HhU's Dagblad HET ROODE LIGHT. van rottend hout kunnen opsnuiven, en ben gebaggerd door 'n lage gang, die zóó vochtig was, dat zelfs m'n mijn werkerslaarzen er niet tegen be stand bleken, en niet meer waterdicht bleven. Och, och, wat zou 't een heerlijk effect geven als je eens de Haègsche fatjes die 's middags in de Veenestraót zfig) flaneercn, in corps kon neer laten in een kolenmijn, om er met Lackstiefel en lichtkleurige slobkou sen aan door 'n lage, natte galerij te kruipen't Zou nog mooier zijn, dan 't figuur dat de Limburgsche mijnwerkers in het centrum van den Neïlerlandschen chic zouden maken... 's Middags, na weer op-gesneld te zijn naar dcu beganen grond, en de ongewone gewaarwording ondervon den te hebben, die het schelle daglicht je na cpn lang ondergrondsch bezoek aan de oogen teweegbrengt... 's mid dags heb ik m'n tijd besteed met de ploegwisseling van de mijnwerkers, en daarna de boveiigrondsche werken be zien. Om twee uur. heb 'k de honderden werkers van de ochtendploeg in groep jes per lift zien arriveeren, en zich naar de groote badzaal haasten. De iniddagploeg begint haar dienst! Over 't voorplein van t hoofdgebouw, trekken ze in langen stoet naar bun werk. En er zijn er heel veel bij, die d'r „netter" zullen uitzien nis ze aan stonds hun werkpak hebben aange trokken. Eén heel merkwaardige type heb ik er ontmoet. 'n Forsche, zware kerel met een paar uitgcloopen schoenen aan. gaten in de knieën van z'n on-kleurig" broek, 6en bloote elle boog door z'n mouw stekend maar "n zijden das aan, en een hoed-A-la- Itinaldo op 1 :n Ander marcheert met een waarlijk geweldigen, knoestige» knuppel als w uudelstuk. Velen dra gen kleurige zakdoeken om hun hals, en 't geheel is een verzameling van zoo uiteeuloopendo types, dat 'k in stem met een der ingei leurs, die spreekt van ,,'n prachtonderwerp om 'es een maandje studie van te komen maken." De Limburgers schijnen zich bijzon der sterk te hechten aan hun woon plaats. En dat is natuurlijk tot nadeel van den groei der „kolonie", die zich nochtans uitbreidt, en waar iiu al een kleine 20U gezinnen onderdak ge bracht zijn. .Maar vele mijnwerkers, die uren ver van de mijn wonen, blij ven stijfkoppig eraan vasthouden, om in hun dor,- te wonen. En dagelijks leggen ze getroost den langen afstand heen en terug af, aldus den tijd dat ze van huis zijn met eenige uren omioo- dig verlengend. In Heerlen wonen veel Duitsche cn Belgische arbeiders, vvunt in de mij nen der maatschappijen werkt ook vreemd volk. Daai is het dan een in ternationale verzameling van de meest uiteenloopeiide elementen. En rl© courantenlezer, die eenigszins gere geld de rubriek Binnenland volgt, kent het groote aantal der vechtpar tijen en misdaden in deze streek. Die tevens bewijzen, hoe dikwijls het mes liet onmiddellijk gevolg van do kroeg is. De bovengrcr.dsche werken van de staatsmijnen geven je een machtigen totaal-indruk. Alles is hier op groote schaal ingericht, en bij iedere machi ne en iedere installatie hooren cijfers waarvan je duizelt. Ik kan er hier maar een vluchtige beschrijving van geven, omdat een af dalen in technische détails idem zóó veel kolommen copie zou beteekenen. Iemand, die het nog niet gezien heeft, kan er zich geen flauwe voorstelling maken wat alzoj aan de technische installatie van een kolenmijn vastzit. Maar hij krijgt al respect, als-ie na het sorteeren der kolen en de afschei ding der groote stukken op den me- ter-breeden metalen sorteerband ge zien te hebben, in de wasscherij komt. Alles wordt daar electrisch gedreven en 't merkwaardigste is wel de reus achtige ijzeren trommel, meters-in- middellijn, waarin steenen uit de ko len worden verwijderd. In dien trom mel-wordt water gespoten, terwijl de groote stukken worden verwijderd en er vier grootten van nootjeskolen ge sorteerd werden. De slechte restanten uit het ruwe product worden voor alle zekerheid nog eens chemisch onderzocht, om de bruikbaarlieïd ervan te onderzoeken. En de negen groote stoomketels van tiet bedrijf werden gestookt met het allerslechtste deel van liet product: slik, vermengd met wat Duitsche vet- kolen. Dat is, wat men „wijs beleid" pleegt te noemen Wanneer je de uitgebreide veilig heidsmaatregelen ziet, ai© voor de lif- ten in de mijnschacht genomen zijn, dan schijnen ongelukken daarmee haast onmogelijk. De machinist der groote electrische installatie, die do drijfkracht voor de liften levert en in een machinezaal bovengronds is aangebracht, ontvangt geregeld belsignaleu waaruit hij kan opmaken welke daal-snelheid de hit mag hebben. Voo. personen is 't maxi mum 6 M per seconde, voor materieel, 12 M. En op den meter, vóór zich, kan de roan de snelheid controleereu. llij moet z'n werk absoluut ongestoord verrichten, en 'l is zelfs verboden Jets tegen 'in te zeggen. Mocht-ie eens on verhoopt plotseling niet in staal zijn z'n machine to bedienen, dan wordt zij binnen 'n mirimum van tijd gestopt door 'n automatische reminrichting, die de machine belet, te ver door te loojien. Van 't absoluut-zekcr werken dier rem heb in me kunnen overtui gen. Aan de liften zelf zijn nog klau wen aangebracht die in geval bepaal de onderdeelen braken, onmiddellijk in metalen platei: terzijde der lift grijpen, en haai stoppen zouden. Al werden dan ook di- staalplaten ge scheurd, en zouden de vlammen eruit slaan! Buiten de machinegebouwen staat 'n hooge watertoren, die als hoogte punt dient voor den afvoer van 't uit do mijn opgepompte water naar een naburig beekje, waardoor weer twee korenmolens gedreven worden. Uok in geval van brand komt de water voorraad natuurlijk te pas. En als eeu aardig geval mag gelden dat ver leden jaar, in den drogen tijd, een boer in de buurt op z'n verzoek ge holpen wend, door water op zijn land te brengen. Maar toen kwamen de molenaars klagen 1 De reusachtige installatie van het staatsmijnbedrijf komt dus ook al de omwonenden ten goede. En niet al leen door die waterleiding aan dat beekje! Welneeu dat is maar c-an kleinigheid, in vergelijking met de ge weldige hoeveelheid electïiciteit die voor verlichtings- en krachts-aanwen- ding geleverd wordt aan alle plaatsen in de omgeving, tot Maastricht toe, aan de andere Staatsmijnen en bo vendien nog aan de mijnen der maat schappijenNaast elkaar liggen daar kabel Heerlen—Emma, kabel Simpelvela—Maastricht, kabel Laura, enzooYOorts. En ook aan de tusschen- liggende plaatsjes, zooals Meersen, Valkenburg, Bocholtz, wordt gele verd. De groote machinehal is indrukwek kend. De grootste electrische turbine heeft een capaciteit van 3UOO E. P. K., de beide reserve machines hebben samen evenveel. En een reusachtig wiel van lSuOÜ K.G. zwaarte, dat 50U omwente lingen per minuut maakt, dient als huilerapparaat. tot het neutraliseeren der schokken van de kooi Een machtigen indruk heb ik mee genomen van dit zich ontwikkelende Staatsbedrijf, zooals het daar uitge voerd en geadministreerd wordt door een paar duizend mcnschen in het reusachtige huis, dat zich tientallen meters boven, en honderdtallen meters o n d e r den grond uitstrekt... ROBERT P. Binnenland UIT DE STAATSCOURANT. Bij Koninklijk besluit is eervol ont heven met ingang van 25 October uit zijn commando over het 5de Land weerdistrict, de luitenant-kolonel van den Provincialen Staf W. R. H. Wak ker, Provinciaal-adjudant in Gronin gen en Drente, belast met do betrek king van commandant in voornoemd district zijn benoemd A. bij het reserve-personeel der landmacht met bestemming voor den dienst bij de Landweer, bij dc Infan terie der Landweer, met ingang van 25 October o. tot reserve-luitenant-kolonel, commandant in het 5de landweerdis trict, de gepensionneerde luitenant- kolonel der infanterie W. J. R. Lan- zing, van het Leger in Nc-derlandsch- Indië b. tot reserve-majoor, commandant onderscheidenlijk in het 10de en het 43ste Landweerdistrict, de gepension neerde majoor, met litulairen rang van luitenant-kolonel, der infanterie G. Nypels en de gepensionneerde ma joor der infanterie A. W. A. de Koek van Leeuwen, beiden van het leger in Nederlandsch-Indie c. tot commandant, onderscheiden lijk van het 19de en 35ste Lamdweet- djstrict, de reserve-kapiteins J. A. L. M. Struycken en J. T. Wilkens, beiden van de infanterie der landweer, on derscheidenlijk van het 22st© en 3lste Landweerdist riet met ingang van 1 November tot re- serve-luitenani-kolonel, commandant in het 14de Landweerdistrict, de gep. luitenant-kolonel der infanterie W. H. B. van der Zwaan, van het leger in Nederlandsch-Indië. B. Bij de Landweer met ingang van 25 October tot landweer-districts-com- mandant onderscheidenlijk in het 45ste en 38ste landweerdistrict de ka pitein der infanterie J. C. van Linden Tol, van het 2de regiment, en K. G. A. Muller, van hei 3de regiment en zijn overgeplaatst met ingang van 25 October onder- TWEEDE BLAD Dinsdag 22 Octobar 1912 OM ONS HEEN No. 1603 Ean Opmerking en een Waar schuwing over ArgentUnseb VleaSEh. Het is aan onze lezers bekend, dat er sedert eenigen tijd Argentijnsch rleesch in Europa, ook in Nederland, wordt ingevoerd. Op een oogenblik werd het ook in Haarlem verhandeld, maar in den laatsten tijd werd daar van niet meer vernomen. Thans wordt het verkocht in Schoten, waar het zoo ieer de aandacht getrokken heeft, dat de slagers er naar 't schijnt de con currentie van zijn gaan gevoelen al thans onlangs werd gemeld, dat ook Nederlandsch vleesch er tot verlaag den prijs verkocht werd. Nu is uit den aard van de zaak de p r ij s van vleesch niet het eenige en zelfs niet het vc ornaauiste, waarop bij den aankoop gelet moet worden. Er komen inderdaar, ver van slachthui zen rerwijderd, gevallen voor waarin vleesch voor een dubbeltje per pond verkocht wordt en tot dien prijs nog te duur is. behoedauigheid is het eerste, waarop te letten valt. Toch wil ik dat punt op dit oogenblik niet nader bezien, maar de aandacht vesti gen op twee aangelegenheden betref fende Argentijnsch vleesch, waarme de het gemeentebestuur en het pu bliek te maken hebben. Vooreerst dar. wat het gemeentebe stuur aangaat. Het Argentijnsch vleesch wordt hierheen gezonden in twee vormen, namelijk gezouten en bevroren. Het gezouten vleesch behoort na tuurlijk tot de toebereide vleescliwareu en op dezo soorten be slaat tot heden in Haarlem nog geen keuring. Terecht hebben de Ilaarlemsche sla gers daar indertijd op gewezen en er protest tegen aangeteckend het is ook geen logisch stelsel, "dat terwijl de eigen inwoners, die van den vleescli- handcl uitsluitend moeten bestaan, (de vleeschhouwers) geen stukje mo gen verkoopen, zonder dat daarvoor vrij hooge slacht- en keurloonen zijn Betaald, terwijl zij altijd het gevaar voor afkeuring loepen, fabrikanten buiten de stad vrij en naar hartelust worst, galantine, getruffeerde en ande re toebereide vleeschwaren hier invoe ren, die de keuring niet behoeven te passeeren en waarvoor dus ook niets aan de gemeentekas wordt betaald. Bovendien schiet men daardoor te kort in het beg'nsel, dat ter wille van de openbare gezondheid al het in Haarlem geconsumeerde vleesch aan het Slachthuis moet ge keurd worden. B. en W. waren in deze diligent. In de Raadsvergadering van 9 Aug. 1911 stelde het College aan den Raad voor, gehoord den directeur van het Slacht huis en de sub-commissie van bijstand, dat de Commissie voor de strafveror deningen voorstellen zou doen tot aan vulling van de verordening op dit punt Zoo zeker was men van zijn zaak, dat de wijze van contróle reeds om schreven wenl de keurmeester zou namelijk in de winkels zelf nasporen, of de toebereide vleeschwaren wel het stempel van ons Slachthuis droegen. De Raad was er zoo mee ingenomen, dat niemand er een woord aan ver- Bpilde. Met algemeene stemmen werd het voorstel goedgekeurd. Wij zijn nu veertien maanden ver der, maar de aanvulling heeft qog al- lijd niet plaats gehad. Zijn er onge dachte moeilijkheden in den weg ge komen Of heeft de Commissie voor ie strafverordeningen méér dan de len tijd noodig voor het vinden van de F y i i ©fê si Kom an ui' h t Du-itsch van Anny v. Panhnys. 82) Al bezat Richarski het stuk zelf niet ijneer, dan kon hij door zijn bemidde ling toch wel voor een uitstel zorgen, maar nu wie weet, wie morgen met den wissel bij hem zou komen aanzetten. Bij den eersten, den besten mensch maar met zijn verzoek aan te komen, dat kon hij toch niet doen. En Richarski zou er niet vandoor gegaan zijn zonder eerst den wissel te gelde te maken, die den naam van graaf Sudheim droeg. Wat een ver- wenschte toestandl bromde Hans Wil helm. De eetlust voor het ontbijt was hem totaal vergaan. Daar werd aan zijn deur getikt. Het was zijn oppasser, die hem een brief bracht van Meta Löttow, do ge scheiden vrouw van Richarski. Toen hij dezen doorgelezen had, zat hij stom verbaasd, want in den brief fas de wissel, waarover hij in zoo $roote zorg verkeerde. Richarski had Juiste formule Wanneer dat laatste het geval is mag hier toch wel op spoed aangedrongen worden. Uit bil lijkheid jegens dc Haarlemsche sla gers, van wie de meesten toch al nic-t op rozen gaan en in bet belang van de openbare gezondheid. Maar nu het bevroren Argentijnsclie vleesch. Dat wordt niet gerekend lot de toebereide vleeschwaren te behoo- ren. Zoodra het ontdooid is en dat ge schiedt bij, een temperatuur als deze in een A anderhalven dag, is liet vleesch aan versoh vleesch gelijk en dus onderworpen aan de daarvoor geldende bepalingen. Volgens artikel 14 nu van de ge meentelijke verordening is het verbo den versch vleesch in de gemeente Haarlem in te voeren, tenzij in be paalde omstandigheden, die daar zijn opgesomd en waarop ik nu, om het betoog niet noodeloos ingewikkeld te maken, niet verder inga. Dit is even wel zeker, dat het volgens dat artikel bepaald verboden is, ook maar een pondje of zelfs een halfpcndje of een ons, kortom ook maar de kleinste hoeveelheid, in Haarlem in te voeren. Iedereen, die dus buiten Haarlem vleesch, dus oolc bevroren Argentijnsch vleesch, gaat koopen en daarmee in Haarlem komt, loopt gevaar, dat een proces-verbaal tegen hem wordt op gemaakt en dat de kantonrechter hem veroordeeld tol een boete van ten hoogste f 25.of een hechtenis van ten hoogste zes dagen. Men houde dit niet voor een bepa ling, die nu ja wel bestaat, maar die toch niet zal worden toegepast. De ge meentelijke verordeningen moeten eenmaal worden opgevolgd en wie zich er tegen verzet, loopt gevaar voor last en schade. De directeur van het Haarlemsche Slachthuis, aan wien natuurlijk de uitvoering van de verordening opge dragen is, was aandachtig geworden op dezen invoer uit Schoten van on gekeurd (Argentijnsch) vleesch en heeft op zekeren dag een man laten aanhouden, die in Schoten vleesch ge kocht had en daarmee rustig naar zijn woning in Haarlem terugkeerde. Do man was zeer verbaasd, hij wist in 't geheel niet, dat hij een verorde ning overtrad en was zoo klaarblijke lijk te goeder trouw, dat do directeur hem met een waarschuwing liet gaan en zich er mee vergenoegde, liet vleesch buiten de gemeente to laten brengen. Maar op deze clementie mag men in de toekomst niet rekenen. Integen deel, er zal op het invoeren van dit ongekeurde vleesch streng worden ge let en ieder', die daarvoor wordt gever baliseerd, zal zeer stellig door den kantonrechter veroordeeld worden. Men wete dus wel wat men doet I Indien iemand daarin een onbillijk heid mocht zien, vergist hij zich. De verordening geldt voof allen. Is het recht, dat de Haarlemsche slagers on derworpen zijn aan moeilijke en kost bare voorschriften en dat vakgenoo- ten, die even over de grens wonen, daardoor aan dezelfde contróle ont snappen Immers neen De Schoten- scho slagers zelf zullen er niet aan denken, ongekeurd vleesch, uit Argen tinië of niet, in Haarlem in to voeren zij weten heel goed, dat hun een pro ces-verbaal en een veroordeeling dreigt, maar hun klanten, di© van den prins geen kwaad wetende, hun het vleesch afkoopen en dat in Haarlem brengen, loopen precies hetzelfde ge vaar. Daarom waarschuw ik bij deze uit drukkelijk nogmaals iedereen tegen de onaangenaamheden van een straf vervolging en de kosten van een \er- oordeeling. Het is jammer, zal men zeggen, dat aldus van goedkoop vleesch donr de Ilaarlemscho gezinnen geen gebruik gemaakt kan worden. En daarmee ten ik hot eens. Misschien is in dit opzicht eerstdaags verbetering te wachten. In Argentinië wordt overwegen, om de. geslachte koeien zóó Ie verzenden, dat het mogelijk zal zijn, de dieren in het Haarlemsche Slachthuis te keuren, haar den wissel gezonden, er bij voe gende, dat hij toch wel geen gelegen heid meer hebben zou orn dien te in- casseeren, maar Meta, al te goed we tende hoeveel woeker er in de finan cieel© operaties van haar vroegeren echtgenoot school, had het geld niet willen aannemen en den wissel aan graaf Südheim teruggezonden. Was zij op dat oogenblik tegenwoor dig geweest, zij zou getroffen zijn ge weest door de woorden van innige dankbaarheid, die Hans Wilhelm nu aan 't adres van de edelmoedige vrouw sprak. VEERTIENDE HOOFDSTUK. Den volgenden dag zouden de oud ontvanger en Marianne Buchenau verlaten. Men zat gemoedelijk bijéén en praatte over het een en ander, het meest kwam men echter telkens weer op Mevr. Jadwiga en haar afschuwe lijk plan terug. Ik zou wel eens willen weten, hoe de Poolsche haar dochter het geval heeft uitgelegd, zei Fclix Buchenau, in elk geval moet zij geducht gelogen hebben. Maar dat kan zij ook. De koetsier, die in Storkow geweest was, had een paar bileven van het postkantoor aldaar meegebracht. Hier is ook een brief voor jou, lie ve Marianne, riep de oude baron. Marianne nam den brief in ont- Dan Is er natuurlijk geen hezv^aar meer, om dit vleesch, evengoed als dat van andèr vee, mits het goedgekeurd is, in Haarlem te verkoopen. Voor ieder, die wel eens een stukje vleesch op tafel hebben wil, maar daar niet te veel voor kan betalen, is het te ho pen, dat deze maatregelen spoedig hun beslag zullen krijgen. Maar ook dan nog zal het, evengoed als nu, verboden zijn, ongekeurd verscli vleesch in Haarlem in te voe ren. Het publiek, dat vleesch gaat ha len uit Schoten, Heemstede, Haariem- inerlied© of waar uit den omtrek cok, en het daarna over de grens iu Haar lem brengt, is dus gewaarschuwd. Dat mag niet en loopt op last en schade uill J. C. P. Van onzen Reisenden Redacteur UIT HET LAND DER DUISTERNIS. II. Tot een bezoek aan de staatsmijnen worden tegenwoordig alleen nog die mcnschen toegelaten, die er verschij nen met een bepaald doel en dus niet enkel eri uitsluitend uit belangstelling en nieuwsgierigheid. De directie hoeft dat verstandige besluit genomen, toen indertijd de toeloop van bezoekers zoo'n omvang aannam, dat er wel een aparte ambtei aar had aangesteld kunnen worden, alleen om hen rond te lelden. Ilec-Ie gezelschappen van dagjesmenscheu kwamen in de mijn 'es een kijkje nemen. Bovendien had den ze veel noten op hun zang, en lie pen alles en iedereen in den weg. Daarbij pleegden de meesteii onver anderlijk te repheeeren met de op merking: 'I Is hier een Staatsmijn... en ik ben een belastingbetaler als ieder ander, en heli er dus ook het mijne aan bijgedragen. Daarom kom ik nou 'es kijken! 't Was dus moeie'ijk, met de heeren do kwestie te beredeneeren, en ten slotte werd 't besluit gerromen, dat al leen met toestemming van de directie toegang zou worden verleend. Toen was 't ook uit met de vele visites van familieleden van mijnwerkers. Natuurlijk komen af en toe nog wel eens belangstellenden in de mijn, zooals bv. onlaugs de leden van het departement Amsterdam der Mij. van Nijverheid. En zelfs enkele koene da mes hebben er zich in den laatsten tijd beneden gewaagd. Zoo hoor ik van 'n Amsterdamschen prof., die met drie jonge dames in z'n gezelschap een langen toch, door de mijngalerijen heeft gemaakt. Inmiddels zet 'k mijn reis voort in de diepste diepten van de Wilhelmi- na, in do „bel-étage" zooals je den laag, die 253 M. ondergronds ligt, haast zou gaar, noemen. En nog met ver zijn we van de laadplaats weg, als een benauwende damp ons tegemoet slaat. Die wordt steeds dikker, schijnt de gang te verstoppen, en van den in genieur, die 'n nieter vóór me loopt, zie ik alleen nog de kleine gele licht vlam van z'n mijnlamp. Hier is pas een ontploffing geweest 'n Gat is ge boord in de steenkool, 'n hoeveelheid buskruit is erin gelegd en nadat de mijnwerkers zich verwijderd, hebben, heeft de aangestoken lont het kruit bereikt en de noodzakelijke verwoes ting toweeg gebracht. Die boorgaten worden in den kolen- wand gedreven met 'n boorhamer. I n de boorhamer, op zijn beurt, wordt gedreven door luchtdruk. Tot 'n span ning van zes atmosfeer saamgeperst, wordt de lucht door wijde buizen, die door de mijngalerijen gelegd zijn, ge dreven. 'k Heb den boorhamer zien werken, en gezien hoe-ie knarsend in-vreet in den harden wand, terwijl de mannen van den post nog bezip waren, een massa iosgehouwen steenkolen met groote spaden in de wagentjes over te brengen. Daar wordt goed toezicht cp gehouden, want 't is in hei belang van de opzichters, te zorgen dat de wagens goed gevuld worden afgele verd. Natuurlijk is dat een goede om standigheid. Want anders zou er door velen der mijnwerkers, wier loon ge deeltelijk in verband met Let aanval afgeleverde wagens-kolen berekend wordt, allicht au iiintum worden ge werkt met gedeeltelijk geladen wa gens. T Komt nu al wel voor, dat er teveel steenen zitten in de lading, die voor één wagen 560 K.G. bruto bedra gen kan 1 Nadat 'k in de door kruitdamp ge vulde gang een proefje heb genoten van de minder aangename atmosfeer, die op sommige punten hier kan heer- sciien de paardenstal zij in dit ver hand ook vermeld "neb "k in een oude galerij nog den benauwden geur vangst en maakte hem nieuwsgierig open. De hand van schrijven kende zij niet. Van VVera v. Ruppen, zei ze na een poosje, zal ik hem voorlezen Natuurlijk Zekerklonk het haar tegen en Marianne begon. „Lieve Juffrouw Roszner Ik moet u schrijven, want ilc voel mij eenigermate daartoe verplicht. Zooals mijn moeder mij vandaag mee deelde, wist u al, dat de afschuwelijke streek, waarvan ik het slachtoffer werd, tegen u gericht was. Na mij met chloroform bewusteloos gemaakt te hebben, sleepte men mij in een auto, reed met mij naar Berlijn en bracht mij daar bij een vrou^ onder dak. Toen mijn moeder mij terug wilde ha len, kwam ik daar met energie tegen op. Ik ben het leugenachtige luie be staan op BirroiuJorf moe en zal nu probeeren mij het beetje levensgeluk, waaraan ik behoefte heb, zelf te ver overen zonder de hulp van mijn moe der. Gij hebt miju stem en voordracht geprezen en daarom heb ik het maar gewuagd mijn talent in do tooneel- speelkunst te laten onderzoeken. Gis teren heeft die plechtigheid plaats ge had, en natuurlijk vond de directrice van de tooneelschool, aan wie ik mij voorstelde, dat ik bijzonder veel ta lent bezat. Zoo lichtgeloovig ben ik echter biet en ook niet zoo ij del en met mijzelf ingenomen, dat ik zulke uHspraken„als volkomen oprecht ge nieend beschouw. Ik weet heel goed, dat de directrice mijn leergeld van veel grooter belang vindt dan mijn talent. Maar ilc ben vastbesloten, niet bepaald dom, en ten slotte knap van uiterlijk en eerzuchtig en ik geloof, dat deze eigenschappen en mijn zoo genaamd talent voldoende zijn om blijmoedig mijn toekomst als tooneel- speelster onder de oogen te zien. Mijn leertijd zal negen maanden (luren en ik heb mij voorgenomen heel vlijtig te zijn. Mijn moeder ondersteunt mij zoo lang het noodig is. Do hoofdreden, waarom ik u schrijf, is echter deze u te verzoeken, mijn moeder den rede- loozen haat te vergeven, dien zij tegen u voelde. Word gelukkig in uw huwelijk met baron Buchenau. Misschien ontmoe ten wij elkaar in ons later leven nog wel eens, als ik iets geworden ben een beroemde kunstenares I Dan zit gij in een loge met roodfluweelen kus sens en klapt in de handen, en ik buig vol dankbaarheid. Doe alstublieft inijn groeten aan de familie opjduchenau en aan uw bes ten vader. Mijn adres noem ik niet, omdat ik voorloopig onbekend wil blij ven, met het doel later des te stralen der voor den dag te komen. Ge ziet wel, ik ben geraffineerd 1 Hartelijk gegroet van WERA RUPPEN.'1- Nadat Marianne geëindigd had, heerschte er minutenlang diep zwijgen tusschen de vijf menschen. Dat meisje bezit een degelijke kern, zei de barones, cn ik beu over tuigd, dat zich bij haar, nu zij een maal uit de omgeving van haar ijdele, genotzuchtige moeder is, zioh de goe de eigenschappen het best zullen ont wikkelen. Ik hoorde gisterenavond in den „Adelaar" te Stcrkow, dat de Pool sche al aan het onderhandelen is over het verkoopen van Birrendorf, zei Fc lix Buchenau. Het ging heel gemakke lijk en de koop moet al zoo goed als afgesloten zijn. Een rijke Berlijnsche bankier wil het voor zijn schoonzoon koopen. Hij moet al lang het oog op Birrendorf gevestigd gehad hebben, maar tot nu toe wilde Mevr. v. Rup pen er niets van weten. Zij krijgt het heel goed betaald, beweert men. Wat men in den „Adelaar" te Stor kow verteld had, bleek waar te zijn, en de zaak was al zoo ver gekomen, dat op denzelfden middag, waarop men op Buchenau den brief van era ontving, het koopcontract tusschen Mevr. v. Ruppen en den Berlijnschen bankier geteekend werd. Het kon Mevr. Jadwiga nu zelfs niet snel ge noeg gaan. Heimwee lokte haar de wijde wereld in om vergetelheid te zoeken. Hier was zij toch onmogelijk geworden. Als zij geen toegang meer Onze Lachhoek DE NIEUWSTE. DE ONDERWIJZERS EN DE BACTERIE. Een onderwijzer, een voorman in den strijd om booger salaris, komt bij den ontvanger zijn geld ontvangen. De ontvanger maakt zijn verontschul digingen, dat de bankbiljetten zoo vuil zijn: ilc hoop, dat u niet bang bent voor bacteriën. Och wat, bacteriën I Ik heb zoo weinig salaris, dal een bacterie daar van zelfs niet lean blijven leven. KLEINE VERGISSING. Deftige oude heer; Hoe heet je, jongetje? Jongetje: Jacob Gerrits. De oude heer: Waarom zeg je niet „meneer"? Zeg mij nu nog eens: Hoe heet je? Jongetje: Mijnheer Jacob Ger rits. scheidenlijk naar het 41ste en 29ste iandwoerdistrict de reserve luitenant kolonel A. J. P. A. de Vries en de re serve-majoor J. Stam, commandanten respectievelijk in het 43st© en 35ste landweerdistrict, en zulks onder eer volle ontheffing van het bevel over do districten, waarover zij thans liet be vel voeren zijn met ingang van 1 November be noemd bij het reserve-personeel der land macht, met bestemming voor den dienst der landweer, bij de infanterie der landweer tot reserve-kapitein on derscheidenlijk in het 11de, het 2de en het 4de landweerdistrict, de gep. kapiteins F. C. Kruyt, A. P. E. deil Hengst en W. Aars, van het wapen der infanterie van het leger in Ned.- Indié; is met ingang van 1 November aan den reserve-luitenant-kolonel P. A. Gallas, commandant in het 14de land weerdistrict, op het daartoe door hem gedaan verzoek, een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend is met ingang van 7 November aan den reserve le-luitenant H. J. Pluij- gc-rs, van het 3de regiment huzaren, op het daartoe door hem gedaan ver zoek, een eervol ontslag uit den mili tairen dienst verleend. Bij Koninklijk besluit is met in gang van 16 November aan den com mies der posterijen 2de klasse C. C. Saton op zijn verzoek als zoodanig oervol ontslag verleend. Bij Koninklijk besluit is met in gang van 1 Januari 1913 aan den hoofdcommies bij de Topographïsciie Inrichting G. F. Kierdorff, op zijn verzoek, met het oog op zijn leeftijd een eervol ontslag verleend uit zijne voormeld© betrekking. Is met ingang van 1 November be noemd tot secretaris van het Collega van Regenten over de Rijkswerkin richting te Hoorn, F. H. Iïolzrnuller, leeraar aan de Rijks Hoogere Bur gerschool, wonende aldaar. Is do met verlof in Europa aanwe zige dirigoerend paardenarts van het leger in Nederlnndsch-Indië H. J. Tromp de Haas, ter zake van een lichaamsgebrek, niet ontstaan in en door den dienst, met ingang van 1 No vember eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Is de met verlof in Europa aanwe zige militaire apotheker der 1ste klas se van het leger in Nederlaxidsch-Iri- Aié D. ,T. K. Wetselaar op zijn verzoek ter zake van een lichaamsgebrek niet ontstaan in en door den. dienst, met ingang van 1 November eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toe kenning van pensioen. Is met ingang van 1 November be noemd lot secretaris van den Voogdij raad te Breda J. li. van Mierlo, ge- mee nte-ontvanger van Ginneken, wo nende aldaar, en is aan J. H. van Mierlo, voornoemd, ontheffing ver leend van het bepaalde in artikel 3, dorde lid, van den Algemeenen Mam- regel van Bestuur van 15 Juni 1905 (Staatsblad no. 207). Bij beschikking van den Minister van Justitie is benoemd, met ingang van I Januari 1913, tot concierge bij den Hoogen Raad der Nederlanden, R M. van der Meijden, thans Rijks veldwachter (brigadier-titulair), ie s-Gravenhage. Blijkens bij het Departement vaa Murine ontvangen bericht is Hr. >is. pantserdekscliip Holland, onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee C. li. de Lunanot de la Sablomère, den 21sten October te Thangkas aangeko men is Hr. Ms. pantserdekscliip Gel derland, onder bevel van den kapitein ter zee J. P. Guépin, 19 dezer Kaap Finisterre gepasseerd: zijn Hr. Ms. torpedoboot jagers Jakhals en Bul- hond, onder bevel van den luitenant ter zee der 1st© klasse F. H. baron van Dedem, den 21sten dezer te Co lombo aangekomen. op Buchenau had, dan kon zij even goed heengaan. Men zou haar overal in den omtrek met wantrouwen aan zien, En om Wera behoefde zij zich ook niet te bekommeren, zij was vast besloten te doen, wat zij zichzelf had voorgenomen. Het onaangenaamste vond zij, dat W'cra haar had geschre ven, dat zij na er met Mevr. Lütto.v over gesproken te hebben, er maar toe besloten was voorloopig bij die dame te blijven wonen, dat was niet duur en zij had dan meteen wat gezellig heid. Mevr. Lüttow was begonnen les in vreemde talen t© geven en had het geluk al twee leerlingen te hebben. Eerst wilde Mevr. Jadwiga zich er mee bemoeien en Wera verbieden, bij deze vrouw te blijven, maar na rijpe overweging bedacht zij, dat z© met haar verbod toch wel niets bereiken zou. Het was eigenlijk het verstan digst, de dingen maar kalm zijn gang te laten gaan. Zij zou bij een Berlijn sche bank een paar duizend mark voor Wera deponeeren en dan de wij de wereld intrekken, waar licht, glans en genoegen te vinden was en waar zij vergat, dat zij een dochter had, waar zij vergat, dat zij een man had bemind, een man, die voor den arra van het gerecht had moeten vluchten, en dien zij wei nooit weer terug zou zien.„„ (Slot volgt)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5