BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD ®F 10 CENT PER WEEK. 80e Jurgtng. ZATERDAG 5 OCTOBER 1918 Ne 8988 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S BASBLAD KOST f 1.20 PER 8 iAANDEN ADMOTSTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55, DRUKKERIJ ZUSDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIÊN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEWERKT tiet Rijke Natuurleven VOGELRAADSELS. Dat was een feest voor do vogel- Wereld, toen Zondag de haan van den toren plotseling bedacht, dat hij dit jaar nog zoo weinig in Z.-O. richting had gekeken. Een kleine zwenking naar rechts en de vogels begonnen kun luidruchtig gestoei, dat geihieel den dag aanhield. Ik ben tegenwoordig zoo gelukkig een aardig observatieterrein rondom mijn woning te hebben. Mijn buren hebben mooie, dicht beladen eseh- doorns, donkere conifeerhoekjes en weelderig gegroeide wingerd- en klimopranken, terwijl ik zelf voor de noodige vlierstruiken, een goed bela den pereboom en heel wat zonnebloe men h eb gezorgd.' Dat trekt de vogel familie aan, dat houdt beele spreeuwenkolonies aan den tuin gebonden, dat noodzaakt de meezen bij tientallen tegelijk een kwartier achtereen vajik, heester vcor heester nauwkeurig af te zoe ken. Nu is de groote aantrekkelijkheid, die mijn sappige peren voor sommi ge vogels schijnen te hebben, minder mijn bedoeling geweest. Een paar ochtenden vond ik al enkele mooie vruchten ouder den boom liggen, ie der met een versch gepikte won de- plek. De spreeuwen kregen natuur lijk dc schuld. Zij waren het, die overdag, parmantig draaiend over mijn gazon hipten en ieder insect, dat daar ook een uitstapje maakte, inrekenden, zij waren het, d;e zich zelf als heerschers over de vlierbes- sen beschouwden, zij zouden'dus cok mijn peren wel vaak een bezoek bren gen. Overdag echter, maakten ze zich niet schuldig aan dezen diefstal. Om er meer van te weten stond ik een paar maal heel vroeg op. Koud, alsof het November was en een triestige mist overal. Prachtig weer, om ongemerkt op root uil te gaan, schenen de vogels te denken, want in mijn tuin was het dievenwerk al in vollen gang. Daar zaten ze dan, de zwarte booswichten, die zich den heelen dag niet bij mijn ■vruchten lieten zien. Geen enkele spreeuw had zich bij hen gevoegd, de morel familie dreef de exploitatie zonder hulp. Zes mooie gele peren lagen op den grond verspreid. De merehnaii gaf een geduchten snavelhouw in een der grootste- Het scheen godenspijs, want met merk baar ongeduld rameide hij het ding aan stukken, telkens de sappigste deelen naar binnen werkend. De overige familieleden, rneest jonge vogels in hun bruinzwart pak je. probeerden de andere vruchten en gingen er al even onbarmhartig mee om als de aanvoerder. Mies was tot zoover gewoon en dus geen half dozijn peren waard, maar, in ver band met wat volgt, vond ik bet merkwaardig, dat een gespikkelde daldijster, die misschien slechts uit. memvscriericrhe'd kwam kijken, dooi de heel© merelfnmilie werd verdre ven, terwijl ze in 't eerst niet de minste eensgezindheid hadden ge toond. Oomer'-el-'k is ook steeds de weini ge spaarzaamheid, die de vogels ver tonnen. Heele stukken werden on zij ge gooid om een nieuwe vrucht „onder- ha "den" te nemen. N^mniils heb ik er een half dozijn vrueMen aan gewaagd en weer wa ren de merels meester van het. ter rein. Toen heb ik hun den pas afge sneden, door den boom van zijn sappigen last te ontdoen. Het tweede tafereel speelde in den grooter vlierboom. Rijk gevulde cir kelvormige trossen, zonder eenige mensehelijke hulp, zonder eenige bemesting tot volle, rijke ontwikkeling gekomen, glinsterden met hun hon derdén kraaloogjes tusschen de ge lende bladeren. Daa: do i en zijn nu spreeuwen in hun element; Rij tientallen strijken ze uit de eschdcorns neer te midden der zwar te bessen. Waar 7,0 terecht komen hindert niet. Ze omklemmen met hun sterke ponten dc dunne takken, wiegelen en schommelen er mee heen en weer en happen intusschen gulzig naar do mooie vruchtjes. Daar is overvloed, daar is weelde, die te vergankelijk is, om tot spaar zaamheid aan te sporen. Links 01 rechts rollen de afgerukte bessen omlaag, tien worden er afgetrokken telkens, als er maar één noodig is. Dat is spreeuw euiuodc; 'wie za! er iets bijzonder inzien? Maar toen kwam liet vreemde. Twee merels kregen ook zin in de glinstêr-kraaltjes. Met kracht scho ten ze tusschen de vliertakken, ze wilden mee genieten van den over vloed. Een schok ging er door do spreeuwenkolonie. Dat was diefstal. Hier, op dit terrein, waren zij baas en nijdig pikten ze de merels weg. Deze stoven in stomme verbazing naar een Weigeliu-boschje en, terwijl zo nog van hun verbazing moesten bekomen, zetten de spreeuwen hun gestoorden maaltijd weer voort. Nu Zondag werd blijkbaar een ver-, broed er i n gs fees t gevleid. De liaan keek, zooals ik reeds zei, in Zuidelij ke richting, en een dreinend motre- genljo spotte met het weerbericht. Toch was -do temperatuur veel lioo- ger en de spreeuwen mieonden hun tevredenheid luid te moeten uit schutte ren. Die dakmustoi zijn ai heel gauw blij, maar nu schenen ze tc denken, dat op de herfst- de lente maand volgde, want zelden heb ik ze zoo luidruchtig, zelden heb ik ze zoo vroolijk .gezien. De vleugeltjes klep perden zonder ophouden, de snavel tjes tikten als miniatuuir-castagnet- ten, in één woo-rd bet was voorjuars- vroolijkheid. Toen kwamen ze omlaag, de spik kel rokjes om tusschen het vochtige gras wat insecten te zoeken, toen kwamen ook de merels daar met het zelfde doel en zij. die in de oogenblik- ken van overvloed geen stukje voor elkaar over hadden, ze zochten hier eensgezind, naast en door elkaar heen loopend, naar een kleine versnape ring, ze dachten er niet aan, elkaar het weinige te betwisten. Waarom, die gulheid der armoede, die baat te midden van den over vloed'? Een raadsel meer bij het groote aan lal, waarvoor de natuur 011s lederen dag plaatst. H. PEUS ENS, VRAGENBUS. Den Heer De J. te H. Dal de lierfstasters zoo hoog zijn opgescho ten, kan zijn oorzaak vinden in te weinig li ebt. Daar er hcoge en lage soorten zijn, kan hier geen zokerheid worden gegeven. De te hooge gera niums moeten op dc volgende wijze worden behandeld. Hef, is nu te laat óm to stekken. Hot nieuwe uiteind© kan zich niet meer herstelion en schimmelt in. De plant moet nu vmst- vrij overwinteren. U knipt de blaad jes af, behalve de kopblaadjes. maar laat een stukje steel zitten. D.t valt later vanzelf af. Niet trékken, om geen sohimmelwonden te krijgen. In 't voorjaar kunt 11 dan de plant op do gewenschte lengte terugsnijden en met wat nieuwe aarde of bemes ting krijgt u een mooie plant terug. 'H. PEUSENS. Rubriek voor Vrouwen Lange bontmantels. Wij dere mouwen. Zijden voeringen. Ulsters. Hoeden. De lange, ge.-deede mantels zullen in den a.s. winter nog volop gedra gen worden, terwijl in de modellen weinig of geen verandering gebiocht werd. Een groote verbetering merken we echter op d. w. z.de mantels zul- ton dit jaar koog-er gestoten zijn, do revers zijn daardoor smaller, terwijl voor corpulente dames, veelal een rc- ver wordt aangebracht. De iange rnonten mantels, vertegenwoordi gen, wanneer ze echt zijn een klein kapitaal. Ik bedeel natuurlijk de geliefkoos de loutre mantels, het echte loutre d'Alaska is bijna niet te betalen en daurom Is de moderne industrie er al sedert eenige jaren aan tegemoet ge komen, door het bekende fabrikaat te lanceerem, dat onder den naam van: biisain éleetnque in den bundel wordt gebracht. Men spreekt ook van loutre d'ITudson; dit is 'evenwel niets anders, dan konijnenvel, dat volgens eon nieuw procédé bewerkt wordt en zoo mooi is nagebootst, dat het zelfs voor kenners moeilijk van het echte te onderscheiden is: althans, wan neer de vellen niet in de handen kunnen genomen worden; want het is een feit, dat het echte bont, altijd veel zwaarder is, dan de mooi be- werk te k 011 ijnenvell en Nu moeten mijn lezeressen over een langen mantel van bisam éleetrique, nog mi,et zoo gering denken, want ooik die kost nog tusschen de drie en vierhonderd gulden en blijft dus een luxe voor de rijke vrouwen! Het spreekt van zelf. dat er ook mantels gemaakt worden van min derwaardige houtsoorten, doch die zou ik nooit iemand aanraden: voor eerst, omdat ze er niet niooii uitzien en ten tweede, omdat ze te weinig so lide zijn. Veel mooter, dan minderwaardig bont, en meer onder liét bereik van bescheiden beurzen zijn de lange man tels van „velours du Nord" en zwart pluehe. Deze mantels zijn van tame lijk wijde mouwen voorzien, zoodat ze gemakkelijk over elk to let kunnen gedragen worden en met lacht kleu rige damastzijde zijn gevoerd. In deze zijden en satijnen voerin gen heerscht op het oogenblik een ware luxe. Men ziet vooral lichte kleuren dragen als: rose, ivoor en vieitor. Voor gekleed© avondmantels brengt men eveneens zwart fluweel, doch ook gekleurd. Daarvoor komen in aanmerking kardinaalrood en ce rise, Fransch blauw en violet alles •met lichtkleurig satijn geweerd en met bonten of marabout-randen ge garneerd. Vermelden we ten slotte nog de practische ulsters, da© zoowel op reis als voor dagelijksch gebruik onmis baar zijn en we hebben alles gemeld wat op de mantel mode betrekking heeft-. De ulsters nu, hebben evenmin een verandering ondergaan ten opzichte van modellen en stoffen; alleen de sluiting is veel practischer, daar de. mantels hoog aan den hals gesloten zijn of met zoodanige revers gegar neerd, dat de mantel naar verkiezing open of dicht gedragen kan worden. Men brengt de practische ulsters' voor eiken leeftijd en voor eik figuur! Zelfs onze schoolgaande meisjes dra gen ze gedurende het grootste., deel van den winter. - Engelse,lie stoffen, met geruite of gestreepte keerzijde en rntriié's zijn de meest gewilde. In de hoede n rriagaz ij 11 en is men op het oogenblik druk bezig een nou veauté te lanceeren, dio het bewijs is, dat de fabrikanten van mode-ar tikelen er steeds op uit zijn, op kun stige wijze, de natuurlijke producten ta imiteeren. Het gaat 11I. om de gracieus© aigret tes, die zich 'in den afgeloopen zo mer, zoozeer in de gunst der mode mocht verheugennu ook in heit win terseizoen tot "een gewild artikel te maken. Een ondernemend handelaar te Pa rijs kocht daarom in den nazomer al le aigrettes op, die hij maar bemach tigen kon en toen hij duizenden en duizenden stuks in ziin bezit had. steng de prüs maar l'efst 100 Voor de groote Fransch© huizen geldt natuurlijk beter duurkoop, dan niet te koop: doch dat neemt niet weg, dal, veto.buiizen, bef, 'artikel nu niet, aandurven en zoo is men er in geslaagd, een gelukkige imitatie vaai de aigrette te fabrieeeren, die zeer go©d voldoet en grif verkocht wordt tegen een zevende van den prijs der echte aigrettes De Pariische handelaar, die alom van zich doet. spreken, is intusschen mi 11 ionair geworden! MARIE VAN AMSTEL. Een arliesl (die blijft slaan): „Rook? OutzettendI En dat iu die houten kast?" (De meni'jte groeit steeds aan) Een koetsier (die z'11 paard in houdt): „Dat kan een aardig vuurtje géven. Brand in dien houtrommcl Een oude heer (op 't balcon van de autobus, die van de rue des Martyrs komt) tot den bestuurder: „Sla liever links af. Er mocht eens een on Lplof- fng komen!" Een gepensioneerd kapitein (tot een groep belangstellenden): „Er zal zoo dadelijk een ontploffing komen 1" Een banketbakker; „Een dynamiet- outploffing?" '11 Rentenier :„Alweer anarchisten 1" Een beursman (tot den rentenier): „Weet u ook, of ze al gearresteerd zijn?" Een venter Waren er veel slacht- offers?" Een jonge dame: „Is er dan een misdaad gepleegd?" Een meneer (dio blijft staan): „Weer zoo'11 liefdesdrama, zeker. 'n Vrouwenhistorie (Zevenhonderd mcnschen staan nu saumgedrongen in de nauwe straat, elkaar ondervragend.) Een juffertje (tot een slagersjon gen):* „Het schijnt dat er een vrouw vermoord is De slagersjongen (tot een neger): „Er is een vrouw vermoord!" Een camelol (lot een koetsier): „Ze ventien messteken in den buiK Een nieuioljcsjager: „t Wapen was vergiftigd. De moordenaar heeft zijn zakdoek achtergelaten." Een gebrilde meneer: „Is-ie al gear resteerd?" Een kale meneer: „Men zegt, dat 't een bende van zeven was!" Een violist: „Misschien zitten ze nog in den kelder. Als we eens aan de concierge zeien, dat ze den uit gang moet afsluiten?" Iemand, die hel weet: „In geen ge-1 val. Anders kan de rook niet rneer ontsnappen." De geurtlde meneer: „Welke rook?" De koetsier: „De rook van den brand in 'die houten kast daar!" Dc slagersjongen: „Hebben ;ze de arme vrouw ook verbrand?" Een soldaat: „Welke arme vrouw?" (De rue des Martyrs staat zwart van ile menschcn.) Een politieagent (eindelijk en ten laatste): „Zou u misschien eens kun nen vertellen wat er toch voor be- langrijks-aan dal huis te zien is? Een meneer (volkomen op de hoog- tc-): ,,'k Zal het je vertellenEen man beeft met dynamiet een vrouw gedood, in ecue ouwe houten kast, den Boel daarna in brand gestoken, en zijn zakdoek er achtergelatenze ventien messteken had-ie baar gege- De verloren vader. Het d'ama van de Faobourg Montmartre. (Naar het Fransch van Charles Quinel.) Het drama speelt zich af op den hoek van do faubourg Montmartre cn de Rue dee Martyrs, om zeven uur 's avonds. Om dien tijd is er een druk verkeer. Een meneer, die een a mice heeft bezocht, komt uit diens huis. Ilij kijkt nog eens naar- de bovenramen, wuift I haastig een afscheidsgroet en ver dwijnt. i Een straatjongen (die juist voorbij-' komt) tot een soortgenoot: „Zag je dien meneer?" De soortgenoot: „Jawel hij kec-k naar een venster en maakte wanho- pige gebarenD'r moot wat gaan- j de zijnl" (Ze blijven staan, maken drukke gebaren.) Een dame (die ook blijft staan) „Wat is hier gebeurd?" Straatjongen nr. I: „Ja, daar aan dat venster op de derde verdieping..."' De dame: „Wat is daar? Brand?" De straatjongen: „O, is er brand?" Een werkman (die blijft staan):. „Waar is brand?" De dame: ,,'t Schijnt dat er brand is achter dat venster daar, met die ge broken ruit 1" Ech soldaat (die blijft staan): „Ja, ik geloof, dat ik er al rook zie!' Iloe meneer Baxter er ooit bij geko- meu was mevrouw Baxter te trouwen wist niemand, allerminst meneer Baxter zelf. Waarschijnlijk had de iionie van 't lot den jovialen lucht- harligen Baxter aan de hoogernstige teergevoelige vrouw gekluisterd. Datzelfde noodlot had aan George William Baxter drie hoogernstige fijnbesnaarde zoons gegeven. De jongens hadden hem nooit '11 moment last veroorzaakt, ma,ar daar tegenover ,00k geen oogenblik plei- eie.r, De boekenkasten waren vol met de werken, die zij bij prijsuitdeelin- gen gewonnen hadden. Overal hingen in lijstjes de bewij zen van „vlijt cn goc-d gedrag" Nooit echter luid meneer Baxter het genoegen een boozen buurman op zich te zien afstuiven met de klacht ..die nare jongen van jou heeft mijn brievenbus vol met keisteenen ge gooid" of „je Eric heeft mijn lieven jongen een bloedneus geslagen". Toen de jongens grooter werden lieten zij duidelijk hun weinige inge nomenheid niet hun vader blijken. Als Tiij 's avonds laat thuis kwam, na op de sociëteit een partijtje whist gespeeld te hebben, zeide de oudste zoon- Ik ben maar een beetje op blijven' zitten bij moeder; k dacht ze zat hier zu" eenzaam, weet u. Zij dat wil zeggen de zoons I niet mevrouw Baxter inbegrepen waren veel te beleefd om bun vader verwijtingen te doen. Bovendien als mevrouw Baxter haar overkropt go- •mced lucht had gegeven was er meest al weinig te zeggen. Toch warén do gedachten van do beide brave, jonge lieden vol van afkeuring over het ge drag van papa. Papa Baxter wist dat heel goed en zocht zoo min mogelijk het gezelschap van ziin zoons. Hij stond nooit op 's morgens voor de zachte klap van de voordeur hem deed begrijpen dat de zoontjes ver trokken waren. liet was hem onmoge lijk lien beiden daar voor zich te zien met het. horloge naast hun bord uit vrees dat de tijd sneller mocht gaan dan zij dachten. Het late opslaan van mijnheer Bax ter beviel mevrouw lieelemaal niet en op grond van te weinig beloonde ijver van haar echtvriend had zij reeds duizenden malen een spoedig bank roet van zijn zaken voorspeld. Met do standvastigheid van een gebroken kwikzuil wees zij op slecht financieel weer. Eens op een avond zat de geheel© familie te wachten op do komst van het hoofd van het gezin. Mevrouw Baxter zuchtte diep toen zij naar de klok keek. Kwart over elf. De zoons vol sympathie voor ma ma's ergernis schudden meewarig 't hoofd. Ik wil geen critiek op vader uit oefenen, zeide Eric, muur.ik vind dat hij toch wel een beetje' eerder thuis mocht komen. Een stem werd bij de tuindeur ver nomen. Men hoorde vroolijk lachen. Meneer Baxter nam zeker afscheid vai. een clubgenoot en vertelde nog de een of andere grappige geschiedenis. De zoons keken elkander treurig aan. Zij hadden nog nooit grappige histo rietjes verteld. I-Iuinor was niet be paald hun fort. Eindelijk scheen de vriend vertrok ken. Meneer Baxter kwam den gang in. Zij hoorden hem in de gang nog een opmerking mompelen, zekor over Eric's tasch. handschoenen en hoed, die daar reeds voor den volgenden morgen gereed lagen. Zoo, zeide hij op een blijden op- geweklen toon, allemaal nog hier? Wel Eric, hoe is 't mogelijk, ken jij de waarheid niet van: „Vroeg op en vroeg naar bed Dut is mijn grools.e pret'1. W el, ik hoop, dat jullie een pret tige» avond hebt gehad. Ofschoon ik tot mijn spijt je 't niet aan kan zien. Ik zelf heb vanavond een tien pop ge- vvdnuüu! Hubert Baxter keek naar het insig ne van oen anti-speelgenootschap, dat hij op zijn borst droeg. Er is een heel belangrijke bood schap voor je gekomen toc-n je weg as, zei mevrouw. Wel je wist toch dat ik in de speel- club was. Ja. maar al te goed, maar ik wilde mijn zoon niet naar zulk een plaats zenden, gaf mevrouw Baxter ten antwoord. Ik wil er echter niet langer over pralen, er is ic-ts anders. Ik kreeg zoo straks de boodschap, dat 00111 Samuel plotseling gestorven is. Wel, die goeie oude kerel, is li ij er tusschen uit getrokken? Wat heeft hij je nagelaten, dat interesseert mij ihet meest'? Vijl pond per week. gedurende heel mijn leven, na mijn dood zu! 't kapitaal onder de jongens verdeeld werden Ik moet erkennen, je hebt 't ver diend. meende mijnheer Baxter. De wijze, waarop je hem met de an dere familieleden in twist bracht was duivelsch knap. Nu heb dan je schaapjes op 'L droge, met 'I, geld, dat je van het huishoudgeld afnam, do laatste twintig javenl Wel nu nog mooier ik... Nu, nu, zei mijnheer Baxter, stil maar, de directeur van 't post kantoor heeft mij 't geheim verklapt. De begrafenis is .morgen; vader, zei Hubert, tactvol het onderwerp van gesprek veranderend. Gaat u er naar toe? Ik zou je danken, antwoordde papa. -o Ik wil al die familieleden aan wie hij niets nagelaten heeft, liever niet ontmoeten. Bovendien men zal mij niet, verwachten. Als jullie drieën er ziin is <1» familie voldoende verte genwoordigd. De trehecle volgende week scheen 't wel of meneer Baxter de vreugde over een heel genoeg©Mike mop trachtte te onderdrukken. Hij maakte grapjes met ziin zoon over 't pas verkregen geld en scheen zich allerminst te erge ren dat liij niets eekregen had. O, ja, ik vergat je nog te vertel len vrouw, zei meneer Baxter eens op een keer aan tafel, ik heb de zaak verkocht. De zaak verkocht, riepen mama en de zoons in koor. Ja zeker, zei meneer Baxter, ik ga rentenieren, ik kreeg er maar 1501) pd.st. voor; maar ik vindt 't ge noeg :op 't ©ogenblik heb ik niét meer noedïg. Ik ga 't er nu eens van ne men, 't is tijd dat mijn leven nu eens een beetje pleizieriger wordt. Eric kon zich niet inhouden en be gon: vader, ernst is het leven, za lig die 't... Maak dat je weg komt, brulde vader Baxter, of ik gooi je dezen schoen naar 't hoofd. Den volgenden dag kwam meneer Baxter bij zijn vrouw 111 do keuken. Nu bonjour, ik kom je eveu vaar wel zoggen. Waar ga je naar toe.' Een reisje rond de wereld ma ken. Ik heb genoeg van je flauwe grappen, zei mevrouw ,de ernst van de situatie niet voelend. Goeden dag Jajie. zei meneer Baxter nog eens, zorg goed voor de jongens, terwijl ik weg ben. Houd ze 't voorbeeld van hun vader voor oogen. Hot ga je goed! Adio. Hij ging waarschijnlijk even naar de stad, meende mevrouw die flau we grappen ook altijd,.. In spijt van haar verontwaardiging had mevrouw Boxter toch nog vrou welijke nieuwsgierigheid genoeg om haar echtvriend na te kijken en te zien, dat... werkelijk twee groote kof fers hem volgden... mevrouw begreep dat "t afscheid ernst was ge- we est. Mijnbeer Baxter scheen niet van plan spoedig thuis te komen. Na zes lange maanden van afwezigheid kwam er een ansicht van de Niagara- waterval. Slechts deze woorden wa ren er op gekrabbeld: Hier is ge noeg water om zelfs een afschaffer als Eric te voldoen. Mevrouw Baxter bromde wat tus schen haar tanden en deed de brief kaart in vlammen opgaan. Behalve dit en het feit dat meneer Baxter de uitrusting van een rood huid, als een geschenk voor zijn zoons en een Jupansche kimono als een souvenir voor zijn vrouw zond, werd er niets van hem vernomen. Vijf jaren verliepen. Hubert, Baxter was advocaat, Eric was eerste klerk op een groot kantoor..Nooit werd er meer over vader gesproken. Als ken nissen eens naar hem vroegen keek men een beetje gegeneerd en in 't ver volg vroegen de vrienden niet meer naar hem en overal voelde men me delijden met 't zoo snondelijk verlaten gezin. Eens op een avond zat de fa milie aan 't souper, het bestond uil brood ©n kaas met chocolade. Reeds dertig jaren bestond t souper in den huize Baxter uit genoemde bestand- deelen. Mevrouw Baxter, die reeds klaar met eten was, zat te breien sokken voor de jongens. Hoewel boven in do kast voldoende sokken lagen voor tien jaar, breide zij maar steeds verder. Eensklaps klonk een zware stap op het tuingrini. Wie zou dat zijn? zei Hubert. De post niet moeder, dio komt iiJtiid om 8.45 en nu is 't 9.16. Een luide bel doorklonk den gang. De oud© gedienstige deed open. Hallo Marie, zeide een luide stem nog niet getrouwd, je moet voort maken hoor! Wel mijnbeer, wat ben ik blij u te zien! 't Is net of u niet weg geweest bent! Marie had een groote fout in de oogen van mevrouw Baxter, ze was zeer verknocht aan "t afvallig gezins hoofd. Hubert Baxter keek om zich heen. Ik hen de oudste, moeder, laat al les maar aan mij over. li-I volgende oogenblik ging de huiskamer open en mijnheer Baxter kwam binnen. Wel hoe gaat 't met de familie, nog altijd aan die eeuwige kous, moe der' Mevrouw Baxter rees statig uit haar zetel on en zeide. je hebt de deur opengelaten. George, 't tocht hier verschrikkelijk. Je bent nog in 't geheel niet ver anderd. Jane, zei meneer Baxter met nadruk. Wel. wel wat zie ik nog al tijd brood, kaas en chocolade laat nte-eens proeveu, of 't nog 't zelfde smaakt. Hubert Baxter had een staanplaats - ingenomen op het haardkleedje en be gon nu; Voor wij verder gaan, vader, ge loof ik dat u ons wel eenige inlichtin gen en ophelderingen verschuldigd zijt Ik veronderstel dat u de vijftton- -hondercl pond, welke.de verkoop van de zaak' u opleverde, reeds wtée-rd ,hebt. Ja, mijn beste jongen, antwoord de meneer Baxter, reizen is ver schrikkelijk duur. Bovendien kocht ik een goudmijn 111 Klondyke. Iemand, dien ik in *n café ontmoette, vertelde me dat 't een zeer voord eel ig zaakje wus. d© mijn te koopen, ik deed het. maar later bleek dat er geen korrel goud 111 te vinden was. Hoe vreeselijk ondoordacht en onverstandig, zei de familie in koor. En nu komt ge zeker weer hier en mogen wij u onderhouden, ver volgde Hubert. Neen vader, dat gaat niet. U hebt ons verlaten en wet- leliik niet 't minslc recht meer hier te komen. Luister vader, we willen eon overeenkomst met u treffen. Zoolang u ons niet hindert, in welk onaicht ook en in geen geval meer dit huis be'reedf. W'l|©« W'"> 'i ti^n shil,:--«s m-r wc-ti niffceeren. betaalbaar eiken Zaterdag. Indien u ons uw adres laat weten, zal 't bedrag u overgemaakt worden. Ts dat alles wat je eevep will? N'rernf u 't 11 an. of slaat u '1 af, vervolgde Hubert. Meneer Baxter stond op. Ik verlaat, dit huis als ltoning Lear 't zijne. Ik weiger je tien shil ling te accepteeren, Hubert. Ik wil bovendien ook niet langer do vreug de van dit huis verstoren. Goeden nacht! Vriendelijk welgemoed, glimlachend en allen beurt om beurt toeknikkend, verliet meneer Baxter de kamer. Meneer Baxter had zijn intrek ge nomen in „Hotel Royal". Toen dc fa milie dat vernomen had, besloot Hu- bert, op aanraden ook van de overige familieleden, naar den hotelhouder 1© 'gaan en deze mee te deelen, dat zij niet de minste verplichting hadden de schulden van hun vader te betalen. Men scheen echter in 't hotel niet op goed gemeende waarschuwingen ge steld; ten minste toen hij daar kwam

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 17