RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD Het helsche werktuig. De jongen, wiens weelderige lokken evenzeer glonmer; als zijn jas (de eerste van de pomale, de laatste van 't gebruik), richtte zich hoog op, en met een vlaag van kracht en energie, die men den joegen niet zou heb ben toevertrouwd, riep hij r „Me neer de redacteur, u hebt in de Hol- landsche literatuur een gat geslagen, dat niet weder te dichten is. U hebt den ©enigen, waren, levenden dichter, waartoe mij al m'n tantes en nichten' uitgeroepen hebben, de deur gewezen, en den weg naar den eeuwigen roem versperd... Dat is een treurige ver dienste, meneer de redacteur I U hebt mijn gedichten terug gegeven, terug-! gegeven. O, die verrukkelijke ge dichten 1" En vóórdat de reütecteur 't had kun nen verhinderen, begon hij er een te citeeren. Daarna hield hij op, om de werking van zijn verzen op den redacteur af te wachten. Deze echter liet zich niet meer in zijn rust storen, en belde om den redactiekr.echt. Frans Momps zoo heette de ver smade dichter haalde nu diep adem om de 2de strofe van het vers van stapel te laten loopen toen de redac- lieknecht in de deur verscheen,... Te genover diens herculische gestalte leek 't hem toen méér geraden, te ver trekken. Maar nog in de deur riep hij met dreigend gebaar Aan dezeu dag van uw schande zult u nog terugdenken Toen snelde hij, als door heidenen nagezeten, de straat op. Redacteur Schrijfman zat den vol genden dag weer in zijn manuscripten verdiept. Hij had 't, hoewel zich bui ten de Maartzor. maar zeer schuchter vertoonde, warm bij het werk gekre gen. Maar... 'dat hoorde nu eenmaal bij 't ambt. Een geneesheer, een gees telijke en een courantier, weten zich het bevriezen, het transpireeren, het hongerig- en het dorstig-zijn van tijd tot tijd af te wennen. Vraagt een ahon- né op een krant er naar, of de verslag gever van het blad z'n lunch al wel rustig heeft kunnei genieten, als hij er telefonisch afgeroepen wordt, om een uitvoerig bericht over een moord zaak op te nemen Daarnaar vraagt geen lezer ,als hij maar zelf bij zijn kopje thee na het middagmaal alle dé tails in zijn krant te lezen krijgt. Maar Schrijfman nu was met een interessante geschiedenis bezig. In de laatste dagen zouden in Parijs hom men en een helsche machine opge spoord zijn, gelukkig nog vóór ze ont ploft waren en de ijverige journalist verdiepte zich nu in vermoedens en verklaringen over de vermoedelijke daders en hun bedoelingen, toen de postbode binnenkwam, en een pakket afgaf, 'dat zorgvuldig in papier was gewikkeld en met touw vastgebon den... De zijwanden vertoonden eenige gaten. Wat zou dat zijn, hm Plotseling werd Schri.ifman krijt wit. I J ij had 't pakket tegen het oor gehouden, en een gedruiseli gehoord als van een uurwerk. Het zal toch niet een bom zijn, die op een bepoald uur springt dacht hij, en reeds riep hij zijn collega uit het vertrek naast 't zijne. Deze, de po litieke redacteur, aan nauwlettenden arbeid gewend, onderzocht het pak ket, echter zonder de touwen er van los te, maken. Zóó ver ging zijn nauw gezetheid niet, en daarna vroeg hij aan Schrijfman Hebt u vijanden Niet dat ik weet. Misschien een beleedigd medewer ker, die zich gekwetst gevoelt, omdat zijn bijdragen niet zijn opgenomen Een beleedigd medewerker Daar vielen Schrijfman de schellen van zijn oogen. Ja... warempel.... de gekke dich ter van gisteren 1 En daarop vertelde hij zijn weder varen aan zijn mede-redacteur.... Middelerwijl was 't heele redactie- personeel bijeen gekomen. Nog een maal luisterden alle heeren aan het bewuste pakketen daarop werd de politie getelefoneerd. Deze raadde, om te beginnen, onder water zetten van 't instrument aan. Dit geschiedde. Potten, pannen, flesschen, kannen alle werden on der de waterleiding gevuld, en over 't pakje heen leeg gegoten. Reeds begor.ner de stoelen in 't ver trek te drijven. en beklaagden de be nedenburen zich over de overstroo ming, toen de politie zelve voor 't ge val aanrukte. Met de grootste behoedzaamheid be gon nu een orderzoek, en na 'n lcwr- tier waagde een der gerechtsdienaren 't zijn oor aan 't pakket te leggen. Ik hoor niets meer, zei hij. 't Uurwerk schijnt afgeloopen te zijn. Daarop zette hij zijn werk voort, opende de doos.. De spanning was nu op 't hoogst, en da vrouwelijke repor ter hield reeds de ooren toe maar in plaats van het verwachte onweer, brak van andere zijde de hom los. Meneer, wat zijn dat voor grappen! bulderde de politie-chef. En op dat gedenkwaardige oogen- blik haalde hij een verdronken meike ver uit de doos, met een briefje van de mede-redactrice, waarin zij den collega's „de eerste lentebode" aan bood! Of deze mede-redactrice voor haar attendteheid een darbrief ontvangen heeft ,dan wel of ze op een dag door de wraaklustige redactie heimelijk vermoord was, meldt de geschiedenis niet. (Centr.) Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezer.. De namen der kin deren, die mij vóór Donderdagmorgen goede oplossingen zenden, worden in Het volgend nummer hekend gemaakt.) IEDERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OPLOSSERS EEN BOEK IN PRACHTBAND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd in verband met het aantal oplossin gen en op de netheid van het werk. 1. (Ingezonden door Willem Spoor.) Met K ben ik een naam. Met B trek ik mijn wenkbrauwen naar elkaar. Met R ziet ieder mij graag. 2. (Ingezonden door Jacobus Essel- tnan): Twee en dertig broeders wonen, In een holgewelfde kluis. Zestien wonen er beneden. Zestien hoven in het huis. Schoon geboren om te moorden, Doen z'elkar.der zelden leed Vrucht van onderlinge schikking, Die aan elk zijn rechten meet. Maar verloren, wat den ingang Van de moordspelonk genaakt, 't Wordt gegrepen als door tijgers, Die de honger razend maakt, 't Wordt om strijd verplet, vermor zeld. Wreed gekorven en geknot, Stuk gehakt, tot gruis vermalen Door 't vereenigcl beulenrot. 3. (Ingezonden door Jo en Jan Verton.) Ben voorwerp uit de school en een boom, geven samen een stad. 4. (Ingezonden dc-or Zus en Arend v. Lohuizen.) Wat leest go hieruit $2.5.5. 21 23 118 4 5 14 5. (Ingezonden door J. H. M. Spoor.) Ik ben een stad i i Noord-Brabant. Zet mijn 3de letten in de plaats van 'do eerste, en geef mij een nieuwe 3de letter en ge krijgt een provincie van Nederl and. 6. (Ingezonden door W. Spoor.) Men gebruikt mij i 1 den oorlog. Laat de laatste letter weg en ge krijgt een vaartuig. Laat weer de laatste letter weg en ge krijgt een voorwerp uit de huishouding. Laat nog eens de laat ste letter weg en ge krijgt een verkor ten meisjesnaam. 7. (Ingezonden door Aan en Jauke Winkler.) Ik ben een stad in Bulgarije. Ver vang de 3de letter door een andere en ik ben een meisjesnaam. 8. (Ingezonden door Jo en Jan Ver ton.) Eerst een boom en dan iets van een hoorn en ik ben een dorpje in Noord- Holland. 9. (Ingezonden door Truus v. Bilder- beek.) 7,5.6.1 ziet men vaak boven een huis of schip. Een 3.6.5.4 wordt gezongen of gegeten. Een 4 5 7 is een insect Een 7 2 4 is een klein viervoetig ■dier Een 3 5 6 7 is hier een vreemde ling Het geheel is een gebouw* 10. (Ingezonden door Cor 'cn Nar.ne Nauta.) 1 2.3.4. 5.6.7.8.9 10 11 12 1 3 Zet voor ieder cijfer een letter, dan krijgt men op léderen regel een woord, dat omgekeerd hetzelfde blijft. En dan kan me zeggen. De 10 1112 schepte de 2 3 4 met een 5.6.7. 8.9. Welke stof, die voor vulling wordt gebruikt is nu 1 3 7 11 13 11. (Ingezonden door Klaas Blauw.) Ik besta uit 12 letters en ben een plaatsje in Groningen. 1 10 9 4 G 7 8 is versterkend voedsel. 1 11 10 is niet leeg. 7.3.7.8. 12.2.4,.3 wordt wel in de koffie gedaan. 10 11 12 5 is slim. 8 3 9 10 is een 'lichaamsdeel. 12. (Ingezonden door Sophia Boon.) Door gouden zonnestralen En droppelen der dauw Geniet ik menigmalen Bij 't geen ik dan aanschouw Zich wieg'lend in een netje Op trappeezen wonderfijn Zit een klein, bloeddorstig wever. Zeg mij, wie kan dat zijn Raadseloplossingen De oplossingen der raadsels van t vorige week zijn 1. Bukarest Budapest. 2. Bommel hommel rommel. 3. Dwina Dina. 4. Schaap schaar. 5. Valencia Valentia. 6. 1 7. IJsbrand. 8. Aardbei Steenkool Texel Rood Akker Kraai Arend Nul ASTRAKAN. 9. Assendelft. 10. Wat gij niet wilt, dat U geschiedt, doe dat ook aan een ander niet.. 11. Lot tol. 12. Gent cent. Goede oplossingen deze week ont vangen van Clasina v. d. Brink 7. Lena Koeleveld 12. Zus en Arend v Lohuizen 11. Jan de Bruijn 12. Cor en Nanne Nauta 12. Truus van Bilderbeelc 12. Johannes F. Büissink 8. Klaas Blauw 11. J. Takkenberg 12. Sophietje Kapteijn 10. Willem en Johanna Spoor 12. Abraham Hartendcrp 12 en 8 van de vorige week. Sophïetjé Boon 10. Gor Huijer 11 en 11 van de vorige week. Jan Huijer 11 en 11 van de vorige week. Jan van Hrmert 12. Gonda Veldman 12. J. Andries de Wijs 12. Piet de Veer 9. Klaas Dubbeling 8. Wilhehnina v. d. Haar '7.. Wim Heijl 12. Annie en Betsie Stavenuiter 8. Jo en Jan Verton 10. BEGRAVEN PLAATSEN. (Ingezonden door F. Sterneberg.) 1. Meloenen ziju lekkere vruchten. 2. De agent liep den dief na. 3. Denkt ge, dat die spotternij mij genoegen doet 4. De "dokter heeft een schedelbreuk geconstateerd. 5. De messen zijn zeer scherp van daag. (Ingezonden door Willem en Johanna Spoor.) 6. Hebt ge nu al om melk gevraagd 7 7. De regen viel dagen lang en de stroom zwollet maar eens op, boe groot het gevaar voor overstrooming is S. Loop toch niet zoo hard,- jongen! (Ingezonden door N. Daudcij.) 9. Van al het loopen, kreeg hij bla ren onder aan do voeten. (Ingezonden door Jan Vieseiman.) 1U. Op straat liepen een menigte- agenten. 11. De meester berg onze boekeu in de kast. 12. De visschen zwemmen vroolijk in 't water. BEGRAVEN PLAATSEN, RIVIEREN EN VOGELS. 1. Deventer. 2. Na arden, 3. Assen. 4. Weert 5. Rijn. 6. Maas. 7. Lek. 8. Kneu. 9. Sijs. 10. Merel., 11. Eend. 12. Lijster. Goede antwoorden ontvangen van; N. Daudeij 9. Clasien v. d. Brink 12., Lena Koeleveld 12, Zus en Arend v. Lohuizen 12. Jan de Bruijn 12. Cor en Nanne Nauta 12. Truus v, Bxlderbeek 12. Johannes F, BuissinjS 12.< J. Takkenberg 12. Willem en Johanna Spoor 12. Abraham Harteudorp 12 en 11 v. 'd. vorige week. Sophia Boon 6 Cor Huijer 12 en 10 van 'de vorige week. Jan Huijet 12 en 10 v. d. vorige week. Jan van J-Iemert 12. Gonda Veldman 12. J. Andries de Wijs 12. Klaas Dubbeling 12. Wim Heijl 12. Annie en Betsie Stavenuiter 12. Jo en Jan Verton 12. BERICHT-WEDSTRIJD. Inzendirige-ontvangen van; Lena Koeleveld. Alle opstellen moeten worden inge zonden vóór of op Woensdag 23 Oc tober 1912. DB TWEELING-BROEDERS. Zij geleken op elkaar als twee drup pels water. Nu, vreemd was dat niet, want zij waren tweelingen. Beiden waren forsch gebouwd, beiden hadden krul lend haar en blauwe oogen cn zij wa ren even groot e.i altijd hetzelfde ge kleed. 't Waren eigenlijk alleen Jövgen en Diek zelf, die nooit in de war waren. Moeder en de oude Karen, die hen van het eerste oogenblïk af verzorgden, ja, die wisten het op het gevoel af, maar zelfs vader kon hen dikwijls niet uit elkaar houden. In de stad, waar zij vroeger woon den, gaf het dikwijls aanleiding tot de malste vergissinge.n en de. onderwij zers waren c. nooit zeker van wien zij vóór hadden. Altijd zaten zij in dezelfde klasse. Jörgen was altijd nummer twee cf drie, maar alle leeraren waren het er over eens, dat liij best nummer één zou kunnen zijn. als hij wilde. Dick was ook altijd nummer twee of drie, maar verder ging de gelijke nis niet, ofschoon zij evenveel tijd voor de lessen besteedden. Zij zaten in dezelfde kamer te leeren en zij wa ren altijd tegelijk klaar, maar nie mand wist, dat Jörgen maar een half uur noodig had voor zijn werk en dot hij daarna Dick hielp. Want Dick hield heel veeT van muziek en lessen leeren vond hij een straf. Ieder vrij oogenblik maakte hij muziek, vooral nadat hij een viool van oom Richard had gekregen. Toen was er geen hou den meer aan. Hij wou alleen muziek leeren. Wat had je aan al die geleerd heid uit de boeken! Maar JörgeD hield voet bij stuk en zorgde er voor, dat Dick toch meekwam op school. En nu waren zij verhuisd naar een andere stad. Vader was naar den directeur gegaan om hen aan te ge ven en nu mcesten zij examen doen om te weten in welke klasse zij be hoorden. Jörgen en Dick stolden nu in den gang en wachtten, todat zij binnenge roepen zoudeq worden. Daar werd de deur geopend. Jörgen Krijger! Jörgen streek de vingers door zijn haren, knipoogde tegen Diclc en ver dween. Hij bleef niet heel lang binnen. Vierde klasse! riep hij, terwijl Dick met. een warhopig gezicht, naar binnen ging. Dick bleef heel lang weg. Jörgen liep i.i spanning op en neer. Hij legde zijn oor tegen de deur, maar hij kon niets verstaan. Natuurlijk, zoo was het nu altijd: deuren werden met opzet, zoo gemaakt, dat niemand iets kon hooren. Als Dick er zich nu maar doorhem sloeg! Met de taal zou het wel gaan en voor het rekenen was hij ook niet bang. Maar natuurkunde en geschie denis! Jörgen ging alle zwakke pun ten van Diclc na en het aantal werd huiveringwekkend groot. Vroegen ze hem maar ove" den Punischen oorlog of over dc kruistochten! Maar kreeg hij de opvolging van de Noorsche Ko ningen dan kwam er niets van hem terecht. Stel je nu eens even voor, dat Dick in een andere klasse lcwam! Dan was er geen aardigheid meer aan het hee le schoolgaan. Het angstzweet brak Jörgen uit. Daar kwam Diclc aan met vuurrood© wangen en hangend hoofd. Mis, zei hij. Wat? Derde. 't Is toch niet waar? Jörgen keek hem diep ongelukkig aan. Ze praatten er lang over ze zeiden dat zij weifelden; maar ze vroe gen mij naar de Koningen.. De Noorsche? Neen, de Deensclie, en het was er zoo warm en ik had zoo'n hoofd pijn. Zie je, dat komt nu van je viool, zei Jörgen hoos; maar hij had het pas gezegd, of hij had er berouw over, want Dick zag'er dood ongelukkig uit en het huilen stond hem nader dan liet lachen. Waarom was hij ook het eerst ge gaan, dacht Jörgen. Was Dick de eer ste geweest, dar. had hij wel zóó kun nen antwoorden, dat hij ook in de derde gekomen was. Hè, dat hij daar aan niet gedacht had! Niemand het ontdekt hebben. Maar misschien! Jörgen floot en sloeg de maat met zijn voet ,hjj was opeens best te spre ken. Ga naar huis, Diclc, en leer de Koningen uit je hoofd, totdat het zweet er bij neerioopl, kommandeer de hij; en wanneer ze er thuis naar vragen, zn-j dan maar, dat ze weife len, dan lieg je niet, en dan zal ik in- tusscheu zien het i i orde te maken. En Diclc ging naar huis. Een dogenblik daarna werd er zachtjes aan de deur van de directie kamer geklopt De directeur en de beide leeraren waren er nog. Jörgen' maakte een buiging; zijn wangen waren vuurrood. Zoudt u me nog eens willen exa- minecrcn. Het bet was zoo warm en nu heb ik geen hoofdpijn meer. De directeur keek liem verbaasd aan. Waarom wii je nog eens onder vraagd worden? ik, ik zat altijd met.... met mijn broer in dezelfde klasse. Als het kon werd Jörger nog rooder. De heeren keken niet erg vroolijk en een van hen zag op de klok. Maai de directeur vond die gehechtheid lusschen broers wel aardig; hij glim lachte vriendelijk, een glimlach, waar alle jongens or school voor bezweken. Ja, wat zeggen de heeren? 't Is waar, wij weifelden, en 't is niet meer dan billijk, dat wij hein nog eens on dervragen, nu hij geen hoofdpijn meer heeft. De directeur begon en nu ging het van een leien dakje. Jörgen was van plan geweest niet alle vragen te beantwoorden, maar dat vergat hij heelemaal. De directeu- keek tevreden, schoof ten laatste zijn bril op 't voorhoofd en leunde achterover in zijn stoel. Ja, nu is het heel wat anders; zooals je nu antwoordt hoe denken de heeren er over? Zal ik nog voort gaan? De heeren vonden het onnoodig. Nu, vent, dan zullen we je ook maar in de vierde klasse plaatsen. De directeur lachte vriendelijk en stak hem de hand toe. Duizendmaal dank, stamelde Jör gen, en liet d- hand van den direc teur los, of hij zich brandde. Hij kreeg een onaangenaam gevoel, want eigenlijk had hij den directeur bedrogen. Wa-- hij maar zoo'n brom beer geweest als de directeur van vroeger; maar deze was zoo goed en vriendelijk! Kom, kom, gekheid. In ieder geval was Dick nu in de vierde klasse, maal ais hij nu ook niet zijn best deed, zou het er spannen! Jörgen vloog de kamer binnen met de handen in zijn broekzakken en de mats achter cp het hoofd. Diclc keek op van zijn Koningen. Hij begon te snappen, wat Jörgen liaü gedaan. Vierde! riep Jörgen. Diclc glom va-i pleizier. Hij wou wat zeggen, maar moeder kwam juist binnen en een gevoelige schop onder tafel tegen zijn schenen zei, dat hij zwijgen moest. Alle twee vierde, moeder! Prettig dat je weer hij elkaar blijft, jongens! Wat zal vader er blij om zijn, zei moeder. Kom mee naa; binnen, dan zal ik jullie een paar eiei'lcoeken geven, want we eten vanmiddag laat. U is een lieve moeder, zei Jörgen. Eierkoeken kon hij wel op alle uren van den dag eten. Later vertelde liij aan Dick alles en legde hem het zwijgen op in zijn eigen belang. Je bent slim, zei Dick en drukte, een beetje verlegen, Jörgens hand. Zichtbare bewijzen van teedei-lieid waren tusscher. hen niet gebruikelijk. Maar pas op, dat je nu je best doet, Diclc, zei Jörgen. En Diclc beloofde dat hij zou wer ken, al moest hij er bij neervallen. Een maand lang raakte hij geen viool aan en toen zij met de rapporten thuis kwamen, had Dick alles voL- doende. Zoo mooi had ihj het nog nooit gemaaki. Maar op zekeren avond hadden va der en moeder bezoek. De directeur was or ook en er werd over gespro-; ken, dat liet'jammer was, dat hij zijn viool niet had meegebracht. Dick haalde de zijne en de directeur speel de. Dick zat in een hoekje te luisteren met schitterende oogen, terwijl Jörgen zich zat te vervelen. De directeur vond den toon van de viool mooi en Dick moest ook 'spelen en de directeur prees hem zeer. Van dien dag af was het mis. Diclc speelde, wanneer hij maar even kon, en met 't leeren ging het heel slecht. De directeur speelde immers zelf ook viool! Hoe Jörgen ook bromde en knorde, het gaf niets, en aan 'het eind van de maand .was zijn rapport zoo slecht mogelijk. Toen ontmoette Jörgen op een wan deling den directeur. Wie ben je? Ben je 't zelf of ben je je broer? vroeg de directeur la chend. U meent mijn broer, zei Jörgen, die wist, dat de directeur belang stel de in het vioolspel van Dick. Zoo, dus je broer is de muzikant en dan ben jij Jörgen en lang geen i domme jongen, zei de directeur vrii 'delijk. Jörgen bloesde. De directeur was noon, zoo vrijgevig mei zijn lei. Maar Dick heeft veel aanleg voor de muziek. - Nu, dan is het eerlijk verdeeld,1 en heeft ieder wat, en de directeur keek Jörgen lachend aan. - Maar laten we nu even op deze •bank gaan zitten om eens over je broer te praten. liet zweet brak Jörgen uit. Nu lcwani het. De directeur liad natuur lijk ontdekt, dat liet geen eerlijk spel was geweest. Die nare Dick, die niet beter zijn.best deed, nu kon hij de kas tanjes uit het vuur halen. Vertel me nu eens, zei de direc teur, wat scheelt Dick? De eerste maand ging het vrij goed, maar de twee iaatsie maanden werkt hij slecht. Alle leeraren klagen over hem en zelf ben ilc ook niet over hem tevreden. Hoe komt dat zoo? De viool, antwoordde Jörgen met een verruimd hart, Het was dus niet dat andere! Hij leert heel moeilijk. De viool? zei de directeur. Dan is het voor een deel mijn eigen schuld ant ilc heb zij-, vioolspel aangemoe digd. Maar vroeger speelde hij toch ook wel viool e i toch leerde hij in 't begm goed; zijn c-xamen was best, ten minste den tweeden lceer. Jörgen zat op gloeiende kolen en leeek verlegen naar den grond. Je begrijpt wel, ging de directeur voort, dat het vervelend is voor do school en vooral voor mij, omdat ik hem toeliet. Je bent een verstandige jongen, Jörgen. Kun je je broer niet een beetje helpen? Jörgen schaamde zich de oogen uit het hoofd. Hier zat nu de aardigste en vriendelijkste directeur van de heele wereld, die hem volkomen vertrouwde en die cloor Jörgen zoo bedrogen was. Neen, zoo kon het niet langer! Jörgen kon niet langer zwijgen, hij moest al les vertellen. Hij nam een kloek besluit liet was hem te benauwd geworden hij kuchte en zei zonder er verder over te denken: Diclc is altijd slecht in 't leeren geweest, 't was een streek van mij. De directeu - leeek hem vragend aan hij begreeo e' niets van. Ik deed dien tweeden keer exa men inplaats van Dick, vervolgde Jörgen; Dick zelf wist er niets van, ik vertelde het hem later, haastte hit zich om er bij te zeggen. De directeur antwoordde niet. Jörgen keek voor zich uit en zei niets. Hij gevoelde zich zoo schuldig en toch was hij blij dat het er uit was. Nog zei die diiecteur niets. Wij waren altijd samen geweest en 't is zoo veel gemakkelijker om hem te helpen, wanneer wij in dezelf de klasse zitten zei Jörgen beschaamd als ik hem niet help, leert hij nooit meer, en daarom dacht ik dat., dat... Dat het doel de middelen heiligt, zei de directeur. Zijn stem klonk vriendelijk en hij legde zijn hand op Jörgens schouder. Nu, je bent een mooie knaap om een ouden directeur zoo bij den neus te nemen, maar omdat je het mij eer lijk hebt vertel i en omdat ja, om een heeleboel andere redenen zal ilc genade voor recht laten gelden. Maar op één voorwaarde, Jörgen! Je moet zorgen, dat Dick beter leert. Hoe je dit gedaan zult krijgen, moet je zelf maar weten. De directeur stond op en Jörgen ook; hij greep de hand van den direc teur en stamelde „duizendmanl dank". Hij had op dat oogenblik alles voor den directeur willen doen. Hij had zijn rechterhand wel willen laten ver branden, evenals Mucius Scaevola, wanneer hij daarmee den directeur pleizier zou hebben gedaan! Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kinder-afdeeling moeten gezonden worden aan Mevrouw Venema—v. Doorn, Wagenweg 88, Haarlem). In de bus gooien, zonder aan schellen! WILHELMINA v. d. H. Ik vind het diploma heel mooi, hoor! En je bewaart het zeker erg goed! Wat ben je nu aan 't malcen op die school? en ben je daar den heelen dag? WIM H. Ziele zijn is vervelend, vind je niet! Het kemt altijd onver wacht en juist als je andere plannen gemaakt hebt. Gelukkig, dat hel gauw weer beter was! Meest je op school dadelijk je werk inhalen, of ging dat van zelf wel weer! ANNIE en BETSIE S. Jammer, dat zoo'n verjaardag zoo gauw voor bij is! Kijken jullie nu al weer uit naar Sint-Nicolaas? Of zijn er nog an dere pretjes in 't vooruitzicht? Schiet je al goed op met je inzending"? en wordt het aardig? TRUUS v. B Do nieuwe raadsels zijn goed. Heb je die zelf bedacht? Ja, ik vind het best. dat je dat eens pro beert; hoe lang leer je al Engelsch? en vind je het prettig? WELLY G. Waar zit jij'toch te genwoordig? Toch niet ziek, hoop ik? JOHANNES F. B. Het is best, da je ook met ons mee gaat doen. Ik wed, dat ie er hoe langer hoe meer kunt vinden. KLAAS B. De nieuwe raadsels zijn goed. J. TAKK. I-Iet is best, dat je c ok ïee gaat doen. Ben je een vriendje an Joh. B.? WILLEMen JOHANNA S De be graven plaatsen zijn goed. COR en JAN II. Jullie briefje kreeg ik pas den volgenden morgen. Wien had je het meegegeven? Geluk kig dat Moeder weer beter is! Heeft Cor dit laatste briefje geschreven? Dat wordt keurig, hoor! ABRAHAM II. Je briefje was ver leden week to laat, aan wie had je hel gegeven om te bezorgen'? Vind je de raadsels over 't geheel moeilijk'? Of heb je ze altijd nogal gauw gevonden? J. ANDR. d. W. Heb je al een groote verzameling? En heb je ook een album waar ze in opgeplakt kun nen worden? ABRAHAM H. De nieuwe strïk- -ragen zijn goed. Ik ben nieuwsgierig of je ook mooie begraven namen be denken kunt. Probeer het maar eens. SOPHIA B. WeL gefeliciteerd, hoor! Aardig, dat de courant juist op je verjaardag komt! Vieren jullie het nu morgen? Ja, dan moet je me deze week maar schrijven, wat jullie ge daan hebben. Veel pleizier, hoor! 't Nieuwe raadsel is goed! JAN VAN II. Heb je "het boek al gelezen en is liet mooi? Leest je Va der je boeken ook wel eens? Prettig, dat hij nu weer thuis is, hé? Wat doen juLlie 's avonds meestal? GONDA V. Je hebt flink opgelost •oor een eersten keer! Zou 't alle we ken zoo goed gaan? Heb je wel eens meer met de een of andere rubriek meegedaan? ANS v. d. B. Een vriendinnetje bui- teD de stad is haast nog prettiger dim in de stad, tenminste als je, zooals jullie, dikwijls bij elkaar logeert. En van één week bij elkaar logeeren leer je elkaar nog beter kennen, dan van een jaar samen naar school gaan Ilc lean me wel begrijpen, dat je het te druk hebt om geregeld mee te doen. Je werk gaat natuurlijk vóór Hoo zou je volgende rapport zijn Je ver haaltje kan ik wel gebruiken. Zal ik je naam er voluit onder zetten, of de voorletters alleen Een paar kleinig heden, die ik erin veranderd heb, zie je dan zelf wel. Probeer eens een ver haaltje te maken over de een of ande re sclioolgebeurlenis of iets, wat je zelf vroeger bijgewoond hebt. De in houd wordt dan natuurlijker En hoe waarschijnlijker, hoe beter, dat be grijp je zelf wel, is 't niet N. D. Ja zeker, mag dat I Doe er maar goed je best op, dan kan 't heel aardig worden. Je nieuwe begraven plaatsen zijn wel goed, maar een beet je gemakkelijk Bedenk een anderen keer maar wat langere zinnen, dan zijn ze wat moeilijker raden LENA K. Het was een heele geschie denis, om.op 1c schrijven. Had je vroe ger wel eens zoo iels gelezen of hooren vertellen Nu moet je zeker hard aan t werk voor den anderen wedstrijd, is 't niet Beu je daar ook al aan be gonnen ZUS en AR F.ND v. L. Kom bet dan maar halen op een Woensdagmiddag tussclien 1 en 2 uur. Het is wel een heele wandeling voor jullie, maar jo komt ook zeksr meestal zelf het brief je brengen, is 't niet? JAN DE B. Ik denk haast, dat de jongens er tj veel vernielden en met steencn naar kastanjes gooiden of zoo. Speel je er wel eens meer? Je houdt zeker veel van geschiedenis, is 't niet? Of mag je de boeker niet zelf kiezen COR en NANNE N. De nieuwe raad sels zijn best. Maar ik meen haast, dat ik de 2 laatste vroeger ook al eens van jullie gekregen heb. Zou dat kun nen Jammer, dat je Woensdag juist te laat was. Hebben jullie nog ver ge wandeld Mevr. VENEMA—v. DOORN. 19 October 1912.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 19