ONZE jongeren weggelegd dezen slag meer toe te passen, in ieder geval i3 het raadzaam er zooveel mogelijk notitie van te nemen. Zet nu eens op het bord: Zwart schijven op 3, 5, 7, 17, 28 en 37. Wit schijven op 13, 20, 24, 29, 34 en 47. Een zeer gewone stand, waarin geen sprake is van voordeel van wit of zwart. Wit kan door 20—14, 139, 9—4 naar dam gaan; zwart door 28— 32, 32—38, enz. Nemen wij nu eens aan dat zwart do gevaren van den „Coup de Turc" niet kent en 22—28 als laatsten zet speelde, dan is de winst voor wit! Had zwart 22—27 gespeeld, dan was hij van de remise zeker geweest. Thans evenwel kan wit de „Coup de Turc" in toepassing brengen en zwart ver liest de partij. Wij zijn er bijna zeker van, dat ge de winst niet zoo gemakkelijk vindt; ze is fraai en eenigszins ingewikkeld. Zie hier: Wit Zwart 1. 47—42, 3748 2.29—23! de fraaie zet, 48:29 Zwart moet de meeste schijven slaan. Dat zijn er vier over de velden 34, 20, 13, 23 op 29. Een leuke slag van den zwarten dam. Na 48 29 van zwart slaat wit met schijf 24 tot 2, neemt dam en heeft gewonnen, daar geen der zwarte schijven "over de lijn 245 kan ko men. Een fraaie slag, niet waar?! Thans geven wij weer eens een vraagstukje ter oplossing en wel een zeer aardig, van den wereldkampi oen Weiss te Parijs. Zwart schijf op 15 en dam op 40. Wit schijven op 30, 34, 45 en dam op 47. Zwart was met zijn dam van 49 op 40 gegaan, denkende nog een witte schijf te slaan en zoodoende de remise te maken. Wit speelt thans evenwel en wint in 3 zetten 1 Laat nu eens zien of ge nut hebt getrokken uit al heigeen we reeds over het damspel schreven en zendt uwe oplossing in, uiterlijk Dinsdag 2 Juli a s. aan het adres hetwelk ho ven deze rubriek staat aangegeven. De Haarlcmsche Damclub houdt hare bijeenkomsten iederen Maandag avond van 8 tot 12 uur in het gebouw „De Nijverheid", Jansslraat 85, al hier. Liefhebbers van bet damspel zijn daar steeds welkom. Voor liet lidmaatschap kan men zich hij liet bestuur aanmelden. Inlichtingen worden gaarne ver strekt door den secretaris, den lieer J. Meijer, Kruisstraat 34, Telephooa no. 1543. Raadsels (Deze raadsels zijn alle inge zonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze, Jeugd" lezen. Do namen der kinderen, dio mij vóór Don derdagmorgen goede oplos singen zenden, worden in het volgend nummer bekend ge maakt). IEDERE MAAND WORDT ONDER DE «ESTE OPLOSSERS EEN ROEK IN PRACHTBAND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd in verband met liet aantal oplossin gen en op de netheid van liet werk. 1. (Ingezonden door Wirn M. He ijl), Zet onder elkander Een jongensnaam. Een stad in Nederland. Een bloem. Nog een bloem. Een stad in Nederland. Een land in Europa. Een stad in Schotland, Een stad in Rusland. Nog een stad in Rusland. Een stad in Duitschland. Een der Staten van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Een rivier in Noord-Holland. De beginletters vormen den naam van een groote stad in Noord-Ameri ka. 2. (Ingezonden door Gerritje Kok). Welk spreekwoord kunt ge hiervan maken, als ge de puntjes door mede klinkers vervangt. .ie ee. .ui. .oo. ee. a .e. ..aa.., .a.. e. .e.. i. 3. (Ingezonden door Jo en Jan Ver ton). Mijn geheel is een ding uit den ouden tijd van 18 letters eu biedt doorgang. In een 4 8 10 11 12 kan men wat bergen. i 1 10 11 12 is iels, dat na verbran ding overblijft. Een 7 15 9 15 16 17 wil niemand graag zijn. 13 6 18 10 wordt uit den grond ge baald. 12 5 17 4 is een vlug viervoetig dier. 3 1 2 is een jongensnaam. 14 8 is een familielid. 4. (Ingezonden door Gouda Drent). He hen een plaatsje in Liraburg. Verander mijn eerste letter en ik smaak lekker. Verander nogmaals mijn eerste letter eu ik kom in den winter. Verander nogmaals mijn eer ste letter en ik hoor aan het brood. 5. (ingezonden door Annie de Br ii ij n). Ik ben een graansoort. Geef mij een anderen staart en ik breng de verbinding tusschen werelddeelen tot stand. 6. (Ingezonden door J. J. Esser). Mijn geheel bestaat uit 4-4 letters en ts een spreekwoord. 3 20 21 27 7 heeft een paard. 15 42 28 18 is een huisdier. 4 38 20 11 25 is oen lekkernij» 30 31 32 is niet dichtbij. 12 8 29 40 is eon voorzelsel.- '1 6 10 36 is een jongensnaam, 22 39 32 is ©en vervoermiddel. 33 2 29 5 is een rand. On een 24 38 40 44 41 wordt ver- en gekocht. 22 43 16 36 is een jongensnaam. 19 2 23 11 14 vindt men aan een roos. 9 13 37 44 20 20 40 36 geeft licht. 40 34 35 is een rivier. 26 39 17 is een meusch. 7. (Ingezonden door Johan Schweit zer). Mijn eerste is niet dom. Mijn tweede is een lichaamsdeel. Mijn geheel is een vervelend kind. 8. (Ingezonden door Dirk Boeré). Zet achter een lichaamsdeel iets dat een knal geeft. Verander dan de 2de letter en ge krijgt een plaatsje in Noord-Brabant. 9. (Ingezonden door Bart Ligten- berg). Ik ben oen verbazend groot voer tuig, maar geen rijtuig, spoorwagen, schip of auto. Of ge zit, staat of ligt, ik leg ontelbare mijlen met u af. Ge durende de reis hoort ge geen enkel geluid van mij. En of het u behaagt of niet, ik zal u wakend en slapend nog ontelbaar veel mijlen verder met mij voortdiragen. Wat is dat 10. (Ingezonden door A. en J. Hoo- gerduijn). iet iet niet zei als tot dan komt zich ven kent niet Welk spreekwoord leest ge hieruit? 11. (Ingezonden door Anton Janse). Ik ben een nieuw vervoermiddel van 4 letters. Verander mijn tweede lettor en ge krijgt den naam van een voetbalclub. 12. (Ingezonden door Teunis Kok. Ik besta uit 27 letters en ge hebt over mij kunnen lezen in de courant. 1 25 6 15 23 is een meisjesnaam. 13 9 17 20 3 12 15 16 15 5 is eeu land in Zuid-Amerika. 1 5 24 7 is een drank. 4 2 19 is ook een drank. 22 18 8 14 is een vaartuig. 10 24 13 26 22 is een kruipend dier. 27 25 11 is eeu kleedingstuk. 21 13 17 20 24 gebruikt de timmer man en is tevens een lichaamsdeel. Raadseloplossingen De oplossingen der raadsels van de rorige week zijn 1. Zuiderzee. 2. Het is gauw botertje tot den boom. Brood, mes, thee, sneeuw, muis, Jet, bot, Otto, Simon. 3. Eerlijk duurt het langst. 4. Linde Linge. 5. Spreken is zilver, zwijgen is goud. Nier, rek, neus. leeuw, rivier, spier, goud, zil ver, pek, geen, zuiden, Gijs. 6. Boedapest. 7. Lemmer Emmer. 8. Triangel. 9. Nottingham. Ham, noot, tuig, tong, haag, mot» 10. Odense Odessa. 11. 12. Elba Elbe. Goede oplossingen ontvangen van Dora Weijers 12. Willy Germeraad 12. Henderika Bühner 12. Marie Francken 12. Zus Duursma 12. Cath. Doing 12 en 12 van de vorige week. S. Kapteijn 12. Johan Miedeina 9. Annie Vergers 12. Lena Koeleveld 11. J. Joh. de Jong 11. Zus en Arend U. v. Lohuizen 12. R hod ia 12. Jan Huijer 12. Cor Huijer 12. L. en W. Dom 12. Anton Janse 12. Jan de Bruijn 12. Truus van Bilderbeek 5. Piet Galjart 12. Bart Ligtenberg 11. Johau van Donselaar 11. Piet de Veer 11. Ari© de Vos 12. .To en Jan Verton 12. Cor en Nanne Nauta 12. Wilhelmiua v. d. Haar 12. Zonder naam 6. Arnold Vasen 12. Jan Vieselmau 11. Bcp en Marie Rüijzenaars 12. i Marie Landmcier 12. Corry van Dalen 12. Annie de Bruijn 12. Zonder naam 7. Zonder naam 10. Annie Elffers 8. Alida Kammeijer 12. Jentien Been 12. Annie en Betsie Stavenuiler 9. Dora Weijers 11. Leo Kamrner 12. Johan Schweitzer 12. Magnolia 9. STRIKVRAGEN. (Ingezonden door Henderika Bühner). 1. Wat is kleiner dan een korrel Wat is kleiner dan een muis Wat is kleiner dan een snipper Wat is kleiner dan een pluis 2. Waarin komen bankiers en tramkoetsiers overeen (Ingezonden door Cath. C. Doing). 3. Wat loopt van Amsterdam naar Utrecht zonder zich te bewegen 4. Hoeveel komen er nog na u 5. Het zijn twee volle broers. Do één is mijn oom en de ander niet, hoe kan dat 6. Jan is wijs, maar wie is wijzer? (ingezonden door Cor en Jan Huijer). 7. Een boer Itad een kalf eu de moe der van den hoer was ook de vader ran het kalf. Hoe kan dat (Ingezonden door Bart Liglenberg). 8. Het is weg en het blijft weg, en toch is het er 1 Ra, ra, wat is dat (Ingezonden door Anton Janse. 9. Welke lianen eten geen haver Welke paarden willen geen klaver? Welke knechten krijgen geen looft? Welke koning zit op geen troon (Ingezonden door H. Bühner). 10. Wie kan met rooden inkt mooi zwart schrijven BEGRAVEN PLAATSEN. De antwoorden der begraven plaat sen van de vorige week zijn 1. Klaaswaal. 2. Han. 3. Batenburg. 4. HedeL 5. Aken. 6. Houten. 7. Leur. 8. Goes. 9. Harderwijk. 10. Einden. 11. Delft. 12. Apeldoorn". Goede antwoorden ontvangen van Dora Weijers 12. Willy Germeraad 10. Henderika Bühner 10. Marie Francken 12. Zus Duursma 12. A. Winkler 10. Cath. Doing 12 en 9 van de vorige week. Annie Vergers 9. J. Joh. de Jong 7. Zus en Arend II. van Lohuizen 9. Rhodia 12. Lena Koeleveld 12. Anton Janse 12. Jan de Bruijn 10. Piet Galjart 12. Truus van Bilderbeek 7. Johan van Donselaar 11. Jo en Jan Verton 12. Cor en Nanne Nauta 11. Wilhelmina v. d. Haar 10. Arnold Vasen 11. Jan Vieselman 9. Bep en Marie Ruyzenaars 12. Corry van Dalen 12. Annie de Bruijn 12. Zonder naam 11. Zonder naam 9. Alida Kauimeijer 12. Jentien Been 12. Dora Weijers 12. Magnolia 7. BERICHT WEDSTRIJD. Inzendingen voor den yvedstrijd ontvangen van: J. P. van 1-Iemert. Willy Germeraad. A. M. E. Brandsma. Zus Ozïnga. A. Winkler. Piër Heidwcïller. HET WONDERGLAASJE, Door E. S. (Slot). De dag vari het „examen" was voor bij. Toen Hein Govert nog dienzelf- den dag, om drie uur 's middags had verteld over do vragen, die m'nheer hun gesteld had, van Nederland en de groote rivieren en Alva en Filips 11, en van verschillende werkwoor den en sommen, waarin ze rente moesten berekenen en zoo... toen had hij even gehuild, heel stil.... toen hij veer alleen was. En toen had zijn moeder de bedsteedeur opeugestoo- ten, en had ze de kamer ingezien, en gevraagd, wat Govert scheelde.... met haar zachte, matte stemEn toen had hij gauw, met den rug naar haar toe, de tranen weggeveegd, en ge zegd: „O, rmj niets 1", maar z'n stem had gebeefd en z'n moeder had be grepen Nu was alles voorbij. En Govert ging stil verder met in huis alles netjes te houden... met treurige, stille gelatenheid. En eens, terwijl hij be zig was, aardappelen te schillen, met z'n rug naar de deur, toen werd deze ineens opengedaan.... En Govert kreeg een kleur als vuur loeu hij, zich omdraaiend, den boven meester zag staan, met z'n goedhar tig gezicht. ,,7.oo, zoo, nog druk aan 't werk vroeg hij. „Ja, meester", zei Govert zacht, d' oogen neerslaand. Maar meester tikte hem op den schouder en ging heel gewoon op een stoel zitten. „Hoe is het met je moeder?" vroeg hij toen, belangstellend. „O", zei de jongen fluisterend, „ze slaapt nu. 't Gaat goed vooruit. Vrouw Meinders geeft ons zooveel ou de dokter, en vrouw Smit, voor wie ik vroeger altijd met brood liep, Za terdags l" En toen hield hij even op, en be gon daarna weer „Ze tobt er wel heel org over, dat vader over een maand weer op de boterfabriek gedaan zal krijgen... cn dan weer ander werk moet zoeken. Vader is maar los arbeider, weet u!" En toen. vreezend dat hij te veel had, kreeg hij weer een kleur zweeg, en schilde verder de aard appels. De meester bleef lang. Hij vertelde van het examen, en dat het zoo jam mer was, dat Govert er niet geweest was, en dat die m'nheer 't ook zoo jammer gevonden had. „Heusch, die ouwe, m'nheer ook?" vroeg de jongen vol verbazing, en kreeg hij weer een kleur, maar van blijdschap. „Ja, die ook!' herhaalde de mees ter. „Weet je wat je doen moest? Je moest hem eens gaan schrijven. Hij vroeg zoo belangstellend naar je, toen ik vertelde waarom of je niet op school was. Heusch, die m'nheer houdt veel van jongens, die op school hun best doen, zooals jij. Doe 't maar gerust. Als je den brief af hebt, brengt hem dan maar bij mij, dan zal ik 't adres wel schrijven en hem wegzenden... I" 't Was Govert, als droomde hij. De vragen, die meester na dien tijd nog deed, beantwoordde hij geheel ver keerd hij was verstrooid En toen de meester weg was ge gaan, en alles stil was in de kamer, en hij niets meer behoefde te doen, toen begon hij dadelijk ie schrijven, op 't postpapier, dal de meester hem gegeven had. Hij schreef hoe ziek z'n arme moeder was, doordat ze niets at, en de zon niet scheen in de ka mer, hij schreef, hoe vreeselijk hij 't gevonden had, niet op 't examen te zijn geweest, en toen dacht bij aan do bloemen, en hij vertelde van het wouderglausje, dat hij gevonden had, de bloemen, die zoo prachtig waren, als hij er door keek; die hij altijd zag als hij even z'n oogen dicht en hoe graag, hoe zielsgraag hij daar meer van zou willen weten, hoe de gedachte aan de wonderschoo- natuur het eenige was wat hem troosten en opbeuren kon als hij ver moeid en versuft raakte in het kleine kamertje Al maar door schreef hij drie, zes, acht kantjes vol, steeds vlugger-, met stevige, en toch losse, flinke let ters, En toen hij den brief klaar had, schoof hij alles van zich ai en dacht langen tijd na, met beide handen on der het hoofd. Denzelfden dag nog bracht hij den brief naar den bovenmeester, die hem weg zou zenden. „Je krijgt er vast wel eentje terug", voorspelde hij. En t was waar. De oude m'nheer schreef terug. Hij schreef, dat hij den brief zoo mooi had gevonden, cd hij vroeg wat of Govert later worden wou Govert ging met den brief naar den bovenmeester. „Ik begrijp 't niet", zei hij en dat deed hij wer kelijk niet. En toen legde de meesier hem alles uit, dat die oude menheer heel rijk was, en hen helpen zou, omdat hij gehoord had, dat Govert zoo goed lceren kon, en omdat h:j schik in zulke jongens had en ze graag ver der wilde heipon. En nu moest Go vert hem maar schrijven, wat hij graag wilde worden, zei meester. Govert schreef. Hij schreef een brief, overvloeiende van blijdschap, van dankbaarheid. Maar hij schreef ook, dat hij liever wilde, dat de men heer z'n moeder en vader hielp, om dat die 't uoodiger hadden dat moe der niet meer in 't steegje kon blijven wonen eu nog veel meer van dien aard. En de menheer scliroef weer een brief, maar nu aan Govert's ouders, die er niets van begrepen. Er stond in, dat ze naar de stad moesten over komen, dat daar wel werk voor va der was op de fabrieken, daar was hij, do oude mijnheer, zeker van. En anders zou hij hen wel helpen De meester kwam bij hen (hij hod ook een brief van den ouden heer gekregen) en die legde hun alles uit. Zo overlegden met hem, wanneer ze gaan zouden, hoe ze gaan zouden, kortom alles. En de meester was een goede rnadgeverl Een paar weken daarna was 't donkere huis in 't steegje waar nooit de zon scheen, leeg, ovenals de plaats op de bank voor Hein die er zoo be duusd naar kon kijken, vooral als de een of andere moeïelijke som niet wou uitkomen, of als hij met 't ccn of andere werkwoord verlegen zat Ook de meester miste het erasli&e, nadenkende gezicht van den jongen, meer, dan hij wilde laten blijken. En ook de bakkersvrouw wist niet hoe ze 't had, toen 's Zaterdagmiddags om lialftwee niet de schel in den winkel boven de deur klepte, en de welbe kende jongensstem „Vollek" riep. Het viel Govert's vader niet moei lijk met de aanbeveling van <ïcn rij ken, ouden, overal bekenden hoor, werk te krijgen. De kinderen gingen alle drie naar de school, Govert was weldra, toen hij een beetje aan al de nieuwigheden gewend was, een der beste leerlinge:. in de klas. Zijn moeder fleurde onder de gun stige omstandigheden waarin zo nu verkeerde geheel op. Ze kon er zici, best in schikken, niet meer voor an deren te wasschen en andere, nieu we en betere meubelen om zich hoen te zien Govert is nu een geleerd man, dank zij de hulp van den ouden mijn heer, die nog vaak betuigde, dat hij nooit verwacht had, zooi eel pleizici van zijn daad te zullen hebben. En vaak, heel vaak nog denkt Govci i aan de droevige dagen van vroeger, ra aan do school en Hein en de verre- stille weiden om 't dorp heen. Nu weet hij wel dat de meester op den dag van 't examen hem bij den ouden had aanbevolen om geholpen te worden maar heel in 't begin meen de hij werkelijk, dat hij al z'n geluk te danken had aan 't glaasje, net als men wel m de boeken leest, in sprook jes. Dat glaasje, dat hem zooveel wonderlijke dingen had laten zien van de reine bloemen, bloeiende en groeiende in de zon, die alles daar zoo kwistig met goud begoot daar buiten... in den zomer! Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kinder-aldeeling moeten gezonden worden aan Mevrouw Venema— Doorn, Wagenweg 88, Haarlem). In de bus gooien, zonder aan schellen PIET G. Ja, aan een j'aartal heb je r.iet veel, als jc je niet in die toestan den zoo'n beetje kunt verplaatsen. Heb je zelf ook wel boeken met ge schiedkundige verhalen BART L. Ze zullen wel komen, Bart, maar deze raadsels ziju bijna alle maal al in Maart ingezonden. ARIE DE V. De nieuwe raadsels zijn goed. Ja, goed afgeloopen, hoor! maar het was Woensdagmiddag toch te warm om te spelen, vind je niet JO en JAN V. Do nieuwe raadsels zijn goed. ANNIE de B. Ja, dat wordt ccn heerlijk tochtje! Ik wou, dat ik mee ging, hoor I Waar Iogeeren jullie ln 'V. en gaan er ook fietsen mee Of heb jij ei alleen maar oen? Was dit liet eerste ongelukje, dat je met de fiets bad Eft is zij dadelijk gerepa reerd, of moest je een nieuwe band hebben Hebben jullie gisteren een prettigen dag gehad Nog wel gefeli citeerd, hoor ZONDER NAAM. In Heemsted» Io geeren is heel prettig, maar ik weel heusch niet, wie je bent. JENTIEN B. ITet nieuwe raadsel is goed. Ja, liet weer zou nu voor Moe der ook prachtig zijn Wanneer heeft Vader weer eens den tijd om mee uit te gaan JAN V. Over een poosje raad je ze allemaal, Jan Doe maar trouw mee! BEP en MARIE R. Ja, als je liem druk gebruikt, is er nogal eens wat te repareereu 1 Maar schoonmaken Kunnen jullie dat heelemaal zelf?of helpt Vader daar aan? MARIE L. Op de fiets van hier naar Amersfoort is toch een heel eind. lloe lang reden jullie daarover Het is prettig, dat Corrie gelijk met jou gaat. Dan kunnen jullie samen ook nog eens uitgaan. Begin je al erg naar je kleinen neef te verlangen CORRY v. D. Ja, voor een hand werkje houd je dan al gauw wat tijd over. En 't is prettig, als je nooit leeg hoeft te zitten. Ik kan me begrijpen, dat je het heerlijk vindt, samen naar A. te gaan Dat wordt een prettige vacantie, hoor I COR en NANNE K Heb je veel ple zier gehad in de duinen Neen, ik neem je niets kwalijk, dat je daardoor niet veel tijd voor het briefje had. Profiteereu jullie maar van 't mooi© weer, hoor I 't Is gauw genoeg weer winter en dan schrijf je vanzelf weer lange brieven. WILHELMINA v. <L H. Zóó was jij datJa, dat kan ik heusch niet ra den. hoor, al heb ik al heel wat raad seltjes opgelost van mijn leven. En vertel me nu eens hoe lang je daar heen gaat en hoeveel je er dan wel aan kunt I ARNOLD V. Je begraven namen zijn prachtig, hoor Die mag je nog wel wat bedenken J. JOli. DE J. Ja, de zomervacantie is heerlijk. Hoe meer die nadert, hoe- harder we er naar verlangen Jo nieuwe raadsels zijn best. Heb je die zeil bedacht ZUS EN AREND II. v. L. Jo nieuwe raadsel is best. Verlangen jullie ook al hard naar de zomervacantie en gaan jullie de stad ook nog uit Of hebben jullie al plannen gemaakt om flink naar buiten te gaan Spolen I jullie dikwijls in de duinen RHODIA. Dat vjnd ik ferm, hoor, lat niemand over moeheid praat. Ik hoop. dat julüe het niet al te warm treffen, want Lisse is een heel eind. Gelukkig, dat het zoo'n mooie weg is I De nieuwe raadsels zijn goed. JAN en COR II. Waarom waakt Moeder daar, nu Koos weer thuis is 7 En is iiij weer heelemaal beter Mag hij alweer wat uitvoeren De nieuwe raadsels zijn goed. PIc-R H. Wel, dat vond ik aardig, lat jij daar ook opeens weer boven water kwam Hoe is 't met jullie 1- iemaal eri staat de tuin mooi van 't jaar? en ben jij nog op de Am bachtsschool op de Nassaulaaii ANTON J. Het nieuwe raadsel is goed. Waren dat allemaal inuggebe ten OI hoe kwam je er aan Geluk» kig dat het nu weer boter is. JAN DE B. Ja, de strikvragen zijn best Door het dikwijls te doen, leer je uet hoe lauger hoe gauwer. Verlang jij ook al naar de groote vacantie ZUS D. Ja, 't heeft veel geonweert den laatsten tijd en ik denk, dat we nog wel wat meer zullen krijgen, want het weer verandert zoo dikwijls, en zoo gauw tegenwoordig. Neon, als io onder de hoornen loopt, is eon har de onweersbui niet prettig. Hebben jullie ook groote hoornen om het huis heen en staan er ooV vruchten in deo tuin A. W. Ja, zeker, mag j'e mee blijven doen als je in F. bent. Dan moet je me de oplossingen maar sturen. Ben je ziek geweest, of wou de doktor je tr.aar wat dikker hebben De nieuwe begraven namen zijn goed.. S. K. Je moet je briefje niet in de Groote Houtstraat bezorgen, maar op den Wagenweg No. 88. JOHAN M. Al doende leert, Jobam Be denk, dat je er boe langer hoe meer gaat vinden. ANNIE V. Nu heb je voor morgen ze ker weer goede plannen eu Woens dag met het prachtige weer ben je ook zeker niet rustig thuis gebleven 1 Ben je ook wel eens in Monnikendam geweest LENA K. Ja, dat kan wel De kans op een prijs maakt het werken pret tiger Heb je pas één maal iets ge wonnen Dan zal 't nog wel eens ge beuren, denk ik, want wie zóó trouw meedoet is allicht weer eens hij de winners. MAGNOLIA.. De nieuwe raadsels zijn goed, cn ik vind het andere ook goed. Schrijf mij nog eens even. hoe oud je nu precies ben en wil je dan iederen keer je eigen naam eu deze allebei onder je werk zetten LEO K. Ja, 't was Woensdag wel wat warm voor zoo'n verre wande ling. Hebben jullie voor morgen al weer plannen gemaakt? JOIIAN S. Ja, wie veel van planten en insecten houdt, vond het zeker in N. prettiger. Maar ik hoor ook dik wijls van anderen, dat vestingen-ma ken aan het strand nooit verveelt Ging je ook baden ANNIE cn BETSIE S. 't Was goed dat liet onweer Woensdag pas zoo iaat kwam, anders waren er in de duinen heel wat menschen en kinde ren door den regen verrast. Nu is iedereen nog droog thuis gekomen. Gaan jullie morgen weer? J. P. v. 11. Neen, de volgorde doet niet precies toe, als ze maar alle maal goed zijn 1 ZUS O. Je hebt heel wat te doen gehad met ze allemaal zoo keurig op tt schrijven. Vond je het eeu prettig werkje WILLY G. Jij voelt je zeker wil erg gewichtig, nu je zoo op Moedor mag passen En maak je nu heele maal geen leven in huis, zoodat Moe der niet opeens wakker schrikt van een deur die dichtslaat, of een sfoel, die omvalt? En ca at het nu al weer wat beter? Nu, ik hoop ook. dat het niet lang duurt, hoor. en dal je me gauw weer wat vroolijker kunt schrij ven. HENDERIKA R. Ja, slango- kruid kon ik wel, dat is een aardig blauw bloempje! Heb je in de duinen nog meer gevonden, en ken je al veel namen van bloemen? Deze raad sels zijn best en moeten op hun beurt wachten. MARIE F. Bij Vader op de fiets is wel wat gevaarlijk, vind je niet? Wist je wel, dat dat in Haarlem ver boden is? Mag het bij jullie in Heem stede nog wel? Ja, op warme dagen is het prettiger oui 's avonds te fietsen. Kunnen jullie iu den tuin ook zitten? Of staut hij daarvoor te vol met bloe men? NELLY v. d. B. Wanneer gaan jullij naar IJniuiden? Ik hoop. dat uet een prettig tochtje word', hoor! Uoeveei gaan er mee? Ziet Jaap erg tegen liet examen op, of zou liet wol gaan? En jij bent ook zeker niet bang i oor het overgaan, is 't wel? MaaU nu maar dat in dit schrift allemaal*' negens komen! Wat zal Moeder dan blij ziju! Mevr. VENEMAv. DOORN. 22 Jum 1912.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 15