BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1912
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEMS DAGBLAD KOST
f 1.20 PER 8 KAANDEN
OF 10 CENT PER WEER.
AOfólNlSTRAÏIB GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUM
ADVERTENTIÊN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT
Het Rijke Natuurleven
SCHUTTERS IN DU PLANTEN
WERELD.
Wanneer we slechts letten op bota
nische merkwaardigheden, op kleur
en blad vórm, bestaat er geen on
kruid.
Dan zijn alle plantjes die zoo in
't wilde opschieten, wonderen van
constructie, dan zijn ze alle belang
rijk genoeg, om in hun geheelen
vensloop te worden bestudeerd.
Als een toevalligheid komt het soms
voor, dat planten, die het minst ge
teld worden, bij grondige waarne
ming do grootste bijzonderheden ver-
toonen en van het oogenblik af,
waarop we die ontdekken, behooren
ze dan vaak tot onze tuinvrienden.
Meer en meer wordt het „wilde
goed'' door de plantenvrienden naar
den tuin overgebracht, meer en meer
wordt hun do aandacht geschonken,
die ze verdienen.
Mooie Parnassia's ontsluieren er
hun bestuivingsge'ieimen, flink uitge
groeide Cheiidoniums hebben er een
plaatsje veroverd, ter wille vao hun
mooie lil nbTen en eigenaardige zaad-
verspreiding.
Een is er, die nog niet ten volle
wordt gewaardeerd, ondanks zijn
veelzijdige capaciteiten.
Het is de klaverzuring, een plantje
dat beurtelings optreedt als wcerpro-
feet en bommen1werpster, en dat heel
goed als vulling van een loelijk hoek
je kan worden gebruikt, vooral als
andere planten haar diensten weige-
Waar ze soms vandaan komen,
met uit te maken.
In een paar weken tijd hebben ze
een heel terrein veroverd en dank
baar zenden ze de ranke bloemsteel-
tjes omhoog.
Het signalement, anders een lastige
kwestiee is hier gemakkelijk te geven.
Zoek een dicht bebladerd plantje,
op de bladeren afgaande, sprekend
op klaver gelijkend, met een zuren
smaak en tien tot twintig gouden
sterretjes tusschen de bladeren. Dit
is de klaverzuring.
Het is overal te vinden. Onder den
overhangenden tuinheester zoo goed
als aan den kant van het bollenveld,
het is overal thuis en verdraagt heel
wat droogte.
Ondanks hun groot aanpassingsver
mogen, wapenen ze zich toch tegen
schadelijke weersinvloeden.
Ze gaan 's avonds „slapen d. w.
z. ze nemen een houding aan, die de
verkoelende werking van de nacht-
lucht tegengaat.
De echte klaver, het plantje, dat
ongevraagd heelo gedeelten van ons
grasveld voor zich opeischt, wijkt
wat de manier van opvouwen betreft,
sterk van de klaverzuring af.
Zij vouwt de twee buitenste blaad
jes naar elkaar toe en legt er het bo
venste horizontaal, dus als een be
schuttend dak. overheen.
De klaverzuring is nog beter op de
komst van de nachtelijke koelte voor
bereid.
De drie blaadjes, die alleen bij
mooi weer vlak uitstaan, buigen zich
tegen den avond, of ook als er regen
dreigt of een koude wind door den
tuin blaast, geleidelijk omlaag.
Steeds meer leggen zc zich tegen
den bladsteel aan. Op dezelfde wijze
als een regenscherm zich sluit,
wordt ook hier het drietal blaadjes
verder dichtgevouwen. Als do helften
van een boek klappen de blaadjes om
de hoofdnerven dicht en zoo, terwijl
de koude en de wind minder vat op
hen hebben en de vendamping w ordt
tegengegaan, wachten ze den nieu
wen morgen af.
Nu is het eigenaardig, dat de
blaadjes zich ook bij feilen zonne
schijn sluiten, hoewel niet zoo vol
komen als ze dit des nachts doen.
Een feit is het, dat ze ook overdag
voor overtollig waterverlies waken.
Als de kleine, gele bloempjes hun
gloriepunt hebben bereikt en de gou
den Handjes langzaam verwelken,
veranderen de bloemstelen in mini
atuur-luchters.
Bij zes- of zeventallen zien we ze
dan de kleine kegelvormige vrucht
jes omhoog steken. Loodrecht, als
kleine kaarsjes staan ze op de dun
ne vruchtsteeltjes.
Scherpe ribbon geven hun een ei-
genaardigen vonn, die ook de vruch
ten van de spriugbaiserniëu kenmerkt.
Zij zijn de lijnen waarlangs de
doosvrucht zal openspringen, zij zijn
de nu nog gesloten poorten, waar
door de zaadjes naar buiten worden
geworpen, als si] volkomen rijp zijn.
In goed aaneengesloten rijen staan
zo boven elkaar, de kleine korreltjes,
die ieder 'een nieuwo plant zullen
veren, en iedere rij staat voor een
der gesloten deuren.
Een klein beursje omsluit ieder
zaadje.
Het bestaat uit een buitenste
laug, die niet veerkrachtig en
binnenste, die zeer sterk gespannen
is.
Do spanning in dl-o binnenste laag
wordt steeds grootcr, naarmate het
zaadjo rijpt.
In het laatste studium wordt de
spanning zoo groot, dat de buiten
wand van het beursje openspringt en
ook do veerkrachtige laag vertoont
plotseling een scheur.
Do randen krullen om en duwen
op het rijpe zaadje, op dezelfde wij
ze, als wij bet wel eens een simiasap-
pelpit deden, wanneer we die weg
wilden schieten.
De zaadjes worden daardoor weg
geslingerd en, daar ze juist voor de
spleten der zaaddoos staan, en den
vorm van een discus hebben, worden
zc vaak een heel eind weggestooten.
Het gevolg is natuurlijk, dat de
plantjes verder worden verspreid
zoo verwonderd het ons niet, dat het
gebied van een eenimaal aanwezige
klaverzuring in den tuin, behalve
door do onderaardseti© uitloopers.
ook door do zaden steeds wordt ver
groot.
Er zijn nog heel wat meer planten,
die do zaden de wereld inschieten,
al doen ze het weer op een andere
wijze. Juist de groot© yerscheiden-
heid maukt do natuur zoo interes
sant.
Let eens even op do zwellende zaad-
doosjes van do viooltjes.
Eerst zijn ze groen en hun inhoud
beslaat nog,, uit wiIto onrijpe zaadjes.
Langzamerhand wordt do groen©
kleur door bruin wrvaagen en op een
gegeven oogeirblik zien w© drie klei
ne bootjes, ieder met een groote hoe
veelheid bruine bolletjes gevuld.
De kiel van dio bootjes is dik en
draagt de dubbele zaudrijen. De boot-
wanden bestaan uit drie bijzonder
gevonndo collagen. Door den onge-
lijken bouw der lagen is er een on
gelijkmatige uitzetting in do wanden.
Zo nijpen naar elkaar toe en druk
ken zoo de zaadjes, die glad en bard
zijn, omhoog.
Een voor een worden ze weggeslin
gerd, en naar allo kanten verspreidt
de plant op die manier haar nako
melingen.
Zoo hebben ook verschillende kla-
versoortcn,ooievaars- en reigers bek
ken leder hun bepaalde manier van
zaad verspreiding en, al heb ik maar
alleen klaverzuring en vicoltje Iets
uitvoeriger behandeld, de wijze waar
op andere planten te werk gaan is
even merkwaardig.
11 PELSENS.
VRAGENBUS.
Don Heer J, G te H. Zooals u
zelf al vermoedde, is uw boom vol
strekt geen juttepeer. Het is een zo
mer Berga motte, die in smaak wel
onder de juttepeer staat, maar toch
een zoete handpeer levert.
Het tweed© takje Is van een pruim.
Hot veredelen daarvan is eon mooi
en prettig werk. Als u het nooit bij
de hand hebt gehad, is het beter er
ui kweeker bij te halen. Wilt u het
ilf probeeren, dan wil ik u, tegen
vergoeding der porto, wel een duide
lijk boekje over het veredelen van
vruchtboomeu leenen.
Dc bccle methode hier beschrijven,
is natuurlijk niet mogelijk.
H. PELSENS.
Rubriek voor Vrouwen
Nouveauté's voor de Herfst-
modc.
Een regenachtige Augustusmaand
maakte als het ware een eindo aan
alle vacantievreugde en menige huis
moeder, die ter verpoozing ©enige
weken buiten doorbruCht was blij,
het weinig comfortabele optrekje
weer te kunnen verlaten om baar
eigen gezellig tehuis te kunnen be
trekken, waar evenwel allerlei be
slommeringen haar wachten.
De voortdurend o regenbuien toch
doen de temperatuur dermate dalen,
dal zoowel kinderen als volwassenen
de katoenen en batist blouses ter
zijde leggen en naar warmer klee
ding omzien. Om te beginnen heeft
men nog een dheviot of serge tailleur
niét zijden of flanellen blouses, doch
alvorens iets nieuws te bestellen
men gaarne afwachten, of Madame
Mode ons ook groote verrassingen
brengt. Ik haast mij daarom, mijne
geachte lezeressen daaromtrent ge
rust. te stellen, want het zal ditmaal
niet noodig zijn om kosten te ma
ken voor het veranderen van be
staande kleeren, aangezien ei' geen
ingrijpende veranderingen plaats
vonden.
Men kan dus volstaan met de bestaan-
do klecdingstukken een weinig te la
ten opfrisschen en zo aldus afdra
gen. Voor het najaar kunnen bijna
alle voorjaarstailleurs benut v
den, aangezien de heifstcostuunis al
spoedig door de win tertoiletten ver
vangen worden.
Zij, die beslist iels nieuws moeten
aanschaffen, doen verelnndig reeds
nu een ietwat zwaardere, donkere
stof te kiezen, die dan in den winter
niet een bont-écharpe kan worden
doorgedragen.
De nieuwe jaquetlou van tailleur-
cosluunis onderscheiden ziah van do
vorige slechte, doordat ze wat meer
getailleerd zijn en de scliootdeckn
iets lunger vallen. Verder merken we
veel smalte oelntures op en groote
revers, die vesten laten zien in af
stekend^ kleuren. Do kragen zijn naar
verkiezing staand of liggend in te
richten, terwijl de Richeiieu-kraa.g
met kanten jabot zich eveneens wist
te handhaven.
Wat de modellen bel refit., is ook
hier weinig veroudering merkbaar,
zoodat men de bestaande modellen
rustig kan afdragen.
Men brengt nog steeds de twee-
banen rok, die voor en achter in
bic ede zoomen gestikt is; de een i ge
variatie hierop, bestaat in knoop-
versieringon, patten, ingezette plooi
en en het ietwat mi-er naar links of
reöhts aanbrengen van den broeden
zoom.
Zoolang de mode de slanke vornfen
en hot nauw passen over de heupen
déereicert, zullen de geliefde plooi
rokken nog weinig kans van slagen
hebben, voor zoover het althans de
zwaardere stoffen betreft.
Daarentegen worden voor gezt-1-
schapstoiletten van zijd© zeer veel
geplisseerde rokken gebrucht. De
plissées worden met de maclüiie ver
vaardigd en zijn strak gemeten niet
wijder dan drie meter; zo worden
echter ten deele door basques, tuni-
ques of paniers verburgen.
Over het algemeen garneert men
verbazend veel rnet kiioopen. Men
iet costuums waarop honderd en
meer knoopjes verwerkt zijn. Ze val
len evenwel weinig in het oog om
dat de meesten van de stof van het
toilet vervaardigd zijn, of ultlians in
dezelfde kleur.
Do lang© mantels hebben nog
steeds de ons bekende modellen en
de mod© bepaalt zich tot het aanbren
gen van overbodige naden en aller
lei grillige patten-versieringen, die
evenwel weinig tot verfraaiing bij
dragen.
Ten slotte moet ik melding maken
van de meest courante weefsels, die
in het a.s, seizoen gedragen zulten
worden.
Zeer voel fluweel wordt nog immer
gebracht voor lange mantels, tail
leurs, blouses en gekleede avondtoi
letten.
Men onderscheidt zo in de volgende
soorten: „velours do laine", „velours
zdbeline", „velours frisé", enz. enz.
De kleuren zijn: zacht-liias,' gras
groen, zilvergrijs en goudbruin.
Voor stoffen costuums, rullen be
halve zwart, bruin, blauw en rood
het allernieuwste zij n. De soort van
stoffen zijn effen, gestreept en go-
ruit, zoodat de keuze een zeer ruime
De hoedmode zal in den aanstaan
den winter al even veelzijdig zijn als
ze ih den afgeloopen zomer was,
want wederom worden kléine heeren
hoedjes gelanceerd naast groote pltL-
teaux, die als garnituur een enkele
aigrette, of mooie struisveer hebben.
Voor daagsclie hoeden brengt men
kleine modellen van vilt, leder en
Engelscbo stoffen, die meestal met
een CÖcande van lint, een eenvoudig
lederen bandje of een fautaisie gega*
neerd zijn. Voor kiudereu brengt
men opnieuw de groote matelots van
twee soorten vilt. De bol is veelal van
glad vilt, terwijl de rand van ruige
dito is ingericht. Het garnituur be
staat uit een eenvoudig zijden lint,
dat aan de linkerzijde mot een platte
strik is afgemaakt.
MARIE VAN AMSTEL.'
De beide oudjes.
Door HENRY BORDEAUX.
Meneer en mevrouw Gatlneau wa-
reu oud, heel oud; zoo oud, dat nie
mand zich hun zoo lang vervlogen
jeugd, die In een zoo ver verleden
lag, herinnerde.
Zelfs hun namen waren ouder-
wetsch: Agenor en Silvia, en hun
rimpelige gezichten geleken op ver-
droogde peren. Al hun kinderen wa
ren yóftr hen gestorven enals troost
in hun ouderdom was hun slechts
een kleinkind, Victor geheeten, over
gebleven.
Hij leefde in Parijs op grooten voet
en kwam slechts zelden in de kleine,
stille provinciestad, waarin hij, do
bewoner der groote stad, zich ver
veelde" Toch leefden de beide oudjes
slechts voor hem; zijn weinig talrijke
brieven lazen zo telkens en telkens
weer, tot ze dio van buiten kenden.
Zo spraken over den „goeden klei
ne," die voor hen de baby was ge
bleven, de pop van den leeftijd, die
weer zooveel overeenkomst met dc
kindsheid begint te krijgen.
Ze hadden reeds zoovelen zien s' r-
ven, dut het hun reeds gelukkig maak
te ten minste hem in leven te weten.
In hun weinige gesprekken herin
nerden ze elkaar, wat hij gezegd had,
toen hij nog een kind was; altijd de
zelfde uitdrukkingen, waarover ze
zit ii steeds op dezelfde manier ver
heugden. Van t;jd tot tijd namen ze
uit een comnio Je, waarin alles ui
terst netjes was opgestapeld, eenige
herin neringen. Een kLein© baby tuut-,
de eerste brock, vol gaten en dik
werf gestopt, het gebedenboek, dat
Victor bij de eerste communie kreeg,
en.ijen studentenpet. Dan kwamen
huh de tranen van ontroering in de
oogen en de herinnering aan deze
kinderjaren werd btj hen levendig,
een herinnering, welke zich in hun
wat zwak geworden geheugen, ver
bond met de herin nering aan andere
kinderjaren, aan andere bewijzen
van teederheid. Als ze van hem spra
ken, vonden ze levendige, teekeiieu-
de uitdrukkingen, die in hun gewoon
woordenboek van eenvoudige woor
den niet pasten. Als de jongen hun
mededeelde, dat hij hen kwam be
zoeken, hij deed dat na lange lus-
schei ipoozen en noemde het „heeren
diensten" doen was grootmoeder
dagen lang bezig met haar mooiste
klonen uit de kast te lialen om hem
ie behagen, als ze samen gingen wan
delen. Zo waren eenvoudige burger
mens, hen, wier bc&cheileu kapitaal
veilig en goed was belegd. De toela
ge. welke ze Victor hadden toege
kend, verslond meer dun de helft
van hun inkomsten, maar ze hadden
immers ook zoo weinig noodig om te
leven! Ofschoon ze geeuerlei bedrijf
uitoefenden, hadden ze hét steeds
zeer druk.
„Grootvader' verzorgde zijn tuin
tje met de meeste zorg en veegde zich
met eon moede beweging het zweet
van het voorhoofd, wanneer hij een
rups van een rozenstruik nam of
met groote krachtsinspanning een
dorren tak afbrak. ..Zij" maakte de
kasten in orde. die altijd in orde wa
ren, of maakte nieuwe gerechten, die
zo haar keukenmeid liot zien, en ver
heugde zich reeds bij voorbaat over
de verrassing, die ze haar Agenor
aan de middagtafel zou 4>e reiden.
Do een had steeds voor den ander
kleine bewijzen van liefde. Dikwijls
bood hij haar niet hoofsche galante
rie een roos aan, die hij voorzich
tig tusschen twee vingers hield.
„Zij" borduurde hem in stilte kus
sens met mooie patronen of gebloem
de pantoffels. Ze hadden allerlei ge
denkdagen om elkander verrassingen
te bereiden en liefde te bewijzen.
Op zekeren morgen bracht de brie
venbesteller twee brieven, voor leder
een. Ze zetton een ernstig gezicht,
gingen elk in een vensterbank zitten
en lazen beiden. Toen ze daarmede
klaar waren, hadden ze allebei een
roodc kleur gekregen en konden geen
woorden vinden. In de eeno hand
hielden ze den bril, in de andere den
brief „Wie heeft aan jeu geschre
ven? vroeg mevrouw Gatineau ein
delijk stoutweg. „Wat nieuws is er?"
„Och, niets bijzonders," antwoord
de hij ontwijkend. „Mijn tuinman
schrijft mij over den prijs van bet
bloemzaad. Heb Jij een belangrijken
brief?"
„Neen, neen, heolemaai niet," ant
woordde ze haastig en keerde daariiij
haar africht een w&inia af. ...HeL is
maar een rekening van dc modiste."
Haar man mompelde met een be
droefd gezicht: „Ik bad zoo gehoopt,
vandaag eenige regels van Victor te
ontvangen; we hebben in zoo lang
niet van hem gehoord.
Zij koos toegeeflijk Victor's partij
„De goed© jongen heeft het stellig
heel drukl" En daar ze vorder niets
wist te zeggen, ging ze de kamer uit
om in de keuken toezicht to honden,
terwijl hij zich naar den tuin begaf.
Daar ging hij op een bank Ln de
schaduw van oudo boomen niet neer
hangend© takken zïtleu, vouwde den
brief open, dien hij in zijn zak had
verborgen, en las hem nog eenmaal,
langzaam eu met grooten ernst.
Parijs, den 3en Juni.
Lieve, goede grootpapa!
Ik richt dezen brief tol u alleen,
wijl ik vrees, u verdriet te veroorza
ken, Ik heb mij laten overhalen om
met kameraden te spelen en zeer
veel geld verloren. 0:n mijn speel
schulden te betalen, moest ik andere
schulden maken. Ik ben in groote
verlegenheid en zou niet weten, hoe
er uit te geraken, als ik niet op uw
goedheid rekende Gij alleen kunt mij
redden. Ik heb 500 frc. noodig. Het
doet mij zeer leed, dat ik u zooveel
verdriet moet veroorzaken, maar ik
beloof u, nooit weer te zullen spelen.
Ge zijt een man. ge zult vertrouwen
stellen in het woord van een man
van eer en mij de zwakheid van een
enkel uur vergeven. Zeg toch niets
aan grootmama, ik smeek u er om,
het zou haar te veel verdriet doen,
en het is beter, dat zo er niets van
weet. Spreek met haar niet over het
geen ik u geschreven heb. I><:- vrou
wen kunnen ons geen zwakheden ver
geven.
Ik blijf na veel groeten
Uw u liefhebbende Victor".
De oudo man veegde een traan
weg
„Arme kleine'.' zei hij bij zichzei-
ven, „hoe goed van hem. dat hij zijn
grootmoeder geen verdriet wil doen.
Hij heeft fouten, dat is waar. maar
hij heeft toch ook zoo'n gced hart, de
jongen! Ik moet maar gunw wat geld
halen, zonder dat Silvia het merkt.
Vijfhonderd francs, schrijft hij; 't is
wat veel. maar het moet gaan! Och,
wo zullen ons eenvoudig ©en beetje
moeten bclcrimpen! Ik zal niet zooveel
snuif meer gebruiken en geen koffie
meer driuken. Maar Silvia mug niets
ontberen. Z© is zoo zwak!
En hij ging injniis en riep: „Sil
via, het is zulk mooi weer; ik ga een
kleine wandeling doen g<.ef mij mijn
stok en mijn strooien hoed."
„Hel zal je te warm woiden, thans
in 't middaguur!'
„Och wat, de zon is de vriend van
oude lieden!"
„Nu, dan ga ik met Je mee."
„Kan ik misschien niet alleen loe
pen?" vroeg hij fier. Maar op het
zelfde oogenblik vreesde hij haar ge
krenkt te hebben en vocgdo er daar
om bij:
„Rust jij liever nog wat uit; je
kunt de warmt© niet verdragen."
En hij ging weg met hippelende,
vlugge schreden. Van tijd tot tijd
bleef hij staan om adem te schep
pen en terwijl hij zich met een zak
doek met groote ruiten het zweet
van het voorhoofd veegde, zei hij tot
zicJizelven: „Arme kleine, hij heeft
er goed aan gedaan, mij in liet ver
trouwen to nemen. Zijn grootmoeder
zou zich geergerd hebben. En dan op
haar jaren!"
Onder; usschen had madame Gati
neau den brief voor zich liggen, dien
ze des morgens ontvangen had en in
haar oogen, waarin zied een geheel,
van veel zorgen sprekend verleden
weerspiegelde, glinsterden tranen, die
langzaam langs de gerimpelde wan
gen rolden...
Parijs, den 3eu Juni.
Lieve, dierbare grootmoeder!
Ik wend mij tot u in mijne groot©
verlegenheid. En ik wend mij alleen
tot u, omdat ik uw helde voor mij
en uw toegevendheid voor mijn ge
breken kern Ik weet, dat ik u ver
driet veroorzaak en het kost mij veel
moeite, u deze regels te schrijven. In-
tusschen weet ik, dat go ook dezen
keer goed voor mij zult ziju, als in
den tijd, toen ik nog klein was en
gij me op de knieen wiogdet. Ge
weet niet, boe gemakkelijk men in
Parijs geld uitgeeft De kleinste klei
nigheid kost veel geld. In de laatste
maand hebben we kameraden, dl©
hun examen hadden gedaan, een
feestje gegeven; dat is een gebruik,
waaraan men zich niet kan onttrek
ken. Zoo werd ik genoodzaakt schul
den te maken. Mijn hospita, aan wie
ik nog de kamerhuur verschuldigd
ben, wil mij om een kinderachtige WO
francs op straat zetten. Men zul mij
mijn meubels afnemen, ge weet wel,
do goede, oudo familiemeubels, die
gij me voor eenige jaren gezonden
hebt. Hot gaal nie aan mijn hart,
dat de meubels, die mij zoo dierbaar
zijn, in vreemd© handen zullen ko
men. Maar gij zult me helpen, niet
waar?
Zeg van dit alles niets aan groot
papa; hij is zoo streng en Ik beu
bang, hem verdriet te doen. Gij lieve,
kleine grootmama, gij begrijpt dat
alles beter en hebt mij lief in weer
wil van mijn zoo groote gebroken'
Ik omarm en kus u,
Uw Victor."
De arme oude vrouw zei tot zich-
zelve: „Die goede Jongen! Wat een
pifeteit! Eu wat heeft hij zijn grooi-
puders lief! Ik zal hem helpen en
Agenor zal er niets van gewaar war
den."
Ze zocht middelen en wegen om
de groote som dadelijk bij elkaar te
krijgen. Een gedeelte kon ze van het
inaandelijksche huishoudgeld nemen:
ze zou heel zuinig wezen, en als Age
nor maar nu en dan zijn geliefkoos-
do gerechten kreeg, zou bij er niets
van bemerken. Ze had zich eigenlijk
een nieuwe ZoihIngsche japon wil
len bestellen, maar nu zou ze liever
een oude wat laten opknappen. Ja,
ir dat alles was nog bij lange na
niet voldoende. Haar man beheerde
haar klein vermogen: ze kon geeii
geld loskrijgen zonder rijn toestem
ming, en als ze hem er om vroeg, wist
hij dadelijk alles. Ze dacht na, zon
der iets te vinden. Ze deed haar kas
ten open en sloot ze weer. Plotseling
viel haar oog op het kistje, waarin
ze haar kleinoodièn borg. Er kwam
glans in haar oogen: ze had een uit-
weg gevonden!
Ze nam haar sieraden het een na
het ander er uit. En ze aarzelde;
want elk van deze kleinoodu-n met
hun antieke vormen herinneide haar
aan haar jeugd. Het scheen haar een
misdaad, er ook maar één enkel stuk
viiu te verkoopen en nu ook afstand
te doen van deze herinneringen, die
haar levensavond zonnig maakten.
Doch ze bedwong zich en besloot een
breloque en een armband op te offe
ren. En des namiddags ging ze heel
geheimzinnig naar een antiquair, die
er haar het derde van do waarde
voor gaf juist genoeg om de som,
die ze dadelijk aan haar kleinzoon
wilde zenden, compleet te maken.
Voor de eerste maal in hun leven
hadden de beide oudjes een geheim
voor elkaar.
Er waaide een onaangena.nn iels
door het huis; een nauw merkbare.
onl>ewuste vervreemding scheidde do
beide gelijke, oprechte zielen, maar
ieder gevoelde zich gevleid, dat hij
de vertrouweling van Victor was en
door dezen bevoorrecht werd Bei
den waren trotsch op deze keuze en
vonden ze zeer rechtvaardig en zeer
'erstandig.
Er zweefde echter iets als - een"
lichte schaduw tusschen hen, dat de
een voor den ander iets verborg het
geheim, dat voor hum oude zielen te
zwaar te dragen viel. Ze waren nog
voorkomender tegenover elkaar dan
anders; ieder meende zijn huichela
rij goed te moeten maken. Victor
had de beide br.even met geld ont
vangen en ze met den glimlach van
een inensch In ontvangst genomen,
dio zich zeer verstandig vindt en
zich over zijn list verheugt
Ik moet bij ieder afzonderlijk aan
kloppen, had hij gezegd; dat brengt
uiij het dubbele op. En zoo kreeg hij
het verlangde geld en zelfs een wei
nig meer en beide brieven bevatten
slechts een zacht verwijl. Maar de
jonge man las dat nauwelijks, hij
had immers het geld.
Daar gmds in het oude huis ging
het leven kalm eu eentonig voort,
vredig als altijd. Aan bet einde van
de maand, toen de beide oudjes hun
uitgaven optelden, keken ze elkaar
verlegen aan. Zij had een zeer hoo-
ge rekening van de modiste en hij
een belangrijke post voor de vergroe-
tlng van zijn tuin en vooral voot
groot© reparaties, die hij, zooais hij
met ophef verklaarde, voor een trou
wens heel kleine verandering ln hot
huis moest betalen. Toch waren bef