Sliï D!
DERDE BLAD
Vrijdag 1 HoTemliBr 1912
Baifcnkariscfi Overzicht
Oe Ba3han-krijg.
Dc ondergang van Turkije.
„Turkije gaat met snelle schreden
ziji: ondergang tegemoet. Ik voorzie
i:i den oorlog een bedroevende neder
laag, een vernietiging van de gede
moraliseerde troepen."
Zoo schreef enkele dagen voor 't
uitbreken van den oorlog dr. Lardy,
een Fransch geneesheer in Turkschen
dienst.
Zijn voorspelling is al aardig uit
gekomen. En nog zijn de Turken er
niet. Steeds meer wordt 't vuur hen
aan de schenen gelegd I
Dr. Lardy wijt do nederlagen der
Turken aan 't gemis van moderne
discipline, vooral wat 't vuren be
treft.
„In enkele oogenblikken is munitie
verschoten ;.zij schieten, als Tartarin
de Tarascon, om lawaai te maken;
zij letten volstrekt niet op den af
stand. Te Pliarsalus heb ik, een uur
lang, een bataljon Albanicrs een
helscli vuur zien afgeven op een
troepje menschen, die meer dan twee
kilometers van hou verwijderd wa
ren. En als de Albaniër geen patro
llen meer heeft, verlaat hij het ge
vecht. In het Rassidiaris-gebergte,
achter Pharsalus, terwijl ik de ge
wonden opzocht, kwam ik er velen te
gen, en vroeg hen waar zij heen
gingen; hun antwoord was altoos
hetzelfde: Fischek yokt'en dan wezen
zij op hun leege patroontasschen."
De Turken zullen 't is nu zeer
waarschijnlijk, hoewel 't nog kan vcr-
keerenverliezen.
En wat dan
De buit zal door de Balkanstalen
gedeeld worden.
De verdeeling van Turkije.
Dit staat vast: Handhaving van
den status quo, nadat de strijd, al of
niet door bemiddeling der mogendhe
den zal geëindigd zijn, is niet meer
mogelijk.
In liet Bulgaarsche regeeringsor-
gaan Mir wordt op zeer scherpe wij
ze uiteengezet dat na de schitterende
overwinningen van de bondgenooteu
de regeling van do Balkantoestanden
dooi c'.e mogendheden niet meer kan
worden aanvaard. Dat zou een bclee-
diging zijn voor de dappere Legers der
Balkanstalen. Het woord status quo
is onwaardig voor een diplomatie, dio
de vollo verantwoordelijkheid ervoor
draagt, dat het zwaard moest ge
bruikt worden om te verkrijgen, wat
dezelfde diplomatie alleen door het
uitvoeren van de gesloten verdragen
zou kunnen hebben tot stand bren
gen. j
De strijd met de Turken is moei
lijk, dat hebben de Italianen in Tri
polis ervaren. Waarom zou men de I
offers der verbondeii mogendheden
minder beloonen dan die van Italië? f
Het zou onverantwoordelijk zijn van
de groote mogendheden het leven van
een soldaat der verbonden Balkan-1
staten minder hoog te schatten, dan
het leven van een der eigen solda-
ten I
Zuo spreekt het Bulgaarsche regee-
ringsblad thans, en daaruit blijkt
wel, dat de Balkanstalen niet voorne
mens zijn zich de vruchten hunner
O verwin n in gen te laten ontnemen.
Het officieuse Grieksche blad Hcslia
schrijft: „Er behoeft niet meer aan
getwijfeld te worden, dat de omstan
digheden ecu verdeeling van Euro-
peêsch Turkije noodzakelijk zullen
maken. Maar de groote mogendheden
zullen niet geroepen worden om zich
met deze verdeeling le belasten. De
verbonden Balkanstalen, hebben een
einde gemaakt aan de macht van de:i
veroveraar en zij, die tot dusverre bet
Turksche gebied van de Turken zui
verden, zijn wd in staat de zaak ver
der te regelen. De mogendheden moe
ien de Baikanstaten dankbaar zijn,
dat zij haar bevrijd hebben van de
niet te overwinnen moeilijkheden van
het Oostersche vraagstuk en van de
vrees voor verwikkelingen onder el
kaar. De mogendheden behoeven
slechts het resultaat te erkennen, be
reikt dooi' de verhonden Baikansta
ten, lluar interventie is dus niet noo-
dig."
1-Ioc de vcrdeeling van den buit in
liet bijzonder zal zijn, is, blijkens do
berichten uit verschillende plaatsen,
reeds bij voorbaat, vastgesteld. Maar
de bijzonderheden loopen te veel uit
een om aan de berichten meer dan
oen zeer geringe waarde too te ken
nen.
Als de Baikanstaten in een bcslis-
senden slag van de Turken gewonnen
hebben, zullen ze waarschijnlijk de
bemiddeling der mogendheden
wel aanvaarden, wetende, dat zij de
bijzonderheden kunnen bespreken op
eer. conferentie. Men voorziet dal die
Europeesche conferentie zal plaats
hebben te Parijs, wijl het initiatief
lot de interventie door de Fransclie
regeering genomen is.
De Londensche correspondent van
dit blad zegt, dat de mogendheden
van de Triple Entente volkomen een
stemmig zijn, en dat hun optreden
voor do interventie zoo actief is, dat
reeds een in bijzonderheden opgesteld
program bestaat, waarin met alle
mogelijkheden rekening is gehouden.
In het Engelsche Lagerhuis heeft
de afgevaardigde Kiug de volgende
vragen gesteld:
lo. of de mogendheden voor hel
uitbreken van den Balkanoorlog een
afspraak hadden gemaakt omtrent
handhaving van den status quo;
2o. of dit besluit, aan de Balkansta
len was meegedeeld, en
3o. of. naar aanleiding van de over
winningen der geallieerde staten, na
dere besprekingen over dit onderwerp
tusschen de groote mogendheden
hebben plaats gehad en of Engeland
en de groote mogendheden van plan
zijn Turkije te handhaven in liet be-
stuur van Macedooiü.
Daarop antwoordde minister Grey:
„Het antwoord op de eerste twee vra
gen moet, bevestigend luiden en dit is
.•"él iu overeenstemming met de
verklaringen, door de Baikanstaten
zeil' afgelegd."
Wat 'de derde vraag betreft, dceldo
de minister mede, dat er een gedach-
tenwisselihg heeft plaats gehad tus-
scheri aL de belanghebbende groote
mogendheden, naar aanleiding van
den veranderden, toestand ten gevol
ge van den oorlog.
Met het oog daarop zou hel bij den
tegenwoordigeu stand,van zaken niet
raadzaam zijn eenige verklaring af-tc
Ir-ggen, omtrent de politiek van En
geland en de andere mogendheden,
die, zooals de minister tot zijn' genoe
gen kon rnededeelen, nog steeds de
zelfde is als toen de besprekingen be
gonnen.
„Het Huis kan verzekerd zijn
zoo vervolgde de minister dat ik.
zoodra mogelijk, mededeelingen zal
doen. Naar ik evenwel hooi), zal het
Huis inzien, dat het moeilijk is thans
iels mede te deelen omtrent onze
eigen opvatting, nu ons hoofdstreven
is in nauwe aanraking te blijven
met de andere mogendheden en over
eenstemming tusschen haar tot.stand
to brengen."
Van de oorlogsvelden.
De Bulgaren.
Oridër telegrammen in ons vorig
nummer kan men 't volgende Bul
gaarsche ovérwinningsbericht lezen:
Na gevechten, die twee dagen (vol
gens particuliere berichten drie da
gen en drie nachten!) hebben ge
duurd, behaalde het Bulgaar-
schiJ leger een' volslagen overwinrifiig
op do hoofdmacht der Turken, die in
ordelooze vlucht terugtrok.
Löcle Boergas is door de Bulgaren
genomen.
De veldslag was zeer verwoed,
liet Turksche leger is in wanorde
teruggeslagen op Tsjorloe. Het liet
een groot aantal gewonden op het
slagveld achter.
Heden komt 't volgende telegram
uit Sofia: „Het Bulgaarsche leger zet
tie vervolging van de Turken krachtig
voort, die in wanorde terugtrekken.
ojj llabsj en Tsjorloe.
De Bulgaren hebben een groot aan
tal kanonnen, wapens en munitie
builgemaalU en een groot aantal Tur
ken gevangen genomen.
De verliezen der Bulgaren zijn be
trekkelijk gering.
De gcheele Christenbevolking is
dcor de Turken vermoord en alle dor
pen in de buurt van Molnik zijn door
de Turken in brand gestoken.''
De Bulgaren hebben ook een Turk
schen trein met schiel-en mondvoor
raad genomen.
Voor de Turken cca nieuwe cn
zeer groote tegenslag.
Over den veldslag zijn de telegram
men nog lieel spaarzaam.
Ook zijn er eerst eenige kleine
Turksche overwin ningsbericliten go-
komen, maar toen kwamen er ook uit
Konstanlinopel voor de Turken slech
te berichten. Nu erkennen dc Turken
den nieuwen aftocht al. Aan de juist
heid van 't Bulgaarsche ovérwin
ningsbericht behoeft dus niet meer
getwijfeld te worden.
Die slag moet plaats hebben gcliad
tusschen de Bulgaarsche hoofdmacht
en het Turksche oostei'leger, aan de
rivier do Ergene, ergens tusschen
Loele Boergas en Tsjorloe. Do Turken
hadden een zuiver defensieve stelling
ingenomen, ter verdediging van den
weg naar Konstantinopel.
Uil dc weinige gegevens over 't ge
vecht is 't volgende op te maken.
De westelijke Turksche vleugel, die
bij Loele Boergas stond, is volkomen
vernietigd.
Op den Oostelijken vleugel konden de
Turken zich eerst staande houden,
maar toen de Bulgaren bij Loclc
Boergas doorgebroken waren, moest
ook dit deel van 't Turksche leger don
alioeht blazen.
De Bulgaren moeten een, uil mi
litair oogpunt, mooien flunkaanval
gedaan hebben. Dit was de directe
aanleiding tot hun zegepraal.
De opmursch der Bulgaren werd be
moeilijkt door een zworen regen.
Maar nu worden de Turken door een
drassigen bodem in hun vlucht tegen
gewerkt.
't Slagfront der Bulgaren, dal eerst
was Loele BoergasWiza is nu Tsjor-
toe—Sara i—1 s t ra n d j a
De Turken zijn evenwel nog niet in
deze nieuwe stelling. Ze zullen er
evenwel komen. Endat is dan
de laalsle stelling voor Koiisluntiiio-
pel.
Worden de Turken ook daar versla
gen, dan wacht een beleg van Kon-,
slnnlihopel. En wat dan gebeurt,
daarin zullen we ons nog maar niet
verdiepen.
Do Turken komen evenwel leclijk
in de benauwdheid
l)it Konstantinopel wordt geseind:
Er zijn ernstige berichten van .liet
oorlog slooneel ontvangen. De minis
terraad vergadert nog op de P.o.rte.
Naur het heel, zou iicl sluiten vah
den vrede spoedig te verwachten zijn.
De Turken gaan nu naar Bulgarije.
Een troepentransport wordt klaar ge
mankt om naar Midia aan de Zwarte
Zee te stoomen, begeleid door torpe-
(lol)ooten. Dit Turksche leger zal d;ui
in Bulgarije landeD.
Gelukt dit dèn' Turken, dan moet
Bulgarije ook in 't eigen land troepen
beschikbaar hebben, 't Is niet zeker of
er nog voldoende reserves in Bulga-
iije zijn, wei is pas de nieuwe lich
ting opgeroepen.
Dc Turken hébbeu Burgas op de
Bulgaarsche kust gebombardeerd.
Volgens een gerucht zouden daar
zelfs al troepen geland zijn.
'zich to midden Van "oen troep vijan
den wierpen. Tegen drie uur 's mid
dags begonnen de Turken terug tc
trekken om zich even later weder tc
coneentreeren. Een uur later had op
nieuw een hevig bajonelgevcchl,
plaats. Om vijf uur eindelijk ging de
terugtocht der Turken in een vlucht
over en nu was Koemanovvo vrij."
De Montenegrijnen
Uit Cettinje wordt geseind:
Dc rechtervleugel van het leger van
generaal Martinovvitsj, dat het zuide
lijk gedeelte van Bofana verdedigde,
operCerdo met artillerie en infanterie
bij Pulay, niet ver van de haven St.
Nicolaas; het verdreef daar twee ba
taljons Turken, die terugtrokken in
do richting van San Giovanni de Mc-
dua, met achterlating van een groot
aanial dooden en gewonden.
De Montenegrijnen maakten wal
groot geschut en ammunitie buit,
maar leden geen verliezen.
Later: Generaal Voekowitsj is met
zijn zegevierend leger ïpek binnen
getrokken. De troepen werden door de
'bevolking met groote geestdrift be
groot.
De Serviërs
£3811 ook voon le overwinnen.
Een Servische troepenmacht is voor
Prizrend (in Albanië) aangekomen.
Men verwacht, dat de stad zich spoe
dig zal overgeven, Ja er is al een
vaag telegram, dat de Serviërs de
stad al stormenderhand genomen heb
ben, en daarbij veel oorlogsmateriaal
buit,maakten.
Een andere divisie van het Servi
sche leger is op weg naar Prilep en.
heeft een belangrijke stelling geno
men tc Teyvo tusschen Koprulu en
Prilep.
Er komen nog bijzonderheden over
den slag bij Koemanowo, meegedeeld
door den .oorlogscorrespondent van
de Bert. Lokal Anz.
„Sedert uchL dag'cn was het Servi
sche eerste legerkorps onder den
kroonprins, onderweg naar Koema
nowo, won dag aan dag terrein, en
verdrong de Turken uit de ééne po
sitie na de andere. Woensdag (van de
vorige week) -scheen een stilstand in
getreden te zijn en het leek, of de
dag zonder strijd ten einde zou loo
pen. Toen opende 's avonds laat de
Turksche artillerie uit haar stelling
li hel zuidwesten een hevig vuur. De
Servische artillerie beantwoordde hel.
De Drina-dïvisie trad dapper op en
er ontstond een gevecht, dat den ge
beden nacht duurde, tot de Turksche
kanonnen verstomden.
De rnaan wierp haar matte stralen
over het gruwelijk schouwspel en liet
donderen van het geschut was tot
dicht bij Wranja hoorbaar, 's Mor
gens vroeg begon liet Servische leg or,
ir-fanterie en cavalerie, snel voor
waarts le rukken en weer verloren
de Turken onophoudelijk terrein. Te
gen den middag lcwam de beslissing.
De strijd werd steeds verwoeder en
het 17de reserve-regiment ging tot
den bajonet-aanval oyer. Aan beide
zijden werd met buitehgewönen moed
en doodsverachting gestreden. Men
zag. hoe de soldaten handgemeen
werden- en terwijl de Turken den vij
and niet messen' te lijf gingen, gre
pen de Serviërs naar hun bajonet,
Turksche. 60ldat.eu, die zwaar ge
wond ojj den met 'bloed bespuiten
grond lagen, spanden hun lualslo
krachten nog in, om lnm geweer af
te .vuren. Men zag Servische jongelin
gen, die met koele doodsverachting,
J Dit veroveren van Ipek door de
Montenegrijnen wordt door particu
liere horïchten -bevestigd.
IDc Grieken
winnen ook nog steeds. Zij hebben
nu Grcvena (ltrebne) bezet, zonder
j veel tegenstand van de Turken te ont-
j moeten.
Do Grieken hebben de eilanden
Thasos en Imbros bezet en daar dc
Grieksche vlag gekeschen.
Twee torpedojagers zijn te Lenmos
aangekomen.
Reiniging van hel slagveld.
Bij de geweldige botsingen der mo
derne massa-legers bedekken duizen
den lijken hel slagveld; het is onmo
gelijk die allen in korten tijd te be
graven. Toch is het dringend noodig,
dat de dooden spoedig verdwijnen,
ten einde besmettingsgevaar voor de
levenden te voorkómen. Men trachtte
hieraan in de laatste oorlogen tege
moet te komen door het maken van
reusachtige graven, waarin de ge
sneuvelden soms met vij'ftig of hon
derd tegelijk werden neergelegd.
Maar op deze wijze gaat het werk
niet snel genoeg, terwijl ook in de
haast de lichamen niet voldoende met
aarde gedekt worden.
Evenals in den Russisch-Japan- j
schen oorlog op groote schaal ge-1
schiedde, schijnt rnc-n ook thans tot i
verbranding der hjken zijn toeviuchlj
conflict met, do politie en vele 'Arabic-
ren worden gearresteerd. Drie politie
agenten werden gewond. Ten slotte
kwam zelfs de brandweer te hulp.
Desniettegenstaande duurde de be
tooging voort. De menigte wierp de
Europeanen met stceaèn. Ook het rij
tuig van den Duitschen vice-consul en
van dc consulaals-ambtenaren werd
met steenen geworpen."
Binnenland
Lil Belgrado wordt n.l. aan de bla
den gemeld, dat zes groote waggons,
gevuld met petroleum, zijn vertrok
ken naar lvoemauovo, waar op 24 en
20 October liet lot beslist is van het
Turksche Westerleger, dat daar op
volle sterkte (een officieel bericht uit
Wj'auja spreekt van 89.000 man) ge-j
streden heeft. De Serviërs móeten, i
volgens hetzelfde bericht, 400 dooden
j en 2000 gewonden gehad hebben, de.'
1 Turken 16.000 dooden.
Men zal de lijken bijeen zoeken, en,!
met petroleum begoten, tot asch doen
vtrbiamdep.
De houding van Roemenië.
In een interview heeft de Roemeen-
Eclië minister van binnehlandsche
f zak'ëii' gëzegd:'
„Dc redevoering van den koning f
i hoeft geerierJei bcteekenis, wijl do
'j ministerraad besliste, dat -er geen j
aanleiding was voor mobilisatie.
Do houding van Roemenië wordt
alleen aangegeven door den wens'ch
zij ii belangen te beschermen; De
'woerden-van den Koning tooncn hoe
Ro'èiiieniê oog heeft voor den moeilij-
ken locstand.
Roemenie denkt er echter niet aan
te mobilisccren."
Vooral dit laatste is belangrijk.
Gevaar voor de Christenen in
Turkije.
Onlangs is gemeld, dai de gezanlen
en consuls te Konstantinopel maat
regelen beraamd hadden ter bcscher-j
ming van de Christenen in Turkiji
tegen den haat der Mohammedanen.
Volgens het Bert. TagêbL schijnt be
sloten ie zijn, dat zoodra van zooda
nig gevaar mocht blijken, zoowel tc
Konstantinopel als te Saloniki, inge
grepen zal worden van den zeekant
uit. De noodige toebereidselen zijn
reeds getroffen.
Dat dit gevaar voor de Christenen
niet. denkbeeldig is, blijkt uit een te
legram aan den Rerl. Lokal Anz., ge
zonden uit Kairo: „Gisteren en heden
kwam het in de Mohaminedaansehe
wijk Boelak tot ernstige betoogingen
tegen de vreemdelingen. Een Ara-
biscli priester drong de Grieksche
lcerlt, die naast het Duitsche consu
laat gelegen is, binnen en Meld daar
een toespraak tegen .de Christenen.
Spoedig kwamen een groot aantal i
Arabieren binnen. I-let kwam tot een
TWEEDE KAMER.
Nadat de heer Borgesius gisteren de
rij der 24 sprekers over de Invalidi
teit?- en Ouderdoins-verzêkering had
gesloten, kwam de Minister van Land
bouw, Nijverheid en Handtl, de heer
Talma, aan liet woord.
Deze begon met dank te brengen aan
de leden der rechterzijde, spéciaal aan
den hooi Lobman, voor hun steun on
ook aan dc hecrcn Treub én Bos voor
de verdediging var. het beginsel van
zijn regeling. Hij dankte ook de Ka
mer voor 't aarf de orde stellen der
zaak, die inderdaad, de discussie had
't. bewezen, voldcc-nde was voorbereid,
ltoeds na de tweede redevoering riep
dan ook de heer Thomson Stemmen
(De lieer Schaper Hij wou naar Grie
kenland Do aandrang der Regeering
o;n behandeling vloeide niet voort uit
electorale overwegingen, was geen op
volging van eeii bevel uit de Kanaal
straat. Had'do Minister vroeger 'ge
zegd, dat voor hein eerst moest vast
staan, hoe li ij de Ziekte-verzekering
zou regelen, de Minister was mi
voor zich met zijn plan gereed.
Na den afdeelingsarbeid van zijn De
partement te hebben verdedigd tégen
't verwijt van bureaucratie na den
heer Treub ta hebben weerlegd, waar
hij den Minister verweet de Kamer
ten aanzien van Dr. Kuyper's beden
king tegen de beperking der wet op
een dwaalspoor te hebben geleid en
den heel' Hugenholtz' te Lebben be
streden in zijn beweren, dat de Minis
ter den heer Rutgers naar Engeland
had gezonden, oir. het verkeerde in 7t
Engelsche stelsel beter te doen uit
komen. nam de Minister het voor de
Nota van Prof. Kluyver op hij aan
vaardde ten volle de verantwoordelijk
heid daarvoor. Dat m die nota niet
met alle verschillende factoren was
rekening gehouden, o. a. met 't onder-
scneid iussclien landbouw en indus
trie, kwam hieruit voort, dat deze za
ken niet onder cijfers zijn le brengen.
Maar op de verzekering van de beter
gesitueerde arbeiders bij de particu
liere fondsjes had Prof. Kluyver wel
geletmaar men kon daarop geen
algemeone corclusiën bouwen, omdat
het uitzonderingen zijn.
De Minister kwam op tegen Staatd-
bijdragen voor alle vrije verzekerin
gen daarmede zou men de tekorten
van het fonds niet koeren.
Dat de Minister de redactie had-
verbeterd op verlangen der Kamer,
werd hem nu- ten onrechte tot een
grief gemaakt over den opzet.
Over 't ontwerp zelf uitvoerig spre
kend, deed de Minister uitkomen, dut
hier wel ter dege verzekering is, te
gen een onzekere, maar voor allen
met gelijke kansen te verwachten ge-
beuïlfjklieid. Op publiek rechtelijk ge
bied was echter voor verzekering niet,1
als in j)i ivaulrechlelijkeri zin, equiva-
leerend bedrag var. premiën en ren
ten noodig, oindat bij' publiekrechtêfij-
lijko verzekering selectie is uitgeslo
ten.
Het opnemen van invaliditeit en
ouderdom in éen verzekering was door
meerdere, sprekers verdedigd, zij liet
ook enkel met de gronden voör de in-
validitcits-vei'zorgingverzorging va:i
hen, die niet meer werken kunnen we
gens de gebreken van den ouden dag,
is ook invali di teits-vei zekering. Alleen
zij, die 't recht des arbeiders verdedig
den op grOud var. zijn bewezen dien-'
sten, stonden op een ander standpunt.
Ten aanzien van de vraag of verze
kering van de.» arbeider bij de lage
looiiéii mogelijk is, wees «ie Minister
op Duvisciilano. De werkman kan wel
een dubbeltjper week (1/16 cent per
uurj betalen. Do vraag is maar of hel
geld goed besteed wordt- Inderdaad,
zonder cynisnir en hardvochtigheid
hield de Minister vol ae werkman
kan voor zijn pensioen wel iets mee
betalen.
kir. Troelstra riep hem toe, dat bij
de laatste '- verkiezingen de geestver
wanten van den Minister hadden ge
ijverd voor de vrijstelling der laagste,
loonen,!
De Minister was nooit van stand
punt, veranderd. Hij herinnerde, dat
Christelijk-) kiezers op Mr. Troelstra
hadden gestemd, omdat zij meenden
f 3 per week en een stukje land door
hem te,krijgen. En zij kregen nog
niets.
Een stem Zij hebben toch 't land!
Mr. Troolstra Als de Minister mi] it
motie had aanvaard, hadden zij nu
ook de f'J.
Daarna verdedigde de Minister liet
achterwege laten van een weduwen-
rente. Hei nccdigste was hulp voor de
vrouw, dio als weduwe do zorg had
voor jonge kinderen. Daarom vond hi!
vveczcnrcnte eerder noodig. Beide U
geven ging nu eenmaal niet.
Do Minister had liet ontwerp-Vee-
gens voor afzonderlijke ouderdoms*
verzekering teruggenomen, omdat
niemand er don rechtsgrond voor
vond. De ouderdoms-verzekering al
leen, afhankelijk van een ieeftijd.
waarvver men van meaning verschilt,
keurde de Minister af, omdat als men
den leeftijd te hoog of lo laag stelt,
onbillijkheid er uit volgt en gevaar
voor het fonds en voor de arbeiders
ook door oc concurrentie van oudo
werklieden, die voor laag loon kun
nen werken, omdat zij iets hebben.
Anders was hel met invaliditeit en
ziekte-verzekering; deze konden wel
gescheiden zijn, maar werden op ge
lijke wijze georganiseerd; alleen wa3
hij voor een zeer krachtige centrale
invaliditeits-vorzekering, in 't belang
van de vulkshygiëno. Toch moest do
Rijksverzekeringsbank zolve geen sa
natoria en ziekenhuizen onderhou
den, maar deze krachtig steunen.
Inzake het Heil verfahren
moesten de lokaio organen samen
werken, preventief en repressief.
Een vast© bijdrage verwierp de Mi
nister. Zij was nooit door eenige Re
geering of partij verdedigd. Zeker, do
Slaat mag iets bijdragen (hij had de
8 1/2 op 10 millioen gebracht), maai'
met behoud van 't beginsel van zelf-
onder,houd. Om bet tegenwoordig ge
slacht niet, voor het volgende een niet
le hoog© premie te laten betalen, was
voor 75 jaren Staatshulp noodig. Die
hulp kwam niet aan verkeerde men
schen, niet aan hen die zelf betalen
kunnen.
Ontkennende, dat de omslag met de
plak zegels zoo groot was, verdedigde
de Minister ten aanzien van de risico
overdracht de uitzondering voor de
spoorwegen. Maar als het doenlijk
bleek kon men dat uitbreiden.
De Minister gaf den heer Vorster-
man van Oyen te kennen, dat de
vraag, of de arbeider, die werken bij
aanneming uitvoert, loonarbeider is,
door den rechter zal zijn te beslissen.
Is hij het. dan moet de werkgever do
premie betalen.
Met oen beroep op Duitschland be
weerde do Minister, dat uitbreiding
van den kring der verzekerden niet
mogelijk blijktmaar hij legde er
nadruk op, dat ook allen die, eenmaal
verzekerd, ophouden arbeider te zijn,
verzekerd blijven, tenzij zij het niet
willen.
Ten sloite betoogde de Minister, dat
de voordracht geheel ligt in de lijn
van hetgeen door alle partijen in de
laatste 20 jaren is verlangd. Hij ging
al de uitingen in alle kringen na.
Men was 'i schier algemeen over ge
dwongen verzekering eens, behalve de
S. D. A. P., die staatspensionneering
wilde en dio nu gesteund wordt dooi
de vrijzinnigen maar op andere
motieven. Wat men van liberale zijde
staatspensionneering noemt, komt in
strijd niet alfe goede beginselen van
armverzorging, een vitaal belang der
kerk*d'e Christelijke arbeiders wil-'
ren gewoon iets te betalen, ook
voor de scholen.
De Minister beoogde geen partij-,
maar alleen goede sociale politiek. En
wat zou er komen als deze. wet is af
gewezen V Men weet niet wat de libe
ralen willen iedereen wil iets an
ders en «ie slaatspensionueering is
nog in haar kindsheid.
Van groot gewicht was de te ne
men beslissing. Er moest iets gedaan
worden. Alleen de socialisten kun
nen laoken, zij kunnen wachten,
maar anders is het fiiet hen die ver
antwoordelijkheid dragen. Daarom
verheugde spr. zich in don steun der
gelieele rechterzijde (op één uilzonde
ring na) en over bat voorrecht thans
zijn taak hier te mogen vervullen.
In de avondvergadering (door den
hoer Jhr. De Geer gepresideerd) vin
gen daarop de replieken aan.
De beer De Jong (Hoorn) leverde
nader een uitvoerig betoog voor de
Staatspensionneering en weerlegde
achtereenvolgens al de sprekers die
dit stelsel hodden bestreden en al de
argumenten die er tegon.werden aan-,
gevoerd, speciaal ook door den heer
Lobman van 1912, een geheel a n
dere dan de-Leer Lobman van 1911,
zooals de spr. breedvoerig aantoon
de.
De beer Treuib, diie de bij zijn amen
dementen lenigkeerendo zaken liet
rusten, bleef van gevoelen dat de re-
Tan Knust en Kunstnnsars
LIL,
De Haagsche Kunstkring werd in-
deriijd opgericht als een duad der
jongeren, een soort afscheiding van
lien die wat, anders en op andere wij-
2e wilden, dan liet oudere, deftige
Pulcliri Studio. Onder dc oprichters
bevouden zich o z. wijlen Théophile
de Bock, die een open oog had, ook
voor kuist die de zijne irie; raakte en
Jaa Toorop. Dc laatste schijnt door
het lot eenigszins voorbeschikt te zijn
tot oprichter van nieuwe kunstgenoot
schappen, ik herinner mij er tenmin
ste zoo in eens al eea viertal bij wier
geboorte Lij assistcnt'e verleende.
Ik wilde maar zeggen, dat ïd den
aanvang, deze Haagsche Kunstkring
iets nieuw-levenbrengends, iets re.vo-
lutionnairs ook had. Wanneer men
thans in haar eigen gebouw op de
lieereugracht te 's-Gi--.veiiihage, haar
najuarsientoonstelling der werkende
leden bezoekt, zal men nooh liet re-
volu'üonnairo noch het nieuw-leven-
hrengendo in de kunst gemakkelijk
kunnen vinden. Ei- is over bare ge
regelde exposities het/zelfde lamme
gekomen, wat ooik den Arti en Pul-
ohr it onto onstellingen, gemeenlijk ei
gen is en de doorsnee/waarde van wat
door die drie Genootschappen ge-
*°°"d wordt, staat elkaar vrijwel ge
lijk. De verslaggever van een blad,
die plichtmatig al deze exposities
moet bezoeken en „verslaan", hooPt
wel een zeer eentonig werk en men
moet wel zeer zeker erkenning over
hebben voor dio journalisten, wier
goed humeur, jaar in jaar uit bij
(leze, bovendien vaak ondenkbare be
zigheid, niet inboet, waar zoo weinig
gelegenheid tot variatie in de termen
vaji bewondering geboden wordt.
Hoeveel rijker in nuanceering, rijker
aan emotie vooral, is het leven zelf,
het leven van allen dag, dan de hui
digs kunstproductie d:e van dat le
ven toch de getrouwe weerspiegeling
heet te zijn. Iloo logisch is het dat de
•in krantschrijverij geconfijte heer
Charles Boissevain, wiens zeventig
ste verjaardag pas gevierd is, in een
interview aan zijn jongeren mede
werker Feitli bekende dat het gewone
reportage-werk dei- levensgobeurlijk-
heden voor hem de aantrekkelijkste
arbeid van den journalist uitmaakt.
Ik kan liet mij denken. Men blijft er
tenminste friseh bij terwijl het re
gelmatig en plichtmatig bezoek van
schilder ijton toonstellingen.
Maar w ij waren in den Haagsoben
Kunstkring. Nu sinds enkoio jaren
bet regel- en plichtmatige van dio be
zoeken van mij is afgenomen, Leb ik
althans dit gewonnendat de lteeren
waarop een z.g. ledententoonstelling
bezocht wordt, de wei ik stukken mij
intenser belang_ inboezemen dan an
ders wellicht bet geval zoude zijn.
Doch ga ik, thuisgekomen mijne her
inneringen schiften en zuiveren, dan
blijft er tóch weer weinig over, waar
van de indrukken van blijvenden
aard genoemd konden worden. Er is
zoo hel een en ander blijven hangen,
en daarmede willen we dan maar,
bij gebrek aan hevige schoonheids-
on!roering, genoegen nemen.
Zoo zie ik dan weer een werkelijk
artistiek portret door den schilder
Albert Roelois voor me, zijn vakge
noot Van der Slok voorstellend. Een
werkstuk met mooie schilderquabtei-
ten evenals het groote stilleven met
vissollen van Albert's breeder Wil
lem. Het overladene raakt deze Bel
gisch-voelende schilder nog niet zoo
vlug kwijt enzoo dit zijn aard is,
kan het ook niet zonder onb lliiik te
zijn, verwacht worden. Iïij doet mij
in zijn stillevens altijd eenigszins
aan dien anderen Zuid-Nederlander,
ecliter uit de 17e eeuw denken, wiens
omvangrijke doeken ons Rijksmu
seum sieren: aan Frans Snijders.
Een damesportret door Laurent Ver-
wey boeide, ondanks een zekere ge
wilde ongevoeligheid in do behnnde-
deiing.
Een e'gen stijl, wel niet gratie-vol,
doch stevig en in het stilleven van
waardeerbare qualitei'ten bezat ook
Gratama, de nieuwe Haarrlemscho
museumdirecteur. Aardig voor den
dag komt Böbeldijik, een jong artist.
vanwicn ik in geruhnen tijd geen
werk zag. Geiieel eigen is 'net nog
wel niet, doch het is althans over
liet oppervlakkige 'heen, dut zijfi ar
beid van voor een paar jaar aankleef
de. Noemen we thans nog Scliafer.
van Lelyvold, een teekening door
Wolter, dan geloof ik aan deze expo
sitie wederom recht gedaan te heb
ben.
Met veel genoegen heb ik op een
kleine tentoonstelling bij den hande
laar Schüler cp het Plein, de nieuw
ste, naast verdere werkstukken van
de:i etser l'oon de Jong gezien.
Sinas deze grapliiker want dit
ds :iij in hoofdzaak voor een tien
tal jaren mot kleine prentjes in des
boeren van Harpen's Lareoseben
Kunsthandel debuteerde, is er een
flinke gezonde ontwikkeling in zijn
werk volgroeid. Het L. gezond gezien
en zuiver, eerlijk uitgevoerd mei re-
miniscenzen aan groote meestere,
doch niet voldoende individualiteit
om aan deze bladen een gunstige
plaats aan wand of in prentporte-
Jeuille te verzekeren. Eenvoudig en
zonder posewie het anders voelt,
mag het zeggen. Maar men bewijst
den etser naar 't rniij voorkomt
slechts ondienst zoo men in zulk een-
voudig-goed werk dingen gaat'bin
nensmokkelen, die er niet thuis zijn,
om ze er dan latei- met vertoon van
inventie weer uit .te voorschijn te
goochelen. Wat zegt ge bijlvoorbeeld
van deze explicatie, die «een Ilaagsch
weekblad gaf om een eenvoudig
mooie toeken in g van een wiJgeboom?
Ziet hier:
„Daar is b.v. een wilg, in het bezit
van den heer Mr. II. C. Dit s maar
niet zoo een wilg zwierig of luchtig
neergeschreven. Neen hei is het por
tret van een wilg. En van wat voor
een wilg! Een wilg die gezien is ais
een organisme, als een wezen waar
aan de teekenaar als 4 ware inen-
scheiijke trekken leende. Deze wilg
verraad i een lie J drama, enz. enz."
Men is genegd aan ie nemen dat
de pen van dezen geleerden schrijver-
te willig over zijn velletjes vliegt of
dat do door hem nocdwer.dtg te vul
len plaatsruimte in zijn blad te groot
is voor do belangrijkheid van het
door hem behandelde. Mij, en waar
schijnlijk ook wei anderen is da"
pomipeua gephrascer over eenvoudig.;
dingen zeer onsympathiek, en het
zou toch eoude zijn zoo het werk van
iemand als do .Tong daaronder lijden
moest in waardeering. Het nut. van
deze ophemelende bun6texegese lijkt
mij voorals nog naar alle zijden
heen, prohlemat-sch.
Reeds eenige dagen verheug ik mij
in het bezit van een goed uitgevoerd
en bij Brückmann in München ver
schenen boekwerk, waarin d© verza
melde opstellen over kunst zij.n uit
gegeven door den betreurden Hugo
von Tschudi tijdens zijn leven In ver
schil lende tijdschriften geplaatst.-
Een uitvoerig levensbericht van den
syinpatliieken mensch en wijdsch-
voeienden knnstbegnjper, over w en
i'k hier bij zijn sterven schreef, gaat
den opstellen vooraf. Het is met be
wonderende genegenheid door Tschu-
di's vroegeren Berlijnschen assis
tent Schwedeier-Meycr geschreven.
Ik hoop deze uitgaaf uitvoeriger te
mogen aankondigen. Er is in den
bundel zooveel mooi's, zooveel wal
over kunst zuiver gedacht en tref
fend eenvoudig door hem opgeschre
ven werd, zooveel wat ook nu nog,
jaren nadat het geschreven werd,
zijn volle waard o behouden heef;, dat
bet beek, zooals het daar' ligt. ook m
Holland belangstelling verdient en
sympathie zonder twijfel opwekken
zal. Zijn rede over Kunst und Puhlir
kum bijvoorbeeld behoudi waarde
ook buiten den kring waar ze uitge
sproken werd en een karakteristiek
van Menzel, gezien door Tschudi en
door hem logisch en klaar uiteenge
zet, heeft ook voor nïet-Duitschers
beteckente. Kunstschrijvers van al
lerlei slag kunnen aan de lectuur
van dit boek veel profijt danken. En
de hoogó figuur van den schrijver
.zal er hun dos te klaarder en ver
moedelijk ook t© liever om worden..
J. II. DE BOLS.