden jaar al mee begonnen?
Ja, zoo tegen het laatste rapport is het
altijd een spannende tijd. Maar als
het vorige goed was. hoef je voor het
overgaan ook niet bang le zijn Heb
ben jullie al veel huiswerk? iloud je
zóó veel van lezen? Kom op een
Woensdagmiddag tusschen 1 en 2 uur
maar eens. dan kan ik meteen zien, <»t
ik je nog herkennen zou I
BEP en MARIE R. Dat is goed
schrijf me den volgenden keer maar
eens een langoren brief. Jullie hebt do
fic-ts zóó nogal mooi verdeeld. Wordt
er heusch nooit over gekibbeld En
moeten jullie zelf de reparatie beta
len, of 'neb je zooveel zikgekl met?
MARIE F. Ja, dat zijn als het
warm is, heerlijke tochtjes Hebben
Corrie en jij ieder een liets, of wordt
er dan een bij gehumd En heeft Va
der in de week uok wel eeus tijd enn
mee te gaan, of dc en jullie het dun
"s avonds Dau is het dikw ijls koel en
mooi buiten l
Mevr. VENEMA—v» DOORN.
15 Juni 1912.