Haarlems Dagblad
Feuilleton
HET ROODE LICHT.
TWEEDE BLAD
Donderdag 17 October 1912
OM ONS HEEN
Ho. 1691
Nabetrachting van den
Gemeenteraad.
Het gaat niet vlug in onzen Raad.
Meer dan een half uur is er gedebat
teerd over een volmaakt onbelang
rijke wijziging in de borgstelling van
den gemeenteontvanger en toen de
voorzitter daarover zijn verwondering
la kennen gaf, meenende, dat de Com
missie van financiën en" de rechts
geleerde Commissie het voorstel
toch hadden bekeken, gingen er pro
testen op van alle kanten: zij hadden
geen van beiden het stuk gezien I Na
tuurlijk werd het voorstel toen aan
gehouden „voor de resumptie", zei
men vergoelijkend. Nu ja!
Volgde een aanvraag van een ton
gouds voor de electrische centrale.
Gewoonlijk gaan deze aanvragen er
door als koek, zoodat Mr. Tjeenk Wil
link wel gelijk had, toen hij een rede
tegen deze aanvraag, aldus begon:
„ik dacht, dat, omdat het een belang
rijk bedrag geldt, het geen usance
was, hierover 't woord te vragen".
Een verholen compliment voor wet
houder Hulswit, die zich inderdaad
ir. 't volle vertrouwen van den Raad
mag verheugen. Bij wijze van dank,
vermoed ik, gaf hij den heer Willink
en ons meteen, een verhandeling over
turbo-aggregaten, draai- en wissel-
Btroomen, waar een ontechnisch
mensch draaierig van werd en dat
Mr. Thiel, als ik het zoo noemen
mag, vertaalde in meer alledaagscho
termen. Per slot was de heer Willink
de eenigc tegenstemmer: kosten de
zes drie kwartier van den kostbaren
tijd.
Derde stuk: bestemming van bel
buis aan de Kruisstraat. Jaren gele
den, toen juffrouw De Haan er nog
woonde, zei menigeen die er langs
kwam: „jammer toch, dat zoo'n huls
bewoond wordt door één oude damel"
Nauwelijks had de gemeente het ge
kocht, of ze maakte het nog jammer-
lijker en liet het hcelemaal leeg
slaan. Er waren namelijk te veel lief
hebbers, die er allen liun stokpaardje
op stal wilden zetten. Als dat een par
ticulier huis-eigenaar overkomt, trekt
de grootste liefhebber er den volgen
den dag al in: bij een gemeente blijft
hei leeg slaan. Dat noemen ze dan ge
meente-exploitatie. Daar kwamen nu
eindelijk B. en W. met een voorstel,
dal bij de meerderheid in den smaak
viel, en, zoo waar, dc lieer Levert
gaf in bedenking, dut maar weer
aan tc houden, om eerst uit te ma
ken, of dc openbare leeszaal cr niet
in gevestigd zal worden, 't Was om
van te schrikkenI Alweer maanden
wachten en dan misschien nog niet
beslissen gelukkig was 'sRaads
meerderheid daar nu toch niet voor,
verwierp het leeszaal-denkbeeld cn
bepaalde dat beneden het gasbedrijf
er lokalen kriigt en boven het houw
en woningtoezicht. Deze oplossing ls
misschien de gelukkigste niet, omdat
het bouw- cn woningtoezicht, let
wel, nu komt tc huizen in oudcrwet-
sche, lage kamers, maar 't is dan ten
minste een oplossing, die deze verve
lende huisquaestie voorloopig van de
Jbaau lielpt.
De gemeente moet nu vooreerst
maar geen huizen meer koopen. Zc
fabriceert winstgevend gas, maakt
goeie electriciteil, levert puik duin
water, maar voor huizen-exploitant
schijnt ze niet te deugen. Booze ton
gen beweren, dat de reden daarvan
is. dat gas, electriciteil en water door
aLderen geproduceerd worden, maar
dat de Raad zelf over zoo'n huis
moet beschikken. Ik ga daarop ver
der niet in, maar heb kassian met
den controleur van de belastingen.
Roman ui1 h c t Duitse h
van Anny v. Panhuys.
23)
Zij ging zitten, zette haar hoed af
en trok haar martel uit Gelukkig, dat
ik geen medepassagiers neo. uue.n zij
bij zichzelf, nu kan ik meteen mijn
ioilet in orde brengen. Zij haaldo ©en
zakspiegeltje en een kam te voorschijn
en met beuulp van een siaaljc pöniu-
de liet zij het haar na er.kele minuten
zoo stijf tege.-. het heefd kleven, dat
zij dadelijk weer op juffrouw Martha
Schulz geleek. Met, een paar energieke
slagen kreeg de slappe hoed een ge
heel veranderden verin cn werd toen
door de mooie, kleine handjes zoo on-
voordeelig mogelijk opgezet. Nu kwam
de mantel aan de beurt. Ook hij on
derging een verandering. D© geheele
mantel kon omgekeerd worden en
zag er nu leelïjk en goedkoop uit.
Even voor Berlijn trok de detective
den mantel aar. en zag er nu zoo wei
nig aantrekkelijk en leelijk uit, als
juffrouw Martha Schulz, dc macliine-
Dle werd aanvankelijk geborgen in de
oude jassenkamer van 't Stadhuis,
eer. soort van kajuitje, dat veel te
klein was; vervolgens wees men hem
kamers aan in het Huis-aan-de-Kruis-
straat, die veel te groot zijn en nu
moet hij het veld ruimen voor de
lichtfabrieken, als de stief-ambtenaar
der gemeente.
Tusschen al deze discussies door
was de Raad buitengewoon onrustig.
Vroeg er iemand het woord, dan
scheen dat een sein te wezen voor
drie of vier anderen, om onderling
een beschouwing op touw te zetten.
„Stil nou es!" werd er geroepen. De
vergadering leek ïn zoover op een
mannenzangvereeiiiging, dat er tel
kens solo's ten beste gegeven werden
met bromstemmen. Do galgenhumor
uitte zich op een oogenblik" aldus:
„laten we er den volgenden keer nog
eens over kletsen!" "t Was merkwaar
dig, maar niet mooi.
Zoo trok de Raad op het voornaam
ste onderwerp van den middag aan,
de wijziging in de verordening op de
inkomstenbelasting. B. cn W. stelden
voor, uitvoering tc geven aan het in
beginsel genomen algemeen besluit,
om eigen aangifte in te voeren.
Mr. Van Styrum beklaagde zich er
over dat op die manier een heele pha
se van de geschiedenis overgespron
gen werd, namelijk de nadere behan
deling van een voorstel van Mr. Thiol,
waarbij behoorde een door hem, Jhr.
Van Styrum, ingediend amendement.
Iloor eens, zei de heer Thiel, ik wil
wel verplichte aangifte, maar al die
vragen, die B. en W. nu voorstellen
om den belastingplichtige te doen, be
vallen me tocli niet.
Ik wil wel eens verklaren, aldus de
heer Schreuders, dat de Commissie
van financiën deze bepalingen niet
ontworpen heeft.
De heer Krelagc vroeg hel woord:
hij was bepaaldelijk als de vader van
het gesplitste systeem aangewezen,
maar bleek een afkeer te hebben van
zijn eigen kind, daar hij zelfs een te
genstander verklaarde te zijn van 't
beginsel van eigen aangifte.
Men vraagt naar 't slot van dit dra
ma, Welnu, het voorstel van B. en W.
sneuvelde, met één stem voor, die van
den hoer Kruseman, al de andere
wethouders namen, met den Raad,
het amendement-Van Styrum aan.
En wij, niet-ingewijden mogen ons
verdiepen in de vraag, hoe een voor
stel in de kamer van B. en W. ooit
een meerderheid heeft kunnen krij
gen, wanneer alleen de B. er vóór is
geweest.
De belastingbetaler evenwel wete,
dal hij nu do reeks van vragen, die..,
Dr. Kruseman hem wou laten beant
woorden, niet onder de oogen krijgt,
llij kan, naar keuze, voortaan het
bedrag van zijn inkomen opgeven of
do klasse, waarin hij behoort, maar
een van beide moet hij doen.
Ik lieb van mijn leven wel eens een
verhaal gelezen, waarin stukken ont
braken. Hoe het afliep wist ik pre
cies, want het slot was nog heel, maar
hoe dat allemaal zoo kwam, heb ik
nooit recht begrepen; een dergelijke
gewaarwording is Woensdagmiddag
bij dit debat over mij gekomen.
We hadden zoo'n beetje gegras
duind in de agenda, als gevolg waar
van verschillende punten buiten be
handeling bleven. Er was trouwens
ook geen tijd meer om alles af te doen
cn zoo is de quaestie van de forensen
belasting der Ilaarlemsche werklie
den, weer aangehouden. Onder de
benoemingen was de samenstelling
van twee commissies, die voor de ver
kiezing van de Kamer van Koophan
del en voor het onderzoek naar het
vraagstuk der verplichte, wettelijke
winkelsluiting. De eerste is vervelend,
maar duurt kort de heeren Van de
Kamp en Visser zijn er met ettelijke
uren wachtens op kiezers die niet ko
men, ai de tweede is interessanter,
maar duurt langer. Het zal blijken,
dat een stelselmatig, volledig over
zicht vau de quaestie liechvat arbeid
vordert en dit te meer, omdat de
commissie uit voor- en tegenstanders
bestaat. De heer Weijland bijvoor
beeld, is een voorstander, de heer
schrijfster van den heer Casïruir v.
Richarski.
Nauwelijks stoomde de trein liet
Rerlijusche station binnen, of Martha
Schulz sprong haastig uit de coupé,
nam een rijtuig e.i liet zich naar de
Oranjeburger Poort rijden. Vandaar
liep zij vlug de Elsasserstraat langs
en eenige minuten na half vier stond
zij al voor de deur van het kantoor
der Agentuur. Steeds tot hulp bereid.
Richarski was er nog niet, en daarom
bleef zij wachten. Plotseling klonken
er schreden achter haar, en kwam
iemand de trap op. Een lange gestalte
kwam te voorschijn, een hoekig, als
uit bont gesnedeu gezicht bcog zich
plotseling tot haar neer.
Is mijn vriend Richarski nog niet
op zijn kantoor? klonk het na een
vluchtige begroeting aan het oor ier
wachtende.
Martha Schulz sloeg niet eens de
wimpers op. Beleefd beantwoordde zij
den groet en zei toen met deemoedige
stein: Neen, ik wacht op mijnheer
den chef.
Nu, dan zullen wij samen wat
wachten, lachte de ander en -zi.in groo-
te tanden kwamen te voorschijn, ik
heb al zoo dikwijls verlangd wat met
u te praten, klein, bescheiden meisje,
dat je bent.
Martha Schulz gaf geen antwoord.
Ge bevalt mij goed, ik weet eigen
lijk niet recht waarom, maar het is
Elffers moet een tegenstander zijn.
Zonderling is het, dat de Raad in deze
Commissie geen enkelen wethouder
heeft benoemd.
Bij den aanvang van de vergade
ring had het onze aandacht getrok
ken, dat er geen woord was gc-zegd
over de benoeming van den nieuwen
burgemeester. De heer Elffers vroeg
bij de rondvraag naar het tijdstip
van indiensttreding, maar de voorzit
ter antwoordde, dat daarvan officieel
niets bekend was.
De Ilaarlemsche bladen hebben be
richt, dat de benoeming 12 November
ingaat en nu weten die zeer goed, dat
zij niet officieel zijn (ze zouden het
niet eens graag willen wezen)maar
do Nederlandsche Staatscourant is
dan toch wel officiéél, zou ik meenen.
Of ook d i e niet? Dan hoop ik tocli,
dat het officiëele bericht van de be
noeming uit Den Haag de heeren van
't Stadhuis spoedig bereikc-n zal.
't Staal zoo rnal, als je van dingen,
die iedereen weet, zeggen moet: „Er
is mij (officieel) niets van bekend 1"
J. C. P.
Van önzen Re!zendsn
Roda stoia s*
UIT IIET LAND DER DUISTERNIS.
I.
'k Ben naar Heerlen gespoord, met
het plan om uit het land der duister
nis, honderde meters namelijk onder
den grond, eenige indrukken mee te
nemen.
Welwillend had de directie van bet
jonge Staats-mijnbedrijf me de toe
stemming verleend, om in de donkere
diepten van de mijn Wilhelmina af te
dalen.
Behalve die mijn, bezit de Staat in
't Limburgsche rnijndistrict de mijnen
Emma en Hendrik De laatste is nog
in de begin-stadia. Dat wil zeggen
men is bezig, den grond te doen
bevriezen In een kring worden een
aantal boorgaten gemaakt, en daarin
een oplossing gegoten van chloorcal-
cïum, afgekoeld tot een temperatuur
van 27 gr. Zoo wordt de laag bevro
ren, en aldus geprepareerd voor het
aanleggen van de mijn.
De mijn Wilhelmina is al sinds vijf
jaar in volle actie. En het is een reus
achtig bedrijf, dat daar in 't kleine
plaatske Terwinselen zich ontwikkeld
heeft, en dat nog in omvang toe
neemt.
M'n eersten indruk van „de Wilhel
mina" (van het bovengrondsche ge
deelte, namelijk) heb 'k 's morgens
vroeg opgedaan, zittend in den klei
nen dogcar, waarin ik van Heerlen
naar Terwinselen gehobbeld was, over
méér dan slechte wegen. Langs een
soort binnenpad, voorzien van ialloo-
ze ongemotiveerde kuilen en hobbels,
schokte 'lc tei slotte op een complex
van groote fabrieksgebouwen af. Er
omheen, in verspreide groepen in het
heuvelige land, zag 'k de mijnwerkers
woningen de „colonie" zooals ze
hier met 'n Fransch accent zeggen. In
de „colonic" liggen ook de woningen
van den ingei ieur en z'n adjunct, van
de opzichters en de verdere ambte
naren.
Beneden, aan den voet van een enor-
men zwarten steer.en-heuvel, zag ik
een kolentrein wegrollen. En héél
dichtbij lelcen de gebouwen en schoor-
steenen van ds naburige mijn Oranje
Nassau II, die aan een maatschappij
toebehoort. Die maatschappij exploi
teert ook dc Oranje Nassau I, die in
Heerlen ligt. En dan behooren de mij
nen Laura cn Vereeniging b.v. ook
aan maatschappijen, terwijl de oud
ste van het district, de Domaniale
rnijn, den Staat toebehoort, maar al
langen tijd verpacht is aan de spoor-
w egm aa t sc hap p ij Ak en—M aast richt.
die haar spoorweg al lang niet meer
heeft, en zich tot de mijn bepaalt
De Staat heeft verder in het district
nog een uitgestrekt veld voor moge
lijke latere exploitatie beschikbaar,
Eu er zullen nog eenwen mee gemoeid
zijn vóór de kolen van het Limburg
sche Stuatsmijnveld zijn uitgeput...
Laat ik aan dii nim-of-meer-droge
inleidinkje, (dai evenwel tot de onver-
mijdelijkiieden behoort) nog toevoe
gen, dai liet concessieveld van de mijn
Wilhelmina 670 hectaren groot is, dat
er zg. „halfvette" kolen gedolven wor
den, waarvan het gasgehalte 10 A 12
pCt. bedraagt, dat het product van
de Staatsmijn Einina gasrijker i3....
en laat ik dan aanvangen met te ver
tellen, in den tegenwoordigen tijd,
van m'n bezoek.
De adjunct-ingenieur van de mijn,
de heer R. G. Veerenbos, is m"n gelei
der onder den grond. En op zijn
izoo. Je bent eeu arm ding, dat zich
waarschijnlijk nooit amuseert, ging
hij voort, en daarbij nog jong, ik
geloof dat je er lang niet onaardig uil
zou zien als men je wat beter aan
kleedde, en als je het haar niet zoo
leelijk opmaakte, grinnikte hij en ver
trouwelijk praatle hij verder. Ik
ben b.v. vast overtuigd, dat je won
dermooie oogen moet nebben, maar je
loopt altijd mc-t neergeslagen wim
pers of zelfs met half gesloten oogen
rond. Kijk mij toch alsjeblieft eens
goed aan," juffertje, ik moet toch wer
kelijk eindelijk eens weten, of je
oogen zoo mooi zijn als ik mij dat
voorstel.
Houd toch op met uw praatjes,
klonk het schuchter en afwijzend van
de lipjien der kleine Martha Schulz en
daarbij keerde zij zich af.
Neen. juffertje, zoo gaat dat niet.
zei de lange man lachend, als ik
zoo iets in mijn hoofd heb, moet het
ook gebeuren.
Maar eer hij er toe kwam verder te
spreken, verscheen Casimir Richars
ki. Deze greep maar even naar den
rand van zijn hoed en haalde den
sleutel van^ijn kantoor te voorschijn.
Nauwelijks in de kamer gekomen,
voegde bij de schrijfster toe:
Waarom is u van morgen zonder
verlof weggebleven?
Ik voelde mij zoo ellendig dat ik
geen kans zag op te staan, bijna fluis-
'zijn advies begin ik, met mczelr In de
keurige directie-kleedkamer in een
mijnwerker te metamorphosceren.
Dat beteekent dat ik m'n kleeding
verwissel voor een scort van vuitbrui-
ne, snit-looze kleedij, die een rood
blauw gestreept boezeroen bedikt e-n
uitstekend aangevuld wordt door m'n
hoofdtooi een ouden pet van niet te
beschrijven kleur en door de vetlee-
ren sigarenkisten, die een mijnwer
ker „m'n schoenen" noemt.
zAls m'n geleider zich in een dergelij
ke dracht gestoken heeft, gaan we
„rnijnwaarts". En komen 't eerst in
een groote. hcoge zaal. Tegen de zol
dering daarvan hangt, dicht aaneen
gesloten. een wonderlijk-bonte verza
meling van jassen en broeken en boe
zeroenen. leder „rcijnwerkers-poli-
tiekje" is vastgemaakt aan 'n lange
ketting, die boven door 'n katrol loopt
en beneden met een hangslot secuur
is vastgemaakt.
Op die manier worden, tegen het dak
van de groote badzaal, nnjnwerkeis-
kleeren-inet-inhcud veilig bewaard.
Ieders boeltje wordt door 'm zelf met
het hangslot verzekerd, en als hij te
rugkomt kan-io dadelijk z'n dnge-
lijkseh costuum omlaag laten komen.
En de zaal is be ver dien met 'n menigte
douches ais reusachtige badkamer in
gericht.
Verder gaai vve op weg naur de
mijn.
En komen langs 't lampen-magazijn,
waar 'k ook een mijn-lamp in ont
vangst neem 't Is er een van het be
kende Davv-systeem, en ieder die om
laag gaat, "is verplicht zich tot het be
zit van deze lichtbron te bepalen.
Want heeft een mijnwerker lucifers bij
zich, dan is er maar één consigne
onmiddellijk ontslag 't Komt dan ook
niet dikwijls voor onder de vijftienhon
derd man, die in de Staatsmijn Wil
helmina werken.
Door schacht nr. 1 dalen vve in de
zwarte onderwereld af. De electrische
lift de „kooi" zeggen ze hier
schiet met een snelheid van 6 M. per
seconde omlaag. Binnen 'n halve mi
nuut stopt-ie al, met "n schokje, aan
het laadstatïon van de eerste laag, op
162 meier diepte, 't Is daar, waar vve
uitstappen, helder verlicht door de
electrische lampen van het station.
En uit een der breede, be-metselde
„steengangen" die or op uitmonden,
komt juist een kolenlreintje aan-deu-
deren. 'n Kleiri 10-paards „Monta-
nia"-locomotiefje, gestuwd door een
lienpaards-benzinemotor, trekt ecu
goede twintig wagentjes waarin het
„zwarte goud" glinstert. Straks zaï
't eerste deel naar boven schieten, in
de lift, die voor kolenvervoer een 12
M.-snelheid per seconde ontwikkelt.
We wachten er niet op. 'k Volg den
ingenieur, een ruime, verlichte steen
gang in, en vang mijn drie-urigen
tocht door de mijn aan.
Hier, in de buurt van de laadplaats,
is het koud. Een kille luchtstroom
zuigt langs ons heen. We zijn hier in
dei. „trek" van de luchtverversching.
Schacht 1 is de "intrekkende", en
schacht 2, waaraan de ventilator
zuigt, dient als uitlaat voor dc vuile
luchtsli'oomcn. In de mijngangen is
dit systeem van luchlver-versching
technisch mogelijk gemaakt door
luchtsluizen, zware deuren, die op
verschillende punten zijn aange
bracht. En de atmosfeer is dan ook
bijna overal goed. Als 'k dit opmerk,
en eruit concludeer dat de mijnwer
kers toch niet onder zulke schrikke
lijk slechte omstandigheden leven,
voegt de ingenieur er aan toe, dat de
menschen in verhouding tot hun werk
tijd hooge loonen hebben. De staats
mijnen werken met het drieploegen-
stelsel; om tien. uur 's avonds, om
zes uur 's morgens en om twee uur
's middags wordt er gewisseld,
'n Mijnwerker, die 's morgens vroeg
begint, is dus 's middags vrij. En
dan zijn er velen, die een normaal
loon van ƒ2.90 per dag hebben en
daar nog Ti 30 extra-verdienste bij
maken I
Uit dc steengangen, die 't uitgangs
punt van den mijnaanleg vormen, ko
men we nu in de gestutte gangen, en
in de duisternis. De mijnlampen go-
ven een spaarzaam lichtschijnsel, en
de gang is hier niet zoo ruim en
hoog meer. We gaan steeds tusschen
de rails van den kolen-spoorweg,
want naast de zware dennenhouten
stutpalen is de gang op veel plaatsen
nat. De zwaarbeslagen schoenen klot
sen daar door 't water.
Als vve in stevigen pas voorlgaan,
komt plots uit de duistere verte 'n ge-
rommel ons tegemoet, en even later
verschijnt door een bocht van de
gang 't kophcht van eeu kolentrein.
Vlug spring je opzij, drukt je tegen
den wand aan, en de reeks wagens
rolt vlak langs je heen naar de laad
plaats.
Onder 't verder voortgaan inter
view ik m'n geleider, die vertelt dal
oi langs al 't rollend materieel moest
slopgezel worden, bij 't bezoek van de
Ministers. Begrijpelijk! 't Ware dan
toch ook moeilijk overeen te stemmen
geweest met de waardigheid en 't de
corum, evenmin mat den leeftijd der
terend klonk het antwoord van Mar
tha Schulz ,en ik had niemand die u
een boodschap kon brengen, tante
had geen tijd, mijnheer Richarski.
Goed, voor ditmaal zal ik het nog
laten passeeren. bromde hij, uls het
weer voorkomt, is u ontslagen, ik kan
geen zieke menseheu gebruiken.
Martha Schulz sloop naar lmar
plaats en spoedig tikte de schrijfma
chine.
Je hebt mij besteld, om de rest
van mijn geld m ontvangst te nemen,
begon Willmana ongegeneerd en
maakte het zich op de sofa gemakke
lijk
Ja, ik heb het meegenomen hier,
en Richarski nam uit zijn portefeuil
le een pakje bankbiljetten, kijk het
alsjeblieft even na.
Willman liet behagelijk de oude
bankbiljetten door zijn vingers glij
den en meesmuilde: In orde, vriend.
Over een paar dagen kom ik je vaar
wel zeggen, ik heb heimwee naar Hon
garije. Als jo er overigens voor liet
werk van heden nnclit een lapje bijge
legd hadt, zou dat heel behoorlijk van
je geweest zijn, voegde hij er aan toe.
Houd toch op met je domine op
merkingen, antwoordde Casimir Ri
charski boos, bet is mij zwaar ge
noeg gevallen, dit bij elkaar te krij
gen. Hij sprak op zorgeloozen toon.
Do tegenwoordigheid van de bleeke
schrijfster scheen hem in 't minst
J zes Excellenties, dat zij zich op *n
rijtje tegen een kolen-wand zouden
1 plakken, of op 't sein „sauve qui
peut" zich inpersen tusschen de wa
gens van een slilstaanden kolentrein,
om een aanrollendcn te vermijden
Keer op keer moeten vve opzij voor
'n nieuwe gevulde wagen-reeks, en
dit, meer nog dan het cijfer der kolen-
productie van de mijn duizend ton
dagelijks geeft me 'n sterken Bi
jdruk van den omvang van dit be-
drijf, dal kolen levert niet alleen aan
ons land, maar ook naar Frankrijk,
Duitschlaad cn Belgic zijn product
uitvoert.
Telkens ontmoeten wc mijnwer
kers. Allen Nederlanders, en de mees
ten pooligc boys, mei flinkgespicrde
armen. Limburgers zijn cr veel bij,
n r ook Friezen en Groningers, cn
Hollanders. In verband met de be
palingen van het pensioenfonds, wor
den sinds eenigen tijd geen menschen
ouder dau 40 jaar meer als nieuw
werkman aangenomen. En dus is 't
aantal ouvvetjes in de mijn gering. Ze
vormen een sloor volk, die menschen
\ar. de zwarte onderwereld. En tel
kens als vve cr weer cén of meer te
genkomen. klinkt het „Gluck auf"
van weerszijden.
1 De Iradilioneele mijnwerkersgroet!
Dc groet, waarin iets bekoren ds i3,
waarin iets ligt van het mystieke dat
deze duisternis hoeft cn waarin je
voelt de aanwezigheid van het ge-
j vaarhet gevaar dat ondanks aile
voorzorgen toch altijd de werkers
van de zwarte diepten bedreigt
Gltick aufl bromt daar een
zware stem, mot 'n vreemde klank en
nadruk op 't laatste woord, die 'k
poog ook in mijn wedergroet to leg
gen, maar die ik voel dat cr niet m
Cluck aufl En ik denk aan
Heijermans' tooneelsluk. Zooals ik
daarin de groep in de mijn heb ge
zien, zoo als een vreemde fantasti
sche schilderij, zoo zie ik nu do wer
kelijkheid. Want als vve door 'n bocht
van een lage galerij gaan, waar-je
voórovergobukt moet loopen, stuiten
vve plots op ceri vijftal, die daar in
eeu kring bijeen zitten. In 'i schijnsel
hunner mijnlampen zijn ze bijeenge-
hurkt, cn 't licht doet zien do grove,
zwartvuile gezichten, waarin 't wit
der oogpupillen zoo vreemd-duidelijk
naar voren treedt.
Dc ingenieur vraagt hun iets, en
eei, paar antwoorden. Langzaam en
zwaar spreken zo. met 'n sterken
Limburgschon tongval. Even tevoren
hebben ze op hun „post" door bus-
kruit-ontploffing een nieuw gedeelte
in de steenkolen losgemaakt, en nu
moet er gewacht worden tot de damp
is weggetrokken, om aan 't verder-Jos-
houwen te kunnen gaan. En die korte
vrije tijd wordt benut om te gaan
schaften daarom zit hier de iiiees-
terhouvver van de post met zijn
mannen bijeen.
Van de „post'U Zoo heeten na
melijk die punten in de mijn, waar
een ploeg aan 't werk is. Er zijn 'r
een honderd ongeveer. En ik heb een
lax gen tocht gemaakt naar een dier
posten. Er zijn daar in 't ondcraard-
sehe flinke wandelingen te maken!
en de bodemgesteldheid is nu niet be
paald in overeenstemming met een
asphaltslruat. Steenen en allerlei on
effenheden, waterplassen, luchtdeu-
reu en luchtzeilen (die 't zelfde doel
hebben) belommeren 't snelle voort
gaan. En dan zijn dc tusschengalerlj-
en soms zoo laag, dat je bijna op
hai den en voeten moet loopen. Op
sommige plaatsen zijn er „kappen"
(dwarsbalken over de stutten) ge
broken, en de ingenieur merkt 't da
delijk op. Hier moet voorzien wor
den I
'n Eind verder is de gang over een
gedeelte verzakt. Daarna zijn er weer
vrij steile hellingen te beklimmen or
af te dalen.
De schijnbare onregelmatigheid
van den mijnaanleg staat in verband
met de z g. „storingen" in den ko-
lenlaag, die een volkomen metho
disch werken zeer belemmeren, en
die in dit mijn veld heel talrijk zijn.
Die storingen bestaan eenvoudig uit
plaatselijke af- en opschuivingen in
den laag, en, zooals dc ingenieur me
uiteenzette, is het concessieveld van
de „Wilhelmina" op zichzelf als een
wig, die is afgezonken langs twee af
schuivingen tusschen de aangrenzen
de concessievelden.
De mijn is wat haar bewerking
aai gaat, gesplitst in vijf afdeelingcu,
die ieder onder een opzichter staan,
die weer twee hulpopzichters onder
zich heeft. En de afdeelingsopzichters
hebben als directe chefs de twee
„Fahrsteiger" (wéér iets voor liet
Nederlamlsch Verbond!). Die Fahr
steiger zijn in den middag- en
nachtdienst do chefs van de mijn
Zoo vertelt me heel rustigjes «Ie in
genieur, terwijl ik bij 't licht van m'n
mijnlamp sta te nolecren. En hij
praat verder over de loonregeling,
waarbij 'n actoord tusschen werkne
mer en werkgever wordt gemaakt,
terwijl gedeeltelijk tijd-, gedeeltelijk
taakloon wordt berekendWe staan
voor 'n zware deur, dio in koeienlet-'
niet te hinderen.
Voordat ik echter Duitschland
verlaat, heb ik neg een hartewenscli,
lachte Willmanru
De overvloed \an geld stemde hem
vroolijk, hij had immers lang genoeg
in do wereld naar Richarski rondge
keken, om in het bezit van dit geld te
komen.
En wat is dat voor een wensch,
vroeg Richarski onverschillig en snuf
felde tusschen eenige papieren.
—Ik wou, veerdat ik vertrek, zoo
graag weten hou de oogen van juf
frouw Schulz ei uitzien, klonk het
lachend uit dep hoek van de sofa.
Begin je weei met je nonsens?
Richarski maakte ©en gebaar van
afwering, wannee je daaraan ech
ter zooteel gelegen is, \erzoek dan de
juf ff rouw je eens goed aan te kijken,
maar wat ee i onzinnig idéé, hoe komt
het in je op?
Ik heb het de juffrouw zoneven
in den gang al gevraagd, maar zij is
er niet toe te bewegen geweest,
U wil zich over mij vroolijk ma
ken, mijnheer Willmaim, klonk het
van den kant de. schrijfmachine,
omdat ik ©en arm, leelijk meisje ben,
en omdat ik de gewoonte heb mijn
oogen neer te slaan, maar als u het
dan bepaald wil!
Zij draaide zich op haar stoel om en
keek Willmann vlak in 't gezicht,
toen keerde zij zich dadelijk weer af,
ters het opschrift „.Dynamiet" draagt.
En als 'k xnet m'n lamp even het drei
gende woord belicht, valt 't me foei»
op hoe ver 't repcrlerboekje en het
potlood je kunnen voeren.... zelfs ioi
een paar hoi derd meter onder den be-
ganen grond, en in de dnmiddeliijko
nabijheid van duizenden kilo's dyna
miet....
lederen morgen, vertelt de heef
Vec-rienbos, wordt hier ender de men-'
schen van verschillende posten de
springstof roi dgcdceld, die ze bij de
uitvoering van hun werk noodig heb
ben. Alleen de hoofdopzichter, die dal
doet, heeft don sleutel van deze deur.
Ongelukken bij de ontploffingen, ern
stige tenminste, komen hier gelukkig
zelden voor. Do rnijn Emma heeft net
in don laaisten tij 1 slechter getroffen!
Van de dynamiet-bergplaats gaan
we naar een veiliger afdeeling: de
paardenstal. Daar staan eenige mij: -
rossinanten genoegelijk haver te sa-
vourecreii. Ze heb beu het hier nog zoc
slecht niet. Weliswaar zien ze nonii
het daglicht, maar ze worden goed
verzorgd, de acht beestjestvan de Wil
helmina. Vijf zijn er in deze verdie
ping van de mijn, drie in de onderste
verdieping 253 M. ondc-r den grond!
Juist hebben we 'n kijkje genomen
in de locornctieven-loods, en beklim
men een lage. bellende galerij, sis
plots uit de duisternis van boven een
geladen kolenwagen op ons aan komt
rollen. En daarachter doemt een zw a
re Limburger op, die niet vroolijk kijkt
als hij den ingenieur ziet. Laat jij
die wagen nou wee- los van 'n helling
rollen, jong? Je weet dat "t niet mag.
Nee je weet het best! En laat me
nou dien wagen 'es zien?... Slecht ge
vuld! gaten liier en gaten daar!
Wou jij die zoo afle\erenï Daar staat
boete op, jong!"
Do mijnwerker trekt 'n gezicht als
een bestrafte kleine jongen. Maar
plots lieeft-ie zijn besluit genomen, en
z'n zware basstem bromt, dal-ie dan
nog wél 'es zal bijvullen, 1 verbete
ren
Goed doe dat dan! zegt do
ingenieur. En legen mij, als de Lim
burger weer moeizaam z'n kolen-
vraent tegen de helling opduwt: „Dat
spaart 'm twee kwartjes uit!"
Dan gaan we de laadplaats opzoe
ken, oiu naar de lagere verdieping,
die op 253 M. ondergronds, af te da
len.
ROBERT P.
Binnenland
DE PRINS
die Zaterdagavond naar Duitschland
vertrekt, wordt tegen 1 Novemoer uit
hut buitenland in de residentie terug
verwacht.
DR. KUYPER-SCHOOL.
Woensdagmiddag is in de Baan te
Rotterdam de eerste steen gelegd voor
de nieuwe bijzonder©: school van de
vereeniging tot stichting en instand
houding van scholen voor gerefor
meerd lager onderwijs in het centrum
t© Rotterdam.
Deze eerste steenlegging had bij
zondere beteekenis, doordat de mi
nister van staat, dr. A. Kuyper, naar
wien de nieuwe school zal worden ga
noemd, de plechtigheid verrichtte.
RIJKSMIDDELEN.
De maand September is een slechte
maand geweest voor de Rijks Schat
kist, daar de verschilende middelen
ruim 1.158 rnillioen minder opbrach
ten dan in 1912, hoofdzakelijk ver
oorzaakt door achterstand bij het suc
cessierecht, den suikeraecijns en de
directe belastingen.
Over de 9 maanden is de voor
sprong op 1912 nu nog maar 3.795
rnillioen.
Daar over 9 gqrniddeide maanden
gerekend is op een bedrag van 136 8/1
rnillioen, was er op 1 October nog oen
achterstand van ruim 2 1/4 rnillioen,
wc-lke in de 3 laatsie maanden moei
worden ingehaald.
HET ORANJEKRUIS.
In de Luthersche Diacor.essen-irt-
richting werd Woensdagmiddag on
der voorzitterschap van den Prins
een vergadering gehouden van den
Koninklijken nationalen bond voor
reddingswezen en eerste hulp bij on
gelukken „Het Oranje-Kruis".
De Prins had te voren met den bur
gemeester van Amsterdam in hel
Amstel-hotel geluncht.
TRAMONGELUK.
Een jongentje, dat Maandag fe
Utrecht door de Zeister tram was
aangereden, is aan de gevolgen over
leden.
609 GESTOLEN.
Van den hoer A. F. M. D., uii Eind
hoven, is in hotel Coomans aan de
Hoofdsteeg te Rotterdam een. bedrag
van ƒ600 aan bankpapier gestolen,
zou meldt de „N. R. Ci.".
Richarski bad heelemaa! niet op het
kleine tooneel gelei, hij was geheel
verdiept in zijn papieren. De lachen
de trek was plotseling van het gelaat
van den voormaligen kamerdienaar
verdwenen.
Zulke oogen, zulke merkwaardige
goudbruine oogen bezat dat eenvou
dige persoontje. Ja, zoo had hij zich
haar oogen voorgesteld, en indertijd
die dame in dien winkel, waai- hij
nieuwe kleeren aanschafte, had ook
zulke oogen gehad en toen had hij da
delijk gedacht, zulke oogen moet Mar
tha Schulz hebben. Zonderling, dal
het nu werkelijk zoo uitkwam.
Minuten lang heerschte volkomen
stiite op het bureau men hoorde niéts
dan het regelmatig tikken van do
schrijfmachine. Plotseling klonk de
bel Richarski deed zeif open en staar
de Mevr. Jadwiga Ruppen, die als een
razende binnenstormde, sprake! os
aan. Een stortvloed van Pooische
woorden werd over Richarski uilgego
ten, dien tevergeefs zijn best deed dien
vloed te stuiten Hij moest er zich wol
bij neerleggen toe ie luistereu.
Eindelijs gelukt© het hem de mooU
vrouw, die nu een ware feeks geleek,
in de rede te vallen.
Wat is er dan toch gebeurd, Jad-
wiga, ik hoor niets, dan woorden zon»
der beteekeniö en begrijp er totaal
niets van. Wat praat je toch voortdu
rend ©ver je dochter, zij heeft immers