BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
GRGOTE HOUTSTRAAT 55.
No 8938
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEMS DAQBLAD KOST
f 1.20 PER 8 BAANDEN
OF 10 CENT m WIER-
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S OAQBLAO 2JN
ADVERTENT1ÊN DOELTREFFEND.
GflZE ANNCNOES
WORDEN OPOEMEftKT
Het Rijke Natuurleven
VERAFSCHUWD EN TOCII GE
ZOCHT.
Mooie planten zijn het niet, de ste
kelige, vechtlustige brandnetels, be
mind zijn ze al evenmin, al tellen ze
de deftige raméhplanten, wier vezels
het mooiste neteldoek leveren, onder
hun familieleden maar toch, voor den
natuurvriend zijn ze belangrijker dan
heel wa tmeer geliefde soorten.
In deze maanden vieren ze hoogtij.
Hoog boven kruiskruid, polygomim-
soorten en distels uit pronken ze daar
Dp hun veroverden puinhoop, wappe
ren ze met hun dichte bloemeDbun-
dels. Zij schijnen zich er van bewust
le zijn, dat zij worden gevreesd, want
brutaal dringen ze vooruit, kalm woe
keren ze om zich heen en in enkele
maanden hebben ze hnn gebied ver
naar alle zijden u'tgebreid.
Ik spreek hier niet van den kleinen
brandnetel. Ook hij behoort niet tot
do bescheiden onkruiden, maar zijn
grooter familipl'd 'overtreft hem toch
in alles.
Intnsschen zijn de groote brandne
tels uit een botanisch oogpunt, zooals
ik reeds zei, zeer merkwaardig en dit
in de eerst plaats om de bloemen.
Deze zijn in vorm en kleur zoo be
scheiden mogelijk. De meeldraad-
bloempjes bestaan uit slechts vier
slipjes en vier helmknopjes, de vrou
welijk© bloemen, die op eene andere
plant voorkomen, beslaan eigenlijk
uit niets dan een klein kleverig pen
seeltje en een vruchtbeginsel maar de
be..t ui ving, de wijze waarop het groo
te bevruclitiiigspro.es tot stand komt,
is zoo mooi, dat ze de nietigheid der
bloemen ruimschoots vergoedt.
Zoek hier niet naar bijen of vlin
ders, die in ruil voor honig, stuifmeel
overbrengen van bloem tot bloem.
D" stekelige paria's de veischoppe-
lingon uit de plantenwereld, redden
zich zelf en bijna ongemerkt.
Als de zon ternauwernood het rood-
waz.ge wolkenfloers hpeft verbroken,
als de dauw nog parelt aan blad en
stengel,, worden de mannelijke
bloempjes, in dichte bundels hangend
in de bladokscls. genoodzaakt om mee
te doen aan het pas ontwaakte leven.
De warmle, doordringend tot in de
fijnnte nerven, doet de knopjes groei
en, de blaadjes springen open en ge
ven ruimte aan do meeldraden.
Dezo zalen al dagen achtereen dub
bel geslagen tusschen de vier slipjes.
Steeds grooter werd bun spankracht,
steeds mceielijker werden zij in be
dwang gehouden. Geen wonder dat
Hun vrijwording op een miniatuur-
erplosie lijkt. Ver gooien ze do helm-
knopjes van een en een heel klein
wolkje stuifmeel, alleen zichtbaar,
doordat veel bloemen samenwerken,
verheft zich in de lucht en daalt ne
der. gedeeltelijk op de bladeren, ge
deeltelijk op den grond.
Een enkel stuifmeelkorreltjo, een
op de vele duizenden, bereikt mis
schien zijn doel en belandt op het pen
seeltje der vruchtbloemen. Duur ont
wikkelt dan het eitje en een toe komst-
plantje is weer in aanleg aanwezig.
Hebben de brandnetels eenmaal een
terrein in beslag genomen, dan heb
ben ze deze doelmatige vruchtvor-
ming niet noodicr. om zich staande te
houden.
Onder den grond zijn ze machtiger
nog dan daarboven. Sterke armen
zenden ze naar alle kanten uit. Ver
reiken deze en waar zo komen zen
den ze nieuwe steneels naar boven,
die in enkele maanden tot een meter
linoT one-roeien. Zoo is hef begriipe-
t"k dat de brnndne'elkolonie moeilijk
is uit te roeien, zoo is het te verdedi
gen dat de groobte plantenvriend ze
uit zün tuin verbant en hun biologi
sche gooclieltoeren liever buiten zijn
domein gaat bewondereiL
De geschiedenis met de brandharen,
die afbreken eii hun gif in de wond
spuiten, is zoo overbekend, dat ik ©r
hier niet over durf uitweiden. Eigen
aardig is het, dat zelfs het vee, dat
anders voor geen hard stukje terug
schrikt, onze netels onaangeroerd
laat, zoolang ze nog frisch en krach
tig zijn. In gedroogden toestand heb
ben de gifpijltjes hun kracht verlo
ren, dan zijn ze geen beschuttend
kleed meer voor de overwonnen plan
ten, dan zijn de fiere netels verlaagd
tot hooi. Stijf en onbuigzaam blijven
ze intusscheu altijd. Do dikke vezel
bundels gaven eerst de kracht, die de
planten staande hield, deze bundels
voorkomen nu, dat do plant in een
paar uur te gronde gaat.
Vaak, en eeuwen achtereen, hebben
deze vezels al de aandacht getrokken
van den op voordeel bedachten
mensch.
Zij werden rnet groote moeite van
de bastbundels ontdaan, dagen had
men work, om een kleine hoeveelheid
te bemachtigen en toch, men maakte
er naar de overlevering meldt, in den
Noormannentijd zeilen van voor de
schepen.
Door alle eeuwen heen werd er ge
tracht don brandnetel tot cultuur
plant te verheffen, maar steeds wa
ren de onkosten te groot, dan dat er
van eenig voordeel sprake kon zijn.
Eigenaardig \va3 liet ook dat de
brandnetels zich nog weinig aanpas
ten bovendien.
Weelderig schieten zij op uit de ver
vallen puinhoopen der oude gebou
wen, iederen wegkant, ieder verloren
boekje in den tuin vinden zij geschikt
om hun wortelnet uit te breideen maar
op de oordeelkundig aangeiegde proef
velden tierden ze veel minder welig.
Altijd werden ze verschopt en ge
haat, nu ze nuttig konden worden,
wilden ze van geen toenadering weten
en na een kwijnend bestaan werden
ze uitgegraven en weer verbannen
naar hun geliefkoosd hoekje ver weg
van-alle cultuurplanten.
Met rust werden ze intusschen nooit
gelaten. Hoe ook verguisd, de mensch
ontrukte zc telkens weer aan de ver
getelheid. Hij wilde nut trekken van
de zoo weelderig groeiende planten.
Hier in Gelderland worden de jon
ge' blaadjes gebruikt iu de speciale
lekkernij van hel diluvium ,.dc kruid-
moes". Daaraan schijnen ze een pit-1
ügen smaak te geven, terwijl ze nog
heilzaam moeten werken op de inge
wanden.
Menscüeu, die aan rheumatiek lij
den, laten zich met een bundel netel-
siengels geeselen. De huid wordt ge
prikkeld, de bloedtoevoer vergroot en
deze verhoogde werking geeft een
aangenaam, verwarmend gevoeL Het
is iels dergelijks, dat Mcaura tot -(
stand brengt met zijn stomp- en duw- j
machine do pulsocoon en persoonlijk
ken ik menscheu, die een afrossing
met brandnetels een weldaad noe
men.
Tegen den winter krijgt de brand
netel bet te kwaad met de koude.
Evenals een boom laat hij dan zijn
bladeren vallen. De stengel sterft af,
maar in den grond overleeft de wor
telstok koude en sneeuwstormen om
in 't voorjaar zijn met gif beladen
stengels omhoog te zenden.
U. PEUSENS.
deze aldus geronnen melk nu zóó ge
bruikt, zonder verdere voorafgaande
bewerking, dan verlicht roen de taak
der maag al niet bijzonder, daar de
kaasstof in deze gestremde melk ook
in even groote ballen en klompen
voorkomt. De melk moet nu nog door
een fijne linnen doek gezeefd wor
den; hierdoor worden de groote brok
ken, evenals in de kindermaag, in
fijne vlokken vooruit verdeeld, en
hierdoor wordt het de lichtst verteer
bare voedingsstof, die men zich be
denken kan.
Als we nu eens even kijken hoe de
Nomadenvolken het aanleggen, die
door hun levenswijze, als het ware
wei op rnelkkost zijn aangewezen,
dan vinden we, dat die zich juist van
kéfir en yoghurt bedienen, beide
mclkpreparaten, die al vooruit-ver
teerd zijn, als het ware.
Kefir kan in ieder huishouden mak
kelijk bereid worden, daar de zg. ke-
firkorrels tegenwoordig algemeen
verkrijgbaar zijn, die dan fijnge
maakt met gewone koemelk overgo
ten worden, waarna men het meng
sel van 12 tot 24 uren laat staan.
Kefir wordt door de zwakste magen
verdragen, maar toch is haar wer
king niet altijd dezelfde; dit hangt
er van af, hoe oud zij is: jonge kefir
toch werkt laxeerend, oudere heeft
jiii;-t een tegengestelde werking.
Yoghurt is uit Bulgarije afkomstig.
De melk wordt eerst gekookt, iets
wat rnet de keDr-bercidiug niet voor
af plaats vindt, want hier is do
melk ongekookt, en daarna met dc
melkzuurbacterie: bacillus bulgaris
gemengd, die een sterke vermeerde
ring bewerkt van bacillen in den
darmwand, die juist dc verterinc dor
melk bevorderen. Het bereiden van
Yoghurt in huis is echter niet aan te
hevelen, daar het in den handel ge
brachte yoghurt-poeder en de tablet
ten, maar twijfelachtig in werking
zijn. Beter is het de yoghurt maar
rechtstreeks uit een inlichting te be
trekken, waar men zich scheikundig
bezig houdt met deze bereiding. Aan
het melkgebruik in het algemeen is
natuurlijk dit bezwaar verbopden,
dat er zoo vaak ziektekiemen in Voor
komen, al is dit alleen maar door de
wijze van transport, nog daargela
ten dc onzekerheid, of de melk af
komstig is van zieke of gezonde
koeienn! Vandaar dat de melk dus in
den regel gekookt wordt, waardoor ze
weer veel van den smaak en de voe
dingswaarde verliest.
We weten echter allen, dat tegen
woordig de gepasteuriseerde melk
ook dit bezwaar zou ondervangen.
Vooral met de tegenwoordige hoogo
vleeschprijzen, blijft melk altijd een
uitstekend volks-voedingsmiddel.
MARIE VAN AMSTEL.
Beiden bedrogen.
(Naar het Engelsch van)
E. NEWTON BUNGEY.
Rubriek voor Vrouwen
Iets over Melk en Melk-
drinken.
Het is een algemeen geldende op
vatting. dat melk liet ideale voedings
middel zou zijn. En deze opvatting
is 2eer verklaarbaar, daar iedereen
w. et, dal het kind, gedurende de eer
ste maanden van zijn bestaan,
slechts van melk leeft en daaruit al
le stoffen haalt die tot voeding en op
bouw van hat organisme noodig zijn!
Toch is die opvatting foutief. De
maag van 't kind is op melkvoeding
ingericht-, die van don volwassene
niet meer'. Natuurlijk bestaan er uit
zonderingen op den regel en zijn er
vele volwassenen, die melk uitstekend
verdragen, terwijl er toch méér zijn,
b-:j wie dit niet het geval is. En als
we nu even stilstaan bij de vraag,
waarin dan liet onderscheid bestaat
in de maag van kind en volwassene,
met betrekking tot de vertering
melk, dan komen we tot de ontdek
king. dat het in de eerste plaats het
stremmen der kaasstof is, die zulk
een verschil oplevert. Bij het kind
toch stremt dc melk in fijne kaas-
vlokken, waar de verteringssappen
makkelijk op kunnen inwerken, ter
wij] bij den volwassene dc melk op
grooto „kaashallen" ui „kaasklon-
'ters' gaat ziuen, dio dan niet zelden
een gewaarwording geven: „of men
ilood in de maag heeft 1" Bovendien
jis ö- sainciisteiiing van liet maagsap
bij het kind nog heel anders en ge-
j heel berekend op mclkvcrtering uit-
sluitend.
De zaak wordt natuurlijk anders,
als de melk, vóór het gebruik, al een
soort bewerking heelt ondergaan,
waardoor zij als liet ware vooruit-
verteer i werd, of althans bereid voor
de vertering. Het middel daartoe kan
b.v. daarin bestaan, dat men de melk
verzuren laat: Hierbij ontstaat kunst
matig een stremming van het eiwit
stof door melkzuur, dat weer door
melkzuurbacillen bereid wordt. Deze
bacillen zijn overal aanwezig, doch
treden pas in werking onder bepaal
de temperatuur.
Om de melk te laten verzuren, laat
men ze in open schalen staan, op ma
tig warme plaatsen, en na verloop
van twaalf of vier en twintig uur,
vindt men zc dan. geronnen. Als men
Zes jaren geleden was do heer
Adarnson overleden. Sedert vier ja
ren zocht zijn weduwe een opvolger
voor hem.
Aan het einde van 'i zesde jaar
kwam Virginia Adarnson tot de er
kentenis, dat het hoog tijd was er
een te vinden, want elk jaar liet on-
uitwischbare sporen bij haar na. Zij
zelf gaf toe, dat zij 35 jaar was,
maar precies haar ouderdom was zij
niet gewoon to zeggen. Evenwel had
zij een mooi figuur en een' aardig ge-
zicht en daarmee rekening gehouden
leken haai' wenschen niet onvervul
baar.
IMevr. Adanison woonde in een pen
sion en stond met de andere bewoners
j daar1 op goeden voet. Eiken morgen
stond zij weer op met de hoop onder
de mannelijke logeergasten een op
volger voor den overledene te vinden,
maar de tijd verliep, zonder dat baai-
pogingen daartoe eenig succes had
den.
Als ik maar vermogend was,
werkelijk vermogei. 1, mompelde zij
op zekeren avond toen zij treurig voor
haar spiegel in de slaapkamer zat en
de valsche vlecht uit haar kapsel
nam, dan behoefde ik niet zoolang
te wachten.
Plotseling liet zij de handen in den
schoot vallen en keek peinzend in den
spiegel. Vijf a tien minuion bleef zij
zoo heel kalm zitten; toen sprong zij
snel op e:i liep in de kamer op en
neer.
Als Elmington het wist, zou het
zeker gauw bekend worden in het
huis mompelde zij. Misschien krijgt
ihij zelf zin. Hij is een aardige man,
ik mag hem we!.
Zij liet zich in een fauteuil vallen
en speelde met de kwasten der leu
ning.
Als de geschiedenis ook inder
daad maar veilig is, fluisterde ze.
Ach, natuurlijk is ze dat! antwoordde
zij zich zelf en na kort nadenken, zei
ze: „Ik doe het!"
Meneer Elmington woonde ook
het pension; hij was advocaat met
een flinke practijk en zag er, zooals
jnevr. Adarnson zeide, heel goed uit.
Na het ontbijt den volgenden mor
gen sprak do weduwe hem aan.
Kan ik u misschien vandaag op
uw bureau spreken?
Met genoegen! antwoordde me
neer Elmington beleefd, het is me
steeds een groote eer u te zien.
Mevrouw Adarnson vond dit ant
woord een goed voorteeken.
Als het u schikt, kom ik tus
schen elf en twaalf, zeide zij.
Dat komt me heel goed uit, her
nam de rechtsgeleerde.
Even over elven verscheen de we
duwe in het kantoor van den heer
Elmington. Het haar hoffelijk aange
boden glas sherry weigerde zij en
begon dadelijk:
Ik zou mijn testament willen
maken, meneer Elmington.
Als "t u blieft, antwoordde hij en
hij voegde er bij; het is altijd zoo
goed, zoo iets bijtijds te doen, want
midden in het leven zijn wij omringd
door den dood.
IIij doopte de pen in den inktpot.
Als u, begon hij daarna, ernstig
overwogen hebt, hoe u over uw ver
inogen wilt beschikken, be'noelt u mij
maar de bijzonderheden op te geven
en ik zul het testament ops,tellen.
Van mijn zes neven en nichten
krijgt ieder 2000 pond sterling
begon mevrouw Adarnson.
Daar de advocaat zijn hoofd diep
op liet papier boog, kon de weduwe
de uitdrukking van verrassing op zijn
gezicht niet zien.
De namen en adressen der neven
en nichten werden nauwkeurig op-
geieekend en daarna vervolgde de
dame:
Verder zal mijn broeder 5000 en
mijn zuster 10.000 pond krijgen,
hoeveel blijft er dan nog over van
veertig duizend pond?
Mr. Elmington moest zijn best doen
om er niet al te verbluft uit te zien,
want, wat hij hoorde, verbaasde hem
bijzonder.
Er blijven nog 13000 pond over;
mevrouw Adarnson, antwoordde hij.
Mooi, die som zou ik gelijke
lijk verdeeld willen zien tusschen de'
volgende instellingen.
Met deze woorden reikte do wedu
we hem hom een blad papier over
met de namen van verschillende in
richtingen van liefdadigheid.
Wenscht u nog eeuige clausule
of voorwaarden te maken? vroeg me
neer Elmington.
Neen, lieelmaal geene, zei mevr.
Adarnson. Mijn testament moet heel
duidelijk zijn.
En hoe zijn deze veertig duizend
pond belegd? vroeg do rechtsgeleerde.
In Effecten, hypotheken.
In effecten, antwoordde me
vrouw Adarnson.
In dit geval vetegenwoordigen zij
misschien niet de waarde, die u aan
neemt, misschien ook meer, merkt©
air. Elmington op.
O ja, daaraan heb ik ook go-
dacht, zei mevr. Adarnson. Zou u er
een opmerking bij willen schrijven,
dat mijn erfgenamen deze som krij
gen naar evenredigheid van de nala
tenschap.
Mooi, antwoordde de heer El
mington. Dat zullen wo zoo in orde
(brengen.
Toen hij nu naai' zijn bezoekster-
opzag, bloosde zij eventjes en sloeg
de oogen neer.
Verondersteld, zei ze aarzelend,
dat ik hertrouw, blijft dan het testa
ment van kracht?
Neen, huwelijk heft het testa
ment op.
De advocaat glimlachte, aarzelde
een oogenblik en zei toen:
Mag men u misschien gelukwen-
schen, mevrouw?
Do weduwe bloosde nog meer.
O neen, neen, antwoordde ze
zachL Dat was maar zoo'n vraag.
Toon zij het kantoor had verlaten,
bleef de heer Elmington een heele
poos zitten, peinzend voor zich sta
rend.
Een knappe vrouw, mompelde hij
bekoorlijk zelfs! Zij was altijd heel
beminnelijk voor me. Ik zou toch wel
eene willen weten...
Hij schrok, toen hij bemerkte, dat
hij zijn gedachten hardop uitsprak.
Vijf minuten bleef hij zwijgend zit
ten; toen begon hij weer te mijme
ren:
Als ik het deed, zou ze dan mis
schien donken, dat ik liet om liet geld
doo?
Dezen voormiddag werkte hij niet
meer.
Mevrouw Adarnson ging in de bes
te stemming naar haai- kamer. Zij
was zeer tevreden over het resultaat
van haa ronderhoud, want zij had
het gevoel, dat de 'heer Elmington,
die haar steeds zoo voorkomend had
behandeld, bij 't afscheid haar band
bijna vertrouwelijk had gedrukt.
Een week verliep, zonder dat zij
aan het gedrag van vrienden en ken
nissen iets had gemerkt, wat er op
wees, dat haar geheim bekend was
geworden. Meneer Elmington was
dus een zeer discreet mensch. Op ze
keren avond verzocht hij haar een
wandeling met hem to doen in den
tuin.
Toen zij op eonigen afstand van
hot huis waren, begon hij:
Het is eigenlijk niet inijn ge
woonte, buiten het kantoor over za
ken te spreken, maar een bijzondere
aanleiding dwingt me daarvan af te
wijken. Hot geldt lüer uwe finan-
ciéele omstandigheden. Mag ik daar
over spreken?
Als 't u blieft, antwoordde de
weduwe.
Mooi, zei de rechtsgeleerde. Zou
u niet willen, dat uw kapitaal wat
meer renten ophrengt?
Do weduwe knikte mot het hoofd.
Dan zou ik u voorslaan eenige
hypotheken op mijn huizen te nemen.
Ik kan u eenige aanbieden, die 5|
geven. Dat zou toch een heel aardig
zaakje zijn, niet waai-?
O ja, dat zou het zeker zij», ant
woordde de weduwe. Maar daarna
zweeg ze en zocht naar c-?n uitvlucht,
want de -10.000 pond bt stonden slechts
in haar verbeelding. Feitelijk had zij
slechts een jaarlijksch inkomen van
150 pond.
Eindelijk zeide zij:
Kan ik de hu.zen bezicldigca?
Zeker mevrouw, zou bet u mor
gen scliikken?
Ja, uitstekend.
Goed, dan zal ik zoo vrij zijn u
te begeleiden en u kunt de huizen in
alle kalmte bezichtigen.
Den voigonden morgen om elf uur
haalde de rechtsgeleerde de weduwe
in een allerliefst rijtuigje af voor
den inspectietocht.
De huizen, die ik u zal laten zien,
staan op het oogenblik weliswaar
leeg, maai- zij zullen spoedig ver
huurd zijn en in elk geval, verhuurd
of niet verhuurd, zij vertegenwoor
digen eon groote waarde.
Zij bezichtigden vijf groote, fraai
gebouwde huizen.
Als ik maar een hypotheek van
vijf duizend pond kon krijgen, zou ik
al de vijf huizen als zekerheid geven,
merkte de rechtsgeleerde «p. U zou
dan niet het geringste wagen.
Neen, zeker niet... u hebt toch j
alle rechten, enz.
Ja. natuurlijk, antwoordde de
rechtsgeleerde, anders zou ik zeker
nooit er een hypotheek op krijgen.
De weduwe was overgelukkig. Zij j
had den heer Elmington niet voor zoo
vermogend gehouden, al ging hij al
tijd heel fijn gekleed en al was hij
niet spaarzaam met zijn grid, waax
het te pas. kwam.
U moet me eenigen tijd geveu om
na te denken, meneer Elmington,
zei ze.
Maar dat spreekt van zelf! ant
woordde hij.
Den volgenden morgen bezocht me
vrouw Adamsón woor den advocaat
en verklaarde Item, dat ze geen zin
had om haar geld in hypotheek te
zetten.
Hij was zeer beminnelijk en scheen
door haar weigering in 't minst niet
onaangenaam getroffen. Zoo bleven
zo nog een heele poos babbelend bij
elkaar zitten.
Toen zij eindelijk opstond en haar
handschoenen dicht knoopte, kwam
hij naast haar.
Ik moet u bekennen, dat ik on
langs een heel beslist voornemen had,
mevrouw, toen ik u vroeg, of men u
misschien mocht geluk wenschen. Ik
wou nl. weten, of u nog vrij was!
De weduwe bloosde diep en haar
hart bonsde bijna hoorbaar. Zij voel
de, dat zij het doel van haar wen
schen had bereikt en zou het liefst
vaoi blijdschap gejubeld hebben. Maar
zij bedwong zich en ontweek den blik
van den advocaat.
lk ben het vrijgezellenloven moe,
zei hij. Maar voor ik u leerde ken
nen, zag ik geen vrouw, met wie ik
zou wenschen te trouwen. Mevrouw
Adarnson, mag ik hopen?
Zij antwoordde niets en door haar
zwijgen aangemoedigd, nam hij haar
eene hand, en daar zij bleef zwijgen,
ook de andere.
Virginia! zei hij.
Adarnson noemde mij altijd
Jenny, zei zij.
Jenny! riep hij op hartstocht©-
lijken toon uit; terwijl hij haar han
den los liet en zijn arm om haar mid
del legde, wil je inet mij trouwen?
-—Ja, Stephen, antwoordde zij op
schucbteren toon.
Je hebt mij tot den golukkigsten
van alle menschen gemaald, hernam
hij en daarna kuste hij haar.
De verloving werd nog denzelfden
avond bekend gemaakt en van alle
kanten wonschte men het jonge paar
geluk.
Met het oog op hun juist niet meer
jeugdigen leeftijd besloten zij zoo
spoedig mogelijk te trouwen.
Het lag den advocaat dikwijls op
de tong om de weduwe naar haai
financieels omstandigheden te vra
gen, maar hij vreesde altijd weer,
dat hij den schijn zou wekken, alsof
hij haai- om haar geld had getrouwd.
Daarom wilde hij er liever mede
wachten tot na het huwelijk.
En nauwelijks waren er zes weken
verloopen, of mevrouw Adarnson was
een mevrouw Elmington geworden.
To Brighton bracht het gelukkige
paar de wittebroodsweken door. Bij
mevrouw Elmington werd liet geluk
van dien blijden tijd echter verbitterd,
door de gedachte, dat de waarheid
toch eens moest uitkomen.
En werkelijk z.j kwam reeds uit
aan het einde der eerste week.
Zij Waren naar Roiiingdeau gere
den en zaten nu met hun beiden op
de rotsen en keken in de zee, toen
meneer Elmington begon:
Lieve Jenny, als je echtgenoot
mag ik je nu toch wel eens vragen,
hoe je je geld hebt uitgezet, te meer,
omdat ik je als rechtsgeleerde goeden
raad kan geven. Hoeveel brengt je
40.000 pond eigenlijk op?
Ik heb toch geen 40.000 pond,
Stephen, antwoordde zij, blijkbaar
verrast.
- Wat? ontviel het hem op een toon
van teleurstelling.
Ik zeg, dat ik geen 40.000 pond
bezit.
Maar je hebt me toch verzocht
eon testament voor je op te maken tot
een bedrag van 40.000 pond?
Ja, zeker, ojitwoordde zij, en ik
heb je ook voor je moeite betaald,
niet waar?
Hoe meen je dat, betaald?
Nu, ik heb toch niet gezegd, dat
ik die 40.000 pond had. De zaak zit
zoo: lk schreef toen een novelle, waar
in een erfenis voorkwam, en nu wou
ik eens zien hoe zulk een taak zich
afspeelt in hot werkelijke leven. Toen
scheen inij de door mij' ingeslagen
weg de beste.
De heer Elmington scheen als door
den bliksem getroffen en keek haar
als verdwaasd aan.
Maar ik... ik meende toch zeker,
dat jij dat geld hadt, stamelde hij
eindelijk.
Zoo?... Nu, ik heb in elk geval
niet gemerkt, dat je dat zoo bijster
interesseerde. Ik kwam toen alleen
bij je als man van zaken en was niet
van plan om je in mij» particuliere
omstandigheden in te wijden.
Zij was nu opgestaan en keek hem
ontzet aan. L
Stephen! zei ze. Je hebt me daar
om toch niet getrouwd?
Haar stem weigerde verder, en zij
begon zachtjes te weenen.
Neen, neen, zei hij haastig, ze
ker niet.
Hij greep haar hand en herhaalde:
Zeker niet!
Ik wist hot wel, Stephen, zoo
een ben jij nietl
Maar waarom zei je het niet te
gen mij, toen wij de huizen bekeken?
vroeg hij.
Nu, omdat ik toch een klein for
tuintje heb... liet brengt me s jaai-s
150 pond op. Maar waarom stel je er
zooveel prijs op, dat ik geld heb, daar
je zelf toch een vermogen van 50.000
pond bezit.
Wat bezit ik? vroeg hij.
Mevrouw Ehnngton's gezicht werd
bleek en haastig herhaalde zij:
Vijftig duizend pond had je toch
als waarde van je huizen?
Maar lief kind, je droomt!
Je hebt me toch je vijf huizen
laten zien en je wou er een hypotheek
op hebben.
Zeker.
En je hadt de papieren, beweer
de je?
Zeker!
Nu... en...