HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. Het geheim van de Tower HUI. DINSDAG 3 SEPTEMBER 1912 dat zo zelfs nooit ecnigo „gebruiks- sclioonheid" zullen bezitten. Die ver onderstelt immers practlsch nut, noodzakelijkheid. Reclamezuilen, re clameborden hebben geenerlei betee- kenis meer. Ze zijn uit do oude doos, als de omroeper en de nachtwacht, ïr terwijl de laatsten zijn alge- schaft, heeft men de publieke aan plakking niet aangedurfd. Ik vermoed haast in 't belang van don aanplak ker. Waarom dan niet liever den braven Russ wachtgeld gegeven of behoorlijk gepensioneerd? Nu zit ten wij met de leelijke dingen. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht Da spanning ln den Balkan. Volgens een telegram uil Konsian- tinopel is Zondag in den Turkschen ministerraad een telegram voorgele zen, waarin bericht werd, dat Zater dag opnieuw incidenten aan de Griekseh-Turksche grens plaats hebben gehad. De Grieksche soldaten trokken de grens over, maar werden door de Turken in een bloedig gevecht, dat een half uur duurde, tot den terug tocht gedwongen .De Turken verloren twintig man aan dooden en gewon den. Ook' is de streek van Kastania, district Kalerina, is er gevochten tus- schen Turksche gendarmen en een Grieksche bende. Twee Grieken wer den gedood, een gendarme werd ge wond. Een Turksche militaire pa trouille viel nabij Manovic, district Tachkedsja in een hinderlaag, gelegd door een Servische bende. Een soldaat sneuvelde, een andere werd gewond. De overigen konden ontkomen. Overal dus spanning. Maar nu vooral tusscihen Turkije en Griekenland. Er kc-nit een telegram uit Athene, meldende, dat alle te Pa rijs verblijf houdende Grieksche offi cieren bevel gekregen hebben onmid dellijk naar Athene terug tc keeren dit staat in verband met de jongste voorvallen aan de Turksche grens. HET TURKSCHE KABINET BLUFT voorloopig aan. Kiamil-paeja heeft er vcorloopig van afgezien zijn ontslag te vragen. De oorlog tusscben Italia en TiirkUe Van hooggeplaatste Turksche zijde werd te Konstantinopel medegedeeld, dat de voorbesprekingen over den vrede tusschen Turkije en Italië op het doodo punt gekomen zijn door de halsstarrigheid der Italianen. De on derhandelingen zijn everwei nog niet afgesprongen. Dit Marokko. De nieuwe avonturen van Frank rijk eischen steeds meer soldaten. Het inschepen der versterkingen gaat onafgebroken door. Marseille aldus schrijft een correspondent gelijkt wel een militair kamp. Overal zijn de troepen gelegerd, die door de bevolking met hartelijkheid en geest drift worden begroet. Onder dc solda ten zelf hecrsch'. een opgewekte geest. De opstand In Mexico. Op het ministerie van buitenland- sche zaken te Washington is een tele gram ontvangen van den Amerikaan- schen gezant te Mexieo, waarin deze meldt, dat 2000 Amerikanen te Can te nen door revolutionnuiren omsingeld zijn en bun gevangenneming of dood spoedig te verwachten is. De gezant verlangt, dat de Veree- nigde Staten onmiddellijk de Mexi- caanscho regeering zal verzoeken een groot aantal regeeringstroepen naar liet bedreigde punt te zenden. Cananea ligt in den staatHBonoro, on geveer 48 K.M. van de grens van Ari zona. De rebellen zijn, volgens dit be richt, veel starker in aantal dan de regeeringstroepen, die in de nabijheid gestatioiineerd zijn. Uit 't vem Oosten. Uit Peking wordt gemeld, dat Rus land met China een verdrag heeft ge sloten, waarbij Rusland do bewaking van den Mar.dsjoèrijnschen spoorweg van Charbin tot aan het station Mandsjoena tegen de loengoezen voor zijn rekening neemt. De lengte van den spoorweg, die thans door de Russen bewaakt zal worden, is 2üU werst tegen vroeger 50. Gevangen ge nomen Toengoezen worden ter bestraf fing aan China uitgeleverd. Mongolië bevindt zich geheel in han den der Mongolen. De Chineesche overheidspersonen zijn verjaagd of neergeschoten. Do berichten omtrent een Cliineesclie straf-expeditie worden gengesproken. Zooals wij eenige dagen geleden me dedeelden, heeft dc Britscho regeering auii de Chineescho doen weten, dat zij het gewensclit achtte, dat China h Ier onthield van ir menging in de Tiheta&nscfae aangelegenheden en dal Engeland d; Chineesche repu bliek niet zou erkennen, alvorens te dezer zake een oir reen komst was aan gegaan. Ciiina stoort zich ovenwei niet aan dit dreigement. De Chineesche onder minister van buitenlardsche zaken heeft zich nl. Zaterdag naar de Brit- sche legatie te Peking begeven en daar egn nota overhandigd, behelzend dut Clnna niet in Engeland's voorstel kan treden, daar China geen plechtig aangegane overeenkomsten wil ver breken. Allirlil. DB DUITSCHF. KEIZER NAAR ZV\ II'EER LAND. Do Keizer is Maandagavond naar Zwitserland vertrokken. ENGELAND EN DE VEIREENIGDE STATEN. Officieel wordt medegedeeld, dat do Bntsche regeering formeel zal verzoe ken, dat bet geschil betreffende het Hay Pauncefote-verdrag en het Pana- uiakanaal aan een scheidsrechterlijke uitspraak zal worden onderworpen. Binnenland HOFBERICHT. H. M. de Koningin heeft den kapitein ter zee G. L. Goedhart benoemd lot commandeur in de Huis orde van Oranje, en in diezelfde ordo benoemd tot ridder 2e klasse den gep. officier-machinist 2e klasse tit. der Kon. Marine G. Philipse en de eere- medallle in zilver toegekend aan den eersten zilverknecht ten Kon. Paleize \V. J. van Dienst. DE KONINGIN-MOEDER. Do Koningin-Moeder keerde Maan dag van Het Loo naar Soestdijk te rug. De Koningin bracht Haar Moe der naar het station. KONINKLIJKE ONDERSCHEI DINGEN. (Vervolg). Bij Koninklijke besluiten van 27 Augustus 1912, is bevorderd: tot officier in de orde van Oranje- Nassau: J. M. P. Harte, voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, te Utrecht: V. Jaune=, di recteur der naam), venn. Société Cé- •pamaque, te Maastricht; zijn benoemd: tot officier in de ordo van Oranje-Nassau: S. Lako, leoraar aan do Rijlkshoogere land-, tuin- en bosciibouiwsöhool te Wage- ningen, tevens directeur van het in stituut voor landbouwwerktuigen en -gebouwen aldaar; M. G. de Gelder, voorzitter der commissie tot vast stelling van de minimum-uitwate ring, te Rotterdam; O. IL L. Nieu- wenhuyzen, directeur der N. V. Glas fabriek Leerdam, voorheen Jeekel, Mijnssen en Co., te Leerdam; W. C. Capel, referendaris bij de direc tie van den Landbouw; B. Wilton Jr., directeur der na ami. venn. Wilton's Maclünefabriek en Scheepswerf, te Rotterdam; is bevorderd: tot ridder in do orde van Oranje-Nassau: IJ. Tijsma, voor zitter van het bestuur der Coójvera- tieve Zuivelfabriek, te Leeuwarden; zijn benoemd: tot ridder in de or de van Oranje-Nassau; J. H. Mans- liolt, landbouwer te Vierhuizen, gein. Ulrum; G. J. van Poppel, voorzitter van de Nooixl-Brabantsche Maat schappij van Landbouw, te Golze; A. van Leeuwen Sr., landbouwer, te Leiderdorp; K. N. Kupèrus, vee-ex porteur, to Leeuwardeji; JD. Hubert, oud-gezagvoerder van do Stoorn- vaart-maatsoliaippij „Nederland", te 's-Gravenhage; G. A. ten Houten, ge wezen lid van het voormalige Celle ge voor de Zeevissclierijen, te Rot terdam; W. F. Verhey van Wijk, lid der firma gebrs. Van Wijk en Co. sa- jettfabrikante, te Leideiu, voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken aldaar; W. de Vries Rob- bó, machinefabrikant te Gorindhetn, voorzitter van do Kamer van Koop handel en Fabrieken aldaar; J. G. Kleber, leerlooier to Amersteort, voorzitter van de Kaaner van Koojt- handel en Fabrieken aldaar; A. J T. Con ij n, te Alkmaar; J Nienhuis, koopmuij, eere-voorzitter van de Deutsche llandelswreciugmg, te Delft; P. M. C. Bogaers, lid der fir ma Bogaers en Zonen, bontweverij, te Helmond; H. A. Huishof, lid der fin na li. A. Hulshof en Co., stoom- Ssoltoeiifabrikante, te Lichtenvoorde; J. lloelofs, sigarenfabrikant, te Am sterdam; II. J. Nederhorst, aanne mer, to Gouda; P. Th. H. M. Dub belman n, lid der firma gebr. Dö)>- belxnaun, toiletzeepfu brik ante, te Nij megen; dr. J. E. G. van Einden, arts, te 's-Gravenhage; L. C. J M. van Heeswijk, kapelaan, te Tilburg; A. J. Roelofsz, w L ingeuieur der Sie- mens-Rchuokert Werke, te 's-Graven hage; mevr. de weduwe J. E. van (Ooixit, geb. Van Oonlt, voorzitster van de afdeeling Den Haag der Al gemeen*) Ncderlandsohe Vrouwen- vereoniging „Tesselschade", te 's-Gra venfoage; C. van Rijn, lid en secreta ris der oornimissie in zake de toepas sing van electriciteit a. b. van sche pen, ingesteld bij beschikking van den minister van I-andbouw, Nijver heid en Handel van 27 Juni 1998, no. 3563, afd. Nijverheid, te Rotterdam; mr. dr. K. J F rede riks, gewezen se cretaris van de bij Koninklijk be sluit van 11 Maart 1991 no. 28 inge stelde en bij Koninklijk besluit van 10 October 1911 no. 50 ontbonden Staatscommissie tot liet doen van Voorstellen betreffende eene herzie ning der Jagtwet, te 's-Gravenliage; E. Keu nep, president-commissaris der naamlooze vennootscliap Ver eend gxle Nederlandscho Lucifersfa brieken, te Woensel". wonende te Eindhoven; P. J. Nahuisen, voor zitter van den Christelijken Natio- nalen Werkmansbond, te Utrecht; tot ridder in de orde van den Ne derlandsriten Leeuw: mr. J. van Da- velaar, Oost-Indisch rechterlijk hoofd ambtenaar met verlof, benoemd pre sident van het Hooggerechtshof in Nedeilandsch-Indiië; F. A. Leclercq de Courcelles, lid van de Algemeene Rekenkamer in N'ederlaudsch-Indië; J. Bosman, resident van Besoeki; G. L. Gonggrijp, resident van Rembang; G. J. Oudemans, resident der Preun- ger regentschapiK-n; J. P. Kruimel, hoofdingenieur bij den waterstaat en 's lands burgerlijke openbare wer ken in Nederlandsch-Indie; N. de Vicq, hoofdingenieur, chef vau den dienst van het stoomwezen ia Neder- landsch-lndue; J. de Groot, secreta ris van het departement van binnen- landsch bestuur in Nederlandsch- Indit; J. van Swietep, kolonel der infanterie, chef der le afdeeling van het departement van oorlog in Ne- derlandsch-Indiè; dr. W. M. Ottow, dirigeerend apotheker der le klasse (luitenanbkolonel) directeur van het scheikundig laboratorium te Welte vreden, M. Cohen Henriquez, Md van den raad van bestuur der kolonie Cu- raragao; tot broeder in de orde van den Ne- derlandschen Leeuw: W. F. Sianon, tijdelijk waarnemend commies op 't residentiekantoor te Fort-de-Kock, tijdelijk werkzaam gesteld op het ge westelijk bureau le Padang; E. F. Sailley, gewezen machinist bij de tin- winning op Banka; C. W. Salomons, tweede bode bij de wees- en boedel kamer te Batavia; J. V. D. Werbata, burgerlijk ambtenaar, topograaf der 2de klasse bij den topographischen dienst in Nedérlandscli-Indië% W. A. Calbo, gej>ensionneerd commies op het assistent-residentiekantoor te ProboUnggo" (Pasoeroean), thans nog agent aldaar de rwees- en boedelka mer te Soerabaja en administrateur der Proboliuggosche Bank; tot commandeur in de orde van Oranje-Nassau: J. B. van der Hou- ven van Oordt, secretaris-generaal van het Departement van Koloniën; is bevorderd: tot officier in de orde van Oranje-Nassau: G. Chr. Renar- del de Lavalefte, eere-voorzitter van de Malangsche Landliouwvereeniging te Matang; Onze Lachlioek Zij (lief}- Jo moogt me bij mijn voornaam noemen. Hij. Dat is aardig van je, maar ik wil liet alleen op één voorw aarde. Zij. Welke lltj. Dat de heele wereld jou bij mijn achternaam mag noemen. OOK EEN SCHl. LDEISCHER. Baron. Wat mankeert je, Joi>an« om uit mijn flescli cognac te drinken? Johnii. Ja, mijnheer heeft toch gezegd, dat ik eiken schuldedsoher maar een glas cognac moest schen ken. Nu heb ik mezelf ook een gege ven, omdat ik mijn loon nog niet ont vangen heb. zijn benoemd: tot officier in de ore do van Oranje-Nassau: W. P. Qnap- te ro, assistentresident van Mage- lang (Kedoe); S. van der Pla*. assis tent-resident van Deli en Serdan; (Oostkust van Sumatra); J. van Aalst, Oost-Indisch ambtenaar met verlof, laatstelijk assistent-resident van Modjokerto (Soerabaja); P. K. W. Kern, Oost-Indisch ambtenaar met vtorlof, laatstelijk assistent-resident voor de politie te Semarang en al9 zoodanig voorzitter van den gemeen teraad aldaar; L. van Troosten- burg do Bruyn, a«sistent-resident der Palembangsche Bovenland (Palem- bang mr. W. Sonneveld, secretaris van het departement van justitie in Nederlandsch-Indië; G. F. Wiemans, gewezen ingenieur, chef van het ka daster in Nederlnndsch-Indië; E. H. Karsten, ingenieur der le klasse bij den waterstaat en 's lands burgerlij ke openbare werken in Nederlandsch- Indië; dr. Th. Va leton, chef van liet Herbarium en van het Botanisch Museum van het departement van landbouw, nijverheid en handel; T. Kromhout, Inspecteur van het lager onderwijs in de 4e afdeeling van Nc- derlandsch-Indië; M. J. van Alphen de Veer, inspecteur van scheepvaart in Ncderlandsch-Indië; J. S C. Kas- teleyn, gewezen hoofdadministrateur der Amsterdam-Deli-CompagnJe; E. A. Pan, vertegenwoordiger in Nedere landsch-Indië, tevens hoofdadminis trateur der Billiton-maatschnppij; G. J. Hupkes, directeur van de machine fabriek ,,de Nederlandsch-Indischo Industrie", te Soerabaja; As-Soltan Tadjalmahcoe! hi'inajat Allah ad- Hannan Siradjal-Molk Amirad-din lakandar Monawvvar ac-Cadlq Mo hamad Hadji Oesmaö Wahovva min alodilin Sjah, Sultan van Ternate; raden adipati aria Salmon Salam Soerja di Ningrat, regent van Che- ribon; J. F. Haaijen, gouvernements secretaris der kolonie Curasao; Jhr. G. C. Quarles van Ufford, directeur der naamlooze vennootschap. Zeeha ven en Kolenstation Sabang, te Am sterdam; L. van der Hout, luitenant- kolonel, commandant der schutterij, te Semarang; H. van Tongeren, ma joor der genie, chef van de lijn Lang- sa—Koealasimpang der Atjeh-tram; pangerau ario Prahoeningrat, ma joor-adjudant van Zijne Hoogheid den Soesoehoenan van Soerakarta; (Wordt vervolgd). C. VAN ANDEL. In 78-jarigen ouderdom is overle den de lieer C. van Andel, oud-burge meester der gemeente Gorinchem. EEN DUITSCHE SCHOOL TE VENLO. Maandag opent de Duitsche School- vereenising te Venio liaar Duitsche school, de Kaiserïn Viktoria Schule. OPKOMST MILITIE- EN LAND- WEE RPLICHTIGEN TE AMSTERDAM. Naar het „Hbld." verneemt is het lste lid van artikel 32 der militie-in structie van 1909 en het 1ste lid van paragraaf 66 der Landweer-instructie ten aanzien van de te Amsterdam heerschende roodvonk-epidemie door den Minister buiten werking gesteld, waarvan door den Commissaris der Koningin aan den burgemeester is kennis gegeven. De militie- en 1 and weer plicliti een moeten dus op den voor hen vastge- stctden datum opkomen, met uitzon dering slechts van degenen, die wo nen in een gezin waar de roodvonk heerscht. OM ONS MEEN No. 1580 Schoonheidscommissie. De reclamezuilen, waarmee op dit «ogenblik onze afdeeling voor Publie ke Werken dc stad ontsiert en dat nog wel, uit den aard van de zaak, op de drukste punten (men ga bij voorbeeld eens kijken hoe ze staan op de Groote Markt, vlak bij do Groo- te Kerk en bij den ingang van de Dreef) brengen in 't geheugen terug dc klachten, die de heer J- Gratama in het nummer van 17 Aug. j 1. aan hief, over dc vermindering van ons Haarlemsche stadsschoon. Wij na men daaruit toen een en ander over, maai- het zou ons spijten, wanneer het daarbij bleef. Naar de stichting van een schoonheidscommissie moet heen- gestuurd worden en dat kan niet, nonder medewerking van het dage- lijkscli bestuur en misschien ook van flen Raad, omdat het kan wezen dat er een bescheiden bedrag uit de ge meentekas voor beschikbaar moet worden gesteld. Waarvoor moet zoo'n Commissie dienen en wio zullen daar zitting in moeten nemen? Laat ik beginnen met te zeggen, dat zij niet de dwarskijker moet wezen van 't bureau voor pu blieke werken, maar integendeel met dit departement overleg plegen, wat m. i. zeer wel mogelijk is, omdat de commissie een terrein zal betreden, waarop zich dc ambtenaren der ge meente niet kunnen wagen. Ik heb, als ik met dezen of genen over zoo n schoonheidscommissie sprak, wel ten antwoord gekregen, dat de hoof den van "t bureau van publieke wer ken het eerst geroepen zijn, om ook de schoonheid tc bevorderen, maar wie dat beweren, zien de nuchtere levenspractijk voorbij. Sedert de invoering van de bouw verordening is do toestand feitelijk zoo, dat de ambtenaren die zoo streng mogelijk trachten toe te passen, wat hun plicht is en de bouwers de mild mogelijkste voorschriften trachten tc verkrijgen, waar zij gelijk in hebben. Er is dus strijd tusschen de twee partijen. Drongen nu de ambtenaren aan op verbouwing of nieuwbouw in een bepaald karakter, voornamelijk wat den gevel betreft, dan zou de bouwer, zooals licht te begrijpen is, daarvan gebruik maken om strenge voorschriften omtrent rooilijn, licht, lucht en zoodanige voor hem hinder lijke bepalingon, verzacht te krijgen, en zoo zou een uitwisseling tot stand kunnen komen van ongelijksoortige dingen. Iedereen gevoelt tocli wel, dat het niet goed zou zijn, bijvoorbeeld de open ruimte achter een l.uis kleiner te maken, om den gevel opgetrokken te krijgen in een bepaalden stijl. Daar komt botsing en wrevel, on recht of schijn van onrecht uit voort, die de positie voor de ambtenaren moeilijk cn zwak zouden maken. Dat moet niet. Geen ambtenrn n dus in dc commissie. Particuliere architecten dan? Zij 2iin de menschen, die het eerst in aanmerking schijnen te komen. Maar letten we op de practiik. dan is ook een schoonheidscommissie van bouw kundigen een onmogelijkheid. Hoe zoud'-» zi| ooit naast de plannen van een collega (ik zeg niet eens: achter hem om) den bouwheer kunnen of moren of willen bewegen, anders te laten bo"-- en, dan zijn ei-en deskun dige hem voorstelt? Daar komt na tuurlijk in de practijk niemendal van terecht. Geen ambtenaren dus, geen parti culiere architecten (of het moet een enkele frischgcbleven rentenierende bouwmeester wezen, die nor wel col lega. maar niet meer - -»rrent heet) Wie dan wel? Ook geen kunstiiefheb- bende lcoken, die in Bommige andere commissies met zooveel zwier en goe den wil den toon aangeven; ik zou Feuilleton Uit het Engelscb, door A. WILSON BARRETT. 33) De ruimte, waarin zij zich nu be vonden was flauw verlicht met een flikkerend gaslichtje, en was koud, somber en vochtig. Rondom stonden overal vaten, flesschen en kisten. Aan de einden waren twee gesloten deu ren. Dark en de agent stonden een oogen- blik om zich heen te kijken en aan dachtig te luisteren, een beetje onder den invloed van de duisternis en stilte in die ruimte eo van het geval, dat daar vlak bij iemand zich ademloos en doodelijk verschrikt verborg. Langzamerhand hoorden zij weer het schuifelend geluid en de versnel de, hijgende ademhaling. Eu zachtjes slopen zij naar de deur aan de rech terhand, waarvan zij het geluid had den vernomen. En terwijl zij nader den, bereikte een ademloos gefluister hen van achter de gesloten deur. Zijn zij verdwenen? zeggen: hier is nuttig werk voor de schilders. Zij zien do schoonheid van dc stad zeker evengoed als architec ten en zijn ze ook niet ervaren in eischen van practische bouwkunst, daarvoor dient het overleg met den uitvoerenden bouwkuudige. Ik zeg niet, dat ook dan nog de positie van een zoodanige Commissie niet moeilijk zou zijn. Menschen zon der tact kunnen er geen plaats in vinden. Maar als haar leden (veel be hoeven liet er niet te wezen) voor zichtig en bescheiden optreden, kun nen zij zeker veel goed doen. Onder anderen door den architect in zijn plannen te steunen tegenover den bouwheer, wat wel eens noodig we zen kan. Van zoo'n Commissie behoeft bo vendien niemand te schrikken. Zij zal geeif officiëclc censuur uitoefe nen, waarvan wij in den laatste» tijd waarlijk al meer dan genoeg staal tjes hebben gezien, maar eenvoudig adviseerend optreden, op gezag van haar kunstkennis en kuustgevool. Het moet mettertijd zoover komen, dat ieder die bouwen of belangrijk ver bouwen gaat, zijn architect verzoekt, de schoon lieidscommissie tc raadple gen. Natuurlijk moet zooiets, zal liet ooit populair worden, den bouwheer geen kosten veroorzaken. En, nog natuurlijker, zal de commissie duchtig moeten oppas sen, dat zij gematigd optreedt en niet overdrijft. Als je dwingt wat niet ge dwongen wil wezen, zei ouwe Barend al, dan plaag je je zelf. In het overi gens zoo uitstekende artikel van den heer Gratama schuilt een kleine over drijving, die geen navolging verdient, ik bedoel in zijn vergelijking van de Groote Houtstraat vroeger en nu. Hij zegt er van: „Maar hoofdstraten, zoo als de Groote Houtstraat, hebben hun goede architectuur verloren en vertoonen nu het rammelend aspect van onbeduidende of reclame-zuchti ge gevels En eenige bladzijden verder vin den we in het artikel een afbeelding van de Groote Houtstraat in het laatst der 17e eeuw, naar een oude teekening. Welnu, het verschil is enorm. De architectuur in de Groote Houtstraat van nu is een onfraai mengelmoes, de teekening uit de 17e eeuw vertoont ons een pracht van een straat. Maar een vergelijking gaat niet op. De ei schen, die aan de huizen worden ge steld, zijn totaal veranderd. Wat men in winkelstraten vóór alles noodig heeft, is de grootst' mogelijke etalage ruimte en daglicht in de winkels. Daaraan moet alles worden opgeof ferd en daarom komt het mij altijd voor dat de oude gevels in winkel straten onherroepelijk ten doode zijn opgeschreven, omdat zij te veraf staan van de eischen der practijk. Zulke uiteenloopende dingen brengt niemand tot elkaar. Toch bestaat er ook iets, dat ik gebruiks-schoonhcid zou willen noe men. Zelfs een spiegelruit kan in haar soort mooi zijn, wanneer zij het hoog ste nuttig effect bereikt en in over eenstemming is met haar omgeving. Van dit standpunt bekeken is een ar tistieke winkel-bouwkunst zeker mo- l jk, al moet ik erkennen, dat ik die nog niet, althans als systeem, wel in een enkelen gevel, heb aangetroffen. De heer Gratama gevoelt dat ten slotte óók wel. Hij legt in zijn artikel den nadruk op de kleine straatjes, op de doorkijkjes, op het behoud van de irtieme hoekjes en zeker is het di'iar vooral, dat een schoonheidscommis sie vec-1 goeds kan doen. Wie neemt het initiatief tot een adres aan den Raad? Voelt Heemschuts ijverig be stuur daar geen roeping toe'? Bestond de commissie op dit oogen- blik al, dan waren de gehoede riool buizen, die als reclamezuilen te pronk staan, denkelijk nooit opgelicht. Want liet gekste niet die dingen is, Justus keek naar Dark, die niet ge spitste ooren in de positie stond als een goed getrainde jachthond. Ja, fluisterde hij. Zij zijn ver dwenen. Eén oogenblik volgde er doodelij- ke stilte achter de deur. Toen, plot seling. klonk er uit do duisternis een verschikkelijk lawaai, en een haastig schuiven en sleepen van zware ge wichten. O, neen, o neen, riep een stom. Het is niet waar. O, mijn he melt Ilij legt barricaden aan, zei Jus tus snel, terwijl hij een paar passen naar voren deed. En do stem barstte weer los, dit maal in een zenuwachtig geschreeuw: O. zij zijn erl O, vreeset ijk. O, ik hoor ze! Justus en Dark keken elkaar aan, i:i de duisternis en somberheid van den kelder, bijna onder den indruk van den angst van het onzichtbare wezen. Thans herstelde Justus zich weer en liep op de deur toe. Ja, hier zijn wij, zei hij streng. Maak de deur open. Er volgde niets dan een doodelijke stilte. Maak de deur open, schreeuwde Justus weer. Of wij zullen haar met geweld openbreken. O, neen, riep de stem in doods angst. Doe dat om 's Hemelswil nietl Bovendien, u heeft daar bet recht niet toe. U zult in moeilijkheden komen. Laat mij nu alleen. O, ik ben gevan gen. Justus kon hooren hoo Dark zenuw achtig met zijn voeten heen en weer schoof en hijzelf voelde een rilling largs zijn ruggegraat gaan. Het dien de nergens toe nog verder op deze wijze voort te gaan, dacht hij, en nog een st3p naderbij komend, zette hij zijn schouder tegen de deur. Maar de deur was sterk, erger dan dat, zij was blijkbaar van binnen sterk gebarricadeerd, en zijn pogin gen hadden niet veel succes, behalve dat zij aan het wezen daarbinnen angstkreten ontlokten. Ik kan het niet doen. Probeer jij het eens, Dark, zei hij eindelijk. En de ex-soldaat kwam wat naderbij. Hij was krachtig gebouwd en zwaarder dan Justus en toen hij met kracht te gen het houtwerk aanbonsde, gaf het mee. Nog even! riep Justus, en met een laatste krachtsinspanning was het gedaan. Toen de deur openbarstte, en het inwendige van de binnenste kelder ruimte zichtbaar werd, sprongen Dark e-i de agent onwillekeurig achteruit, lialf verwachtend dat er een laatste wanhopige poging van den kant van den belegerde zou volgen, maar niets van dat alles. In plaats daarvan volgde er weer doodelijke stilte, en een oogenblik scheen het half alsof hun prooi hun ontsnapt was. Kn toeD, in elkaar gekrompen in den versten hoek achter een paar va ten. kregen zij een bevende gestalte in het oog. liet was Rike. Maar wat een ver schijning! Nooit een aangename ver schijning, was dc kleine advocaat nu bijna afzichtelijk geworden. Zijn roo- de oogen waren uu nog rooder en schitterden als die van een of ander wild dier; zijn wangen, die in dc duis ternis van den kelder groen schenen te zien, had hij opgeblazen; zijn klec- ren, nooit netjes, waren nu vuil en bevlekt door stof en vochtigheid, en neergezegen in den hoek met zijn be vende banden smeekend uitgestoken, vormde hij een voorwerp, dat de bei de mannen deed sidderen. Spaar mij, spaar mij, riep hij uit. Och, het is immers Mr. Justus Wise en zijn goede klerk. Waarom kijkt ge mij zoo aan"? Ik heb u nooit ccnig kwaad gedaan! Ge hebt geprobeerd mij te ver moorden, dat is alles, zei Justus, zich zelf weer meester. O, neen, neen. Dat is niet waar. Ilc zou geen vlieg kwaad doen, riep de advocaat uit. O, neen, dat is ze ker niet waarl En, zei Justus, een beetje naderbij komend, ge tiebt Doctor Farge ver moord. HOOFDSTUK XXX. Bekentenis. Bij dc woorden van den agent gaf Rike een schreeuw, die door den go- heelen kelder weergalmde. Toen sloeg hij met zijn hand tegen den mond. O, neen. Sst! sst! zei hij vlug. Het is een leugen. Wat be doelt u eigenlijk? U heeft hem vermoord op straat met het mes van Carl Fairfax, ging Justus voort. Do volgende seconde was het in eengekrompen schepsel den kelder dwars doorgestoken en greep hij den agent bij de knieën. Hoe weet u dat? O, genade, ge nade! Toen Dark in het oog krij gend, die hem aankeek alsof hij een of andere vreemde diersoort was, ging hij achteruit. Het is een leugen. Go zijt gek, schreeuwde hij. Ge hebt geen getui gen. Carl Fairfax vermoordde Farge, omdat hij wist dat hij een moord had bedreven een moord van welks gevolgen ik hem redde. Daarom ver moordde hij hem. En ik heb de poli tie gezegd, dat hij het deed en hij zal worden opgehangen en dan zullen wij allen weer rust hebben. Maar laat mij nu gaan. Ik voel mij niet wel. Kijk mij aan, ik ben ziek. Ik ben allang ziek, en ik ben van plan buitenslands te gaan. Ik moet een trein halen. Of een boot, zei Justus. De kleine advocaat keek den agent plotseling woedend aan, waardoor Dark 'n paar passen nader kwam; een oogenblik bleef zijn hoofd op zijn borst rusten. Toen hij weer opkeek, was zijn gelaat veranderd Ge weet veel. zei hij langzaam. U is heel knap, Mr. Justus Wise, en ik wou wel, dat u in mijn dienst was. Maar wat is u van plan te gauu doen? Justus keek hem aan. Ik wensch tc hooren, hoe u Dr. Farge vermoord hebt, zei hij. De kleine advocaat liet een wild gelach hooren. Waar is uw getuige van dat inte ressante feit? zei hij." En dau. zei Justus kalm, ben ik van plan uw bekentenis op tc schrij ven in tegenwoordigheid van mijn klerk hier en mijzelf. De kleine advocaat keek op. En mij dan laten gaan? vroeg hij. Justus schudde zijn hoofd. Ik ben bang van niet, zei hij. Ge mocht het later eens willen onte kennen. Ge zoudt eens kunnen zeg gen, dat ge er toe gedwongen waart. Neen, ik ben bang, dat ik u niet kan laten gaan. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5