HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Het geheim van
de Tower HUI.
DINSDAG 3 SEPTEMBER 1912
dat zo zelfs nooit ecnigo „gebruiks-
sclioonheid" zullen bezitten. Die ver
onderstelt immers practlsch nut,
noodzakelijkheid. Reclamezuilen, re
clameborden hebben geenerlei betee-
kenis meer. Ze zijn uit do oude doos,
als de omroeper en de nachtwacht,
ïr terwijl de laatsten zijn alge-
schaft, heeft men de publieke aan
plakking niet aangedurfd. Ik vermoed
haast in 't belang van don aanplak
ker. Waarom dan niet liever den
braven Russ wachtgeld gegeven of
behoorlijk gepensioneerd? Nu zit
ten wij met de leelijke dingen.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
Da spanning ln den Balkan.
Volgens een telegram uil Konsian-
tinopel is Zondag in den Turkschen
ministerraad een telegram voorgele
zen, waarin bericht werd, dat Zater
dag opnieuw incidenten aan de
Griekseh-Turksche grens plaats hebben
gehad. De Grieksche soldaten trokken
de grens over, maar werden door de
Turken in een bloedig gevecht, dat
een half uur duurde, tot den terug
tocht gedwongen .De Turken verloren
twintig man aan dooden en gewon
den.
Ook' is de streek van Kastania,
district Kalerina, is er gevochten tus-
schen Turksche gendarmen en een
Grieksche bende. Twee Grieken wer
den gedood, een gendarme werd ge
wond. Een Turksche militaire pa
trouille viel nabij Manovic, district
Tachkedsja in een hinderlaag, gelegd
door een Servische bende. Een soldaat
sneuvelde, een andere werd gewond.
De overigen konden ontkomen.
Overal dus spanning.
Maar nu vooral tusscihen Turkije
en Griekenland. Er kc-nit een telegram
uit Athene, meldende, dat alle te Pa
rijs verblijf houdende Grieksche offi
cieren bevel gekregen hebben onmid
dellijk naar Athene terug tc keeren
dit staat in verband met de jongste
voorvallen aan de Turksche grens.
HET TURKSCHE KABINET BLUFT
voorloopig aan. Kiamil-paeja heeft er
vcorloopig van afgezien zijn ontslag
te vragen.
De oorlog tusscben Italia en TiirkUe
Van hooggeplaatste Turksche zijde
werd te Konstantinopel medegedeeld,
dat de voorbesprekingen over den
vrede tusschen Turkije en Italië op
het doodo punt gekomen zijn door de
halsstarrigheid der Italianen. De on
derhandelingen zijn everwei nog niet
afgesprongen.
Dit Marokko.
De nieuwe avonturen van Frank
rijk eischen steeds meer soldaten.
Het inschepen der versterkingen
gaat onafgebroken door. Marseille
aldus schrijft een correspondent
gelijkt wel een militair kamp. Overal
zijn de troepen gelegerd, die door de
bevolking met hartelijkheid en geest
drift worden begroet. Onder dc solda
ten zelf hecrsch'. een opgewekte
geest.
De opstand In Mexico.
Op het ministerie van buitenland-
sche zaken te Washington is een tele
gram ontvangen van den Amerikaan-
schen gezant te Mexieo, waarin deze
meldt, dat 2000 Amerikanen te Can te
nen door revolutionnuiren omsingeld
zijn en bun gevangenneming of dood
spoedig te verwachten is.
De gezant verlangt, dat de Veree-
nigde Staten onmiddellijk de Mexi-
caanscho regeering zal verzoeken een
groot aantal regeeringstroepen naar
liet bedreigde punt te zenden.
Cananea ligt in den staatHBonoro, on
geveer 48 K.M. van de grens van Ari
zona. De rebellen zijn, volgens dit be
richt, veel starker in aantal dan de
regeeringstroepen, die in de nabijheid
gestatioiineerd zijn.
Uit 't vem Oosten.
Uit Peking wordt gemeld, dat Rus
land met China een verdrag heeft ge
sloten, waarbij Rusland do bewaking
van den Mar.dsjoèrijnschen spoorweg
van Charbin tot aan het station
Mandsjoena tegen de loengoezen
voor zijn rekening neemt. De lengte
van den spoorweg, die thans door de
Russen bewaakt zal worden, is 2üU
werst tegen vroeger 50. Gevangen ge
nomen Toengoezen worden ter bestraf
fing aan China uitgeleverd.
Mongolië bevindt zich geheel in han
den der Mongolen. De Chineesche
overheidspersonen zijn verjaagd of
neergeschoten. Do berichten omtrent
een Cliineesclie straf-expeditie worden
gengesproken.
Zooals wij eenige dagen geleden me
dedeelden, heeft dc Britscho regeering
auii de Chineescho doen weten, dat zij
het gewensclit achtte, dat China h
Ier onthield van ir menging in de
Tiheta&nscfae aangelegenheden en
dal Engeland d; Chineesche repu
bliek niet zou erkennen, alvorens te
dezer zake een oir reen komst was aan
gegaan.
Ciiina stoort zich ovenwei niet aan
dit dreigement. De Chineesche onder
minister van buitenlardsche zaken
heeft zich nl. Zaterdag naar de Brit-
sche legatie te Peking begeven en
daar egn nota overhandigd, behelzend
dut Clnna niet in Engeland's voorstel
kan treden, daar China geen plechtig
aangegane overeenkomsten wil ver
breken.
Allirlil.
DB DUITSCHF. KEIZER NAAR
ZV\ II'EER LAND.
Do Keizer is Maandagavond naar
Zwitserland vertrokken.
ENGELAND EN DE VEIREENIGDE
STATEN.
Officieel wordt medegedeeld, dat do
Bntsche regeering formeel zal verzoe
ken, dat bet geschil betreffende het
Hay Pauncefote-verdrag en het Pana-
uiakanaal aan een scheidsrechterlijke
uitspraak zal worden onderworpen.
Binnenland
HOFBERICHT.
H. M. de Koningin heeft
den kapitein ter zee G. L. Goedhart
benoemd lot commandeur in de Huis
orde van Oranje, en in diezelfde ordo
benoemd tot ridder 2e klasse den gep.
officier-machinist 2e klasse tit. der
Kon. Marine G. Philipse en de eere-
medallle in zilver toegekend aan den
eersten zilverknecht ten Kon. Paleize
\V. J. van Dienst.
DE KONINGIN-MOEDER.
Do Koningin-Moeder keerde Maan
dag van Het Loo naar Soestdijk te
rug. De Koningin bracht Haar Moe
der naar het station.
KONINKLIJKE ONDERSCHEI
DINGEN.
(Vervolg).
Bij Koninklijke besluiten van 27
Augustus 1912, is bevorderd:
tot officier in de orde van Oranje-
Nassau: J. M. P. Harte, voorzitter
van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken, te Utrecht: V. Jaune=, di
recteur der naam), venn. Société Cé-
•pamaque, te Maastricht;
zijn benoemd: tot officier in de
ordo van Oranje-Nassau: S. Lako,
leoraar aan do Rijlkshoogere land-,
tuin- en bosciibouiwsöhool te Wage-
ningen, tevens directeur van het in
stituut voor landbouwwerktuigen en
-gebouwen aldaar; M. G. de Gelder,
voorzitter der commissie tot vast
stelling van de minimum-uitwate
ring, te Rotterdam; O. IL L. Nieu-
wenhuyzen, directeur der N. V. Glas
fabriek Leerdam, voorheen Jeekel,
Mijnssen en Co., te Leerdam; W.
C. Capel, referendaris bij de direc
tie van den Landbouw; B. Wilton Jr.,
directeur der na ami. venn. Wilton's
Maclünefabriek en Scheepswerf, te
Rotterdam;
is bevorderd: tot ridder in do orde
van Oranje-Nassau: IJ. Tijsma, voor
zitter van het bestuur der Coójvera-
tieve Zuivelfabriek, te Leeuwarden;
zijn benoemd: tot ridder in de or
de van Oranje-Nassau; J. H. Mans-
liolt, landbouwer te Vierhuizen, gein.
Ulrum; G. J. van Poppel, voorzitter
van de Nooixl-Brabantsche Maat
schappij van Landbouw, te Golze; A.
van Leeuwen Sr., landbouwer, te
Leiderdorp; K. N. Kupèrus, vee-ex
porteur, to Leeuwardeji; JD. Hubert,
oud-gezagvoerder van do Stoorn-
vaart-maatsoliaippij „Nederland", te
's-Gravenhage; G. A. ten Houten, ge
wezen lid van het voormalige Celle
ge voor de Zeevissclierijen, te Rot
terdam; W. F. Verhey van Wijk, lid
der firma gebrs. Van Wijk en Co. sa-
jettfabrikante, te Leideiu, voorzitter
van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken aldaar; W. de Vries Rob-
bó, machinefabrikant te Gorindhetn,
voorzitter van do Kamer van Koop
handel en Fabrieken aldaar; J. G.
Kleber, leerlooier to Amersteort,
voorzitter van de Kaaner van Koojt-
handel en Fabrieken aldaar; A. J
T. Con ij n, te Alkmaar; J Nienhuis,
koopmuij, eere-voorzitter van de
Deutsche llandelswreciugmg, te
Delft; P. M. C. Bogaers, lid der fir
ma Bogaers en Zonen, bontweverij,
te Helmond; H. A. Huishof, lid der
fin na li. A. Hulshof en Co., stoom-
Ssoltoeiifabrikante, te Lichtenvoorde;
J. lloelofs, sigarenfabrikant, te Am
sterdam; II. J. Nederhorst, aanne
mer, to Gouda; P. Th. H. M. Dub
belman n, lid der firma gebr. Dö)>-
belxnaun, toiletzeepfu brik ante, te Nij
megen; dr. J. E. G. van Einden, arts,
te 's-Gravenhage; L. C. J M. van
Heeswijk, kapelaan, te Tilburg; A.
J. Roelofsz, w L ingeuieur der Sie-
mens-Rchuokert Werke, te 's-Graven
hage; mevr. de weduwe J. E. van
(Ooixit, geb. Van Oonlt, voorzitster
van de afdeeling Den Haag der Al
gemeen*) Ncderlandsohe Vrouwen-
vereoniging „Tesselschade", te 's-Gra
venfoage; C. van Rijn, lid en secreta
ris der oornimissie in zake de toepas
sing van electriciteit a. b. van sche
pen, ingesteld bij beschikking van
den minister van I-andbouw, Nijver
heid en Handel van 27 Juni 1998, no.
3563, afd. Nijverheid, te Rotterdam;
mr. dr. K. J F rede riks, gewezen se
cretaris van de bij Koninklijk be
sluit van 11 Maart 1991 no. 28 inge
stelde en bij Koninklijk besluit van
10 October 1911 no. 50 ontbonden
Staatscommissie tot liet doen van
Voorstellen betreffende eene herzie
ning der Jagtwet, te 's-Gravenliage;
E. Keu nep, president-commissaris
der naamlooze vennootscliap Ver
eend gxle Nederlandscho Lucifersfa
brieken, te Woensel". wonende te
Eindhoven; P. J. Nahuisen, voor
zitter van den Christelijken Natio-
nalen Werkmansbond, te Utrecht;
tot ridder in de orde van den Ne
derlandsriten Leeuw: mr. J. van Da-
velaar, Oost-Indisch rechterlijk hoofd
ambtenaar met verlof, benoemd pre
sident van het Hooggerechtshof in
Nedeilandsch-Indiië; F. A. Leclercq
de Courcelles, lid van de Algemeene
Rekenkamer in N'ederlaudsch-Indië;
J. Bosman, resident van Besoeki; G.
L. Gonggrijp, resident van Rembang;
G. J. Oudemans, resident der Preun-
ger regentschapiK-n; J. P. Kruimel,
hoofdingenieur bij den waterstaat en
's lands burgerlijke openbare wer
ken in Nederlandsch-Indie; N. de
Vicq, hoofdingenieur, chef vau den
dienst van het stoomwezen ia Neder-
landsch-lndue; J. de Groot, secreta
ris van het departement van binnen-
landsch bestuur in Nederlandsch-
Indit; J. van Swietep, kolonel der
infanterie, chef der le afdeeling van
het departement van oorlog in Ne-
derlandsch-Indiè; dr. W. M. Ottow,
dirigeerend apotheker der le klasse
(luitenanbkolonel) directeur van het
scheikundig laboratorium te Welte
vreden, M. Cohen Henriquez, Md van
den raad van bestuur der kolonie Cu-
raragao;
tot broeder in de orde van den Ne-
derlandschen Leeuw: W. F. Sianon,
tijdelijk waarnemend commies op 't
residentiekantoor te Fort-de-Kock,
tijdelijk werkzaam gesteld op het ge
westelijk bureau le Padang; E. F.
Sailley, gewezen machinist bij de tin-
winning op Banka; C. W. Salomons,
tweede bode bij de wees- en boedel
kamer te Batavia; J. V. D. Werbata,
burgerlijk ambtenaar, topograaf der
2de klasse bij den topographischen
dienst in Nedérlandscli-Indië% W. A.
Calbo, gej>ensionneerd commies op
het assistent-residentiekantoor te
ProboUnggo" (Pasoeroean), thans nog
agent aldaar de rwees- en boedelka
mer te Soerabaja en administrateur
der Proboliuggosche Bank;
tot commandeur in de orde van
Oranje-Nassau: J. B. van der Hou-
ven van Oordt, secretaris-generaal
van het Departement van Koloniën;
is bevorderd: tot officier in de orde
van Oranje-Nassau: G. Chr. Renar-
del de Lavalefte, eere-voorzitter van
de Malangsche Landliouwvereeniging
te Matang;
Onze Lachlioek
Zij (lief}- Jo moogt me bij mijn
voornaam noemen.
Hij. Dat is aardig van je, maar
ik wil liet alleen op één voorw aarde.
Zij. Welke
lltj. Dat de heele wereld jou bij
mijn achternaam mag noemen.
OOK EEN SCHl. LDEISCHER.
Baron. Wat mankeert je, Joi>an«
om uit mijn flescli cognac te drinken?
Johnii. Ja, mijnheer heeft toch
gezegd, dat ik eiken schuldedsoher
maar een glas cognac moest schen
ken. Nu heb ik mezelf ook een gege
ven, omdat ik mijn loon nog niet ont
vangen heb.
zijn benoemd: tot officier in de ore
do van Oranje-Nassau: W. P. Qnap-
te ro, assistentresident van Mage-
lang (Kedoe); S. van der Pla*. assis
tent-resident van Deli en Serdan;
(Oostkust van Sumatra); J. van Aalst,
Oost-Indisch ambtenaar met verlof,
laatstelijk assistent-resident van
Modjokerto (Soerabaja); P. K. W.
Kern, Oost-Indisch ambtenaar met
vtorlof, laatstelijk assistent-resident
voor de politie te Semarang en al9
zoodanig voorzitter van den gemeen
teraad aldaar; L. van Troosten-
burg do Bruyn, a«sistent-resident der
Palembangsche Bovenland (Palem-
bang mr. W. Sonneveld, secretaris
van het departement van justitie in
Nederlandsch-Indië; G. F. Wiemans,
gewezen ingenieur, chef van het ka
daster in Nederlnndsch-Indië; E. H.
Karsten, ingenieur der le klasse bij
den waterstaat en 's lands burgerlij
ke openbare werken in Nederlandsch-
Indië; dr. Th. Va leton, chef van liet
Herbarium en van het Botanisch
Museum van het departement van
landbouw, nijverheid en handel; T.
Kromhout, Inspecteur van het lager
onderwijs in de 4e afdeeling van Nc-
derlandsch-Indië; M. J. van Alphen
de Veer, inspecteur van scheepvaart
in Ncderlandsch-Indië; J. S C. Kas-
teleyn, gewezen hoofdadministrateur
der Amsterdam-Deli-CompagnJe; E.
A. Pan, vertegenwoordiger in Nedere
landsch-Indië, tevens hoofdadminis
trateur der Billiton-maatschnppij; G.
J. Hupkes, directeur van de machine
fabriek ,,de Nederlandsch-Indischo
Industrie", te Soerabaja; As-Soltan
Tadjalmahcoe! hi'inajat Allah ad-
Hannan Siradjal-Molk Amirad-din
lakandar Monawvvar ac-Cadlq Mo
hamad Hadji Oesmaö Wahovva min
alodilin Sjah, Sultan van Ternate;
raden adipati aria Salmon Salam
Soerja di Ningrat, regent van Che-
ribon; J. F. Haaijen, gouvernements
secretaris der kolonie Curasao; Jhr.
G. C. Quarles van Ufford, directeur
der naamlooze vennootschap. Zeeha
ven en Kolenstation Sabang, te Am
sterdam; L. van der Hout, luitenant-
kolonel, commandant der schutterij,
te Semarang; H. van Tongeren, ma
joor der genie, chef van de lijn Lang-
sa—Koealasimpang der Atjeh-tram;
pangerau ario Prahoeningrat, ma
joor-adjudant van Zijne Hoogheid
den Soesoehoenan van Soerakarta;
(Wordt vervolgd).
C. VAN ANDEL.
In 78-jarigen ouderdom is overle
den de lieer C. van Andel, oud-burge
meester der gemeente Gorinchem.
EEN DUITSCHE SCHOOL TE
VENLO.
Maandag opent de Duitsche School-
vereenising te Venio liaar Duitsche
school, de Kaiserïn Viktoria Schule.
OPKOMST MILITIE- EN LAND-
WEE RPLICHTIGEN TE
AMSTERDAM.
Naar het „Hbld." verneemt is het
lste lid van artikel 32 der militie-in
structie van 1909 en het 1ste lid van
paragraaf 66 der Landweer-instructie
ten aanzien van de te Amsterdam
heerschende roodvonk-epidemie door
den Minister buiten werking gesteld,
waarvan door den Commissaris der
Koningin aan den burgemeester is
kennis gegeven.
De militie- en 1 and weer plicliti een
moeten dus op den voor hen vastge-
stctden datum opkomen, met uitzon
dering slechts van degenen, die wo
nen in een gezin waar de roodvonk
heerscht.
OM ONS MEEN
No. 1580
Schoonheidscommissie.
De reclamezuilen, waarmee op dit
«ogenblik onze afdeeling voor Publie
ke Werken dc stad ontsiert en dat
nog wel, uit den aard van de zaak,
op de drukste punten (men ga bij
voorbeeld eens kijken hoe ze staan
op de Groote Markt, vlak bij do Groo-
te Kerk en bij den ingang van de
Dreef) brengen in 't geheugen terug
dc klachten, die de heer J- Gratama
in het nummer van 17 Aug. j 1. aan
hief, over dc vermindering van ons
Haarlemsche stadsschoon. Wij na
men daaruit toen een en ander over,
maai- het zou ons spijten, wanneer het
daarbij bleef. Naar de stichting van
een schoonheidscommissie moet heen-
gestuurd worden en dat kan niet,
nonder medewerking van het dage-
lijkscli bestuur en misschien ook van
flen Raad, omdat het kan wezen dat
er een bescheiden bedrag uit de ge
meentekas voor beschikbaar moet
worden gesteld.
Waarvoor moet zoo'n Commissie
dienen en wio zullen daar zitting in
moeten nemen? Laat ik beginnen met
te zeggen, dat zij niet de dwarskijker
moet wezen van 't bureau voor pu
blieke werken, maar integendeel met
dit departement overleg plegen, wat
m. i. zeer wel mogelijk is, omdat de
commissie een terrein zal betreden,
waarop zich dc ambtenaren der ge
meente niet kunnen wagen. Ik heb,
als ik met dezen of genen over zoo n
schoonheidscommissie sprak, wel
ten antwoord gekregen, dat de hoof
den van "t bureau van publieke wer
ken het eerst geroepen zijn, om ook
de schoonheid tc bevorderen, maar
wie dat beweren, zien de nuchtere
levenspractijk voorbij.
Sedert de invoering van de bouw
verordening is do toestand feitelijk
zoo, dat de ambtenaren die zoo streng
mogelijk trachten toe te passen, wat
hun plicht is en de bouwers de mild
mogelijkste voorschriften trachten tc
verkrijgen, waar zij gelijk in hebben.
Er is dus strijd tusschen de twee
partijen. Drongen nu de ambtenaren
aan op verbouwing of nieuwbouw in
een bepaald karakter, voornamelijk
wat den gevel betreft, dan zou de
bouwer, zooals licht te begrijpen is,
daarvan gebruik maken om strenge
voorschriften omtrent rooilijn, licht,
lucht en zoodanige voor hem hinder
lijke bepalingon, verzacht te krijgen,
en zoo zou een uitwisseling tot stand
kunnen komen van ongelijksoortige
dingen. Iedereen gevoelt tocli wel, dat
het niet goed zou zijn, bijvoorbeeld de
open ruimte achter een l.uis kleiner
te maken, om den gevel opgetrokken
te krijgen in een bepaalden stijl.
Daar komt botsing en wrevel, on
recht of schijn van onrecht uit voort,
die de positie voor de ambtenaren
moeilijk cn zwak zouden maken. Dat
moet niet. Geen ambtenrn n dus in
dc commissie.
Particuliere architecten dan? Zij
2iin de menschen, die het eerst in
aanmerking schijnen te komen. Maar
letten we op de practiik. dan is ook
een schoonheidscommissie van bouw
kundigen een onmogelijkheid. Hoe
zoud'-» zi| ooit naast de plannen van
een collega (ik zeg niet eens: achter
hem om) den bouwheer kunnen of
moren of willen bewegen, anders te
laten bo"-- en, dan zijn ei-en deskun
dige hem voorstelt? Daar komt na
tuurlijk in de practijk niemendal van
terecht.
Geen ambtenaren dus, geen parti
culiere architecten (of het moet een
enkele frischgcbleven rentenierende
bouwmeester wezen, die nor wel col
lega. maar niet meer - -»rrent heet)
Wie dan wel? Ook geen kunstiiefheb-
bende lcoken, die in Bommige andere
commissies met zooveel zwier en goe
den wil den toon aangeven; ik zou
Feuilleton
Uit het Engelscb, door
A. WILSON BARRETT.
33)
De ruimte, waarin zij zich nu be
vonden was flauw verlicht met een
flikkerend gaslichtje, en was koud,
somber en vochtig. Rondom stonden
overal vaten, flesschen en kisten. Aan
de einden waren twee gesloten deu
ren.
Dark en de agent stonden een oogen-
blik om zich heen te kijken en aan
dachtig te luisteren, een beetje onder
den invloed van de duisternis en stilte
in die ruimte eo van het geval, dat
daar vlak bij iemand zich ademloos
en doodelijk verschrikt verborg.
Langzamerhand hoorden zij weer
het schuifelend geluid en de versnel
de, hijgende ademhaling. Eu zachtjes
slopen zij naar de deur aan de rech
terhand, waarvan zij het geluid had
den vernomen. En terwijl zij nader
den, bereikte een ademloos gefluister
hen van achter de gesloten deur.
Zijn zij verdwenen?
zeggen: hier is nuttig werk voor de
schilders. Zij zien do schoonheid van
dc stad zeker evengoed als architec
ten en zijn ze ook niet ervaren in
eischen van practische bouwkunst,
daarvoor dient het overleg met den
uitvoerenden bouwkuudige.
Ik zeg niet, dat ook dan nog de
positie van een zoodanige Commissie
niet moeilijk zou zijn. Menschen zon
der tact kunnen er geen plaats in
vinden. Maar als haar leden (veel be
hoeven liet er niet te wezen) voor
zichtig en bescheiden optreden, kun
nen zij zeker veel goed doen. Onder
anderen door den architect in zijn
plannen te steunen tegenover den
bouwheer, wat wel eens noodig we
zen kan.
Van zoo'n Commissie behoeft bo
vendien niemand te schrikken. Zij
zal geeif officiëclc censuur uitoefe
nen, waarvan wij in den laatste» tijd
waarlijk al meer dan genoeg staal
tjes hebben gezien, maar eenvoudig
adviseerend optreden, op gezag van
haar kunstkennis en kuustgevool. Het
moet mettertijd zoover komen, dat
ieder die bouwen of belangrijk ver
bouwen gaat, zijn architect verzoekt,
de schoon lieidscommissie tc raadple
gen. Natuurlijk moet zooiets, zal
liet ooit populair worden, den
bouwheer geen kosten veroorzaken.
En, nog natuurlijker, zal de
commissie duchtig moeten oppas
sen, dat zij gematigd optreedt en niet
overdrijft. Als je dwingt wat niet ge
dwongen wil wezen, zei ouwe Barend
al, dan plaag je je zelf. In het overi
gens zoo uitstekende artikel van den
heer Gratama schuilt een kleine over
drijving, die geen navolging verdient,
ik bedoel in zijn vergelijking van de
Groote Houtstraat vroeger en nu. Hij
zegt er van: „Maar hoofdstraten, zoo
als de Groote Houtstraat, hebben
hun goede architectuur verloren en
vertoonen nu het rammelend aspect
van onbeduidende of reclame-zuchti
ge gevels
En eenige bladzijden verder vin
den we in het artikel een afbeelding
van de Groote Houtstraat in het
laatst der 17e eeuw, naar een oude
teekening.
Welnu, het verschil is enorm. De
architectuur in de Groote Houtstraat
van nu is een onfraai mengelmoes,
de teekening uit de 17e eeuw vertoont
ons een pracht van een straat. Maar
een vergelijking gaat niet op. De ei
schen, die aan de huizen worden ge
steld, zijn totaal veranderd. Wat men
in winkelstraten vóór alles noodig
heeft, is de grootst' mogelijke etalage
ruimte en daglicht in de winkels.
Daaraan moet alles worden opgeof
ferd en daarom komt het mij altijd
voor dat de oude gevels in winkel
straten onherroepelijk ten doode zijn
opgeschreven, omdat zij te veraf
staan van de eischen der practijk.
Zulke uiteenloopende dingen brengt
niemand tot elkaar.
Toch bestaat er ook iets, dat ik
gebruiks-schoonhcid zou willen noe
men. Zelfs een spiegelruit kan in haar
soort mooi zijn, wanneer zij het hoog
ste nuttig effect bereikt en in over
eenstemming is met haar omgeving.
Van dit standpunt bekeken is een ar
tistieke winkel-bouwkunst zeker mo-
l jk, al moet ik erkennen, dat ik die
nog niet, althans als systeem, wel in
een enkelen gevel, heb aangetroffen.
De heer Gratama gevoelt dat ten
slotte óók wel. Hij legt in zijn artikel
den nadruk op de kleine straatjes, op
de doorkijkjes, op het behoud van de
irtieme hoekjes en zeker is het di'iar
vooral, dat een schoonheidscommis
sie vec-1 goeds kan doen. Wie neemt
het initiatief tot een adres aan den
Raad? Voelt Heemschuts ijverig be
stuur daar geen roeping toe'?
Bestond de commissie op dit oogen-
blik al, dan waren de gehoede riool
buizen, die als reclamezuilen te pronk
staan, denkelijk nooit opgelicht.
Want liet gekste niet die dingen is,
Justus keek naar Dark, die niet ge
spitste ooren in de positie stond als
een goed getrainde jachthond.
Ja, fluisterde hij. Zij zijn ver
dwenen.
Eén oogenblik volgde er doodelij-
ke stilte achter de deur. Toen, plot
seling. klonk er uit do duisternis een
verschikkelijk lawaai, en een haastig
schuiven en sleepen van zware ge
wichten. O, neen, o neen, riep een
stom. Het is niet waar. O, mijn he
melt
Ilij legt barricaden aan, zei Jus
tus snel, terwijl hij een paar passen
naar voren deed.
En do stem barstte weer los, dit
maal in een zenuwachtig geschreeuw:
O. zij zijn erl O, vreeset ijk. O, ik
hoor ze!
Justus en Dark keken elkaar aan,
i:i de duisternis en somberheid van
den kelder, bijna onder den indruk
van den angst van het onzichtbare
wezen.
Thans herstelde Justus zich weer
en liep op de deur toe.
Ja, hier zijn wij, zei hij streng.
Maak de deur open.
Er volgde niets dan een doodelijke
stilte.
Maak de deur open, schreeuwde
Justus weer. Of wij zullen haar met
geweld openbreken.
O, neen, riep de stem in doods
angst. Doe dat om 's Hemelswil nietl
Bovendien, u heeft daar bet recht niet
toe. U zult in moeilijkheden komen.
Laat mij nu alleen. O, ik ben gevan
gen.
Justus kon hooren hoo Dark zenuw
achtig met zijn voeten heen en weer
schoof en hijzelf voelde een rilling
largs zijn ruggegraat gaan. Het dien
de nergens toe nog verder op deze
wijze voort te gaan, dacht hij, en nog
een st3p naderbij komend, zette hij
zijn schouder tegen de deur.
Maar de deur was sterk, erger dan
dat, zij was blijkbaar van binnen
sterk gebarricadeerd, en zijn pogin
gen hadden niet veel succes, behalve
dat zij aan het wezen daarbinnen
angstkreten ontlokten.
Ik kan het niet doen. Probeer
jij het eens, Dark, zei hij eindelijk. En
de ex-soldaat kwam wat naderbij. Hij
was krachtig gebouwd en zwaarder
dan Justus en toen hij met kracht te
gen het houtwerk aanbonsde, gaf het
mee. Nog even! riep Justus, en
met een laatste krachtsinspanning
was het gedaan.
Toen de deur openbarstte, en het
inwendige van de binnenste kelder
ruimte zichtbaar werd, sprongen Dark
e-i de agent onwillekeurig achteruit,
lialf verwachtend dat er een laatste
wanhopige poging van den kant van
den belegerde zou volgen, maar niets
van dat alles.
In plaats daarvan volgde er weer
doodelijke stilte, en een oogenblik
scheen het half alsof hun prooi hun
ontsnapt was.
Kn toeD, in elkaar gekrompen in
den versten hoek achter een paar va
ten. kregen zij een bevende gestalte
in het oog.
liet was Rike. Maar wat een ver
schijning! Nooit een aangename ver
schijning, was dc kleine advocaat nu
bijna afzichtelijk geworden. Zijn roo-
de oogen waren uu nog rooder en
schitterden als die van een of ander
wild dier; zijn wangen, die in dc duis
ternis van den kelder groen schenen
te zien, had hij opgeblazen; zijn klec-
ren, nooit netjes, waren nu vuil en
bevlekt door stof en vochtigheid, en
neergezegen in den hoek met zijn be
vende banden smeekend uitgestoken,
vormde hij een voorwerp, dat de bei
de mannen deed sidderen.
Spaar mij, spaar mij, riep hij uit.
Och, het is immers Mr. Justus Wise
en zijn goede klerk. Waarom kijkt ge
mij zoo aan"? Ik heb u nooit ccnig
kwaad gedaan!
Ge hebt geprobeerd mij te ver
moorden, dat is alles, zei Justus, zich
zelf weer meester.
O, neen, neen. Dat is niet waar.
Ilc zou geen vlieg kwaad doen, riep
de advocaat uit. O, neen, dat is ze
ker niet waarl
En, zei Justus, een beetje naderbij
komend, ge tiebt Doctor Farge ver
moord.
HOOFDSTUK XXX.
Bekentenis.
Bij dc woorden van den agent gaf
Rike een schreeuw, die door den go-
heelen kelder weergalmde. Toen
sloeg hij met zijn hand tegen den
mond. O, neen. Sst! sst! zei hij
vlug. Het is een leugen. Wat be
doelt u eigenlijk?
U heeft hem vermoord op straat
met het mes van Carl Fairfax, ging
Justus voort.
Do volgende seconde was het in
eengekrompen schepsel den kelder
dwars doorgestoken en greep hij den
agent bij de knieën.
Hoe weet u dat? O, genade, ge
nade! Toen Dark in het oog krij
gend, die hem aankeek alsof hij een
of andere vreemde diersoort was, ging
hij achteruit.
Het is een leugen. Go zijt gek,
schreeuwde hij. Ge hebt geen getui
gen. Carl Fairfax vermoordde Farge,
omdat hij wist dat hij een moord had
bedreven een moord van welks
gevolgen ik hem redde. Daarom ver
moordde hij hem. En ik heb de poli
tie gezegd, dat hij het deed en hij zal
worden opgehangen en dan zullen
wij allen weer rust hebben. Maar
laat mij nu gaan. Ik voel mij niet
wel. Kijk mij aan, ik ben ziek. Ik
ben allang ziek, en ik ben van plan
buitenslands te gaan. Ik moet een
trein halen.
Of een boot, zei Justus.
De kleine advocaat keek den agent
plotseling woedend aan, waardoor
Dark 'n paar passen nader kwam; een
oogenblik bleef zijn hoofd op zijn
borst rusten. Toen hij weer opkeek,
was zijn gelaat veranderd
Ge weet veel. zei hij langzaam.
U is heel knap, Mr. Justus Wise, en ik
wou wel, dat u in mijn dienst was.
Maar wat is u van plan te gauu doen?
Justus keek hem aan.
Ik wensch tc hooren, hoe u Dr.
Farge vermoord hebt, zei hij.
De kleine advocaat liet een wild
gelach hooren.
Waar is uw getuige van dat inte
ressante feit? zei hij."
En dau. zei Justus kalm, ben ik
van plan uw bekentenis op tc schrij
ven in tegenwoordigheid van mijn
klerk hier en mijzelf.
De kleine advocaat keek op. En
mij dan laten gaan? vroeg hij.
Justus schudde zijn hoofd.
Ik ben bang van niet, zei hij.
Ge mocht het later eens willen onte
kennen. Ge zoudt eens kunnen zeg
gen, dat ge er toe gedwongen waart.
Neen, ik ben bang, dat ik u niet kan
laten gaan.
(Wordt vervolgd).