BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
®F 10 CENT PER WEEK.
80e Jurgtng.
ZATERDAG 5 OCTOBER 1918
Ne 8988
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S BASBLAD KOST
f 1.20 PER 8 iAANDEN
ADMOTSTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55,
DRUKKERIJ ZUSDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIÊN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEWERKT
tiet Rijke Natuurleven
VOGELRAADSELS.
Dat was een feest voor do vogel-
Wereld, toen Zondag de haan van den
toren plotseling bedacht, dat hij dit
jaar nog zoo weinig in Z.-O. richting
had gekeken. Een kleine zwenking
naar rechts en de vogels begonnen
kun luidruchtig gestoei, dat geihieel
den dag aanhield.
Ik ben tegenwoordig zoo gelukkig
een aardig observatieterrein rondom
mijn woning te hebben. Mijn buren
hebben mooie, dicht beladen eseh-
doorns, donkere conifeerhoekjes en
weelderig gegroeide wingerd- en
klimopranken, terwijl ik zelf voor de
noodige vlierstruiken, een goed bela
den pereboom en heel wat zonnebloe
men h eb gezorgd.'
Dat trekt de vogel familie aan, dat
houdt beele spreeuwenkolonies aan
den tuin gebonden, dat noodzaakt de
meezen bij tientallen tegelijk een
kwartier achtereen vajik, heester
vcor heester nauwkeurig af te zoe
ken.
Nu is de groote aantrekkelijkheid,
die mijn sappige peren voor sommi
ge vogels schijnen te hebben, minder
mijn bedoeling geweest. Een paar
ochtenden vond ik al enkele mooie
vruchten ouder den boom liggen, ie
der met een versch gepikte won de-
plek. De spreeuwen kregen natuur
lijk dc schuld. Zij waren het, die
overdag, parmantig draaiend over
mijn gazon hipten en ieder insect,
dat daar ook een uitstapje maakte,
inrekenden, zij waren het, d;e zich
zelf als heerschers over de vlierbes-
sen beschouwden, zij zouden'dus cok
mijn peren wel vaak een bezoek bren
gen. Overdag echter, maakten ze zich
niet schuldig aan dezen diefstal.
Om er meer van te weten stond ik
een paar maal heel vroeg op.
Koud, alsof het November was en
een triestige mist overal.
Prachtig weer, om ongemerkt op
root uil te gaan, schenen de vogels
te denken, want in mijn tuin was het
dievenwerk al in vollen gang. Daar
zaten ze dan, de zwarte booswichten,
die zich den heelen dag niet bij mijn
■vruchten lieten zien. Geen enkele
spreeuw had zich bij hen gevoegd,
de morel familie dreef de exploitatie
zonder hulp. Zes mooie gele peren
lagen op den grond verspreid.
De merehnaii gaf een geduchten
snavelhouw in een der grootste- Het
scheen godenspijs, want met merk
baar ongeduld rameide hij het ding
aan stukken, telkens de sappigste
deelen naar binnen werkend.
De overige familieleden, rneest
jonge vogels in hun bruinzwart pak
je. probeerden de andere vruchten
en gingen er al even onbarmhartig
mee om als de aanvoerder. Mies was
tot zoover gewoon en dus geen half
dozijn peren waard, maar, in ver
band met wat volgt, vond ik bet
merkwaardig, dat een gespikkelde
daldijster, die misschien slechts uit.
memvscriericrhe'd kwam kijken, dooi
de heel© merelfnmilie werd verdre
ven, terwijl ze in 't eerst niet de
minste eensgezindheid hadden ge
toond.
Oomer'-el-'k is ook steeds de weini
ge spaarzaamheid, die de vogels ver
tonnen.
Heele stukken werden on zij ge
gooid om een nieuwe vrucht „onder-
ha "den" te nemen.
N^mniils heb ik er een half dozijn
vrueMen aan gewaagd en weer wa
ren de merels meester van het. ter
rein. Toen heb ik hun den pas afge
sneden, door den boom van zijn
sappigen last te ontdoen.
Het tweede tafereel speelde in den
grooter vlierboom. Rijk gevulde cir
kelvormige trossen, zonder eenige
mensehelijke hulp, zonder eenige
bemesting tot volle, rijke ontwikkeling
gekomen, glinsterden met hun hon
derdén kraaloogjes tusschen de ge
lende bladeren.
Daa:
do
i en zijn nu
spreeuwen in hun element;
Rij tientallen strijken ze uit de
eschdcorns neer te midden der zwar
te bessen.
Waar 7,0 terecht komen hindert
niet. Ze omklemmen met hun sterke
ponten dc dunne takken, wiegelen en
schommelen er mee heen en weer en
happen intusschen gulzig naar do
mooie vruchtjes.
Daar is overvloed, daar is weelde,
die te vergankelijk is, om tot spaar
zaamheid aan te sporen. Links 01
rechts rollen de afgerukte bessen
omlaag, tien worden er afgetrokken
telkens, als er maar één noodig is.
Dat is spreeuw euiuodc; 'wie za! er iets
bijzonder inzien?
Maar toen kwam liet vreemde.
Twee merels kregen ook zin in de
glinstêr-kraaltjes. Met kracht scho
ten ze tusschen de vliertakken, ze
wilden mee genieten van den over
vloed. Een schok ging er door do
spreeuwenkolonie. Dat was diefstal.
Hier, op dit terrein, waren zij baas
en nijdig pikten ze de merels weg.
Deze stoven in stomme verbazing
naar een Weigeliu-boschje en, terwijl
zo nog van hun verbazing moesten
bekomen, zetten de spreeuwen hun
gestoorden maaltijd weer voort.
Nu Zondag werd blijkbaar een ver-,
broed er i n gs fees t gevleid. De liaan
keek, zooals ik reeds zei, in Zuidelij
ke richting, en een dreinend motre-
genljo spotte met het weerbericht.
Toch was -do temperatuur veel lioo-
ger en de spreeuwen mieonden hun
tevredenheid luid te moeten uit
schutte ren. Die dakmustoi zijn ai
heel gauw blij, maar nu schenen ze
tc denken, dat op de herfst- de lente
maand volgde, want zelden heb ik ze
zoo luidruchtig, zelden heb ik ze zoo
vroolijk .gezien. De vleugeltjes klep
perden zonder ophouden, de snavel
tjes tikten als miniatuuir-castagnet-
ten, in één woo-rd bet was voorjuars-
vroolijkheid.
Toen kwamen ze omlaag, de spik
kel rokjes om tusschen het vochtige
gras wat insecten te zoeken, toen
kwamen ook de merels daar met het
zelfde doel en zij. die in de oogenblik-
ken van overvloed geen stukje voor
elkaar over hadden, ze zochten hier
eensgezind, naast en door elkaar heen
loopend, naar een kleine versnape
ring, ze dachten er niet aan, elkaar
het weinige te betwisten.
Waarom, die gulheid der armoede,
die baat te midden van den over
vloed'?
Een raadsel meer bij het groote aan
lal, waarvoor de natuur 011s lederen
dag plaatst.
H. PEUS ENS,
VRAGENBUS.
Den Heer De J. te H. Dal de
lierfstasters zoo hoog zijn opgescho
ten, kan zijn oorzaak vinden in te
weinig li ebt. Daar er hcoge en lage
soorten zijn, kan hier geen zokerheid
worden gegeven. De te hooge gera
niums moeten op dc volgende wijze
worden behandeld. Hef, is nu te laat
óm to stekken. Hot nieuwe uiteind©
kan zich niet meer herstelion en
schimmelt in. De plant moet nu vmst-
vrij overwinteren. U knipt de blaad
jes af, behalve de kopblaadjes. maar
laat een stukje steel zitten. D.t valt
later vanzelf af. Niet trékken, om
geen sohimmelwonden te krijgen. In
't voorjaar kunt 11 dan de plant op
do gewenschte lengte terugsnijden
en met wat nieuwe aarde of bemes
ting krijgt u een mooie plant terug.
'H. PEUSENS.
Rubriek voor Vrouwen
Lange bontmantels. Wij
dere mouwen. Zijden
voeringen. Ulsters.
Hoeden.
De lange, ge.-deede mantels zullen
in den a.s. winter nog volop gedra
gen worden, terwijl in de modellen
weinig of geen verandering gebiocht
werd. Een groote verbetering merken
we echter op d. w. z.de mantels zul-
ton dit jaar koog-er gestoten zijn, do
revers zijn daardoor smaller, terwijl
voor corpulente dames, veelal een rc-
ver wordt aangebracht. De iange
rnonten mantels, vertegenwoordi
gen, wanneer ze echt zijn een
klein kapitaal.
Ik bedeel natuurlijk de geliefkoos
de loutre mantels, het echte loutre
d'Alaska is bijna niet te betalen en
daurom Is de moderne industrie er al
sedert eenige jaren aan tegemoet ge
komen, door het bekende fabrikaat
te lanceerem, dat onder den naam
van: biisain éleetnque in den bundel
wordt gebracht. Men spreekt ook van
loutre d'ITudson; dit is 'evenwel niets
anders, dan konijnenvel, dat volgens
eon nieuw procédé bewerkt wordt en
zoo mooi is nagebootst, dat het zelfs
voor kenners moeilijk van het echte
te onderscheiden is: althans, wan
neer de vellen niet in de handen
kunnen genomen worden; want het
is een feit, dat het echte bont, altijd
veel zwaarder is, dan de mooi be-
werk te k 011 ijnenvell en
Nu moeten mijn lezeressen over een
langen mantel van bisam éleetrique,
nog mi,et zoo gering denken, want
ooik die kost nog tusschen de drie en
vierhonderd gulden en blijft dus een
luxe voor de rijke vrouwen!
Het spreekt van zelf. dat er ook
mantels gemaakt worden van min
derwaardige houtsoorten, doch die
zou ik nooit iemand aanraden: voor
eerst, omdat ze er niet niooii uitzien
en ten tweede, omdat ze te weinig so
lide zijn.
Veel mooter, dan minderwaardig
bont, en meer onder liét bereik van
bescheiden beurzen zijn de lange man
tels van „velours du Nord" en zwart
pluehe. Deze mantels zijn van tame
lijk wijde mouwen voorzien, zoodat
ze gemakkelijk over elk to let kunnen
gedragen worden en met lacht kleu
rige damastzijde zijn gevoerd.
In deze zijden en satijnen voerin
gen heerscht op het oogenblik een
ware luxe. Men ziet vooral lichte
kleuren dragen als: rose, ivoor en
vieitor. Voor gekleed© avondmantels
brengt men eveneens zwart fluweel,
doch ook gekleurd. Daarvoor komen
in aanmerking kardinaalrood en ce
rise, Fransch blauw en violet alles
•met lichtkleurig satijn geweerd en
met bonten of marabout-randen ge
garneerd.
Vermelden we ten slotte nog de
practische ulsters, da© zoowel op reis
als voor dagelijksch gebruik onmis
baar zijn en we hebben alles gemeld
wat op de mantel mode betrekking
heeft-.
De ulsters nu, hebben evenmin een
verandering ondergaan ten opzichte
van modellen en stoffen; alleen de
sluiting is veel practischer, daar de.
mantels hoog aan den hals gesloten
zijn of met zoodanige revers gegar
neerd, dat de mantel naar verkiezing
open of dicht gedragen kan worden.
Men brengt de practische ulsters'
voor eiken leeftijd en voor eik figuur!
Zelfs onze schoolgaande meisjes dra
gen ze gedurende het grootste., deel
van den winter.
- Engelse,lie stoffen, met geruite of
gestreepte keerzijde en rntriié's zijn
de meest gewilde.
In de hoede n rriagaz ij 11 en is men op
het oogenblik druk bezig een nou
veauté te lanceeren, dio het bewijs
is, dat de fabrikanten van mode-ar
tikelen er steeds op uit zijn, op kun
stige wijze, de natuurlijke producten
ta imiteeren.
Het gaat 11I. om de gracieus© aigret
tes, die zich 'in den afgeloopen zo
mer, zoozeer in de gunst der mode
mocht verheugennu ook in heit win
terseizoen tot "een gewild artikel te
maken.
Een ondernemend handelaar te Pa
rijs kocht daarom in den nazomer al
le aigrettes op, die hij maar bemach
tigen kon en toen hij duizenden en
duizenden stuks in ziin bezit had.
steng de prüs maar l'efst 100
Voor de groote Fransch© huizen
geldt natuurlijk beter duurkoop, dan
niet te koop: doch dat neemt niet
weg, dal, veto.buiizen, bef, 'artikel nu
niet, aandurven en zoo is men er in
geslaagd, een gelukkige imitatie vaai
de aigrette te fabrieeeren, die zeer
go©d voldoet en grif verkocht wordt
tegen een zevende van den prijs der
echte aigrettes
De Pariische handelaar, die alom
van zich doet. spreken, is intusschen
mi 11 ionair geworden!
MARIE VAN AMSTEL.
Een arliesl (die blijft slaan): „Rook?
OutzettendI En dat iu die houten
kast?"
(De meni'jte groeit steeds aan)
Een koetsier (die z'11 paard in
houdt): „Dat kan een aardig vuurtje
géven. Brand in dien houtrommcl
Een oude heer (op 't balcon van de
autobus, die van de rue des Martyrs
komt) tot den bestuurder: „Sla liever
links af. Er mocht eens een on Lplof-
fng komen!"
Een gepensioneerd kapitein (tot een
groep belangstellenden): „Er zal zoo
dadelijk een ontploffing komen 1"
Een banketbakker; „Een dynamiet-
outploffing?"
'11 Rentenier :„Alweer anarchisten 1"
Een beursman (tot den rentenier):
„Weet u ook, of ze al gearresteerd
zijn?"
Een venter Waren er veel slacht-
offers?"
Een jonge dame: „Is er dan een
misdaad gepleegd?"
Een meneer (dio blijft staan):
„Weer zoo'11 liefdesdrama, zeker.
'n Vrouwenhistorie
(Zevenhonderd mcnschen staan nu
saumgedrongen in de nauwe straat,
elkaar ondervragend.)
Een juffertje (tot een slagersjon
gen):* „Het schijnt dat er een vrouw
vermoord is
De slagersjongen (tot een neger):
„Er is een vrouw vermoord!"
Een camelol (lot een koetsier): „Ze
ventien messteken in den buiK
Een nieuioljcsjager: „t Wapen was
vergiftigd. De moordenaar heeft zijn
zakdoek achtergelaten."
Een gebrilde meneer: „Is-ie al gear
resteerd?"
Een kale meneer: „Men zegt, dat 't
een bende van zeven was!"
Een violist: „Misschien zitten ze
nog in den kelder. Als we eens aan
de concierge zeien, dat ze den uit
gang moet afsluiten?"
Iemand, die hel weet: „In geen ge-1
val. Anders kan de rook niet rneer
ontsnappen."
De geurtlde meneer: „Welke rook?"
De koetsier: „De rook van den brand
in 'die houten kast daar!"
Dc slagersjongen: „Hebben ;ze de
arme vrouw ook verbrand?"
Een soldaat: „Welke arme vrouw?"
(De rue des Martyrs staat zwart
van ile menschcn.)
Een politieagent (eindelijk en ten
laatste): „Zou u misschien eens kun
nen vertellen wat er toch voor be-
langrijks-aan dal huis te zien is?
Een meneer (volkomen op de hoog-
tc-): ,,'k Zal het je vertellenEen
man beeft met dynamiet een vrouw
gedood, in ecue ouwe houten kast, den
Boel daarna in brand gestoken, en
zijn zakdoek er achtergelatenze
ventien messteken had-ie baar gege-
De verloren vader.
Het d'ama van de
Faobourg Montmartre.
(Naar het Fransch van Charles
Quinel.)
Het drama speelt zich af op den
hoek van do faubourg Montmartre
cn de Rue dee Martyrs, om zeven uur
's avonds. Om dien tijd is er een druk
verkeer.
Een meneer, die een a mice heeft
bezocht, komt uit diens huis. Ilij kijkt
nog eens naar- de bovenramen, wuift
I haastig een afscheidsgroet en ver
dwijnt.
i Een straatjongen (die juist voorbij-'
komt) tot een soortgenoot: „Zag je
dien meneer?"
De soortgenoot: „Jawel hij kec-k
naar een venster en maakte wanho-
pige gebarenD'r moot wat gaan-
j de zijnl"
(Ze blijven staan, maken drukke
gebaren.)
Een dame (die ook blijft staan)
„Wat is hier gebeurd?"
Straatjongen nr. I: „Ja, daar aan
dat venster op de derde verdieping..."'
De dame: „Wat is daar? Brand?"
De straatjongen: „O, is er brand?"
Een werkman (die blijft staan):.
„Waar is brand?"
De dame: ,,'t Schijnt dat er brand
is achter dat venster daar, met die ge
broken ruit 1"
Ech soldaat (die blijft staan): „Ja,
ik geloof, dat ik er al rook zie!'
Iloe meneer Baxter er ooit bij geko-
meu was mevrouw Baxter te trouwen
wist niemand, allerminst meneer
Baxter zelf. Waarschijnlijk had de
iionie van 't lot den jovialen lucht-
harligen Baxter aan de hoogernstige
teergevoelige vrouw gekluisterd.
Datzelfde noodlot had aan George
William Baxter drie hoogernstige
fijnbesnaarde zoons gegeven.
De jongens hadden hem nooit '11
moment last veroorzaakt, ma,ar daar
tegenover ,00k geen oogenblik plei-
eie.r, De boekenkasten waren vol met
de werken, die zij bij prijsuitdeelin-
gen gewonnen hadden.
Overal hingen in lijstjes de bewij
zen van „vlijt cn goc-d gedrag"
Nooit echter luid meneer Baxter
het genoegen een boozen buurman op
zich te zien afstuiven met de klacht
..die nare jongen van jou heeft mijn
brievenbus vol met keisteenen ge
gooid" of „je Eric heeft mijn lieven
jongen een bloedneus geslagen".
Toen de jongens grooter werden
lieten zij duidelijk hun weinige inge
nomenheid niet hun vader blijken.
Als Tiij 's avonds laat thuis kwam,
na op de sociëteit een partijtje whist
gespeeld te hebben, zeide de oudste
zoon-
Ik ben maar een beetje op blijven'
zitten bij moeder; k dacht ze zat hier
zu" eenzaam, weet u.
Zij dat wil zeggen de zoons
I niet mevrouw Baxter inbegrepen
waren veel te beleefd om bun vader
verwijtingen te doen. Bovendien als
mevrouw Baxter haar overkropt go-
•mced lucht had gegeven was er meest
al weinig te zeggen. Toch warén do
gedachten van do beide brave, jonge
lieden vol van afkeuring over het ge
drag van papa.
Papa Baxter wist dat heel goed en
zocht zoo min mogelijk het gezelschap
van ziin zoons.
Hij stond nooit op 's morgens voor
de zachte klap van de voordeur hem
deed begrijpen dat de zoontjes ver
trokken waren. liet was hem onmoge
lijk lien beiden daar voor zich te zien
met het. horloge naast hun bord uit
vrees dat de tijd sneller mocht gaan
dan zij dachten.
Het late opslaan van mijnheer Bax
ter beviel mevrouw lieelemaal niet en
op grond van te weinig beloonde ijver
van haar echtvriend had zij reeds
duizenden malen een spoedig bank
roet van zijn zaken voorspeld. Met do
standvastigheid van een gebroken
kwikzuil wees zij op slecht financieel
weer.
Eens op een avond zat de geheel©
familie te wachten op do komst van
het hoofd van het gezin. Mevrouw
Baxter zuchtte diep toen zij naar de
klok keek.
Kwart over elf.
De zoons vol sympathie voor ma
ma's ergernis schudden meewarig 't
hoofd.
Ik wil geen critiek op vader uit
oefenen, zeide Eric, muur.ik vind
dat hij toch wel een beetje' eerder
thuis mocht komen.
Een stem werd bij de tuindeur ver
nomen. Men hoorde vroolijk lachen.
Meneer Baxter nam zeker afscheid
vai. een clubgenoot en vertelde nog de
een of andere grappige geschiedenis.
De zoons keken elkander treurig aan.
Zij hadden nog nooit grappige histo
rietjes verteld. I-Iuinor was niet be
paald hun fort.
Eindelijk scheen de vriend vertrok
ken. Meneer Baxter kwam den gang
in.
Zij hoorden hem in de gang nog
een opmerking mompelen, zekor over
Eric's tasch. handschoenen en hoed,
die daar reeds voor den volgenden
morgen gereed lagen.
Zoo, zeide hij op een blijden op-
geweklen toon, allemaal nog hier?
Wel Eric, hoe is 't mogelijk, ken jij
de waarheid niet van:
„Vroeg op en vroeg naar bed
Dut is mijn grools.e pret'1.
W el, ik hoop, dat jullie een pret
tige» avond hebt gehad. Ofschoon ik
tot mijn spijt je 't niet aan kan zien.
Ik zelf heb vanavond een tien pop ge-
vvdnuüu!
Hubert Baxter keek naar het insig
ne van oen anti-speelgenootschap, dat
hij op zijn borst droeg.
Er is een heel belangrijke bood
schap voor je gekomen toc-n je weg
as, zei mevrouw.
Wel je wist toch dat ik in de speel-
club was.
Ja. maar al te goed, maar ik
wilde mijn zoon niet naar zulk een
plaats zenden, gaf mevrouw Baxter
ten antwoord. Ik wil er echter niet
langer over pralen, er is ic-ts anders.
Ik kreeg zoo straks de boodschap, dat
00111 Samuel plotseling gestorven is.
Wel, die goeie oude kerel, is li ij
er tusschen uit getrokken? Wat heeft
hij je nagelaten, dat interesseert mij
ihet meest'?
Vijl pond per week. gedurende
heel mijn leven, na mijn dood zu! 't
kapitaal onder de jongens verdeeld
werden
Ik moet erkennen, je hebt 't ver
diend. meende mijnheer Baxter.
De wijze, waarop je hem met de an
dere familieleden in twist bracht was
duivelsch knap. Nu heb dan je
schaapjes op 'L droge, met 'I, geld, dat
je van het huishoudgeld afnam, do
laatste twintig javenl
Wel nu nog mooier ik...
Nu, nu, zei mijnheer Baxter,
stil maar, de directeur van 't post
kantoor heeft mij 't geheim verklapt.
De begrafenis is .morgen; vader,
zei Hubert, tactvol het onderwerp van
gesprek veranderend. Gaat u er
naar toe?
Ik zou je danken, antwoordde
papa. -o Ik wil al die familieleden aan
wie hij niets nagelaten heeft, liever
niet ontmoeten. Bovendien men zal
mij niet, verwachten. Als jullie drieën
er ziin is <1» familie voldoende verte
genwoordigd.
De trehecle volgende week scheen 't
wel of meneer Baxter de vreugde over
een heel genoeg©Mike mop trachtte te
onderdrukken. Hij maakte grapjes
met ziin zoon over 't pas verkregen
geld en scheen zich allerminst te erge
ren dat liij niets eekregen had.
O, ja, ik vergat je nog te vertel
len vrouw, zei meneer Baxter eens op
een keer aan tafel, ik heb de zaak
verkocht.
De zaak verkocht, riepen mama
en de zoons in koor.
Ja zeker, zei meneer Baxter,
ik ga rentenieren, ik kreeg er maar
1501) pd.st. voor; maar ik vindt 't ge
noeg :op 't ©ogenblik heb ik niét meer
noedïg. Ik ga 't er nu eens van ne
men, 't is tijd dat mijn leven nu eens
een beetje pleizieriger wordt.
Eric kon zich niet inhouden en be
gon: vader, ernst is het leven, za
lig die 't...
Maak dat je weg komt, brulde
vader Baxter, of ik gooi je dezen
schoen naar 't hoofd.
Den volgenden dag kwam meneer
Baxter bij zijn vrouw 111 do keuken.
Nu bonjour, ik kom je eveu vaar
wel zoggen.
Waar ga je naar toe.'
Een reisje rond de wereld ma
ken.
Ik heb genoeg van je flauwe
grappen, zei mevrouw ,de ernst van
de situatie niet voelend.
Goeden dag Jajie. zei meneer
Baxter nog eens, zorg goed voor
de jongens, terwijl ik weg ben. Houd
ze 't voorbeeld van hun vader voor
oogen. Hot ga je goed! Adio.
Hij ging waarschijnlijk even naar
de stad, meende mevrouw die flau
we grappen ook altijd,..
In spijt van haar verontwaardiging
had mevrouw Boxter toch nog vrou
welijke nieuwsgierigheid genoeg om
haar echtvriend na te kijken en te
zien, dat... werkelijk twee groote kof
fers hem volgden... mevrouw begreep
dat "t afscheid ernst was ge-
we est.
Mijnbeer Baxter scheen niet van
plan spoedig thuis te komen. Na zes
lange maanden van afwezigheid
kwam er een ansicht van de Niagara-
waterval. Slechts deze woorden wa
ren er op gekrabbeld: Hier is ge
noeg water om zelfs een afschaffer als
Eric te voldoen.
Mevrouw Baxter bromde wat tus
schen haar tanden en deed de brief
kaart in vlammen opgaan.
Behalve dit en het feit dat meneer
Baxter de uitrusting van een rood
huid, als een geschenk voor zijn
zoons en een Jupansche kimono als
een souvenir voor zijn vrouw zond,
werd er niets van hem vernomen.
Vijf jaren verliepen. Hubert, Baxter
was advocaat, Eric was eerste klerk
op een groot kantoor..Nooit werd er
meer over vader gesproken. Als ken
nissen eens naar hem vroegen keek
men een beetje gegeneerd en in 't ver
volg vroegen de vrienden niet meer
naar hem en overal voelde men me
delijden met 't zoo snondelijk verlaten
gezin. Eens op een avond zat de fa
milie aan 't souper, het bestond uil
brood ©n kaas met chocolade. Reeds
dertig jaren bestond t souper in den
huize Baxter uit genoemde bestand-
deelen.
Mevrouw Baxter, die reeds klaar
met eten was, zat te breien sokken
voor de jongens. Hoewel boven in do
kast voldoende sokken lagen voor tien
jaar, breide zij maar steeds verder.
Eensklaps klonk een zware stap op
het tuingrini.
Wie zou dat zijn? zei Hubert.
De post niet moeder, dio komt
iiJtiid om 8.45 en nu is 't 9.16.
Een luide bel doorklonk den gang.
De oud© gedienstige deed open.
Hallo Marie, zeide een luide stem
nog niet getrouwd, je moet voort
maken hoor!
Wel mijnbeer, wat ben ik blij u
te zien! 't Is net of u niet weg geweest
bent!
Marie had een groote fout in de
oogen van mevrouw Baxter, ze was
zeer verknocht aan "t afvallig gezins
hoofd.
Hubert Baxter keek om zich heen.
Ik hen de oudste, moeder, laat al
les maar aan mij over.
li-I volgende oogenblik ging de
huiskamer open en mijnheer Baxter
kwam binnen.
Wel hoe gaat 't met de familie,
nog altijd aan die eeuwige kous, moe
der'
Mevrouw Baxter rees statig uit
haar zetel on en zeide. je hebt de
deur opengelaten. George, 't tocht
hier verschrikkelijk.
Je bent nog in 't geheel niet ver
anderd. Jane, zei meneer Baxter met
nadruk.
Wel. wel wat zie ik nog al
tijd brood, kaas en chocolade laat
nte-eens proeveu, of 't nog 't zelfde
smaakt.
Hubert Baxter had een staanplaats -
ingenomen op het haardkleedje en be
gon nu;
Voor wij verder gaan, vader, ge
loof ik dat u ons wel eenige inlichtin
gen en ophelderingen verschuldigd
zijt Ik veronderstel dat u de vijftton-
-hondercl pond, welke.de verkoop van
de zaak' u opleverde, reeds wtée-rd
,hebt.
Ja, mijn beste jongen, antwoord
de meneer Baxter, reizen is ver
schrikkelijk duur. Bovendien kocht ik
een goudmijn 111 Klondyke. Iemand,
dien ik in *n café ontmoette, vertelde
me dat 't een zeer voord eel ig zaakje
wus. d© mijn te koopen, ik deed het.
maar later bleek dat er geen korrel
goud 111 te vinden was.
Hoe vreeselijk ondoordacht en
onverstandig, zei de familie in koor.
En nu komt ge zeker weer hier
en mogen wij u onderhouden, ver
volgde Hubert. Neen vader, dat
gaat niet. U hebt ons verlaten en wet-
leliik niet 't minslc recht meer hier te
komen. Luister vader, we willen eon
overeenkomst met u treffen. Zoolang
u ons niet hindert, in welk onaicht
ook en in geen geval meer dit huis
be'reedf. W'l|©« W'"> 'i ti^n shil,:--«s
m-r wc-ti niffceeren. betaalbaar eiken
Zaterdag. Indien u ons uw adres laat
weten, zal 't bedrag u overgemaakt
worden.
Ts dat alles wat je eevep will?
N'rernf u 't 11 an. of slaat u '1 af,
vervolgde Hubert.
Meneer Baxter stond op.
Ik verlaat, dit huis als ltoning
Lear 't zijne. Ik weiger je tien shil
ling te accepteeren, Hubert. Ik wil
bovendien ook niet langer do vreug
de van dit huis verstoren. Goeden
nacht!
Vriendelijk welgemoed, glimlachend
en allen beurt om beurt toeknikkend,
verliet meneer Baxter de kamer.
Meneer Baxter had zijn intrek ge
nomen in „Hotel Royal". Toen dc fa
milie dat vernomen had, besloot Hu-
bert, op aanraden ook van de overige
familieleden, naar den hotelhouder 1©
'gaan en deze mee te deelen, dat zij
niet de minste verplichting hadden
de schulden van hun vader te betalen.
Men scheen echter in 't hotel niet op
goed gemeende waarschuwingen ge
steld; ten minste toen hij daar kwam