HaHLEH'S OlEiLM TWEEDE BLAD Zaterdag 14 September 1912. Haarlemsclie Handelsvereeniging Goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 12 Nov. 1802 No. 20 en gewij zigd bij Koniukl. besluit van 21 Mn 1897 No. 58 en van 13 lull 1909. No. 52. Bureau: Jansweg 11, geopend allo werkdagen van 9—5 uur. Telephoon No. •403. Op 10 Mei 1802 werd bovengenoem de Veroeniging hier tor stede opge richt mot licit doel de belangen der le den op allerlei gebied te belui rtigen, doch allereerst de belangen hunner handel of bèdrijl te bevorderen en we! spec.aal door het verstrekken van In'ermalieu en het ittcasseeren yau dubiou -o vorderingen. Venn1 posten welke men de vereeni- ging ter invordering in handen stelt op buiten de stad woonachtige per sonen moet 10 ct. porto worden be taald, terwijl van allo vorderingen door do voreenlglng geïnd 3 pet. pro visie wordt geheven. Bovendien hebben de leden het recht op lust hun gratis te verstrek ken udvies van de rechtsgeleerdo ad viseurs der vereenigmg do heeren Mrs. Th. do liaan Hugenholtz en A. H. J. Merens, Spaarue 94 alhier, die desgewenscht ook in proceduren en faillissementen gratis voor hun op treden natuurlijk echter alleen voor zakea betreffende den handel of het bedrijf der leden. Bij elke vordering de rechtsgeleer den in handen gesteld moot 10 ct. voor porto worden gevoegd, terwijl van do bedragen dor langs dezen weg ingevorderde posten 5 pCt. moet worden betaald. H.ll. rechtsgeleer den hebben hot recht in goval van ge rechtelijke vervolging het door hun noodig geoordeelde voorschot te vra gen aan den inzender dor vordering. Over in de stad woonachtige per sonen geeft de vereeniging gratis mondelinge of telcphonisch© inlich ting; verlangt men de informatie schriftelijk dan wordt 25 ct. berekend, terwijl voor information op buiten de stad wonende personen f 0.60 pl.m. 5 ct, portovergoeding moet worden betaald. Aan liet kantoor Jansweg 11 zijn coupons 5 10 ct. verkrijgbaar, waarop men aan het bureau van den Burger: lijken stand op het Raadhuis inlich tingen kan bekomen over de adressen van hier ter stede op het bevolkings register ingeschreven personen. Verder zijn voor de leden verkrijg baar legitimatiekaarten, waarop zij persoonlijk information kunnen vra gen, in andere plaatsen bij de daar gevestigde en bij den Ned. Bond van Onderl. Infor. en Schuldinvordering- buieanx en Handelsverenigingen aangesloten voreenigingen. Deze in formation koste.u 25 ct. Het is noodig er nog oens uitdruk- ke'ijk op te wijzen dat goed informee ren, vooral naar nieuwe cliënten eene bepaalde noodzakelijkheid is gewor den, waar zoovel© geheel onbekende ipersonen zich in onze stad en aan grenzende gemeenten komen vestigen. Onder alle koren is kaf. Bovengenoemde Bond, waarbij 18 vereeriigingen m de voornaamste plaatsen van ons land gevestigd zijn aangesloten geeft uit eerie tweemaan- delijksche lijst van namen van per sonen omtrent wien men wordt aan geraden inlichtingen te vragen voor dat men iuet hen in handelsbetrek king treedt, waarvan het gehenn on geschonden moet blijven en die als w aa r so 11 u w i n gsmiddel "u itstekende diensten bewijst. Waar eene vereeniging, die hare le den al deze voordcelen en gemakken aanbiedt, slechts ƒ3.50 jaarlijksche contributie vraagt, is dit zeker een zeer bescheiden eisch te noemen, te meer daar al het opgenoemde niet het ecnigo is wat de Huarlcmsche Han delsvereeniging dool; steeds heeft zij een open oog gehad voor alle zaken, d:e hare leden in 't bijzonder en onze gemeente in "t algemeen betroffen en altijd heeft zij daarvoor gesproken. Het zou te ver voeren alles op te noe men, waarvoor zij opkwam, alleen dient nog vermeld, dat het hare l>e- doeling is, in deze richting krachtig voort te gaan. In verband hiermede zijn in het be stuur drie commission gevormd en is daarvoor het bestuur uitgebreid. Van dfifir even aan. 't Gewone sdn was drie tikken op de ruit Anders deed de kastelein niet eens open. Zoo waren ze dus tegen een mogelijke overrom peling zoo goed als beveiligd." „Wat zullen die menschen een geld in die kroeg hebben laten zitten 1" waagde ik op te merken. „EnormI Je weet misschien, dat de Spoorwegmaatschappij premies be taalt voor 't zuinig gebruik van ko len. Ik heb machinisten gekend, die maandelijks 30 fi 40 gulden, en machi nist-leerlingen, die 18 h 20, soms zelfs 25 gulden kolenpremie beurden. Ja, sommige maclynisten, in den snel- ilienst, brachten hut wel tot 50, 70 en een enkele maal zelfs tot 100 gulden kolenpremie 1 Welnu, dat geld ging grootcndcels aan 't eind van doze commission bemoeit eene zich maand naar den kroegbaas, om den met het Inforti atie- en Incassowezen, gepoften drank te betalen. Zoo kreeg met algemeene Middenstandsbe- langen en is er eene voor Gemeente belangen. Alles te zamen genomen roepen wij allen toe, handelaar of particulier Steunt deze onze vereeniging door lid te worden, het werk, dat zij doet en waardoor zij onnoemelijk veel goeds lot stand bréngt verdient uwe sympa thie en de contributie, 3.50 per jaar, kan geen bezwaar zijn. Hoe sterker zij is in ledental, des te meer kan de Haarlemsche Handelsvereeniging doen. Sluit u bij haar aan ten bate van aller belaug, dus ook in uw eigen be lang. HET BESTUUR. OP DE LIJN. Wij vinden in het pas verschenen nummer van „De Blauwe Vaan" een artikel om van te schrikken. Daarin wordt niets meer of minder gezegd, dan dal onder de spoorweg- mannen niet gedronken, maar (men vergeve ons dc uitdrukking) g c z o- p e n ivo'rdt. En de bijzonderheden blijven niet achterwege, ja, het arti kel wordt later vervolgd: er komt nog meer. Van tweeën een: de beschuldiging is niet uaar of sterk overdreven cn dan zal een krachtig protest wel viel uitblijven; of ze is wel juist en dan behooren de spoorwegmaatschappijen, in hel algemeen belang, onverwijld strenge maatregelen tegen het kwaad te nemen. Wij spraken over een epoonvegon- geval, dat gelukkig zonder persoon lijke ongelukken was afgeloopen. ,,'t Schijnt, dat de machinist niet geheel nuchter was," merkte ik op. „Neen, dat zal wel niet," antwoord de mijn vriend Tuinstra. „Dat laat dikwijls maar al to veel te wenscheu over. En eigenlijk kan men er zich alleen maar over verbazeh, dat er niet nog veel cn veel méér ongeluk ken plaats hebben." „Wordt er dan zóó gedronken onder de spoorvvegmannenV" „Gedronken? Gezopen! De enke le goeden natuurlijk niet te na ge sproken. Als ik ddór eens een boekje over open deed Tuinstra zat op zijn praatstoel; dat zag ik wel- Ik zei dus maar niets, maar schoof alleen wat naderbij. En daar begon hij: „Zooals je weet, ben ik al een he© len tijd aan 't spoor. Ik kan dus over heel wat gevalletjes meepraten. Zou jé wel willen geloovcn, dat er tal van machinisten en machinistleerlingen zijn, die, als ze nachtdienst hebben, soms heel dc-n nacht door drinken? Soms, als ze 'smorgens dan van hun machine kwamen, kwam de opzich ter-machinist ze zoo tegen; maar hij zei niets. En denk dan niet, dat ze naar huis gingenDicht bij 't station was een café, dat bekend stond als de kroeg van 't spoorwegpersoneel. Daar trokken ze met hun dronken kop en hun onvaslen gang heen. Daar werd er nog menige borrel op gezet; en in plaats van omstreeks 6, kwamen ze pas tegen 9 uur thuis uit hun nacht dienst." „Maar waren ze dan niet bang, dat ze gesnapt werden?" „Och, déórvoor bestond niet veel ge vaar. Je moet rekenen, dat er heel den dag door bezoek was. Machinis ten, leerlingen, wissel wachters, por tiers, wie maar vrij kwam of even kans zag, om weg tc loopen, wipte moeder de vrouw van al die extraa tjes niet veel te zien!" ,,'t Is verschrikkelijk I En wie nu niet zulke bij-inkomsten had?" „Ja, die nam het van zijn loon af Of die vond er wat anders op. Die stal eieren en ganzen, om aan jenever to komen, Voor zulke diefstallen zijn er, als ze uitkwamen ten minsto, velen ontslagen I Of ze deden als een zekere M., dien ik aan 't station F. gekend heb, die strijk en zet iederen nacht 2 mud ko len stal en bovendien van zijn mager loontje van ƒ11 nooit meer dan 8 bij zijn vrouw bracht! Die moest dan maar zien, hoe ze met dat schijntje met heel haar gezin de week dóór hongerde l Portiers en controleurs moesten het weer anders aanleggen. Die loerden vooral op eenvoudige schippers. Iin al hadden ze den man nooit van hun leven gezien, zij staken hem joviaal de hand toe met een: „Zoo, vriend, hen jij daar? Blij, dat ik je ziel" Of de man zich al verweerde en verbluft antwoordde, dat hij hen niet kende, 't baatte niets. „Ben je dan niet Die-cn- Die? Een ben-je-daar-en-daar dan niet geweest? En ken-je ook Dic-en-D!e niet?" Zoo werd de man in een heel net gewikkeld en met gulle hartelijkheid de restauratiezaal binnengeloodst, waar hij zich zonder veel praatjes tien, twaalf borrels liet afzetten. Ja, zelfs werden brutaalweg anderen er bij geroepen met de opmerking: „Neem er ook maar eentje I H ij b© taaitl" Gold het een vertrekken don E n- g e 1 s c h e n 'schipper, dan trachtte men hem nog gauw een kistje puike llollandschc sigaren aan te smoren. Voor stinkstokken van 150 werd kalmweg /4 ii fb in rekening ge bracht. En bij 't liurtelijke afscheid durfden ze zelfs nog om een drinkgeld ie vragen 1 Aan een ander station deden vroe ger de kruiers al op dezelfde ma nier. Daarin is verandering gekomen, sinds ze onder toezicht van de lading- meesters gesteld zijn. Maar aan het station B. is 't nog altijd zoo. Toch valt er voor de portiers en d© controleurs nog wel eens op andere wijze wat af. Menigmaal toch kunnen zij aan <le reizigers inlichtingen ver strekken of kleine diensten bewijzen. En afgezien van de rechtstreekscho fooien worden zij daarvoor maar al te vaak beloond mei ©en borrel of ©on pot bier, die aan 't buffet voor hen is „vastgezetIk heb als onthouder die goedbedoelde geschenken natuurlijk nooit willen aanvaarden, maar kreeg het als gunst gedaan, dat mij door dc buffetjuffrouw voor ieder glas een 6tuiver werd uitbetaald. Dat beliep soms een gulden per dag! Wat is er 's nachts ook menig vaat je bier verschalkt! Vroeger werd het bier van verschillende brouwerijen in open waggons vervoerd. Er ging haast geen nacht voorbij, of er waren een of meer waggons met biervaten op het terrein, die daar stonden te wachten om in een trein te worden gezet en vervolgens naar elders te worden vervoerd. Kwamen de wlsselwachters, macni- nist en stoker dan 's avonde in dienst, dan werd er direct een waggon met bier opgezocht en aan de machine vastgemaakt, om hun heel den nacht gezelschap te houden. Weldra wérd er een vat uit den waggon gehaald en in 't kolengnt verstopt. Wel waren de vaten met een ijzeren schroef afgeslo ten, die alleen met een bijzonderen sleutel kon worden geopend, maar daar wisten do machinisten wel raad op! Zij waren niet voor niets mannen van 't smidsvakI Zoo waren zij dus al pauw van een passenden sleutel voorzien, de bom werd losgedraaid, de tonderera- mer en alle koffiekaimetjes werden gevuld en heel de ploeg dronk er den gjyischen nacht lustig op los. Waren emmer en kannen leeg, dan werden ze opnieuw gevuld. Tegen dat de dag aanbrak, werd het leege vat, netjes afgesloten, weer op den wagen ge gooid, die nu op zijn plaats in den trein kwam te staan en weggereden werd. Hot vat vertoonde geen uiter lijke sporen van geweld of bcrooving; het rangeerpersoneel echter wél: och, och. wat waren die lui na'zoo'n bier nacht stijf en sufl („Blauwe Vaan"). Parijsche Brieven Hierbij bieden we onzen lezers de beeltenis aan van den nieuwen Di recteur van ons gemeentelijk museum, den heer G. D. Gratama, kunstschilder te 's-Gravenhage. De reproductie is- naar een zelfportret van den schilder vervaardigd. CCCXLV. In mijn laatstvorige brieven heb ik ..et onder meer gehad over Henri Fabre en Moolai-Hafid. Men vergunne mij, terloops op deze twee personen terug te komen. Reeds op jeugdigen leeftijd wist de ongeschoolde natuurvoracher Ilenri Fabro vast lo stollen, dat de bij den zelfden richtingszin hoeft als de post duif. Dat was een ontdekking, die nie mand minder dan Darwln verraste, aangezien l»Cl gansche psychologische gedeelte van Darwin's leer berust op de zintuigelijko analogie van merisch en dier. Tot dusver heeft men tever geefs getracht, onder de eigenschap pen van den heer der schepping iets als richtingszin „auslindig zu ma- chen". Wie oók maar «enigermate be seft, dat een wetenschappelijke hypo these, hoe onaantastbaar ze ook mo ge schijnen, zelfs door de geringste ontdekking als een kaartenhuisje in elkaar kan vallen, kan begrijpen, hoe veel belangstelling de groot© Engel- sche geleerde betoonde voor de des betreffende verdere onderzoekingen van zijn veel jongeren Franschen col lega. Doch toen Henri Fabre zijn Angelsaksische» confrater bereids had overtuigd van de gezondheid zij ner beweringen kwam laatstgenoem de te sterven. Het darwinistisch transformisnie was reeds ontslaan, en d« schepper daarvan had mei den tijd gehad, zijn leer te wijzigen naar de ontdekkingen van den land el ijken entomoloog. Henri Fabre ging door met zijn on derzoekingen en schokte slag op slag de constateeringen der officieel© we tenschap, die zich binnenskamers had gegrondvest. Dit bracht ham uit den aard der zaak in een kwaden reuk, waaraan overigons het autodidnkt- zijn van den rustigen en rustieken natuurvorSOber niet weinig bijdroeg. Nu, ongeveer een kwart eeuw later, is Darwin's tmnsformisme al danig getransformeerd en weet men, dat Henri Fabre een der grootste geleer den der wereld mag worden ge noemd. Indachtig aan het devies, dat bo venaan het Panthéon prijkt „Aux grands hommes la patrie recoonais- sante 1", heeft de Fransche regeering onzen uuiverseelen geleerde een on derstand verzekerd van 2000. zegge twee duizend francs per jaar. Aange zien Fabre het wel niol breed heeft, doch nog niet dood is, ja, niet meer dan 90 lentes achter den rug heeft, zou er alleszins reden bestaan om die goedgeefschheid van den Franschen staat te loven, indien ons de tegen stellende vergelijking niet al te zeer trof, dat Moelai-Uafid door dienzelf den -staat betaald wordt met een on derstand van 1000 francs per das, en zulks voorgepleegd landver raad. Daar steekt toch, dunkt mij. een kleine onrcchtvaardiglwid in. Ik erken wel, dat landverraad een bedrijf is, dat zeer goed beloond wordt door „de menschen van den overkant" elke behoorlijke groot© mogendheid weei er van mee Te praten doch er is een maat in alle dingen en er zijn ver houdingen, die men ten belange van de maatschappelijke orde in acht heeft te nemen. Zoo bad, mijns be dunkens, de Fransche regeering den onderstand voor Ilenri Fabre gevoe gelijk moeten vaststellen op 2500 francs per jaar dat ware, in ver band met het tientallig stelsel, een nóg rondere som Zooals ik in een vorig schrijven ver meldde, kwam Fabre den laat-ten keer niet voor der wetenschappelijken Nobelprijs in aanmerking, aangezien zijn wei-ken niet bij de officieele we tenschappelijke categorieën waren on- der te brengen. Nu men algemeen tot bet inzicht is gekomen, dat er een groote onrechtvaardigheid le zijnen opzichte is begaan, zou elk onzer al licht mrenen, dat men zich thans heen zou zetten over die categorisatie van ..het jaar nul'. Niet zoo naïef, lezer.' Officieele dirgeu staan ,,fest ge- maiiert in der Erde". Dic-s heeft in-.u, ten einde Henri Fabre een zorgeloozen ouden dag te bezorgen, oen list ver zonnen men stelt pogingen in het werk om hem den litteraire» Nobel prijs deelachtig te doen werden Daar zullen do groote heeren der litteratuur zich wel tegen verzetten, vermoed ik, want ook zij hebben uit den aard der zaak hun categorische inzichten, waarvan geen haar breed mag afgeweken worden. Ook hun is een vreemde eend in do bijt antipa thiek. Arme Henri Fabre 1 Die zou mis schien reeds tevreden zijn mot eon chiioerischen Nobol-prij.% zónder het geld Om op Moelat-Hafid terug te ko men: suppletie-troepen op suppletie- troepen vertrekken naar zijn land, teneinde den geldhonger van diverse Franscho en wellicht ook andere beursmannen te stillen. Zelfs huis vaders worden er met een merkwaar dige lichtzinnigheid heengezonden. Op het protest van den lieer Rog none afgevaardigde van het Rliön© departement, die opkwam tegen de uitzending van getrouwde mannen cn huisvaders, antwoordde baron Mill© rand met een mengeling van valsch pathos en misplaatste ironie: De huisvaders zullen de eersten zijn om aanspraak te maken op de eer, duel te nemen aan dezelfde ver moeienissen en, zoo noodig, zich aan dezelfde gevaren bloot tc stellen als hun kameraden. Zelf schijnt de baron echter feeste lijk voor die groote oer te bedanken. Want terwijl men in Marokko om het hardst vecht, flaneert hij op mode-bad- plaatsc-n. Dat is een opvatting als een andere. Menschen, die het weten, ver tellen, dat deze minister van oorlog op die badplaatsen niets liever doet dan zich door middel van cinemato grafische vertooningen op de hoogte te houden van Marokkaansche toe standen en gebeurtenissen. In zoo- in'iift hij gelijk, dat men ie dien zicht© in het algemeen uTcor ver trouwen kan stellen in het cinemato grafisch apparaat dan in officieele meiden. Minder ingenomen met de huidige evolution der cinéma zijn de heeren dramaturgen en thealer-dirckteuren. Als goede kooplieden zien zij in dit modern© schouwspel ding een gewel digen concurrent. Ga maar eens na: voor 1 franc, voor 50 centimes, ja, zelfs voor 25 centimes kan men zich twee volle uren achtereen vermaken. Iedereen vindt er wat van zijn ga ding. Elck wat wils. Ernstige men schen kunnen er zich mcc „dokn- mentccren", hetzij door reistafercelcn, hetzij door afbeeldingen betreffende het leven der dieren en der planten, enz. enz. De lieden, die gaarne do manifestatiën en gebeurtenissen van hun tijd volgen, kunnen zich vergas ten op dc natuurgetrouwe reproductie van vorstelijke recepties, plechtstati ge begrafenissen, bokswedstrijden, opstijgingen van vliegeniers en wat dies meer zij. Ten slotte vermaken de eervoudigen van geest zich het meest met de kunstig in elkaór gezette, grap pige of kwanswijs dramatische ge schiedcnissen. Is het wonder, dat, naar gelang de „■vogue" van d© cinéma grooter wordt, die van het andere kijkspel, dat fhéatcr heet, afneemt? Over dezen stand van zaken nu verontrusten zich, zooals ik hierbo- Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Om te zorgen dat de boden van het Stadhuis altijd in „passende klcedij" gestoken zullen zijn, wordt voor bo- venkleeding een vergoeding aan den Raad gevraagd Iemand die beweert sterk 1e wezen in de Nederlandsche taal, heeft mij gevraagd, of hun tegenwoordig© klec- dij dan niet in orde was, de pantalon te korf of te lang, de jas niet slui tend. Ik1>cgcep hem niet goed en zei, dat B, en W. passend© kleed ij voor de bo den verlangden, overeenkomstig hun taak. „Ha zoo", zei hij, alsof hem eens klaps iels duidelijk werd, „de bedoe ling is gepaste kleedij. Dat heeft een andere beteekenis dan passend, weet je?" Van dit gesprek heb ik me afge maakt. Zulke vitterijen lijken me niet. De kranten zijn er al veel te veel op uit, om eikaars taal- en stijlkun dige tekortkomingen aan de kaak tc stellen ir.plaats van stiekem af te spreken, het publiek maar niet wijzer te maken, dan het is zouden wij, particulieren, dat voorbeeld moeten volgen, en malkander op de vingers tikken over eenigst, dat eenig, pas send dat gepast, eerstens dat ten eer ste wezen moet en zoo moer? ï.a&t ons wijzer wezen en liever tot het we ten van de dingen doordringen. Wat is dan gepaste kleedij voor de nuttige ambtenaren, over wie we 't '•hier hebben? Voor den bode Is slechts één mode Dat is de gekleed© jas. In de laatste jaren is de emancipa tie op 't stuk van Weeding ook in 't Stadhuis doorgedrongen. Ik herinner me den tijd nog, toen de gemeen te-ontvanger de heer Geriings ©en van de ambtenaren op 't Stadhuis „de Engelschman" noemde, omdat hij al tijd zoo keurig naar de mode was, onverschillig welke wereldsche kleur j die voorschreef. Nu is daar niets bij zonders meer aan: de somberheid, die bij 't beheer van de gemeente schoen te behooren ,is geweken en iedereen, ook de hoogst geplaatsten, komen in colbertjes van diverse kleur op 't Stadhuis: zelfe heb ik onzen vroeg© ren Raadsvoorzitter eens met gekleur de manchetten in de vergadering ge zien. De Raadsleden zelf doen trou wens niet anders: de een, dat is Dr. Merens. verschijnt in een afgrijselijk bruin, dat mijn keus niet zou wezen, maar waarin hij zioh gelukkig schijnt te gevoelen en de ander, dat is de heer Modoo, steekt zich in een liefe lijk blauw. Waarom, o waarom, moet dan de bode zich in 't zwart blijven bewegen en nog wel in een model, dat heele- maal uit de smaak is en bovendien lastig, de gekleede jas? Moet de g© paste klcedij uniform wezen? Dan stel ik heel iets anders voor: een don kerblauwe attila met pantalon van dccelfde kleur, versierd met gele bies en ©cn pet naar Russisch model, met hot llaarlemsch wapen voorop. Moot het heel mooi wezen, dan kan ©r een staf bij van meer dan manshoogte, met kwasten. Zooiets kan ook heel wel passend zijn, maar misschien vinden do auto riteiten het niet gepast Zou ©r iets aan onze spoorwegen en hun omgeving mankeeren De Commissaris der Koningin in Noord-Holland is dezer dagen in een derde klasse-wagen van de tentoon stelling te Medemblik teruggekeerd. Mr. Van Leeuwen reisde dus om zoo t© zeggen incognito. Hij is een man, die den humor van liet leven wel ziet en zal er dus wel schik om gehad •hebben, dat men de eerste persoon in provincie wezen kan en toch g© noodzaakt, in do laagste klasse te sizen. Het goval zelf is natuurlijk duide lijk er waren te weinig wagens en je kunt van de Maatschappij niet vergen, dat ze weet waar ergens ©en tentoonstelling gehouden wordt G© brek aan ruimte ziet ze óók pc», als er geen ruimte meer is. Hoe zou het anders kunnen? Een kniesoor, die van voorzorgen praat Maar één ding heb ik niet goed begrepen het uit voerend comité van do tentoonstel ling heeft er zijn excuses over ge maakt. Strekt de zoTg van dat uit voerend comité zich dan uit over de bezoekers dei' tentoonstelling, die Medemblik uit gevoerd worden Zoo niet, wat voert dan het Comité met zoo'n verontschuldiging uit? Een flinke stevige brief aan de Hol- landsche Spoor over het eeuwige g© brok aan ruimte zou, dunkt me, practischcr geweest zijn. Mr. Van Leeuwen had de derde klasse een maal onderdaan, daaraan was niets meer t© verhelpen. Iets goeds kon al leen nog voor de toekomst worden gedaan. Een andere klacht. Over spoorweg omgeving. Er is zóóveel geklaagd over de qua- liteit van de huurrijtuigen en hun bespanning aan T station, dat ni© mand er meer over klaagt, liet werd te afgezaagd. H Ging er me© als met iemand, die long schreit als het afgeloopen is heeft ze geen enkele traan meer. Vreemdelingen die in Haarlem ko men en ons niet meer hooren klagen, zouden kunnen denken, dat we den toestand mooi vinden. Niets van aan, we zijn alleen maar uitgehuild, heb ben geen tranen meer. Daarom lachen we maar liever over wat overkwam aan een van onczo stadgenooten, di© van een buiten land soh reisje terugkeerde. Hij had bagage bij zieb, zocht met 8 oogen naar een rijtuig, maar vond er geen. Ja toch, er stond er een, maar zonder koetsier. „Die zit", verklaarde een welwil lende kruier, „io 't circus." Want 't was in de dagen, dat Corty Althoff spoelde. De reiziger geloofde dat wel niet zoo dadelijk, want de kruier scheen ietwat opgewonden, zoodat hij wel licht wat fantaseerde, maar waar de koetsier dan ook zat, het feit van zijn afwezigheid stond vast. „Zal ik", zoo bood de kruier aan, „een ander rijtuig voor u gaan ha len Maar wegens de opgewondenheid wees do reiziger dat aL Of er auto's waren weet hij niet meer. In elk geval eindigde liet liier- mee, dat zijn koffers het vóórbalcon van de electrisoke tram vulden en hij zelf met zijn gezelschap binnenin aan zijn bestemming kwam. „Jawel", denkt vast iemand, „maar welke dag was het en hoe laat Na middernacht, zeker en op Zondag avond, een dag, dat maar weinig menschen van de reis komen. "k Vraag wel excuus liet was op een Donderdagavond, 's avonds te half negen. Er schijnt inderdaad iets aan onze stations-vervoermiddelen te ontbre ken. Op het allerminst één koetsier en een rustige kruier. Ik sprak daareven van het circus. Vast om de twee jaar wekt dat bij andere gelegenheden van openbare uitspanning eenigen wrevel op. Ik kan het me wel begrijpen. ALs je ziet, hoe de menschen 's morgens queue maken voor het plaatsbureau en met genoegen uren wachten tot het hun beurt is, eu je bedenkt dan, hoe moei lijk het dikwijls valt om publiek krijgen in de vaste zalen, dan moet de snaar der verongelijking in je hart wel aan liet trillen gaan en ontstemd raken. „Waarom", zoo vragen de vaste directies, „mag een losse directie wel een paar dagen verlenging heb ben en wij na de kermis niet Ach, die vergelijkingenAls de mensch eens niet meer vergeleek, dan zou hij gelukkig kunnen worden, daar liij nooit naar beneden, maar altijd naar boven vergelijkt. Je kunt, zou ik zoo denken, altijd gemakkelijker één man verlenging toestaan, dan vier of zes. Vooral wan neer die achter zich nog een heel© staart van andere verlengings-lief- hebbers hebben. „Verlenging aan den Schouwburg in de Janestraat", zou de schouwburgtent op de Groenmarkt zeggon, „dan wil ik die ook." .Verlenging aan de tent op de Groenmarkt", zou Consael zeggen, „dan komt ze mij ook toe, ik heb toch ook een etablissement met kunst". J^anneer hij dan niet de beignets, maai' het tokkelend en zingend troep je bedoelt. Verlenging voor d© beignets!" zou den alle pofferkramen op Ged. Oude Gracht uitroepen, ,*dan eischcn wij di© ook En zoovoorte, enzoovoorts. „Beginselen zijn beginselen", zul» len de Haarlemsche sohouwburg-di- recteuren zeggen. Maar het maakt een groot verschil in do practijk, of die moeten worden toegepast op één man of op twintig en meer perso nen. Hoe 't ook zij, Althoff is met ufen- schen en paarden weer weggetrok ken, de vast© schouwburgen hc-t'ucn de kust vrij voor hun winterYoorstel lingen. Daar komen geen paaiden aan te pas en misschien zit daar juist de fout in. Waarom nemen de tooneel- geze) schappen niet eens een proef, om heusohe paarden ten tooneele te laten verschijnen Napoleon bijvoor beeld ln het stuk Madame Sans Géne paard den salon van maarschalk Lefobvre 'binnenrijdend, de vijf Frankforters op het buiten van den i hertog aankomend in een met de vier bespannen rijtuig i Wie weet hoe dat insloeg, zelfs door de menschen c>p hun stokpaarden het tooneel te laten oprijden, zou een waar lachsucces b© haald wordon, FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5