13
\h
Amsterdamsche Kout
XXXV.
Do bclastingschroef. De
scholen.
Heeft u wel eens een belasting-
schroef gezien?
Ik ook niet, en toch spreken vv ij er
allemaal over. De beluslingschroef zal
wel weer worden aangedraaid; da
bclastingschroef staat al zoo vast mo
gelijk, en meer dergelijke verzuchtin
gen bewijzen dat we zeer vertrouwd
zijn met het voorwerp, dat wc nooit
Zaflet' is, zooals gewoonlijk uit den
volksmond, een juist en tcckenend
beeld.
Ik heb nooit begrepen, zegt Dickens
nadat verleid is dut Marley zoo
dood was als een deur-spijker, waar
om juist dit voorwerp het meest doo-
do moest zijn uit den ijzerhandel. Een
doodkisten-schroef vond hij terecht
veel dooder.
Welnu, is cr iets in den ijzerhandel
dut het wreede, pijnigende van een
drukkende belasting boter ver-beeldt
dan een schroef? Wc voelen al een
koude rilling over don rug als we er
maar aan donken, dat de belasling-
schroof zal worden aangedraaid.
We móéten cr In Amsterdam aan
denken. We moeten ondanks de hitte
ons arm belastingbctalors-hoofd
weer pijnigen met de gedachte, dat
het percentage van de inkomsten-be-
losiing zal worden opgevoerd.
Wanneer? Jawanneer?
Niet zoo heel lang geleden betoogde
ik. dat de vorige jaren zeer gunstige
saldi opleverden, zoodat er geen re
den was de raming der inkomsten op
te voeren en sprak de verwachting
uit dat men de begrooting sluitend
zo i kunnen maken zonder bclasting-
verhooging.
Wethouder Serrurler had zich kort
daarvoor Sn denzelfden geest uitgela
ten.
Maar nu weer duiken de booze ge
ruchten op en onze wethouder vau fi
nal cién heeft thans zich op bedenke-
lijker wijze uitgelaten.
in dien aan dc bedrijven gas,
tram en clectrische centrale niet
flink wordt uitgekeerd aan de ge
meentekas, dan ziet het er leclijk uit
Wat de oorzaken hiervan zijn
voor do hand liggen natuurlijk do
steeds stijzende uitgaven zal )k
hiel niet nagaan. Ik wil er alloen op
wijzen, dut we nu hier weer komen to
sta an voor het moeilijk© vraagstuk,
of de winsten uit de gemeentebedrij
ven al of niet aan de gemeentekas ten
goede moeten komen, of dut ze moe
ten strekken om voor de afnemers
den prijs te verlagen.
Over hei algemeen zeg ik prijs-
verlugen. Ik geloof, dat ik in dit op
zicht van meaning verschil met den
hoofdredacteur van dit blad, die van
oordeel .s, Jat men indirect© belas
tingen veel minder voelt, dut die veel
minder drukken dun directe. Dat hot
dus met. zoo org is als do prijs van
g is, het tramtarief, de prijs voor
c loctri sch licht en elect risc-he bo-
w.'.-'gkrachl, kortom dc prijs van alles
wat de gemeente in eigen beheer
heeft, iets hnogor wordt indien daar-
dror de inkomsten-belasting lager
kan zijn. (1)
Duur is wel veel voor te zeggen,
maar, om mij tot Amsterdam t© be
palen b.v., wat een genot, is het niet
voor duizenden en duizenden, dat o.a.
het tramtarief vrij laag is het moet
nóg minder Vooral de vrocgritten.
Een werkman b.v., die in do Indi
sche buurt woont en werkt op het
Bickers-oilund, kan voor zes cent vau
zijn werk heen en weer. Wat een
weelde voor die menschep. En zij im
mers profiteeren niet alleen vau ©en
laag tram-tarief. Wanneer het tram
tarief laag is, profiloeren daarvan
kantoor- en winkelbedienden, onder
wijzers, schoolkindoren, allo mogelij
ke categorieën uit een groote stad, die
dagelijks in weer en wind ©en groo-
ten afstand moeten afleggen.
Het nut on de beteekems van goed
koop gas, en goedkoop water, om dez©
twee te noemen, behoef ik zeker niet
nader aan te toonen.
Wanneer do winsten uit de bedrij
ven besteed worden 0111 het materieel
te verbeteren en de prijzen laag te
houden, dan profiteert daar de gan-
sche bevolking van.
(1) Onze briefschrijver stelt ons in
zicht ietwat te algemeen.
Van iudirecte belastingen als regel
zijn wij geen voorstanders. Maar zoo
lang ons belastingstelsel nog zóó
slecht geregeld is, dat bijvoorbeeld in
Haarlem het percentage der inkom
stenbelasting negen maal zoo hoog is
als in Bloemendaal, kan een stad als
Haarlem de winsten uit de bedrijven
niet missen. Datzelfde geldt voor Am
sterdam en vele andere Nederland-
sche steden.
RED AC HE.
Zeker, vau ©en lage inkomsten
belasting natuurlijk niet minder,
maar door die progressief te maken,
wordt de toestand toch zóó, dat do
druk het meest gevoeld wordt bij ver
hooging door wie het 't best betalen
kunnaa.
Of nu echter, gezien den financiee-
len toestand van Amsterdam, gezien
do bloeiende bedrijven en de betrekke
lijk vrij lage prijzen onder deze om
standigheden liet niet wenschelijk zou
zijn uit de bedrijfs potjes wat over te
hevelen in het algemeene gemeente-
potje, is een andere vraag.
„Grau ist alle theorie" en ook de
theorie van de bedrijfs-winsten voor
de bedrijven kan wel eens moeten
plaats maken voor door omstandighe
den geboden andere practijk.
En als we dan wat beter in onze dui
ten komen, dan is er één zaak, die al
dadelijk dringend verbetering behoeft:
onze scholen.
Jaar op jaar wordt in de verslagen
van de schoolcommissie geklaagd
over den slechten toestand, waarin
zich de scholen bevinden.
Slecht licht, onvoldoende ventilatie,
zeer onvoldoende onderhouden vloe
ren, dio klachten zijn schoring en in
slag. Vooral over den slechten toe
stand, waarin zich de vloeren bevin
den is nog onlangs door de afd. Am
sterdam van den Bond van Ned. On
dervvijzers geklaagd.
Wie in Amsterdam ergens een on
ooglijk gebouw ziet, van gevangenis
achtig voorkomen, dat een stal zou
kunnen zijn, die heeft ©en school voor
zich, waarin de lieve jeugd wordt oio-
geborgen van wie Van Alphen zong
Mijn leeren is spelen,
Mijn spelen is leeren,
Waarom zou mij dan het leeren
vervelen.
Nieuwe scholen hebben we noodig,
die de hoofdstad geen oneer aandoen
en meer scholen. Herhaaldelijk wordt
geklaagd over gebrek aan ruimte en
zijn maar al to veel ouders, die tij
den lang moeten wachten eer voor hun
leerplichtig kind plaats is op school.
In de jongste raadszitting klaagde de
heer Miranda daarover en hij noemde
de Indische buurt, maar daar waarlijk
niet alleen wordt het gebrek aan
schoolruimte gevoeld.
in bijzonder ongunstige positie zijn
do bewoners vau den Admiraal de
Ruyterweg die even over de grens der
gemeente wonen, dus in Sioten.
Wanneer zij schoolgaande kinderen
hebben, dan moeten dio op plaatsing
wachten tot al ie Amsterdam is olie kan
doren, die in de termen vallen, een
plaatsje hebben gevonden. Ja, nog
sterker, liet is voorgekomen dat kin
deren uit Sloten dan, op school waren
reeds in Amsterdam en na verloop
van eeuigen tijd weer teruggezonden
werden met de boodschap dat er nu
Amsterdamsche kinderen waren, die
voor-gingen.
Onbillijk is het niet, maar voor do
Admiraal-bewoners allesbehalve aan
genaam. Ze kunnen nu hun kindo
ren naar do dorpsschool van Sloten
zenden, maar dit is zoo ver af, dat een
traux-abonnement moet worden geno
men, hetgeen weer een hooi© belas
ting is.
Al weer een omstandigheid voor de
ze buitenbewoners en zoo is het ook
voor dio uit de Watergraafsmeer
wijst op de worisohelijkheid van an
nexatie. De gemeentebesturen hebben
.oo 't schijnt wel ooren naar, maar
Gedeputeerden zuilen er, Amsterdam's
finantieele moeilijkheden overwegend,
•oorloop g wel anders over dienkcu.
AMSTERDAMMER.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
30 Cts. per regel.
Victsriawaler, Qbarlahnstsin
geeft, vermengd met Limo
nade- of andere Siropen,
een HEERLIJKE DRANK.
Gemengd Nieuws
SLECHTE OOGSTVOORUIT-
ZIC1ITEN.
De „Nw. Soer Ct." verneemt uit
Locnxadjang, dat de droogte zeer na-
deeJig dreigt te worden voor den ta
baksoogst. De bevolking houdt groot©
sedekahs, om de regens te doen door
breken. Ook het vooruitzicht op een
goeden rijstoogst is minder gunstig,
vermits de vruchtbaarheid van de
sawah geleden heeft door de oschro-
gens van den Smeroe.
DE GEHEIMZINNIGE ZAAK.
Men leest in het „Hbld. van Ant-
v erpen"
Het parket van Brugge is naar liet
Collegio Lycen Portugés" gegaan,
het oud kasteel van Neuf-Mouslicr
(Hoey), waar vela Poriugeezen ge
huisvest zijn. Het parket heeftop eene
uitgebreid© briefwisseling beslag ge
legd, verschillend© papieren en docu
menten, dio betrekking hebben op dc
geheimzinnige zaak van 2eebrugge.
Verder wordt door Brusselsche bla
den gemeld, dat de rechter van in
structie Delaut sheer, vergezeld van
zijn griffier, zich naar het ministerie
van buitenlandsche zaken heeft be
geven om beslag t© leggen op den zee-
brief (toelating om te vertrekken) van
dc stoomboot „Vos".
Het schijnt nu, dal dit stuk valscb
Is cn het parket zal dus den schrijver
van dit vulache document moeten op-
zooken.
DE VROUW IN HET MINISTERIE.
President Taft had mejuffrouw Ju
lia C. Lathrop aangewezen als direc
trice van de onlangs opgerichte kin-
derafdeeling van het ministerie van
handel en arbeid. De Amerikaansche
Senaat heeft aan die keuze zijn goed
keuring gehucht,
Aan mejuffrouw Lathrop wordt nu
ook do organisatie der nieuwe afdee-
ling toevertrouwd.
Do onderwerpen, welker behande
ling aan doze afdeeling zal zijn opge
dragen, hebben betrekking op alles
wat het kind betreftde zuigelingen
sterfte, het geboortecijfer, de weezen-
verplcging, do misdadig© jeugd, kin
dermishandeling cn zoo meer. Daar
bij zal aan de kaderwetgeving de
noodig© aandacht worden geschon
ken.
Mejuffrouw Lathrop, een vrouw
van middelbaren leeftijd, is de doch
ter van een geweren senator. Zij be
schikt over ©en op jarenlange reizen,
die zij dienstbaar maakte aan de stu
dio dor maatschappelijke toestanden
in verschillende landen, vorkregen
ervaring.
Het tractement, dat aan het hoofd
der nieuwe afdeeling wordt toegelegd,
bedraagt omstreeks 12.000.
HET SPIONNAGEPROCES IN
DU ITSC11L AND.
Woensdag liep te Leipzig het ge
rucht, dat de echtgenoot© van den
vun spioiuiage verdachten Russischen
kapitein Kostewitsch, in het geheim
de stad verlaten had. De aanleiding
tot dit gerucht was, dat mevrouw
Kostewitsch. teneinde dichter bij de
gevangenis te zijn, waarin haar man
opgesloten zit, in ©en ander hotel
haar intrek genomen had. Woensdag
ochtend wilde zij haar echtgenoot
bezoeken, maar de toegang tot de
gevangenis word haar geweigerd.
Dagelijks moet Kostewitsch ©en
zeer langdurig verhoor ondergaan.
Vrijdag zou hij met zijn medeplichti
ge Nikolski geconfronteerd worden.
Met de behandeling der zaak zal
eerst einde September c©n aanvang
gemaakt worden, daar eerst het groo-
i ,Pos?uer spionnage-prooes behan
deld zal worden, waarvoor reeds 81
getuigen gedagvaard zijn.
CHOLERA,
Den geval van cholera heeft zich
voorgedaan te Miudszent. Uit het co
in ituut Csangrod wordt eveneens inel-
diug gemaakt van een verdacht geval.
EEN BOSCHBRAND-QUAESTIE.
Gravin von Galen bezit in de nabij
heid van den spoorweg Rheine-Burg-
stöinfurt groote dennenbosschen. Op
een goeden dag is een bosch, dat op
een afstand van 1-40 M. van de spoor
lijn lag, afgebrand. De eigenares be
weerde, dat de brand was ontstaan
kort nadat er een trein voorbij gere
den en hij door vonken uit de locomo
tief veroorzaakt was. Zij had daarom
tegen den Pruisjschen spoonvegfiscus
een eisch tot schadevergoeding inge
diend. liet Landgericht te Munster en!
het Obèrlandesgericht te Ilanim lieh-l
hen haar eisch toegewezen en den fis
cus veroordeeld, om haar de schade
vergoeden.
liet Oberlandsgericht verklaart in
zijn vonnis, dat op grond van getui
genverklaringen de locomotieven van
voorbijrijdende treinen al vroeger von
ken hadden uitgeworpen. Vervolgens
spreekt het Oberlandsgericht over de
adviezen van de deskundigen, op wie
de fiscus zich beioept, inhoudende dat
vonken uit een locomotief slechts op
een ufsirnd van 50 tot 60 c.M. nog
brand kunnen stichten. Het stelt daar
tegenover de verklaring van een rent
meester, die gezien heeft, dat uit den j
Vlissingschen sneltrein soms vonken
110 tot 120 M. vei door den wind weg-
gevoerd werden. Bij een Shel trein
deelt ziclx de groote snelheid van den
trein immers ook aan de vonken mee 1
Op grond van deze overwegingen wees
hel hof den eisch toe.
Het rijksgericht heeft de door den
fiscus gevraagde cassatie verworpen.
EEN ZONDERLING.
Een Parijscho zonderling is op het
dwoz© denkbeeld gekomen zijn Deen-
üfhe dog ..Fallières" te noemen. Vroo-j
lijk liep hij met het prachtige dier
langs do boulevards, telkens den bond
roepender ..Tiier. Fallières", „WU je
wel eens liter blijven, Fallières", „Al
lo, koest, Fallières".
Een agent, die zijn President tel
kens op een minder eerbiedige wijze
hoorde aanroepen, naderde den eige
naar van den viervoeter en verzocht
hem mede te gaan naar het bureau.
Maar de man bleek van oordeel, dat
hij zijn hond mocht noemen zooals
hij verkoos. „Dat zullen we dan wel
eens zien", was hel bursche antwoord.
Den commissaris word dc quacstie
voorgelegd en het c-ind was dut de
hondenvriend werd gelast zijn makker
te ïlerdoopCü:
„Goed, zeide deze, dan noem ik hem
ArmantL"
Maar ook de voornaam van den
President mocht niet aan een dier ge
geven worden.
,,ln vredesnaam, dan zal ik hem
Bamtooela noemen, in de hoop, dut ik
nu niet den een of anderen neger aan
mijn hals krijg", er. de eigenaar
Fallières verliet het bureau met zijn
hond, die echter volstrekt niet van
bleek in de naamsverwisseling
toe te stemmen en niet luisterde naar
hat woedende „Bamboela'-geroep van
zijn baas.
DE VOLKSTELLING VAN 1911 IN
ENGELAND.
Hat eerste deel van het uitgewerkt
'erslog der volkstelling in 1911 is in
den vorm van een Blauwboek ver
schenen.
Daaruit blijkt dut do bewolking van
Engeland ©n Wales op den 2en April
1911 36.070.492 zielen bedroeg, d. i. 618
op do vierkante Engelsche mijl togen
152 in 1801, zoodat do bevolking dier
beido landen in elf deccnnien vervier
voudigd is.
De dichtst bevolkte streken zijn
Londen met 38680, Middlesex met 4848
en Lancashire niet 2564 op de vierkan
te Engelsche mijl, terwijl in Radnor
shire slechts 48 zielen op de vierkan
te Engelsche mijl worden aangetrof
fen.
De bevolking ten plattelands on
derging wederom eenigo vermeerde
ring, maar volgens de gegevens van
581 landelijk© gemeenten is dat ver
schijnsel in hoofdzaak toe te schrij
ven aan de uitbreiding der industrie
ten platteland© mijnbouw on fa
briekswezen en aan de vestiging
van lieden, forensen en anderen, bui
ten, doch in de nabijheid van groote
steden.
DE ZEESLANG?
Een dochter van den romanschrij
ver Rider Haggard schrijft van de
kust bij Lowestoft aan een Engelsoh
blad, dat zij do zeeslang heeft gezien.
Het gedrocht, dat zich als een lange
donkere lijn vertoonde, niet eon bohbel
aan een eind, schoot met verbijsteren
de snelheid door het water. „Door
■errekïj'kers", schrijft zij, „konden
wij gewaar worden, dat het iets als
een kop aan een eind had, en dian
een reeks van ongeveer dertig punti
ge bobbels, die in grootte afnamen
naarmate zij den staart naderden".
Langzamerhand zakte liet ondier en
verdween onder het oppervlak. Zij
schatte de lengte1 op een twintig me
ter. Men ziet, dat de dochter blijk
baar de rijke verbeelding van 'haar
vader geërfd heeft.
DE KRUIT-MISèRE IN FRANKRIJK.
Minister Delcassé heeft de schiet
oefeningen, welke tot besluit van de
vlootmanoeuvres in de Middelland-
sche Zee zouden gehouden worden,
afgelast.
Verschillende bladen meenden, dat
dit besluit in verband staat met het
rapport, uitgebracht naar aanleiding
van het ongeluk aan boord vau do
„Jules Michelet".
De werf van Lorient heeft bevel ge
kregen 9§l)0 ongeladen granaten naar
Toulon te zenden, dm uitsluitend met
buskruit van het jaar 1912 /.uilen ge
vuld worden, een en ander ter ver
vanging van den thans aan boord van
het eskader zijnden voorraad.
Nuar de „Echo de Paris" uit Tou-
lou verneemt, is er tijdens de manoeu
vres van het Middellandse!» Zee-es
kader, door kortsluiting brand ont
staan in een van de kruitkamers van
het linieschip „Mirabeau". De com
mandant heeft echter terstond de
kruitkamers onder water laten zetten
en daardoor een ramp voorkomen.
EXPEDITIE NAAR DE
NOORDELIJKE IJSZEE.
Einde van deze maand begint de
Deutsche Arktische Expedition Schró-
der-Stranz" een onderzoekingstocht
de Noordelijke ijszte. Men wil de
doorvaart volbrengen door de Noord-
Oostpassage en onderzoeken de ijszee
"yie» wuiciaius, iciiveiis ueu uuuu i v/usxpat-sage eu onuerzoeam ue ijszee Kwamen op oen i», zo en ze voor;
die, ine jong zijnd'.*, overal heen liep, ten Noorden van Azië en het bijna on- daarentegen daalde op den 16 en 17
beken'de Taimyr-schiereilanïl. Wol
hebben ook anderen de doorvaart door
de Noord-Oostpassage volbracht (o.
de Zweed Nordenskiöld), maar het
enorme gebied van de Noordelijke ijs-
zee is nog slechts voor ©en gedeelte be
kend.
Men verwacht van de expeditie be
langrijke resultaten op oceanogra-
pliisch gebied, want nog weinig weten
wij vau de machtige koude poolstroo-
men. wier optreden ook voor de reeën
in Noord-Europa zoo gewichtig is.
Verder zullen er studiën worden ge-
muukt omtrent de physiek van de ïjs-
zee, omtrent de Flora op het Taïmyr-
scliiereiland, enz.
EEN STRAATVEGER ALS VOOR
VADER.
Philadelphia maakt er aanspraak
p, de bakermat te zijn van de aan
zienlijkste families in de Vereonigdc
Staten. Men wil er nu eeu grootèu op
tocht houden, waaraan de leden der
voornaamste Amerikaansche geslach
ten zullen deelnemen in eeu costuum,
dat den tijd en het beroep hunner
voorvaderen zal weergeven.
Een der eersten ia de samenleving
in Philadelphia, tevens een der rijk- j
:e mannen in dien staat der Unie,
James Ewing, Mifflin, heeft het nu in j
zijn hoofd gezet, om als... straatveger!
in den stoet te verschijnen, d.i. niet
den beoem eu een vuilniskar.
De grondlegger van het Amerikaanscli
geslacht der Mifflins, John Mifflin,
was werkelijk oorspronkelijk straatve-
ver van beroep, maar James Ewing's
bloedverwanten betoogen nu, dat toen
de oude John stierf, deze veertig vuil
niskarren naliet er. dus geen doodge
wone straatveger was. Zij spreken dan
ook schande over James Ewing's plan,
maar deze wil ziel daarvan niet Juten
afhouden: de oude Jcfïh is werkelijk
als straatveger begonnen.
Maar niet alleen James Ewing's
bloedverwanten verzetten zich tegen
diens plan. Ook andere families zien er
tegen op, naast hunne ietwat geïdeali
seerde „voorvaderen" in den stoet een
doodgewonen straatveger te zien op
treden.
Blijft James Ewing nu op zijn stuk
staan, dan zou er wel eens in het ge
heel niets van den optocht kunnen
komen.
EEN NOODLOTTIG SCHOT.
Gedurende een bal in het badhotel
.Meeresstrand", te Ban sin, had een
betreurenswaardig incident plaats.
Terwijl het muziekcorps een vroolij-
ke melodie speelde en de paren door
de zaal zwierden, klonk plotseling
een schot en stortte een dame, die
zich te midden van een aantal hee
ren bevond, met bloed overstroomd,
op den grond neer. Zij was onmiddel
lijk een lijk. Bij het onderzoek bleek,
dat zij de vrouw van een Berlijnscn
koopman was, die zelf voor zaken
naar de Duitsche hoofdstad was te
ruggekeerd, haar aan de bescherming
van een vriend had toevertrouwd.
Deze vriend beging de onvoorzichtig
heid om tijdens het bal de vrouw een
nieuwe Browning-revolver te laten
zien, die hij pas gekocht had. De
dame wilde het wapen nauwkeurig
bekijken, en terwijl zij het in de hand
nam, ontbrandde het niet het boven
beschreven noodlottig gevolg.
DE LUCHTSCHEEPVAART VOOR
SPELD.
Bij het afbreken van een winkel
huis in Stuttgart, dat in 18.44 ge
bouwd "werd, vond men een oorkonde
ingemetseld, waarin o.a. melding
werd gemaakt van den aanleg van
den eersten spoorweg te Stuttgart, die
in dat jaar begon. In verband daar
mede volgen dan de woorden: „Mis
schien is men als deze oorkonde ge
iden wordt, reeds zoo ver gevor
derd, dat men reeds geregelde lucht-
maakt." Toen deze woorden
geschreven werden, leefde ergens in
Zwaben een vierjarig knaapje, dut
dio profetie in vervulling zou bren
gen; graaf Ferdinand Zeppelin.
HET WEER IN JUNI.
Aan het overzicht over hel weer in
Juni in het „Maand. Overz. d. Woersr
gesteldheid in Nederland", ontleenen
wij het volgend©;
Evenals de voorafgaande maand
as ook Juni betrekkelijk rijk aan
depressies, die over de Britscho eilan
den naar Scandinavië trokken, en
meerendeel hier te lande met onweer
gepaard gingen: Hooge drukkingen
werden in den loop der maand in ver
schillende doelen van heit vasteland
an Europa aangetroffen, terwijl een
afzonderlijk gebied van den 3en tot
den 19en nabij IJsland voorkwam:
Gemiddeld over de geheele maand
was de temperatuur ongeveer aan de
normale gelijk in de tweede dekade
was zij 1 gr. beneden, in de derde bij
na 1 gr. boven. Ook de dageüjksche
gang toonde gemiddeld weinig afwij
king. Bijzonder hooge temperaturen
kw amen op den 19, 23 en z8 voor
dekado v
de temperatuur vrij laag. De c^wti
king was betrekkelijk /waar, héld»™
dagen kwamen nageiioc-g niét rot»
Gemiddeld over het geheele laud
de inaandsom van den neerslag ruin
do helft grootor dan de uoi male hij»,
voellietd en bedroeg liet aantal
met ©en neerslag van 1 m.M. of m*.
10 tegen 9 dagen normaal. Voor»)
was de neerslag groot in de ©©-.•,
dokado langs de Noordzeekust ©ri j»
de tweede in het midden des laiWS
Er trokken 13 uitgebreide ©mveikr!
over ons huid, die bijna «He te Lie
Bildt waargenomen worden.
Gedurende do gelieve Ie maant! wa
ren d© Zuidelijke tot Westelijke win.
den talrijker dan gowooniijk in <]9
©eiste dekado vooral de Zuidelijke, in
de tweede do Westelijke. De wiud.
kracht week gemiddeld weinig >-.■«
a.v ■'••■'"lale af, alloen in de tw©od«
zij iets grooter.
DIENSTBODEN EN
huiselijkheid,
W. H. V. schrijft in „De Getuige m
volgende
Onze. tijd, zoo rijk aan velerlei, ia
•m aan dienstboden. Er is maar één
klacht over de schaarste aan gescljili.
te krachten om in de gezinnen huis»,
lijke bezigheden te verrichten. Alleen
dc hoogere standen kunnen door greo-
tere loonen. betere huisvesting enz.
zich van goede hulp voorzien. En als
oorzaak daarvan wordt dan genoemd
de gelegenheid, die er voor meisjes is!
cm in werkplaatsen en fabrieken een
gelijk, soms honger, loon te verdienen
bij groote re vrijheid. Als de dagtaak
geëindigd is oiri 6 a 7 uur, zijn dj
meisjes vrij.
En dan is die lust tof ongebon
denheid de reden, zoo zegt men dat
de meisjes de voorkeur geven aan a».
deren arbeid don die van dienst hivfe
En men maakt zich bezorgd, vaak n>èt
ten onrechte, over wat er, hij zulk oen
geest, van die jonge menschen meet
worden. Inderdaad, is het lossere,
vrije leven der werkplaatsen.- en fa.
brieksmeisjes voor velen een gevaar.
De vi ije omgang met mannen op de
fabriek, liet gelegenheid hebben iede-
ren avond op straat te zijn. uit te
gaan, is voor menig meisje, dat in e.:a
„dienst" fatsoenlijk leefde, een oer-
zaak van haar val en ondergane g»
worden
Maar toch moet men niet ie veel ie
die eene richting zien en de vrouwe
lijke jeugd in d^zen als loszinnig en
bandeloos voorstellen. Er kunnen ook
andore oorzaken zijn, dan do lust tot
ongebondenheid alleen, die de meis
jes uit de keukens en kamera, naar de
werkzalen en de grootere vrijheid
drijft En die ooi zaken zijn er volgens
Dr. Rosa Kampf, die een belangrijk
boek heeft geschreven over het leven
der fabrieksmeisjes te München, waar
in ze de resultaten van een nauwkeu
rig onderzoek naar beroep en louu eu
arbeidsvoorwaarden vau dienstmeis
jes en fabrieksarbeidsters neerlegt ao
dan stelt ze als ©en der ooi-zaken \cor
don afkeer van dieustbodenarbeid, de
grootere willekeur en 't voldoen san
allerlei persoonlijke wenschen en be
hoeften in een gezin, tegenover da
strenge tucht en orde in eeu fabriek,
waaraan men zich gemakkelijker on
derwerpt Maar vooial ook acht Dr.
K. een groote oorzaak aanwezig in den
zin voor huiselijkheid en gezelligheid
die ieder mensch, maar vooral dj
vrouw eigen is. Nadat het dagwerk in
dc fabriek is afgedaan volgt de terng-
koer in den ouden, huiselljken kring.
Waartegenover als een ware kwelling
en verschrikking voor jonge meisjes,
het eenzame zitten in de keuken, al
leen, staat. De schr. meent dat daar
om ook de huisindustrie, door den
trek naar eigen huiselijkheid iedere
vrouw ingeschapen, zich zoo hardnek
kig handhaaft. Wil men dus die trek
nuar de fabrieken van onze meisjes
tegengaan, men geve ze dan gezelli
ger, huiselijk leven acme ze meer op
in den kring van het gezin nekt
haar avond- en nachtverblijf huiselijk
in, waaraan nog wel iets ontbreekt.
Herhaaldelijk hooiden ook wij derge
lijke klachten „Over dag gaat tiet
nog wel, dan is er werk en beweging;
maar 's avonds in die keuken en
's nachts op dien zolder voel je je zoa
alleen".
Waar inen steeds geneigd is, on.
meisjes, die niet meer dienstbode wil
len zijn, daarbij van een ongunstig
Jicht uit te zien, meenden we goed
doen, ook op dezen kant van de zaak,
die haai- echt vrouwelijk-men schel ijkt
eigenschappen doet kennen, te wijzen
Of het baten zal Of men de dienstbod»
meer als huisgenoote zal gaan be
schouwen We hopen het I
Koloniën
ONGEHOORD.
Men schrijft uit Albina aan J)s
West":
„Uw bericht, dat een Amerikaan op
de politic zou hebben geschoten, is
niet geheel juist. De bedoelde persoon
verwekte op een avond hier heel wat
consternatie. Hij begon met cei.Ue
ec: klemde en rondkeek naar een rij
tuig om hem te volgen. Het zal mij
geheel ruïiieeren. En toen bedacht hij
dat er erger dingen bestonden dan tij
delijk geruïneerd te worden door hoo
ge vervoerkosten, want er was geen
ander rijtuig te zien, en dat van don
welgestelde!» man reed al in een draf
weg
Er bliift mij maar één ding over
te doen, dacht Justus, bijna in wat-
hoop. Ik moet het rijtuig achterna-
hollen totdat ik een ander vind, en
met dc ellebogen in zijn zijde, zotte
hij het op een hollen. Gelukkig was
de weg slecht bestraat cn maakte
het rijtuig dat hij volgde geen snol
len voortgang, maar toch kostte het
hem de grootste inspanning het bij
te houden. Dwaas dat ik was om
tegen die kosten op to zien, bromde
hij, terwijl hij legen iamigo voorbij
gangers aanbotste, en het trottoir op
en afsprong, Iedere uitgave zou te
verkiezen zijn boven dit hollen naar
de Minories. Bovendien, ik kan bot
niet volhouden. Ik ben nu al bijna
doodop.
En toen, juist toen hij op het punt
stond de vervolging op to geven cn
besloot het doel van zijn wildo jacht
maar to laten varen, kwam er een
leeg rijtuig in het gezicht en hot snel
inhalend, viel hij er ademloos in
meer met gebaren dan met woorden
Ban den koetsier te kennen gevend,
dat hij het rijtuig daar voor hen uit
moest volgen, en hulpeloos achterover
in de kussens neerzinkend, begon de
vervolging opnieuw.
Gelukkig schenen de moeilijkheden
voor het oogenblik 'opgeheven, en had
hij gelegenheid weer op adem te ko
men, terwijl zijn rijtuig dat daar voor
hen uit volgde, langs Ilolborn ging
en toen in de richting van Aldgace.
Zijn koetsier liet den afstand tus-
schen de beide voertuigen steeds cveu
groot, zooals Justus door het portier
raampje voor zich zag; en eindelijk
was hij weer in staat over deu too-
sland na te denken
liet gaat nu, geloof ik, werke
lijk goed, dacht hij. Ja, in weerwil
van de, hm, aanzienlijke uitgave, ge
loof ik, dat er wérkelijk wat van te
verwachten is. Welgesteld, buitenge
woon opgewonden, en op dit late uur
onderweg om een blijkbaar onaange
name afspraak na te komen I Ja, die
mijnheer daar voor mij uit, boezemt
mij groote belangstelling in, en hot
zou mij niet verbazenHallo I wc
zijn er.
Want het rijtuig bleef op dit oogen
blik staan en voorzichtig naar buiten
kijkend, zag Justus dat het vehikel
van den zwaarlijvigen man een eindje
voor hen uit was blijven stil slaan,
en dat de man er op dit oogenblik
juist uitstapte. Justus wachtte, ter
wijl de laatste den koetsier betaalde
en hem wegzond en zijn voorbeeld vol
gend met een zucht over zijn leege
broekzakken, volgde hij hem voorzich
tig te voet.
Ilct was een donkere hoek, waar zij
waren blijven staan, en de zwaarlij
vige man liep een donkere en smalle
straat in, maar dat maakte Justus
heelem&al niet bezorgd. Hij was in
zijn eenigszins avontuurlijk leven al
op allerlei eigenaardige plaatsen ge
weest, cn gebrek aan moed was nooit
een van ziin fouten geweest. Integen
deel, dio omstandigheden wekten hem
op. Hoe geheimzinniger, hoe ongewo
ner <le vreemdeling deed, hoe meer hij
voor de toekomst beloofde en vastbe
sloten maar voorzichtig volgde hij.
Toch wus het gevaar dichterbij dan
hij wel droomde en het volgend oogen
blik rees het voor hom op. Want toen
de dikke man het einde van de don
kere, Smalle bereikte, liep hij een nog
donkerder en smaller in, en stiet hal
verwege heftig legen twee mannen
aan, die uit do diepten der aarde naar
boven schenen te komen, zoo stil en
onverwacht verschenen zij.
Een seconde lang vormden de drie
individuen samen een zwarten hoop,
vlak voor Justus, die bij hen was bij
na voordat hij in staat was zijn gang
in tc houden. Toen sprong de dikke
man, zijn kans schoon ziende, vlug
overeind. De twee nieuw aangekome-
nen keerden zich om eu schenen op het
punt te staan hem achterna te sprin
gen, toen een hunner plotseling Jus
tus in het oog kreeg, en zijn kameraad
bij den arm nemend, hem op zuchten
toon iets toefluisterde. En het tw eetal
ging vlak voor hem staan.
Justus keek de beide mannen aan
en zij hem.
Hier is er nog een, zei een hunner
eindelijk.
Het is hier vanavond vol van die
verwenschte fatten
Het was duidelijk dat de schurken
nu zij hun eerste plan verijdeld za
gen, ruzie zochten, maar over hun
schouders heen kon Justus juist zien,
hoe de gestalte van den zwaarlijvigen
man in de duisternis verdween en dat
gezicht maakte hem roekeloos.
Zich flink uitrekkend, liep hij op
hen too en rei kalm: Laat mij alstu
blieft passeeren. Ik heb haast.
Duidelijk bleek dat zijn beslistheid
de mannen imponeerde, want zij aar
zelden een oogenblik. Toen veegde de
kleinste van de twee met zijn mouw
over zijn lippen:
Geef ons eerst eeu drinkgeld,
vriendje, zei hij
Justus kon geen oogenblik aarzelen.
Met een zucht stak hij zijn hand in
zijn zak en nam er een shilling uit,
eon van de weinige die hem nog rest
ten.
Ilier heb je wat, zei hij op den
vriendelijksten toon, waartoe hij in
staat was.
Ik ben op het oogenblik een beetje
kort bij kas, anders zou ik wel meer
geven.
Daar geloof ik niels van, vrindje,
zei de grootste der beide mannen, ter
wijl hij toch begeerig naar het geld
stuk greep dat Justus heqi voorhield.
Och, ik hoor immers nog veel meer
geld rammelen.
Justus oogen, die de duisternis door
boorden en den vluchtenden vreemde
ling volgden, keken den spreker woe
dend aan. „Kom, man, ik heb de
waarheid gesproken, en niets dan flo
waarheid, zei hij streng.
Laat mij passeeren.
Niet zoo haastig, zeide grootste der
beide mannen, en hij hield Justus te
gen.
Deze was daarop echter voorbereid
en met een snelle, handige beweging
•kwam hij tegenover den anderen man
te staan, draaide om hem heen en
snelde weg. Maar, helaas, in plaats
van zijn oogen om zich heen te laten
gaan, waren zij al weer op de duister
nis voor hem uit gevestigd, eu hij zag
den voet niet vau den kleinen man
uitgestrekt om hem te doen vallen.
Eén oogenblik lag hij lang uitgestrekt
op het trottoir en het volgende oogen
blik vocldo hij zich met geweld optil
len en uitschudden, totdat alles wat
in zijn zakken gereten had er scheen
uit te vallen en in de goot te rollen.
Toen volgde er een lachen, een op
krabbelen. het geluid van schuifelend©
voetstappen, en zijn twee tegenstan
ders holden de steeg door.
Justus krabbelde weer overeind,
bracht zijn gedeukten hoed weer in
den vorm, en zonder zelfs een blikti
werpen in de richting van zijn suei
verdwijnende vijanden, snelde üj
naar het andere einde van de straal,
waarheen de zwaarlijvige man ver
dwenen was. Maar zelfs terwijl hij
voortsnelde-wist hij. dat hij nu te laai
was. Het doel va n al deze moeite, dt
man, die zooals hij voelde; hem alloer
kon beloonon voor hetgeen liij iiua
doorgemaakt, was verstandiger of ge
lukkiger geweest dan hij, en was heel
vlug in de ruimte verdwenen.
l-IOOFDSTUK II.
Moor d.
Ben ik werkelijk do ongelukkigst!
man, die cr sinds het begin van de we
reld bestaat! nop Justus Wise uit,
terwijl hij wild om zicli heen Keek
Of ben ik bezig een onmogelijk®
pessimist tc worden.'
In elk geval was er geen twijfel aan
of de man verkeerde op dit oogenblik
in ecu zeer weinig benijdenswaardig'
positie.
(Wordt vervolgd)-