HAARLEM S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
WOENSDAG i SEPTEMBER 1612
OM ONS HEEN
No. 1681
Reisherinneringen.
IV.
Er komt wel niemand in het Rijn
dal, of hij maakt een uitstapje naar
Wiesbaden. De plaats ia populair in
Nederland, menigeen dio er de mid
delen voor heeft, of vinden kan,
maakt er een badkuur door en dat is
geen wonder, want Wiesbaden ligt
betrekkelijk dicht bij onze grenzen,
Koodat zieken en zwakken den indruk
krijgen of het vaderland niet al te
ver af is.
Ook voor andere nationaliteiten
heeft Wiesbaden een goeden naam.
De stad leeft dan ook van de vreem
delingen. Het Verkehrsbureau, dat
mij bij mijn komst allervriendelijkst
ontving, zond mij den volgenden dag
naar St. Goar een heel bibliotheekje
met gegevens, waaruit ik alvast wat
cijfers putten kon, om een denkbeeld
te geven van wat Wiesbaden als bad
plaats beteekent
In het keurig geïllustreerde fiur-
prospekt staan de hotels en pen
sions natuurlijk opgesomd. Drie af-
deelingen zijn er van gemaakt, eene
voor hotels, die tegelijkertijd badhui
zen zijn en hun eigen geneeskrach
tig bronwater hebben; dat zijn er der
tig. Dan dc gewone hótels en loge
menten; te zamen 83. En eindelijk 16
hótel-garnis en 164 pensions. Wie
<iaar niet onder dak komen kan, moet
vel geen cent meer op zak hebben.
Is het wonder, dat het aantal docto
ren hier groot is? Ik tel er 210, behal
ve de in Duitschland en elders geëxa
mineerde landartsen. En nauwelijks
is de toerist Wiesbaden binnen getre
den, of hij vindt de teekenen hunner
aanwezigheid in naambordjes op vil
la's, woningen en poorten. Daar kan
wel niemand tegen hebben, maar be
denkelijker is het, dat hier en daar al
vast bij voorbaat aan de patiënten
voor de kwalen waaraan zij lijden
sichere Erfolg wordt toegezegd.
Het riekt naar kwakzalverij, aan on
geziene zieken reeds op de huisdeur
goede resultaten te beloven. Of be
hoort deze aankondiging tot de sug
gestie, die van een badplaats uit
gaat? De genezing, die daar inder
daad dikwijls verkregen wordt, berust
immers niet alleen op de uitwerking
van een geneeskrachtig water, maar
ook al, en misschien grootendeels, op
het voorgeschreven dieet, de afwezig
heid van zorgen voor zaken of ande
ren arbeid en de aanwezigheid van
afleidende ontspanning.
Want ook aan amusementen ont
breekt hel er niet. Concerten bij de
vleet, vier fccnouwburgen, musea, bi
bliotheken, sport en een reeks van
[eesten, die de Kurvcrwaltung
aanricht, zorgen er voor, dat niemand
zich te Wiesbaden behoeft tc verve-,
len. Op den dag toen wij er kwamen,
werd er in de bronhal een concert
gegeven en drie in het park van het
Kurhaus, met een ballon-opstijging
van Miss Polly en een groot vuur
werk tot slot. Bovendien konden de
liefhebbers 's middags tc 3 uur met
een mailcoach, het welbekende grooto
rijtuig, dat de Engelschen zoo be-
mirnen, ecu rit in den omtrek ma
ken.
Was het toeval, maakten wij het
ons zelf wijs, ik weet het niet, maar
terwijl het de heele week in St. Goar
frisch, om niet te zeggen koud was
geweest, leek ons de temperatuur te
Wiesbaden al dadelijk veel zachter.
Daar is de stad trotsch op, te meer
omdat haar badseizoen ook doorgaat
in den winter. Prof. Freijbe heeft
daarover a een waarneming van
veertig jaar, een brochure geschreven,
die vóór me ligt maar onopengesne-
den. Ze is voor een vluchtig artikel
te geleerd, ik kan er alleen dit van
zeggen, dut de schrijver tot gunstige
conclusies komt voor de zachtheid
van de temperatuur en den neerslog,
hulselijker gezegd, de hoeveelheid re
gen, uitvoerig schildert als beneden
het gemiddelde elders. Heerlijk oord!
Kon Haarlem eens, al was 't maar
voor kort, met Wiesbaden van plaats
verwisselen I
Een aardige stad is Wiesbaden ze
ker. Moderne straten naast een inte
ressant oud gedeelte, een drukke pan
toffelparade op de Wilhelmstrasse,
maken de wandeling in dc stad met
mooi weer tot een genoegen. Men be
denke, dat de stad, buiten do bad
gasten en dagjesmenschen, ongeveer
hetzelfde aantal inwoners heeft als
Utrecht en dus van vrij grooten om
vang is.
Maar het middel van bestaan is er
de badplaats. Anders bouwt men er
geen Kurhaus van meer dan drie en
een half millioen gulden. En hoe men
ook oordeelen mag over den smaak,
waarmee het gebouw is op- en inge
richt, naar iets grootsch, iets fraais
is in elk geval gestreefd. De wandel-
hal in 't midden is in elk geval een
prachtstuk, de conversatiezaal is rijk,
maar wat Duitsch-verblindend en de
zoogenaamde schelpenzaal van ver
ouderden smaak. Daarentegen is het
een genot, de groote en kleine con
certzaal en dc bibliotheek eens
door te wandelen en iedereen, die het
gebouw weer uitstapt, moet respect
hebben voor den ondernemingsgeest,
die zooiets heeft aangedurfd.
Daarbij vergeleken is de drinkhal
van de Kochbrunnen, de groot
ste en belangrijkste van Wiesbadens
vijftien warme bronnen, uit den aard
van de zaak eenvoudig. Ze dient dan
ook alleen om aan de kurgasten het
heele water te schenken, dat dezen
dan onder een kleine wandeling on
der de galerijen langzamerhand lecg-
slurpen. In 't bassin borrelt het hee-
te water omhoog, een wolk van damp
verspreidend en de meisjes, die er bij
op wacht staan, vragen uitlokkend
genoeg of we een glas willeu hebben.
Maar wie, zooals wij, pas gegeten
heeft, doet wijs met niet te probeeren,
welke onverwachte en ongewenschte
werking heet water, ook al is het ge
neeskrachtig, op zijn maag zou kun
nen hebben. Tal van kwalen, waar
onder jicht en rheumatiek, verlam
mingen, zenuwpijnen, beender kwa
len en nog veel meer, moeten voor de
geneeskrachtige wateren wijken,
maar daarvoor kwamen wij ditmaal
niet, zoodat ook dat geen reden was,
om ons aan 't heete water te wagen.
Wel vonden we buiten, eerst in dc
Wilhelmstrasse, naderhand in den
Kurhaustuin, de levende bewijzen.dat
Wiesbaden bij zieken in trek ia Me
nigeen liet zich daar, blijkbaar niet
voor plezier, maar uit noodzaak, in
een wagentje rondrijden en aan knob
bels op de handen was de vreeselijke
kwaal van rheumatismus de
formans te herkennen, die haar
afspiegeling bovendien nog vond in
een van pijn vermagerd en ver
trokken gezicht. Zulke figuren stem
men tot ernst en medelijden.
Maar van den toerist kan niet ge
vergd worden, dat hij zich al te lang
verdiept in het lijden dat hij om zich
heen aanschouwt, vooral niet wan
neer daarnaast zooveel aanleiding is
tot opgewektheid en vermaak. De
M i 1 i t a r-K a p e 11 e blies op baar
best en een groote schare nieuwsgie
rigen kwam langzamerhand toe-
stroomen om juffrouw Polly straks
met haar ballon omhoog te zien gaan.
Daar in die wandelende menigte was
afleiding genoeg. Personen van alle
nationaliteiten, van iederen leeftijd en
van elke kleedïng guigen daar voor
bij. Vooral dp dames schroomden het
meest buitenissige, of moet ik eerbie
dig zeggen: de laatste mode, niet.
Rokjes op de grens, waar boeien be
ginnen, hoeden van nooit geziene
vormen en kleuren, groote wandel
stokken als echos uit den tijd van 't
Directoire, waar niemand dan wij,
klein elan ds-menschen, Iets bijzonders
in scheen te zien. Nederlandsche
vrouwen, moeders en zusters, steken
zich, wanneer zij den middelbaren
leeftijd bereikt hebben, al gauw in
sombere, althans bescheiden kleuren,
hier dragen bejaarde dames met de
grootste zielsrust witte blouses of ja-
por.ncn en Ik zou niet weten, wat
laar tegen is. Maar 't is waar: een
man kan zulko dingen niet beoor- j
deelen en in elk geval deed het
schouwspel van een minstens zeven
tigjarige vrouw, met grijs haar en
een ronden hoed met rozen, zoo als
hier meisjes van zestien jaar wel
dragen, eigenaardig aan. Te midden
van al deze zijde, satijn, fluweel,
kwam een jong meisje voorbijgestapt,
in een eenvoudig wit japonnetje,
zonder eenigen opschik.
Die leek ons 't mooist, althans 't
liefst gekleed.
't Volgende oogenblik hoorden we
haar Hollandsch spreken; het natio
naliteitsgevoel had hier blijkbaar on
bewust de voorkeur gesuggereerd.
Miss Polly hebben we niet omhoog
zien gaan, evenmin als het vuur
werk, dat inderdaad te Wiesbaden
prachtig wezen moet Maar te half
twaalf 's avonds nog een paar uren
sporen lokt rustige pensionbewoners
niet aan. Zoo tramden we dus naar 't
station, met een aangename herinne
ring aan het vriendelijke Wiesbaden,
dat veel pijn en lijden achter veel
vermaak verbergt. De Keizer zelf
komt er graag, niet zonder trots
noemt de stad zich residentie. Overal
hangt zijn portret met een photo,
voorstellende dat hij met zijn staf van
een wandelrit terugkeert Geen won
der, want Wiesbaden is mooi en in
den Taunus fraai gelegen.
Maar één aanmerking moet me
van 't hart. Het station, hoe gemak
kelijk ook ingericht, is een kopsta-
tion en dat is te merken, 't Schijnt
er niet door te waaien, zoodat er een
•duffo atmosfeer in hangt. Dat is
geen mooie entree voor een stad van
sierlijkheid en weelde.
J.C.P.
Caiterianlsch Overzicht
Ds spanning In dsn Balkan.
In Turkije duurt de spanning voort
Ook in de binnenlandsche politiek.
Het congres der Jong-Turksche par
tij, dat, naar het heette, verboden
was, is toch te Konstantinopel bijeen
gekomen.
Op dit congres zullen de hervorming
der organisatie van het Comité voor
Eenheid en Vooruitgang en de wijzi
ging van het Jong-Turksche program
de hoofdpunten van bespreking uit
maken.
Over de noodzakelijkheid dier her
vormingen zijn alle Jong-Turken het
lang niet eer>s Een gedeelte, onder
leiding van Djavid jasja. wil van gee»
wijzigingen weten, de andere fractie,
die blijkbaar rekening wil honden met
de veranderde tijdsomstandigheden
en geleerd heeft uit de gebeurtenissen
van den jongsten tijd, zal trachten HiL
mi pasja over te halen de leiding van
het Comité op zich te nemen. Hilmi
schijnt daartoe niet ongeneigd te zijn,
maar hij stelt als eisch, dat Djavid
pasja en andere minder gewilde voor
mannen der partij uit het bestuur
worden gezet Bovendien wil hij het
program in dien zin gewijzigd zien,
dat niet het Fransche parlementaris
me, maar het Duitsche constitutio.va-
lisme ten voorbeeld genomen wordt.
Aan welke zijde de zege zal zijn,
valt nog niet uii te maken. Wel
schijnt do meerderheid der Jong-Tur-
kon Veel voor de opvattingen van Hil
mi te gevoelen.
Naar uit Uskub gemeld wordt,
eischen de Albaneezen te Prizren van
de Turfcsehe regeering, dat zij den op
standeling Jahi-4 als moetessarif van
Prizren aanstelt. Zij verlangen ver
der, dat de Katholieke Serviërs en
Bulgaren de klokken uit him kerken
verwijderen.
Er zou onder de leiders der Alba-
neezen een or verzoenlijke twist zijn
uitgebroken, zcodat een onderlinge
strijd vqrwachc kan worden.
De in vrijheid gestelde gevangenen
vormen struikrooversbenden, die de
omstreken van Prizren en Worisso-
witz onveilig maken vooral Turksche
notabelen hebben veel van hen te lij
den. Men vreest voor verdere onlusten
en verzoekt der regeering onverwijld
troepen te zenden. Te Gosiwar nemen
de diefstallen van vee, dat de Chris
tenbevolking toebehoort, van dag tot
dag toe.
De oorlogtDsscben Italic enTurkUe
Eerst iets over de vredesonderhan
delingen.
Men ontkent in de kringen der Ita-
liaansche en Turksohe onderhande
laars te Montreux in Zwitserland, dat
de besprekingen zouden zijn afgebro
ken. Wellicht heeft tot dit gerucht
aanleiding gegeven het feit, dat on
langs de Italianen zijn vertrokken, cm
mondeling overleg te plegen met mi
nister Giolitti. Na verloop van eenige
dagen zijn de onderhandelingen voort
gezet.
In officieele en eoe<l ingelichte krin
gen te Konstantinopel verzekert men
ook. dat de onderhandelingen over den
vrede in Zwitserland voortduren. Ja,
er wordt zelfs bij gemeld, dat de
kans, dat een verdrag tot stand zal
komen, zeer gunstig is.
Ds Fransche zorgen In Marokko
Van belang is een telegram, mel
dende, dat aan de grens van het Chau-
ja-gebied, dat voor geheel gepacifi
ceerd geldt, een gevecht geleverd Is
tusschen Franschen en inlandsche -
troepen, waarbij aan Fransche zijde
vier dooden, o. w. een onderofficier,
vielen.
De stammen weten, dat het geheele
Chauja-gebied vat. troepen ontbloot
is, lietgeon de antl-Franschgezinde
stemming in de hand werkt en tot
uiting doet komen.
Wanneer deze beweging gecombi
neerd wordt met het opdringen van
den Sultan-coi current El Heiba, dan
staat een débScle te wachten, meent
de oorlogscorrespondent van de
„Echo de Pans".
Ook uit het Tadla-gebied, gelegen In
«len rug en op den linkervleugel van
de kolonie Mangin komen berichten
van voortdurende concentratie van
Berberhorden.
Een journalist heeft dezer dagen
een onderhoud gehad met generaal
I.vautey over den toestand.
De resident-generaal verzekerde, dat
de regeering hem alles toegestaan i
heeft, wat hij gevraagd had binnen
kort zou hij alvast kunnen beschikken
over negen bataljons, die echter
slechts eert minimum zijn van hetgeen
thans noodig is.
De toestand is inderdaad ernstig,
constateerde de generaal en wellicht
zal hij over er.kèle dagen nog ernsti
ger worden. Dc gebeurtenissen zijn
elkaar, sinds ik hier ben, wel heel
snel opgevolgd; eerst die geschiedenis
te Fez, toen dc abdicatie van den Sul
tan, de verheffing van den nieuwen
Sultan Youssef, de troebelen te Ma-
rakesj. Maar binnen enkele dagen zal
ik in staat gestel'! zijn het hoofd te
bieden aan den opstand in het Sous-
gebied ik ben overtuigd, spoedig de
rust en orde aan de grenzen van het
Chauja-gebied te kunnen herstellen.
De toestand van de Franschen te
Marakesj is zeer critïek, hoewel niet
hopeloos te achteu. Invloedrijke in
landers wenden alles aan om iien te
redden, tin een heden ontvangen tele-
I gram wordt gemeld, dat van kaid
iGlani een brief ontvangen is, waarin
hij meedeelt, dat de Fransche gevan
genen in vriligheid zijn. Hoe cu waar
is evenwel nog niet bekend).
Ten slotte wees generaal Lyautey
erop, dat de dienst voor de aan wezige
troepen veel te afmattend en inge
spannen is, daar de menschen haast
geen gelegenheid hebben tot rusten,
zoodat het zenden van versterkingen
noodzakelijk is.
Er is weer gevochten. Een op marsch
zijnde Franscho colonne is door 200
Zaers aangevallen. Aan Franscho zij
de sneuvelden 4 mau en werden 2
man gewond.
De verliezen van de inlanders zijn
blijkbaar niet bekend.
lllirlil.
DE DUITSCHE KEIZER IN
ZWITSERLAND.
De Keizer is gistermiddag te Bazel
aangekomen en begroet door dc hem
toegevoegde officieren, de vertegen
woordigers van de regeenug van Ba
zel en de Duitsche gezant. Daarna ver
trok Z. M. i aar Zurich.
Daar werd de Keizer ontvangen
door den bondspresident, dr. Forrer,
een delegatie uit den bondsraad, de
autoriteiten van Zurich en vertegen
woordigers van het leger. Hij werd
toegejuicht door een buitengewoon
talrijke menigte.
Met don president liep de Keizer
langs het front der ecrecompagnie en
begaf zich daarna naar do villa Licht-
berg.
Gisterenavond werd bij president
Forrer een feestmaal van 36 couverts
gegeven ter eero van Keizer Wil
helm.
ENGELAND EN DE VEREENIGDE
STATEN.
In verband met de mededeeling, dat
Engeland een scheidsrechterlijke be
slissing zou eischen van zijn geschil
met do Vcreenigde Staten r ver de wet
op het Kanaal van Panama, wordt nu
bericht, dat de Engelsche regeering
daarbij slechts bepaalde omstandighe
den op het oog had.
Een definitieve beslissing te dezer
zake is evenwel nog riet getroffen.
UIT MEXICO.
De toestand in Mexico schijnt, blij
kens de laatste berichten, veel ver
warder U) zijn dan men tot dusverre
meende. Volgens een globale schatting
van de vertegenwoordigers van vreem
de landen zijn er In 17 staten nog
18,(XX) robellen, die strijd voeren tegen
president Madero. Plunderingen en
moorden zijn dan ook nog aan de or
de vun den dag.
Naar liet schijnt, zijn er ongeveer
zes tot zeven verschillende bewegin
gen gaande, geleid door verschillende
personen, die het onderling slechts
op één punt eens zijn, nl. dat Made
ro moet aftreden aLs president.
Binnenland
KONINKLIJKE ONDERSCHEI
DINGEN.
(Vervolg),
is bevorderd tolridder in de orde
van Oranje-Nassau" E. E. A. Marcks,
commies der 3e klasse by den post
dienst in Nederlandsch-lndié, Neder-
landsch-Indisch postagent te Penang
(Straits Settlements)
zijn benoemd tot ridder in de orde
van Oranje-Nassau G. I'. E. Gong
grijp, secretaris der residentie Banka
en onderhoorighedeu F. B. Botten,
controleur bij het binnenlarsdsch be
stuur op Java en Madoera H. C.
Gooszen, Oost-Indisch ambtenaar met
verlof, laatstelijk controleur bij het
binaenlandsch bestuur in de Buiten
bezittingen A. te Wechel, houtvester
bij het boschwezen in Nedeilandsch-
Indië W. Burer. hoofdcommies ter
Algorneene Secretarie tc Buitenzorg,
ds. K. Wielenga, missionnair predi
kant op Soemba (residentie Timor en
onderhoorigheden)J. Verhoeven,
aendelmgleeraar te Tjideres (Cheii-
bon), in dienst van de Nederlandsche
Zendingvcreeniging te Rotterdam J.
E. G. van I.ookeren, directeur dc-r op
leidingsschool voor inlandsche ambte
naren to Magelang mejuffrouw S. E.
Géraud, onderwijzeres der 1ste klasse
bij het openbaar Euiopecsch lager on
derwijs, hoofd der meisjesschool to
Makasser mejuffrouw M Th. Steegh,
hoofd van 't instituut der Vereenigirig
van de Zusters Franciscanessen te Se-
marang O. G. Heldring, mijninge
nieur, toegevoegd geweest aan het ex
ploratie-detachement voor Zihd-
Nieuw-Guinea W. M. Palm, ambte
naar op wachtgeld, te voren contro
leur bij het binneulandsch bestuur in
de Buitenbezittingen, thans tijdelijk
gesteld ter beschikking van den direc
teur van couvernementsbedrijven J.
G. Nuinans, ingenieur der 2de klasse
bij den waterstaat en 's lands burger
lijke openbare werken in Neder-
landsch-lndieP. Wettere, gepension-
ncerd algemeen ontvanger van
's lands kas te Batavia J. Kop, com
missaris van politie der le klasse te
Batavia P. A. van Noorden, admi
nistrateur van de suikerfabriek Ka
di paten" (Cheribon)Achmad Abdul
Azis effendi, voorzitter van de Tange-
rangsche Landbouwverceniging, eige
naar van het in de afdet-ling Tange
rang gelegen particuliere land Am
stelveen of Tanahtinggi Tsjiong
Tsiok Fie, alias Tjong A Fie, majoor
der Cluneezen te Medan (Oostkust van
Sumatra) Tan Siauw Lip, majoor
der Chineezen te Semarang inas Ab-
bekassan Atmodirono, architect hij
den waterstaat en 's lands burgerlijke
openbare werken in Nederland9Ch-
lndiê J. S. Roos, rabbijn der Neder-
landsch-I&raélietisclie gemeente te Pa-
ramarilK), met verlof in Nederland
C. R. Weytingh, districtscommissaris
te Nieuw-Amsterdam ^Suriname) G.
J. van Grol, gezaghebber van het
eiland St. Eustatius (kolonie Curasao);
J. Postma, gepensionneerd Oost-In
disch ambtenaar, te 's-Gravenhage,
voormalig onderwijzer 1st© klasse bij
't openbaar Europeesch lager onder
wijs in Nederlardsch-IndieK. Gjel-
Feuilleton
Het geheim van
de Tower Hili.
Uit het Bngelsch, door
A. WILSON BARRETT.
84)
Rike lachte weer, terwijl zijn roode
oogen van den een naar den ander
dwaalden.
Iloe zoudt ge er mij dan toe kun
nen dr.iwgen? vroeg hij. O, ik zeg u,
Iaat mij gaan! ging hij voort, weer
opnieuw door een hevige bui van be
ven aangegrepen.
Ik hoop dat u er het raadzame
van in zult zien mij uwe bekentenis
te doen, maar als ge niet wilt, dan
zal ik uw nek tusschen mijn beide
handen schroeven, totdat ge tot an
dere gedachten zijt gekomen.
Ge zult mij niet aanraken I
schreeuwde Rike, terwijl hij nog
groener werd en wild om zich heen
keek.
Ik zou je voor twee etuivers
vermoorden, zei Justus, en mij her
inneren dat je getracht hebt mij voor
nog minder van kant to maken. En
nu, ga je gang! Dark, geef mij je zak
boekje en die vulpenhouder.
Rike, die op zijn knieën rondge-
schoven had, vlak bij de voeten van
Justus, was steeds dichter bij de
kelderladder gekomen, en terwijl de
ex-soldaat den agent de gevraagde
artikelen toereikte, stond hij snel op
en deed een sprong in de richting van
de ladder. Maar Dark was hem te
vlug af. In een oogenblik was hij
hem voor en duwde hem in de armen
van Justus terug
En do ijzeren vingers van Justus
sloten zich om zijn nek.
Nu, hoe heb je je vriend ver
moord? vroeg hij. De kleine man liet
een benauwd gorgelend geluid hooren
en bood geen tegenstand meer.
O, ik ben bang voor u, zei hij.
Ik wil niet, dat ge mij pijn doet. Ik
kan niet tegen lichamelijke pijn. Laat
mij gaan eu ik zal het u vertellen.
Gauw dan, zei Justus, terwijl hij
het mannetje met minachting van
zich afduwde, en zijn zakboekje en
pen gereed legde.
Rike zweeg even, terwijl zijn roode
oogen van den ecnen kant van den
kelder naar den anderen dwaalden
en hij zijn vingers tusschen zijn be
vende lippen stuk beet
Zoo is het gegaan, zei hij einde
lijk, terwijl hij zijn armen als ten
einde raad, slap liet neerhangen en
zijn oogen onbestemd op den voch-
ligen vloer staarden. En ge zult zien,
dat ik niet te laken was. Ge zult ge
nade voor mij kunnen krijgen. Ik
ben ccn oud man en heel slecht be
handeld. Ik heb Mr. Fairfax een
grooten dienst bewezen -Ik had hem
er voor behoed te worden opgehan
gen. O. denkt u, dat hij mij zal wil
len redden, voor mij in de bres zal
willen springen?
Jk zou het niet denken, zei Jus
tus koel. Maar—hem er voor bewaard
te worden opgehangen. Dat is een
leugen.
Neen, neen. Het is geen leugen,
bromde Rike. Hij heeft Wedderburn
vermoord. Hem geworgd. En hem zoo
neergesmeten, dat hij zijn schedel te
gen een lessenaar brak.
Dat is een leugen, zei Justus be
daard. Wedderburn stierf aan een
hartkwaal, ik ken de verzekering
van Farge daarover.
Rike keek snel op. Maar Farge
is dood, zei hij. Hoe is dat mogelijk?
Farge zond zijn medisch dagboek
en een brief aan Mr. Fairfax voordat
u voordat hij stierf, zei Justus.
Rike knerste op zijn tanden.
Verwenschte kerel, dat dagboek
heb je van mij gestolen I riep hij uit.
Is het dan geoorloofd
Zooals go waarschijnlijk weet,
stond dat niet in het dagboek, toen je
het weer van mij terugstal, zei Jus
tus. Maar het dagboek gaf mij een
sleutel, en ik volgde dien. En de ge
tuigenis is heel duidelijk met betrek
king tot Mr. Fairfax en komt overeen
met hetgeen ge zelf bij het eerste ver
hoor hebt beweerd. Daarom zal ik
daar niet veel meer over zeggen,
ging hij voort.
Het hoofd van Rike was weer op
zijn borst gezonken.
Hoe dit zij, ik redde hem, zei hij,
en hij behandelde mij niet vriende
lijk. Hij wilde niet verstandig zijn En
hij ging heen en liet mij in den steek.
Een fortuin weggegooid en mij aan
mijn lot overgelaten, zoodat ik niet
wist wat te moeten beginnen.
Ge slaagdet er niet in hem om
te koopen, meent u, zei Justus.
Rike nam daar geen notitie van,
maar ging als in een droom voort.
Ging heen en verdween. En Farge
stelde mij ook teleur. Hij wilde de din
gen niet goed inzien, na al de moeite,
die ik er mij voor gegeven had, na
alles wat Ik had moeten meemaken.
Hij maakte mij zenuwachtig. Ik wae
niet zeker of ik wel op hem kon re
kenen, en hij kostte mij een hoop
geld. Bijna honderd pond had hij
twee dagen vóór hij stierf van mij ge
kregen.
Justus bewoog zich een beetje ze
nuwachtig.
Ja, ja, zei hij. Ga voort.
En hij praatte nonsens, over zijn
geweten en dat Fairfax misschien
verdwenen was om een eind aanzijn
leven te maken. En ik maakte mij
woedend op hem. Dat zoudt ge zelf
ook geworden zijn. En wij twistten
voortdurend samen en hij was heel
heftig en onbeschoft. En dat kon ik
niet verdragen. Daarom maakte ik
een afspraak om hom op zekeren
avond in den omtrek van de Dokken
hier te ontmoeten. Ik had een plaats-
biijel voor hem genomen op een boot
uaar Zuid-Amerika, en ik had een
heele hoop geld voor hem bij mij
om hem over te halen weg te gaan.
Ik begreep dat hij het niet doen zou,
als ik het hem dadelijk zei. Maar
men kon alles met hem beginnen als
hij dronken was, en ik was van plan
hem dronken te maken en hem dan
met vijftig pond op zak weg te stu
ren om een nieuw leven te beginnen.
O, de menschen zijn altijd zoo on
dankbaar tegenover mij geweest Hij
zou zich daar binnen zes maanden
hebben doodgedronken, en dan zou
dit alles niet gebeurd zijn. Maar hij
wilde niet gaan, die dwaas, die gekl
schreeuwde de kleine advocaat, ter
wijl zijn stem tot een vlaag van ra
zernij scheen te zullen overslaan.
Hij wilde niet gaan. Hij beweerde dat
ik het slecht met hem meende, dat
hij bang voor mij was, en hij pro
beerde mij te verlaten en naar huis
terug te gaan. Hij zou niet drinken,
en hij sloeg mij mij, een zwak, oud
man midden op straat. Ik was niet
gezond, heeren, en ik heb een hekel
aan lichamelijke pijn; en hij deed
mij schrikkelijk pijn, werkelijk, hij
joeg mij angst aan. Ik probeerde voor
Onze Lachhoek
Chef. Wat Is dat Mullor, u val-
ku de oogen toe?
Boekhouder. Pardon, dat Is zui
ver toeval.
Mevrouw Van Hiernaast Pro
fessor Adagio was gisteren bij onsen
mijn dochter hooft voor hem piano
gespeeld. Hij was razend door haar
snel.
Mevrouw Van Hierboven. Hoe
lomp! Waarom wiet hij zijn gevoe
lens niet tc verbergen, zooals w ij ab
lom aal doen.
DE GEEST DES TIJDS.
Hij (in overpeinzing). Als ik vroe
ger eens een beetje beleefd tegen een
meisje was, werd het altijd als een
liefdesverklaring opgevat en als ik nu
in ernst een liefdesverklaring doe, be
schouwen ze liet enkel maar als een
beetje beleefdheid.
lerup, officier van gezondheid der lrto
klasse bij het leger in Nederlandsch-
Indië J. L. Doerrleben, K. F. Koch,
E. A. J. Nobele en II. A. Cramer, allo
vier kapitein der infanterie van het
leger in Nederlandsch-Indii' J. P.
van der Ploeg, eerete-luitenani der in
fanterie van bet leger in Nedcri.-Jn-
dië, met verlof in Nederland
en is de ©eremedaille der orde van"
Oranje-Nassau toegekend
in goud, hij bevordering, aan I>.
Krens. hoofdopzichter van den arbeid
bij het Rijksopvoedingsgesticht voor
jongens „Veldzicht", te Averccst
in goud aan A. Sijsma, notaris
klerk te Tiel
in zilver, bij bevordering, aan A.
A. Clercx, bod© bij de nrrondisse-
ments-rechtbank te Utrecht
in zilvc-r nan M. W. J. van Teer
ling. hoofd-bcwnarder-majoor in de
strafgevangenis te 's-Grnvenhag*B.
J. vin den Berg. hoefdbov. aarder in
de strafgevangenis te Amsterdam J.
van Kleef, werkbaas fsniid) bij de
Rijks-werkinrichting Veenhuizcn A.
J. Ruumpol, bakkersbaas bij de Rijks
werkinrichtingen Veenhuizen P. J.
van der Leek, rijksveldwachter briga
dier-majoor te 's-Graven ha ge P. Lu-
cassen, rijksveldwachter brigadier-
majoor te Winschoten; P. Vet, rijks
veldwachter brigadier-majoor te Lei
den W. van Keulen, rijksveldwach
ter-brigadier te Roermond A. A. Éls-
hout, rijksveldwachter-brigadier te
Alero J Vermei len, rijksveldwach
ter-brigadier te Nieuwer-Amstel M.
H. Smits, rijksveldwachter-brigadier
te Doesburg R. Houkes, rijksveld
wachter brigadier titulair te Zwart
sluis H. Joosten. hulpschrijver ten
parketle van den officier van justitio
bij de arrondissementsrechtbank te
's-Gravenhage P. C. Alblas, bode l ij
het Departement van Justitie te 's-Gra
venhage
in brons, aan J P. Letse hert. rijka-
veldwachtcr-brigadier-titulair te lei
derdorp D. J. de Jong, rijksveldwach
ter-brigadier-titulair te Veenwou'lcn
J. Ganzevoort, rijkeveldwachter-briga-
dier-tïtulnir Ie Amsterdam \Y Roden
burg, rijksveldwachter-brigadier-titu
lair te Rhoon R G. J. van Bcmm. l,
rijksveldwachter te Nunspeet 11.
eibergen, bewaarder 2en rang in de
strafgevangenis te Groningen^ J. Jon
ker, beambte van den lsten rang in
het Rijksopvoedingsgesticht vroor jon
gens te Alkmaar H J. Abrahams, be
ambte van den len rang in het Rijks
opvoedingsgesticht vcor jongens ,.de
Kruisberg", bij Doetinchein W. Pot-
ze, bewaarder 2en rang in de gevan
genis te WinschotenK. F. Schoon-
hoim, kok in de strafgevangenis te
Utrecht J. H. Verhagen, winkelhou
der bij de Rijkswerkinrichtingen Veen-
huizen -
in zilver, aanG. Meijer, bode cp
het raadhuis, te Zwolle J. OortgijS,
oud-assistent-opzichter bij de gemeen
tewerken, te Rotterdam J Santhui
zen, gemeente-veldwachter, te liet
BildtT. C. Vuurman, voorz. van de
Scherpschuttersvereen. ..De Trans
vaal", te DelftF. Oostdijk. rekenaar
bij de sterrenwacht, te Leiden
in brons aan R. Wildeboer, chef
stratenmaker in dienst der gemeeute
Meppel
in goud aan den opperscliipper II.
Vergragt
in zilver, aan den opperstoker W.
J. Kleynden terpedcuuaker-majoor
D. W. Vonk den bottelier-majoor J.
de Munck den sergeant-kok A. Hoon-
hout den opzichter bij de koloniale
opslagplaats bij 's Rijks werf, te Am
sterdam, J. P. Koenen den loods-
schipper der 1ste klasse in hel 3de dis
trict C. Duinker den opzichter-ma
chinist bij *s Rijks kustverlichtirfg, te
Terschelling, J. van der Burgt
hem weg te loopen, toen o, het
was wel vreemd, dat het toeval mij
hier te hulp scheen te willen komen
toen mijn voet tegen iets op de
straatsteenen stiet. En ik raapte het
op, en het was een mes, het mes van
Mr. Fairfax. Ik had het dikwijls ge
zi'-n, daarom kende ik het. Toen ik
het opendeed, had hij Farge mij
zijn rug toegedraaid, en ik keek er
juist naar, leen hij mij zag.
O, dat is dus je plan! riep hii
uit, en ik keek alleen maar naar het
mes. lk dacht wel, dat je ccn of
andere bijzondere reden had om mij
hierheen te lokken I Wie was nu
dc leugenaar, als ge bedenkt, dat ik
liet mes cog maar pas had opge
raapt? En met die woorden stoof bij
op mij af en greep mij stevig vast.
Eerlijk gezegd, heeren, ik was bóngen
zooals ik meen u a! verteld te heb
ben, ik heb e n hekel aan lichamelij
ke pijn en hij bezorgde mij die zoo
he vb' Ik heb nog een blauwe lek
op mijn arm, die hij mij bezorgd
heeft. Maar in tnün hart ben ik geen
lafaard, heeren. en ik verdedigde mij.
Ik sloeg hein terug, nog eens en nog
eens. Mijn armen ziin mager, moet u
weten, maar zij zijn sterk. En ik, een
kleine, zwakke, oude man, ik wist
hem te overmeesteren, en ik 6tak hem
met het mes, nog eens en nog eens.
O, ik heb hem niet gespaard. En toen
begon hij hevig te schreeuwen en ik
helde weg. Dat iB de waarheid, bee-