RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Het helsche werktuig.
De jongen, wiens weelderige lokken
evenzeer glonmer; als zijn jas (de
eerste van de pomale, de laatste van 't
gebruik), richtte zich hoog op, en met
een vlaag van kracht en energie, die
men den joegen niet zou heb
ben toevertrouwd, riep hij r „Me
neer de redacteur, u hebt in de Hol-
landsche literatuur een gat geslagen,
dat niet weder te dichten is. U hebt
den ©enigen, waren, levenden dichter,
waartoe mij al m'n tantes en nichten'
uitgeroepen hebben, de deur gewezen,
en den weg naar den eeuwigen roem
versperd... Dat is een treurige ver
dienste, meneer de redacteur I U hebt
mijn gedichten terug gegeven, terug-!
gegeven. O, die verrukkelijke ge
dichten 1"
En vóórdat de reütecteur 't had kun
nen verhinderen, begon hij er een te
citeeren.
Daarna hield hij op, om de werking
van zijn verzen op den redacteur af te
wachten. Deze echter liet zich niet
meer in zijn rust storen, en belde om
den redactiekr.echt.
Frans Momps zoo heette de ver
smade dichter haalde nu diep adem
om de 2de strofe van het vers van
stapel te laten loopen toen de redac-
lieknecht in de deur verscheen,... Te
genover diens herculische gestalte
leek 't hem toen méér geraden, te ver
trekken. Maar nog in de deur riep hij
met dreigend gebaar
Aan dezeu dag van uw schande
zult u nog terugdenken
Toen snelde hij, als door heidenen
nagezeten, de straat op.
Redacteur Schrijfman zat den vol
genden dag weer in zijn manuscripten
verdiept. Hij had 't, hoewel zich bui
ten de Maartzor. maar zeer schuchter
vertoonde, warm bij het werk gekre
gen. Maar... 'dat hoorde nu eenmaal
bij 't ambt. Een geneesheer, een gees
telijke en een courantier, weten zich
het bevriezen, het transpireeren, het
hongerig- en het dorstig-zijn van tijd
tot tijd af te wennen. Vraagt een ahon-
né op een krant er naar, of de verslag
gever van het blad z'n lunch al wel
rustig heeft kunnei genieten, als hij
er telefonisch afgeroepen wordt, om
een uitvoerig bericht over een moord
zaak op te nemen Daarnaar vraagt
geen lezer ,als hij maar zelf bij zijn
kopje thee na het middagmaal alle dé
tails in zijn krant te lezen krijgt.
Maar Schrijfman nu was met een
interessante geschiedenis bezig. In de
laatste dagen zouden in Parijs hom
men en een helsche machine opge
spoord zijn, gelukkig nog vóór ze ont
ploft waren en de ijverige journalist
verdiepte zich nu in vermoedens en
verklaringen over de vermoedelijke
daders en hun bedoelingen, toen de
postbode binnenkwam, en een pakket
afgaf, 'dat zorgvuldig in papier was
gewikkeld en met touw vastgebon
den... De zijwanden vertoonden eenige
gaten.
Wat zou dat zijn, hm
Plotseling werd Schri.ifman krijt
wit. I J ij had 't pakket tegen het oor
gehouden, en een gedruiseli gehoord
als van een uurwerk.
Het zal toch niet een bom zijn, die
op een bepoald uur springt dacht
hij, en reeds riep hij zijn collega uit
het vertrek naast 't zijne. Deze, de po
litieke redacteur, aan nauwlettenden
arbeid gewend, onderzocht het pak
ket, echter zonder de touwen er van
los te, maken. Zóó ver ging zijn nauw
gezetheid niet, en daarna vroeg hij
aan Schrijfman
Hebt u vijanden
Niet dat ik weet.
Misschien een beleedigd medewer
ker, die zich gekwetst gevoelt, omdat
zijn bijdragen niet zijn opgenomen
Een beleedigd medewerker
Daar vielen Schrijfman de schellen
van zijn oogen.
Ja... warempel.... de gekke dich
ter van gisteren 1
En daarop vertelde hij zijn weder
varen aan zijn mede-redacteur....
Middelerwijl was 't heele redactie-
personeel bijeen gekomen. Nog een
maal luisterden alle heeren aan het
bewuste pakketen daarop werd de
politie getelefoneerd.
Deze raadde, om te beginnen, onder
water zetten van 't instrument aan.
Dit geschiedde. Potten, pannen,
flesschen, kannen alle werden on
der de waterleiding gevuld, en over 't
pakje heen leeg gegoten.
Reeds begor.ner de stoelen in 't ver
trek te drijven. en beklaagden de be
nedenburen zich over de overstroo
ming, toen de politie zelve voor 't ge
val aanrukte.
Met de grootste behoedzaamheid be
gon nu een orderzoek, en na 'n lcwr-
tier waagde een der gerechtsdienaren
't zijn oor aan 't pakket te leggen.
Ik hoor niets meer, zei hij.
't Uurwerk schijnt afgeloopen te zijn.
Daarop zette hij zijn werk voort,
opende de doos.. De spanning was nu
op 't hoogst, en da vrouwelijke repor
ter hield reeds de ooren toe maar
in plaats van het verwachte onweer,
brak van andere zijde de hom los.
Meneer, wat zijn dat voor grappen!
bulderde de politie-chef.
En op dat gedenkwaardige oogen-
blik haalde hij een verdronken meike
ver uit de doos, met een briefje van
de mede-redactrice, waarin zij den
collega's „de eerste lentebode" aan
bood!
Of deze mede-redactrice voor haar
attendteheid een darbrief ontvangen
heeft ,dan wel of ze op een dag door
de wraaklustige redactie heimelijk
vermoord was, meldt de geschiedenis
niet.
(Centr.)
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezer.. De namen der kin
deren, die mij vóór Donderdagmorgen
goede oplossingen zenden, worden in
Het volgend nummer hekend gemaakt.)
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
in verband met het aantal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
1. (Ingezonden door Willem Spoor.)
Met K ben ik een naam.
Met B trek ik mijn wenkbrauwen
naar elkaar.
Met R ziet ieder mij graag.
2. (Ingezonden door Jacobus Essel-
tnan):
Twee en dertig broeders wonen,
In een holgewelfde kluis.
Zestien wonen er beneden.
Zestien hoven in het huis.
Schoon geboren om te moorden,
Doen z'elkar.der zelden leed
Vrucht van onderlinge schikking,
Die aan elk zijn rechten meet.
Maar verloren, wat den ingang
Van de moordspelonk genaakt,
't Wordt gegrepen als door tijgers,
Die de honger razend maakt,
't Wordt om strijd verplet, vermor
zeld.
Wreed gekorven en geknot,
Stuk gehakt, tot gruis vermalen
Door 't vereenigcl beulenrot.
3. (Ingezonden door Jo en Jan Verton.)
Ben voorwerp uit de school en een
boom, geven samen een stad.
4. (Ingezonden dc-or Zus en Arend v.
Lohuizen.)
Wat leest go hieruit
$2.5.5. 21 23 118 4 5 14
5. (Ingezonden door J. H. M. Spoor.)
Ik ben een stad i i Noord-Brabant.
Zet mijn 3de letten in de plaats van
'do eerste, en geef mij een nieuwe 3de
letter en ge krijgt een provincie van
Nederl and.
6. (Ingezonden door W. Spoor.)
Men gebruikt mij i 1 den oorlog. Laat
de laatste letter weg en ge krijgt een
vaartuig. Laat weer de laatste letter
weg en ge krijgt een voorwerp uit de
huishouding. Laat nog eens de laat
ste letter weg en ge krijgt een verkor
ten meisjesnaam.
7. (Ingezonden door Aan en Jauke
Winkler.)
Ik ben een stad in Bulgarije. Ver
vang de 3de letter door een andere en
ik ben een meisjesnaam.
8. (Ingezonden door Jo en Jan Ver
ton.)
Eerst een boom en dan iets van een
hoorn en ik ben een dorpje in Noord-
Holland.
9. (Ingezonden door Truus v. Bilder-
beek.)
7,5.6.1 ziet men vaak boven een
huis of schip.
Een 3.6.5.4 wordt gezongen of
gegeten.
Een 4 5 7 is een insect
Een 7 2 4 is een klein viervoetig
■dier
Een 3 5 6 7 is hier een vreemde
ling
Het geheel is een gebouw*
10. (Ingezonden door Cor 'cn Nar.ne
Nauta.)
1
2.3.4.
5.6.7.8.9
10 11 12
1 3
Zet voor ieder cijfer een letter, dan
krijgt men op léderen regel een
woord, dat omgekeerd hetzelfde blijft.
En dan kan me zeggen. De 10 1112
schepte de 2 3 4 met een 5.6.7.
8.9.
Welke stof, die voor vulling wordt
gebruikt is nu 1 3 7 11 13
11. (Ingezonden door Klaas Blauw.)
Ik besta uit 12 letters en ben een
plaatsje in Groningen.
1 10 9 4 G 7 8 is versterkend
voedsel.
1 11 10 is niet leeg.
7.3.7.8. 12.2.4,.3 wordt wel
in de koffie gedaan.
10 11 12 5 is slim.
8 3 9 10 is een 'lichaamsdeel.
12. (Ingezonden door Sophia Boon.)
Door gouden zonnestralen
En droppelen der dauw
Geniet ik menigmalen
Bij 't geen ik dan aanschouw
Zich wieg'lend in een netje
Op trappeezen wonderfijn
Zit een klein, bloeddorstig wever.
Zeg mij, wie kan dat zijn
Raadseloplossingen
De oplossingen der raadsels van t
vorige week zijn
1. Bukarest Budapest.
2. Bommel hommel rommel.
3. Dwina Dina.
4. Schaap schaar.
5. Valencia Valentia.
6.
1
7. IJsbrand.
8. Aardbei
Steenkool
Texel
Rood
Akker
Kraai
Arend
Nul
ASTRAKAN.
9. Assendelft.
10. Wat gij niet wilt, dat U geschiedt,
doe dat ook aan een ander niet..
11. Lot tol.
12. Gent cent.
Goede oplossingen deze week ont
vangen van
Clasina v. d. Brink 7.
Lena Koeleveld 12.
Zus en Arend v Lohuizen 11.
Jan de Bruijn 12.
Cor en Nanne Nauta 12.
Truus van Bilderbeelc 12.
Johannes F. Büissink 8.
Klaas Blauw 11.
J. Takkenberg 12.
Sophietje Kapteijn 10.
Willem en Johanna Spoor 12.
Abraham Hartendcrp 12 en 8 van
de vorige week.
Sophïetjé Boon 10.
Gor Huijer 11 en 11 van de vorige
week.
Jan Huijer 11 en 11 van de vorige
week.
Jan van Hrmert 12.
Gonda Veldman 12.
J. Andries de Wijs 12.
Piet de Veer 9.
Klaas Dubbeling 8.
Wilhehnina v. d. Haar '7..
Wim Heijl 12.
Annie en Betsie Stavenuiter 8.
Jo en Jan Verton 10.
BEGRAVEN PLAATSEN.
(Ingezonden door F. Sterneberg.)
1. Meloenen ziju lekkere vruchten.
2. De agent liep den dief na.
3. Denkt ge, dat die spotternij mij
genoegen doet
4. De "dokter heeft een schedelbreuk
geconstateerd.
5. De messen zijn zeer scherp van
daag.
(Ingezonden door Willem en Johanna
Spoor.)
6. Hebt ge nu al om melk gevraagd 7
7. De regen viel dagen lang en de
stroom zwollet maar eens op, boe
groot het gevaar voor overstrooming
is
S. Loop toch niet zoo hard,- jongen!
(Ingezonden door N. Daudcij.)
9. Van al het loopen, kreeg hij bla
ren onder aan do voeten.
(Ingezonden door Jan Vieseiman.)
1U. Op straat liepen een menigte-
agenten.
11. De meester berg onze boekeu in
de kast.
12. De visschen zwemmen vroolijk
in 't water.
BEGRAVEN PLAATSEN, RIVIEREN
EN VOGELS.
1. Deventer.
2. Na arden,
3. Assen.
4. Weert
5. Rijn.
6. Maas.
7. Lek.
8. Kneu.
9. Sijs.
10. Merel.,
11. Eend.
12. Lijster.
Goede antwoorden ontvangen van;
N. Daudeij 9.
Clasien v. d. Brink 12.,
Lena Koeleveld 12,
Zus en Arend v. Lohuizen 12.
Jan de Bruijn 12.
Cor en Nanne Nauta 12.
Truus v, Bxlderbeek 12.
Johannes F, BuissinjS 12.<
J. Takkenberg 12.
Willem en Johanna Spoor 12.
Abraham Harteudorp 12 en 11 v. 'd.
vorige week.
Sophia Boon 6
Cor Huijer 12 en 10 van 'de vorige
week.
Jan Huijet 12 en 10 v. d. vorige
week.
Jan van J-Iemert 12.
Gonda Veldman 12.
J. Andries de Wijs 12.
Klaas Dubbeling 12.
Wim Heijl 12.
Annie en Betsie Stavenuiter 12.
Jo en Jan Verton 12.
BERICHT-WEDSTRIJD.
Inzendirige-ontvangen van;
Lena Koeleveld.
Alle opstellen moeten worden inge
zonden vóór of op Woensdag 23 Oc
tober 1912.
DB TWEELING-BROEDERS.
Zij geleken op elkaar als twee drup
pels water.
Nu, vreemd was dat niet, want zij
waren tweelingen. Beiden waren
forsch gebouwd, beiden hadden krul
lend haar en blauwe oogen cn zij wa
ren even groot e.i altijd hetzelfde ge
kleed.
't Waren eigenlijk alleen Jövgen en
Diek zelf, die nooit in de war waren.
Moeder en de oude Karen, die hen van
het eerste oogenblïk af verzorgden,
ja, die wisten het op het gevoel af,
maar zelfs vader kon hen dikwijls
niet uit elkaar houden.
In de stad, waar zij vroeger woon
den, gaf het dikwijls aanleiding tot de
malste vergissinge.n en de. onderwij
zers waren c. nooit zeker van wien
zij vóór hadden.
Altijd zaten zij in dezelfde klasse.
Jörgen was altijd nummer twee cf
drie, maar alle leeraren waren het er
over eens, dat liij best nummer één
zou kunnen zijn. als hij wilde.
Dick was ook altijd nummer twee
of drie, maar verder ging de gelijke
nis niet, ofschoon zij evenveel tijd
voor de lessen besteedden. Zij zaten
in dezelfde kamer te leeren en zij wa
ren altijd tegelijk klaar, maar nie
mand wist, dat Jörgen maar een half
uur noodig had voor zijn werk en dot
hij daarna Dick hielp. Want Dick
hield heel veeT van muziek en lessen
leeren vond hij een straf. Ieder vrij
oogenblik maakte hij muziek, vooral
nadat hij een viool van oom Richard
had gekregen. Toen was er geen hou
den meer aan. Hij wou alleen muziek
leeren. Wat had je aan al die geleerd
heid uit de boeken! Maar JörgeD hield
voet bij stuk en zorgde er voor, dat
Dick toch meekwam op school.
En nu waren zij verhuisd naar
een andere stad. Vader was naar den
directeur gegaan om hen aan te ge
ven en nu mcesten zij examen doen
om te weten in welke klasse zij be
hoorden.
Jörgen en Dick stolden nu in den
gang en wachtten, todat zij binnenge
roepen zoudeq worden.
Daar werd de deur geopend.
Jörgen Krijger!
Jörgen streek de vingers door zijn
haren, knipoogde tegen Diclc en ver
dween.
Hij bleef niet heel lang binnen.
Vierde klasse! riep hij, terwijl
Dick met. een warhopig gezicht, naar
binnen ging.
Dick bleef heel lang weg.
Jörgen liep i.i spanning op en neer.
Hij legde zijn oor tegen de deur, maar
hij kon niets verstaan. Natuurlijk,
zoo was het nu altijd: deuren werden
met opzet, zoo gemaakt, dat niemand
iets kon hooren.
Als Dick er zich nu maar doorhem
sloeg! Met de taal zou het wel gaan
en voor het rekenen was hij ook niet
bang. Maar natuurkunde en geschie
denis! Jörgen ging alle zwakke pun
ten van Diclc na en het aantal werd
huiveringwekkend groot. Vroegen ze
hem maar ove" den Punischen oorlog
of over dc kruistochten! Maar kreeg
hij de opvolging van de Noorsche Ko
ningen dan kwam er niets van hem
terecht.
Stel je nu eens even voor, dat Dick
in een andere klasse lcwam! Dan was
er geen aardigheid meer aan het hee
le schoolgaan. Het angstzweet brak
Jörgen uit. Daar kwam Diclc aan met
vuurrood© wangen en hangend hoofd.
Mis, zei hij.
Wat?
Derde.
't Is toch niet waar? Jörgen keek
hem diep ongelukkig aan.
Ze praatten er lang over ze
zeiden dat zij weifelden; maar ze vroe
gen mij naar de Koningen..
De Noorsche?
Neen, de Deensclie, en het was
er zoo warm en ik had zoo'n hoofd
pijn.
Zie je, dat komt nu van je viool,
zei Jörgen hoos; maar hij had het pas
gezegd, of hij had er berouw over,
want Dick zag'er dood ongelukkig uit
en het huilen stond hem nader dan
liet lachen.
Waarom was hij ook het eerst ge
gaan, dacht Jörgen. Was Dick de eer
ste geweest, dar. had hij wel zóó kun
nen antwoorden, dat hij ook in de
derde gekomen was. Hè, dat hij daar
aan niet gedacht had! Niemand
het ontdekt hebben.
Maar misschien!
Jörgen floot en sloeg de maat met
zijn voet ,hjj was opeens best te spre
ken.
Ga naar huis, Diclc, en leer de
Koningen uit je hoofd, totdat het
zweet er bij neerioopl, kommandeer
de hij; en wanneer ze er thuis naar
vragen, zn-j dan maar, dat ze weife
len, dan lieg je niet, en dan zal ik in-
tusscheu zien het i i orde te maken.
En Diclc ging naar huis.
Een dogenblik daarna werd er
zachtjes aan de deur van de directie
kamer geklopt De directeur en de
beide leeraren waren er nog.
Jörgen' maakte een buiging; zijn
wangen waren vuurrood.
Zoudt u me nog eens willen exa-
minecrcn. Het bet was zoo warm
en nu heb ik geen hoofdpijn meer.
De directeur keek liem verbaasd
aan.
Waarom wii je nog eens onder
vraagd worden?
ik, ik zat altijd met.... met mijn
broer in dezelfde klasse. Als het kon
werd Jörger nog rooder.
De heeren keken niet erg vroolijk
en een van hen zag op de klok. Maai
de directeur vond die gehechtheid
lusschen broers wel aardig; hij glim
lachte vriendelijk, een glimlach, waar
alle jongens or school voor bezweken.
Ja, wat zeggen de heeren? 't Is
waar, wij weifelden, en 't is niet meer
dan billijk, dat wij hein nog eens on
dervragen, nu hij geen hoofdpijn
meer heeft.
De directeur begon en nu ging het
van een leien dakje.
Jörgen was van plan geweest niet
alle vragen te beantwoorden, maar
dat vergat hij heelemaal.
De directeu- keek tevreden, schoof
ten laatste zijn bril op 't voorhoofd
en leunde achterover in zijn stoel.
Ja, nu is het heel wat anders;
zooals je nu antwoordt hoe denken
de heeren er over? Zal ik nog voort
gaan?
De heeren vonden het onnoodig.
Nu, vent, dan zullen we je ook
maar in de vierde klasse plaatsen. De
directeur lachte vriendelijk en stak
hem de hand toe.
Duizendmaal dank, stamelde Jör
gen, en liet d- hand van den direc
teur los, of hij zich brandde.
Hij kreeg een onaangenaam gevoel,
want eigenlijk had hij den directeur
bedrogen. Wa-- hij maar zoo'n brom
beer geweest als de directeur van
vroeger; maar deze was zoo goed en
vriendelijk!
Kom, kom, gekheid. In ieder geval
was Dick nu in de vierde klasse, maal
ais hij nu ook niet zijn best deed, zou
het er spannen!
Jörgen vloog de kamer binnen met
de handen in zijn broekzakken en de
mats achter cp het hoofd.
Diclc keek op van zijn Koningen.
Hij begon te snappen, wat Jörgen liaü
gedaan.
Vierde! riep Jörgen.
Diclc glom va-i pleizier. Hij wou wat
zeggen, maar moeder kwam juist
binnen en een gevoelige schop onder
tafel tegen zijn schenen zei, dat hij
zwijgen moest.
Alle twee vierde, moeder!
Prettig dat je weer hij elkaar
blijft, jongens! Wat zal vader er blij
om zijn, zei moeder.
Kom mee naa; binnen, dan zal ik
jullie een paar eiei'lcoeken geven,
want we eten vanmiddag laat.
U is een lieve moeder, zei Jörgen.
Eierkoeken kon hij wel op alle uren
van den dag eten.
Later vertelde liij aan Dick alles en
legde hem het zwijgen op in zijn eigen
belang.
Je bent slim, zei Dick en drukte,
een beetje verlegen, Jörgens hand.
Zichtbare bewijzen van teedei-lieid
waren tusscher. hen niet gebruikelijk.
Maar pas op, dat je nu je best
doet, Diclc, zei Jörgen.
En Diclc beloofde dat hij zou wer
ken, al moest hij er bij neervallen.
Een maand lang raakte hij geen
viool aan en toen zij met de rapporten
thuis kwamen, had Dick alles voL-
doende. Zoo mooi had ihj het nog
nooit gemaaki.
Maar op zekeren avond hadden va
der en moeder bezoek. De directeur
was or ook en er werd over gespro-;
ken, dat liet'jammer was, dat hij zijn
viool niet had meegebracht. Dick
haalde de zijne en de directeur speel
de. Dick zat in een hoekje te luisteren
met schitterende oogen, terwijl Jörgen
zich zat te vervelen.
De directeur vond den toon van de
viool mooi en Dick moest ook 'spelen
en de directeur prees hem zeer.
Van dien dag af was het mis. Diclc
speelde, wanneer hij maar even kon,
en met 't leeren ging het heel slecht.
De directeur speelde immers zelf ook
viool! Hoe Jörgen ook bromde en
knorde, het gaf niets, en aan 'het eind
van de maand .was zijn rapport zoo
slecht mogelijk.
Toen ontmoette Jörgen op een wan
deling den directeur.
Wie ben je? Ben je 't zelf of ben
je je broer? vroeg de directeur la
chend.
U meent mijn broer, zei Jörgen,
die wist, dat de directeur belang stel
de in het vioolspel van Dick.
Zoo, dus je broer is de muzikant
en dan ben jij Jörgen en lang geen
i domme jongen, zei de directeur vrii
'delijk.
Jörgen bloesde. De directeur was
noon, zoo vrijgevig mei zijn lei.
Maar Dick heeft veel aanleg voor
de muziek.
- Nu, dan is het eerlijk verdeeld,1
en heeft ieder wat, en de directeur
keek Jörgen lachend aan.
- Maar laten we nu even op deze
•bank gaan zitten om eens over je
broer te praten.
liet zweet brak Jörgen uit. Nu
lcwani het. De directeur liad natuur
lijk ontdekt, dat liet geen eerlijk spel
was geweest. Die nare Dick, die niet
beter zijn.best deed, nu kon hij de kas
tanjes uit het vuur halen.
Vertel me nu eens, zei de direc
teur, wat scheelt Dick? De eerste
maand ging het vrij goed, maar de
twee iaatsie maanden werkt hij slecht.
Alle leeraren klagen over hem en zelf
ben ilc ook niet over hem tevreden.
Hoe komt dat zoo?
De viool, antwoordde Jörgen met
een verruimd hart, Het was dus niet
dat andere! Hij leert heel moeilijk.
De viool? zei de directeur. Dan
is het voor een deel mijn eigen schuld
ant ilc heb zij-, vioolspel aangemoe
digd. Maar vroeger speelde hij toch
ook wel viool e i toch leerde hij in 't
begm goed; zijn c-xamen was best, ten
minste den tweeden lceer.
Jörgen zat op gloeiende kolen en
leeek verlegen naar den grond.
Je begrijpt wel, ging de directeur
voort, dat het vervelend is voor do
school en vooral voor mij, omdat ik
hem toeliet. Je bent een verstandige
jongen, Jörgen. Kun je je broer niet
een beetje helpen?
Jörgen schaamde zich de oogen uit
het hoofd. Hier zat nu de aardigste en
vriendelijkste directeur van de heele
wereld, die hem volkomen vertrouwde
en die cloor Jörgen zoo bedrogen was.
Neen, zoo kon het niet langer! Jörgen
kon niet langer zwijgen, hij moest al
les vertellen.
Hij nam een kloek besluit liet
was hem te benauwd geworden hij
kuchte en zei zonder er verder over te
denken:
Diclc is altijd slecht in 't leeren
geweest, 't was een streek van mij.
De directeu - leeek hem vragend aan
hij begreeo e' niets van.
Ik deed dien tweeden keer exa
men inplaats van Dick, vervolgde
Jörgen; Dick zelf wist er niets van,
ik vertelde het hem later, haastte hit
zich om er bij te zeggen.
De directeur antwoordde niet.
Jörgen keek voor zich uit en zei
niets. Hij gevoelde zich zoo schuldig
en toch was hij blij dat het er uit was.
Nog zei die diiecteur niets.
Wij waren altijd samen geweest
en 't is zoo veel gemakkelijker om
hem te helpen, wanneer wij in dezelf
de klasse zitten zei Jörgen beschaamd
als ik hem niet help, leert hij nooit
meer, en daarom dacht ik dat., dat...
Dat het doel de middelen heiligt,
zei de directeur.
Zijn stem klonk vriendelijk en hij
legde zijn hand op Jörgens schouder.
Nu, je bent een mooie knaap om
een ouden directeur zoo bij den neus
te nemen, maar omdat je het mij eer
lijk hebt vertel i en omdat ja, om
een heeleboel andere redenen zal ilc
genade voor recht laten gelden. Maar
op één voorwaarde, Jörgen! Je moet
zorgen, dat Dick beter leert. Hoe je
dit gedaan zult krijgen, moet je zelf
maar weten.
De directeur stond op en Jörgen
ook; hij greep de hand van den direc
teur en stamelde „duizendmanl dank".
Hij had op dat oogenblik alles voor
den directeur willen doen. Hij had
zijn rechterhand wel willen laten ver
branden, evenals Mucius Scaevola,
wanneer hij daarmee den directeur
pleizier zou hebben gedaan!
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van de
Kinder-afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevrouw Venema—v.
Doorn, Wagenweg 88, Haarlem).
In de bus gooien, zonder aan
schellen!
WILHELMINA v. d. H. Ik vind
het diploma heel mooi, hoor! En je
bewaart het zeker erg goed! Wat ben
je nu aan 't malcen op die school? en
ben je daar den heelen dag?
WIM H. Ziele zijn is vervelend,
vind je niet! Het kemt altijd onver
wacht en juist als je andere plannen
gemaakt hebt. Gelukkig, dat hel gauw
weer beter was! Meest je op school
dadelijk je werk inhalen, of ging dat
van zelf wel weer!
ANNIE en BETSIE S. Jammer,
dat zoo'n verjaardag zoo gauw voor
bij is! Kijken jullie nu al weer uit
naar Sint-Nicolaas? Of zijn er nog an
dere pretjes in 't vooruitzicht? Schiet
je al goed op met je inzending"? en
wordt het aardig?
TRUUS v. B Do nieuwe raadsels
zijn goed. Heb je die zelf bedacht? Ja,
ik vind het best. dat je dat eens pro
beert; hoe lang leer je al Engelsch? en
vind je het prettig?
WELLY G. Waar zit jij'toch te
genwoordig? Toch niet ziek, hoop ik?
JOHANNES F. B. Het is best, da
je ook met ons mee gaat doen. Ik
wed, dat ie er hoe langer hoe meer
kunt vinden.
KLAAS B. De nieuwe raadsels
zijn goed.
J. TAKK. I-Iet is best, dat je c ok
ïee gaat doen. Ben je een vriendje
an Joh. B.?
WILLEMen JOHANNA S De be
graven plaatsen zijn goed.
COR en JAN II. Jullie briefje
kreeg ik pas den volgenden morgen.
Wien had je het meegegeven? Geluk
kig dat Moeder weer beter is! Heeft
Cor dit laatste briefje geschreven?
Dat wordt keurig, hoor!
ABRAHAM II. Je briefje was ver
leden week to laat, aan wie had je hel
gegeven om te bezorgen'? Vind je de
raadsels over 't geheel moeilijk'? Of
heb je ze altijd nogal gauw gevonden?
J. ANDR. d. W. Heb je al een
groote verzameling? En heb je ook
een album waar ze in opgeplakt kun
nen worden?
ABRAHAM H. De nieuwe strïk-
-ragen zijn goed. Ik ben nieuwsgierig
of je ook mooie begraven namen be
denken kunt. Probeer het maar eens.
SOPHIA B. WeL gefeliciteerd,
hoor! Aardig, dat de courant juist op
je verjaardag komt! Vieren jullie het
nu morgen? Ja, dan moet je me deze
week maar schrijven, wat jullie ge
daan hebben. Veel pleizier, hoor!
't Nieuwe raadsel is goed!
JAN VAN II. Heb je "het boek al
gelezen en is liet mooi? Leest je Va
der je boeken ook wel eens? Prettig,
dat hij nu weer thuis is, hé? Wat
doen juLlie 's avonds meestal?
GONDA V. Je hebt flink opgelost
•oor een eersten keer! Zou 't alle we
ken zoo goed gaan? Heb je wel eens
meer met de een of andere rubriek
meegedaan?
ANS v. d. B. Een vriendinnetje bui-
teD de stad is haast nog prettiger dim
in de stad, tenminste als je, zooals
jullie, dikwijls bij elkaar logeert. En
van één week bij elkaar logeeren leer
je elkaar nog beter kennen, dan van
een jaar samen naar school gaan Ilc
lean me wel begrijpen, dat je het te
druk hebt om geregeld mee te doen.
Je werk gaat natuurlijk vóór Hoo
zou je volgende rapport zijn Je ver
haaltje kan ik wel gebruiken. Zal ik
je naam er voluit onder zetten, of de
voorletters alleen Een paar kleinig
heden, die ik erin veranderd heb, zie
je dan zelf wel. Probeer eens een ver
haaltje te maken over de een of ande
re sclioolgebeurlenis of iets, wat je
zelf vroeger bijgewoond hebt. De in
houd wordt dan natuurlijker En hoe
waarschijnlijker, hoe beter, dat be
grijp je zelf wel, is 't niet
N. D. Ja zeker, mag dat I Doe er
maar goed je best op, dan kan 't heel
aardig worden. Je nieuwe begraven
plaatsen zijn wel goed, maar een beet
je gemakkelijk Bedenk een anderen
keer maar wat langere zinnen, dan
zijn ze wat moeilijker raden
LENA K. Het was een heele geschie
denis, om.op 1c schrijven. Had je vroe
ger wel eens zoo iels gelezen of hooren
vertellen Nu moet je zeker hard aan
t werk voor den anderen wedstrijd,
is 't niet Beu je daar ook al aan be
gonnen
ZUS en AR F.ND v. L. Kom bet dan
maar halen op een Woensdagmiddag
tussclien 1 en 2 uur. Het is wel een
heele wandeling voor jullie, maar jo
komt ook zeksr meestal zelf het brief
je brengen, is 't niet?
JAN DE B. Ik denk haast, dat de
jongens er tj veel vernielden en met
steencn naar kastanjes gooiden of zoo.
Speel je er wel eens meer? Je houdt
zeker veel van geschiedenis, is 't niet?
Of mag je de boeker niet zelf kiezen
COR en NANNE N. De nieuwe raad
sels zijn best. Maar ik meen haast,
dat ik de 2 laatste vroeger ook al eens
van jullie gekregen heb. Zou dat kun
nen Jammer, dat je Woensdag juist
te laat was. Hebben jullie nog ver ge
wandeld
Mevr. VENEMA—v. DOORN.
19 October 1912.