HhU's Dagblad
HET ROODE LIGHT.
van rottend hout kunnen opsnuiven,
en ben gebaggerd door 'n lage gang,
die zóó vochtig was, dat zelfs m'n
mijn werkerslaarzen er niet tegen be
stand bleken, en niet meer waterdicht
bleven. Och, och, wat zou 't een heerlijk
effect geven als je eens de Haègsche
fatjes die 's middags in de Veenestraót
zfig) flaneercn, in corps kon neer
laten in een kolenmijn, om er met
Lackstiefel en lichtkleurige slobkou
sen aan door 'n lage, natte galerij te
kruipen't Zou nog mooier zijn,
dan 't figuur dat de Limburgsche
mijnwerkers in het centrum van den
Neïlerlandschen chic zouden maken...
's Middags, na weer op-gesneld te
zijn naar dcu beganen grond, en de
ongewone gewaarwording ondervon
den te hebben, die het schelle daglicht
je na cpn lang ondergrondsch bezoek
aan de oogen teweegbrengt... 's mid
dags heb ik m'n tijd besteed met de
ploegwisseling van de mijnwerkers,
en daarna de boveiigrondsche werken
be zien.
Om twee uur. heb 'k de honderden
werkers van de ochtendploeg in groep
jes per lift zien arriveeren, en zich
naar de groote badzaal haasten.
De iniddagploeg begint haar dienst!
Over 't voorplein van t hoofdgebouw,
trekken ze in langen stoet naar bun
werk. En er zijn er heel veel bij, die
d'r „netter" zullen uitzien nis ze aan
stonds hun werkpak hebben aange
trokken. Eén heel merkwaardige type
heb ik er ontmoet. 'n Forsche,
zware kerel met een paar uitgcloopen
schoenen aan. gaten in de knieën van
z'n on-kleurig" broek, 6en bloote elle
boog door z'n mouw stekend maar
"n zijden das aan, en een hoed-A-la-
Itinaldo op 1 :n Ander marcheert met
een waarlijk geweldigen, knoestige»
knuppel als w uudelstuk. Velen dra
gen kleurige zakdoeken om hun hals,
en 't geheel is een verzameling van
zoo uiteeuloopendo types, dat 'k in
stem met een der ingei leurs, die
spreekt van ,,'n prachtonderwerp om
'es een maandje studie van te komen
maken."
De Limburgers schijnen zich bijzon
der sterk te hechten aan hun woon
plaats. En dat is natuurlijk tot nadeel
van den groei der „kolonie", die zich
nochtans uitbreidt, en waar iiu al een
kleine 20U gezinnen onderdak ge
bracht zijn. .Maar vele mijnwerkers,
die uren ver van de mijn wonen, blij
ven stijfkoppig eraan vasthouden, om
in hun dor,- te wonen. En dagelijks
leggen ze getroost den langen afstand
heen en terug af, aldus den tijd dat ze
van huis zijn met eenige uren omioo-
dig verlengend.
In Heerlen wonen veel Duitsche cn
Belgische arbeiders, vvunt in de mij
nen der maatschappijen werkt ook
vreemd volk. Daai is het dan een in
ternationale verzameling van de meest
uiteenloopeiide elementen. En rl©
courantenlezer, die eenigszins gere
geld de rubriek Binnenland volgt,
kent het groote aantal der vechtpar
tijen en misdaden in deze streek.
Die tevens bewijzen, hoe dikwijls het
mes liet onmiddellijk gevolg van do
kroeg is.
De bovengrcr.dsche werken van de
staatsmijnen geven je een machtigen
totaal-indruk. Alles is hier op groote
schaal ingericht, en bij iedere machi
ne en iedere installatie hooren cijfers
waarvan je duizelt.
Ik kan er hier maar een vluchtige
beschrijving van geven, omdat een af
dalen in technische détails idem zóó
veel kolommen copie zou beteekenen.
Iemand, die het nog niet gezien heeft,
kan er zich geen flauwe voorstelling
maken wat alzoj aan de technische
installatie van een kolenmijn vastzit.
Maar hij krijgt al respect, als-ie na
het sorteeren der kolen en de afschei
ding der groote stukken op den me-
ter-breeden metalen sorteerband ge
zien te hebben, in de wasscherij komt.
Alles wordt daar electrisch gedreven
en 't merkwaardigste is wel de reus
achtige ijzeren trommel, meters-in-
middellijn, waarin steenen uit de ko
len worden verwijderd. In dien trom
mel-wordt water gespoten, terwijl de
groote stukken worden verwijderd en
er vier grootten van nootjeskolen ge
sorteerd werden.
De slechte restanten uit het ruwe
product worden voor alle zekerheid
nog eens chemisch onderzocht, om de
bruikbaarlieïd ervan te onderzoeken.
En de negen groote stoomketels van
tiet bedrijf werden gestookt met het
allerslechtste deel van liet product:
slik, vermengd met wat Duitsche vet-
kolen. Dat is, wat men „wijs beleid"
pleegt te noemen
Wanneer je de uitgebreide veilig
heidsmaatregelen ziet, ai© voor de lif-
ten in de mijnschacht genomen zijn,
dan schijnen ongelukken daarmee
haast onmogelijk.
De machinist der groote electrische
installatie, die do drijfkracht voor de
liften levert en in een machinezaal
bovengronds is aangebracht, ontvangt
geregeld belsignaleu waaruit hij kan
opmaken welke daal-snelheid de hit
mag hebben. Voo. personen is 't maxi
mum 6 M per seconde, voor materieel,
12 M. En op den meter, vóór zich, kan
de roan de snelheid controleereu. llij
moet z'n werk absoluut ongestoord
verrichten, en 'l is zelfs verboden Jets
tegen 'in te zeggen. Mocht-ie eens on
verhoopt plotseling niet in staal zijn
z'n machine to bedienen, dan wordt
zij binnen 'n mirimum van tijd gestopt
door 'n automatische reminrichting,
die de machine belet, te ver door te
loojien. Van 't absoluut-zekcr werken
dier rem heb in me kunnen overtui
gen. Aan de liften zelf zijn nog klau
wen aangebracht die in geval bepaal
de onderdeelen braken, onmiddellijk
in metalen platei: terzijde der lift
grijpen, en haai stoppen zouden. Al
werden dan ook di- staalplaten ge
scheurd, en zouden de vlammen eruit
slaan!
Buiten de machinegebouwen staat
'n hooge watertoren, die als hoogte
punt dient voor den afvoer van 't uit
do mijn opgepompte water naar een
naburig beekje, waardoor weer twee
korenmolens gedreven worden. Uok
in geval van brand komt de water
voorraad natuurlijk te pas. En als
eeu aardig geval mag gelden dat ver
leden jaar, in den drogen tijd, een
boer in de buurt op z'n verzoek ge
holpen wend, door water op zijn land
te brengen. Maar toen kwamen de
molenaars klagen 1
De reusachtige installatie van het
staatsmijnbedrijf komt dus ook al de
omwonenden ten goede. En niet al
leen door die waterleiding aan dat
beekje! Welneeu dat is maar c-an
kleinigheid, in vergelijking met de ge
weldige hoeveelheid electïiciteit die
voor verlichtings- en krachts-aanwen-
ding geleverd wordt aan alle plaatsen
in de omgeving, tot Maastricht toe,
aan de andere Staatsmijnen en bo
vendien nog aan de mijnen der maat
schappijenNaast elkaar liggen
daar kabel Heerlen—Emma, kabel
Simpelvela—Maastricht, kabel Laura,
enzooYOorts. En ook aan de tusschen-
liggende plaatsjes, zooals Meersen,
Valkenburg, Bocholtz, wordt gele
verd.
De groote machinehal is indrukwek
kend.
De grootste electrische turbine heeft
een capaciteit van 3UOO E. P. K., de
beide reserve machines hebben samen
evenveel. En een reusachtig wiel van
lSuOÜ K.G. zwaarte, dat 50U omwente
lingen per minuut maakt, dient als
huilerapparaat. tot het neutraliseeren
der schokken van de kooi
Een machtigen indruk heb ik mee
genomen van dit zich ontwikkelende
Staatsbedrijf, zooals het daar uitge
voerd en geadministreerd wordt door
een paar duizend mcnschen in het
reusachtige huis, dat zich tientallen
meters boven, en honderdtallen
meters o n d e r den grond uitstrekt...
ROBERT P.
Binnenland
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij Koninklijk besluit is eervol ont
heven met ingang van 25 October uit
zijn commando over het 5de Land
weerdistrict, de luitenant-kolonel van
den Provincialen Staf W. R. H. Wak
ker, Provinciaal-adjudant in Gronin
gen en Drente, belast met do betrek
king van commandant in voornoemd
district
zijn benoemd
A. bij het reserve-personeel der
landmacht met bestemming voor den
dienst bij de Landweer, bij dc Infan
terie der Landweer, met ingang van
25 October
o. tot reserve-luitenant-kolonel,
commandant in het 5de landweerdis
trict, de gepensionneerde luitenant-
kolonel der infanterie W. J. R. Lan-
zing, van het Leger in Nc-derlandsch-
Indië
b. tot reserve-majoor, commandant
onderscheidenlijk in het 10de en het
43ste Landweerdistrict, de gepension
neerde majoor, met litulairen rang
van luitenant-kolonel, der infanterie
G. Nypels en de gepensionneerde ma
joor der infanterie A. W. A. de Koek
van Leeuwen, beiden van het leger in
Nederlandsch-Indie
c. tot commandant, onderscheiden
lijk van het 19de en 35ste Lamdweet-
djstrict, de reserve-kapiteins J. A. L.
M. Struycken en J. T. Wilkens, beiden
van de infanterie der landweer, on
derscheidenlijk van het 22st© en 3lste
Landweerdist riet
met ingang van 1 November tot re-
serve-luitenani-kolonel, commandant
in het 14de Landweerdistrict, de gep.
luitenant-kolonel der infanterie W.
H. B. van der Zwaan, van het leger
in Nederlandsch-Indië.
B. Bij de Landweer met ingang van
25 October tot landweer-districts-com-
mandant onderscheidenlijk in het
45ste en 38ste landweerdistrict de ka
pitein der infanterie J. C. van Linden
Tol, van het 2de regiment, en K. G. A.
Muller, van hei 3de regiment
en zijn overgeplaatst
met ingang van 25 October onder-
TWEEDE BLAD
Dinsdag 22 Octobar 1912
OM ONS HEEN
No. 1603
Ean Opmerking en een Waar
schuwing over ArgentUnseb
VleaSEh.
Het is aan onze lezers bekend, dat er
sedert eenigen tijd Argentijnsch
rleesch in Europa, ook in Nederland,
wordt ingevoerd. Op een oogenblik
werd het ook in Haarlem verhandeld,
maar in den laatsten tijd werd daar
van niet meer vernomen. Thans wordt
het verkocht in Schoten, waar het zoo
ieer de aandacht getrokken heeft, dat
de slagers er naar 't schijnt de con
currentie van zijn gaan gevoelen al
thans onlangs werd gemeld, dat ook
Nederlandsch vleesch er tot verlaag
den prijs verkocht werd.
Nu is uit den aard van de zaak de
p r ij s van vleesch niet het eenige en
zelfs niet het vc ornaauiste, waarop bij
den aankoop gelet moet worden. Er
komen inderdaar, ver van slachthui
zen rerwijderd, gevallen voor waarin
vleesch voor een dubbeltje per pond
verkocht wordt en tot dien prijs nog
te duur is. behoedauigheid is
het eerste, waarop te letten valt. Toch
wil ik dat punt op dit oogenblik niet
nader bezien, maar de aandacht vesti
gen op twee aangelegenheden betref
fende Argentijnsch vleesch, waarme
de het gemeentebestuur en het pu
bliek te maken hebben.
Vooreerst dar. wat het gemeentebe
stuur aangaat.
Het Argentijnsch vleesch wordt
hierheen gezonden in twee vormen,
namelijk gezouten en bevroren.
Het gezouten vleesch behoort na
tuurlijk tot de toebereide
vleescliwareu en op dezo soorten be
slaat tot heden in Haarlem nog geen
keuring.
Terecht hebben de Ilaarlemsche sla
gers daar indertijd op gewezen en er
protest tegen aangeteckend het is ook
geen logisch stelsel, "dat terwijl de
eigen inwoners, die van den vleescli-
handcl uitsluitend moeten bestaan,
(de vleeschhouwers) geen stukje mo
gen verkoopen, zonder dat daarvoor
vrij hooge slacht- en keurloonen zijn
Betaald, terwijl zij altijd het gevaar
voor afkeuring loepen, fabrikanten
buiten de stad vrij en naar hartelust
worst, galantine, getruffeerde en ande
re toebereide vleeschwaren hier invoe
ren, die de keuring niet behoeven te
passeeren en waarvoor dus ook niets
aan de gemeentekas wordt betaald.
Bovendien schiet men daardoor te
kort in het beg'nsel, dat ter wille van
de openbare gezondheid
al het in Haarlem geconsumeerde
vleesch aan het Slachthuis moet ge
keurd worden.
B. en W. waren in deze diligent. In
de Raadsvergadering van 9 Aug. 1911
stelde het College aan den Raad voor,
gehoord den directeur van het Slacht
huis en de sub-commissie van bijstand,
dat de Commissie voor de strafveror
deningen voorstellen zou doen tot aan
vulling van de verordening op dit
punt
Zoo zeker was men van zijn zaak,
dat de wijze van contróle reeds om
schreven wenl de keurmeester zou
namelijk in de winkels zelf nasporen,
of de toebereide vleeschwaren wel het
stempel van ons Slachthuis droegen.
De Raad was er zoo mee ingenomen,
dat niemand er een woord aan ver-
Bpilde. Met algemeene stemmen werd
het voorstel goedgekeurd.
Wij zijn nu veertien maanden ver
der, maar de aanvulling heeft qog al-
lijd niet plaats gehad. Zijn er onge
dachte moeilijkheden in den weg ge
komen Of heeft de Commissie voor
ie strafverordeningen méér dan de
len tijd noodig voor het vinden van de
F y i i ©fê si
Kom an ui' h t Du-itsch
van Anny v. Panhnys.
82)
Al bezat Richarski het stuk zelf niet
ijneer, dan kon hij door zijn bemidde
ling toch wel voor een uitstel zorgen,
maar nu wie weet, wie morgen
met den wissel bij hem zou komen
aanzetten. Bij den eersten, den besten
mensch maar met zijn verzoek aan te
komen, dat kon hij toch niet doen.
En Richarski zou er niet vandoor
gegaan zijn zonder eerst den wissel
te gelde te maken, die den naam van
graaf Sudheim droeg. Wat een ver-
wenschte toestandl bromde Hans Wil
helm. De eetlust voor het ontbijt was
hem totaal vergaan.
Daar werd aan zijn deur getikt.
Het was zijn oppasser, die hem een
brief bracht van Meta Löttow, do ge
scheiden vrouw van Richarski.
Toen hij dezen doorgelezen had, zat
hij stom verbaasd, want in den brief
fas de wissel, waarover hij in zoo
$roote zorg verkeerde. Richarski had
Juiste formule Wanneer dat laatste
het geval is mag hier toch wel op
spoed aangedrongen worden. Uit bil
lijkheid jegens dc Haarlemsche sla
gers, van wie de meesten toch al nic-t
op rozen gaan en in bet belang van de
openbare gezondheid.
Maar nu het bevroren Argentijnsclie
vleesch. Dat wordt niet gerekend lot
de toebereide vleeschwaren te behoo-
ren. Zoodra het ontdooid is en dat ge
schiedt bij, een temperatuur als deze
in een A anderhalven dag, is liet
vleesch aan versoh vleesch gelijk en
dus onderworpen aan de daarvoor
geldende bepalingen.
Volgens artikel 14 nu van de ge
meentelijke verordening is het verbo
den versch vleesch in de gemeente
Haarlem in te voeren, tenzij in be
paalde omstandigheden, die daar zijn
opgesomd en waarop ik nu, om het
betoog niet noodeloos ingewikkeld te
maken, niet verder inga. Dit is even
wel zeker, dat het volgens dat artikel
bepaald verboden is, ook maar
een pondje of zelfs een halfpcndje of
een ons, kortom ook maar de kleinste
hoeveelheid, in Haarlem in te voeren.
Iedereen, die dus buiten Haarlem
vleesch, dus oolc bevroren Argentijnsch
vleesch, gaat koopen en daarmee in
Haarlem komt, loopt gevaar, dat een
proces-verbaal tegen hem wordt op
gemaakt en dat de kantonrechter hem
veroordeeld tol een boete van ten
hoogste f 25.of een hechtenis van
ten hoogste zes dagen.
Men houde dit niet voor een bepa
ling, die nu ja wel bestaat, maar die
toch niet zal worden toegepast. De ge
meentelijke verordeningen moeten
eenmaal worden opgevolgd en wie zich
er tegen verzet, loopt gevaar voor last
en schade.
De directeur van het Haarlemsche
Slachthuis, aan wien natuurlijk de
uitvoering van de verordening opge
dragen is, was aandachtig geworden
op dezen invoer uit Schoten van on
gekeurd (Argentijnsch) vleesch en
heeft op zekeren dag een man laten
aanhouden, die in Schoten vleesch ge
kocht had en daarmee rustig naar
zijn woning in Haarlem terugkeerde.
Do man was zeer verbaasd, hij wist
in 't geheel niet, dat hij een verorde
ning overtrad en was zoo klaarblijke
lijk te goeder trouw, dat do directeur
hem met een waarschuwing liet gaan
en zich er mee vergenoegde, liet
vleesch buiten de gemeente to laten
brengen.
Maar op deze clementie mag men in
de toekomst niet rekenen. Integen
deel, er zal op het invoeren van dit
ongekeurde vleesch streng worden ge
let en ieder', die daarvoor wordt gever
baliseerd, zal zeer stellig door den
kantonrechter veroordeeld worden.
Men wete dus wel wat men doet I
Indien iemand daarin een onbillijk
heid mocht zien, vergist hij zich. De
verordening geldt voof allen. Is het
recht, dat de Haarlemsche slagers on
derworpen zijn aan moeilijke en kost
bare voorschriften en dat vakgenoo-
ten, die even over de grens wonen,
daardoor aan dezelfde contróle ont
snappen Immers neen De Schoten-
scho slagers zelf zullen er niet aan
denken, ongekeurd vleesch, uit Argen
tinië of niet, in Haarlem in to voeren
zij weten heel goed, dat hun een pro
ces-verbaal en een veroordeeling
dreigt, maar hun klanten, di© van den
prins geen kwaad wetende, hun het
vleesch afkoopen en dat in Haarlem
brengen, loopen precies hetzelfde ge
vaar.
Daarom waarschuw ik bij deze uit
drukkelijk nogmaals iedereen tegen
de onaangenaamheden van een straf
vervolging en de kosten van een \er-
oordeeling.
Het is jammer, zal men zeggen, dat
aldus van goedkoop vleesch donr de
Ilaarlemscho gezinnen geen gebruik
gemaakt kan worden. En daarmee ten
ik hot eens. Misschien is in dit opzicht
eerstdaags verbetering te wachten.
In Argentinië wordt overwegen, om
de. geslachte koeien zóó Ie verzenden,
dat het mogelijk zal zijn, de dieren in
het Haarlemsche Slachthuis te keuren,
haar den wissel gezonden, er bij voe
gende, dat hij toch wel geen gelegen
heid meer hebben zou orn dien te in-
casseeren, maar Meta, al te goed we
tende hoeveel woeker er in de finan
cieel© operaties van haar vroegeren
echtgenoot school, had het geld niet
willen aannemen en den wissel aan
graaf Südheim teruggezonden.
Was zij op dat oogenblik tegenwoor
dig geweest, zij zou getroffen zijn ge
weest door de woorden van innige
dankbaarheid, die Hans Wilhelm nu
aan 't adres van de edelmoedige vrouw
sprak.
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Den volgenden dag zouden de oud
ontvanger en Marianne Buchenau
verlaten. Men zat gemoedelijk bijéén
en praatte over het een en ander, het
meest kwam men echter telkens weer
op Mevr. Jadwiga en haar afschuwe
lijk plan terug.
Ik zou wel eens willen weten, hoe
de Poolsche haar dochter het geval
heeft uitgelegd, zei Fclix Buchenau,
in elk geval moet zij geducht gelogen
hebben. Maar dat kan zij ook.
De koetsier, die in Storkow geweest
was, had een paar bileven van het
postkantoor aldaar meegebracht.
Hier is ook een brief voor jou, lie
ve Marianne, riep de oude baron.
Marianne nam den brief in ont-
Dan Is er natuurlijk geen hezv^aar
meer, om dit vleesch, evengoed als dat
van andèr vee, mits het goedgekeurd
is, in Haarlem te verkoopen. Voor
ieder, die wel eens een stukje vleesch
op tafel hebben wil, maar daar niet
te veel voor kan betalen, is het te ho
pen, dat deze maatregelen spoedig hun
beslag zullen krijgen.
Maar ook dan nog zal het, evengoed
als nu, verboden zijn, ongekeurd
verscli vleesch in Haarlem in te voe
ren. Het publiek, dat vleesch gaat ha
len uit Schoten, Heemstede, Haariem-
inerlied© of waar uit den omtrek cok,
en het daarna over de grens iu Haar
lem brengt, is dus gewaarschuwd.
Dat mag niet en loopt op last en
schade uill
J. C. P.
Van onzen Reisenden
Redacteur
UIT HET LAND DER DUISTERNIS.
II.
Tot een bezoek aan de staatsmijnen
worden tegenwoordig alleen nog die
mcnschen toegelaten, die er verschij
nen met een bepaald doel en dus niet
enkel eri uitsluitend uit belangstelling
en nieuwsgierigheid. De directie hoeft
dat verstandige besluit genomen, toen
indertijd de toeloop van bezoekers
zoo'n omvang aannam, dat er wel een
aparte ambtei aar had aangesteld
kunnen worden, alleen om hen rond
te lelden. Ilec-Ie gezelschappen van
dagjesmenscheu kwamen in de mijn
'es een kijkje nemen. Bovendien had
den ze veel noten op hun zang, en lie
pen alles en iedereen in den weg.
Daarbij pleegden de meesteii onver
anderlijk te repheeeren met de op
merking: 'I Is hier een Staatsmijn...
en ik ben een belastingbetaler als
ieder ander, en heli er dus ook het
mijne aan bijgedragen. Daarom kom
ik nou 'es kijken!
't Was dus moeie'ijk, met de heeren
do kwestie te beredeneeren, en ten
slotte werd 't besluit gerromen, dat al
leen met toestemming van de directie
toegang zou worden verleend. Toen
was 't ook uit met de vele visites van
familieleden van mijnwerkers.
Natuurlijk komen af en toe nog wel
eens belangstellenden in de mijn,
zooals bv. onlaugs de leden van het
departement Amsterdam der Mij. van
Nijverheid. En zelfs enkele koene da
mes hebben er zich in den laatsten
tijd beneden gewaagd. Zoo hoor ik
van 'n Amsterdamschen prof., die met
drie jonge dames in z'n gezelschap
een langen toch, door de mijngalerijen
heeft gemaakt.
Inmiddels zet 'k mijn reis voort in
de diepste diepten van de Wilhelmi-
na, in do „bel-étage" zooals je den
laag, die 253 M. ondergronds ligt,
haast zou gaar, noemen. En nog met
ver zijn we van de laadplaats weg, als
een benauwende damp ons tegemoet
slaat. Die wordt steeds dikker, schijnt
de gang te verstoppen, en van den in
genieur, die 'n nieter vóór me loopt,
zie ik alleen nog de kleine gele licht
vlam van z'n mijnlamp. Hier is pas
een ontploffing geweest 'n Gat is ge
boord in de steenkool, 'n hoeveelheid
buskruit is erin gelegd en nadat de
mijnwerkers zich verwijderd, hebben,
heeft de aangestoken lont het kruit
bereikt en de noodzakelijke verwoes
ting toweeg gebracht.
Die boorgaten worden in den kolen-
wand gedreven met 'n boorhamer. I n
de boorhamer, op zijn beurt, wordt
gedreven door luchtdruk. Tot 'n span
ning van zes atmosfeer saamgeperst,
wordt de lucht door wijde buizen, die
door de mijngalerijen gelegd zijn, ge
dreven.
'k Heb den boorhamer zien werken,
en gezien hoe-ie knarsend in-vreet in
den harden wand, terwijl de mannen
van den post nog bezip waren, een
massa iosgehouwen steenkolen met
groote spaden in de wagentjes over te
brengen. Daar wordt goed toezicht cp
gehouden, want 't is in hei belang
van de opzichters, te zorgen dat de
wagens goed gevuld worden afgele
verd. Natuurlijk is dat een goede om
standigheid. Want anders zou er door
velen der mijnwerkers, wier loon ge
deeltelijk in verband met Let aanval
afgeleverde wagens-kolen berekend
wordt, allicht au iiintum worden ge
werkt met gedeeltelijk geladen wa
gens. T Komt nu al wel voor, dat er
teveel steenen zitten in de lading, die
voor één wagen 560 K.G. bruto bedra
gen kan 1
Nadat 'k in de door kruitdamp ge
vulde gang een proefje heb genoten
van de minder aangename atmosfeer,
die op sommige punten hier kan heer-
sciien de paardenstal zij in dit ver
hand ook vermeld "neb "k in een
oude galerij nog den benauwden geur
vangst en maakte hem nieuwsgierig
open. De hand van schrijven kende zij
niet.
Van VVera v. Ruppen, zei ze na
een poosje, zal ik hem voorlezen
Natuurlijk Zekerklonk het
haar tegen en Marianne begon.
„Lieve Juffrouw Roszner
Ik moet u schrijven, want ilc voel
mij eenigermate daartoe verplicht.
Zooals mijn moeder mij vandaag mee
deelde, wist u al, dat de afschuwelijke
streek, waarvan ik het slachtoffer
werd, tegen u gericht was. Na mij met
chloroform bewusteloos gemaakt te
hebben, sleepte men mij in een auto,
reed met mij naar Berlijn en bracht
mij daar bij een vrou^ onder dak.
Toen mijn moeder mij terug wilde ha
len, kwam ik daar met energie tegen
op. Ik ben het leugenachtige luie be
staan op BirroiuJorf moe en zal nu
probeeren mij het beetje levensgeluk,
waaraan ik behoefte heb, zelf te ver
overen zonder de hulp van mijn moe
der. Gij hebt miju stem en voordracht
geprezen en daarom heb ik het maar
gewuagd mijn talent in do tooneel-
speelkunst te laten onderzoeken. Gis
teren heeft die plechtigheid plaats ge
had, en natuurlijk vond de directrice
van de tooneelschool, aan wie ik mij
voorstelde, dat ik bijzonder veel ta
lent bezat. Zoo lichtgeloovig ben ik
echter biet en ook niet zoo ij del en
met mijzelf ingenomen, dat ik zulke
uHspraken„als volkomen oprecht ge
nieend beschouw. Ik weet heel goed,
dat de directrice mijn leergeld van
veel grooter belang vindt dan mijn
talent. Maar ilc ben vastbesloten, niet
bepaald dom, en ten slotte knap van
uiterlijk en eerzuchtig en ik geloof,
dat deze eigenschappen en mijn zoo
genaamd talent voldoende zijn om
blijmoedig mijn toekomst als tooneel-
speelster onder de oogen te zien. Mijn
leertijd zal negen maanden (luren en
ik heb mij voorgenomen heel vlijtig te
zijn. Mijn moeder ondersteunt mij zoo
lang het noodig is. Do hoofdreden,
waarom ik u schrijf, is echter deze u
te verzoeken, mijn moeder den rede-
loozen haat te vergeven, dien zij tegen
u voelde.
Word gelukkig in uw huwelijk met
baron Buchenau. Misschien ontmoe
ten wij elkaar in ons later leven nog
wel eens, als ik iets geworden ben
een beroemde kunstenares I Dan zit
gij in een loge met roodfluweelen kus
sens en klapt in de handen, en ik buig
vol dankbaarheid.
Doe alstublieft inijn groeten aan de
familie opjduchenau en aan uw bes
ten vader. Mijn adres noem ik niet,
omdat ik voorloopig onbekend wil blij
ven, met het doel later des te stralen
der voor den dag te komen. Ge ziet
wel, ik ben geraffineerd 1
Hartelijk gegroet van
WERA RUPPEN.'1-
Nadat Marianne geëindigd had,
heerschte er minutenlang diep zwijgen
tusschen de vijf menschen.
Dat meisje bezit een degelijke
kern, zei de barones, cn ik beu over
tuigd, dat zich bij haar, nu zij een
maal uit de omgeving van haar ijdele,
genotzuchtige moeder is, zioh de goe
de eigenschappen het best zullen ont
wikkelen.
Ik hoorde gisterenavond in den
„Adelaar" te Stcrkow, dat de Pool
sche al aan het onderhandelen is over
het verkoopen van Birrendorf, zei Fc
lix Buchenau. Het ging heel gemakke
lijk en de koop moet al zoo goed als
afgesloten zijn. Een rijke Berlijnsche
bankier wil het voor zijn schoonzoon
koopen. Hij moet al lang het oog op
Birrendorf gevestigd gehad hebben,
maar tot nu toe wilde Mevr. v. Rup
pen er niets van weten. Zij krijgt het
heel goed betaald, beweert men.
Wat men in den „Adelaar" te Stor
kow verteld had, bleek waar te zijn,
en de zaak was al zoo ver gekomen,
dat op denzelfden middag, waarop
men op Buchenau den brief van era
ontving, het koopcontract tusschen
Mevr. v. Ruppen en den Berlijnschen
bankier geteekend werd. Het kon
Mevr. Jadwiga nu zelfs niet snel ge
noeg gaan. Heimwee lokte haar de
wijde wereld in om vergetelheid te
zoeken. Hier was zij toch onmogelijk
geworden. Als zij geen toegang meer
Onze Lachhoek
DE NIEUWSTE.
DE ONDERWIJZERS EN DE
BACTERIE.
Een onderwijzer, een voorman in
den strijd om booger salaris, komt bij
den ontvanger zijn geld ontvangen.
De ontvanger maakt zijn verontschul
digingen, dat de bankbiljetten zoo
vuil zijn:
ilc hoop, dat u niet bang bent
voor bacteriën.
Och wat, bacteriën I Ik heb zoo
weinig salaris, dal een bacterie daar
van zelfs niet lean blijven leven.
KLEINE VERGISSING.
Deftige oude heer; Hoe heet je,
jongetje?
Jongetje: Jacob Gerrits.
De oude heer: Waarom zeg je niet
„meneer"? Zeg mij nu nog eens: Hoe
heet je?
Jongetje: Mijnheer Jacob Ger
rits.
scheidenlijk naar het 41ste en 29ste
iandwoerdistrict de reserve luitenant
kolonel A. J. P. A. de Vries en de re
serve-majoor J. Stam, commandanten
respectievelijk in het 43st© en 35ste
landweerdistrict, en zulks onder eer
volle ontheffing van het bevel over do
districten, waarover zij thans liet be
vel voeren
zijn met ingang van 1 November be
noemd
bij het reserve-personeel der land
macht, met bestemming voor den
dienst der landweer, bij de infanterie
der landweer tot reserve-kapitein on
derscheidenlijk in het 11de, het 2de
en het 4de landweerdistrict, de gep.
kapiteins F. C. Kruyt, A. P. E. deil
Hengst en W. Aars, van het wapen
der infanterie van het leger in Ned.-
Indié;
is met ingang van 1 November aan
den reserve-luitenant-kolonel P. A.
Gallas, commandant in het 14de land
weerdistrict, op het daartoe door hem
gedaan verzoek, een eervol ontslag
uit den militairen dienst verleend
is met ingang van 7 November aan
den reserve le-luitenant H. J. Pluij-
gc-rs, van het 3de regiment huzaren,
op het daartoe door hem gedaan ver
zoek, een eervol ontslag uit den mili
tairen dienst verleend.
Bij Koninklijk besluit is met in
gang van 16 November aan den com
mies der posterijen 2de klasse C. C.
Saton op zijn verzoek als zoodanig
oervol ontslag verleend.
Bij Koninklijk besluit is met in
gang van 1 Januari 1913 aan den
hoofdcommies bij de Topographïsciie
Inrichting G. F. Kierdorff, op zijn
verzoek, met het oog op zijn leeftijd
een eervol ontslag verleend uit zijne
voormeld© betrekking.
Is met ingang van 1 November be
noemd tot secretaris van het Collega
van Regenten over de Rijkswerkin
richting te Hoorn, F. H. Iïolzrnuller,
leeraar aan de Rijks Hoogere Bur
gerschool, wonende aldaar.
Is do met verlof in Europa aanwe
zige dirigoerend paardenarts van het
leger in Nederlnndsch-Indië H. J.
Tromp de Haas, ter zake van een
lichaamsgebrek, niet ontstaan in en
door den dienst, met ingang van 1 No
vember eervol uit den militairen
dienst ontslagen, met toekenning van
pensioen.
Is de met verlof in Europa aanwe
zige militaire apotheker der 1ste klas
se van het leger in Nederlaxidsch-Iri-
Aié D. ,T. K. Wetselaar op zijn verzoek
ter zake van een lichaamsgebrek niet
ontstaan in en door den. dienst, met
ingang van 1 November eervol uit den
militairen dienst ontslagen, met toe
kenning van pensioen.
Is met ingang van 1 November be
noemd lot secretaris van den Voogdij
raad te Breda J. li. van Mierlo, ge-
mee nte-ontvanger van Ginneken, wo
nende aldaar, en is aan J. H. van
Mierlo, voornoemd, ontheffing ver
leend van het bepaalde in artikel 3,
dorde lid, van den Algemeenen Mam-
regel van Bestuur van 15 Juni 1905
(Staatsblad no. 207).
Bij beschikking van den Minister
van Justitie is benoemd, met ingang
van I Januari 1913, tot concierge bij
den Hoogen Raad der Nederlanden,
R M. van der Meijden, thans Rijks
veldwachter (brigadier-titulair), ie
s-Gravenhage.
Blijkens bij het Departement vaa
Murine ontvangen bericht is Hr. >is.
pantserdekscliip Holland, onder bevel
van den kapitein-luitenant ter zee C.
li. de Lunanot de la Sablomère, den
21sten October te Thangkas aangeko
men is Hr. Ms. pantserdekscliip Gel
derland, onder bevel van den kapitein
ter zee J. P. Guépin, 19 dezer Kaap
Finisterre gepasseerd: zijn Hr. Ms.
torpedoboot jagers Jakhals en Bul-
hond, onder bevel van den luitenant
ter zee der 1st© klasse F. H. baron
van Dedem, den 21sten dezer te Co
lombo aangekomen.
op Buchenau had, dan kon zij even
goed heengaan. Men zou haar overal
in den omtrek met wantrouwen aan
zien, En om Wera behoefde zij zich
ook niet te bekommeren, zij was vast
besloten te doen, wat zij zichzelf had
voorgenomen. Het onaangenaamste
vond zij, dat W'cra haar had geschre
ven, dat zij na er met Mevr. Lütto.v
over gesproken te hebben, er maar toe
besloten was voorloopig bij die dame
te blijven wonen, dat was niet duur
en zij had dan meteen wat gezellig
heid. Mevr. Lüttow was begonnen les
in vreemde talen t© geven en had het
geluk al twee leerlingen te hebben.
Eerst wilde Mevr. Jadwiga zich er
mee bemoeien en Wera verbieden, bij
deze vrouw te blijven, maar na rijpe
overweging bedacht zij, dat z© met
haar verbod toch wel niets bereiken
zou. Het was eigenlijk het verstan
digst, de dingen maar kalm zijn gang
te laten gaan. Zij zou bij een Berlijn
sche bank een paar duizend mark
voor Wera deponeeren en dan de wij
de wereld intrekken, waar licht, glans
en genoegen te vinden was en waar
zij vergat, dat zij een dochter had,
waar zij vergat, dat zij een man had
bemind, een man, die voor den arra
van het gerecht had moeten vluchten,
en dien zij wei nooit weer terug zou
zien.„„
(Slot volgt)