HaHLEH'S OlEiLM
TWEEDE BLAD
Zaterdag 14 September 1912.
Haarlemsclie
Handelsvereeniging
Goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 12 Nov. 1802 No. 20 en gewij
zigd bij Koniukl. besluit van 21
Mn 1897 No. 58 en van 13 lull
1909. No. 52.
Bureau: Jansweg 11, geopend allo
werkdagen van 9—5 uur.
Telephoon No. •403.
Op 10 Mei 1802 werd bovengenoem
de Veroeniging hier tor stede opge
richt mot licit doel de belangen der le
den op allerlei gebied te belui rtigen,
doch allereerst de belangen hunner
handel of bèdrijl te bevorderen en
we! spec.aal door het verstrekken
van In'ermalieu en het ittcasseeren
yau dubiou -o vorderingen.
Venn1 posten welke men de vereeni-
ging ter invordering in handen stelt
op buiten de stad woonachtige per
sonen moet 10 ct. porto worden be
taald, terwijl van allo vorderingen
door do voreenlglng geïnd 3 pet. pro
visie wordt geheven.
Bovendien hebben de leden het
recht op lust hun gratis te verstrek
ken udvies van de rechtsgeleerdo ad
viseurs der vereenigmg do heeren
Mrs. Th. do liaan Hugenholtz en A.
H. J. Merens, Spaarue 94 alhier, die
desgewenscht ook in proceduren en
faillissementen gratis voor hun op
treden natuurlijk echter alleen voor
zakea betreffende den handel of het
bedrijf der leden.
Bij elke vordering de rechtsgeleer
den in handen gesteld moot 10 ct.
voor porto worden gevoegd, terwijl
van do bedragen dor langs dezen
weg ingevorderde posten 5 pCt. moet
worden betaald. H.ll. rechtsgeleer
den hebben hot recht in goval van ge
rechtelijke vervolging het door hun
noodig geoordeelde voorschot te vra
gen aan den inzender dor vordering.
Over in de stad woonachtige per
sonen geeft de vereeniging gratis
mondelinge of telcphonisch© inlich
ting; verlangt men de informatie
schriftelijk dan wordt 25 ct. berekend,
terwijl voor information op buiten de
stad wonende personen f 0.60 pl.m.
5 ct, portovergoeding moet worden
betaald.
Aan liet kantoor Jansweg 11 zijn
coupons 5 10 ct. verkrijgbaar, waarop
men aan het bureau van den Burger:
lijken stand op het Raadhuis inlich
tingen kan bekomen over de adressen
van hier ter stede op het bevolkings
register ingeschreven personen.
Verder zijn voor de leden verkrijg
baar legitimatiekaarten, waarop zij
persoonlijk information kunnen vra
gen, in andere plaatsen bij de daar
gevestigde en bij den Ned. Bond van
Onderl. Infor. en Schuldinvordering-
buieanx en Handelsverenigingen
aangesloten voreenigingen. Deze in
formation koste.u 25 ct.
Het is noodig er nog oens uitdruk-
ke'ijk op te wijzen dat goed informee
ren, vooral naar nieuwe cliënten eene
bepaalde noodzakelijkheid is gewor
den, waar zoovel© geheel onbekende
ipersonen zich in onze stad en aan
grenzende gemeenten komen vestigen.
Onder alle koren is kaf.
Bovengenoemde Bond, waarbij 18
vereeriigingen m de voornaamste
plaatsen van ons land gevestigd zijn
aangesloten geeft uit eerie tweemaan-
delijksche lijst van namen van per
sonen omtrent wien men wordt aan
geraden inlichtingen te vragen voor
dat men iuet hen in handelsbetrek
king treedt, waarvan het gehenn on
geschonden moet blijven en die als
w aa r so 11 u w i n gsmiddel "u itstekende
diensten bewijst.
Waar eene vereeniging, die hare le
den al deze voordcelen en gemakken
aanbiedt, slechts ƒ3.50 jaarlijksche
contributie vraagt, is dit zeker een
zeer bescheiden eisch te noemen, te
meer daar al het opgenoemde niet het
ecnigo is wat de Huarlcmsche Han
delsvereeniging dool; steeds heeft zij
een open oog gehad voor alle zaken,
d:e hare leden in 't bijzonder en onze
gemeente in "t algemeen betroffen en
altijd heeft zij daarvoor gesproken.
Het zou te ver voeren alles op te noe
men, waarvoor zij opkwam, alleen
dient nog vermeld, dat het hare l>e-
doeling is, in deze richting krachtig
voort te gaan.
In verband hiermede zijn in het be
stuur drie commission gevormd en is
daarvoor het bestuur uitgebreid. Van
dfifir even aan. 't Gewone sdn was
drie tikken op de ruit Anders deed de
kastelein niet eens open. Zoo waren
ze dus tegen een mogelijke overrom
peling zoo goed als beveiligd."
„Wat zullen die menschen een geld
in die kroeg hebben laten zitten 1"
waagde ik op te merken.
„EnormI Je weet misschien, dat de
Spoorwegmaatschappij premies be
taalt voor 't zuinig gebruik van ko
len. Ik heb machinisten gekend, die
maandelijks 30 fi 40 gulden, en machi
nist-leerlingen, die 18 h 20, soms zelfs
25 gulden kolenpremie beurden. Ja,
sommige maclynisten, in den snel-
ilienst, brachten hut wel tot 50, 70 en
een enkele maal zelfs tot 100 gulden
kolenpremie 1 Welnu, dat geld ging
grootcndcels aan 't eind van
doze commission bemoeit eene zich maand naar den kroegbaas, om den
met het Inforti atie- en Incassowezen, gepoften drank te betalen. Zoo kreeg
met algemeene Middenstandsbe-
langen en is er eene voor Gemeente
belangen.
Alles te zamen genomen roepen wij
allen toe, handelaar of particulier
Steunt deze onze vereeniging door lid
te worden, het werk, dat zij doet en
waardoor zij onnoemelijk veel goeds
lot stand bréngt verdient uwe sympa
thie en de contributie, 3.50 per jaar,
kan geen bezwaar zijn. Hoe sterker
zij is in ledental, des te meer kan
de Haarlemsche Handelsvereeniging
doen.
Sluit u bij haar aan ten bate van
aller belaug, dus ook in uw eigen be
lang.
HET BESTUUR.
OP DE LIJN.
Wij vinden in het pas verschenen
nummer van „De Blauwe Vaan" een
artikel om van te schrikken.
Daarin wordt niets meer of minder
gezegd, dan dal onder de spoorweg-
mannen niet gedronken, maar (men
vergeve ons dc uitdrukking) g c z o-
p e n ivo'rdt. En de bijzonderheden
blijven niet achterwege, ja, het arti
kel wordt later vervolgd: er komt nog
meer.
Van tweeën een: de beschuldiging
is niet uaar of sterk overdreven cn
dan zal een krachtig protest wel viel
uitblijven; of ze is wel juist en dan
behooren de spoorwegmaatschappijen,
in hel algemeen belang, onverwijld
strenge maatregelen tegen het kwaad
te nemen.
Wij spraken over een epoonvegon-
geval, dat gelukkig zonder persoon
lijke ongelukken was afgeloopen.
,,'t Schijnt, dat de machinist niet
geheel nuchter was," merkte ik op.
„Neen, dat zal wel niet," antwoord
de mijn vriend Tuinstra. „Dat laat
dikwijls maar al to veel te wenscheu
over. En eigenlijk kan men er zich
alleen maar over verbazeh, dat er
niet nog veel cn veel méér ongeluk
ken plaats hebben."
„Wordt er dan zóó gedronken onder
de spoorvvegmannenV"
„Gedronken? Gezopen! De enke
le goeden natuurlijk niet te na ge
sproken. Als ik ddór eens een boekje
over open deed
Tuinstra zat op zijn praatstoel; dat
zag ik wel- Ik zei dus maar niets,
maar schoof alleen wat naderbij. En
daar begon hij:
„Zooals je weet, ben ik al een he©
len tijd aan 't spoor. Ik kan dus over
heel wat gevalletjes meepraten. Zou
jé wel willen geloovcn, dat er tal van
machinisten en machinistleerlingen
zijn, die, als ze nachtdienst hebben,
soms heel dc-n nacht door drinken?
Soms, als ze 'smorgens dan van hun
machine kwamen, kwam de opzich
ter-machinist ze zoo tegen; maar hij
zei niets. En denk dan niet, dat ze
naar huis gingenDicht bij 't station
was een café, dat bekend stond als de
kroeg van 't spoorwegpersoneel. Daar
trokken ze met hun dronken kop en
hun onvaslen gang heen. Daar werd
er nog menige borrel op gezet; en in
plaats van omstreeks 6, kwamen ze
pas tegen 9 uur thuis uit hun nacht
dienst."
„Maar waren ze dan niet bang, dat
ze gesnapt werden?"
„Och, déórvoor bestond niet veel ge
vaar. Je moet rekenen, dat er heel
den dag door bezoek was. Machinis
ten, leerlingen, wissel wachters, por
tiers, wie maar vrij kwam of even
kans zag, om weg tc loopen, wipte
moeder de vrouw van al die extraa
tjes niet veel te zien!"
,,'t Is verschrikkelijk I En wie nu
niet zulke bij-inkomsten had?"
„Ja, die nam het van zijn loon af
Of die vond er wat anders op. Die
stal eieren en ganzen, om aan jenever
to komen, Voor zulke diefstallen zijn
er, als ze uitkwamen ten minsto,
velen ontslagen I
Of ze deden als een zekere M., dien
ik aan 't station F. gekend heb, die
strijk en zet iederen nacht 2 mud ko
len stal en bovendien van zijn mager
loontje van ƒ11 nooit meer dan 8
bij zijn vrouw bracht! Die moest dan
maar zien, hoe ze met dat schijntje
met heel haar gezin de week dóór
hongerde l
Portiers en controleurs moesten het
weer anders aanleggen. Die loerden
vooral op eenvoudige schippers. Iin
al hadden ze den man nooit van hun
leven gezien, zij staken hem joviaal
de hand toe met een: „Zoo, vriend,
hen jij daar? Blij, dat ik je ziel" Of
de man zich al verweerde en verbluft
antwoordde, dat hij hen niet kende, 't
baatte niets. „Ben je dan niet Die-cn-
Die? Een ben-je-daar-en-daar dan niet
geweest? En ken-je ook Dic-en-D!e
niet?"
Zoo werd de man in een heel net
gewikkeld en met gulle hartelijkheid
de restauratiezaal binnengeloodst,
waar hij zich zonder veel praatjes
tien, twaalf borrels liet afzetten. Ja,
zelfs werden brutaalweg anderen er
bij geroepen met de opmerking:
„Neem er ook maar eentje I H ij b©
taaitl"
Gold het een vertrekken don E n-
g e 1 s c h e n 'schipper, dan trachtte
men hem nog gauw een kistje puike
llollandschc sigaren aan te smoren.
Voor stinkstokken van 150 werd
kalmweg /4 ii fb in rekening ge
bracht. En bij 't liurtelijke afscheid
durfden ze zelfs nog om een drinkgeld
ie vragen 1
Aan een ander station deden vroe
ger de kruiers al op dezelfde ma
nier. Daarin is verandering gekomen,
sinds ze onder toezicht van de lading-
meesters gesteld zijn. Maar aan het
station B. is 't nog altijd zoo.
Toch valt er voor de portiers en d©
controleurs nog wel eens op andere
wijze wat af. Menigmaal toch kunnen
zij aan <le reizigers inlichtingen ver
strekken of kleine diensten bewijzen.
En afgezien van de rechtstreekscho
fooien worden zij daarvoor maar al
te vaak beloond mei ©en borrel of ©on
pot bier, die aan 't buffet voor hen is
„vastgezetIk heb als onthouder die
goedbedoelde geschenken natuurlijk
nooit willen aanvaarden, maar kreeg
het als gunst gedaan, dat mij door dc
buffetjuffrouw voor ieder glas een
6tuiver werd uitbetaald. Dat beliep
soms een gulden per dag!
Wat is er 's nachts ook menig vaat
je bier verschalkt! Vroeger werd het
bier van verschillende brouwerijen
in open waggons vervoerd. Er ging
haast geen nacht voorbij, of er waren
een of meer waggons met biervaten
op het terrein, die daar stonden te
wachten om in een trein te worden
gezet en vervolgens naar elders te
worden vervoerd.
Kwamen de wlsselwachters, macni-
nist en stoker dan 's avonde in dienst,
dan werd er direct een waggon met
bier opgezocht en aan de machine
vastgemaakt, om hun heel den nacht
gezelschap te houden. Weldra wérd
er een vat uit den waggon gehaald en
in 't kolengnt verstopt. Wel waren de
vaten met een ijzeren schroef afgeslo
ten, die alleen met een bijzonderen
sleutel kon worden geopend, maar
daar wisten do machinisten wel raad
op! Zij waren niet voor niets mannen
van 't smidsvakI
Zoo waren zij dus al pauw van
een passenden sleutel voorzien, de
bom werd losgedraaid, de tonderera-
mer en alle koffiekaimetjes werden
gevuld en heel de ploeg dronk er den
gjyischen nacht lustig op los. Waren
emmer en kannen leeg, dan werden
ze opnieuw gevuld. Tegen dat de dag
aanbrak, werd het leege vat, netjes
afgesloten, weer op den wagen ge
gooid, die nu op zijn plaats in den
trein kwam te staan en weggereden
werd. Hot vat vertoonde geen uiter
lijke sporen van geweld of bcrooving;
het rangeerpersoneel echter wél: och,
och. wat waren die lui na'zoo'n bier
nacht stijf en sufl
(„Blauwe Vaan").
Parijsche Brieven
Hierbij bieden we onzen lezers de beeltenis aan van den nieuwen Di
recteur van ons gemeentelijk museum, den heer G. D. Gratama,
kunstschilder te 's-Gravenhage. De reproductie is- naar een zelfportret
van den schilder vervaardigd.
CCCXLV.
In mijn laatstvorige brieven heb ik
..et onder meer gehad over Henri
Fabre en Moolai-Hafid.
Men vergunne mij, terloops op deze
twee personen terug te komen.
Reeds op jeugdigen leeftijd wist de
ongeschoolde natuurvoracher Ilenri
Fabro vast lo stollen, dat de bij den
zelfden richtingszin hoeft als de post
duif.
Dat was een ontdekking, die nie
mand minder dan Darwln verraste,
aangezien l»Cl gansche psychologische
gedeelte van Darwin's leer berust op
de zintuigelijko analogie van merisch
en dier. Tot dusver heeft men tever
geefs getracht, onder de eigenschap
pen van den heer der schepping iets
als richtingszin „auslindig zu ma-
chen". Wie oók maar «enigermate be
seft, dat een wetenschappelijke hypo
these, hoe onaantastbaar ze ook mo
ge schijnen, zelfs door de geringste
ontdekking als een kaartenhuisje in
elkaar kan vallen, kan begrijpen, hoe
veel belangstelling de groot© Engel-
sche geleerde betoonde voor de des
betreffende verdere onderzoekingen
van zijn veel jongeren Franschen col
lega. Doch toen Henri Fabre zijn
Angelsaksische» confrater bereids
had overtuigd van de gezondheid zij
ner beweringen kwam laatstgenoem
de te sterven. Het darwinistisch
transformisnie was reeds ontslaan,
en d« schepper daarvan had mei den
tijd gehad, zijn leer te wijzigen naar
de ontdekkingen van den land el ijken
entomoloog.
Henri Fabre ging door met zijn on
derzoekingen en schokte slag op slag
de constateeringen der officieel© we
tenschap, die zich binnenskamers had
gegrondvest. Dit bracht ham uit den
aard der zaak in een kwaden reuk,
waaraan overigons het autodidnkt-
zijn van den rustigen en rustieken
natuurvorSOber niet weinig bijdroeg.
Nu, ongeveer een kwart eeuw later,
is Darwin's tmnsformisme al danig
getransformeerd en weet men, dat
Henri Fabre een der grootste geleer
den der wereld mag worden ge
noemd.
Indachtig aan het devies, dat bo
venaan het Panthéon prijkt „Aux
grands hommes la patrie recoonais-
sante 1", heeft de Fransche regeering
onzen uuiverseelen geleerde een on
derstand verzekerd van 2000. zegge
twee duizend francs per jaar. Aange
zien Fabre het wel niol breed heeft,
doch nog niet dood is, ja, niet meer
dan 90 lentes achter den rug heeft,
zou er alleszins reden bestaan om die
goedgeefschheid van den Franschen
staat te loven, indien ons de tegen
stellende vergelijking niet al te zeer
trof, dat Moelai-Uafid door dienzelf
den -staat betaald wordt met een on
derstand van 1000 francs per das,
en zulks voorgepleegd landver
raad. Daar steekt toch, dunkt mij. een
kleine onrcchtvaardiglwid in. Ik erken
wel, dat landverraad een bedrijf is,
dat zeer goed beloond wordt door „de
menschen van den overkant" elke
behoorlijke groot© mogendheid weei
er van mee Te praten doch er is
een maat in alle dingen en er zijn ver
houdingen, die men ten belange van
de maatschappelijke orde in acht
heeft te nemen. Zoo bad, mijns be
dunkens, de Fransche regeering den
onderstand voor Ilenri Fabre gevoe
gelijk moeten vaststellen op 2500
francs per jaar dat ware, in ver
band met het tientallig stelsel, een
nóg rondere som
Zooals ik in een vorig schrijven ver
meldde, kwam Fabre den laat-ten
keer niet voor der wetenschappelijken
Nobelprijs in aanmerking, aangezien
zijn wei-ken niet bij de officieele we
tenschappelijke categorieën waren on-
der te brengen. Nu men algemeen tot
bet inzicht is gekomen, dat er een
groote onrechtvaardigheid le zijnen
opzichte is begaan, zou elk onzer al
licht mrenen, dat men zich thans heen
zou zetten over die categorisatie van
..het jaar nul'. Niet zoo naïef, lezer.'
Officieele dirgeu staan ,,fest ge-
maiiert in der Erde". Dic-s heeft in-.u,
ten einde Henri Fabre een zorgeloozen
ouden dag te bezorgen, oen list ver
zonnen men stelt pogingen in het
werk om hem den litteraire» Nobel
prijs deelachtig te doen werden
Daar zullen do groote heeren der
litteratuur zich wel tegen verzetten,
vermoed ik, want ook zij hebben uit
den aard der zaak hun categorische
inzichten, waarvan geen haar breed
mag afgeweken worden. Ook hun is
een vreemde eend in do bijt antipa
thiek.
Arme Henri Fabre 1 Die zou mis
schien reeds tevreden zijn mot eon
chiioerischen Nobol-prij.% zónder het
geld
Om op Moelat-Hafid terug te ko
men: suppletie-troepen op suppletie-
troepen vertrekken naar zijn land,
teneinde den geldhonger van diverse
Franscho en wellicht ook andere
beursmannen te stillen. Zelfs huis
vaders worden er met een merkwaar
dige lichtzinnigheid heengezonden.
Op het protest van den lieer Rog
none afgevaardigde van het Rliön©
departement, die opkwam tegen de
uitzending van getrouwde mannen cn
huisvaders, antwoordde baron Mill©
rand met een mengeling van valsch
pathos en misplaatste ironie:
De huisvaders zullen de eersten
zijn om aanspraak te maken op de
eer, duel te nemen aan dezelfde ver
moeienissen en, zoo noodig, zich aan
dezelfde gevaren bloot tc stellen als
hun kameraden.
Zelf schijnt de baron echter feeste
lijk voor die groote oer te bedanken.
Want terwijl men in Marokko om het
hardst vecht, flaneert hij op mode-bad-
plaatsc-n. Dat is een opvatting als een
andere. Menschen, die het weten, ver
tellen, dat deze minister van oorlog
op die badplaatsen niets liever doet
dan zich door middel van cinemato
grafische vertooningen op de hoogte
te houden van Marokkaansche toe
standen en gebeurtenissen. In zoo-
in'iift hij gelijk, dat men ie dien
zicht© in het algemeen uTcor ver
trouwen kan stellen in het cinemato
grafisch apparaat dan in officieele
meiden.
Minder ingenomen met de huidige
evolution der cinéma zijn de heeren
dramaturgen en thealer-dirckteuren.
Als goede kooplieden zien zij in dit
modern© schouwspel ding een gewel
digen concurrent. Ga maar eens na:
voor 1 franc, voor 50 centimes, ja,
zelfs voor 25 centimes kan men zich
twee volle uren achtereen vermaken.
Iedereen vindt er wat van zijn ga
ding. Elck wat wils. Ernstige men
schen kunnen er zich mcc „dokn-
mentccren", hetzij door reistafercelcn,
hetzij door afbeeldingen betreffende
het leven der dieren en der planten,
enz. enz. De lieden, die gaarne do
manifestatiën en gebeurtenissen van
hun tijd volgen, kunnen zich vergas
ten op dc natuurgetrouwe reproductie
van vorstelijke recepties, plechtstati
ge begrafenissen, bokswedstrijden,
opstijgingen van vliegeniers en wat
dies meer zij. Ten slotte vermaken de
eervoudigen van geest zich het meest
met de kunstig in elkaór gezette, grap
pige of kwanswijs dramatische ge
schiedcnissen.
Is het wonder, dat, naar gelang de
„■vogue" van d© cinéma grooter
wordt, die van het andere kijkspel,
dat fhéatcr heet, afneemt?
Over dezen stand van zaken nu
verontrusten zich, zooals ik hierbo-
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Om te zorgen dat de boden van het
Stadhuis altijd in „passende klcedij"
gestoken zullen zijn, wordt voor bo-
venkleeding een vergoeding aan den
Raad gevraagd
Iemand die beweert sterk 1e wezen
in de Nederlandsche taal, heeft mij
gevraagd, of hun tegenwoordig© klec-
dij dan niet in orde was, de pantalon
te korf of te lang, de jas niet slui
tend.
Ik1>cgcep hem niet goed en zei, dat
B, en W. passend© kleed ij voor de bo
den verlangden, overeenkomstig hun
taak.
„Ha zoo", zei hij, alsof hem eens
klaps iels duidelijk werd, „de bedoe
ling is gepaste kleedij. Dat heeft
een andere beteekenis dan passend,
weet je?"
Van dit gesprek heb ik me afge
maakt. Zulke vitterijen lijken me
niet. De kranten zijn er al veel te veel
op uit, om eikaars taal- en stijlkun
dige tekortkomingen aan de kaak tc
stellen ir.plaats van stiekem af te
spreken, het publiek maar niet wijzer
te maken, dan het is zouden wij,
particulieren, dat voorbeeld moeten
volgen, en malkander op de vingers
tikken over eenigst, dat eenig, pas
send dat gepast, eerstens dat ten eer
ste wezen moet en zoo moer? ï.a&t ons
wijzer wezen en liever tot het we
ten van de dingen doordringen.
Wat is dan gepaste kleedij voor de
nuttige ambtenaren, over wie we 't
'•hier hebben?
Voor den bode
Is slechts één mode
Dat is de gekleed© jas.
In de laatste jaren is de emancipa
tie op 't stuk van Weeding ook in 't
Stadhuis doorgedrongen. Ik herinner
me den tijd nog, toen de gemeen
te-ontvanger de heer Geriings ©en
van de ambtenaren op 't Stadhuis „de
Engelschman" noemde, omdat hij al
tijd zoo keurig naar de mode was,
onverschillig welke wereldsche kleur j
die voorschreef. Nu is daar niets bij
zonders meer aan: de somberheid, die
bij 't beheer van de gemeente schoen
te behooren ,is geweken en iedereen,
ook de hoogst geplaatsten, komen in
colbertjes van diverse kleur op 't
Stadhuis: zelfe heb ik onzen vroeg©
ren Raadsvoorzitter eens met gekleur
de manchetten in de vergadering ge
zien. De Raadsleden zelf doen trou
wens niet anders: de een, dat is Dr.
Merens. verschijnt in een afgrijselijk
bruin, dat mijn keus niet zou wezen,
maar waarin hij zioh gelukkig schijnt
te gevoelen en de ander, dat is de
heer Modoo, steekt zich in een liefe
lijk blauw.
Waarom, o waarom, moet dan de
bode zich in 't zwart blijven bewegen
en nog wel in een model, dat heele-
maal uit de smaak is en bovendien
lastig, de gekleede jas? Moet de g©
paste klcedij uniform wezen? Dan
stel ik heel iets anders voor: een don
kerblauwe attila met pantalon van
dccelfde kleur, versierd met gele bies
en ©cn pet naar Russisch model, met
hot llaarlemsch wapen voorop. Moot
het heel mooi wezen, dan kan ©r een
staf bij van meer dan manshoogte,
met kwasten.
Zooiets kan ook heel wel passend
zijn, maar misschien vinden do auto
riteiten het niet gepast
Zou ©r iets aan onze spoorwegen
en hun omgeving mankeeren
De Commissaris der Koningin in
Noord-Holland is dezer dagen in een
derde klasse-wagen van de tentoon
stelling te Medemblik teruggekeerd.
Mr. Van Leeuwen reisde dus om zoo
t© zeggen incognito. Hij is een man,
die den humor van liet leven wel ziet
en zal er dus wel schik om gehad
•hebben, dat men de eerste persoon in
provincie wezen kan en toch g©
noodzaakt, in do laagste klasse te
sizen.
Het goval zelf is natuurlijk duide
lijk er waren te weinig wagens en
je kunt van de Maatschappij niet
vergen, dat ze weet waar ergens ©en
tentoonstelling gehouden wordt G©
brek aan ruimte ziet ze óók pc», als
er geen ruimte meer is. Hoe zou het
anders kunnen? Een kniesoor, die
van voorzorgen praat Maar één ding
heb ik niet goed begrepen het uit
voerend comité van do tentoonstel
ling heeft er zijn excuses over ge
maakt. Strekt de zoTg van dat uit
voerend comité zich dan uit over de
bezoekers dei' tentoonstelling, die
Medemblik uit gevoerd worden Zoo
niet, wat voert dan het Comité met
zoo'n verontschuldiging uit?
Een flinke stevige brief aan de Hol-
landsche Spoor over het eeuwige g©
brok aan ruimte zou, dunkt me,
practischcr geweest zijn. Mr. Van
Leeuwen had de derde klasse een
maal onderdaan, daaraan was niets
meer t© verhelpen. Iets goeds kon al
leen nog voor de toekomst worden
gedaan.
Een andere klacht. Over spoorweg
omgeving.
Er is zóóveel geklaagd over de qua-
liteit van de huurrijtuigen en hun
bespanning aan T station, dat ni©
mand er meer over klaagt, liet werd
te afgezaagd. H Ging er me© als met
iemand, die long schreit als het
afgeloopen is heeft ze geen enkele
traan meer.
Vreemdelingen die in Haarlem ko
men en ons niet meer hooren klagen,
zouden kunnen denken, dat we den
toestand mooi vinden. Niets van aan,
we zijn alleen maar uitgehuild, heb
ben geen tranen meer.
Daarom lachen we maar liever over
wat overkwam aan een van onczo
stadgenooten, di© van een buiten
land soh reisje terugkeerde.
Hij had bagage bij zieb, zocht met
8 oogen naar een rijtuig, maar
vond er geen. Ja toch, er stond er
een, maar zonder koetsier.
„Die zit", verklaarde een welwil
lende kruier, „io 't circus."
Want 't was in de dagen, dat Corty
Althoff spoelde.
De reiziger geloofde dat wel niet
zoo dadelijk, want de kruier scheen
ietwat opgewonden, zoodat hij wel
licht wat fantaseerde, maar waar de
koetsier dan ook zat, het feit van zijn
afwezigheid stond vast.
„Zal ik", zoo bood de kruier aan,
„een ander rijtuig voor u gaan ha
len
Maar wegens de opgewondenheid
wees do reiziger dat aL
Of er auto's waren weet hij niet
meer. In elk geval eindigde liet liier-
mee, dat zijn koffers het vóórbalcon
van de electrisoke tram vulden en hij
zelf met zijn gezelschap binnenin aan
zijn bestemming kwam.
„Jawel", denkt vast iemand, „maar
welke dag was het en hoe laat Na
middernacht, zeker en op Zondag
avond, een dag, dat maar weinig
menschen van de reis komen.
"k Vraag wel excuus liet was op
een Donderdagavond, 's avonds te
half negen.
Er schijnt inderdaad iets aan onze
stations-vervoermiddelen te ontbre
ken. Op het allerminst één koetsier
en een rustige kruier.
Ik sprak daareven van het circus.
Vast om de twee jaar wekt dat bij
andere gelegenheden van openbare
uitspanning eenigen wrevel op. Ik
kan het me wel begrijpen. ALs je ziet,
hoe de menschen 's morgens queue
maken voor het plaatsbureau en met
genoegen uren wachten tot het hun
beurt is, eu je bedenkt dan, hoe moei
lijk het dikwijls valt om publiek
krijgen in de vaste zalen, dan moet
de snaar der verongelijking in je hart
wel aan liet trillen gaan en ontstemd
raken.
„Waarom", zoo vragen de vaste
directies, „mag een losse directie
wel een paar dagen verlenging heb
ben en wij na de kermis niet
Ach, die vergelijkingenAls de
mensch eens niet meer vergeleek,
dan zou hij gelukkig kunnen worden,
daar liij nooit naar beneden, maar
altijd naar boven vergelijkt.
Je kunt, zou ik zoo denken, altijd
gemakkelijker één man verlenging
toestaan, dan vier of zes. Vooral wan
neer die achter zich nog een heel©
staart van andere verlengings-lief-
hebbers hebben. „Verlenging aan den
Schouwburg in de Janestraat", zou
de schouwburgtent op de Groenmarkt
zeggon, „dan wil ik die ook."
.Verlenging aan de tent op de
Groenmarkt", zou Consael zeggen,
„dan komt ze mij ook toe, ik heb toch
ook een etablissement met kunst".
J^anneer hij dan niet de beignets,
maai' het tokkelend en zingend troep
je bedoelt.
Verlenging voor d© beignets!" zou
den alle pofferkramen op Ged.
Oude Gracht uitroepen, ,*dan eischcn
wij di© ook
En zoovoorte, enzoovoorts.
„Beginselen zijn beginselen", zul»
len de Haarlemsche sohouwburg-di-
recteuren zeggen. Maar het maakt
een groot verschil in do practijk, of
die moeten worden toegepast op één
man of op twintig en meer perso
nen.
Hoe 't ook zij, Althoff is met ufen-
schen en paarden weer weggetrok
ken, de vast© schouwburgen hc-t'ucn
de kust vrij voor hun winterYoorstel
lingen. Daar komen geen paaiden aan
te pas en misschien zit daar juist de
fout in. Waarom nemen de tooneel-
geze) schappen niet eens een proef,
om heusohe paarden ten tooneele te
laten verschijnen Napoleon bijvoor
beeld ln het stuk Madame Sans Géne
paard den salon van maarschalk
Lefobvre 'binnenrijdend, de vijf
Frankforters op het buiten van den i
hertog aankomend in een met de vier
bespannen rijtuig i Wie weet hoe dat
insloeg, zelfs door de menschen c>p
hun stokpaarden het tooneel te laten
oprijden, zou een waar lachsucces b©
haald wordon,
FIDELIO.