Himu's Dagbmd
HET ROODE. LICHT.
TWEEDE BLAD
Wo9n8ilag 19 October 1912
OM ONS HEEN
No. 1690
Het gevaar hij wielrijden.
Het heugt me nog best, dat toen ik
mijn eerste fiets kocht (ach, hoeveel
jaren geleden?) er een rem op zat,
een goedig gummiblokje op de voor
band, En nog vóór ik er mijn eersten
rit op maakte nam ik de rem er af,
want wie reed er met een rem? Hoog
stens oude heeren of bange juffrou
wen. Daarbij rammelde het ding zoo,
zeiden we, alsof er niets anders ram
melde. In dien tijd trapten we tegen,
gingen op de trappers staan om te
remmen, en in den alleruitersten
nood was de noodsprong er nog. ach
teruit, waarbij je dan het zadel tus-
schen de handen hield.
Dat lijkt in dezen tijd roekeloos,
fiiaar we deden het allemaal en het
kon ook weinig kwaad. Er was toen
minder en heel andere drukte op
straat. De ceintuurbaan bestond nog
niet en een auto was een wonder
dier, dat den lachlust van 't publiek
opwekte, omdat zij meer stilstond
dan liep. De gevaren op straat waren
dan toen ook heel wat geringer dan
tegenwoordig. Het ergste wat je ge
beuren kon, was een rijtuig en dat
hoorde je in de verte aankomen; bo
vendien reed het in een sukkeldraf.
Jongelui, die in de laatste tien jaar
fietsen hebben geleerd, weten niet
hcc groot het verschil wel is tus-
schcn de straalbeweging van toen en
nu Ik zal niet zeggen, dat het mo
derne rijwiel geen rekening gehouden
heeft met moderne veranderingen in
't verkeer, want dat heeft het wel.
Het vrij wiel werd uitgevonden, waar
schijnlijk in den beginne een genoe
gen voor wielrijders in heuvelachtige
streken, maar dat het aanbrengen
van flinke remmen onmisbaar maak
te. De nieuwigheid kwam ook naar
't vlakke land en zoo waren in eens
de wielrijders weer voorzien van
remmen, die zij vroeger met zooveel
minachting van hun fiets afgenomen
hadden. Maar nu waren ze geen weel
de meer, want de gevaren van den
weg waren verdubbeld, ja verdrie
voudigd. De E. N. E. T. tolde de slad
ror.d, de groole wagens der E. S. M.
dreunden langs den slads-buitenkant
en er kwamen zooveel auto's op den
weg, dal de wielrijder niet meer ge
noeg zou hebben gehad aan 't oudcr-
wetsche tegentrappen, waarbij hij
toch altijd nog even doorschoot. Stop
pen inoest hij als 't noodig was, op
de plaats. En wie nu eens letten
wil op de fietsende jeugd, merkt do
verbetering wel op. Althans wie een
behoorlijk ingerichte fiets berijdt, kan
in de ure des gevaars onmiddellijk
remmen, menige aanrijding wordt er
door voorkomen en wanneer het vrij-
wiel niet bestond, zou het noodzake
lijk uitgevonden moeten worden. I
Het werd een vervoermiddel van
groote veiligheid, maarvoor
geoefende wielrijders, 't Op lijd han-
teeren van de remmen, vercischt
vlugheid en tegenwoordigheid an
geest, twee eigenschappen, die ge
makkelijk neergeschreven zijn, maar
daarom nog niet verkeeren in elks be
zit Men kan dat het best uit een
auto waarnemen. Jaren geleden heb
ik daarin eens een tocht gemaakt
naar Utrecht en terug, 't Was op een
Zondagmiddag, De rechte weg naar
Amsterdam was met wielrijders als
bezaaid en nu was het merkwaardig
om te zien, hoe zij zich bij het ont
moeten van de auto of wanneer deze
hun achterop reed, gedroegen. Het
manvolk trok zich als regel van het
grommende en toeterende ding wei
nig aan. Ze hielden zooveel mogelijk
rechts, wanneer ze ons te gemoet re
denlenkekcn, wanneer we hun ach-
F e u i It o fi
Roman ui', hot Duitsch
van Anny v. Panhuys.
27)
De baron knikte. Het was bijna
iets onmogelijks.
Ook op zijn gelaat verscheen een
lachje, dat langzaam in een lachen
overging.
Zoo laat dus de moeder haar ei
gen dochter schaken, hij sloeg met de
hand op zijn knie. Phenomehaal!
En daarna weer ernstig wordend,
vroeg hij: Nu moet u toch alstu
blieft ook vertellen, hoe u dit alles le
weten is gekomen.
ik beu machineschrijfster bij
don lieer, die met Mevr. v. Ruppcn
dacht te trouwen. Of zij het nu nog
van plan is, kan ik niet met zeker
heid zeggen, want na deze verwisse-
lii gsgeschiedenis, waaraan deze heer
ongetwijfeld ten minste indirect
schuld heeft, zal de mooie vrouw wel
ontembaar woedend op hem zijn.
Vergeef mij, waarde mevrouw,
als ik u nu nog iets vragen moet, zei
terop kwamen, even over den schou-'
der om en trapten rustig verder.
Geheel anders deden de meeste
vrouwen, jong en oud. De nadering
van de auto maakte haar zenuwach
tig en onzeker; van verre zag je hoe
zij slingerende bewegingen maakten,
niet met zichzelf eens waren of zij
zouden doorrijden of afstappen en
dikwijls eerst op onhandige manier
het laatste deden, wanneer de auto al
gevaarlijk dicht genaderd was. Meer
malen waren we, hoewel onze snel
heid volstrekt niet buitengewoon was,
angstig dat er een ongeluk zou ge-
beureu; telkens werd geremd en weer
geremd, uit vrees voor een van deze
onzekere wielrijdsters en we waren
blij, toen de rij van wielerenden wat
gedund was. Want, al lijkt dat zoo
niet, de ware automobilist is nog
meer bevreesd om een ongeluk toe te
brengen, dan er zelf een te krijgen.
Waar ligt het nu aan, dat we zoo
veel verschil opmerkten tusschen
man en vrouw op het rijwiel? Voor
eerst hierin meen ik, dat de man in
't algemeen voor deze sport beter ge
schikt is, van nature ietwat koelbloe-
diger, wat onverschilliger, als men
wil, dan de vrouw, die in gevaarlijke
momenten of in oogenblikken, waar
in ze zich alleen maar verbeeldt dat
er gevaar bestaat, haar kalmte ver
liest. daardoor geen besluit weet te
nemen, aarzelt en het goede tijdsiip
om te handelen voorbij laat gaan, of
wel plotseling schrikkende van iets
dat op haar afkomt, in 't geheel niets
doet en laat gaan zooals het gaan
wil-
Daarmee verband houdt gebrek aan
oefening. Vrouwen fietsen niet veel
en vaak. Vooral zij, die de geheele
week druk werk hebben in een be
trekking, kunnen alleen op Zondag
de kunst leeren en, wat pas nader
hand komt, zich oefenen om het noo-
dige zelfvertrouwen te verkrijgen-
Dat is een groot nadeel. Het telkens
zes dagen wachten vóór een nieuwe
oefening verschuift het oogenblik
waarop de wielrijdster zich rustig en
op haar gemak voelt op de fiets, niet
zoo gauw bang meer is voor alles
wat komt aanrollen.
Daarom zien we op Zondag zoo
veel ongeoefende en halfgeoefende
meisjes over de wegen zwieren, op
Zondag als de trams talrijk, de auto's
van stal gehaald en de menschen uit-
geloopen zijn we zien haar de gril
ligste bewegingen maken op fietsen,
die meestal gehuurd zijn, slecht spo
ren of moeilijk trappen.
Kortom, de omstandigheden zijn
zoo ongunstig mogelijk. En het mag
een wonder heeten, dat er niet veel
meer ongelukken gebeuren, zooals er
nu pas een op den gevaarlijk druk
ken Amsterdamschen weg is voorge
vallen.
Het is verklaarbaar, dat meisjes,
die door de weck aan drukke bezighe
den aan huis gebonden waren, op den
Zondag liefst onder de menschen ver
keeren. Maar zonder gevaar is dat voor
onvoldoende of zenuwachtige wiel
rijdsters niet.
Dc auto's komen overal, zij zijn op
de groote wegen niet meer te ont
gaan, maar trams zijn nog niet over
al. Laten toch oefenende wielrijdsters,
in 't belang van haar eigen veilig
heid, de stille plekjes opzoeken en lie
ver zich getroosten die vijftigmaal
heen en weer te rijden, dan zich met
haar vaak gebrekkige machines te
wagen in een drukte, die een groo-
ter bekwaamheid en wellicht zelfs
andere eigenschappen vergt, dan zij
bezitten.
Een ernstig woord van waarschu
wing zij gericht tot haar, wier goede
wil beter is, dan haar kunnen. Het
snelle verkeer van dezen tijd cischt
steeds grooter koelbloedigheid.
J. C, P.
Buitenlandse!) Overzicht
O© Baikan-oGriog.
Een ver gedreun van ocrlogs-
waag'nen
Een schorre dender van 't kanon
Een kermend reutien der ver-
slaagneu....
de baron. U stelde u aan mij als
detective voor, en nu beweert u plot
seling weer machineschrijfster te
zijn, daaruit kan ik niet goed wijs
worden.
O, dat is zeer eenvoudig. Ik ben
detective, maar nam een betrekking
als machineschrijfster aan bij zeke
ren mijnheer Casimir v. Richarski,
om dezen mijnhegr, die van allerlei op
zijn kerfstok beeft, van naderbij gade
te slaan.
En die mijnheer met zijn Pool-
schen naam is
Een minnaar uit de jeugd van
Mevr. v. Ruppen. Haar vertrouwde in
geldzaken en misschien haar toekom
stige echtgenoot.
En beeft hij dan de band in deze
schakingsgesehiedeiiis? vroeg de ba
ron verder.
Zijn hand? Beide handen, ant
woordde de gevraagde. En die nette
mijnheer is tot alles in staat.
Maar nu zal ik toch die Pool-
sc-he eens onder handen nemen, stoof
de baron op, die eerst nu woede in
zich voelde opkomen over de afschu
welijke zaak door Mevr. v. Ruppen in
elkaar gezet.
Bedaar, mijnheer de baron, ver
maande de detective. Die dame ont
gaat u niet, ten minste, ik zou mij in
uw plaats, als het oogenblik gekomen
is, mij het genoegen gunnen haar
mijn meening te zeggen, zoodat hoo-.
Zoo is het. De ellende van den oor
log doet zich in den Balkan reeds
voelen.
Officieel is de oorlog ook nu
nog niet verklaard, uitgezonderd dan
met Montenegro. Maar een oorlogstoe
stand is al geheel ingetreden. Boven
dien, er wordt al gevochten.
De andere Balkan-volken wachten in
spanning op het moment van de ver
klaring, dan komt de volle oorlog. Ze
roepen
De volk'ren gorden zich ten strijde
Wanneer, o Koning slaan w ij op
Nu wordt verzekerd, dat de oorlogs
verklaring heden of uiterlijk morgen
zal komen.
De lucht ij vol donderkoppen. Elk
moment kan de bliksem inslaan....
De vrede tusschen Italië
en T u r k ij e is verzekerd,
zoo wordt thans gemeld. Heden zal 't
verdrag geteekend worden.
Als 't nu ook maar waar is 1
Voor Turkije zal 't een belangrijke
stap in de goede richting zijn, dan
hebben de Turken immers de handen
vrij om met de kleine Bolkanstaten af
le rekenen.
Hoe Turk ij e zich den
oorlog voorstelt.
De Turkscho minister Nuradcen-
ghian is vol hoop op de toekomst. Hij
verklaarde
„Dagelijks komen nieuwe troepen
aan. Spoedig zal het Turksche leger
in aantal veel grooter zijn dan de le
gers der verkenden Balkanstaten.
„Turkije ziet een langen strijd tege
moet. Al zou ook geheel
Europa eischen, dat Tur
kije moet toegeven, w ij zul
len weigeren.
Heeft Europa ons tot toegeven aan
Italië kunnen overhalen
Ditmaal zullen wij ons de vruchten
der overwinning niet laten ontruk
ken, maar ons ook niet na eenige ne
derlagen tot een vrede laten bewegen."
Hieruit blijkt dus, dat ook Turkije
wil strijden tot 't laatst,
er op of er onder
en zich door de mogendheden niet
meer zal laten leiden.
Met Turkije kunnen de mogendhe
den dus niet vee! meer beginnen.
Ook met de ai dere Balkanstaten niet
meer. Ia de nota der Balkanstaten aan
de mogendheden leest men nl.
„Wij danken u voor uw goeden
raad, maar wij zijn in een positie, die
ons tot plicht maakt. Turkije den
eisch -te stellen onmiddellijk en heel
nauwkeurig haar hervormingsplan
nen in den Balkan mede te deelen. De
tijd is voorbij, dat wij aan de mogend
heden de zorg daarvoor konden toever
trouwen. Wij moeten in de
toekomst onze zaken zelf
ter hand nemen, en k u n-
nen die aan niemand meer
overlaten, in oorlog of in
vrede.
Europa en zijn diplomaten hebben
in den Balkan uitgediend.
Of.... zullen ze zich met geweld doen
gelden
Een internationale con
ferentie over het Bal-
kanvraagstuk.
Men verneemt, dat de Fransche re
geering haar gezanten bij de mogend
heden heeft opgedragen dezen uit te
noodigen deel ie nemen aan een confe
rentie tot bespreking van den toestand
op den Balkan.
Deze conferentie ze is er ook nog
niet I heeft niet 't doel den oorlog
te voorkomen, daarvoor is ze te laat,
maar wel 't vaststellen van een eens
gezind optreden van Europa in den
Balkan.
De Duitsche minister van buiten-
landsche zaken heeft in een politieke
rede de verwachting uitgesproken, dat
't den moger dheden gelukken zal om
het conflict in den Balkan te beperken.
Duitschland heeft Oostenrijk-llonga-
rije dus blijkbaar overgehaald. Rus
land moet dan ook wel.
Toch zijn we evenwel nog niet zoo
heel zeker.
De Turksche gezanten in Sofia, Bel
grado en Athene, zijn teruggeroepen.
De diplomatieke betrekkingen zijn
evenwel nog niet geheel afgebroken.
Turkije zal niet meer antwoorden op
de laatste nota der Balkanstaten,
daarvoor zijn dezen to ondeugend ge
weest.
Wie is begonnen, T u r k ij e
of Servië?
't Gevecht van Maandag had plaats!
vóór de oorlogsverklaring. Van be-
teekenis is dus w i e begonnen is. De
eerste berichten gaven aan de Turken
de schuld, maar nu geven de Turken
de schuld aa<- do Serviërs. Uitge
maakt is dit geschil nog niet.
Wel wordt bekend gemaakt, dat de
Turken in dit gevecht 6 doodeu hadden
en enkele gewenden, de Serviërs 2-i
dooden en 4 gewonden.
Andere berichten doen 't voorkomen
of 'i hier alleer- een gewoon grensinci
dent geldt.
Dit is wel wat al (e optimistisch,
want 't blijkt, dat de Turken 10 K.M.
over de grens getrokken zijn, maar ia-
rer en zien haar verging. Maar nu is
liet nog niet zoo ver, een overbid
woord van uw kant zou direct het net
kunnen verbreken, dat ik met moeite
om mijnheer Casimir geweven heb. U
moet weten, zei ze verder, dat het
htelemaal niet zoo gemakkelijk was
genoeg bewijsmateriaal tegen den
Pool bij elkaar te krijgen. Hij is een
heel slimme vos.
Felix v. Buchenau vroeg op geme-
lijken toon:
Bedoelt u, dat ik voorloopig nog
moet zwijgen, over dien leelijken
streek van Mevr. v. Ruppen tegenover
mijn huis?
Alstublieft, en wel ten eerste in
mijn belang. U wilt toch zeker niet
dat het resultaat van mijn dikwijls
heel moeilijke nasporingen mij ont
houden wordt? antwoordde de detec
tive, en ten tweede zou ik in uw
plaats in uw eigen belang de geheele
schakingshistorie niet bekend ma
ken. Bedenk eens, ging zij overtui
gend voort, al was het alleen ter wille
van juffrouw Roszner, mag u zooiets
niet doen. Deze nachtelijke schaking,
bedenk dat goed,- is 'n gevaarlijk
thema, en de naam van een jong
meisje geraakt dan gemakkelijk in
den mond van menschen, die altijd
eerder iets slechts gelooven dan
Felix Buchenau glimlachte even
over den ijver van de jonge dame.
Ilc huig mij voor uw verstandige
ter moesten ze tot 5 K.M. terugtrek
ken. Zoodoendi zijn de Turken dus nu
nóg in Servië
Ook artillerie heeft aan dit grensge
vecht deelgencmen.
Een Turkse h-B ulgaarsch
grensgevecht.
Aan de grens zijn Turksche en Bul-
gaarsche troepen met elkaar slaags
geraakt. Bijzonderheden ontbreken
nog.
Dege vechten tusschenTur-
kije en Montenegro.
De Montenegiijneri schijnen nog aan
de winnende hand te zijn.
Ten gevolg van het voortdurend
voorwaarts rukken der Montenegrijn-
sche troepen, heeft koning Nikita zijn
hoofdkwartier verplaatst op Turksch
gebied. Z. M. ii met zijn staf reeds in
Milesj aangekomen Dicht bij de grens
bevindt zich de rest van het Montene-
grijnsche noordelijke leger, onder ge
neraal VVoekowitsj. die van Ujdopolje
vut een aanvul doet op de Turkscne'
forUn.
De Monter, egrijnen bewe
ren 3600 Turken k r ij g s g e-
vangen te hebben gemaakt
en ook 8 krijgskanonnen
veroverd te hebben.
De Turken ontkennen dit, 't kunnen
niet meer dan horgster.s 100 man zijn.
Nu wordt weer geseind, dat de Tur
ken de vesting Hoen», de laatste ver
sterking tusschen Toezi en Skoetari,
hebben overgegeven. Daarbij werden
weer krijgsgevangenen gemaakt.
De Montenegrijnen stellen alles in 't
werk om de Christelijke bevolking in
Turkije tot opstand tegen de Turken
aan te zetten.
De Turksche regeering heeft hevel
gegeven, om onmiddellijk 40,0110 Alba-
neezen te wapenen. Dezen zullen in
grooten getale naar de grens opruk
ken, als... ze althans willen strijden
voor de Turken 18ÜÜU man Albanee-
zen, onder aanvoering van 't hoofd
Jsso Bolalinaz hebben nl. verklaard
met dé Serviërs tegen de Turken le
gaan strijden.
Bijna alle gegoede dames uit Mon
tenegro zijn in Podgoritza aangeko
men, orn als verpleegster op te treden.
Er is ook veel te doen, want de Monte
negrijnen hebben nu al SjO gewonden.
Alle hospitalen zijn al overvol.
Grieksche schepen vrij-
gelaten.
Turkije besloot de Grieksche sche
pen, die vreemde lading aan boord
hebhen, vrij te laten.
Protesten.
De „Vorwürts" 't blad der Duit
sche sociaal-democraten meldt, dat
het internationale sociaal-democrati
sche bureau zee. spoedig bijeen zal ko
men om Qiaatregelen te treffen tot
voorkoming van een Europeeschen
oorlog. De sociaal-democraten van alle
landen zullen een groote campagne op
touw zetten. Het parool van alle de
monstraties zal zij „Weg met den
oorlog en leve de wereldvrede 1" Over
het geheele Duitsche rijk en in alle
Europeesche staten zullen zoo sein
de de Duilsche Tel.-correspondent
de demonstraties onmiddellijk begin
nen. Het internationale bureau te
Brussel heeit reeds een oproep tot de
sociaal-demc crateu gericht.
Binnenland
PRINS HENDRIK
heeft het beschermheerschap aan
vaard over de Nationale en Interna
tionale Tentoox stelling van Sport en
Toerisme, in 1913 in Den Haag te
houden.
EEN DU1TSCHER OP JAVA.
De Hbld.-correspondent te Batavia
seint, dat de oi dervcorzitter van den
Duilschen Rijksdag, Paasche, aldaar
aankwam.
De redactie tcekent daarbij aan
De heer Paasche maakt op het oo
genblik een reis door Oost-Azié, o. a.
ook om eens een kijkje te nemen in
het Duitsche pachtgebied Kiaotsjau.
Het bezoek, dat de heer P. nu aan
Java brengt, zai hem wel een anderen
kijk op den gang v an zaken aldaar ge
ven, dan hij indertijd had, toen liij 13
Maart 1906 in den Duitschen Rijks
dag zijn bekende rede hield, waarin
o. a. hoogst onredelijke critiek ge-
oerend werd op de ambtenaren in Ne-
derlandscli-Indïé.
BEANGSTIGEND.
De „Dragister Courant" vermeldt
de volgende historie:
Bij II. D., aldaar, drong in den
vroegen morgen een manspersoon de
woning binnen, die de nog te bed
liggende echtgeuoote poogde te wor
gen. Op haar geschreeuw en dat van
de meid, die bemerkte wat er gaande
was, vluchtte de indringer.
Den volgenden dag, wear in den
vroegen morgen, zag D. bij zijne wo
ning weer een onbekend mansper
soon, die bij D.'s nadering vluchtte.
opvatting, waarde onbekende, want
nog altijd weet ik niet, hoe u heet.
De blonde vrouw zuchtte even, als
wilde zij zegen: Dat is een geheele ge
schiedenis op zichzelf, waarom zou
den wij ons daar nu door laten op
houden? Maar daarop zei ze vriende
lijk: Ik zou mij bij u onder een of
arderen aangenomen naam kunnen
aanmelden, maar dat wilde ik niet, ik
heetZij liet haar stem nu tot een
fluisteren dalen en noemde een be
kenden, hoogadellijken naam.
De baron keek verbaasd op.
Maar, mevrouw, hoe komt u dan
aan dit speurdersberoep?
Dat ging waarlijk zijn verstand te
boven.
O, mijnheer de baron, het is een
zeer hoogstaand beroep en zoolang er
schurken en bedriegers bestaan, is
ons beroep zeer noodzakelijk. En hoe
ik daartoe ben gekomen? Mijn zeer
levenslustige man liet mij na zijn
dood, nu een paar jaar geleden, ge
heel onbemiddeld achter. Van bloed
verwanten afhankelijk worden, wilde
ik niet. Ik deed examen in het boek
houden, leerde op de schrijfmachine
schrijven cri omdat ik eenige talen
vlot kan spreken, kreeg ik op zekeren
dag een betrekking als corresponden
te op een groot detectivebureau. Mijn
chef ontdekte toevallig mijn
„speurtalent", zij keek nu den baron
ondeugend aan. daarom werd ik
Het ge2in van D. is zoo beangst ge
worden, dat het de woning heeft ver
laten en thans bij familie vertoeft.
De politie heeft den onbekenden man
nog nie£ kunnen opsporen.
ELLENDE.
Maandagochtend werd te Maas
tricht in een achterbuurt in een één-
kamerwoning dood op het bed gevon
den een ruim S0-jargic vrouw: vrouw
en kamer verkeerden in verregaan-
den staat van vervuiling, zoo meldt
de „Tijd".
INVALIDITEITS- EN OUDERDOMS-
VERZEKERING.
Vernomen wordt, dat naar aanlei
ding van liet besprokene op de dezer
dagen te Amsterdam gehouden 'verga
dering van Ziekenkas-besturen, po
gingen in het werlc.zullen worden ge
steld tot oprichting van eenen Bond
van onderlinge Ziekenkassen.
Deze bond zou o a eventueel kun
nen optreden als drager van het
risico der invaliditeits-verzekering,
indien ten minste, bij de behandeling
van het ontwerpei nvalidi teilswe1 in
de Tweede Kamer aan gced-georga-
niseerde en voldoend krachtige
fondsen van belanghebbenden de ge
legenheid wordt geopend om mede te
werken bij de uitvoering dezer ver
zekering. Zooals men weet, is zulks
in het ontwerp, zooals het thans luidt,
uitgesloten.
Een voorloopig comité tot oprich
ting van een bond als bovenbedoeld
is benoemd, zoo meldt de Tel.
De Haagsche Tel.-correspondent
meldt:
Naar wij vernemen, is de rechter
zijde stellig voornemens alles in hel
werk t© srtellen om het ontworp-Ou-
derdoms- en Invaliditeitsverzekering
in dit najaar af te doen. Het voor
nemen moet zijn om, wanneer de vol
gende maand de begroot:ogei; aan de
orde komen, de Invaliditeitswet in de
avondvergaderingen verder te behan
delen.
ARBEIDSWET.
De Minister van Landbouw, Nijver
heid en Handel heeft aan de Kamers
van Koophandel en Fabrieken toege
zonden een ontwerp algemeeuen
maatregel van bestuur als bedoeld bij
art. 6, tweede lid der Arbeidswet 1911.
In bet begeleidend schrijven deelt
de Minister rnede, dat liet hem wen-
schelijk voorkomt liet ontwerp, alvo
rens het aan de Koningin ter bekrach
tiging aan te bieden, aan de openbare
kritiek te onderwerpen. Opmerkingen
wacht de Minister voor 15 No\em
ber in.
liet ontwerp is van den volgenden
inhoud
Artikel I. In de hieronder genoem
de gevallen mag eene vrouwelijke per
soon, die gehuwd is, of die, onge
huwd zijnde, eene huishouding te
verzorgen heeft en van dit laatste aan
het hoofd of den bestuurder der on
derneming heeft kennis gegeven, des
Zaterdags na 1 uur des namiddags in
fabrieken en werkplaatsen arbeid
verrichten
I. Indien zij nimmer andere werk
zaamheden in de onderneming ver
richt dan het reinigen van werktui
gen, toestellen of gereedschappen of
van werklokalen
II. indien zij door het hoofd of den
bestuurder der onderneming met lei
ding van- of het toezicht op den be
lli ijisarbeid is belast
III. indien zij werkzaam is in
a. eene steenbakkerij en zij des Za
terdags na 1 uur des namiddags geen
anderen arbeid verricht dan dien, be
staande in het van de steonplaatsen
naar de stapels dragen van ongebak
ken steen
b. eene boter- of kaasfabriek. of eene
melkinrichting
c. eene garnalenpellerij
d. eene inrichting lot iiet bewerken
van vïsch
e. eene neitenboeterij
f. eene groentenwasscherjj of eene
fabriek van verduurzaamde groenten
of vruchten, van vruchtensappen of
van jams;
g. eene bloemenbinderij
h. een winkel, tevens fabriek of
werkplaats
i. eene waschinriehting, eene strijk-
tariéhting of eene chemische was-
scherij, mits zij op ten miuste één
werkdag per week geen arbeid ver
richt na 1 uur des namiddags en dit
blijkt uit de voor haar geldende ar
beidslijst;
i. eene veenderij en zij des Zater
dags na 1 uur des namiddags geen
anderen arbeid verricht dan dien, be
staande in het te drogen zetten van
turf of in hef verdoelen van gespreide
veenspecie in turven.
Artikel 2. Dit besluit treedt in wer
king op den lsten Januari 1913.
detective, en van dit beroep kan ik
met mijn kind fatsoenlijk leven en ik
voel er mij tevreden bij, besloot zij.
De baron zweeg een poosje, toen zei
hij: Alle eerbied voor een vrouw,
die zoo flink zelf haar brood verdient,
in plaats van de liefdadigheid harer
bloedverwanten in te roepen. Hm
phenomenaal
Nu ga ik opbreken, mijnheer de
baron, zei de detective en keek op
haar horloge.
Natuurlijk kunt u van mijn rij
tuig gebruik maken, haastte Felix
Buchenau zich te antwoorden, en
dan heeft u den tijd nog wel. Boven
dien, u is zeker vroeg in den morgen
uit Berlijn vertrokken en heeft mis
schien nog niet eens behoorlijk gege
ten, mag ik u daarom verzoeken bij
ons te blijven dineeren, de gong kan
ons elk oogenblik aan tafel roepen.
Ik neem uw vriendelijk aanbod
gaarne aan, antwoordde de detective
met haar beminnelijk lachje, waar
door haar onregelmatig gezicht bijna
mooi scheen. Voor de reis hier
heen huurde ik in Storkow een rij
tuig, maar de koetsier beweerde niet
te kunnen wachten, tot ik terug
kwam en daarom wildé ik den terug
weg maar te voet afleggen.
De baron belde en beval den bin
nenkomenden dienaar, nog een cou
vert op tafel te zc-tten.
Onze Lachhoefc
DB BESCHEIDEN SCHOONZOON*"
Wat zijn we toch dom. schoon
mama, dat we om zoon kleinigheid
oncenSgheid krijgen!
Ik moet jv verzoeken, in 't enkel
voud te sprekenl
ik durfde niet zeggen: wat is U
toch dom. schoonmama!
TER UGGEKA ATST.
U begrijpt misschien wel, meneer,
dat ik mijn dochter niet graag voor 't
leven aan een halven gek koppel.
Stellig, meneer. Maar zoudt u
haar dan maar niet liever uit de
ouderlijke woning laten gaan?
GEEN ONGELIJK.
Een jongen werd door een damn
ernstig berispt, omdat bij een vogel
nest had uitgehaald. lloe moet. die
arme vogeln.oeder nu klagen, zeide
zij, wanneer zij hare eieren wegge
nomen ziet!
De jongen wees lachend op den hoed
der dame en zei: „Bekommer u maar
niet om de moeder, die zit dam p
uw hoed.
NIET GEMAKKELIJK TE VINDEN.
Zou ik mijnheer den bankier
even kunnen spreken?
Huisknecht: Ik geloof hel wel,
maar ik weet niet of bij in de schrijf-,
rook-, speel- of bibliotheekkanu-r ie;
bij de kinderen of in de turn-, muziek*
of eetzaal. Hij kan ook in de telefoon
cel zijn of i n de biljartkamer cl
in den wintertuin of in het boudoir
van mevrouw, of in de automobielga
rage, den paardenstal of eventueel ia
de nieuws ballonhal.
ONDERZOEK KOMMIEZEN
3de KLASSE.
In Mei, Juni en zoo noodig Aug.
1913 zal worden ingesteld het onder
zoek naar de kennis en de bedreven
heid van kommiezen 3de kl.
De verzoekschriften om toelating tot
dat onderzoek moeien vóór 16 Maait
1913 rechtstreeks aan het Dep. van I'j
nancicn worde- ingezonden.
MET f 5000 VOORTVLUCHTIG.
De Tel. meldt:
Twee kantoorbedienden der Ura
nium Steamsii.p Company te Rotter
dam, zijn gevlucht met f 5000 Hol
landse!) en vreemd geld. Vermoedelijk
zijn zij naar Antwerpen geguan. lluli
namen zijn H. van R. en G. P.
WINKELSLUITING.
Te Hilversum stellen B. en W. den
gemeenteraad voor, afwijzend te be
schikken op het adres der afdeeüng
Gooi van den Alg. Ned- Bond van
Handels- en Kantoorbedienden, waar
in wordt aangedrongen op verplich
te winkelsluiting na des avonds 8 uur.
COMMISSIE VAN VOORBEREIDING
HERZIENING ONGEVALLENWET.
De voorzitter van de Tweede Ka
mer heeft tot leden van een commissie
van voorbereiding van het wetsont
werp tut herziening van de Ongeval-
lenwet-1901 benoemd de heeren No
lens, Van Vliet, De Visser, Rink en
Schaper en tot plaatsvervangende le
den de heeren Kooien, De Vlugt, Van
Idsïriga, Roodhuyzen en Duys.
GEVAARLIJK SPEL.
Een 7-jarige jongen te Utrecht klom
op een der Zeister tramwagens. 1-Iij
vrel er af en werd door een der volg-
wagens zwaar gewond aan een der
boenen.
JOHAN WAGENAAR
te Utrecht wordt 1 November 50 jaar
oud; deze dag zai niet onopgemerkt
voorbijgaan, daar zuilen zijn leerlin
gen en vrienden voor zorgen, naar i
„libld." verneemt.
OPTREDEN TEGEN DE BEDELARIJ
TE AMSTERDAM.
't Hbld. vertelt -
Blijkbaar ligt het in de bedoeling
der politie, om op te treden tegen de
vele bedelaars in enze stad en «e mu
zikanten, die op allerlei instrumenten
muziek maken, zonder vergunning.
Om eens een staaltje te noemen:
Sinds ecnigen tijd wordt een lammo
man, wonende op Kattenburg, dio er
altijd op uittrekt, om met zijn harmo
nica zijn brood te verdienen al heeft
hij geen vergunning op zijn tocht
door de stad van 's morgens vroeg tot
's avonds laat, steeds gevolgd door
een paar agenten in politiek, 's Och
tends wachten zij hem aan zijn huis
op en 's avonds brengen zij hem weer
thuis. Het spelletje herhaalt zich ei
ken dag en geregeld worden tegen
hem eenige processen-verba al opgc-
maakt.
Verder is. naar ons ier oore kwam.
aan eenige rechercheurs van hot
hoofdbureau opgedragen, stelselmatig
ELFDE HOOFDSTUK.
Dora Buchenau verscheen niet aan
tafel, zij lag met hoofdpijn in een bal?
duistere kamer te bed. Het roode licht
van vannacht en daarbij het verdwij
nen van Wera v. Ruppen, was te
veel voor haar leere gestel. De ba
ron was eigenlijk zeer tevreden, dat
zijn vrouw niet aan tafel kwam, nu
mocht men tenminste nog een beetje
over de geschiedenis babbelen. In 't
begin wel niet, tenminste zoolang <le
dienaar in de kamer noodig was,
maar later, zoodra het eten voorbij
was en men in een k-amc-r daarnausf
koffie dronk.
Dc baron had de detective op haai
verzoek als mevrouw Herbert uit
Berlijn voorgesteld. Nieuwsgierig na
men zoowel Marianne en Hector als
ook de oud-ontvanger de jonge vrouw
op. Zij waren er immers bij tegen
woordig geweest, toen Frans baar
aandiende. En hem bad zij geen
kaartje gegeven en haar naam ook
niet genoemd, alleen maar gezegd
dat zij wegens de schaking kwam.
Dus moest deze mevrouw Herbert iets
weten omtrent dat, wat ieders ge
moed hier zoo levendig bezighield.
Men dronk koffie uit kleine Ja-
pansche kopjes, en na daarvoor van
mevrouw Herbert verlof le hebben ga-
kregen, vertelde de baron in korta
trekken, wat de jonge vrouw hem