HAAHLESffS DAGBLAD. TWEEDE BLAD. ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1912 Haarlemsche Handelsvereeniging Goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij zigd bij Koninkl. besluit van 21 Mei 1897 No. 58 on van 13 Juli 1909, No. 52. Bureau: Jansweg 11, geopend allo werkdagen van 9—5 uur. Telephoon No. 403. Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem de Vereeniging hier ter stede opge richt met het doel de belangen der le den op allerlei gebied te behariagen, doc.h allereerst de belangen hunner handel of bedrijf to bevorderen en wel speciaal door bet verstrekken van in f on natiën en hot incasseeren van dubieus© vorderingen. Voor posten welke men de vereeni ging ter invordering in handen stelt op buiten de stad woonachtige per sonen moet 10 ct. porto worden be taald, terwijl van alle vorderingen door do vereeniging geïnd 3 pet. pro visie wordt geheven. Bovendien hebben do leden het recht op hot hun gratis te verstrek ken advies van de rechtsgeleerde ad viseurs der vereeniging do heeren Mrs. Tli. de Haan llugcnholtz en A. II. J. Merens, Spaarne 94 alhier, die desgewenscht ook -in proeeduren en faillissementen gratis voor hun op treden natuurlijk echter alleen voor zaken betreffende den handel of het bedrijf der leden. Bij elke vordering de rechtsgeleer den in handen gestold moet 10 ct. voor porto worden gevoegd, terwijl van de bedragen der langs deeen weg ingevorderde posten 5 pCt. moet worden betaald. II.II. rechtsgeleer den hebben het recht in geval van ge rechtelijke vervolging het door hun noodig geoordeelde voorschot te vra gen aan den inzender der vordering. Over in de stad woonachtige per sonen geeft de vereeniging gratis mondelinge of telephonische inlich ting; verlangt men de informatie schriftelijk dan wordt 25 ct. berekend, terwijl voor information op buiten de stad wonende personon f 0.60 pl.m 5 ct. portovergoeding moet worden betaald. Aan het kantoor Jansweg 11 zijn coupons u 10 ct. verkrijgbaar, waarop men aan het bureau vun den Burger lijken stand op het Raadhuis inlich tingen kan bekomen over de adressen van hier ter stede o-p het bevolkings register ingeschreven personen. Verder zijn voor de leden verkrijg baar legitimatiekaarten, waarop zij persoonlijk information kunnen vra gen, in andere plaatsen bij de daar gevestigde en bij den Ned. Bond van Onderl. Infor. en Schuld invordering- bureaux en Handelsvereenigingen aangesloten vereenigingen. Deze in formation kosten 25 ct. Het is noodig er nog eens uitdruk kelijk op te wijzen dat goed informee- ren, vooral naar nieuwe cliënten eerie bepaalde noodzakelijkheid is gewor den, waar zoovele geheel onbekende .personen zich in onze stad en aan grenzende gemeenten komen vestigen. Onder alle koren is kaf. Bovengenoemde Bond, waarbij 18 vereenigmgen in de voornaamste plaatsen van ons land gevestigd zijn aangesloten geeft uit eene tweemaan- deïijksche lijst van namen van per sonen omtrent wien men wordt aan geraden inlichtingen te vragen voor dat men met hen in handelsbetrek king treedt, waarvan het geheim on geschonden moet blijven en die als ■waarschuwingsmiddel uitstekende diensten bewijst. Waar eene vereeniging, die hare le den al deze voordeden en gemakken aanbiedt, slechts 3.50 jaarlijksche contributie vraagt, is dit zeker een zeer bescheiden eisch tc noemen, te meer daar al het opgenoemde niet het eenige is wat de Haarlemsche Han delsvereeniging doet; steeds heeft zij een open oog gehad voor alle zaken, die hare leden in 't bijzonder en onze gemeente in 't algemeen betroffen en altijd heeft zij daarvoor gesproken. Het zou to ver voeren alles op te noe men, waarvoor zij opkwam, alleen dient nog vermeld, dat het hare be doeling is, In deze richting krachtig voort te gaan. In verband hiermede zijn in het be stuur drie commission gevormd en is daarvoor het bestuur uitgebreid. Van deze commission bemoeit eene zich met het Informatie- en Incassowezen, eene met algemeene Middenstandsbe- langen en is er eene voor Gemeente belangen. Alles te zamen genomen roepen wij allen too, handelaar of particulier Steunt deze onze vereeniging door lid te worden, het werk, dat zij doel en waardoor zij onnoemelijk veel goeds tot stand brengt verdient uwe sympa thie en de contributie, f 3.50 per jaar, kan geen bezwaar zijn. Hoe sterker zij is in ledental, des te meer kan de Haarlemsche Handelsvereeniging doen. Sluit u bij haar aan ten bate van aller belang, dus ook in uw eigen be lang. HET BESTUUR. Congresbrieven. v. Laat ik maar dadelijk zeggen, dal het door zoovelen gehoopte, dat de letterkundigen van het Zuiden hun eigen verzen zouden komen voordra gen ter gezellige bijeenkomst, niet is gebeurd. Zij bleven weg, maar eenige voordragers vervingen ze en dat is toch niet het ware. A! is het verklaar baar, dat ze niet kwamen er heerscht natuurlijk tegenover zoo'» gemengd publiek een zekere schroomvalligheid bij de dichters, om met eigen werk te komen jammer blijft het toch, want voordragers kunnen toch, al zijn ze nog zoo goed. niet dit leggen in het werk, wat de dichters er in hehben ge legd en bij hun voordracht ons hadden doen gevoelen. Zoo was het b.v. een buitengewoon genot, om den musicus Mortelmans zelf té hooren dirigeeren vijf van zijn liedjes voor orkest. Maar hoe bescha mend tocb voor ons Nederlanders, Ivoor ons Haarlemmers, dat we nooit een Vlaaxnscbeu muziekavond hebben gehad. Hoe algemeen verstaanbaar, I hoe heerlijk waren ook de Viaamsche dansen van Jan Block en meer mu ziek, waar uw verslaggever zich geen oordeel over aai matigt. De uitvoer ders van den zang waren ook goed, maar de zegging van het lied drong niet altijd tot ons door en groot ge brek we misten tekstboekjes. Toch was deze avond buitengewoon mooi en do toejuichingen voor Mortelmans waren van Ne ordelijke zijde vooral uitingen van darkbanrheid. In de ge zellige bijeenkomst werd het door de aanwezigheid van Ds. Van Broekhui zen, een gedeeltelijk ten minste Afri- I kaausche 'avond en de massa's opge komen tot luisteren naar Viaamsche kunst, werden ai ders schadeloos ge steld, maar on> gezellig te zijn, had men met minder moeten zijn. Donderdagmorgen, de laat ste congresdag, begint als alle vorige met ijverig werken. D r. V a ii Engelenburg zet voorzichtig en verstandig voort. personen uit het Unie-parlement, die een oplossing moesten vinden. De op lossing op papier was deze de gelijk gerechtigdheid van de beide landsta len werd erkend, terwijl alleen de moedertaal doeltreffend voor het on derwijs genoemd werd. Naar dezen grondslag richtter zich nu do onder wijswetten van de Kaap-, Oranje- en t ransvaalprovh.cies. Alle publieke ambtenaren moeten binnen twee jaar tweetalig zijn en de meerderheid der Engelschen heelt de neiging om vooroordoelen af to leg gen. Daardoor is er meer eenheid ge komen onder de Afrikaansch© bevol king. De Voorzitter eerde hem als voorbeeld voor do Viaamsche dag bladpers, omdat hij zoo'n prachtig blad gemaakt had van de Volksstem. Maar niet ieder was tevreden na de met bezadigdheid en wijs beleid ge sproken redo van den knappen spre ker. Dr. Blink vroeg of men daar ginds nu ook meer kennis nam van de Nederlandsohe Geschiedenis en Aardrijkskunde dan b.v. van d:e van Polen of Turkije, want op de weder- zijdsche scholen moet men meer ge ven van de ons naverwante volken. Ook Prof. II cores vroeg iets: Wio zijn do personen die de beslis sing hebben over het voertuig bij het onderwijs. Toen kwam er wel iets doorschemeren in het antwoord van Dr. E., dat het z.g.n. papbroeken ele ment niet vergeefs zoo genoemd werd, maar de wil van de ouders beslist niet, in dezen, wel de taal die het kind dat op school is werkelijk spreekt en bij twijfel daaromtrent, beslist de onderwijzer. Toen nu echter Prof. H. nog door vroeg en zei: als er 20 kinderen ko men en 9 hehben als moedertaal het Afrikaansch en 11 het Engelseh, wat gebeurt er dan. Dat werd Dr. E. te machtig, want hij ia niet. bij hel on derwijs en Juffrouw A d r i a n i, hoofd van een school te Potchef- stroorn, werd door hem aan de ver gadering voorgesteld en vertelde uit haar praktijk, hoeveel eenvoudiger met goeden wil dat vraagstuk opge lost werd dan men hier ziel» voor stelde. De oude heer A. C. v a n d e r Kruyssen, die warme voorstan der van de Viaamsche zaak, vroeg ook nog hoe het nu stond met de tweede taal bij het onderwijs en weer antwoordde Juffr. Adrian!, dat van 't begin af de kinderen iels in de tweede taal te hooren kregen; lang zaam klom dat op, maar ze leerden eerst lezen en schrijven in die twee de taal, als ze de moedertaal kon den spreken. En nu kwam zoowaar nog de Pre sident van den Senaat, want dat is hij tegenwoordig, de heer R c i t z aan het woord; die niet aan politiek meer deed om zijn betrekking, maar wel aan belangstelling in het onder wijs. Hij stelde vast dat het kind in de tweede taal moet onderwezen worden, tenzij de ouders het beslist anders wenschen. Nu kwam D r. Martin R ü- delsheim, uit Antwerpen, aan liet woord, om ons Noord-Nederlanders eenige harde waarheden te zeggen Ds. Van Broekhuizen vurig en gewei- over de onnationale invloeden, waar begonnen was Hij sprak over den toestand van het moedertaal-vraag stuk in Zuid-Afrika gaf ons de histo rie, die nog haast geen historie is, van kort na den oorlog tot nu. Hoe de Boeren een overstelpende meerder heid in het parlement kregen, door dat ieder opkwam ter stembus, al moest hij twee uur loopen hoe Bo tha's gematigdheid menige moeilijk heid wist uit den weg te ruimen; hoe het'Hertzogisme werd aangevallen, tot er een wij ons vrijwillig aan onderwerpen en waar al onze moralisten over uit ziin, maar moralisten zien in den regel nog al door een zwarten bril, wat ook hier het geval was Wie de grieven bestudeeren wil. moet ze maar eens nalezen in „NeerlandiaV waar de strijd in gewoed heeft van te voren. Vele en velerlei waren onze tekort komingen. Mevr. Thér. Hoven vond het een fijn, ietwat gemaniereerd werd benoemd van 8woordje, niet hoffelijk van den spre ker tegenover de Noord-Nederlan ders, maar ik ben het met den voor zitter eens, dat men het meer als een daad van rrioed moet beschouwen om elkaar eens te zeggen, wat men voor waarheid houdt. De eerbied voor de N. Nederl. als geheel bleef er even groot om. De heer Sc hel te ma, uit Antwer pen, trok echter woedend tegen hem te velde, omdat er in Nederland wel degelijk een groot nationaal leven is, wat natuurlijk aan Dr. R. met on bekend was en toen ontaardde deze repliek verder in persoonlijkheden. Een Nederlander uit het Noorden had dit rnooten zeggen, waarop 'Prof. To Winkel verklaarde het in hoofdzaak met Dr. R. eens te i zijn.Wij Nederlanders spreken graag vreemde talen slecht.. Daar ligt onze kracht in verscholen, onze eer bied voor de eigen taal ten minste. Dit nu was wat gezoohl, maar Dr. R. die om den tijd verder van antwoor den afzag, hort de zaak wel wat somber voorgesteld en Prof. Te Win kel zag tegen zijn natuur ook waf zwart; want juist het feit, dat er oen groofcere kracht van Nederland uit gaat tegenwoordig, maakt dat zoo- velen zich ergeren aan bewijzen van hechten aan ouden sleur. Als onze Koningin b.v. to Brussel, om rede nen van oude vormeiijkihoid Fransch spreekt in plaats van Ncdorlnndsoh, dan moet men bedenken, dat een nieuwe geest niet zoo spoedig door dringt door den muur van hofmen- schen, die H. M. omgeven, al vindt menigeen dat ook "betreurenswaar dig. Als onze Regeering weigert met België briefwisseling te voeren in het Nederlandsch niets dan sleur; als wij van „I.eyde (Holland©)" moe ten reizen naar „Anvers". omdat on ze Hol!. JJz. Spoorweg Mij. zulk soort van kaartjes nu eenmaal in voor-Ms»orisc>hen tijd liet drukken, belachelijke sleur; allemaal dingen met zooveel andere die verdwijnen zullen, als de frissohe nationale wind in alle hoeken en gaten zal door dringen. En nu het laatste woord, welk een profetie voor een blüde toekomst! Een jong student uit Amsterdam, waarde zoon van een waardig va der. J. W. Te Winkel, hü sprak met luider stemme, dat ons Hof zoo Hol- laodsch mozeliik was sedert Konin gin Ernrna, dat er van 't Noorden niet alleen door sleur werd tegengewerkt, maar dat er veel in het belang van den Nederl. stam werd gewerkt dooi de boeken commissie van het A. N. V., door de vacantie-leergangen na dit jaar te Amsterdam te houden en waar hij alle jonge Vlamingen toe noodigde. Het was een bemoediging voor de toekomst dat jong Nederland zich eindelijk, bescheiden achter aan, liet hooren op zoo forschen toon en zoo terecht. De besluiten van de afdeelingen werden overgedragen aan de besten dige commissie voor de Congressen en een woord van dank. van den voorzitter, klonk weer zoo gul en warm als alleen hij, Pol de Mont dat kan Dan de bepaling van de plaats, waar het 33=te Taal en Letterkundig Congres zou worden gehouden. In opdracht van Haarlem's Gemeente bestuur vroeg Dr. J. B. Schepers de Bestendige Commissie het congres in de Spaarnestad te mogen hebben. Er was nog een schrijven van een anoniem schrijver die het graag in Fransch-Vlaanderen zag, maar aan gezien niemand daar de mogelijkheid van inzag en er geen andere stad werd genoemd, is het zeer waar schijnlijk dat het •volgende bij ons komt. Ik hoop in een nabetrachting daar de heteekeuis nog eens van samen te vatten en wil nu eindigen met bet ferme woord van Dr. Blink, die den voorzitter bedankte voor zijn leiding en de stad Antwerpen voor de mooie ontvangst. JOHAN DE FRIES. Parijsche Brieven OCCXLIII. Er zijn blijkbaar nog sohuiken van den ouden stempel romanti- sohe schurken, die onder alle om- stand igheden des levens een goed humeur behouden, zich niet bekla gen en van galgenhumor overloopen. Zulke types onzer dagen zijn alles zins waard om door oen modernen Balzac beschreven te worden. De enorm handige dief, die in 1905 gearresteerd werd, nadat hij in groo ts weelde had geleefd nu eens onder den naam van vicomte de la Guersch dan weer onder dien van baron de Graval, heette eigenlijk doodgewoon Jean Gallay. Van 189C lot 1902 was hij in staats dienst; hij maakte deel udi van 1'Ad ministration". In 1903 kwam hij in dienst bij het Comptoir d'Escompto, een der aller grootste bankinstellin gen van Frankrijk. In Juli 1904 debuteerde hij met een diefstal van 13,334 francs, onder den naam van Sandrewilch Het daar opvolgende jaar wist hij 80,000 francs te gappen. Tussohentijds raakte hij smoorlijk verliefd op de beelsohoone Merelli, een gescheiden vrouw. Toen volgden de valschheden In geschrifte elkander sneller en sneller op. Den 17en Juli 1905 ontvreemdde hij 50.000 fres.; 5 dazen later 25 000 frc. 6 dagen daarna 366.663 francs. Geef toe dat hij een meester in het handwerk was! Middelerwijl verliet hij huis en haard hij was getrouwd en had twee ki mieren kooht zich voor 55,000 francs een jacht, welk sierliik vaartuig hij „Catarina" doopte, en ging er, vergezeld van de beeld schoon© Merel i Iden 1st en Augustus 1905 mee scheep naar Brazilië. Men ziet, dat Jean Gallay er van hield, spoedig de zeken af te doen. Treuzelen deed hij nooit. Eilncie! binnen- en bultenlnmdsche politie waren op beur „qui vive", en loen den 24sten Augustus d.a.v. de ..Catarina'' de haven van Bahia hinnenstoomdo werden de twee ge lieven ingerekend. Gallay bekende, een som van 863.924 francs aan het Comptor d Escompte onttrokken '.e hebben. Aan b ord van zijn vaartuig vond men nog een be drag van ongeveer 587.000 francs in baar geld en juweelen. D© goeierd had dus niet meer dan eventjes 3 ton opgemaakt. Den 27sten Februari 1906 werd Jean Gallay veroordeeld tot 7 jaar dwangarbeid. De beeldschoone Me relli werd vrijgesproken, aangezien beur goede, trouw overtuigend was gebleken. Gallay werd eerst naar Fresnes geëxpedieerd, daarna naar l'lsle de Ré om ten slotte naar het bagno van Guyane vervoerd te worden. Wegens zijn voorbeeldig gedrag werd Gallay echter spoedig uit de galeien ontslagen en zijn straf ver licht tot 7 jaar opsluiting. Hij kwaal eerst Ie Fresnes terug, en belandde ten slotte in de centrale gevangenis van Melun. Zaterdag den Stoten Augustus 1.1. werd Jean Gallay, alias vicomte de la Guersch, nogeeas alias baron de Graval, weder op vrije voeten ge steld. Och arml het was niet meer de vol maakte gentleman van zeven jaar geleden, die met de uiterste zorg ge kleed ging, op de Ledriegelijkste wij ze de allures van vertegen woordigers van Frankrijiks hoogsten adel kon nabootsen en het hart vermocht te winnen van de beeldschoone en veel- eischendc Merelli. Thans liep hij op linkech© en schuchtere wijze, en hin derden hein de nieuwsgierige blikken der toeschouwers. Zijn pakje was verkleurd, versleten en uit de mode. Tot overmaat van ramp had hij zich met een speid, bij ongeluk natuurlijk, in de linkerwang gestoken, zoodat hij zich genoodzaakt zag, de wondeplek met een zwachtel te beschermen te gen de winterachtige temperatuur van dezen zomer. Maar zijn romanesk hart en zijn optimistisch karakter waren nog in tact gebleven, en zijn goed humeur had de gaafheid van voorheen be houden. Dat alles kon men niet slechts gewaar worden uit het rui kertje madeliefjes, dat in zijn knoops gat stak, doch kon men ook verne- men uit de woorden, die aan zijn welgevormden mond ontvloeiden. Er zijn nog menschen, wier hart steeds jong blijft, trots alle beproevingen des aardschen levens, en Lot die zeld zame exemplaren van het mensche- lijk geslacht behoort ontegenzeggelijk Jan Galei, pardon: Jean Gallay. Genietend van de frissohe luoht, die hem, op de spoorreis van Melun naar Parijs, uit het geopende portier van zijn compartiment toestroomde, sprak hij me', een zachten glimlach. Die zeven jaar zijn me niet lang gevallen; ze zijn zelfs zeer snel voor bijgegaan. Men houdt steeds onze hoop levendig op strafvermindering of op een voorwaardelijke imrijheids- steiling. En de maanden vlieden heen, vooral wanneer men, evenals ik, gaarne de werken van onze beste schrijvers leest... Alleen vandaag was Ik, die anders zoo kalm van aard ben, zenuwachtig en opgewonden, 's Nachts om half twee was ik al op. Ik nam een douche, luisterde naar het gerucht buiten, zong, danste, sprong. Ik was als gekIk heb mijn koffertje gepakt. Daar zijn bijna uit sluitend boeken in, evenals in mijn beide valiezen. Kleeren heb ik niet. Het costuum, dat ik draag, dagtee- kent nog uit den tijd van mijn ge vangenneming. Als souvenirs van Guyane heb ik nog bij me een pon jaard en een tabakszakjo, mij door Brière cadeau gedaan. Ben sigarette opsteken? O neen!... De tabaksprijzen schij nen gestegen te zijn. Ik kan dus op de tabak uitzuinigen. Uit de gevan genis neem ik maar een kapitaaltje van 50 francs mee. Maar u hebt er toch hard g» werkt en veel geld verdiend? Jawel, maar dat gevangeniseten beviel me niet. Ik was er niet aan gewend, hé? Ik liet me dingsigheid- }es van buiten halen. Nou, en als je maar 50 centimes per dog verdiende, indièn je werkte Men stelde me voornamelijk bij de innaaierij van schriften aan het werk. Ook werkten wij mede aan het „Bulletin criminal" Haarlemmer Halletjes /EEN ZATERDAGAVOND-PRAATJE. Ik heb altijd wel gedacht, dat ze leeliik zou zijn. Mooi kon ze niet wezen Dat lag niet in haar aard. Maar nu ik haar gezien heb, heeft ze mijn stoutste verwachting op hel gebied der leelijkheid overtroffen. Haar figuur is totaal vormloos, ze ziet grauw en heeft een afschuwelïj- fcen, ronden hoed op. Zoo'n ontsiering (van de openbare- straat heb ik nooit meer gezien. „Welke dame ik bedoel Pardon, ik sprak niet van een da me, maar van de nieuwe reclamezuil, die de gemeente in onze stad bezig is te planten ter vervanging van de aanplakborden. Er staat er een in den weg, dien ik voor mijn werk minstens tweemaal daags heb te gaan. Het is ijseiijk. Je oogen dicht doen als je er voorbij gaat is onmogelijk, want dan raak je vast en zeker onder de tram. Een straatje am loopen is in deze regen dagen ook niet plezierig derhalve 'bezin ik me dus op een request aan den gemeenteraad, om op bepaalde uren (natuurlijk die, waarin ik er langs kom) oen grooten zak over de ruil te hangen. Het spreekt van zelf, dat ik bereid ben, daarvoor een rede lijke vergoeding te betalen. Als wij particulieren zulke leeiijke dingen op de openbare straat gingen «Uen, dan zou je eens wat hooren. Maar het zou nooit kunnen gebeuren, want, we kregen 7,oker geen permissie van liet gemeentebestuur. Maar doet het gemeentebestuur dat zelf, wie zal dan als censor optre den DöAr houden Gedeputeerde Sta ten geen toezicht over. Maar nu ik daarover denk, schiet me te binnen, dat in de maand Juni van het vorige jaar oen circulaire werd rondgezon den aan de Haarlemsche bouwkundi gen, waarin werd verzocht zooveel mogelijk typische oude gevels te be houden en de meeste zorg te besteden aan de architectuur van nieuwe ge vels. „Wij hebben de eer, bij deze een beroep te doen op uwe welwillende medewerking tot behoud van 't stads schoen", aldus begon deze circulaire. En van wie ging die uit Van B. en W. Ben ik wel ingelicht, dan zullen binnenkort de Haarlemsche architec ten in vergadering bijeenkomen en beraadslagen over het zenden van een request ann het dagolijksch bestuur. Door zeer bijzondere omstandigheden kwam ik in het bezit van het ontwerp- adres, dat aldus luidt Geven met verschuldigde» eerbied te kon non de ondergeteekénd enallen bouwkundigen te Haarlem, dat zij met ontzetting hebben ken nis genomen van de plaatsing van een reclamezuil op het Spaarne bij de Lange brug; dat zij dit bouwwerk technisch niet beter kunnen betitelen dan als een rioolbuis met een hoed op dat zooiets, nog wel op het punt, waar men van een der mooiste stads gezichten genieten kan, naar hun oor deel ongewenscht is dat weliswaar naderhand, naar zij verwachten, het grauwe gevaarte zal worden geschilderd en daarna mot bonte paperen beplakt, maar dat zij ook dan de reclamezuil voor het te gendeel van een verfraaiing aanzien en in elk geval niel wenechelijk ach ten, dat de zuil in al haar portland- cementen grauwheid dagen achtereen de straat ontsiert; redenen waarom zij bij Uw College met gepaston eerbied een beroep doen op Uwe welwillende medewerking tot behoud van het stadsschoon. 't Welk doende, enz. (1) Tot zoover het adres. Laat ons nu vcwi de theorie naar de practijk over gaan. De vroegere borden vormden een vlak. Als jo daar voor stond, zag je in één oogopslag alles wat er op stond en wat je al lang uit de kranten wist. Dat overzicht kostte dus niet veel lijd. Maar de zuilen zijn rond en de na tuurkunde leert, dat je, voor een ci linder staande, daarvan maar een gedeelte tegelijk in het oog kunt krij gen. We zullen dus voortaan, om op deze reclamezuilen te kunnen lezen wat we allang weten, er om heen moeten loopen. Hiertegen is geen bezwaar, mits het ordelijk gebeurt. Immers gaat de een van rechts naar links en de an der van links naar rechts, dan ont- (1) Nader verneem ik, dat de archi tecten er niet over denken, een derge lijk request te verzenden. Daar zij dit evenwel zouden hebben willen kun nen doen, kan bovenstaande mede- deelinjr geen kwaad. staan er botsingen, oneenigheden, ru zies, vechtpartijen misschien en die mogen in geen geval door een ge meente-instelling, als hoedanig de reclamezuilen moeten worden be schouwd, uitgelokt worden. Er zal dus bij elke zuil een agent van politie op post dienen gezet, die het verkeer om de zuil regelt En als hij daar dan toch staat, kan hij met een in het welbegrepen belang van d© gemeente, die de zuilen verpacht, en van de personen, die er op laten aan plakken, een gepast woordje tot de voorbijgangers sproken. „Mijnheer", zoo kan hij zich bijvoorbeeld tot een voorbijganger richten, die kenmerken van welvaart vertoont, „heeft u bij geval niet een hecht, sterk en wel doortimmerd huis noodig? Ik heb er hier verschillende, met en zonder tuin. Ook een heel aardige villa te Bloemendan.1 1" Of hij kan tot een voorbijgaande juffrouw betoogen, dat bet nieuwe soort potten en pannen, dat aange plakt is, uitstekend voldoet, „zijn schoonzuster gebruikt ze zellevers." Ja, hij kan nog verder gaan en raadgevingen uitdeelen over de stuk ken, die in den schouwburg gespeeld worden. „Niets voor u, jongejuf frouw", kan bij gemoedelijk rneedee- len aan een bakvisch, die naar den titel van een Fransch stuk staat te kijken. Kortom, deze zuilagent kan, nu de monsters er dan toch eenmaal zijn neergezet, op economisch, practzsch en elk ander gebied nog schitterende diensten bewijzen. Ik meen met deze nieuwigheid een standbeeld verdiend te hebben, maar wanneer men bet naast zoo'n reclamezuil zou willen oprichten, pas ik er voor. Het is volstrekt geen nieuws, dat de fiets als middel tot genoegen zoo goed als afgedaan heeft. Nu ja. een enke len keer wordt er nog wel een uit stapje op gedaan, maar dan toch al tijd in andere streken van het vader land of in het buitenland. In de eigen woonplaats wordt de fiets alleen nog maar gebruikt als vervoermiddel, naar huis, school, kantoor, werk plaats of fahriek. Sedert ©enigen tijd is cr evenwel nog een nieuwe bestemming voor ge vonden. De fiets is min of meer goe derenwagen geworden. Het vervoeren van paarden gebeurt al lang niet anders meer dan per Hels. Als een jongen een paard naar stal of- wei moet brengen, grijpt bij met de rechterhand hot stuur van zijn fiets en met de andere den teugel van \het paard en gaat er van door. Hij moet toch ook weer terug naar huis en verbeeld je, dat hij daarvoor een kwartier, misschien wel een half uur, zou moeten loopen i Nooit 1 Boven dien kan hij niet loopen, hij is 't ver leerd. Hoogstens een straatje om wandelen. Maar de fiets is geschild voor nog meer. Ik spreek maar in het voorbij gaan van reusachtige doozen, die er op vervoerd worden, gevuld met taartjes of dameshoeden, van gebro ken of herstelde fietsen, die de wiel rijder op zijn nek draagt, waar ik op wijzen wou is het opkomende meubel- vervoer per fWs. Onlangs droeg een wielrijder een heelen fauteuil op zijn schouder, een wonder van balanceerkunst, dat ik met eerbied heb aangestaard. Nader hand zag ik een ander met een groo ten vouwstoel op zijn hals. De pooten staken aan weerskanten een heel eind buiten zijn fiets uit en een daarvan ging rakelings langs het gezicht van een oud vrouwtje, dat van schrik op zij sprong. Ik verdiepte n»e daarop in overpein zingen over de uitbreiding van dit nieuwe beginsel de fiets als vervoer middel voor vrachtgoederen. Waarom alleen stoelen Waarom Diet ook tafels en buffetten en canapés en ledikanten 't Is alles maar een quaestie van oefening. Vooral ledikanten, speciaal ijzeren, kunnen aanleiding geven tot verras sende tooneeltjes. Passeert de wiel rijder daarmee in drukke straten, dan gooit hij pats met de linkerpooien en rechterpooten (van 't ledikant wel te verstaan) om beurten menschen omver en aait hun bovendien nog een aardige schram over 't gezicht. Wat een afwisseling zal dat in onze straten gevenMenschen, men seigen, we kunnen welhaast onze pret niet op. Vooral niet wanneer ook in de bouwvakken de aandacht valt op dit snelle en goedkoop© vervoermiddel. Gereedschapskisten, bakken met kalk, wat zeg ik heele balken, U. en T. jjzer, zullen dan op den nek per fiets worden vervoerd. Dat daarmee aan voetgangers groot© overlast wordt aangedaan, doet er natuurlijk nie mendal toe. Wie bekommert zich nu over iemand die loopt I FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5