BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD GRGOTE HOUTSTRAAT 55. No 8938 DE ZATERDAGAVOND HAARLEMS DAQBLAD KOST f 1.20 PER 8 BAANDEN OF 10 CENT m WIER- DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S OAQBLAO 2JN ADVERTENT1ÊN DOELTREFFEND. GflZE ANNCNOES WORDEN OPOEMEftKT Het Rijke Natuurleven VERAFSCHUWD EN TOCII GE ZOCHT. Mooie planten zijn het niet, de ste kelige, vechtlustige brandnetels, be mind zijn ze al evenmin, al tellen ze de deftige raméhplanten, wier vezels het mooiste neteldoek leveren, onder hun familieleden maar toch, voor den natuurvriend zijn ze belangrijker dan heel wa tmeer geliefde soorten. In deze maanden vieren ze hoogtij. Hoog boven kruiskruid, polygomim- soorten en distels uit pronken ze daar Dp hun veroverden puinhoop, wappe ren ze met hun dichte bloemeDbun- dels. Zij schijnen zich er van bewust le zijn, dat zij worden gevreesd, want brutaal dringen ze vooruit, kalm woe keren ze om zich heen en in enkele maanden hebben ze hnn gebied ver naar alle zijden u'tgebreid. Ik spreek hier niet van den kleinen brandnetel. Ook hij behoort niet tot do bescheiden onkruiden, maar zijn grooter familipl'd 'overtreft hem toch in alles. Intnsschen zijn de groote brandne tels uit een botanisch oogpunt, zooals ik reeds zei, zeer merkwaardig en dit in de eerst plaats om de bloemen. Deze zijn in vorm en kleur zoo be scheiden mogelijk. De meeldraad- bloempjes bestaan uit slechts vier slipjes en vier helmknopjes, de vrou welijk© bloemen, die op eene andere plant voorkomen, beslaan eigenlijk uit niets dan een klein kleverig pen seeltje en een vruchtbeginsel maar de be..t ui ving, de wijze waarop het groo te bevruclitiiigspro.es tot stand komt, is zoo mooi, dat ze de nietigheid der bloemen ruimschoots vergoedt. Zoek hier niet naar bijen of vlin ders, die in ruil voor honig, stuifmeel overbrengen van bloem tot bloem. D" stekelige paria's de veischoppe- lingon uit de plantenwereld, redden zich zelf en bijna ongemerkt. Als de zon ternauwernood het rood- waz.ge wolkenfloers hpeft verbroken, als de dauw nog parelt aan blad en stengel,, worden de mannelijke bloempjes, in dichte bundels hangend in de bladokscls. genoodzaakt om mee te doen aan het pas ontwaakte leven. De warmle, doordringend tot in de fijnnte nerven, doet de knopjes groei en, de blaadjes springen open en ge ven ruimte aan do meeldraden. Dezo zalen al dagen achtereen dub bel geslagen tusschen de vier slipjes. Steeds grooter werd bun spankracht, steeds mceielijker werden zij in be dwang gehouden. Geen wonder dat Hun vrijwording op een miniatuur- erplosie lijkt. Ver gooien ze do helm- knopjes van een en een heel klein wolkje stuifmeel, alleen zichtbaar, doordat veel bloemen samenwerken, verheft zich in de lucht en daalt ne der. gedeeltelijk op de bladeren, ge deeltelijk op den grond. Een enkel stuifmeelkorreltjo, een op de vele duizenden, bereikt mis schien zijn doel en belandt op het pen seeltje der vruchtbloemen. Duur ont wikkelt dan het eitje en een toe komst- plantje is weer in aanleg aanwezig. Hebben de brandnetels eenmaal een terrein in beslag genomen, dan heb ben ze deze doelmatige vruchtvor- ming niet noodicr. om zich staande te houden. Onder den grond zijn ze machtiger nog dan daarboven. Sterke armen zenden ze naar alle kanten uit. Ver reiken deze en waar zo komen zen den ze nieuwe steneels naar boven, die in enkele maanden tot een meter linoT one-roeien. Zoo is hef begriipe- t"k dat de brnndne'elkolonie moeilijk is uit te roeien, zoo is het te verdedi gen dat de groobte plantenvriend ze uit zün tuin verbant en hun biologi sche gooclieltoeren liever buiten zijn domein gaat bewondereiL De geschiedenis met de brandharen, die afbreken eii hun gif in de wond spuiten, is zoo overbekend, dat ik ©r hier niet over durf uitweiden. Eigen aardig is het, dat zelfs het vee, dat anders voor geen hard stukje terug schrikt, onze netels onaangeroerd laat, zoolang ze nog frisch en krach tig zijn. In gedroogden toestand heb ben de gifpijltjes hun kracht verlo ren, dan zijn ze geen beschuttend kleed meer voor de overwonnen plan ten, dan zijn de fiere netels verlaagd tot hooi. Stijf en onbuigzaam blijven ze intusscheu altijd. Do dikke vezel bundels gaven eerst de kracht, die de planten staande hield, deze bundels voorkomen nu, dat do plant in een paar uur te gronde gaat. Vaak, en eeuwen achtereen, hebben deze vezels al de aandacht getrokken van den op voordeel bedachten mensch. Zij werden rnet groote moeite van de bastbundels ontdaan, dagen had men work, om een kleine hoeveelheid te bemachtigen en toch, men maakte er naar de overlevering meldt, in den Noormannentijd zeilen van voor de schepen. Door alle eeuwen heen werd er ge tracht don brandnetel tot cultuur plant te verheffen, maar steeds wa ren de onkosten te groot, dan dat er van eenig voordeel sprake kon zijn. Eigenaardig \va3 liet ook dat de brandnetels zich nog weinig aanpas ten bovendien. Weelderig schieten zij op uit de ver vallen puinhoopen der oude gebou wen, iederen wegkant, ieder verloren boekje in den tuin vinden zij geschikt om hun wortelnet uit te breideen maar op de oordeelkundig aangeiegde proef velden tierden ze veel minder welig. Altijd werden ze verschopt en ge haat, nu ze nuttig konden worden, wilden ze van geen toenadering weten en na een kwijnend bestaan werden ze uitgegraven en weer verbannen naar hun geliefkoosd hoekje ver weg van-alle cultuurplanten. Met rust werden ze intusschen nooit gelaten. Hoe ook verguisd, de mensch ontrukte zc telkens weer aan de ver getelheid. Hij wilde nut trekken van de zoo weelderig groeiende planten. Hier in Gelderland worden de jon ge' blaadjes gebruikt iu de speciale lekkernij van hel diluvium ,.dc kruid- moes". Daaraan schijnen ze een pit-1 ügen smaak te geven, terwijl ze nog heilzaam moeten werken op de inge wanden. Menscüeu, die aan rheumatiek lij den, laten zich met een bundel netel- siengels geeselen. De huid wordt ge prikkeld, de bloedtoevoer vergroot en deze verhoogde werking geeft een aangenaam, verwarmend gevoeL Het is iels dergelijks, dat Mcaura tot -( stand brengt met zijn stomp- en duw- j machine do pulsocoon en persoonlijk ken ik menscheu, die een afrossing met brandnetels een weldaad noe men. Tegen den winter krijgt de brand netel bet te kwaad met de koude. Evenals een boom laat hij dan zijn bladeren vallen. De stengel sterft af, maar in den grond overleeft de wor telstok koude en sneeuwstormen om in 't voorjaar zijn met gif beladen stengels omhoog te zenden. U. PEUSENS. deze aldus geronnen melk nu zóó ge bruikt, zonder verdere voorafgaande bewerking, dan verlicht roen de taak der maag al niet bijzonder, daar de kaasstof in deze gestremde melk ook in even groote ballen en klompen voorkomt. De melk moet nu nog door een fijne linnen doek gezeefd wor den; hierdoor worden de groote brok ken, evenals in de kindermaag, in fijne vlokken vooruit verdeeld, en hierdoor wordt het de lichtst verteer bare voedingsstof, die men zich be denken kan. Als we nu eens even kijken hoe de Nomadenvolken het aanleggen, die door hun levenswijze, als het ware wei op rnelkkost zijn aangewezen, dan vinden we, dat die zich juist van kéfir en yoghurt bedienen, beide mclkpreparaten, die al vooruit-ver teerd zijn, als het ware. Kefir kan in ieder huishouden mak kelijk bereid worden, daar de zg. ke- firkorrels tegenwoordig algemeen verkrijgbaar zijn, die dan fijnge maakt met gewone koemelk overgo ten worden, waarna men het meng sel van 12 tot 24 uren laat staan. Kefir wordt door de zwakste magen verdragen, maar toch is haar wer king niet altijd dezelfde; dit hangt er van af, hoe oud zij is: jonge kefir toch werkt laxeerend, oudere heeft jiii;-t een tegengestelde werking. Yoghurt is uit Bulgarije afkomstig. De melk wordt eerst gekookt, iets wat rnet de keDr-bercidiug niet voor af plaats vindt, want hier is do melk ongekookt, en daarna met dc melkzuurbacterie: bacillus bulgaris gemengd, die een sterke vermeerde ring bewerkt van bacillen in den darmwand, die juist dc verterinc dor melk bevorderen. Het bereiden van Yoghurt in huis is echter niet aan te hevelen, daar het in den handel ge brachte yoghurt-poeder en de tablet ten, maar twijfelachtig in werking zijn. Beter is het de yoghurt maar rechtstreeks uit een inlichting te be trekken, waar men zich scheikundig bezig houdt met deze bereiding. Aan het melkgebruik in het algemeen is natuurlijk dit bezwaar verbopden, dat er zoo vaak ziektekiemen in Voor komen, al is dit alleen maar door de wijze van transport, nog daargela ten dc onzekerheid, of de melk af komstig is van zieke of gezonde koeienn! Vandaar dat de melk dus in den regel gekookt wordt, waardoor ze weer veel van den smaak en de voe dingswaarde verliest. We weten echter allen, dat tegen woordig de gepasteuriseerde melk ook dit bezwaar zou ondervangen. Vooral met de tegenwoordige hoogo vleeschprijzen, blijft melk altijd een uitstekend volks-voedingsmiddel. MARIE VAN AMSTEL. Beiden bedrogen. (Naar het Engelsch van) E. NEWTON BUNGEY. Rubriek voor Vrouwen Iets over Melk en Melk- drinken. Het is een algemeen geldende op vatting. dat melk liet ideale voedings middel zou zijn. En deze opvatting is 2eer verklaarbaar, daar iedereen w. et, dal het kind, gedurende de eer ste maanden van zijn bestaan, slechts van melk leeft en daaruit al le stoffen haalt die tot voeding en op bouw van hat organisme noodig zijn! Toch is die opvatting foutief. De maag van 't kind is op melkvoeding ingericht-, die van don volwassene niet meer'. Natuurlijk bestaan er uit zonderingen op den regel en zijn er vele volwassenen, die melk uitstekend verdragen, terwijl er toch méér zijn, b-:j wie dit niet het geval is. En als we nu even stilstaan bij de vraag, waarin dan liet onderscheid bestaat in de maag van kind en volwassene, met betrekking tot de vertering melk, dan komen we tot de ontdek king. dat het in de eerste plaats het stremmen der kaasstof is, die zulk een verschil oplevert. Bij het kind toch stremt dc melk in fijne kaas- vlokken, waar de verteringssappen makkelijk op kunnen inwerken, ter wij] bij den volwassene dc melk op grooto „kaashallen" ui „kaasklon- 'ters' gaat ziuen, dio dan niet zelden een gewaarwording geven: „of men ilood in de maag heeft 1" Bovendien jis ö- sainciisteiiing van liet maagsap bij het kind nog heel anders en ge- j heel berekend op mclkvcrtering uit- sluitend. De zaak wordt natuurlijk anders, als de melk, vóór het gebruik, al een soort bewerking heelt ondergaan, waardoor zij als liet ware vooruit- verteer i werd, of althans bereid voor de vertering. Het middel daartoe kan b.v. daarin bestaan, dat men de melk verzuren laat: Hierbij ontstaat kunst matig een stremming van het eiwit stof door melkzuur, dat weer door melkzuurbacillen bereid wordt. Deze bacillen zijn overal aanwezig, doch treden pas in werking onder bepaal de temperatuur. Om de melk te laten verzuren, laat men ze in open schalen staan, op ma tig warme plaatsen, en na verloop van twaalf of vier en twintig uur, vindt men zc dan. geronnen. Als men Zes jaren geleden was do heer Adarnson overleden. Sedert vier ja ren zocht zijn weduwe een opvolger voor hem. Aan het einde van 'i zesde jaar kwam Virginia Adarnson tot de er kentenis, dat het hoog tijd was er een te vinden, want elk jaar liet on- uitwischbare sporen bij haar na. Zij zelf gaf toe, dat zij 35 jaar was, maar precies haar ouderdom was zij niet gewoon to zeggen. Evenwel had zij een mooi figuur en een' aardig ge- zicht en daarmee rekening gehouden leken haai' wenschen niet onvervul baar. IMevr. Adanison woonde in een pen sion en stond met de andere bewoners j daar1 op goeden voet. Eiken morgen stond zij weer op met de hoop onder de mannelijke logeergasten een op volger voor den overledene te vinden, maar de tijd verliep, zonder dat baai- pogingen daartoe eenig succes had den. Als ik maar vermogend was, werkelijk vermogei. 1, mompelde zij op zekeren avond toen zij treurig voor haar spiegel in de slaapkamer zat en de valsche vlecht uit haar kapsel nam, dan behoefde ik niet zoolang te wachten. Plotseling liet zij de handen in den schoot vallen en keek peinzend in den spiegel. Vijf a tien minuion bleef zij zoo heel kalm zitten; toen sprong zij snel op e:i liep in de kamer op en neer. Als Elmington het wist, zou het zeker gauw bekend worden in het huis mompelde zij. Misschien krijgt ihij zelf zin. Hij is een aardige man, ik mag hem we!. Zij liet zich in een fauteuil vallen en speelde met de kwasten der leu ning. Als de geschiedenis ook inder daad maar veilig is, fluisterde ze. Ach, natuurlijk is ze dat! antwoordde zij zich zelf en na kort nadenken, zei ze: „Ik doe het!" Meneer Elmington woonde ook het pension; hij was advocaat met een flinke practijk en zag er, zooals jnevr. Adarnson zeide, heel goed uit. Na het ontbijt den volgenden mor gen sprak do weduwe hem aan. Kan ik u misschien vandaag op uw bureau spreken? Met genoegen! antwoordde me neer Elmington beleefd, het is me steeds een groote eer u te zien. Mevrouw Adarnson vond dit ant woord een goed voorteeken. Als het u schikt, kom ik tus schen elf en twaalf, zeide zij. Dat komt me heel goed uit, her nam de rechtsgeleerde. Even over elven verscheen de we duwe in het kantoor van den heer Elmington. Het haar hoffelijk aange boden glas sherry weigerde zij en begon dadelijk: Ik zou mijn testament willen maken, meneer Elmington. Als "t u blieft, antwoordde hij en hij voegde er bij; het is altijd zoo goed, zoo iets bijtijds te doen, want midden in het leven zijn wij omringd door den dood. IIij doopte de pen in den inktpot. Als u, begon hij daarna, ernstig overwogen hebt, hoe u over uw ver inogen wilt beschikken, be'noelt u mij maar de bijzonderheden op te geven en ik zul het testament ops,tellen. Van mijn zes neven en nichten krijgt ieder 2000 pond sterling begon mevrouw Adarnson. Daar de advocaat zijn hoofd diep op liet papier boog, kon de weduwe de uitdrukking van verrassing op zijn gezicht niet zien. De namen en adressen der neven en nichten werden nauwkeurig op- geieekend en daarna vervolgde de dame: Verder zal mijn broeder 5000 en mijn zuster 10.000 pond krijgen, hoeveel blijft er dan nog over van veertig duizend pond? Mr. Elmington moest zijn best doen om er niet al te verbluft uit te zien, want, wat hij hoorde, verbaasde hem bijzonder. Er blijven nog 13000 pond over; mevrouw Adarnson, antwoordde hij. Mooi, die som zou ik gelijke lijk verdeeld willen zien tusschen de' volgende instellingen. Met deze woorden reikte do wedu we hem hom een blad papier over met de namen van verschillende in richtingen van liefdadigheid. Wenscht u nog eeuige clausule of voorwaarden te maken? vroeg me neer Elmington. Neen, lieelmaal geene, zei mevr. Adarnson. Mijn testament moet heel duidelijk zijn. En hoe zijn deze veertig duizend pond belegd? vroeg do rechtsgeleerde. In Effecten, hypotheken. In effecten, antwoordde me vrouw Adarnson. In dit geval vetegenwoordigen zij misschien niet de waarde, die u aan neemt, misschien ook meer, merkt© air. Elmington op. O ja, daaraan heb ik ook go- dacht, zei mevr. Adarnson. Zou u er een opmerking bij willen schrijven, dat mijn erfgenamen deze som krij gen naar evenredigheid van de nala tenschap. Mooi, antwoordde de heer El mington. Dat zullen wo zoo in orde (brengen. Toen hij nu naai' zijn bezoekster- opzag, bloosde zij eventjes en sloeg de oogen neer. Verondersteld, zei ze aarzelend, dat ik hertrouw, blijft dan het testa ment van kracht? Neen, huwelijk heft het testa ment op. De advocaat glimlachte, aarzelde een oogenblik en zei toen: Mag men u misschien gelukwen- schen, mevrouw? Do weduwe bloosde nog meer. O neen, neen, antwoordde ze zachL Dat was maar zoo'n vraag. Toon zij het kantoor had verlaten, bleef de heer Elmington een heele poos zitten, peinzend voor zich sta rend. Een knappe vrouw, mompelde hij bekoorlijk zelfs! Zij was altijd heel beminnelijk voor me. Ik zou toch wel eene willen weten... Hij schrok, toen hij bemerkte, dat hij zijn gedachten hardop uitsprak. Vijf minuten bleef hij zwijgend zit ten; toen begon hij weer te mijme ren: Als ik het deed, zou ze dan mis schien donken, dat ik liet om liet geld doo? Dezen voormiddag werkte hij niet meer. Mevrouw Adarnson ging in de bes te stemming naar haai- kamer. Zij was zeer tevreden over het resultaat van haa ronderhoud, want zij had het gevoel, dat de 'heer Elmington, die haar steeds zoo voorkomend had behandeld, bij 't afscheid haar band bijna vertrouwelijk had gedrukt. Een week verliep, zonder dat zij aan het gedrag van vrienden en ken nissen iets had gemerkt, wat er op wees, dat haar geheim bekend was geworden. Meneer Elmington was dus een zeer discreet mensch. Op ze keren avond verzocht hij haar een wandeling met hem to doen in den tuin. Toen zij op eonigen afstand van hot huis waren, begon hij: Het is eigenlijk niet inijn ge woonte, buiten het kantoor over za ken te spreken, maar een bijzondere aanleiding dwingt me daarvan af te wijken. Hot geldt lüer uwe finan- ciéele omstandigheden. Mag ik daar over spreken? Als 't u blieft, antwoordde de weduwe. Mooi, zei de rechtsgeleerde. Zou u niet willen, dat uw kapitaal wat meer renten ophrengt? Do weduwe knikte mot het hoofd. Dan zou ik u voorslaan eenige hypotheken op mijn huizen te nemen. Ik kan u eenige aanbieden, die 5| geven. Dat zou toch een heel aardig zaakje zijn, niet waai-? O ja, dat zou het zeker zij», ant woordde de weduwe. Maar daarna zweeg ze en zocht naar c-?n uitvlucht, want de -10.000 pond bt stonden slechts in haar verbeelding. Feitelijk had zij slechts een jaarlijksch inkomen van 150 pond. Eindelijk zeide zij: Kan ik de hu.zen bezicldigca? Zeker mevrouw, zou bet u mor gen scliikken? Ja, uitstekend. Goed, dan zal ik zoo vrij zijn u te begeleiden en u kunt de huizen in alle kalmte bezichtigen. Den voigonden morgen om elf uur haalde de rechtsgeleerde de weduwe in een allerliefst rijtuigje af voor den inspectietocht. De huizen, die ik u zal laten zien, staan op het oogenblik weliswaar leeg, maai- zij zullen spoedig ver huurd zijn en in elk geval, verhuurd of niet verhuurd, zij vertegenwoor digen eon groote waarde. Zij bezichtigden vijf groote, fraai gebouwde huizen. Als ik maar een hypotheek van vijf duizend pond kon krijgen, zou ik al de vijf huizen als zekerheid geven, merkte de rechtsgeleerde «p. U zou dan niet het geringste wagen. Neen, zeker niet... u hebt toch j alle rechten, enz. Ja. natuurlijk, antwoordde de rechtsgeleerde, anders zou ik zeker nooit er een hypotheek op krijgen. De weduwe was overgelukkig. Zij j had den heer Elmington niet voor zoo vermogend gehouden, al ging hij al tijd heel fijn gekleed en al was hij niet spaarzaam met zijn grid, waax het te pas. kwam. U moet me eenigen tijd geveu om na te denken, meneer Elmington, zei ze. Maar dat spreekt van zelf! ant woordde hij. Den volgenden morgen bezocht me vrouw Adamsón woor den advocaat en verklaarde Item, dat ze geen zin had om haar geld in hypotheek te zetten. Hij was zeer beminnelijk en scheen door haar weigering in 't minst niet onaangenaam getroffen. Zoo bleven zo nog een heele poos babbelend bij elkaar zitten. Toen zij eindelijk opstond en haar handschoenen dicht knoopte, kwam hij naast haar. Ik moet u bekennen, dat ik on langs een heel beslist voornemen had, mevrouw, toen ik u vroeg, of men u misschien mocht geluk wenschen. Ik wou nl. weten, of u nog vrij was! De weduwe bloosde diep en haar hart bonsde bijna hoorbaar. Zij voel de, dat zij het doel van haar wen schen had bereikt en zou het liefst vaoi blijdschap gejubeld hebben. Maar zij bedwong zich en ontweek den blik van den advocaat. lk ben het vrijgezellenloven moe, zei hij. Maar voor ik u leerde ken nen, zag ik geen vrouw, met wie ik zou wenschen te trouwen. Mevrouw Adarnson, mag ik hopen? Zij antwoordde niets en door haar zwijgen aangemoedigd, nam hij haar eene hand, en daar zij bleef zwijgen, ook de andere. Virginia! zei hij. Adarnson noemde mij altijd Jenny, zei zij. Jenny! riep hij op hartstocht©- lijken toon uit; terwijl hij haar han den los liet en zijn arm om haar mid del legde, wil je inet mij trouwen? -—Ja, Stephen, antwoordde zij op schucbteren toon. Je hebt mij tot den golukkigsten van alle menschen gemaald, hernam hij en daarna kuste hij haar. De verloving werd nog denzelfden avond bekend gemaakt en van alle kanten wonschte men het jonge paar geluk. Met het oog op hun juist niet meer jeugdigen leeftijd besloten zij zoo spoedig mogelijk te trouwen. Het lag den advocaat dikwijls op de tong om de weduwe naar haai financieels omstandigheden te vra gen, maar hij vreesde altijd weer, dat hij den schijn zou wekken, alsof hij haai- om haar geld had getrouwd. Daarom wilde hij er liever mede wachten tot na het huwelijk. En nauwelijks waren er zes weken verloopen, of mevrouw Adarnson was een mevrouw Elmington geworden. To Brighton bracht het gelukkige paar de wittebroodsweken door. Bij mevrouw Elmington werd liet geluk van dien blijden tijd echter verbitterd, door de gedachte, dat de waarheid toch eens moest uitkomen. En werkelijk z.j kwam reeds uit aan het einde der eerste week. Zij Waren naar Roiiingdeau gere den en zaten nu met hun beiden op de rotsen en keken in de zee, toen meneer Elmington begon: Lieve Jenny, als je echtgenoot mag ik je nu toch wel eens vragen, hoe je je geld hebt uitgezet, te meer, omdat ik je als rechtsgeleerde goeden raad kan geven. Hoeveel brengt je 40.000 pond eigenlijk op? Ik heb toch geen 40.000 pond, Stephen, antwoordde zij, blijkbaar verrast. - Wat? ontviel het hem op een toon van teleurstelling. Ik zeg, dat ik geen 40.000 pond bezit. Maar je hebt me toch verzocht eon testament voor je op te maken tot een bedrag van 40.000 pond? Ja, zeker, ojitwoordde zij, en ik heb je ook voor je moeite betaald, niet waar? Hoe meen je dat, betaald? Nu, ik heb toch niet gezegd, dat ik die 40.000 pond had. De zaak zit zoo: lk schreef toen een novelle, waar in een erfenis voorkwam, en nu wou ik eens zien hoe zulk een taak zich afspeelt in hot werkelijke leven. Toen scheen inij de door mij' ingeslagen weg de beste. De heer Elmington scheen als door den bliksem getroffen en keek haar als verdwaasd aan. Maar ik... ik meende toch zeker, dat jij dat geld hadt, stamelde hij eindelijk. Zoo?... Nu, ik heb in elk geval niet gemerkt, dat je dat zoo bijster interesseerde. Ik kwam toen alleen bij je als man van zaken en was niet van plan om je in mij» particuliere omstandigheden in te wijden. Zij was nu opgestaan en keek hem ontzet aan. L Stephen! zei ze. Je hebt me daar om toch niet getrouwd? Haar stem weigerde verder, en zij begon zachtjes te weenen. Neen, neen, zei hij haastig, ze ker niet. Hij greep haar hand en herhaalde: Zeker niet! Ik wist hot wel, Stephen, zoo een ben jij nietl Maar waarom zei je het niet te gen mij, toen wij de huizen bekeken? vroeg hij. Nu, omdat ik toch een klein for tuintje heb... liet brengt me s jaai-s 150 pond op. Maar waarom stel je er zooveel prijs op, dat ik geld heb, daar je zelf toch een vermogen van 50.000 pond bezit. Wat bezit ik? vroeg hij. Mevrouw Ehnngton's gezicht werd bleek en haastig herhaalde zij: Vijftig duizend pond had je toch als waarde van je huizen? Maar lief kind, je droomt! Je hebt me toch je vijf huizen laten zien en je wou er een hypotheek op hebben. Zeker. En je hadt de papieren, beweer de je? Zeker! Nu... en...

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 11