AARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
DE MILLIONAIRS
DINSDAG 2 JULI 1Ö12
Van onzen Reizenden
Redacteur
THET OERA LINDA BOK.
De ouderen hebben het langzamer
hand vergeten en de jongeren, die
den strijd niet hebben meegemaakt,
kennen voor het meerendeel alleen
den naam van „Thet Oera liuda bok",
die voor Ilollandsche ooren zoo raad
selachtige woorden, waarvan de echte
echte bries evenwel dadelijk den zin
verstaat, n.L: „Het Over-de-Linden-
boek".
En er zou geen actueele aanleiding
voor mij zijn geweest om deze zonder
linge geschiedenis uit de zeventiger
jaren nog eens weder op te halen,
wanneer niet een lid van de familie
Over dc Linden, dc eigenaar van dat
famcuse handschrift, niet opnieuw de
aandacht op de zaak gevestigd had in
de zooveelste brochure over den be-
faamden oudheidkundigen schat zijner
voorouders, die volgens sommigen
een waardevol document is, waar
door de geschiedenis der oudste tij
den verklaard wTordt, terwijl anderen
het „Ora Linda Bok" voor een mys
tificatie houden, een valsch geschrift
gemaakt door den werkbaas der Ma
rinewerf in Den Helder. Cornells Over
de Linden, gelijk men eerst beeft ge
meend, of door Haverschmidt, wiens
pseudo Piet Paaltjes een onverganke
lijke plaats in de literatuur heeft ver
worven.
Al de menschen, die zich voor deze
zaak warm hebben gemaakt, elkaar
hebben bevochten met bitteren ernst,
zijn sindsdien overleden: Dr. Ottema,
de geleerde, die bet handschrift heeft
uitgegeven in een 250 bladen tellend
boeit, de velen die er vlugschriften pro
en contra over hebben opgesteld, de
Duitschers, die het werk vertaalden,
de Engelscheri, welke ditzelfde in bun
taal deden en zaken zijn zaken
aan de familie Over de Linden twaalf
duizend gulden boden maar ver
geefs voor het bezit van het docu
ment, dat de geschiedenis tot aan den
zondvloed heet te bevatten, zij allen
zijn heengegaan, behalve één.
En nu het „Nieuwsblad voor Fries
land" met de mcedcelmg is gekomen,
dat die cene er alles van afwist, heb
ik in een onderhoud met hem ge-
traent wat meer klaarheid te krijgen
i i de zaak van dat belangrijk stuk,
belangrijk nog al wordt de valsch-
heid er van onomstootelijk vastge
steld omdat gelijk een Duitsch
schrijver zoo juist over dat „Oera
Lmda bok' opmerkte: „Wij heb
ber. hier dan toch tc maken met
een verdichting, die wegens haa'r
hoog ethisch- gehalte en haar oor
spronkeiiiken vorm voor geruimen
tijd waarde zal blijven bezitten".
Dat ik mij al des morgens vóór ne
gen uur bij den ?2-jarigen heer Johan
kier aandienen liet. was geen ge
volg van onbescheidenheid, doch al
leen hiervan dat de heer Winkler, om
even na negen uur vast al naar het
Haarlemsche Stadhuis zou zijn, om
daar ettelijke paartjes te trouwen.
Warit deze taalkundige, die niet al
leen op 't gebied der Friesche taal
een goeden naam heeft, maar ook op
het algemeene terrein van het Neder-
landsch groote kennis heeft bijeenge
gaard, is na zijn ontslagneming als lid
van den Raad nog ambtenaar van
den Haarlemschén Burgerlijken Stand
kunnen blijven, omdat het Haarlem
sche Gemeentebestuur zulk een waar
deering nad voor de waardige wijze,
waars..» ac neer inkier de Huwelij
ken sluit, dat door wijziging der be-
siaanue verordening, nem bet vervui
len zijner functie bleef opgedragen
Maar niet den zielenaaneensmeder,
doen deu man v -ra Linda
bok" zocht ik.
Ik had nu eigeni.jiv maar never,
dat er over die zaak verder gezwegen
werd, tot m'n dood, zei de heer Win
kle! toen ik hem een ir.iêidende vraag
gesteld had. -- Want ik heb al zooveel
or aangenaamheden over die kwestie
gehad, dat ik er mij maar liever niet
meer mee bemoei.
—Dus is het juist, stelde k vast,
dat u het kistje met bescheiden om
het handschrift hebt opgezonden aan
het bestuur van het „Friesch Genoot-
Bchap
Ja, antwoordde de heer Winkler.
Drie jaren geleden heb ik alles, wat
ik over deze zaak onder mijn berus
ting had, bijeengepakt en aan. het
Friesch genootschap te Leeuwarden
gezonden, met de bepaling, dat dit
niet mocht geopend worden vóór mijn
dood.
Waarom, als de vraag niet onbe-
icheiden is, stelde u die voorwaarde
Omdat die bescheiden minder
aangenaam moeten Zijn voor de nog
levende nakomelingen van deugecu,
aie Je ■nyalilicalie gepleegd beeft.
—Dus u gelooft aan een verval-
sching
ja De familie Over de Linden
heelt wel een handschrift gehad, maar
dat is overgeschreven.
Het „Oera Lmda Hok" is een valsch
geschrift, geiuaaitt door Haver
senmidt. Hij heeft daarmee geen
kwaad bedoeld. Oorspronkelijk is nij
van plan gewest, om iemand, een
richting, eens een poets te bakken.
Ik ben de etnige, die het weten kan
c-n ik hen ook de geheele zaak meeg-
maakt, want ik was destijds, toen k
als medicus te Leeuwarden gevestigd
was, bibliothecaris van het Friesch
Genootschap. Maar degeen, die Ha
verschmidt er tusschen wilde nemen,
is er niet ingeloopen. maar wel Dr.
Ottema, die het geschrift voor echt
heeft uitgegeven.
Dus het kan geen echt stuk ge
weest zijn
—Neen Het was wel geschreven in
oud-Friesehe teekens. doch de sl»u-
tel tot die laai lag er bij.
Dan is er de naamskvvestie „Oera
Linda", d. w. z. over de linde, dus óf
iemand, die tegenover het Friesche ri
viertje de Linde, óf tegenover den lin
deboom woonde. Maar daar de g--'-
siacmsnamen uatooren uit het begin
der likiï eeuw, is het niet waarschijn
lijk, u.u ue geslachtsnaam Over de
Luiden reeds bestond. De onwaar
schijnlijkheid ligt er ook dik op, want
er komt een mededeeling ïu voor, dat
het eiland Kreta dien naam ontving,
omdat Jc bewoners zulke woeste ki .■-
ten slaakten, toen de Friezen daar
voorbij voeren.
Wie wilde Haverschmidt er dan
eigenlijk laten mJoopen
De lieer Winkler aarzelde. „Wacht
u nu nog maar een poosje, totdat ik
dood beu', antwoordde hij eindelijk.
Ik hoopte dan nog maar heol lang te
moeten wachten.
Ja, zei de heer Winkler, lachend,
dat hoop ik ook maar- ik ben 72 en
u weet, dat in den Bijbel staat, dat de
joren der menschen zeventig zijn en
voor wie sterk zijn tachtig.
legem ver de meedeelingeu van den
lieer V\ niKler staan de brieven van
Haverschmidt, algedrunt in dc on
langs verschenen brochure van den
heer L. F. Over deLindan, waarin de
ze perliuout ontkende het Oera luid a
bok gelezen of geschreven te hebben.
Ook Dr. Eelco Verwijs ontkent schul
dig te zijn aan de samenstelling van
hel geheimzinnige boek, dat ook hij
voor een mystificatie houdt.
In deze brochure komt ock een brief
voor van den oud-zeecfficier W. M.
Visser, die daarin meedeelt reeds
1854 van C. Ovei de Linden gehoor-l
te hebben over het handschrift. Dit is
hierom van belang, wijl m het pas i-
ter in druk verschenen geschrift, ook
het een-en-ander voorkomt over e-.
bezoek aan de bewoners der Zwitser-
sche paalwoningen. Wanneer na in
derdaad voor 1854 reeds daarover ge
schreven was in het Oera Linda Bok,
dan zou dit pleiten voor de eontueid
van het werk, omdat deze paaiwouin-
geu veel later dan 1854 ontdekt zijn.
Indien men hier inderdaad met een
nagemaakt handschrift te doen heeft,
dan moet het toch verwondering wek
ken, dat iemand daaraan zuiK een
schut van kennis en lijd verspild
heefteen schat van kennis, want in-
uieu het verzonnen is, kan net met sa
mengesteld zijn dan door iemand, die
een groote kennis van de geschiedenis
der oudheid, van de geogiafie en van
ue oua-1' riesche laai bezat.
In dit opzicht is dan ook wel teoke-
nt-ud, wat Ie geleerde Dr. Ottema er
van gezegd lieeft„lk wild© dat ik
zoo knap was, om het te kunueu ma
ken". lien schat van tijd moet er ook
voor het schrijven noodig geweest
zijn Bekent men nu nog niet eens
mede do jaren stadie, voor de samen
stelling L noodig-, dan nog zou net
schrijven van „Thet Oera Linda
Bok'of béter het teekenen van de
oud-Friesche karakters, geruimen
t'i-1 hebben gevorderd. Dr. Ottema
had voor het maken van een afschrift
driehonderd uur noodig.
De plaatsruimte ontbreekt mij, om
ee<. overzicht van den inhoud van het
werk te geven. Daarom moet ik er
mee volstaan, op eenige punten tc
wijzen, die den lozer een indruk kun
nen geven van den aard van dit
eigenaardige boek.
De meedeelingen, in het handschrift
vervat, zouden door verschillende
schrijvers en schrijfsters opgeteekend
zijn.
Eerst Adela, een priesteres der Frie
zen. die in de oude tijden ons land
hebben bewoond langs de geheele
Noordzeekust, van Zeeland tot Gro
ningen toe. Deze Auclu vangt de ge-
sciuedenis .r Friezen aan na den
grooton vloed, die over de aardo is
gekomen en door historici op 2193
jaar voor onze jaartelling wordt ge
steld. Bij dien groote» watervloed
zou het „atïant" of ..aldland,
waarvan o. a. het eiland Helgoland
een overblijfsel moet zijn, in de me
veidwenen zijn. Tot ongeveer 1000
jaar voor onzo jaartelling behandelt
di priesteres de geschiedenis des
vclks. Haar kinderen Adcbrost en
Appoloma vertellen dan van den in
val der vreemde volkeren, die de
Friezen uit een groot deel van hun
woonstreken terug drongen.
Frcthurik Oera Linda verhaalt de
verdrijving van de barbaren door een
groote n stormvloed, omstreeks 305
voor Chr.
Eenirre schrijvers zetten dan de ge
schiedenis voort, totdat eindelijk een
ongenoemde schrijver omstreeks 100
jaar voor onze jaartelling het hand
schrift beëindigt.
Liko Oera Lmda vermaakte in het
jaar 803 liet manuscript aan zijn na
zaten en vroeg hun „om onze lieve
voorouders wille en om onze lieve
vrijheidsvviJIe duizendmaal goede
zorg voor het geschrift te dragen en
het niet aan vreemden te laten zien.
In het jaar 1255, aldus zegt <le inlci-
aan haar den naam Hellenen te dan
ken hebben. En de zwervende ciysses
moet op zijn tochten bij NeheJlenia op
Walcheren vertoefd hebben.
Minos, de beroemde wetgever van
Kreta was een Fries. Het land der
Friezen was zoo uitgebreid dat in hun
gebied geheel Europa viel bewesten
de lijn K.mugsberge i-Triest, al deze
wonderbaarlijke zaken en veel meer
nog kan men in het go6cbxiit van Li
ko en Hiddo lezen.
Misschien noopt deze opsomming
van raadselachtige punten uit het
„Oera Linda bok de jongeren weder
om tot kennisneming van den inhoud
van dit in alle opzichten merkwaar
dige geschrift; ook in het geval, dat
de bescheiden van den heer Winkler
het manuscript onbetwistbaar als een
vervalsching kenmerken zullen.
JAC. C. M. Jr.
vloed gered, die het land overstroom
de en de Zuiderzee deed ontstaan.
Hiddo schreef het beschadigde exem
plaar over en dit document is het
geschrift, dat van vader op zoon in
de familie Over de Linden heet ge
bleven te zijn
Naar de meening in Dr. Ottema
zouden Liko en Hiddo Oera Linda ge
woond hebben op de plaats waar la
ter Leeuwarden gesticht is.
Men ziet uit deze meedeelingen,
dat, ware het handschrift echt, dit van
zeer groote historische heteekenis zou
zijn. Maar meer nog zou dit het geval
zijn wegens den inhoud van het do
cument dat de alle>">'©»kwnarrligsté
berichten bevat omtrent de oudste ge
schiedenis van Europa.
Gelijk men weet vw-rdt do meening
algemeen gedeeld dat Europa in de
oudheid is bevolkt geworden door de
Ariscne stammen uit het tegenwoor
dige Engelsche Voor-JLnuiè. Het Oera
Linda Bok bevestigt deze onderstel
ling, en breidt haar uit met deze ver
bluffende mededeesiug, out die Ariërs
uit Voor-Indïë eigenlijk Friezen wa
ren, die later weer naar hun land
streken zijn teruggekeerd.
De godin Frya Van I-'r a-Arya leidt
men den naam Ariërs af), zou dan ei
genlijk een Friesche priesteres ge
weest zijn en haar volk: de Friezen,
fl. w. z. de Frya's kinderen, de stam
vaders van het blanke ras. Bovendien
zou de Friesche beschaving het aan
zijn hebben geschonken aan de Euro-
peesche cultuur. B.v. het schrift en
de cijfers zouden wij niet verschuldigd
zijn aan de Phenieiers en Arabieren,
gelijk men tot-nu meende, doch aan
de Friezen. Dat schrift en de cijfer-
teeben's zijn afgeleid uit het wiel,
waarmede de Friesche Kroder (kruier)
de zon langs het hemelgewelf reed.
En inderdaad zijn in alle 34 schrift
en lettervormen van het Oera Linda
Bok, fragmenten van het zonnewiel
{het juut} te herkennen. Een herinne-
ring aan het -ntleenen van de tee-*
kens aan het juul door Freya zou nog
bij onze St. Nikolaas- en Kersttecsien,
waarin ook de gcdaJi.e aan het oude
juulfeesi schuilt, voortleven door 't
geven van de banket- en chocolade
letters en de ronde kerstkransen. Ook
zou de Friesche taal de stamt..a. van
deliurupeesche uilen ge o~ 1-ebben;
ook het sanskriet, in welk woord men
den Frieschen klank soriskrift (zonne-
schrift, d. w. z. schrift ontleend aan
het zonnewiel), meent te hooren.
De bekende „Ramayan" het helden
dicht der onde Indiërs zou dus zoo al
niet een oorspronkelijk Friesch ge
dicht, dan toch een onder Frieschen
invloed ontstaan epos zijn.
Uit de rijke stof van het Oera Linda -
bok kan ik voortgaan to vertellen.
Athene (van Athc-mannen, d. w. z.
vrienden-mannen) zou gesticht zijn
door de Friesche priesteres Nehclle-
nia, die op Walcheren haar heiligdom
heeft gehad. Do Grieken zouden
Buitenlandse)! Overzicht
Be o or: s a tasscbia Itilll enTirktje
Een Russisch blad meldt, dat bij de
samenkomst van den Duilschen Kei
zer en den Itussischen Tsaar ook de
vraag zal worden besproken, of de
Italiaansch-Turksahe oorlog niet kan
worden beëindigd, door Turkije in
piaat3 van Tripolitaiiiè, dut net aan
Italië zou moeten afstaan, een scha
deloosstelling aan de Parzische gren
zen te geven, in liet gebied waarover
tusschen Turkije en Perzië sedert lang
grensgeschillen bestaan. Dit gebied
ligt in iiet N. \V. der grens bij Sal
inas en Choi. Het zou aan Turkije
worden afgestaan onder de verplich
ting er geen vestingen aan te leggen
en geen troepen te houden.
Van een andermans leer is 't goed
riemen snijden" zoo zal de Pers met
een zuur gezicht mopperen.
Hussein Dsjahid, de bekende Turk-
sche politicus en leider der Jong-Tur-
keu, vertoefde te Berlijn en werd door
oen journalist geïnterviewd.
Hussein Dsjahid vertelde nog eens
uitdrukkelijk, dat het beticht in het
half-offïeieiise regecringsorgaan „Ta-
r.ïn", als zou 1 ur.-iije geneigd 2ijn de
kuststeden in Tripolis aan Italië af te
staan, volkomen ongegrond
is en op een misverstand berust. Op
de vraag of er geen enkele basis te
vinden was, waarop Turkije vrede zou
siuiteu, antwoordde hij, dat
Turkije uileeu economtscne voordeel ;n
aan liane wenscht toe te staan, ook
jö Turkije heieid verdere vraagstuk
ken nauwkeurig in een programma
omlijnd aan het Haagsene scneids-
geiecnt te onderwerpen. Over de Dar-
aaneiiea-vj -«.i de Turk, dat dit
geen quaéstie is tusschen Rusland en
Turkije aiieen, maar tusse.ieu Rus-
tand en Europa. Hij meende, dat de
goede stemming in Rusland voor Tur
aije thans aan liet wankelen was ge
bracht. Voorts beweerde ïaj nog, dat
men nog niet kon spreken van een
pro-Engelsciio ncatiug iu de Turksche
huitenlandsche politiek, maar dat -ie
oorlog in ieder geval de Duitsch-Turk-
sche betrekkingen buitengewoon had
geschaad. Indirect beschuldigde de
Jong-Turk den vroegercn Duitschm
gezant te Konstantinopel, freiherr von
Marschall, van partijdigheid ten gun
ste van Italië, zcowel voor als gedu
rende den oorlog. Hij meende, dat von
MarschalTa positie te Konstantinop d
onmogelijk was geworden en hoopte,
dat de nieuwe Duitsche gezant een
vriendschappelijke jolitiek in het
voordeel van Turkije zal voeren.
De eenige kans, om internationale
verwikkelingen te vermijden, lag, vol
gens Husscin Dsjahid in het verbod
der mogendheden aan Italië, om de
Dardanellen te forceereru De beweging
in Albanië droeg, volgens hem. een
locaal karakter. De muiterij onder de
troepen le Alonastir was van geringe
heteekenis. Een crisis in het kabinet
Aon daardoor niet te voorschijn geroe
pen worden. Hij vreesde geen binnen-
landsche crisis. Alle Turken en Alba-
neezen zouden als één man tegen elk
buitenlandsch gevaar optreden.
Volgens do officieels Turksche be
richten moesten do Italianen in het
gevecht van Sidi Said wijken en le
den zij belangrijke verliezen.
Aan rurksche zijde sneuvelden 150
man en werden 200 gewond.
In een nieuw officieel It-aliaansch
bericht wordt deze Turksche lezing
weer tegengesproken.
Het aantal gesneuvelde Turken.
ichtergelaten op het slagveld zou
De rnaciii «aa uaitsciiiand en
uüsieurgk-jQOiiyaruti.
De le0eiVL.I...Ó. me UOStcli-
rija-Jlui'ëWr'Jë '.mms zij t ook uict
veel moeite en zoigcri ui na jarenlau-
gi j/tapivMJigeii *s tol stand genomen
gooi de ,,-Neue lreie Pressc tot de
vugo.de umbuezeuuiig aanleiding
„iwee uiiJlioen soiuaien zal ue Ues
tciirijksch-Hongaarseiie monarchie ut
de toekomst te velde Kunnen brengen,
liet icger van het Duitsche Rijk wordt
iu ooiiogslijd op vier inillioen solda
ten geschat, en iedere vijand, die een
der oude bondgenooten wil aanvallen,
moet er lekciuiiv .uede houden, dut
een leger van zes rnilJioe.'j
voort roffclijk toegeruste
soldaten voor de verdediging ge
reed is, en steeds slagvaardig om den
strijd tc aanvaarden. Een leger van
zes millioen soldaten dwingt ook den
üvci.iio.'uigsieu en t meest door uuut
verblinden vijanu iot nadenken over
ue gevaren, om den vrede te verstoren.
Liauioiu is <le iegerwet, die t volk den
tweejarigen diensttijd brengt tevens
oen oevcsligiiig van de boudspoli'.ick,
een steun van Jen arbeid en deu wel
stand, en een no-jd2aKelijkheid, waar
aan geen staat zien kan onttrekken.
Zes ml 111 oen soldaten. Dat is een
«•adtscuuvvuig, gep.auist aan de gren
zen der vei bonden mogendheden, een
aruK op de Jichtvaardigen, die in hot
westen en noorden wellicht lust zou
den nebben, zich in avonturen te wa
gen. De iegeiwet ;S een Europeesche
gebeurtenis, die in samenhang met
de pas aangenomen Duitsche iegerwet
dcor het bondgenootschap van "zulke,
nooit iu de ges.'hiedems voorgekomen
krachten een sterke dam zal zTjn legen
elke verstoring van den vrede."
Dit is een lofzang op den regel ,.Si
vis pacem para bellum die zeker tot
t adenken stemmen moet.
Ook is opmerkelijk, dat Italië niet
meegerekend wordt. De Driebond be
staat toch nog
Da Marokkaanssba quaestie.
De Fransche Kamer behandelde de
interpellaties en het ontwerp op het
pi otcctoraat in Marokko.
Na een redevoering van den presi
dent der commissie voor buiteula-
sche zaken waarin dr protecioraa's-
sta atkunde werd eagekenrd en aan
geduid als het resultaat van het trac-
taat van 4 November, maar waarin
tevens gezegd werd, dat zonder pessi
mistisch tc zijn, de toestand als "li
stig moet worden beschouwd, kwam
minister-president Poincare aan het
woord.
De minister verklaarde, dat u„or de
benoeming van generaal Lyaui«y,
regeering aan het meerendeel Lr r
merkingc. r< c-ds het antw ior-1 gaf. I'e
naam 'an Lyautey /s een program,
dat reeds werd toegepast in Madagas
car en in het Algerijnsch-Marotkaan-
sche conflict.
Wij zoeken geen avonturen, geen
verovering, maar pogen gebruik te
maken van den tijd, van de orde, van
liet geduld en vooral van consequen
tie. Generaal Lyautey kent zijn plicut,
eu die is het protectoraat te vereeni
gen met de hoogs noodzakelijkheid
onze iandverdediging. Wij hebben hem
alle gevraagde versterkingen gezon
den. /.oo nij er nog meer v raagt zullen
wij ze hem zenden. W ij wenscnen geen
piograrn van verovering, in tegen
spraak met onze internationaie over
eenkomst. Wij willen den Sultan met
verdrijven, maar wij hebben net recht
van den Sultan een beschermd souve-
rein le maken. Het protectoraats-ver-
drag is iict uitvloeisel van het tractaat
van 4 November, dat het noodzakelijk
maakte.
De minister herinnerde aan de po
gingen van Hegnault, cm ten spoedig
ste de goedkeuring van den Sultan u
verkrijgen, die slechts na langdurige
besprekingen toestemde.
Men had den Sultan verzocht het
tractaat eenigen tijd geheim te hou
den dit was evenwel helaas onmoge
lijk gebleken.
De Fransche pers was nl., vermoe
delijk door een indiscretie van den
Makhzen, in staat gesteld mede te
deelen, dat het verdrag onderteekend
was.
mineer dit eenige dagen later he
kend was geworden, zou de bloedige
opstand te Fez vermoedelijk niet
plaats nebben gehad.
Aan de loyauteit van den Sultan
Yalt niet te twijfelen. Eenige personen
uit zijn omgeving evenwel, die vrees
den, dat er een einde zou komen aan
sommige, voor hen voordeeligi, mis
bruiken, hebben vermoedelijk de ge
makkelijk op te ruien bevolking tot
een opstand aangezet,
In de hoofdstad is het thans weer
rustig, verklaarde Poincaré cn Lyau*
tcy zul er zeker wel in slagen den toe
stand totaal te verbeteren.
liet protectoraatsverdrag is zoo rek
baar mogelijk
Frankrijk wil niemand onderdruk
ken, bet wil ir. Marokko dezelfde re
sultaten bereiken, als het in Tuni.-. en
Algiers heeft berei'"L
Het protectoraat opgeven son gelijk
staan met desertie.
De minister verklaarde verder, dat
hij de quaesties omtrent de adminis
tratieve organisatie van fmanoién,
openbare werkc-n en justitie bestu
deert en dat hij op medewerking van
het parlement rekent om zijn grool-
sche taak tot eeii goed einde te bren
gen.
Jn den loop der discussie verklaarde
Poincaró nog, dat binnenkort een
geelboek zal verschijnen.
De instelling van een protectoraat
in Marokko zal de onderhandelingen
met Spanje vergemakkelijken.
Deze onderhandelingen hebben een
normaal verloop; er doen zich even
wel, tengevolge var. verschillende om
standigheden, niet te veimijdc-n moei
lijkheden voor. De minister verklaarde
overtuigd te zijn, d3t de onder hun de
in gen spoedig ten einde gebracht zul
len zijn, tenzij zich onvoorziene moei
lijkheden mochten voordoen.
Later viel de minister-president Juu-
rës die een somber tafereel ophing
van den toestand in Marokko, in hel
algemeen en te Marakesj in het bijzon
der in de rede en deelde hij mede,
dat hij een telegram uit Marakesj ont
vangen had, waarin de toestand al
daar bevredigend genoemd wordt.
De Kamer keurde ten siotte liet pro.
tectoraatsverdrag goed met 460 tegen
77 stemmen.
De strijd om de presidentsver
kiezing in da Veresnigdt Staten
Uit verscheidene oorden van do
Vcreenigde Staten komen berichte»,
die cr op wijzen, dat ettelijke republi
kein sche politici, die aanvankelijk be
reid waren gebleken zich met Roose
velt uit de vepoblikëinsche partij te
rug tc trekken, nu op nu» besluit be
ginnen terug te komen. Deze politici
zien er ten slotte toch te zeer tegen op
om hun oude partij in den steek te la
ten. Roosevelt is, of althans toont zich,
daarover slechts weinig ontmoedigd.
Hij had dat wel verwacht En zijn
échec te Chicago zal meent hij
er enkel toe bijdragen, zijn positie on
derzie kiezers sterker te maken.
Bij do laatst gehouden stemming jn
de democratische conventie kreeg Wil
son 479 stemmen, Clark 417.
Da Conventie werd daarop weef
verdaagd
De opstand in Albanië.
Dc Turksche regeerinj,- gaat maat
regelen nemen. De spoorweg-maat
schappij Salomkï-Konstantinopel ont
ving opdracht, waggons ter beschik-
king te houden voor het transport var.
4000 man, besterad voor Monastir.
700 man versterking zijn reeds in
Monastir aangekomen en verder ge
transporteerd.
Ailerlti.
DE KIESRECHTHERVORMING
IN FRANKRIJK.
De Kamer i Tt de eerste twee arti
kelen van de wet op kiesrechthervor
ming aangenomen.
EEN DREIGENDE KABINETS
CRISIS IN SPANJE.
De Ka.ner hervatte Je behandeling
van het ontwerp op de plaats.iijke
besturen.
Minister-president Canalejas var-
klaarde in zijn antwoord ann Moret
die het ontwerp had bestreden, dat s
overtuigd was geweest, dat het ont
werp door alle liberalen goedgekeurd
zou worden.
Naar aanleidin? van de verklarin
gen evenwel van Moret, moest hl) me-
dedr-elen, dat het kabinet van plan is
zijn ontslag in te dienen, maar dat hij
eerst nog de meening van alle leuters
van oppositiepartijen over het ont
werp wenscht te vernemen.
UIT DE TURKSCHE KAMER.
Minister Mahmoed Sjefket ver
klaarde in do Kamer, dat hij sedert
do revolutie steeds getracht heeft do
officieren te beletten zich met politiek
te bemoeien en dat hij, sinds hij mi
nister van oorlog is, voortdurend
heeft uitgezien naar een gelegenheid
om een wet voor te stellen, waarbij
aan het leger verbodeu werd zich mei
politiek in te Jaten. Zulk een wet
achtte hij beslist noodig voor het wol
zijn van het land.
Do minister liet zich daarna zeer
scherp uit over'de gemeene verraders,
die uit Monastir gedeserteerd zijn.
Feuilleton
Naar n el Engelsch
door
E. Phillips Oppenhei m.
28)
Ik ben hang. Miss Longworth.
zei hij, dat ik u n-oet teleurstellen. Als
iK u dat document teruggaf, dan zou
het weer terecht komen in handen van
een der mannen zonder principes in
Amerika. Niet alleen uw oom kan ik
niet uitstaan, maar zijn manier van
doen, zijn geldhandel, zijn geïncar
neerde zelfzucht. Hij heeft dit papier
noodig als een zweep, dien hij voor
andere menschen gereed houdt. Hij
verkreeg het door spitsvondigheid. De
middelen waardoor het hem ontno
men werd, waren ofschoon ik er niets
mee tem aken had, over het algemeen
rechtvaardig. Ik kan het u niet terug
geven, Miss Longworth. Ik ben nog
niet vast besloten wat er mee te zul
len doen, en ik gevoel zeker geen
vriendschap voor degenen, die het be
treft maar hoe dit zij. voor het oogan-
blik moet het in mijn bezit blijven.
Begrijpt u, herinnerde zij hem,
dat ik u vanavond het leven gered
heb
Hij lachte zachtjes.
Lief kind, zeide hij, men ont
neemt mij niet zoo gemakkelijk het
leven. Ik geloof dat u getracht heeft,
mij een vriendelijkheid te bewijzen,
maar u vraagt daarvoor een te groo
te belooning. Zelfs als het document
waarover u spreekt, gestolen was, dan
is het beter onder mijn berusting dan
oi. der die van uw oom.
U wil het mij dus niet geven?
vroeg zij.
Neen, antwoordde hij.
Zij stond op.
Heel goed, zei ze, ik ga nu heen,
maar ik denk dat wij elkaar wel spoe
dig weer zullen ontmoeten.
Hij deed de deur voor haar open en
liep op de lift toe.
Lieve jonge dame, zei hij, ik
hoop, dat u mij mijn woorden zal ver
geven, maar dit is zeker geen werk
voor u. Alk ik u een raad schuldig
ben, en ik weet het een en ander van
het leven af, dan moet u teruggaan
naar dc farm in het dal van Connec
ticut. Die grootere plaatsen in de we
reld mogen eerst bekoorlijk schijnen,
maar geloof mij u zult ginds op het
platteland beter af en gelukkiger zijn.
Vraag maar aan Stella. Ik denk dat
zij u denzelfen raad zou geven.
Virginia keek hem ernstig aan. Het
sarcasme, dat zelden afwezig was in
zijn toon van spreken, ging voor haar
niet verloren.
Ik dank u voor uw raad, zei ze.
Hij klinkt zoo onzelfzuchtig en
overtuigend. Zoo'n uitstekende beioo-
r.ing ook voor iemand die wat op het
spel heeft gezet om u een vriendelijk
heid te bewijzen.
Lieve, jonge dame, antwoordde
Vine, het was niet ter wille van mij
dat. u mij waarschuwde. U heeft dat
zelf toegestemd. Het was geheel ter
wille van uw eigen gezichtspunt, dat
het u goed voorkwam mij nog wat
langer op de wereld te laten. En zou
ik daarvoor dan dankbaar zijn?
Heusch, daar zie ik het noodzakelijke
niet van iu. Ook ben ik gewapend, ert
het is heelcrnaal niet zeker dat ik
geen voordeel had kunnen trekken uit
een kleine ontmoeting met onzen
vriend, die zich zooals u zegt, daar
schuil hield.
Hij maakte met zijn hoofd een ge
baar in de richting der slaapkamer.
In dat geval zou ik precies we
ten wie hij was, mogelijk zelfs in
staat geweest zijn hem aan de politie
over te leveren.
Virginia drukte op het knopje van
de bel en de lift begon te stijgen.
Het verheugt mij tc weten, Mr.
Vine, zei ze, welk soort van man go
zijl
Hij boog en zij stapte in de lift zon
der verder een woord van afscheid.
Vine liep peinzend naar zijn kamer
terug. Hij was een man die hard en
onbewogen geworden was in den
strijd om het leven, maar, hoe het
kwam begreep hij niet, de herinne
ring aan het bleeke gelaat en de ver
wijtende donkere oogen van Virginia
bleef hem bij.
Een
HOOFDSTUK X.
wc poging.
Ofschoon Phineas Duge niets vul
gairs in zijn eenigszins ingewikkeld
karakter had, was hij voor een man
vac. zaken cn een Amerikaan, bijzon
der gesteld op dc kleine weeldege-
woonten van het leven. Al zat hij ook
alleen aan tafel, toch was de tafel
vol van uitgezochte bloemen en zorg
vuldig gekozen vruchten uit de kas.
Zijn ééne glas wijn van een heel goed
merk, dronk hij langzaam op en met
het air van een kenner. De zachte
kleuren op dc tafel deden denken aan
den smaak van 'n vrouw. Achter zijn
stoel stond zijn Engelsche bottelier,
ernstig, met een gelaat vol oplettend
heid. De sigaren en licifers stonden
al aan zijn linkerhand, klaar voor het
oogenblik waarop hij zijn glas wijn
zou hebben leeggedronken. Builende
kamer wachtte een lakei op een tee-
ken om de koffie binnen te brengen.
Over zijn weelderige tafel heen, tus
schen de welriekende bouquetlen bloe
men naar de donkere mahoniehouten
paneelen aan den overkant, schenen
de oogen van Phineas Duge dien
avond iets te zoeken, wat zij niet kon
den vinden. De laatste paar weken
schenen den man verouderd te heb
ben. Zijn lippen waren dichter bij
elkaar gekomen, er lagen rimpels op
zijn voorhoofd en onder zijn oogen.
De bottelier keek van achter zijn stoel
neer op het zorgvuldig gescheiden,
schilderachtige haar van zijn mees
ter, zich afvragend waarom hij zoo
stil zat, en wat hij zag dat hij zoo
voortdurend naar dezelfde plek op dat
mahoniehouten paneel keek en zoo
ongewoon Jang over de laatste drup
pels van zijn wijn deed.
Phineas Duge verbaasde zich zelf
nog meer over hetgeen over hem ge
komen was. Jaren achtereen waren
mannen en vrouwen gekomen en ge
gaan, hem onverschillig latend over
hun aankomst en vertrek, hun vreug
de en leed; en vanavond vond hij zich
zelf in dc merkwaardige positie van
toe te geven aan vage en bijna be
treurende herinneringen, ofschoon er
toch zooveel zaken waren waarmede
zijn geest zich had kunnen bezighou
den. De plaats aan het andere einde
van zijn tafel was leeg, zooals nu al
vele avonden; want sinds de pe
riode van zijn grooten strijd tegen die
mannen, aan wie hij den oorlog ver
klaard had, had hij alle gezelschap
gemeden en leefde hij in strenge en
absolute afzondering.
Vanavond was die vaste blik die
over de geurende bloemen hcenreikte,
gevestigd op dien leoge.n stoel aan het
andere einde van de tafeL Ofschoon
een man van weinig phantaaie. Jut
hij toch wel graag zijn verbeelding
eens werken. Zijn gedachten waren
gemakkelijk teruggegaan naar enke
le weken geleden. Hij zag Virginia
duur zitten, sloeg haar bekoorlijke
glimlach, die af en toe haar gelaat
verhelderde, gade, zag de groote grij
ze oogen die hem voortdurend in In t
oog hielden, hoorde liaar aangename
stem, die hij nooit gedroomd had ooit
te zullen kunnen missen. Wat was zij
eigenlijk toch nog een kindl Recht
vaardigheidshalve en hij zei tot zich
zelf dat het alleen rechtvaardigheids
gevoel was dat zijn verstand bc-
heerschte, welk recht had hij om
haar tc berispen over wat werkelijk
niets anders was dan tegenspoed!
llad hij zichzelf gestraft door huur
weg tez enden? Zooveel was zeker, <iu
laatste avonden had deze kamer hem
merkwaardig hard en leeg toeg> sche
nen. Hij had haar bescheiden aange
boden diensten gemist, de aanraking
van haar vingers op zijn schouder,
de geheele niet te noemen bekoorlijk
heid die haar tegenwoordigheid in
deze koude, prachtige omgeving had
gebracht, die hem toescheen nu nooit
weer dezelfde te kunnen worden.
(Wordt vervolgd).