HAARLEM S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. WOENSDAG i SEPTEMBER 1612 OM ONS HEEN No. 1681 Reisherinneringen. IV. Er komt wel niemand in het Rijn dal, of hij maakt een uitstapje naar Wiesbaden. De plaats ia populair in Nederland, menigeen dio er de mid delen voor heeft, of vinden kan, maakt er een badkuur door en dat is geen wonder, want Wiesbaden ligt betrekkelijk dicht bij onze grenzen, Koodat zieken en zwakken den indruk krijgen of het vaderland niet al te ver af is. Ook voor andere nationaliteiten heeft Wiesbaden een goeden naam. De stad leeft dan ook van de vreem delingen. Het Verkehrsbureau, dat mij bij mijn komst allervriendelijkst ontving, zond mij den volgenden dag naar St. Goar een heel bibliotheekje met gegevens, waaruit ik alvast wat cijfers putten kon, om een denkbeeld te geven van wat Wiesbaden als bad plaats beteekent In het keurig geïllustreerde fiur- prospekt staan de hotels en pen sions natuurlijk opgesomd. Drie af- deelingen zijn er van gemaakt, eene voor hotels, die tegelijkertijd badhui zen zijn en hun eigen geneeskrach tig bronwater hebben; dat zijn er der tig. Dan dc gewone hótels en loge menten; te zamen 83. En eindelijk 16 hótel-garnis en 164 pensions. Wie <iaar niet onder dak komen kan, moet vel geen cent meer op zak hebben. Is het wonder, dat het aantal docto ren hier groot is? Ik tel er 210, behal ve de in Duitschland en elders geëxa mineerde landartsen. En nauwelijks is de toerist Wiesbaden binnen getre den, of hij vindt de teekenen hunner aanwezigheid in naambordjes op vil la's, woningen en poorten. Daar kan wel niemand tegen hebben, maar be denkelijker is het, dat hier en daar al vast bij voorbaat aan de patiënten voor de kwalen waaraan zij lijden sichere Erfolg wordt toegezegd. Het riekt naar kwakzalverij, aan on geziene zieken reeds op de huisdeur goede resultaten te beloven. Of be hoort deze aankondiging tot de sug gestie, die van een badplaats uit gaat? De genezing, die daar inder daad dikwijls verkregen wordt, berust immers niet alleen op de uitwerking van een geneeskrachtig water, maar ook al, en misschien grootendeels, op het voorgeschreven dieet, de afwezig heid van zorgen voor zaken of ande ren arbeid en de aanwezigheid van afleidende ontspanning. Want ook aan amusementen ont breekt hel er niet. Concerten bij de vleet, vier fccnouwburgen, musea, bi bliotheken, sport en een reeks van [eesten, die de Kurvcrwaltung aanricht, zorgen er voor, dat niemand zich te Wiesbaden behoeft tc verve-, len. Op den dag toen wij er kwamen, werd er in de bronhal een concert gegeven en drie in het park van het Kurhaus, met een ballon-opstijging van Miss Polly en een groot vuur werk tot slot. Bovendien konden de liefhebbers 's middags tc 3 uur met een mailcoach, het welbekende grooto rijtuig, dat de Engelschen zoo be- mirnen, ecu rit in den omtrek ma ken. Was het toeval, maakten wij het ons zelf wijs, ik weet het niet, maar terwijl het de heele week in St. Goar frisch, om niet te zeggen koud was geweest, leek ons de temperatuur te Wiesbaden al dadelijk veel zachter. Daar is de stad trotsch op, te meer omdat haar badseizoen ook doorgaat in den winter. Prof. Freijbe heeft daarover a een waarneming van veertig jaar, een brochure geschreven, die vóór me ligt maar onopengesne- den. Ze is voor een vluchtig artikel te geleerd, ik kan er alleen dit van zeggen, dut de schrijver tot gunstige conclusies komt voor de zachtheid van de temperatuur en den neerslog, hulselijker gezegd, de hoeveelheid re gen, uitvoerig schildert als beneden het gemiddelde elders. Heerlijk oord! Kon Haarlem eens, al was 't maar voor kort, met Wiesbaden van plaats verwisselen I Een aardige stad is Wiesbaden ze ker. Moderne straten naast een inte ressant oud gedeelte, een drukke pan toffelparade op de Wilhelmstrasse, maken de wandeling in dc stad met mooi weer tot een genoegen. Men be denke, dat de stad, buiten do bad gasten en dagjesmenschen, ongeveer hetzelfde aantal inwoners heeft als Utrecht en dus van vrij grooten om vang is. Maar het middel van bestaan is er de badplaats. Anders bouwt men er geen Kurhaus van meer dan drie en een half millioen gulden. En hoe men ook oordeelen mag over den smaak, waarmee het gebouw is op- en inge richt, naar iets grootsch, iets fraais is in elk geval gestreefd. De wandel- hal in 't midden is in elk geval een prachtstuk, de conversatiezaal is rijk, maar wat Duitsch-verblindend en de zoogenaamde schelpenzaal van ver ouderden smaak. Daarentegen is het een genot, de groote en kleine con certzaal en dc bibliotheek eens door te wandelen en iedereen, die het gebouw weer uitstapt, moet respect hebben voor den ondernemingsgeest, die zooiets heeft aangedurfd. Daarbij vergeleken is de drinkhal van de Kochbrunnen, de groot ste en belangrijkste van Wiesbadens vijftien warme bronnen, uit den aard van de zaak eenvoudig. Ze dient dan ook alleen om aan de kurgasten het heele water te schenken, dat dezen dan onder een kleine wandeling on der de galerijen langzamerhand lecg- slurpen. In 't bassin borrelt het hee- te water omhoog, een wolk van damp verspreidend en de meisjes, die er bij op wacht staan, vragen uitlokkend genoeg of we een glas willeu hebben. Maar wie, zooals wij, pas gegeten heeft, doet wijs met niet te probeeren, welke onverwachte en ongewenschte werking heet water, ook al is het ge neeskrachtig, op zijn maag zou kun nen hebben. Tal van kwalen, waar onder jicht en rheumatiek, verlam mingen, zenuwpijnen, beender kwa len en nog veel meer, moeten voor de geneeskrachtige wateren wijken, maar daarvoor kwamen wij ditmaal niet, zoodat ook dat geen reden was, om ons aan 't heete water te wagen. Wel vonden we buiten, eerst in dc Wilhelmstrasse, naderhand in den Kurhaustuin, de levende bewijzen.dat Wiesbaden bij zieken in trek ia Me nigeen liet zich daar, blijkbaar niet voor plezier, maar uit noodzaak, in een wagentje rondrijden en aan knob bels op de handen was de vreeselijke kwaal van rheumatismus de formans te herkennen, die haar afspiegeling bovendien nog vond in een van pijn vermagerd en ver trokken gezicht. Zulke figuren stem men tot ernst en medelijden. Maar van den toerist kan niet ge vergd worden, dat hij zich al te lang verdiept in het lijden dat hij om zich heen aanschouwt, vooral niet wan neer daarnaast zooveel aanleiding is tot opgewektheid en vermaak. De M i 1 i t a r-K a p e 11 e blies op baar best en een groote schare nieuwsgie rigen kwam langzamerhand toe- stroomen om juffrouw Polly straks met haar ballon omhoog te zien gaan. Daar in die wandelende menigte was afleiding genoeg. Personen van alle nationaliteiten, van iederen leeftijd en van elke kleedïng guigen daar voor bij. Vooral dp dames schroomden het meest buitenissige, of moet ik eerbie dig zeggen: de laatste mode, niet. Rokjes op de grens, waar boeien be ginnen, hoeden van nooit geziene vormen en kleuren, groote wandel stokken als echos uit den tijd van 't Directoire, waar niemand dan wij, klein elan ds-menschen, Iets bijzonders in scheen te zien. Nederlandsche vrouwen, moeders en zusters, steken zich, wanneer zij den middelbaren leeftijd bereikt hebben, al gauw in sombere, althans bescheiden kleuren, hier dragen bejaarde dames met de grootste zielsrust witte blouses of ja- por.ncn en Ik zou niet weten, wat laar tegen is. Maar 't is waar: een man kan zulko dingen niet beoor- j deelen en in elk geval deed het schouwspel van een minstens zeven tigjarige vrouw, met grijs haar en een ronden hoed met rozen, zoo als hier meisjes van zestien jaar wel dragen, eigenaardig aan. Te midden van al deze zijde, satijn, fluweel, kwam een jong meisje voorbijgestapt, in een eenvoudig wit japonnetje, zonder eenigen opschik. Die leek ons 't mooist, althans 't liefst gekleed. 't Volgende oogenblik hoorden we haar Hollandsch spreken; het natio naliteitsgevoel had hier blijkbaar on bewust de voorkeur gesuggereerd. Miss Polly hebben we niet omhoog zien gaan, evenmin als het vuur werk, dat inderdaad te Wiesbaden prachtig wezen moet Maar te half twaalf 's avonds nog een paar uren sporen lokt rustige pensionbewoners niet aan. Zoo tramden we dus naar 't station, met een aangename herinne ring aan het vriendelijke Wiesbaden, dat veel pijn en lijden achter veel vermaak verbergt. De Keizer zelf komt er graag, niet zonder trots noemt de stad zich residentie. Overal hangt zijn portret met een photo, voorstellende dat hij met zijn staf van een wandelrit terugkeert Geen won der, want Wiesbaden is mooi en in den Taunus fraai gelegen. Maar één aanmerking moet me van 't hart. Het station, hoe gemak kelijk ook ingericht, is een kopsta- tion en dat is te merken, 't Schijnt er niet door te waaien, zoodat er een •duffo atmosfeer in hangt. Dat is geen mooie entree voor een stad van sierlijkheid en weelde. J.C.P. Caiterianlsch Overzicht Ds spanning In dsn Balkan. In Turkije duurt de spanning voort Ook in de binnenlandsche politiek. Het congres der Jong-Turksche par tij, dat, naar het heette, verboden was, is toch te Konstantinopel bijeen gekomen. Op dit congres zullen de hervorming der organisatie van het Comité voor Eenheid en Vooruitgang en de wijzi ging van het Jong-Turksche program de hoofdpunten van bespreking uit maken. Over de noodzakelijkheid dier her vormingen zijn alle Jong-Turken het lang niet eer>s Een gedeelte, onder leiding van Djavid jasja. wil van gee» wijzigingen weten, de andere fractie, die blijkbaar rekening wil honden met de veranderde tijdsomstandigheden en geleerd heeft uit de gebeurtenissen van den jongsten tijd, zal trachten HiL mi pasja over te halen de leiding van het Comité op zich te nemen. Hilmi schijnt daartoe niet ongeneigd te zijn, maar hij stelt als eisch, dat Djavid pasja en andere minder gewilde voor mannen der partij uit het bestuur worden gezet Bovendien wil hij het program in dien zin gewijzigd zien, dat niet het Fransche parlementaris me, maar het Duitsche constitutio.va- lisme ten voorbeeld genomen wordt. Aan welke zijde de zege zal zijn, valt nog niet uii te maken. Wel schijnt do meerderheid der Jong-Tur- kon Veel voor de opvattingen van Hil mi te gevoelen. Naar uit Uskub gemeld wordt, eischen de Albaneezen te Prizren van de Turfcsehe regeering, dat zij den op standeling Jahi-4 als moetessarif van Prizren aanstelt. Zij verlangen ver der, dat de Katholieke Serviërs en Bulgaren de klokken uit him kerken verwijderen. Er zou onder de leiders der Alba- neezen een or verzoenlijke twist zijn uitgebroken, zcodat een onderlinge strijd vqrwachc kan worden. De in vrijheid gestelde gevangenen vormen struikrooversbenden, die de omstreken van Prizren en Worisso- witz onveilig maken vooral Turksche notabelen hebben veel van hen te lij den. Men vreest voor verdere onlusten en verzoekt der regeering onverwijld troepen te zenden. Te Gosiwar nemen de diefstallen van vee, dat de Chris tenbevolking toebehoort, van dag tot dag toe. De oorlogtDsscben Italic enTurkUe Eerst iets over de vredesonderhan delingen. Men ontkent in de kringen der Ita- liaansche en Turksohe onderhande laars te Montreux in Zwitserland, dat de besprekingen zouden zijn afgebro ken. Wellicht heeft tot dit gerucht aanleiding gegeven het feit, dat on langs de Italianen zijn vertrokken, cm mondeling overleg te plegen met mi nister Giolitti. Na verloop van eenige dagen zijn de onderhandelingen voort gezet. In officieele en eoe<l ingelichte krin gen te Konstantinopel verzekert men ook. dat de onderhandelingen over den vrede in Zwitserland voortduren. Ja, er wordt zelfs bij gemeld, dat de kans, dat een verdrag tot stand zal komen, zeer gunstig is. Ds Fransche zorgen In Marokko Van belang is een telegram, mel dende, dat aan de grens van het Chau- ja-gebied, dat voor geheel gepacifi ceerd geldt, een gevecht geleverd Is tusschen Franschen en inlandsche - troepen, waarbij aan Fransche zijde vier dooden, o. w. een onderofficier, vielen. De stammen weten, dat het geheele Chauja-gebied vat. troepen ontbloot is, lietgeon de antl-Franschgezinde stemming in de hand werkt en tot uiting doet komen. Wanneer deze beweging gecombi neerd wordt met het opdringen van den Sultan-coi current El Heiba, dan staat een débScle te wachten, meent de oorlogscorrespondent van de „Echo de Pans". Ook uit het Tadla-gebied, gelegen In «len rug en op den linkervleugel van de kolonie Mangin komen berichten van voortdurende concentratie van Berberhorden. Een journalist heeft dezer dagen een onderhoud gehad met generaal I.vautey over den toestand. De resident-generaal verzekerde, dat de regeering hem alles toegestaan i heeft, wat hij gevraagd had binnen kort zou hij alvast kunnen beschikken over negen bataljons, die echter slechts eert minimum zijn van hetgeen thans noodig is. De toestand is inderdaad ernstig, constateerde de generaal en wellicht zal hij over er.kèle dagen nog ernsti ger worden. Dc gebeurtenissen zijn elkaar, sinds ik hier ben, wel heel snel opgevolgd; eerst die geschiedenis te Fez, toen dc abdicatie van den Sul tan, de verheffing van den nieuwen Sultan Youssef, de troebelen te Ma- rakesj. Maar binnen enkele dagen zal ik in staat gestel'! zijn het hoofd te bieden aan den opstand in het Sous- gebied ik ben overtuigd, spoedig de rust en orde aan de grenzen van het Chauja-gebied te kunnen herstellen. De toestand van de Franschen te Marakesj is zeer critïek, hoewel niet hopeloos te achteu. Invloedrijke in landers wenden alles aan om iien te redden, tin een heden ontvangen tele- I gram wordt gemeld, dat van kaid iGlani een brief ontvangen is, waarin hij meedeelt, dat de Fransche gevan genen in vriligheid zijn. Hoe cu waar is evenwel nog niet bekend). Ten slotte wees generaal Lyautey erop, dat de dienst voor de aan wezige troepen veel te afmattend en inge spannen is, daar de menschen haast geen gelegenheid hebben tot rusten, zoodat het zenden van versterkingen noodzakelijk is. Er is weer gevochten. Een op marsch zijnde Franscho colonne is door 200 Zaers aangevallen. Aan Franscho zij de sneuvelden 4 mau en werden 2 man gewond. De verliezen van de inlanders zijn blijkbaar niet bekend. lllirlil. DE DUITSCHE KEIZER IN ZWITSERLAND. De Keizer is gistermiddag te Bazel aangekomen en begroet door dc hem toegevoegde officieren, de vertegen woordigers van de regeenug van Ba zel en de Duitsche gezant. Daarna ver trok Z. M. i aar Zurich. Daar werd de Keizer ontvangen door den bondspresident, dr. Forrer, een delegatie uit den bondsraad, de autoriteiten van Zurich en vertegen woordigers van het leger. Hij werd toegejuicht door een buitengewoon talrijke menigte. Met don president liep de Keizer langs het front der ecrecompagnie en begaf zich daarna naar do villa Licht- berg. Gisterenavond werd bij president Forrer een feestmaal van 36 couverts gegeven ter eero van Keizer Wil helm. ENGELAND EN DE VEREENIGDE STATEN. In verband met de mededeeling, dat Engeland een scheidsrechterlijke be slissing zou eischen van zijn geschil met do Vcreenigde Staten r ver de wet op het Kanaal van Panama, wordt nu bericht, dat de Engelsche regeering daarbij slechts bepaalde omstandighe den op het oog had. Een definitieve beslissing te dezer zake is evenwel nog riet getroffen. UIT MEXICO. De toestand in Mexico schijnt, blij kens de laatste berichten, veel ver warder U) zijn dan men tot dusverre meende. Volgens een globale schatting van de vertegenwoordigers van vreem de landen zijn er In 17 staten nog 18,(XX) robellen, die strijd voeren tegen president Madero. Plunderingen en moorden zijn dan ook nog aan de or de vun den dag. Naar liet schijnt, zijn er ongeveer zes tot zeven verschillende bewegin gen gaande, geleid door verschillende personen, die het onderling slechts op één punt eens zijn, nl. dat Made ro moet aftreden aLs president. Binnenland KONINKLIJKE ONDERSCHEI DINGEN. (Vervolg), is bevorderd tolridder in de orde van Oranje-Nassau" E. E. A. Marcks, commies der 3e klasse by den post dienst in Nederlandsch-lndié, Neder- landsch-Indisch postagent te Penang (Straits Settlements) zijn benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau G. I'. E. Gong grijp, secretaris der residentie Banka en onderhoorighedeu F. B. Botten, controleur bij het binnenlarsdsch be stuur op Java en Madoera H. C. Gooszen, Oost-Indisch ambtenaar met verlof, laatstelijk controleur bij het binaenlandsch bestuur in de Buiten bezittingen A. te Wechel, houtvester bij het boschwezen in Nedeilandsch- Indië W. Burer. hoofdcommies ter Algorneene Secretarie tc Buitenzorg, ds. K. Wielenga, missionnair predi kant op Soemba (residentie Timor en onderhoorigheden)J. Verhoeven, aendelmgleeraar te Tjideres (Cheii- bon), in dienst van de Nederlandsche Zendingvcreeniging te Rotterdam J. E. G. van I.ookeren, directeur dc-r op leidingsschool voor inlandsche ambte naren to Magelang mejuffrouw S. E. Géraud, onderwijzeres der 1ste klasse bij het openbaar Euiopecsch lager on derwijs, hoofd der meisjesschool to Makasser mejuffrouw M Th. Steegh, hoofd van 't instituut der Vereenigirig van de Zusters Franciscanessen te Se- marang O. G. Heldring, mijninge nieur, toegevoegd geweest aan het ex ploratie-detachement voor Zihd- Nieuw-Guinea W. M. Palm, ambte naar op wachtgeld, te voren contro leur bij het binneulandsch bestuur in de Buitenbezittingen, thans tijdelijk gesteld ter beschikking van den direc teur van couvernementsbedrijven J. G. Nuinans, ingenieur der 2de klasse bij den waterstaat en 's lands burger lijke openbare werken in Neder- landsch-lndieP. Wettere, gepension- ncerd algemeen ontvanger van 's lands kas te Batavia J. Kop, com missaris van politie der le klasse te Batavia P. A. van Noorden, admi nistrateur van de suikerfabriek Ka di paten" (Cheribon)Achmad Abdul Azis effendi, voorzitter van de Tange- rangsche Landbouwverceniging, eige naar van het in de afdet-ling Tange rang gelegen particuliere land Am stelveen of Tanahtinggi Tsjiong Tsiok Fie, alias Tjong A Fie, majoor der Cluneezen te Medan (Oostkust van Sumatra) Tan Siauw Lip, majoor der Chineezen te Semarang inas Ab- bekassan Atmodirono, architect hij den waterstaat en 's lands burgerlijke openbare werken in Nederland9Ch- lndiê J. S. Roos, rabbijn der Neder- landsch-I&raélietisclie gemeente te Pa- ramarilK), met verlof in Nederland C. R. Weytingh, districtscommissaris te Nieuw-Amsterdam ^Suriname) G. J. van Grol, gezaghebber van het eiland St. Eustatius (kolonie Curasao); J. Postma, gepensionneerd Oost-In disch ambtenaar, te 's-Gravenhage, voormalig onderwijzer 1st© klasse bij 't openbaar Europeesch lager onder wijs in Nederlardsch-IndieK. Gjel- Feuilleton Het geheim van de Tower Hili. Uit het Bngelsch, door A. WILSON BARRETT. 84) Rike lachte weer, terwijl zijn roode oogen van den een naar den ander dwaalden. Iloe zoudt ge er mij dan toe kun nen dr.iwgen? vroeg hij. O, ik zeg u, Iaat mij gaan! ging hij voort, weer opnieuw door een hevige bui van be ven aangegrepen. Ik hoop dat u er het raadzame van in zult zien mij uwe bekentenis te doen, maar als ge niet wilt, dan zal ik uw nek tusschen mijn beide handen schroeven, totdat ge tot an dere gedachten zijt gekomen. Ge zult mij niet aanraken I schreeuwde Rike, terwijl hij nog groener werd en wild om zich heen keek. Ik zou je voor twee etuivers vermoorden, zei Justus, en mij her inneren dat je getracht hebt mij voor nog minder van kant to maken. En nu, ga je gang! Dark, geef mij je zak boekje en die vulpenhouder. Rike, die op zijn knieën rondge- schoven had, vlak bij de voeten van Justus, was steeds dichter bij de kelderladder gekomen, en terwijl de ex-soldaat den agent de gevraagde artikelen toereikte, stond hij snel op en deed een sprong in de richting van de ladder. Maar Dark was hem te vlug af. In een oogenblik was hij hem voor en duwde hem in de armen van Justus terug En do ijzeren vingers van Justus sloten zich om zijn nek. Nu, hoe heb je je vriend ver moord? vroeg hij. De kleine man liet een benauwd gorgelend geluid hooren en bood geen tegenstand meer. O, ik ben bang voor u, zei hij. Ik wil niet, dat ge mij pijn doet. Ik kan niet tegen lichamelijke pijn. Laat mij gaan eu ik zal het u vertellen. Gauw dan, zei Justus, terwijl hij het mannetje met minachting van zich afduwde, en zijn zakboekje en pen gereed legde. Rike zweeg even, terwijl zijn roode oogen van den ecnen kant van den kelder naar den anderen dwaalden en hij zijn vingers tusschen zijn be vende lippen stuk beet Zoo is het gegaan, zei hij einde lijk, terwijl hij zijn armen als ten einde raad, slap liet neerhangen en zijn oogen onbestemd op den voch- ligen vloer staarden. En ge zult zien, dat ik niet te laken was. Ge zult ge nade voor mij kunnen krijgen. Ik ben ccn oud man en heel slecht be handeld. Ik heb Mr. Fairfax een grooten dienst bewezen -Ik had hem er voor behoed te worden opgehan gen. O. denkt u, dat hij mij zal wil len redden, voor mij in de bres zal willen springen? Jk zou het niet denken, zei Jus tus koel. Maar—hem er voor bewaard te worden opgehangen. Dat is een leugen. Neen, neen. Het is geen leugen, bromde Rike. Hij heeft Wedderburn vermoord. Hem geworgd. En hem zoo neergesmeten, dat hij zijn schedel te gen een lessenaar brak. Dat is een leugen, zei Justus be daard. Wedderburn stierf aan een hartkwaal, ik ken de verzekering van Farge daarover. Rike keek snel op. Maar Farge is dood, zei hij. Hoe is dat mogelijk? Farge zond zijn medisch dagboek en een brief aan Mr. Fairfax voordat u voordat hij stierf, zei Justus. Rike knerste op zijn tanden. Verwenschte kerel, dat dagboek heb je van mij gestolen I riep hij uit. Is het dan geoorloofd Zooals go waarschijnlijk weet, stond dat niet in het dagboek, toen je het weer van mij terugstal, zei Jus tus. Maar het dagboek gaf mij een sleutel, en ik volgde dien. En de ge tuigenis is heel duidelijk met betrek king tot Mr. Fairfax en komt overeen met hetgeen ge zelf bij het eerste ver hoor hebt beweerd. Daarom zal ik daar niet veel meer over zeggen, ging hij voort. Het hoofd van Rike was weer op zijn borst gezonken. Hoe dit zij, ik redde hem, zei hij, en hij behandelde mij niet vriende lijk. Hij wilde niet verstandig zijn En hij ging heen en liet mij in den steek. Een fortuin weggegooid en mij aan mijn lot overgelaten, zoodat ik niet wist wat te moeten beginnen. Ge slaagdet er niet in hem om te koopen, meent u, zei Justus. Rike nam daar geen notitie van, maar ging als in een droom voort. Ging heen en verdween. En Farge stelde mij ook teleur. Hij wilde de din gen niet goed inzien, na al de moeite, die ik er mij voor gegeven had, na alles wat Ik had moeten meemaken. Hij maakte mij zenuwachtig. Ik wae niet zeker of ik wel op hem kon re kenen, en hij kostte mij een hoop geld. Bijna honderd pond had hij twee dagen vóór hij stierf van mij ge kregen. Justus bewoog zich een beetje ze nuwachtig. Ja, ja, zei hij. Ga voort. En hij praatte nonsens, over zijn geweten en dat Fairfax misschien verdwenen was om een eind aanzijn leven te maken. En ik maakte mij woedend op hem. Dat zoudt ge zelf ook geworden zijn. En wij twistten voortdurend samen en hij was heel heftig en onbeschoft. En dat kon ik niet verdragen. Daarom maakte ik een afspraak om hom op zekeren avond in den omtrek van de Dokken hier te ontmoeten. Ik had een plaats- biijel voor hem genomen op een boot uaar Zuid-Amerika, en ik had een heele hoop geld voor hem bij mij om hem over te halen weg te gaan. Ik begreep dat hij het niet doen zou, als ik het hem dadelijk zei. Maar men kon alles met hem beginnen als hij dronken was, en ik was van plan hem dronken te maken en hem dan met vijftig pond op zak weg te stu ren om een nieuw leven te beginnen. O, de menschen zijn altijd zoo on dankbaar tegenover mij geweest Hij zou zich daar binnen zes maanden hebben doodgedronken, en dan zou dit alles niet gebeurd zijn. Maar hij wilde niet gaan, die dwaas, die gekl schreeuwde de kleine advocaat, ter wijl zijn stem tot een vlaag van ra zernij scheen te zullen overslaan. Hij wilde niet gaan. Hij beweerde dat ik het slecht met hem meende, dat hij bang voor mij was, en hij pro beerde mij te verlaten en naar huis terug te gaan. Hij zou niet drinken, en hij sloeg mij mij, een zwak, oud man midden op straat. Ik was niet gezond, heeren, en ik heb een hekel aan lichamelijke pijn; en hij deed mij schrikkelijk pijn, werkelijk, hij joeg mij angst aan. Ik probeerde voor Onze Lachhoek Chef. Wat Is dat Mullor, u val- ku de oogen toe? Boekhouder. Pardon, dat Is zui ver toeval. Mevrouw Van Hiernaast Pro fessor Adagio was gisteren bij onsen mijn dochter hooft voor hem piano gespeeld. Hij was razend door haar snel. Mevrouw Van Hierboven. Hoe lomp! Waarom wiet hij zijn gevoe lens niet tc verbergen, zooals w ij ab lom aal doen. DE GEEST DES TIJDS. Hij (in overpeinzing). Als ik vroe ger eens een beetje beleefd tegen een meisje was, werd het altijd als een liefdesverklaring opgevat en als ik nu in ernst een liefdesverklaring doe, be schouwen ze liet enkel maar als een beetje beleefdheid. lerup, officier van gezondheid der lrto klasse bij het leger in Nederlandsch- Indië J. L. Doerrleben, K. F. Koch, E. A. J. Nobele en II. A. Cramer, allo vier kapitein der infanterie van het leger in Nederlandsch-Indii' J. P. van der Ploeg, eerete-luitenani der in fanterie van bet leger in Nedcri.-Jn- dië, met verlof in Nederland en is de ©eremedaille der orde van" Oranje-Nassau toegekend in goud, hij bevordering, aan I>. Krens. hoofdopzichter van den arbeid bij het Rijksopvoedingsgesticht voor jongens „Veldzicht", te Averccst in goud aan A. Sijsma, notaris klerk te Tiel in zilver, bij bevordering, aan A. A. Clercx, bod© bij de nrrondisse- ments-rechtbank te Utrecht in zilvc-r nan M. W. J. van Teer ling. hoofd-bcwnarder-majoor in de strafgevangenis te 's-Grnvenhag*B. J. vin den Berg. hoefdbov. aarder in de strafgevangenis te Amsterdam J. van Kleef, werkbaas fsniid) bij de Rijks-werkinrichting Veenhuizcn A. J. Ruumpol, bakkersbaas bij de Rijks werkinrichtingen Veenhuizen P. J. van der Leek, rijksveldwachter briga dier-majoor te 's-Graven ha ge P. Lu- cassen, rijksveldwachter brigadier- majoor te Winschoten; P. Vet, rijks veldwachter brigadier-majoor te Lei den W. van Keulen, rijksveldwach ter-brigadier te Roermond A. A. Éls- hout, rijksveldwachter-brigadier te Alero J Vermei len, rijksveldwach ter-brigadier te Nieuwer-Amstel M. H. Smits, rijksveldwachter-brigadier te Doesburg R. Houkes, rijksveld wachter brigadier titulair te Zwart sluis H. Joosten. hulpschrijver ten parketle van den officier van justitio bij de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage P. C. Alblas, bode l ij het Departement van Justitie te 's-Gra venhage in brons, aan J P. Letse hert. rijka- veldwachtcr-brigadier-titulair te lei derdorp D. J. de Jong, rijksveldwach ter-brigadier-titulair te Veenwou'lcn J. Ganzevoort, rijkeveldwachter-briga- dier-tïtulnir Ie Amsterdam \Y Roden burg, rijksveldwachter-brigadier-titu lair te Rhoon R G. J. van Bcmm. l, rijksveldwachter te Nunspeet 11. eibergen, bewaarder 2en rang in de strafgevangenis te Groningen^ J. Jon ker, beambte van den lsten rang in het Rijksopvoedingsgesticht vroor jon gens te Alkmaar H J. Abrahams, be ambte van den len rang in het Rijks opvoedingsgesticht vcor jongens ,.de Kruisberg", bij Doetinchein W. Pot- ze, bewaarder 2en rang in de gevan genis te WinschotenK. F. Schoon- hoim, kok in de strafgevangenis te Utrecht J. H. Verhagen, winkelhou der bij de Rijkswerkinrichtingen Veen- huizen - in zilver, aanG. Meijer, bode cp het raadhuis, te Zwolle J. OortgijS, oud-assistent-opzichter bij de gemeen tewerken, te Rotterdam J Santhui zen, gemeente-veldwachter, te liet BildtT. C. Vuurman, voorz. van de Scherpschuttersvereen. ..De Trans vaal", te DelftF. Oostdijk. rekenaar bij de sterrenwacht, te Leiden in brons aan R. Wildeboer, chef stratenmaker in dienst der gemeeute Meppel in goud aan den opperscliipper II. Vergragt in zilver, aan den opperstoker W. J. Kleynden terpedcuuaker-majoor D. W. Vonk den bottelier-majoor J. de Munck den sergeant-kok A. Hoon- hout den opzichter bij de koloniale opslagplaats bij 's Rijks werf, te Am sterdam, J. P. Koenen den loods- schipper der 1ste klasse in hel 3de dis trict C. Duinker den opzichter-ma chinist bij *s Rijks kustverlichtirfg, te Terschelling, J. van der Burgt hem weg te loopen, toen o, het was wel vreemd, dat het toeval mij hier te hulp scheen te willen komen toen mijn voet tegen iets op de straatsteenen stiet. En ik raapte het op, en het was een mes, het mes van Mr. Fairfax. Ik had het dikwijls ge zi'-n, daarom kende ik het. Toen ik het opendeed, had hij Farge mij zijn rug toegedraaid, en ik keek er juist naar, leen hij mij zag. O, dat is dus je plan! riep hii uit, en ik keek alleen maar naar het mes. lk dacht wel, dat je ccn of andere bijzondere reden had om mij hierheen te lokken I Wie was nu dc leugenaar, als ge bedenkt, dat ik liet mes cog maar pas had opge raapt? En met die woorden stoof bij op mij af en greep mij stevig vast. Eerlijk gezegd, heeren, ik was bóngen zooals ik meen u a! verteld te heb ben, ik heb e n hekel aan lichamelij ke pijn en hij bezorgde mij die zoo he vb' Ik heb nog een blauwe lek op mijn arm, die hij mij bezorgd heeft. Maar in tnün hart ben ik geen lafaard, heeren. en ik verdedigde mij. Ik sloeg hein terug, nog eens en nog eens. Mijn armen ziin mager, moet u weten, maar zij zijn sterk. En ik, een kleine, zwakke, oude man, ik wist hem te overmeesteren, en ik 6tak hem met het mes, nog eens en nog eens. O, ik heb hem niet gespaard. En toen begon hij hevig te schreeuwen en ik helde weg. Dat iB de waarheid, bee-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5