AARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. DE MILLIONAIRS DINSDAG 2 JULI 1Ö12 Van onzen Reizenden Redacteur THET OERA LINDA BOK. De ouderen hebben het langzamer hand vergeten en de jongeren, die den strijd niet hebben meegemaakt, kennen voor het meerendeel alleen den naam van „Thet Oera liuda bok", die voor Ilollandsche ooren zoo raad selachtige woorden, waarvan de echte echte bries evenwel dadelijk den zin verstaat, n.L: „Het Over-de-Linden- boek". En er zou geen actueele aanleiding voor mij zijn geweest om deze zonder linge geschiedenis uit de zeventiger jaren nog eens weder op te halen, wanneer niet een lid van de familie Over dc Linden, dc eigenaar van dat famcuse handschrift, niet opnieuw de aandacht op de zaak gevestigd had in de zooveelste brochure over den be- faamden oudheidkundigen schat zijner voorouders, die volgens sommigen een waardevol document is, waar door de geschiedenis der oudste tij den verklaard wTordt, terwijl anderen het „Ora Linda Bok" voor een mys tificatie houden, een valsch geschrift gemaakt door den werkbaas der Ma rinewerf in Den Helder. Cornells Over de Linden, gelijk men eerst beeft ge meend, of door Haverschmidt, wiens pseudo Piet Paaltjes een onverganke lijke plaats in de literatuur heeft ver worven. Al de menschen, die zich voor deze zaak warm hebben gemaakt, elkaar hebben bevochten met bitteren ernst, zijn sindsdien overleden: Dr. Ottema, de geleerde, die bet handschrift heeft uitgegeven in een 250 bladen tellend boeit, de velen die er vlugschriften pro en contra over hebben opgesteld, de Duitschers, die het werk vertaalden, de Engelscheri, welke ditzelfde in bun taal deden en zaken zijn zaken aan de familie Over de Linden twaalf duizend gulden boden maar ver geefs voor het bezit van het docu ment, dat de geschiedenis tot aan den zondvloed heet te bevatten, zij allen zijn heengegaan, behalve één. En nu het „Nieuwsblad voor Fries land" met de mcedcelmg is gekomen, dat die cene er alles van afwist, heb ik in een onderhoud met hem ge- traent wat meer klaarheid te krijgen i i de zaak van dat belangrijk stuk, belangrijk nog al wordt de valsch- heid er van onomstootelijk vastge steld omdat gelijk een Duitsch schrijver zoo juist over dat „Oera Lmda bok' opmerkte: „Wij heb ber. hier dan toch tc maken met een verdichting, die wegens haa'r hoog ethisch- gehalte en haar oor spronkeiiiken vorm voor geruimen tijd waarde zal blijven bezitten". Dat ik mij al des morgens vóór ne gen uur bij den ?2-jarigen heer Johan kier aandienen liet. was geen ge volg van onbescheidenheid, doch al leen hiervan dat de heer Winkler, om even na negen uur vast al naar het Haarlemsche Stadhuis zou zijn, om daar ettelijke paartjes te trouwen. Warit deze taalkundige, die niet al leen op 't gebied der Friesche taal een goeden naam heeft, maar ook op het algemeene terrein van het Neder- landsch groote kennis heeft bijeenge gaard, is na zijn ontslagneming als lid van den Raad nog ambtenaar van den Haarlemschén Burgerlijken Stand kunnen blijven, omdat het Haarlem sche Gemeentebestuur zulk een waar deering nad voor de waardige wijze, waars..» ac neer inkier de Huwelij ken sluit, dat door wijziging der be- siaanue verordening, nem bet vervui len zijner functie bleef opgedragen Maar niet den zielenaaneensmeder, doen deu man v -ra Linda bok" zocht ik. Ik had nu eigeni.jiv maar never, dat er over die zaak verder gezwegen werd, tot m'n dood, zei de heer Win kle! toen ik hem een ir.iêidende vraag gesteld had. -- Want ik heb al zooveel or aangenaamheden over die kwestie gehad, dat ik er mij maar liever niet meer mee bemoei. —Dus is het juist, stelde k vast, dat u het kistje met bescheiden om het handschrift hebt opgezonden aan het bestuur van het „Friesch Genoot- Bchap Ja, antwoordde de heer Winkler. Drie jaren geleden heb ik alles, wat ik over deze zaak onder mijn berus ting had, bijeengepakt en aan. het Friesch genootschap te Leeuwarden gezonden, met de bepaling, dat dit niet mocht geopend worden vóór mijn dood. Waarom, als de vraag niet onbe- icheiden is, stelde u die voorwaarde Omdat die bescheiden minder aangenaam moeten Zijn voor de nog levende nakomelingen van deugecu, aie Je ■nyalilicalie gepleegd beeft. —Dus u gelooft aan een verval- sching ja De familie Over de Linden heelt wel een handschrift gehad, maar dat is overgeschreven. Het „Oera Lmda Hok" is een valsch geschrift, geiuaaitt door Haver senmidt. Hij heeft daarmee geen kwaad bedoeld. Oorspronkelijk is nij van plan gewest, om iemand, een richting, eens een poets te bakken. Ik ben de etnige, die het weten kan c-n ik hen ook de geheele zaak meeg- maakt, want ik was destijds, toen k als medicus te Leeuwarden gevestigd was, bibliothecaris van het Friesch Genootschap. Maar degeen, die Ha verschmidt er tusschen wilde nemen, is er niet ingeloopen. maar wel Dr. Ottema, die het geschrift voor echt heeft uitgegeven. Dus het kan geen echt stuk ge weest zijn —Neen Het was wel geschreven in oud-Friesehe teekens. doch de sl»u- tel tot die laai lag er bij. Dan is er de naamskvvestie „Oera Linda", d. w. z. over de linde, dus óf iemand, die tegenover het Friesche ri viertje de Linde, óf tegenover den lin deboom woonde. Maar daar de g--'- siacmsnamen uatooren uit het begin der likiï eeuw, is het niet waarschijn lijk, u.u ue geslachtsnaam Over de Luiden reeds bestond. De onwaar schijnlijkheid ligt er ook dik op, want er komt een mededeeling ïu voor, dat het eiland Kreta dien naam ontving, omdat Jc bewoners zulke woeste ki .■- ten slaakten, toen de Friezen daar voorbij voeren. Wie wilde Haverschmidt er dan eigenlijk laten mJoopen De lieer Winkler aarzelde. „Wacht u nu nog maar een poosje, totdat ik dood beu', antwoordde hij eindelijk. Ik hoopte dan nog maar heol lang te moeten wachten. Ja, zei de heer Winkler, lachend, dat hoop ik ook maar- ik ben 72 en u weet, dat in den Bijbel staat, dat de joren der menschen zeventig zijn en voor wie sterk zijn tachtig. legem ver de meedeelingeu van den lieer V\ niKler staan de brieven van Haverschmidt, algedrunt in dc on langs verschenen brochure van den heer L. F. Over deLindan, waarin de ze perliuout ontkende het Oera luid a bok gelezen of geschreven te hebben. Ook Dr. Eelco Verwijs ontkent schul dig te zijn aan de samenstelling van hel geheimzinnige boek, dat ook hij voor een mystificatie houdt. In deze brochure komt ock een brief voor van den oud-zeecfficier W. M. Visser, die daarin meedeelt reeds 1854 van C. Ovei de Linden gehoor-l te hebben over het handschrift. Dit is hierom van belang, wijl m het pas i- ter in druk verschenen geschrift, ook het een-en-ander voorkomt over e-. bezoek aan de bewoners der Zwitser- sche paalwoningen. Wanneer na in derdaad voor 1854 reeds daarover ge schreven was in het Oera Linda Bok, dan zou dit pleiten voor de eontueid van het werk, omdat deze paaiwouin- geu veel later dan 1854 ontdekt zijn. Indien men hier inderdaad met een nagemaakt handschrift te doen heeft, dan moet het toch verwondering wek ken, dat iemand daaraan zuiK een schut van kennis en lijd verspild heefteen schat van kennis, want in- uieu het verzonnen is, kan net met sa mengesteld zijn dan door iemand, die een groote kennis van de geschiedenis der oudheid, van de geogiafie en van ue oua-1' riesche laai bezat. In dit opzicht is dan ook wel teoke- nt-ud, wat Ie geleerde Dr. Ottema er van gezegd lieeft„lk wild© dat ik zoo knap was, om het te kunueu ma ken". lien schat van tijd moet er ook voor het schrijven noodig geweest zijn Bekent men nu nog niet eens mede do jaren stadie, voor de samen stelling L noodig-, dan nog zou net schrijven van „Thet Oera Linda Bok'of béter het teekenen van de oud-Friesche karakters, geruimen t'i-1 hebben gevorderd. Dr. Ottema had voor het maken van een afschrift driehonderd uur noodig. De plaatsruimte ontbreekt mij, om ee<. overzicht van den inhoud van het werk te geven. Daarom moet ik er mee volstaan, op eenige punten tc wijzen, die den lozer een indruk kun nen geven van den aard van dit eigenaardige boek. De meedeelingen, in het handschrift vervat, zouden door verschillende schrijvers en schrijfsters opgeteekend zijn. Eerst Adela, een priesteres der Frie zen. die in de oude tijden ons land hebben bewoond langs de geheele Noordzeekust, van Zeeland tot Gro ningen toe. Deze Auclu vangt de ge- sciuedenis .r Friezen aan na den grooton vloed, die over de aardo is gekomen en door historici op 2193 jaar voor onze jaartelling wordt ge steld. Bij dien groote» watervloed zou het „atïant" of ..aldland, waarvan o. a. het eiland Helgoland een overblijfsel moet zijn, in de me veidwenen zijn. Tot ongeveer 1000 jaar voor onzo jaartelling behandelt di priesteres de geschiedenis des vclks. Haar kinderen Adcbrost en Appoloma vertellen dan van den in val der vreemde volkeren, die de Friezen uit een groot deel van hun woonstreken terug drongen. Frcthurik Oera Linda verhaalt de verdrijving van de barbaren door een groote n stormvloed, omstreeks 305 voor Chr. Eenirre schrijvers zetten dan de ge schiedenis voort, totdat eindelijk een ongenoemde schrijver omstreeks 100 jaar voor onze jaartelling het hand schrift beëindigt. Liko Oera Lmda vermaakte in het jaar 803 liet manuscript aan zijn na zaten en vroeg hun „om onze lieve voorouders wille en om onze lieve vrijheidsvviJIe duizendmaal goede zorg voor het geschrift te dragen en het niet aan vreemden te laten zien. In het jaar 1255, aldus zegt <le inlci- aan haar den naam Hellenen te dan ken hebben. En de zwervende ciysses moet op zijn tochten bij NeheJlenia op Walcheren vertoefd hebben. Minos, de beroemde wetgever van Kreta was een Fries. Het land der Friezen was zoo uitgebreid dat in hun gebied geheel Europa viel bewesten de lijn K.mugsberge i-Triest, al deze wonderbaarlijke zaken en veel meer nog kan men in het go6cbxiit van Li ko en Hiddo lezen. Misschien noopt deze opsomming van raadselachtige punten uit het „Oera Linda bok de jongeren weder om tot kennisneming van den inhoud van dit in alle opzichten merkwaar dige geschrift; ook in het geval, dat de bescheiden van den heer Winkler het manuscript onbetwistbaar als een vervalsching kenmerken zullen. JAC. C. M. Jr. vloed gered, die het land overstroom de en de Zuiderzee deed ontstaan. Hiddo schreef het beschadigde exem plaar over en dit document is het geschrift, dat van vader op zoon in de familie Over de Linden heet ge bleven te zijn Naar de meening in Dr. Ottema zouden Liko en Hiddo Oera Linda ge woond hebben op de plaats waar la ter Leeuwarden gesticht is. Men ziet uit deze meedeelingen, dat, ware het handschrift echt, dit van zeer groote historische heteekenis zou zijn. Maar meer nog zou dit het geval zijn wegens den inhoud van het do cument dat de alle>">'©»kwnarrligsté berichten bevat omtrent de oudste ge schiedenis van Europa. Gelijk men weet vw-rdt do meening algemeen gedeeld dat Europa in de oudheid is bevolkt geworden door de Ariscne stammen uit het tegenwoor dige Engelsche Voor-JLnuiè. Het Oera Linda Bok bevestigt deze onderstel ling, en breidt haar uit met deze ver bluffende mededeesiug, out die Ariërs uit Voor-Indïë eigenlijk Friezen wa ren, die later weer naar hun land streken zijn teruggekeerd. De godin Frya Van I-'r a-Arya leidt men den naam Ariërs af), zou dan ei genlijk een Friesche priesteres ge weest zijn en haar volk: de Friezen, fl. w. z. de Frya's kinderen, de stam vaders van het blanke ras. Bovendien zou de Friesche beschaving het aan zijn hebben geschonken aan de Euro- peesche cultuur. B.v. het schrift en de cijfers zouden wij niet verschuldigd zijn aan de Phenieiers en Arabieren, gelijk men tot-nu meende, doch aan de Friezen. Dat schrift en de cijfer- teeben's zijn afgeleid uit het wiel, waarmede de Friesche Kroder (kruier) de zon langs het hemelgewelf reed. En inderdaad zijn in alle 34 schrift en lettervormen van het Oera Linda Bok, fragmenten van het zonnewiel {het juut} te herkennen. Een herinne- ring aan het -ntleenen van de tee-* kens aan het juul door Freya zou nog bij onze St. Nikolaas- en Kersttecsien, waarin ook de gcdaJi.e aan het oude juulfeesi schuilt, voortleven door 't geven van de banket- en chocolade letters en de ronde kerstkransen. Ook zou de Friesche taal de stamt..a. van deliurupeesche uilen ge o~ 1-ebben; ook het sanskriet, in welk woord men den Frieschen klank soriskrift (zonne- schrift, d. w. z. schrift ontleend aan het zonnewiel), meent te hooren. De bekende „Ramayan" het helden dicht der onde Indiërs zou dus zoo al niet een oorspronkelijk Friesch ge dicht, dan toch een onder Frieschen invloed ontstaan epos zijn. Uit de rijke stof van het Oera Linda - bok kan ik voortgaan to vertellen. Athene (van Athc-mannen, d. w. z. vrienden-mannen) zou gesticht zijn door de Friesche priesteres Nehclle- nia, die op Walcheren haar heiligdom heeft gehad. Do Grieken zouden Buitenlandse)! Overzicht Be o or: s a tasscbia Itilll enTirktje Een Russisch blad meldt, dat bij de samenkomst van den Duilschen Kei zer en den Itussischen Tsaar ook de vraag zal worden besproken, of de Italiaansch-Turksahe oorlog niet kan worden beëindigd, door Turkije in piaat3 van Tripolitaiiiè, dut net aan Italië zou moeten afstaan, een scha deloosstelling aan de Parzische gren zen te geven, in liet gebied waarover tusschen Turkije en Perzië sedert lang grensgeschillen bestaan. Dit gebied ligt in iiet N. \V. der grens bij Sal inas en Choi. Het zou aan Turkije worden afgestaan onder de verplich ting er geen vestingen aan te leggen en geen troepen te houden. Van een andermans leer is 't goed riemen snijden" zoo zal de Pers met een zuur gezicht mopperen. Hussein Dsjahid, de bekende Turk- sche politicus en leider der Jong-Tur- keu, vertoefde te Berlijn en werd door oen journalist geïnterviewd. Hussein Dsjahid vertelde nog eens uitdrukkelijk, dat het beticht in het half-offïeieiise regecringsorgaan „Ta- r.ïn", als zou 1 ur.-iije geneigd 2ijn de kuststeden in Tripolis aan Italië af te staan, volkomen ongegrond is en op een misverstand berust. Op de vraag of er geen enkele basis te vinden was, waarop Turkije vrede zou siuiteu, antwoordde hij, dat Turkije uileeu economtscne voordeel ;n aan liane wenscht toe te staan, ook jö Turkije heieid verdere vraagstuk ken nauwkeurig in een programma omlijnd aan het Haagsene scneids- geiecnt te onderwerpen. Over de Dar- aaneiiea-vj -«.i de Turk, dat dit geen quaéstie is tusschen Rusland en Turkije aiieen, maar tusse.ieu Rus- tand en Europa. Hij meende, dat de goede stemming in Rusland voor Tur aije thans aan liet wankelen was ge bracht. Voorts beweerde ïaj nog, dat men nog niet kon spreken van een pro-Engelsciio ncatiug iu de Turksche huitenlandsche politiek, maar dat -ie oorlog in ieder geval de Duitsch-Turk- sche betrekkingen buitengewoon had geschaad. Indirect beschuldigde de Jong-Turk den vroegercn Duitschm gezant te Konstantinopel, freiherr von Marschall, van partijdigheid ten gun ste van Italië, zcowel voor als gedu rende den oorlog. Hij meende, dat von MarschalTa positie te Konstantinop d onmogelijk was geworden en hoopte, dat de nieuwe Duitsche gezant een vriendschappelijke jolitiek in het voordeel van Turkije zal voeren. De eenige kans, om internationale verwikkelingen te vermijden, lag, vol gens Husscin Dsjahid in het verbod der mogendheden aan Italië, om de Dardanellen te forceereru De beweging in Albanië droeg, volgens hem. een locaal karakter. De muiterij onder de troepen le Alonastir was van geringe heteekenis. Een crisis in het kabinet Aon daardoor niet te voorschijn geroe pen worden. Hij vreesde geen binnen- landsche crisis. Alle Turken en Alba- neezen zouden als één man tegen elk buitenlandsch gevaar optreden. Volgens do officieels Turksche be richten moesten do Italianen in het gevecht van Sidi Said wijken en le den zij belangrijke verliezen. Aan rurksche zijde sneuvelden 150 man en werden 200 gewond. In een nieuw officieel It-aliaansch bericht wordt deze Turksche lezing weer tegengesproken. Het aantal gesneuvelde Turken. ichtergelaten op het slagveld zou De rnaciii «aa uaitsciiiand en uüsieurgk-jQOiiyaruti. De le0eiVL.I...Ó. me UOStcli- rija-Jlui'ëWr'Jë '.mms zij t ook uict veel moeite en zoigcri ui na jarenlau- gi j/tapivMJigeii *s tol stand genomen gooi de ,,-Neue lreie Pressc tot de vugo.de umbuezeuuiig aanleiding „iwee uiiJlioen soiuaien zal ue Ues tciirijksch-Hongaarseiie monarchie ut de toekomst te velde Kunnen brengen, liet icger van het Duitsche Rijk wordt iu ooiiogslijd op vier inillioen solda ten geschat, en iedere vijand, die een der oude bondgenooten wil aanvallen, moet er lekciuiiv .uede houden, dut een leger van zes rnilJioe.'j voort roffclijk toegeruste soldaten voor de verdediging ge reed is, en steeds slagvaardig om den strijd tc aanvaarden. Een leger van zes millioen soldaten dwingt ook den üvci.iio.'uigsieu en t meest door uuut verblinden vijanu iot nadenken over ue gevaren, om den vrede te verstoren. Liauioiu is <le iegerwet, die t volk den tweejarigen diensttijd brengt tevens oen oevcsligiiig van de boudspoli'.ick, een steun van Jen arbeid en deu wel stand, en een no-jd2aKelijkheid, waar aan geen staat zien kan onttrekken. Zes ml 111 oen soldaten. Dat is een «•adtscuuvvuig, gep.auist aan de gren zen der vei bonden mogendheden, een aruK op de Jichtvaardigen, die in hot westen en noorden wellicht lust zou den nebben, zich in avonturen te wa gen. De iegeiwet ;S een Europeesche gebeurtenis, die in samenhang met de pas aangenomen Duitsche iegerwet dcor het bondgenootschap van "zulke, nooit iu de ges.'hiedems voorgekomen krachten een sterke dam zal zTjn legen elke verstoring van den vrede." Dit is een lofzang op den regel ,.Si vis pacem para bellum die zeker tot t adenken stemmen moet. Ook is opmerkelijk, dat Italië niet meegerekend wordt. De Driebond be staat toch nog Da Marokkaanssba quaestie. De Fransche Kamer behandelde de interpellaties en het ontwerp op het pi otcctoraat in Marokko. Na een redevoering van den presi dent der commissie voor buiteula- sche zaken waarin dr protecioraa's- sta atkunde werd eagekenrd en aan geduid als het resultaat van het trac- taat van 4 November, maar waarin tevens gezegd werd, dat zonder pessi mistisch tc zijn, de toestand als "li stig moet worden beschouwd, kwam minister-president Poincare aan het woord. De minister verklaarde, dat u„or de benoeming van generaal Lyaui«y, regeering aan het meerendeel Lr r merkingc. r< c-ds het antw ior-1 gaf. I'e naam 'an Lyautey /s een program, dat reeds werd toegepast in Madagas car en in het Algerijnsch-Marotkaan- sche conflict. Wij zoeken geen avonturen, geen verovering, maar pogen gebruik te maken van den tijd, van de orde, van liet geduld en vooral van consequen tie. Generaal Lyautey kent zijn plicut, eu die is het protectoraat te vereeni gen met de hoogs noodzakelijkheid onze iandverdediging. Wij hebben hem alle gevraagde versterkingen gezon den. /.oo nij er nog meer v raagt zullen wij ze hem zenden. W ij wenscnen geen piograrn van verovering, in tegen spraak met onze internationaie over eenkomst. Wij willen den Sultan met verdrijven, maar wij hebben net recht van den Sultan een beschermd souve- rein le maken. Het protectoraats-ver- drag is iict uitvloeisel van het tractaat van 4 November, dat het noodzakelijk maakte. De minister herinnerde aan de po gingen van Hegnault, cm ten spoedig ste de goedkeuring van den Sultan u verkrijgen, die slechts na langdurige besprekingen toestemde. Men had den Sultan verzocht het tractaat eenigen tijd geheim te hou den dit was evenwel helaas onmoge lijk gebleken. De Fransche pers was nl., vermoe delijk door een indiscretie van den Makhzen, in staat gesteld mede te deelen, dat het verdrag onderteekend was. mineer dit eenige dagen later he kend was geworden, zou de bloedige opstand te Fez vermoedelijk niet plaats nebben gehad. Aan de loyauteit van den Sultan Yalt niet te twijfelen. Eenige personen uit zijn omgeving evenwel, die vrees den, dat er een einde zou komen aan sommige, voor hen voordeeligi, mis bruiken, hebben vermoedelijk de ge makkelijk op te ruien bevolking tot een opstand aangezet, In de hoofdstad is het thans weer rustig, verklaarde Poincaré cn Lyau* tcy zul er zeker wel in slagen den toe stand totaal te verbeteren. liet protectoraatsverdrag is zoo rek baar mogelijk Frankrijk wil niemand onderdruk ken, bet wil ir. Marokko dezelfde re sultaten bereiken, als het in Tuni.-. en Algiers heeft berei'"L Het protectoraat opgeven son gelijk staan met desertie. De minister verklaarde verder, dat hij de quaesties omtrent de adminis tratieve organisatie van fmanoién, openbare werkc-n en justitie bestu deert en dat hij op medewerking van het parlement rekent om zijn grool- sche taak tot eeii goed einde te bren gen. Jn den loop der discussie verklaarde Poincaró nog, dat binnenkort een geelboek zal verschijnen. De instelling van een protectoraat in Marokko zal de onderhandelingen met Spanje vergemakkelijken. Deze onderhandelingen hebben een normaal verloop; er doen zich even wel, tengevolge var. verschillende om standigheden, niet te veimijdc-n moei lijkheden voor. De minister verklaarde overtuigd te zijn, d3t de onder hun de in gen spoedig ten einde gebracht zul len zijn, tenzij zich onvoorziene moei lijkheden mochten voordoen. Later viel de minister-president Juu- rës die een somber tafereel ophing van den toestand in Marokko, in hel algemeen en te Marakesj in het bijzon der in de rede en deelde hij mede, dat hij een telegram uit Marakesj ont vangen had, waarin de toestand al daar bevredigend genoemd wordt. De Kamer keurde ten siotte liet pro. tectoraatsverdrag goed met 460 tegen 77 stemmen. De strijd om de presidentsver kiezing in da Veresnigdt Staten Uit verscheidene oorden van do Vcreenigde Staten komen berichte», die cr op wijzen, dat ettelijke republi kein sche politici, die aanvankelijk be reid waren gebleken zich met Roose velt uit de vepoblikëinsche partij te rug tc trekken, nu op nu» besluit be ginnen terug te komen. Deze politici zien er ten slotte toch te zeer tegen op om hun oude partij in den steek te la ten. Roosevelt is, of althans toont zich, daarover slechts weinig ontmoedigd. Hij had dat wel verwacht En zijn échec te Chicago zal meent hij er enkel toe bijdragen, zijn positie on derzie kiezers sterker te maken. Bij do laatst gehouden stemming jn de democratische conventie kreeg Wil son 479 stemmen, Clark 417. Da Conventie werd daarop weef verdaagd De opstand in Albanië. Dc Turksche regeerinj,- gaat maat regelen nemen. De spoorweg-maat schappij Salomkï-Konstantinopel ont ving opdracht, waggons ter beschik- king te houden voor het transport var. 4000 man, besterad voor Monastir. 700 man versterking zijn reeds in Monastir aangekomen en verder ge transporteerd. Ailerlti. DE KIESRECHTHERVORMING IN FRANKRIJK. De Kamer i Tt de eerste twee arti kelen van de wet op kiesrechthervor ming aangenomen. EEN DREIGENDE KABINETS CRISIS IN SPANJE. De Ka.ner hervatte Je behandeling van het ontwerp op de plaats.iijke besturen. Minister-president Canalejas var- klaarde in zijn antwoord ann Moret die het ontwerp had bestreden, dat s overtuigd was geweest, dat het ont werp door alle liberalen goedgekeurd zou worden. Naar aanleidin? van de verklarin gen evenwel van Moret, moest hl) me- dedr-elen, dat het kabinet van plan is zijn ontslag in te dienen, maar dat hij eerst nog de meening van alle leuters van oppositiepartijen over het ont werp wenscht te vernemen. UIT DE TURKSCHE KAMER. Minister Mahmoed Sjefket ver klaarde in do Kamer, dat hij sedert do revolutie steeds getracht heeft do officieren te beletten zich met politiek te bemoeien en dat hij, sinds hij mi nister van oorlog is, voortdurend heeft uitgezien naar een gelegenheid om een wet voor te stellen, waarbij aan het leger verbodeu werd zich mei politiek in te Jaten. Zulk een wet achtte hij beslist noodig voor het wol zijn van het land. Do minister liet zich daarna zeer scherp uit over'de gemeene verraders, die uit Monastir gedeserteerd zijn. Feuilleton Naar n el Engelsch door E. Phillips Oppenhei m. 28) Ik ben hang. Miss Longworth. zei hij, dat ik u n-oet teleurstellen. Als iK u dat document teruggaf, dan zou het weer terecht komen in handen van een der mannen zonder principes in Amerika. Niet alleen uw oom kan ik niet uitstaan, maar zijn manier van doen, zijn geldhandel, zijn geïncar neerde zelfzucht. Hij heeft dit papier noodig als een zweep, dien hij voor andere menschen gereed houdt. Hij verkreeg het door spitsvondigheid. De middelen waardoor het hem ontno men werd, waren ofschoon ik er niets mee tem aken had, over het algemeen rechtvaardig. Ik kan het u niet terug geven, Miss Longworth. Ik ben nog niet vast besloten wat er mee te zul len doen, en ik gevoel zeker geen vriendschap voor degenen, die het be treft maar hoe dit zij. voor het oogan- blik moet het in mijn bezit blijven. Begrijpt u, herinnerde zij hem, dat ik u vanavond het leven gered heb Hij lachte zachtjes. Lief kind, zeide hij, men ont neemt mij niet zoo gemakkelijk het leven. Ik geloof dat u getracht heeft, mij een vriendelijkheid te bewijzen, maar u vraagt daarvoor een te groo te belooning. Zelfs als het document waarover u spreekt, gestolen was, dan is het beter onder mijn berusting dan oi. der die van uw oom. U wil het mij dus niet geven? vroeg zij. Neen, antwoordde hij. Zij stond op. Heel goed, zei ze, ik ga nu heen, maar ik denk dat wij elkaar wel spoe dig weer zullen ontmoeten. Hij deed de deur voor haar open en liep op de lift toe. Lieve jonge dame, zei hij, ik hoop, dat u mij mijn woorden zal ver geven, maar dit is zeker geen werk voor u. Alk ik u een raad schuldig ben, en ik weet het een en ander van het leven af, dan moet u teruggaan naar dc farm in het dal van Connec ticut. Die grootere plaatsen in de we reld mogen eerst bekoorlijk schijnen, maar geloof mij u zult ginds op het platteland beter af en gelukkiger zijn. Vraag maar aan Stella. Ik denk dat zij u denzelfen raad zou geven. Virginia keek hem ernstig aan. Het sarcasme, dat zelden afwezig was in zijn toon van spreken, ging voor haar niet verloren. Ik dank u voor uw raad, zei ze. Hij klinkt zoo onzelfzuchtig en overtuigend. Zoo'n uitstekende beioo- r.ing ook voor iemand die wat op het spel heeft gezet om u een vriendelijk heid te bewijzen. Lieve, jonge dame, antwoordde Vine, het was niet ter wille van mij dat. u mij waarschuwde. U heeft dat zelf toegestemd. Het was geheel ter wille van uw eigen gezichtspunt, dat het u goed voorkwam mij nog wat langer op de wereld te laten. En zou ik daarvoor dan dankbaar zijn? Heusch, daar zie ik het noodzakelijke niet van iu. Ook ben ik gewapend, ert het is heelcrnaal niet zeker dat ik geen voordeel had kunnen trekken uit een kleine ontmoeting met onzen vriend, die zich zooals u zegt, daar schuil hield. Hij maakte met zijn hoofd een ge baar in de richting der slaapkamer. In dat geval zou ik precies we ten wie hij was, mogelijk zelfs in staat geweest zijn hem aan de politie over te leveren. Virginia drukte op het knopje van de bel en de lift begon te stijgen. Het verheugt mij tc weten, Mr. Vine, zei ze, welk soort van man go zijl Hij boog en zij stapte in de lift zon der verder een woord van afscheid. Vine liep peinzend naar zijn kamer terug. Hij was een man die hard en onbewogen geworden was in den strijd om het leven, maar, hoe het kwam begreep hij niet, de herinne ring aan het bleeke gelaat en de ver wijtende donkere oogen van Virginia bleef hem bij. Een HOOFDSTUK X. wc poging. Ofschoon Phineas Duge niets vul gairs in zijn eenigszins ingewikkeld karakter had, was hij voor een man vac. zaken cn een Amerikaan, bijzon der gesteld op dc kleine weeldege- woonten van het leven. Al zat hij ook alleen aan tafel, toch was de tafel vol van uitgezochte bloemen en zorg vuldig gekozen vruchten uit de kas. Zijn ééne glas wijn van een heel goed merk, dronk hij langzaam op en met het air van een kenner. De zachte kleuren op dc tafel deden denken aan den smaak van 'n vrouw. Achter zijn stoel stond zijn Engelsche bottelier, ernstig, met een gelaat vol oplettend heid. De sigaren en licifers stonden al aan zijn linkerhand, klaar voor het oogenblik waarop hij zijn glas wijn zou hebben leeggedronken. Builende kamer wachtte een lakei op een tee- ken om de koffie binnen te brengen. Over zijn weelderige tafel heen, tus schen de welriekende bouquetlen bloe men naar de donkere mahoniehouten paneelen aan den overkant, schenen de oogen van Phineas Duge dien avond iets te zoeken, wat zij niet kon den vinden. De laatste paar weken schenen den man verouderd te heb ben. Zijn lippen waren dichter bij elkaar gekomen, er lagen rimpels op zijn voorhoofd en onder zijn oogen. De bottelier keek van achter zijn stoel neer op het zorgvuldig gescheiden, schilderachtige haar van zijn mees ter, zich afvragend waarom hij zoo stil zat, en wat hij zag dat hij zoo voortdurend naar dezelfde plek op dat mahoniehouten paneel keek en zoo ongewoon Jang over de laatste drup pels van zijn wijn deed. Phineas Duge verbaasde zich zelf nog meer over hetgeen over hem ge komen was. Jaren achtereen waren mannen en vrouwen gekomen en ge gaan, hem onverschillig latend over hun aankomst en vertrek, hun vreug de en leed; en vanavond vond hij zich zelf in dc merkwaardige positie van toe te geven aan vage en bijna be treurende herinneringen, ofschoon er toch zooveel zaken waren waarmede zijn geest zich had kunnen bezighou den. De plaats aan het andere einde van zijn tafel was leeg, zooals nu al vele avonden; want sinds de pe riode van zijn grooten strijd tegen die mannen, aan wie hij den oorlog ver klaard had, had hij alle gezelschap gemeden en leefde hij in strenge en absolute afzondering. Vanavond was die vaste blik die over de geurende bloemen hcenreikte, gevestigd op dien leoge.n stoel aan het andere einde van de tafeL Ofschoon een man van weinig phantaaie. Jut hij toch wel graag zijn verbeelding eens werken. Zijn gedachten waren gemakkelijk teruggegaan naar enke le weken geleden. Hij zag Virginia duur zitten, sloeg haar bekoorlijke glimlach, die af en toe haar gelaat verhelderde, gade, zag de groote grij ze oogen die hem voortdurend in In t oog hielden, hoorde liaar aangename stem, die hij nooit gedroomd had ooit te zullen kunnen missen. Wat was zij eigenlijk toch nog een kindl Recht vaardigheidshalve en hij zei tot zich zelf dat het alleen rechtvaardigheids gevoel was dat zijn verstand bc- heerschte, welk recht had hij om haar tc berispen over wat werkelijk niets anders was dan tegenspoed! llad hij zichzelf gestraft door huur weg tez enden? Zooveel was zeker, <iu laatste avonden had deze kamer hem merkwaardig hard en leeg toeg> sche nen. Hij had haar bescheiden aange boden diensten gemist, de aanraking van haar vingers op zijn schouder, de geheele niet te noemen bekoorlijk heid die haar tegenwoordigheid in deze koude, prachtige omgeving had gebracht, die hem toescheen nu nooit weer dezelfde te kunnen worden. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5