Himu's Dagbmd HET ROODE. LICHT. TWEEDE BLAD Wo9n8ilag 19 October 1912 OM ONS HEEN No. 1690 Het gevaar hij wielrijden. Het heugt me nog best, dat toen ik mijn eerste fiets kocht (ach, hoeveel jaren geleden?) er een rem op zat, een goedig gummiblokje op de voor band, En nog vóór ik er mijn eersten rit op maakte nam ik de rem er af, want wie reed er met een rem? Hoog stens oude heeren of bange juffrou wen. Daarbij rammelde het ding zoo, zeiden we, alsof er niets anders ram melde. In dien tijd trapten we tegen, gingen op de trappers staan om te remmen, en in den alleruitersten nood was de noodsprong er nog. ach teruit, waarbij je dan het zadel tus- schen de handen hield. Dat lijkt in dezen tijd roekeloos, fiiaar we deden het allemaal en het kon ook weinig kwaad. Er was toen minder en heel andere drukte op straat. De ceintuurbaan bestond nog niet en een auto was een wonder dier, dat den lachlust van 't publiek opwekte, omdat zij meer stilstond dan liep. De gevaren op straat waren dan toen ook heel wat geringer dan tegenwoordig. Het ergste wat je ge beuren kon, was een rijtuig en dat hoorde je in de verte aankomen; bo vendien reed het in een sukkeldraf. Jongelui, die in de laatste tien jaar fietsen hebben geleerd, weten niet hcc groot het verschil wel is tus- schcn de straalbeweging van toen en nu Ik zal niet zeggen, dat het mo derne rijwiel geen rekening gehouden heeft met moderne veranderingen in 't verkeer, want dat heeft het wel. Het vrij wiel werd uitgevonden, waar schijnlijk in den beginne een genoe gen voor wielrijders in heuvelachtige streken, maar dat het aanbrengen van flinke remmen onmisbaar maak te. De nieuwigheid kwam ook naar 't vlakke land en zoo waren in eens de wielrijders weer voorzien van remmen, die zij vroeger met zooveel minachting van hun fiets afgenomen hadden. Maar nu waren ze geen weel de meer, want de gevaren van den weg waren verdubbeld, ja verdrie voudigd. De E. N. E. T. tolde de slad ror.d, de groole wagens der E. S. M. dreunden langs den slads-buitenkant en er kwamen zooveel auto's op den weg, dal de wielrijder niet meer ge noeg zou hebben gehad aan 't oudcr- wetsche tegentrappen, waarbij hij toch altijd nog even doorschoot. Stop pen inoest hij als 't noodig was, op de plaats. En wie nu eens letten wil op de fietsende jeugd, merkt do verbetering wel op. Althans wie een behoorlijk ingerichte fiets berijdt, kan in de ure des gevaars onmiddellijk remmen, menige aanrijding wordt er door voorkomen en wanneer het vrij- wiel niet bestond, zou het noodzake lijk uitgevonden moeten worden. I Het werd een vervoermiddel van groote veiligheid, maarvoor geoefende wielrijders, 't Op lijd han- teeren van de remmen, vercischt vlugheid en tegenwoordigheid an geest, twee eigenschappen, die ge makkelijk neergeschreven zijn, maar daarom nog niet verkeeren in elks be zit Men kan dat het best uit een auto waarnemen. Jaren geleden heb ik daarin eens een tocht gemaakt naar Utrecht en terug, 't Was op een Zondagmiddag, De rechte weg naar Amsterdam was met wielrijders als bezaaid en nu was het merkwaardig om te zien, hoe zij zich bij het ont moeten van de auto of wanneer deze hun achterop reed, gedroegen. Het manvolk trok zich als regel van het grommende en toeterende ding wei nig aan. Ze hielden zooveel mogelijk rechts, wanneer ze ons te gemoet re denlenkekcn, wanneer we hun ach- F e u i It o fi Roman ui', hot Duitsch van Anny v. Panhuys. 27) De baron knikte. Het was bijna iets onmogelijks. Ook op zijn gelaat verscheen een lachje, dat langzaam in een lachen overging. Zoo laat dus de moeder haar ei gen dochter schaken, hij sloeg met de hand op zijn knie. Phenomehaal! En daarna weer ernstig wordend, vroeg hij: Nu moet u toch alstu blieft ook vertellen, hoe u dit alles le weten is gekomen. ik beu machineschrijfster bij don lieer, die met Mevr. v. Ruppcn dacht te trouwen. Of zij het nu nog van plan is, kan ik niet met zeker heid zeggen, want na deze verwisse- lii gsgeschiedenis, waaraan deze heer ongetwijfeld ten minste indirect schuld heeft, zal de mooie vrouw wel ontembaar woedend op hem zijn. Vergeef mij, waarde mevrouw, als ik u nu nog iets vragen moet, zei terop kwamen, even over den schou-' der om en trapten rustig verder. Geheel anders deden de meeste vrouwen, jong en oud. De nadering van de auto maakte haar zenuwach tig en onzeker; van verre zag je hoe zij slingerende bewegingen maakten, niet met zichzelf eens waren of zij zouden doorrijden of afstappen en dikwijls eerst op onhandige manier het laatste deden, wanneer de auto al gevaarlijk dicht genaderd was. Meer malen waren we, hoewel onze snel heid volstrekt niet buitengewoon was, angstig dat er een ongeluk zou ge- beureu; telkens werd geremd en weer geremd, uit vrees voor een van deze onzekere wielrijdsters en we waren blij, toen de rij van wielerenden wat gedund was. Want, al lijkt dat zoo niet, de ware automobilist is nog meer bevreesd om een ongeluk toe te brengen, dan er zelf een te krijgen. Waar ligt het nu aan, dat we zoo veel verschil opmerkten tusschen man en vrouw op het rijwiel? Voor eerst hierin meen ik, dat de man in 't algemeen voor deze sport beter ge schikt is, van nature ietwat koelbloe- diger, wat onverschilliger, als men wil, dan de vrouw, die in gevaarlijke momenten of in oogenblikken, waar in ze zich alleen maar verbeeldt dat er gevaar bestaat, haar kalmte ver liest. daardoor geen besluit weet te nemen, aarzelt en het goede tijdsiip om te handelen voorbij laat gaan, of wel plotseling schrikkende van iets dat op haar afkomt, in 't geheel niets doet en laat gaan zooals het gaan wil- Daarmee verband houdt gebrek aan oefening. Vrouwen fietsen niet veel en vaak. Vooral zij, die de geheele week druk werk hebben in een be trekking, kunnen alleen op Zondag de kunst leeren en, wat pas nader hand komt, zich oefenen om het noo- dige zelfvertrouwen te verkrijgen- Dat is een groot nadeel. Het telkens zes dagen wachten vóór een nieuwe oefening verschuift het oogenblik waarop de wielrijdster zich rustig en op haar gemak voelt op de fiets, niet zoo gauw bang meer is voor alles wat komt aanrollen. Daarom zien we op Zondag zoo veel ongeoefende en halfgeoefende meisjes over de wegen zwieren, op Zondag als de trams talrijk, de auto's van stal gehaald en de menschen uit- geloopen zijn we zien haar de gril ligste bewegingen maken op fietsen, die meestal gehuurd zijn, slecht spo ren of moeilijk trappen. Kortom, de omstandigheden zijn zoo ongunstig mogelijk. En het mag een wonder heeten, dat er niet veel meer ongelukken gebeuren, zooals er nu pas een op den gevaarlijk druk ken Amsterdamschen weg is voorge vallen. Het is verklaarbaar, dat meisjes, die door de weck aan drukke bezighe den aan huis gebonden waren, op den Zondag liefst onder de menschen ver keeren. Maar zonder gevaar is dat voor onvoldoende of zenuwachtige wiel rijdsters niet. Dc auto's komen overal, zij zijn op de groote wegen niet meer te ont gaan, maar trams zijn nog niet over al. Laten toch oefenende wielrijdsters, in 't belang van haar eigen veilig heid, de stille plekjes opzoeken en lie ver zich getroosten die vijftigmaal heen en weer te rijden, dan zich met haar vaak gebrekkige machines te wagen in een drukte, die een groo- ter bekwaamheid en wellicht zelfs andere eigenschappen vergt, dan zij bezitten. Een ernstig woord van waarschu wing zij gericht tot haar, wier goede wil beter is, dan haar kunnen. Het snelle verkeer van dezen tijd cischt steeds grooter koelbloedigheid. J. C, P. Buitenlandse!) Overzicht O© Baikan-oGriog. Een ver gedreun van ocrlogs- waag'nen Een schorre dender van 't kanon Een kermend reutien der ver- slaagneu.... de baron. U stelde u aan mij als detective voor, en nu beweert u plot seling weer machineschrijfster te zijn, daaruit kan ik niet goed wijs worden. O, dat is zeer eenvoudig. Ik ben detective, maar nam een betrekking als machineschrijfster aan bij zeke ren mijnheer Casimir v. Richarski, om dezen mijnhegr, die van allerlei op zijn kerfstok beeft, van naderbij gade te slaan. En die mijnheer met zijn Pool- schen naam is Een minnaar uit de jeugd van Mevr. v. Ruppen. Haar vertrouwde in geldzaken en misschien haar toekom stige echtgenoot. En beeft hij dan de band in deze schakingsgesehiedeiiis? vroeg de ba ron verder. Zijn hand? Beide handen, ant woordde de gevraagde. En die nette mijnheer is tot alles in staat. Maar nu zal ik toch die Pool- sc-he eens onder handen nemen, stoof de baron op, die eerst nu woede in zich voelde opkomen over de afschu welijke zaak door Mevr. v. Ruppen in elkaar gezet. Bedaar, mijnheer de baron, ver maande de detective. Die dame ont gaat u niet, ten minste, ik zou mij in uw plaats, als het oogenblik gekomen is, mij het genoegen gunnen haar mijn meening te zeggen, zoodat hoo-. Zoo is het. De ellende van den oor log doet zich in den Balkan reeds voelen. Officieel is de oorlog ook nu nog niet verklaard, uitgezonderd dan met Montenegro. Maar een oorlogstoe stand is al geheel ingetreden. Boven dien, er wordt al gevochten. De andere Balkan-volken wachten in spanning op het moment van de ver klaring, dan komt de volle oorlog. Ze roepen De volk'ren gorden zich ten strijde Wanneer, o Koning slaan w ij op Nu wordt verzekerd, dat de oorlogs verklaring heden of uiterlijk morgen zal komen. De lucht ij vol donderkoppen. Elk moment kan de bliksem inslaan.... De vrede tusschen Italië en T u r k ij e is verzekerd, zoo wordt thans gemeld. Heden zal 't verdrag geteekend worden. Als 't nu ook maar waar is 1 Voor Turkije zal 't een belangrijke stap in de goede richting zijn, dan hebben de Turken immers de handen vrij om met de kleine Bolkanstaten af le rekenen. Hoe Turk ij e zich den oorlog voorstelt. De Turkscho minister Nuradcen- ghian is vol hoop op de toekomst. Hij verklaarde „Dagelijks komen nieuwe troepen aan. Spoedig zal het Turksche leger in aantal veel grooter zijn dan de le gers der verkenden Balkanstaten. „Turkije ziet een langen strijd tege moet. Al zou ook geheel Europa eischen, dat Tur kije moet toegeven, w ij zul len weigeren. Heeft Europa ons tot toegeven aan Italië kunnen overhalen Ditmaal zullen wij ons de vruchten der overwinning niet laten ontruk ken, maar ons ook niet na eenige ne derlagen tot een vrede laten bewegen." Hieruit blijkt dus, dat ook Turkije wil strijden tot 't laatst, er op of er onder en zich door de mogendheden niet meer zal laten leiden. Met Turkije kunnen de mogendhe den dus niet vee! meer beginnen. Ook met de ai dere Balkanstaten niet meer. Ia de nota der Balkanstaten aan de mogendheden leest men nl. „Wij danken u voor uw goeden raad, maar wij zijn in een positie, die ons tot plicht maakt. Turkije den eisch -te stellen onmiddellijk en heel nauwkeurig haar hervormingsplan nen in den Balkan mede te deelen. De tijd is voorbij, dat wij aan de mogend heden de zorg daarvoor konden toever trouwen. Wij moeten in de toekomst onze zaken zelf ter hand nemen, en k u n- nen die aan niemand meer overlaten, in oorlog of in vrede. Europa en zijn diplomaten hebben in den Balkan uitgediend. Of.... zullen ze zich met geweld doen gelden Een internationale con ferentie over het Bal- kanvraagstuk. Men verneemt, dat de Fransche re geering haar gezanten bij de mogend heden heeft opgedragen dezen uit te noodigen deel ie nemen aan een confe rentie tot bespreking van den toestand op den Balkan. Deze conferentie ze is er ook nog niet I heeft niet 't doel den oorlog te voorkomen, daarvoor is ze te laat, maar wel 't vaststellen van een eens gezind optreden van Europa in den Balkan. De Duitsche minister van buiten- landsche zaken heeft in een politieke rede de verwachting uitgesproken, dat 't den moger dheden gelukken zal om het conflict in den Balkan te beperken. Duitschland heeft Oostenrijk-llonga- rije dus blijkbaar overgehaald. Rus land moet dan ook wel. Toch zijn we evenwel nog niet zoo heel zeker. De Turksche gezanten in Sofia, Bel grado en Athene, zijn teruggeroepen. De diplomatieke betrekkingen zijn evenwel nog niet geheel afgebroken. Turkije zal niet meer antwoorden op de laatste nota der Balkanstaten, daarvoor zijn dezen to ondeugend ge weest. Wie is begonnen, T u r k ij e of Servië? 't Gevecht van Maandag had plaats! vóór de oorlogsverklaring. Van be- teekenis is dus w i e begonnen is. De eerste berichten gaven aan de Turken de schuld, maar nu geven de Turken de schuld aa<- do Serviërs. Uitge maakt is dit geschil nog niet. Wel wordt bekend gemaakt, dat de Turken in dit gevecht 6 doodeu hadden en enkele gewenden, de Serviërs 2-i dooden en 4 gewonden. Andere berichten doen 't voorkomen of 'i hier alleer- een gewoon grensinci dent geldt. Dit is wel wat al (e optimistisch, want 't blijkt, dat de Turken 10 K.M. over de grens getrokken zijn, maar ia- rer en zien haar verging. Maar nu is liet nog niet zoo ver, een overbid woord van uw kant zou direct het net kunnen verbreken, dat ik met moeite om mijnheer Casimir geweven heb. U moet weten, zei ze verder, dat het htelemaal niet zoo gemakkelijk was genoeg bewijsmateriaal tegen den Pool bij elkaar te krijgen. Hij is een heel slimme vos. Felix v. Buchenau vroeg op geme- lijken toon: Bedoelt u, dat ik voorloopig nog moet zwijgen, over dien leelijken streek van Mevr. v. Ruppen tegenover mijn huis? Alstublieft, en wel ten eerste in mijn belang. U wilt toch zeker niet dat het resultaat van mijn dikwijls heel moeilijke nasporingen mij ont houden wordt? antwoordde de detec tive, en ten tweede zou ik in uw plaats in uw eigen belang de geheele schakingshistorie niet bekend ma ken. Bedenk eens, ging zij overtui gend voort, al was het alleen ter wille van juffrouw Roszner, mag u zooiets niet doen. Deze nachtelijke schaking, bedenk dat goed,- is 'n gevaarlijk thema, en de naam van een jong meisje geraakt dan gemakkelijk in den mond van menschen, die altijd eerder iets slechts gelooven dan Felix Buchenau glimlachte even over den ijver van de jonge dame. Ilc huig mij voor uw verstandige ter moesten ze tot 5 K.M. terugtrek ken. Zoodoendi zijn de Turken dus nu nóg in Servië Ook artillerie heeft aan dit grensge vecht deelgencmen. Een Turkse h-B ulgaarsch grensgevecht. Aan de grens zijn Turksche en Bul- gaarsche troepen met elkaar slaags geraakt. Bijzonderheden ontbreken nog. Dege vechten tusschenTur- kije en Montenegro. De Montenegiijneri schijnen nog aan de winnende hand te zijn. Ten gevolg van het voortdurend voorwaarts rukken der Montenegrijn- sche troepen, heeft koning Nikita zijn hoofdkwartier verplaatst op Turksch gebied. Z. M. ii met zijn staf reeds in Milesj aangekomen Dicht bij de grens bevindt zich de rest van het Montene- grijnsche noordelijke leger, onder ge neraal VVoekowitsj. die van Ujdopolje vut een aanvul doet op de Turkscne' forUn. De Monter, egrijnen bewe ren 3600 Turken k r ij g s g e- vangen te hebben gemaakt en ook 8 krijgskanonnen veroverd te hebben. De Turken ontkennen dit, 't kunnen niet meer dan horgster.s 100 man zijn. Nu wordt weer geseind, dat de Tur ken de vesting Hoen», de laatste ver sterking tusschen Toezi en Skoetari, hebben overgegeven. Daarbij werden weer krijgsgevangenen gemaakt. De Montenegrijnen stellen alles in 't werk om de Christelijke bevolking in Turkije tot opstand tegen de Turken aan te zetten. De Turksche regeering heeft hevel gegeven, om onmiddellijk 40,0110 Alba- neezen te wapenen. Dezen zullen in grooten getale naar de grens opruk ken, als... ze althans willen strijden voor de Turken 18ÜÜU man Albanee- zen, onder aanvoering van 't hoofd Jsso Bolalinaz hebben nl. verklaard met dé Serviërs tegen de Turken le gaan strijden. Bijna alle gegoede dames uit Mon tenegro zijn in Podgoritza aangeko men, orn als verpleegster op te treden. Er is ook veel te doen, want de Monte negrijnen hebben nu al SjO gewonden. Alle hospitalen zijn al overvol. Grieksche schepen vrij- gelaten. Turkije besloot de Grieksche sche pen, die vreemde lading aan boord hebhen, vrij te laten. Protesten. De „Vorwürts" 't blad der Duit sche sociaal-democraten meldt, dat het internationale sociaal-democrati sche bureau zee. spoedig bijeen zal ko men om Qiaatregelen te treffen tot voorkoming van een Europeeschen oorlog. De sociaal-democraten van alle landen zullen een groote campagne op touw zetten. Het parool van alle de monstraties zal zij „Weg met den oorlog en leve de wereldvrede 1" Over het geheele Duitsche rijk en in alle Europeesche staten zullen zoo sein de de Duilsche Tel.-correspondent de demonstraties onmiddellijk begin nen. Het internationale bureau te Brussel heeit reeds een oproep tot de sociaal-demc crateu gericht. Binnenland PRINS HENDRIK heeft het beschermheerschap aan vaard over de Nationale en Interna tionale Tentoox stelling van Sport en Toerisme, in 1913 in Den Haag te houden. EEN DU1TSCHER OP JAVA. De Hbld.-correspondent te Batavia seint, dat de oi dervcorzitter van den Duilschen Rijksdag, Paasche, aldaar aankwam. De redactie tcekent daarbij aan De heer Paasche maakt op het oo genblik een reis door Oost-Azié, o. a. ook om eens een kijkje te nemen in het Duitsche pachtgebied Kiaotsjau. Het bezoek, dat de heer P. nu aan Java brengt, zai hem wel een anderen kijk op den gang v an zaken aldaar ge ven, dan hij indertijd had, toen liij 13 Maart 1906 in den Duitschen Rijks dag zijn bekende rede hield, waarin o. a. hoogst onredelijke critiek ge- oerend werd op de ambtenaren in Ne- derlandscli-Indïé. BEANGSTIGEND. De „Dragister Courant" vermeldt de volgende historie: Bij II. D., aldaar, drong in den vroegen morgen een manspersoon de woning binnen, die de nog te bed liggende echtgeuoote poogde te wor gen. Op haar geschreeuw en dat van de meid, die bemerkte wat er gaande was, vluchtte de indringer. Den volgenden dag, wear in den vroegen morgen, zag D. bij zijne wo ning weer een onbekend mansper soon, die bij D.'s nadering vluchtte. opvatting, waarde onbekende, want nog altijd weet ik niet, hoe u heet. De blonde vrouw zuchtte even, als wilde zij zegen: Dat is een geheele ge schiedenis op zichzelf, waarom zou den wij ons daar nu door laten op houden? Maar daarop zei ze vriende lijk: Ik zou mij bij u onder een of arderen aangenomen naam kunnen aanmelden, maar dat wilde ik niet, ik heetZij liet haar stem nu tot een fluisteren dalen en noemde een be kenden, hoogadellijken naam. De baron keek verbaasd op. Maar, mevrouw, hoe komt u dan aan dit speurdersberoep? Dat ging waarlijk zijn verstand te boven. O, mijnheer de baron, het is een zeer hoogstaand beroep en zoolang er schurken en bedriegers bestaan, is ons beroep zeer noodzakelijk. En hoe ik daartoe ben gekomen? Mijn zeer levenslustige man liet mij na zijn dood, nu een paar jaar geleden, ge heel onbemiddeld achter. Van bloed verwanten afhankelijk worden, wilde ik niet. Ik deed examen in het boek houden, leerde op de schrijfmachine schrijven cri omdat ik eenige talen vlot kan spreken, kreeg ik op zekeren dag een betrekking als corresponden te op een groot detectivebureau. Mijn chef ontdekte toevallig mijn „speurtalent", zij keek nu den baron ondeugend aan. daarom werd ik Het ge2in van D. is zoo beangst ge worden, dat het de woning heeft ver laten en thans bij familie vertoeft. De politie heeft den onbekenden man nog nie£ kunnen opsporen. ELLENDE. Maandagochtend werd te Maas tricht in een achterbuurt in een één- kamerwoning dood op het bed gevon den een ruim S0-jargic vrouw: vrouw en kamer verkeerden in verregaan- den staat van vervuiling, zoo meldt de „Tijd". INVALIDITEITS- EN OUDERDOMS- VERZEKERING. Vernomen wordt, dat naar aanlei ding van liet besprokene op de dezer dagen te Amsterdam gehouden 'verga dering van Ziekenkas-besturen, po gingen in het werlc.zullen worden ge steld tot oprichting van eenen Bond van onderlinge Ziekenkassen. Deze bond zou o a eventueel kun nen optreden als drager van het risico der invaliditeits-verzekering, indien ten minste, bij de behandeling van het ontwerpei nvalidi teilswe1 in de Tweede Kamer aan gced-georga- niseerde en voldoend krachtige fondsen van belanghebbenden de ge legenheid wordt geopend om mede te werken bij de uitvoering dezer ver zekering. Zooals men weet, is zulks in het ontwerp, zooals het thans luidt, uitgesloten. Een voorloopig comité tot oprich ting van een bond als bovenbedoeld is benoemd, zoo meldt de Tel. De Haagsche Tel.-correspondent meldt: Naar wij vernemen, is de rechter zijde stellig voornemens alles in hel werk t© srtellen om het ontworp-Ou- derdoms- en Invaliditeitsverzekering in dit najaar af te doen. Het voor nemen moet zijn om, wanneer de vol gende maand de begroot:ogei; aan de orde komen, de Invaliditeitswet in de avondvergaderingen verder te behan delen. ARBEIDSWET. De Minister van Landbouw, Nijver heid en Handel heeft aan de Kamers van Koophandel en Fabrieken toege zonden een ontwerp algemeeuen maatregel van bestuur als bedoeld bij art. 6, tweede lid der Arbeidswet 1911. In bet begeleidend schrijven deelt de Minister rnede, dat liet hem wen- schelijk voorkomt liet ontwerp, alvo rens het aan de Koningin ter bekrach tiging aan te bieden, aan de openbare kritiek te onderwerpen. Opmerkingen wacht de Minister voor 15 No\em ber in. liet ontwerp is van den volgenden inhoud Artikel I. In de hieronder genoem de gevallen mag eene vrouwelijke per soon, die gehuwd is, of die, onge huwd zijnde, eene huishouding te verzorgen heeft en van dit laatste aan het hoofd of den bestuurder der on derneming heeft kennis gegeven, des Zaterdags na 1 uur des namiddags in fabrieken en werkplaatsen arbeid verrichten I. Indien zij nimmer andere werk zaamheden in de onderneming ver richt dan het reinigen van werktui gen, toestellen of gereedschappen of van werklokalen II. indien zij door het hoofd of den bestuurder der onderneming met lei ding van- of het toezicht op den be lli ijisarbeid is belast III. indien zij werkzaam is in a. eene steenbakkerij en zij des Za terdags na 1 uur des namiddags geen anderen arbeid verricht dan dien, be staande in het van de steonplaatsen naar de stapels dragen van ongebak ken steen b. eene boter- of kaasfabriek. of eene melkinrichting c. eene garnalenpellerij d. eene inrichting lot iiet bewerken van vïsch e. eene neitenboeterij f. eene groentenwasscherjj of eene fabriek van verduurzaamde groenten of vruchten, van vruchtensappen of van jams; g. eene bloemenbinderij h. een winkel, tevens fabriek of werkplaats i. eene waschinriehting, eene strijk- tariéhting of eene chemische was- scherij, mits zij op ten miuste één werkdag per week geen arbeid ver richt na 1 uur des namiddags en dit blijkt uit de voor haar geldende ar beidslijst; i. eene veenderij en zij des Zater dags na 1 uur des namiddags geen anderen arbeid verricht dan dien, be staande in het te drogen zetten van turf of in hef verdoelen van gespreide veenspecie in turven. Artikel 2. Dit besluit treedt in wer king op den lsten Januari 1913. detective, en van dit beroep kan ik met mijn kind fatsoenlijk leven en ik voel er mij tevreden bij, besloot zij. De baron zweeg een poosje, toen zei hij: Alle eerbied voor een vrouw, die zoo flink zelf haar brood verdient, in plaats van de liefdadigheid harer bloedverwanten in te roepen. Hm phenomenaal Nu ga ik opbreken, mijnheer de baron, zei de detective en keek op haar horloge. Natuurlijk kunt u van mijn rij tuig gebruik maken, haastte Felix Buchenau zich te antwoorden, en dan heeft u den tijd nog wel. Boven dien, u is zeker vroeg in den morgen uit Berlijn vertrokken en heeft mis schien nog niet eens behoorlijk gege ten, mag ik u daarom verzoeken bij ons te blijven dineeren, de gong kan ons elk oogenblik aan tafel roepen. Ik neem uw vriendelijk aanbod gaarne aan, antwoordde de detective met haar beminnelijk lachje, waar door haar onregelmatig gezicht bijna mooi scheen. Voor de reis hier heen huurde ik in Storkow een rij tuig, maar de koetsier beweerde niet te kunnen wachten, tot ik terug kwam en daarom wildé ik den terug weg maar te voet afleggen. De baron belde en beval den bin nenkomenden dienaar, nog een cou vert op tafel te zc-tten. Onze Lachhoefc DB BESCHEIDEN SCHOONZOON*" Wat zijn we toch dom. schoon mama, dat we om zoon kleinigheid oncenSgheid krijgen! Ik moet jv verzoeken, in 't enkel voud te sprekenl ik durfde niet zeggen: wat is U toch dom. schoonmama! TER UGGEKA ATST. U begrijpt misschien wel, meneer, dat ik mijn dochter niet graag voor 't leven aan een halven gek koppel. Stellig, meneer. Maar zoudt u haar dan maar niet liever uit de ouderlijke woning laten gaan? GEEN ONGELIJK. Een jongen werd door een damn ernstig berispt, omdat bij een vogel nest had uitgehaald. lloe moet. die arme vogeln.oeder nu klagen, zeide zij, wanneer zij hare eieren wegge nomen ziet! De jongen wees lachend op den hoed der dame en zei: „Bekommer u maar niet om de moeder, die zit dam p uw hoed. NIET GEMAKKELIJK TE VINDEN. Zou ik mijnheer den bankier even kunnen spreken? Huisknecht: Ik geloof hel wel, maar ik weet niet of bij in de schrijf-, rook-, speel- of bibliotheekkanu-r ie; bij de kinderen of in de turn-, muziek* of eetzaal. Hij kan ook in de telefoon cel zijn of i n de biljartkamer cl in den wintertuin of in het boudoir van mevrouw, of in de automobielga rage, den paardenstal of eventueel ia de nieuws ballonhal. ONDERZOEK KOMMIEZEN 3de KLASSE. In Mei, Juni en zoo noodig Aug. 1913 zal worden ingesteld het onder zoek naar de kennis en de bedreven heid van kommiezen 3de kl. De verzoekschriften om toelating tot dat onderzoek moeien vóór 16 Maait 1913 rechtstreeks aan het Dep. van I'j nancicn worde- ingezonden. MET f 5000 VOORTVLUCHTIG. De Tel. meldt: Twee kantoorbedienden der Ura nium Steamsii.p Company te Rotter dam, zijn gevlucht met f 5000 Hol landse!) en vreemd geld. Vermoedelijk zijn zij naar Antwerpen geguan. lluli namen zijn H. van R. en G. P. WINKELSLUITING. Te Hilversum stellen B. en W. den gemeenteraad voor, afwijzend te be schikken op het adres der afdeeüng Gooi van den Alg. Ned- Bond van Handels- en Kantoorbedienden, waar in wordt aangedrongen op verplich te winkelsluiting na des avonds 8 uur. COMMISSIE VAN VOORBEREIDING HERZIENING ONGEVALLENWET. De voorzitter van de Tweede Ka mer heeft tot leden van een commissie van voorbereiding van het wetsont werp tut herziening van de Ongeval- lenwet-1901 benoemd de heeren No lens, Van Vliet, De Visser, Rink en Schaper en tot plaatsvervangende le den de heeren Kooien, De Vlugt, Van Idsïriga, Roodhuyzen en Duys. GEVAARLIJK SPEL. Een 7-jarige jongen te Utrecht klom op een der Zeister tramwagens. 1-Iij vrel er af en werd door een der volg- wagens zwaar gewond aan een der boenen. JOHAN WAGENAAR te Utrecht wordt 1 November 50 jaar oud; deze dag zai niet onopgemerkt voorbijgaan, daar zuilen zijn leerlin gen en vrienden voor zorgen, naar i „libld." verneemt. OPTREDEN TEGEN DE BEDELARIJ TE AMSTERDAM. 't Hbld. vertelt - Blijkbaar ligt het in de bedoeling der politie, om op te treden tegen de vele bedelaars in enze stad en «e mu zikanten, die op allerlei instrumenten muziek maken, zonder vergunning. Om eens een staaltje te noemen: Sinds ecnigen tijd wordt een lammo man, wonende op Kattenburg, dio er altijd op uittrekt, om met zijn harmo nica zijn brood te verdienen al heeft hij geen vergunning op zijn tocht door de stad van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, steeds gevolgd door een paar agenten in politiek, 's Och tends wachten zij hem aan zijn huis op en 's avonds brengen zij hem weer thuis. Het spelletje herhaalt zich ei ken dag en geregeld worden tegen hem eenige processen-verba al opgc- maakt. Verder is. naar ons ier oore kwam. aan eenige rechercheurs van hot hoofdbureau opgedragen, stelselmatig ELFDE HOOFDSTUK. Dora Buchenau verscheen niet aan tafel, zij lag met hoofdpijn in een bal? duistere kamer te bed. Het roode licht van vannacht en daarbij het verdwij nen van Wera v. Ruppen, was te veel voor haar leere gestel. De ba ron was eigenlijk zeer tevreden, dat zijn vrouw niet aan tafel kwam, nu mocht men tenminste nog een beetje over de geschiedenis babbelen. In 't begin wel niet, tenminste zoolang <le dienaar in de kamer noodig was, maar later, zoodra het eten voorbij was en men in een k-amc-r daarnausf koffie dronk. Dc baron had de detective op haai verzoek als mevrouw Herbert uit Berlijn voorgesteld. Nieuwsgierig na men zoowel Marianne en Hector als ook de oud-ontvanger de jonge vrouw op. Zij waren er immers bij tegen woordig geweest, toen Frans baar aandiende. En hem bad zij geen kaartje gegeven en haar naam ook niet genoemd, alleen maar gezegd dat zij wegens de schaking kwam. Dus moest deze mevrouw Herbert iets weten omtrent dat, wat ieders ge moed hier zoo levendig bezighield. Men dronk koffie uit kleine Ja- pansche kopjes, en na daarvoor van mevrouw Herbert verlof le hebben ga- kregen, vertelde de baron in korta trekken, wat de jonge vrouw hem

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5