BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1912 DE ZATERDAGAVOND HAARLEMS DAGBLAD KOST f 1.20 PER 8 KAANDEN OF 10 CENT PER WEER. AOfólNlSTRAÏIB GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUM ADVERTENTIÊN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT Het Rijke Natuurleven SCHUTTERS IN DU PLANTEN WERELD. Wanneer we slechts letten op bota nische merkwaardigheden, op kleur en blad vórm, bestaat er geen on kruid. Dan zijn alle plantjes die zoo in 't wilde opschieten, wonderen van constructie, dan zijn ze alle belang rijk genoeg, om in hun geheelen vensloop te worden bestudeerd. Als een toevalligheid komt het soms voor, dat planten, die het minst ge teld worden, bij grondige waarne ming do grootste bijzonderheden ver- toonen en van het oogenblik af, waarop we die ontdekken, behooren ze dan vaak tot onze tuinvrienden. Meer en meer wordt het „wilde goed'' door de plantenvrienden naar den tuin overgebracht, meer en meer wordt hun do aandacht geschonken, die ze verdienen. Mooie Parnassia's ontsluieren er hun bestuivingsge'ieimen, flink uitge groeide Cheiidoniums hebben er een plaatsje veroverd, ter wille vao hun mooie lil nbTen en eigenaardige zaad- verspreiding. Een is er, die nog niet ten volle wordt gewaardeerd, ondanks zijn veelzijdige capaciteiten. Het is de klaverzuring, een plantje dat beurtelings optreedt als wcerpro- feet en bommen1werpster, en dat heel goed als vulling van een loelijk hoek je kan worden gebruikt, vooral als andere planten haar diensten weige- Waar ze soms vandaan komen, met uit te maken. In een paar weken tijd hebben ze een heel terrein veroverd en dank baar zenden ze de ranke bloemsteel- tjes omhoog. Het signalement, anders een lastige kwestiee is hier gemakkelijk te geven. Zoek een dicht bebladerd plantje, op de bladeren afgaande, sprekend op klaver gelijkend, met een zuren smaak en tien tot twintig gouden sterretjes tusschen de bladeren. Dit is de klaverzuring. Het is overal te vinden. Onder den overhangenden tuinheester zoo goed als aan den kant van het bollenveld, het is overal thuis en verdraagt heel wat droogte. Ondanks hun groot aanpassingsver mogen, wapenen ze zich toch tegen schadelijke weersinvloeden. Ze gaan 's avonds „slapen d. w. z. ze nemen een houding aan, die de verkoelende werking van de nacht- lucht tegengaat. De echte klaver, het plantje, dat ongevraagd heelo gedeelten van ons grasveld voor zich opeischt, wijkt wat de manier van opvouwen betreft, sterk van de klaverzuring af. Zij vouwt de twee buitenste blaad jes naar elkaar toe en legt er het bo venste horizontaal, dus als een be schuttend dak. overheen. De klaverzuring is nog beter op de komst van de nachtelijke koelte voor bereid. De drie blaadjes, die alleen bij mooi weer vlak uitstaan, buigen zich tegen den avond, of ook als er regen dreigt of een koude wind door den tuin blaast, geleidelijk omlaag. Steeds meer leggen zc zich tegen den bladsteel aan. Op dezelfde wijze als een regenscherm zich sluit, wordt ook hier het drietal blaadjes verder dichtgevouwen. Als do helften van een boek klappen de blaadjes om de hoofdnerven dicht en zoo, terwijl de koude en de wind minder vat op hen hebben en de vendamping w ordt tegengegaan, wachten ze den nieu wen morgen af. Nu is het eigenaardig, dat de blaadjes zich ook bij feilen zonne schijn sluiten, hoewel niet zoo vol komen als ze dit des nachts doen. Een feit is het, dat ze ook overdag voor overtollig waterverlies waken. Als de kleine, gele bloempjes hun gloriepunt hebben bereikt en de gou den Handjes langzaam verwelken, veranderen de bloemstelen in mini atuur-luchters. Bij zes- of zeventallen zien we ze dan de kleine kegelvormige vrucht jes omhoog steken. Loodrecht, als kleine kaarsjes staan ze op de dun ne vruchtsteeltjes. Scherpe ribbon geven hun een ei- genaardigen vonn, die ook de vruch ten van de spriugbaiserniëu kenmerkt. Zij zijn de lijnen waarlangs de doosvrucht zal openspringen, zij zijn de nu nog gesloten poorten, waar door de zaadjes naar buiten worden geworpen, als si] volkomen rijp zijn. In goed aaneengesloten rijen staan zo boven elkaar, de kleine korreltjes, die ieder 'een nieuwo plant zullen veren, en iedere rij staat voor een der gesloten deuren. Een klein beursje omsluit ieder zaadje. Het bestaat uit een buitenste laug, die niet veerkrachtig en binnenste, die zeer sterk gespannen is. Do spanning in dl-o binnenste laag wordt steeds grootcr, naarmate het zaadjo rijpt. In het laatste studium wordt de spanning zoo groot, dat de buiten wand van het beursje openspringt en ook do veerkrachtige laag vertoont plotseling een scheur. Do randen krullen om en duwen op het rijpe zaadje, op dezelfde wij ze, als wij bet wel eens een simiasap- pelpit deden, wanneer we die weg wilden schieten. De zaadjes worden daardoor weg geslingerd en, daar ze juist voor de spleten der zaaddoos staan, en den vorm van een discus hebben, worden zc vaak een heel eind weggestooten. Het gevolg is natuurlijk, dat de plantjes verder worden verspreid zoo verwonderd het ons niet, dat het gebied van een eenimaal aanwezige klaverzuring in den tuin, behalve door do onderaardseti© uitloopers. ook door do zaden steeds wordt ver groot. Er zijn nog heel wat meer planten, die do zaden de wereld inschieten, al doen ze het weer op een andere wijze. Juist de groot© yerscheiden- heid maukt do natuur zoo interes sant. Let eens even op do zwellende zaad- doosjes van do viooltjes. Eerst zijn ze groen en hun inhoud beslaat nog,, uit wiIto onrijpe zaadjes. Langzamerhand wordt do groen© kleur door bruin wrvaagen en op een gegeven oogeirblik zien w© drie klei ne bootjes, ieder met een groote hoe veelheid bruine bolletjes gevuld. De kiel van dio bootjes is dik en draagt de dubbele zaudrijen. De boot- wanden bestaan uit drie bijzonder gevonndo collagen. Door den onge- lijken bouw der lagen is er een on gelijkmatige uitzetting in do wanden. Zo nijpen naar elkaar toe en druk ken zoo de zaadjes, die glad en bard zijn, omhoog. Een voor een worden ze weggeslin gerd, en naar allo kanten verspreidt de plant op die manier haar nako melingen. Zoo hebben ook verschillende kla- versoortcn,ooievaars- en reigers bek ken leder hun bepaalde manier van zaad verspreiding en, al heb ik maar alleen klaverzuring en vicoltje Iets uitvoeriger behandeld, de wijze waar op andere planten te werk gaan is even merkwaardig. 11 PELSENS. VRAGENBUS. Don Heer J, G te H. Zooals u zelf al vermoedde, is uw boom vol strekt geen juttepeer. Het is een zo mer Berga motte, die in smaak wel onder de juttepeer staat, maar toch een zoete handpeer levert. Het tweed© takje Is van een pruim. Hot veredelen daarvan is eon mooi en prettig werk. Als u het nooit bij de hand hebt gehad, is het beter er ui kweeker bij te halen. Wilt u het ilf probeeren, dan wil ik u, tegen vergoeding der porto, wel een duide lijk boekje over het veredelen van vruchtboomeu leenen. Dc bccle methode hier beschrijven, is natuurlijk niet mogelijk. H. PELSENS. Rubriek voor Vrouwen Nouveauté's voor de Herfst- modc. Een regenachtige Augustusmaand maakte als het ware een eindo aan alle vacantievreugde en menige huis moeder, die ter verpoozing ©enige weken buiten doorbruCht was blij, het weinig comfortabele optrekje weer te kunnen verlaten om baar eigen gezellig tehuis te kunnen be trekken, waar evenwel allerlei be slommeringen haar wachten. De voortdurend o regenbuien toch doen de temperatuur dermate dalen, dal zoowel kinderen als volwassenen de katoenen en batist blouses ter zijde leggen en naar warmer klee ding omzien. Om te beginnen heeft men nog een dheviot of serge tailleur niét zijden of flanellen blouses, doch alvorens iets nieuws te bestellen men gaarne afwachten, of Madame Mode ons ook groote verrassingen brengt. Ik haast mij daarom, mijne geachte lezeressen daaromtrent ge rust. te stellen, want het zal ditmaal niet noodig zijn om kosten te ma ken voor het veranderen van be staande kleeren, aangezien ei' geen ingrijpende veranderingen plaats vonden. Men kan dus volstaan met de bestaan- do klecdingstukken een weinig te la ten opfrisschen en zo aldus afdra gen. Voor het najaar kunnen bijna alle voorjaarstailleurs benut v den, aangezien de heifstcostuunis al spoedig door de win tertoiletten ver vangen worden. Zij, die beslist iels nieuws moeten aanschaffen, doen verelnndig reeds nu een ietwat zwaardere, donkere stof te kiezen, die dan in den winter niet een bont-écharpe kan worden doorgedragen. De nieuwe jaquetlou van tailleur- cosluunis onderscheiden ziah van do vorige slechte, doordat ze wat meer getailleerd zijn en de scliootdeckn iets lunger vallen. Verder merken we veel smalte oelntures op en groote revers, die vesten laten zien in af stekend^ kleuren. Do kragen zijn naar verkiezing staand of liggend in te richten, terwijl de Richeiieu-kraa.g met kanten jabot zich eveneens wist te handhaven. Wat de modellen bel refit., is ook hier weinig veroudering merkbaar, zoodat men de bestaande modellen rustig kan afdragen. Men brengt nog steeds de twee- banen rok, die voor en achter in bic ede zoomen gestikt is; de een i ge variatie hierop, bestaat in knoop- versieringon, patten, ingezette plooi en en het ietwat mi-er naar links of reöhts aanbrengen van den broeden zoom. Zoolang de mode de slanke vornfen en hot nauw passen over de heupen déereicert, zullen de geliefde plooi rokken nog weinig kans van slagen hebben, voor zoover het althans de zwaardere stoffen betreft. Daarentegen worden voor gezt-1- schapstoiletten van zijd© zeer veel geplisseerde rokken gebrucht. De plissées worden met de maclüiie ver vaardigd en zijn strak gemeten niet wijder dan drie meter; zo worden echter ten deele door basques, tuni- ques of paniers verburgen. Over het algemeen garneert men verbazend veel rnet kiioopen. Men iet costuums waarop honderd en meer knoopjes verwerkt zijn. Ze val len evenwel weinig in het oog om dat de meesten van de stof van het toilet vervaardigd zijn, of ultlians in dezelfde kleur. Do lang© mantels hebben nog steeds de ons bekende modellen en de mod© bepaalt zich tot het aanbren gen van overbodige naden en aller lei grillige patten-versieringen, die evenwel weinig tot verfraaiing bij dragen. Ten slotte moet ik melding maken van de meest courante weefsels, die in het a.s, seizoen gedragen zulten worden. Zeer voel fluweel wordt nog immer gebracht voor lange mantels, tail leurs, blouses en gekleede avondtoi letten. Men onderscheidt zo in de volgende soorten: „velours do laine", „velours zdbeline", „velours frisé", enz. enz. De kleuren zijn: zacht-liias,' gras groen, zilvergrijs en goudbruin. Voor stoffen costuums, rullen be halve zwart, bruin, blauw en rood het allernieuwste zij n. De soort van stoffen zijn effen, gestreept en go- ruit, zoodat de keuze een zeer ruime De hoedmode zal in den aanstaan den winter al even veelzijdig zijn als ze ih den afgeloopen zomer was, want wederom worden kléine heeren hoedjes gelanceerd naast groote pltL- teaux, die als garnituur een enkele aigrette, of mooie struisveer hebben. Voor daagsclie hoeden brengt men kleine modellen van vilt, leder en Engelscbo stoffen, die meestal met een CÖcande van lint, een eenvoudig lederen bandje of een fautaisie gega* neerd zijn. Voor kiudereu brengt men opnieuw de groote matelots van twee soorten vilt. De bol is veelal van glad vilt, terwijl de rand van ruige dito is ingericht. Het garnituur be staat uit een eenvoudig zijden lint, dat aan de linkerzijde mot een platte strik is afgemaakt. MARIE VAN AMSTEL.' De beide oudjes. Door HENRY BORDEAUX. Meneer en mevrouw Gatlneau wa- reu oud, heel oud; zoo oud, dat nie mand zich hun zoo lang vervlogen jeugd, die In een zoo ver verleden lag, herinnerde. Zelfs hun namen waren ouder- wetsch: Agenor en Silvia, en hun rimpelige gezichten geleken op ver- droogde peren. Al hun kinderen wa ren yóftr hen gestorven enals troost in hun ouderdom was hun slechts een kleinkind, Victor geheeten, over gebleven. Hij leefde in Parijs op grooten voet en kwam slechts zelden in de kleine, stille provinciestad, waarin hij, do bewoner der groote stad, zich ver veelde" Toch leefden de beide oudjes slechts voor hem; zijn weinig talrijke brieven lazen zo telkens en telkens weer, tot ze dio van buiten kenden. Zo spraken over den „goeden klei ne," die voor hen de baby was ge bleven, de pop van den leeftijd, die weer zooveel overeenkomst met dc kindsheid begint te krijgen. Ze hadden reeds zoovelen zien s' r- ven, dut het hun reeds gelukkig maak te ten minste hem in leven te weten. In hun weinige gesprekken herin nerden ze elkaar, wat hij gezegd had, toen hij nog een kind was; altijd de zelfde uitdrukkingen, waarover ze zit ii steeds op dezelfde manier ver heugden. Van t;jd tot tijd namen ze uit een comnio Je, waarin alles ui terst netjes was opgestapeld, eenige herin neringen. Een kLein© baby tuut-, de eerste brock, vol gaten en dik werf gestopt, het gebedenboek, dat Victor bij de eerste communie kreeg, en.ijen studentenpet. Dan kwamen huh de tranen van ontroering in de oogen en de herinnering aan deze kinderjaren werd btj hen levendig, een herinnering, welke zich in hun wat zwak geworden geheugen, ver bond met de herin nering aan andere kinderjaren, aan andere bewijzen van teederheid. Als ze van hem spra ken, vonden ze levendige, teekeiieu- de uitdrukkingen, die in hun gewoon woordenboek van eenvoudige woor den niet pasten. Als de jongen hun mededeelde, dat hij hen kwam be zoeken, hij deed dat na lange lus- schei ipoozen en noemde het „heeren diensten" doen was grootmoeder dagen lang bezig met haar mooiste klonen uit de kast te lialen om hem ie behagen, als ze samen gingen wan delen. Zo waren eenvoudige burger mens, hen, wier bc&cheileu kapitaal veilig en goed was belegd. De toela ge. welke ze Victor hadden toege kend, verslond meer dun de helft van hun inkomsten, maar ze hadden immers ook zoo weinig noodig om te leven! Ofschoon ze geeuerlei bedrijf uitoefenden, hadden ze hét steeds zeer druk. „Grootvader' verzorgde zijn tuin tje met de meeste zorg en veegde zich met eon moede beweging het zweet van het voorhoofd, wanneer hij een rups van een rozenstruik nam of met groote krachtsinspanning een dorren tak afbrak. ..Zij" maakte de kasten in orde. die altijd in orde wa ren, of maakte nieuwe gerechten, die zo haar keukenmeid liot zien, en ver heugde zich reeds bij voorbaat over de verrassing, die ze haar Agenor aan de middagtafel zou 4>e reiden. Do een had steeds voor den ander kleine bewijzen van liefde. Dikwijls bood hij haar niet hoofsche galante rie een roos aan, die hij voorzich tig tusschen twee vingers hield. „Zij" borduurde hem in stilte kus sens met mooie patronen of gebloem de pantoffels. Ze hadden allerlei ge denkdagen om elkander verrassingen te bereiden en liefde te bewijzen. Op zekeren morgen bracht de brie venbesteller twee brieven, voor leder een. Ze zetton een ernstig gezicht, gingen elk in een vensterbank zitten en lazen beiden. Toen ze daarmede klaar waren, hadden ze allebei een roodc kleur gekregen en konden geen woorden vinden. In de eeno hand hielden ze den bril, in de andere den brief „Wie heeft aan jeu geschre ven? vroeg mevrouw Gatineau ein delijk stoutweg. „Wat nieuws is er?" „Och, niets bijzonders," antwoord de hij ontwijkend. „Mijn tuinman schrijft mij over den prijs van bet bloemzaad. Heb Jij een belangrijken brief?" „Neen, neen, heolemaai niet," ant woordde ze haastig en keerde daariiij haar africht een w&inia af. ...HeL is maar een rekening van dc modiste." Haar man mompelde met een be droefd gezicht: „Ik bad zoo gehoopt, vandaag eenige regels van Victor te ontvangen; we hebben in zoo lang niet van hem gehoord. Zij koos toegeeflijk Victor's partij „De goed© jongen heeft het stellig heel drukl" En daar ze vorder niets wist te zeggen, ging ze de kamer uit om in de keuken toezicht to honden, terwijl hij zich naar den tuin begaf. Daar ging hij op een bank Ln de schaduw van oudo boomen niet neer hangend© takken zïtleu, vouwde den brief open, dien hij in zijn zak had verborgen, en las hem nog eenmaal, langzaam eu met grooten ernst. Parijs, den 3en Juni. Lieve, goede grootpapa! Ik richt dezen brief tol u alleen, wijl ik vrees, u verdriet te veroorza ken, Ik heb mij laten overhalen om met kameraden te spelen en zeer veel geld verloren. 0:n mijn speel schulden te betalen, moest ik andere schulden maken. Ik ben in groote verlegenheid en zou niet weten, hoe er uit te geraken, als ik niet op uw goedheid rekende Gij alleen kunt mij redden. Ik heb 500 frc. noodig. Het doet mij zeer leed, dat ik u zooveel verdriet moet veroorzaken, maar ik beloof u, nooit weer te zullen spelen. Ge zijt een man. ge zult vertrouwen stellen in het woord van een man van eer en mij de zwakheid van een enkel uur vergeven. Zeg toch niets aan grootmama, ik smeek u er om, het zou haar te veel verdriet doen, en het is beter, dat zo er niets van weet. Spreek met haar niet over het geen ik u geschreven heb. I><:- vrou wen kunnen ons geen zwakheden ver geven. Ik blijf na veel groeten Uw u liefhebbende Victor". De oudo man veegde een traan weg „Arme kleine'.' zei hij bij zichzei- ven, „hoe goed van hem. dat hij zijn grootmoeder geen verdriet wil doen. Hij heeft fouten, dat is waar. maar hij heeft toch ook zoo'n gced hart, de jongen! Ik moet maar gunw wat geld halen, zonder dat Silvia het merkt. Vijfhonderd francs, schrijft hij; 't is wat veel. maar het moet gaan! Och, wo zullen ons eenvoudig ©en beetje moeten bclcrimpen! Ik zal niet zooveel snuif meer gebruiken en geen koffie meer driuken. Maar Silvia mug niets ontberen. Z© is zoo zwak! En hij ging injniis en riep: „Sil via, het is zulk mooi weer; ik ga een kleine wandeling doen g<.ef mij mijn stok en mijn strooien hoed." „Hel zal je te warm woiden, thans in 't middaguur!' „Och wat, de zon is de vriend van oude lieden!" „Nu, dan ga ik met Je mee." „Kan ik misschien niet alleen loe pen?" vroeg hij fier. Maar op het zelfde oogenblik vreesde hij haar ge krenkt te hebben en vocgdo er daar om bij: „Rust jij liever nog wat uit; je kunt de warmt© niet verdragen." En hij ging weg met hippelende, vlugge schreden. Van tijd tot tijd bleef hij staan om adem te schep pen en terwijl hij zich met een zak doek met groote ruiten het zweet van het voorhoofd veegde, zei hij tot zicJizelven: „Arme kleine, hij heeft er goed aan gedaan, mij in liet ver trouwen to nemen. Zijn grootmoeder zou zich geergerd hebben. En dan op haar jaren!" Onder; usschen had madame Gati neau den brief voor zich liggen, dien ze des morgens ontvangen had en in haar oogen, waarin zied een geheel, van veel zorgen sprekend verleden weerspiegelde, glinsterden tranen, die langzaam langs de gerimpelde wan gen rolden... Parijs, den 3eu Juni. Lieve, dierbare grootmoeder! Ik wend mij tot u in mijne groot© verlegenheid. En ik wend mij alleen tot u, omdat ik uw helde voor mij en uw toegevendheid voor mijn ge breken kern Ik weet, dat ik u ver driet veroorzaak en het kost mij veel moeite, u deze regels te schrijven. In- tusschen weet ik, dat go ook dezen keer goed voor mij zult ziju, als in den tijd, toen ik nog klein was en gij me op de knieen wiogdet. Ge weet niet, boe gemakkelijk men in Parijs geld uitgeeft De kleinste klei nigheid kost veel geld. In de laatste maand hebben we kameraden, dl© hun examen hadden gedaan, een feestje gegeven; dat is een gebruik, waaraan men zich niet kan onttrek ken. Zoo werd ik genoodzaakt schul den te maken. Mijn hospita, aan wie ik nog de kamerhuur verschuldigd ben, wil mij om een kinderachtige WO francs op straat zetten. Men zul mij mijn meubels afnemen, ge weet wel, do goede, oudo familiemeubels, die gij me voor eenige jaren gezonden hebt. Hot gaal nie aan mijn hart, dat de meubels, die mij zoo dierbaar zijn, in vreemd© handen zullen ko men. Maar gij zult me helpen, niet waar? Zeg van dit alles niets aan groot papa; hij is zoo streng en Ik beu bang, hem verdriet te doen. Gij lieve, kleine grootmama, gij begrijpt dat alles beter en hebt mij lief in weer wil van mijn zoo groote gebroken' Ik omarm en kus u, Uw Victor." De arme oude vrouw zei tot zich- zelve: „Die goede Jongen! Wat een pifeteit! Eu wat heeft hij zijn grooi- puders lief! Ik zal hem helpen en Agenor zal er niets van gewaar war den." Ze zocht middelen en wegen om de groote som dadelijk bij elkaar te krijgen. Een gedeelte kon ze van het inaandelijksche huishoudgeld nemen: ze zou heel zuinig wezen, en als Age nor maar nu en dan zijn geliefkoos- do gerechten kreeg, zou bij er niets van bemerken. Ze had zich eigenlijk een nieuwe ZoihIngsche japon wil len bestellen, maar nu zou ze liever een oude wat laten opknappen. Ja, ir dat alles was nog bij lange na niet voldoende. Haar man beheerde haar klein vermogen: ze kon geeii geld loskrijgen zonder rijn toestem ming, en als ze hem er om vroeg, wist hij dadelijk alles. Ze dacht na, zon der iets te vinden. Ze deed haar kas ten open en sloot ze weer. Plotseling viel haar oog op het kistje, waarin ze haar kleinoodièn borg. Er kwam glans in haar oogen: ze had een uit- weg gevonden! Ze nam haar sieraden het een na het ander er uit. En ze aarzelde; want elk van deze kleinoodu-n met hun antieke vormen herinneide haar aan haar jeugd. Het scheen haar een misdaad, er ook maar één enkel stuk viiu te verkoopen en nu ook afstand te doen van deze herinneringen, die haar levensavond zonnig maakten. Doch ze bedwong zich en besloot een breloque en een armband op te offe ren. En des namiddags ging ze heel geheimzinnig naar een antiquair, die er haar het derde van do waarde voor gaf juist genoeg om de som, die ze dadelijk aan haar kleinzoon wilde zenden, compleet te maken. Voor de eerste maal in hun leven hadden de beide oudjes een geheim voor elkaar. Er waaide een onaangena.nn iels door het huis; een nauw merkbare. onl>ewuste vervreemding scheidde do beide gelijke, oprechte zielen, maar ieder gevoelde zich gevleid, dat hij de vertrouweling van Victor was en door dezen bevoorrecht werd Bei den waren trotsch op deze keuze en vonden ze zeer rechtvaardig en zeer 'erstandig. Er zweefde echter iets als - een" lichte schaduw tusschen hen, dat de een voor den ander iets verborg het geheim, dat voor hum oude zielen te zwaar te dragen viel. Ze waren nog voorkomender tegenover elkaar dan anders; ieder meende zijn huichela rij goed te moeten maken. Victor had de beide br.even met geld ont vangen en ze met den glimlach van een inensch In ontvangst genomen, dio zich zeer verstandig vindt en zich over zijn list verheugt Ik moet bij ieder afzonderlijk aan kloppen, had hij gezegd; dat brengt uiij het dubbele op. En zoo kreeg hij het verlangde geld en zelfs een wei nig meer en beide brieven bevatten slechts een zacht verwijl. Maar de jonge man las dat nauwelijks, hij had immers het geld. Daar gmds in het oude huis ging het leven kalm eu eentonig voort, vredig als altijd. Aan bet einde van de maand, toen de beide oudjes hun uitgaven optelden, keken ze elkaar verlegen aan. Zij had een zeer hoo- ge rekening van de modiste en hij een belangrijke post voor de vergroe- tlng van zijn tuin en vooral voot groot© reparaties, die hij, zooais hij met ophef verklaarde, voor een trou wens heel kleine verandering ln hot huis moest betalen. Toch waren bef

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 13