Sliï D! DERDE BLAD Vrijdag 1 HoTemliBr 1912 Baifcnkariscfi Overzicht Oe Ba3han-krijg. Dc ondergang van Turkije. „Turkije gaat met snelle schreden ziji: ondergang tegemoet. Ik voorzie i:i den oorlog een bedroevende neder laag, een vernietiging van de gede moraliseerde troepen." Zoo schreef enkele dagen voor 't uitbreken van den oorlog dr. Lardy, een Fransch geneesheer in Turkschen dienst. Zijn voorspelling is al aardig uit gekomen. En nog zijn de Turken er niet. Steeds meer wordt 't vuur hen aan de schenen gelegd I Dr. Lardy wijt do nederlagen der Turken aan 't gemis van moderne discipline, vooral wat 't vuren be treft. „In enkele oogenblikken is munitie verschoten ;.zij schieten, als Tartarin de Tarascon, om lawaai te maken; zij letten volstrekt niet op den af stand. Te Pliarsalus heb ik, een uur lang, een bataljon Albanicrs een helscli vuur zien afgeven op een troepje menschen, die meer dan twee kilometers van hou verwijderd wa ren. En als de Albaniër geen patro llen meer heeft, verlaat hij het ge vecht. In het Rassidiaris-gebergte, achter Pharsalus, terwijl ik de ge wonden opzocht, kwam ik er velen te gen, en vroeg hen waar zij heen gingen; hun antwoord was altoos hetzelfde: Fischek yokt'en dan wezen zij op hun leege patroontasschen." De Turken zullen 't is nu zeer waarschijnlijk, hoewel 't nog kan vcr- keerenverliezen. En wat dan De buit zal door de Balkanstalen gedeeld worden. De verdeeling van Turkije. Dit staat vast: Handhaving van den status quo, nadat de strijd, al of niet door bemiddeling der mogendhe den zal geëindigd zijn, is niet meer mogelijk. In liet Bulgaarsche regeeringsor- gaan Mir wordt op zeer scherpe wij ze uiteengezet dat na de schitterende overwinningen van de bondgenooteu de regeling van do Balkantoestanden dooi c'.e mogendheden niet meer kan worden aanvaard. Dat zou een bclee- diging zijn voor de dappere Legers der Balkanstalen. Het woord status quo is onwaardig voor een diplomatie, dio de vollo verantwoordelijkheid ervoor draagt, dat het zwaard moest ge bruikt worden om te verkrijgen, wat dezelfde diplomatie alleen door het uitvoeren van de gesloten verdragen zou kunnen hebben tot stand bren gen. j De strijd met de Turken is moei lijk, dat hebben de Italianen in Tri polis ervaren. Waarom zou men de I offers der verbondeii mogendheden minder beloonen dan die van Italië? f Het zou onverantwoordelijk zijn van de groote mogendheden het leven van een soldaat der verbonden Balkan-1 staten minder hoog te schatten, dan het leven van een der eigen solda- ten I Zuo spreekt het Bulgaarsche regee- ringsblad thans, en daaruit blijkt wel, dat de Balkanstalen niet voorne mens zijn zich de vruchten hunner O verwin n in gen te laten ontnemen. Het officieuse Grieksche blad Hcslia schrijft: „Er behoeft niet meer aan getwijfeld te worden, dat de omstan digheden ecu verdeeling van Euro- peêsch Turkije noodzakelijk zullen maken. Maar de groote mogendheden zullen niet geroepen worden om zich met deze verdeeling le belasten. De verbonden Balkanstalen, hebben een einde gemaakt aan de macht van de:i veroveraar en zij, die tot dusverre bet Turksche gebied van de Turken zui verden, zijn wd in staat de zaak ver der te regelen. De mogendheden moe ien de Baikanstaten dankbaar zijn, dat zij haar bevrijd hebben van de niet te overwinnen moeilijkheden van het Oostersche vraagstuk en van de vrees voor verwikkelingen onder el kaar. De mogendheden behoeven slechts het resultaat te erkennen, be reikt dooi' de verhonden Baikansta ten, lluar interventie is dus niet noo- dig." 1-Ioc de vcrdeeling van den buit in liet bijzonder zal zijn, is, blijkens do berichten uit verschillende plaatsen, reeds bij voorbaat, vastgesteld. Maar de bijzonderheden loopen te veel uit een om aan de berichten meer dan oen zeer geringe waarde too te ken nen. Als de Baikanstaten in een bcslis- senden slag van de Turken gewonnen hebben, zullen ze waarschijnlijk de bemiddeling der mogendheden wel aanvaarden, wetende, dat zij de bijzonderheden kunnen bespreken op eer. conferentie. Men voorziet dal die Europeesche conferentie zal plaats hebben te Parijs, wijl het initiatief lot de interventie door de Fransclie regeering genomen is. De Londensche correspondent van dit blad zegt, dat de mogendheden van de Triple Entente volkomen een stemmig zijn, en dat hun optreden voor do interventie zoo actief is, dat reeds een in bijzonderheden opgesteld program bestaat, waarin met alle mogelijkheden rekening is gehouden. In het Engelsche Lagerhuis heeft de afgevaardigde Kiug de volgende vragen gesteld: lo. of de mogendheden voor hel uitbreken van den Balkanoorlog een afspraak hadden gemaakt omtrent handhaving van den status quo; 2o. of dit besluit, aan de Balkansta len was meegedeeld, en 3o. of. naar aanleiding van de over winningen der geallieerde staten, na dere besprekingen over dit onderwerp tusschen de groote mogendheden hebben plaats gehad en of Engeland en de groote mogendheden van plan zijn Turkije te handhaven in liet be- stuur van Macedooiü. Daarop antwoordde minister Grey: „Het antwoord op de eerste twee vra gen moet, bevestigend luiden en dit is .•"él iu overeenstemming met de verklaringen, door de Baikanstaten zeil' afgelegd." Wat 'de derde vraag betreft, dceldo de minister mede, dat er een gedach- tenwisselihg heeft plaats gehad tus- scheri aL de belanghebbende groote mogendheden, naar aanleiding van den veranderden, toestand ten gevol ge van den oorlog. Met het oog daarop zou hel bij den tegenwoordigeu stand,van zaken niet raadzaam zijn eenige verklaring af-tc Ir-ggen, omtrent de politiek van En geland en de andere mogendheden, die, zooals de minister tot zijn' genoe gen kon rnededeelen, nog steeds de zelfde is als toen de besprekingen be gonnen. „Het Huis kan verzekerd zijn zoo vervolgde de minister dat ik. zoodra mogelijk, mededeelingen zal doen. Naar ik evenwel hooi), zal het Huis inzien, dat het moeilijk is thans iels mede te deelen omtrent onze eigen opvatting, nu ons hoofdstreven is in nauwe aanraking te blijven met de andere mogendheden en over eenstemming tusschen haar tot.stand to brengen." Van de oorlogsvelden. De Bulgaren. Oridër telegrammen in ons vorig nummer kan men 't volgende Bul gaarsche ovérwinningsbericht lezen: Na gevechten, die twee dagen (vol gens particuliere berichten drie da gen en drie nachten!) hebben ge duurd, behaalde het Bulgaar- schiJ leger een' volslagen overwinrifiig op do hoofdmacht der Turken, die in ordelooze vlucht terugtrok. Löcle Boergas is door de Bulgaren genomen. De veldslag was zeer verwoed, liet Turksche leger is in wanorde teruggeslagen op Tsjorloe. Het liet een groot aantal gewonden op het slagveld achter. Heden komt 't volgende telegram uit Sofia: „Het Bulgaarsche leger zet tie vervolging van de Turken krachtig voort, die in wanorde terugtrekken. ojj llabsj en Tsjorloe. De Bulgaren hebben een groot aan tal kanonnen, wapens en munitie builgemaalU en een groot aantal Tur ken gevangen genomen. De verliezen der Bulgaren zijn be trekkelijk gering. De gcheele Christenbevolking is dcor de Turken vermoord en alle dor pen in de buurt van Molnik zijn door de Turken in brand gestoken.'' De Bulgaren hebben ook een Turk schen trein met schiel-en mondvoor raad genomen. Voor de Turken cca nieuwe cn zeer groote tegenslag. Over den veldslag zijn de telegram men nog lieel spaarzaam. Ook zijn er eerst eenige kleine Turksche overwin ningsbericliten go- komen, maar toen kwamen er ook uit Konstanlinopel voor de Turken slech te berichten. Nu erkennen dc Turken den nieuwen aftocht al. Aan de juist heid van 't Bulgaarsche ovérwin ningsbericht behoeft dus niet meer getwijfeld te worden. Die slag moet plaats hebben gcliad tusschen de Bulgaarsche hoofdmacht en het Turksche oostei'leger, aan de rivier do Ergene, ergens tusschen Loele Boergas en Tsjorloe. Do Turken hadden een zuiver defensieve stelling ingenomen, ter verdediging van den weg naar Konstantinopel. Uil dc weinige gegevens over 't ge vecht is 't volgende op te maken. De westelijke Turksche vleugel, die bij Loele Boergas stond, is volkomen vernietigd. Op den Oostelijken vleugel konden de Turken zich eerst staande houden, maar toen de Bulgaren bij Loclc Boergas doorgebroken waren, moest ook dit deel van 't Turksche leger don alioeht blazen. De Bulgaren moeten een, uil mi litair oogpunt, mooien flunkaanval gedaan hebben. Dit was de directe aanleiding tot hun zegepraal. De opmursch der Bulgaren werd be moeilijkt door een zworen regen. Maar nu worden de Turken door een drassigen bodem in hun vlucht tegen gewerkt. 't Slagfront der Bulgaren, dal eerst was Loele BoergasWiza is nu Tsjor- toe—Sara i—1 s t ra n d j a De Turken zijn evenwel nog niet in deze nieuwe stelling. Ze zullen er evenwel komen. Endat is dan de laalsle stelling voor Koiisluntiiio- pel. Worden de Turken ook daar versla gen, dan wacht een beleg van Kon-, slnnlihopel. En wat dan gebeurt, daarin zullen we ons nog maar niet verdiepen. Do Turken komen evenwel leclijk in de benauwdheid l)it Konstantinopel wordt geseind: Er zijn ernstige berichten van .liet oorlog slooneel ontvangen. De minis terraad vergadert nog op de P.o.rte. Naur het heel, zou iicl sluiten vah den vrede spoedig te verwachten zijn. De Turken gaan nu naar Bulgarije. Een troepentransport wordt klaar ge mankt om naar Midia aan de Zwarte Zee te stoomen, begeleid door torpe- (lol)ooten. Dit Turksche leger zal d;ui in Bulgarije landeD. Gelukt dit dèn' Turken, dan moet Bulgarije ook in 't eigen land troepen beschikbaar hebben, 't Is niet zeker of er nog voldoende reserves in Bulga- iije zijn, wei is pas de nieuwe lich ting opgeroepen. Dc Turken hébbeu Burgas op de Bulgaarsche kust gebombardeerd. Volgens een gerucht zouden daar zelfs al troepen geland zijn. 'zich to midden Van "oen troep vijan den wierpen. Tegen drie uur 's mid dags begonnen de Turken terug tc trekken om zich even later weder tc coneentreeren. Een uur later had op nieuw een hevig bajonelgevcchl, plaats. Om vijf uur eindelijk ging de terugtocht der Turken in een vlucht over en nu was Koemanovvo vrij." De Montenegrijnen Uit Cettinje wordt geseind: Dc rechtervleugel van het leger van generaal Martinovvitsj, dat het zuide lijk gedeelte van Bofana verdedigde, operCerdo met artillerie en infanterie bij Pulay, niet ver van de haven St. Nicolaas; het verdreef daar twee ba taljons Turken, die terugtrokken in do richting van San Giovanni de Mc- dua, met achterlating van een groot aanial dooden en gewonden. De Montenegrijnen maakten wal groot geschut en ammunitie buit, maar leden geen verliezen. Later: Generaal Voekowitsj is met zijn zegevierend leger ïpek binnen getrokken. De troepen werden door de 'bevolking met groote geestdrift be groot. De Serviërs £3811 ook voon le overwinnen. Een Servische troepenmacht is voor Prizrend (in Albanië) aangekomen. Men verwacht, dat de stad zich spoe dig zal overgeven, Ja er is al een vaag telegram, dat de Serviërs de stad al stormenderhand genomen heb ben, en daarbij veel oorlogsmateriaal buit,maakten. Een andere divisie van het Servi sche leger is op weg naar Prilep en. heeft een belangrijke stelling geno men tc Teyvo tusschen Koprulu en Prilep. Er komen nog bijzonderheden over den slag bij Koemanowo, meegedeeld door den .oorlogscorrespondent van de Bert. Lokal Anz. „Sedert uchL dag'cn was het Servi sche eerste legerkorps onder den kroonprins, onderweg naar Koema nowo, won dag aan dag terrein, en verdrong de Turken uit de ééne po sitie na de andere. Woensdag (van de vorige week) -scheen een stilstand in getreden te zijn en het leek, of de dag zonder strijd ten einde zou loo pen. Toen opende 's avonds laat de Turksche artillerie uit haar stelling li hel zuidwesten een hevig vuur. De Servische artillerie beantwoordde hel. De Drina-dïvisie trad dapper op en er ontstond een gevecht, dat den ge beden nacht duurde, tot de Turksche kanonnen verstomden. De rnaan wierp haar matte stralen over het gruwelijk schouwspel en liet donderen van het geschut was tot dicht bij Wranja hoorbaar, 's Mor gens vroeg begon liet Servische leg or, ir-fanterie en cavalerie, snel voor waarts le rukken en weer verloren de Turken onophoudelijk terrein. Te gen den middag lcwam de beslissing. De strijd werd steeds verwoeder en het 17de reserve-regiment ging tot den bajonet-aanval oyer. Aan beide zijden werd met buitehgewönen moed en doodsverachting gestreden. Men zag. hoe de soldaten handgemeen werden- en terwijl de Turken den vij and niet messen' te lijf gingen, gre pen de Serviërs naar hun bajonet, Turksche. 60ldat.eu, die zwaar ge wond ojj den met 'bloed bespuiten grond lagen, spanden hun lualslo krachten nog in, om lnm geweer af te .vuren. Men zag Servische jongelin gen, die met koele doodsverachting, J Dit veroveren van Ipek door de Montenegrijnen wordt door particu liere horïchten -bevestigd. IDc Grieken winnen ook nog steeds. Zij hebben nu Grcvena (ltrebne) bezet, zonder j veel tegenstand van de Turken te ont- j moeten. Do Grieken hebben de eilanden Thasos en Imbros bezet en daar dc Grieksche vlag gekeschen. Twee torpedojagers zijn te Lenmos aangekomen. Reiniging van hel slagveld. Bij de geweldige botsingen der mo derne massa-legers bedekken duizen den lijken hel slagveld; het is onmo gelijk die allen in korten tijd te be graven. Toch is het dringend noodig, dat de dooden spoedig verdwijnen, ten einde besmettingsgevaar voor de levenden te voorkómen. Men trachtte hieraan in de laatste oorlogen tege moet te komen door het maken van reusachtige graven, waarin de ge sneuvelden soms met vij'ftig of hon derd tegelijk werden neergelegd. Maar op deze wijze gaat het werk niet snel genoeg, terwijl ook in de haast de lichamen niet voldoende met aarde gedekt worden. Evenals in den Russisch-Japan- j schen oorlog op groote schaal ge-1 schiedde, schijnt rnc-n ook thans tot i verbranding der hjken zijn toeviuchlj conflict met, do politie en vele 'Arabic- ren worden gearresteerd. Drie politie agenten werden gewond. Ten slotte kwam zelfs de brandweer te hulp. Desniettegenstaande duurde de be tooging voort. De menigte wierp de Europeanen met stceaèn. Ook het rij tuig van den Duitschen vice-consul en van dc consulaals-ambtenaren werd met steenen geworpen." Binnenland Lil Belgrado wordt n.l. aan de bla den gemeld, dat zes groote waggons, gevuld met petroleum, zijn vertrok ken naar lvoemauovo, waar op 24 en 20 October liet lot beslist is van het Turksche Westerleger, dat daar op volle sterkte (een officieel bericht uit Wj'auja spreekt van 89.000 man) ge-j streden heeft. De Serviërs móeten, i volgens hetzelfde bericht, 400 dooden j en 2000 gewonden gehad hebben, de.' 1 Turken 16.000 dooden. Men zal de lijken bijeen zoeken, en,! met petroleum begoten, tot asch doen vtrbiamdep. De houding van Roemenië. In een interview heeft de Roemeen- Eclië minister van binnehlandsche f zak'ëii' gëzegd:' „Dc redevoering van den koning f i hoeft geerierJei bcteekenis, wijl do 'j ministerraad besliste, dat -er geen j aanleiding was voor mobilisatie. Do houding van Roemenië wordt alleen aangegeven door den wens'ch zij ii belangen te beschermen; De 'woerden-van den Koning tooncn hoe Ro'èiiieniê oog heeft voor den moeilij- ken locstand. Roemenie denkt er echter niet aan te mobilisccren." Vooral dit laatste is belangrijk. Gevaar voor de Christenen in Turkije. Onlangs is gemeld, dai de gezanlen en consuls te Konstantinopel maat regelen beraamd hadden ter bcscher-j ming van de Christenen in Turkiji tegen den haat der Mohammedanen. Volgens het Bert. TagêbL schijnt be sloten ie zijn, dat zoodra van zooda nig gevaar mocht blijken, zoowel tc Konstantinopel als te Saloniki, inge grepen zal worden van den zeekant uit. De noodige toebereidselen zijn reeds getroffen. Dat dit gevaar voor de Christenen niet. denkbeeldig is, blijkt uit een te legram aan den Rerl. Lokal Anz., ge zonden uit Kairo: „Gisteren en heden kwam het in de Mohaminedaansehe wijk Boelak tot ernstige betoogingen tegen de vreemdelingen. Een Ara- biscli priester drong de Grieksche lcerlt, die naast het Duitsche consu laat gelegen is, binnen en Meld daar een toespraak tegen .de Christenen. Spoedig kwamen een groot aantal i Arabieren binnen. I-let kwam tot een TWEEDE KAMER. Nadat de heer Borgesius gisteren de rij der 24 sprekers over de Invalidi teit?- en Ouderdoins-verzêkering had gesloten, kwam de Minister van Land bouw, Nijverheid en Handtl, de heer Talma, aan liet woord. Deze begon met dank te brengen aan de leden der rechterzijde, spéciaal aan den hooi Lobman, voor hun steun on ook aan dc hecrcn Treub én Bos voor de verdediging var. het beginsel van zijn regeling. Hij dankte ook de Ka mer voor 't aarf de orde stellen der zaak, die inderdaad, de discussie had 't. bewezen, voldcc-nde was voorbereid, ltoeds na de tweede redevoering riep dan ook de heer Thomson Stemmen (De lieer Schaper Hij wou naar Grie kenland Do aandrang der Regeering o;n behandeling vloeide niet voort uit electorale overwegingen, was geen op volging van eeii bevel uit de Kanaal straat. Had'do Minister vroeger 'ge zegd, dat voor hein eerst moest vast staan, hoe li ij de Ziekte-verzekering zou regelen, de Minister was mi voor zich met zijn plan gereed. Na den afdeelingsarbeid van zijn De partement te hebben verdedigd tégen 't verwijt van bureaucratie na den heer Treub ta hebben weerlegd, waar hij den Minister verweet de Kamer ten aanzien van Dr. Kuyper's beden king tegen de beperking der wet op een dwaalspoor te hebben geleid en den heel' Hugenholtz' te Lebben be streden in zijn beweren, dat de Minis ter den heer Rutgers naar Engeland had gezonden, oir. het verkeerde in 7t Engelsche stelsel beter te doen uit komen. nam de Minister het voor de Nota van Prof. Kluyver op hij aan vaardde ten volle de verantwoordelijk heid daarvoor. Dat m die nota niet met alle verschillende factoren was rekening gehouden, o. a. met 't onder- scneid iussclien landbouw en indus trie, kwam hieruit voort, dat deze za ken niet onder cijfers zijn le brengen. Maar op de verzekering van de beter gesitueerde arbeiders bij de particu liere fondsjes had Prof. Kluyver wel geletmaar men kon daarop geen algemeone corclusiën bouwen, omdat het uitzonderingen zijn. De Minister kwam op tegen Staatd- bijdragen voor alle vrije verzekerin gen daarmede zou men de tekorten van het fonds niet koeren. Dat de Minister de redactie had- verbeterd op verlangen der Kamer, werd hem nu- ten onrechte tot een grief gemaakt over den opzet. Over 't ontwerp zelf uitvoerig spre kend, deed de Minister uitkomen, dut hier wel ter dege verzekering is, te gen een onzekere, maar voor allen met gelijke kansen te verwachten ge- beuïlfjklieid. Op publiek rechtelijk ge bied was echter voor verzekering niet,1 als in j)i ivaulrechlelijkeri zin, equiva- leerend bedrag var. premiën en ren ten noodig, oindat bij' publiekrechtêfij- lijko verzekering selectie is uitgeslo ten. Het opnemen van invaliditeit en ouderdom in éen verzekering was door meerdere, sprekers verdedigd, zij liet ook enkel met de gronden voör de in- validitcits-vei'zorgingverzorging va:i hen, die niet meer werken kunnen we gens de gebreken van den ouden dag, is ook invali di teits-vei zekering. Alleen zij, die 't recht des arbeiders verdedig den op grOud var. zijn bewezen dien-' sten, stonden op een ander standpunt. Ten aanzien van de vraag of verze kering van de.» arbeider bij de lage looiiéii mogelijk is, wees «ie Minister op Duvisciilano. De werkman kan wel een dubbeltjper week (1/16 cent per uurj betalen. Do vraag is maar of hel geld goed besteed wordt- Inderdaad, zonder cynisnir en hardvochtigheid hield de Minister vol ae werkman kan voor zijn pensioen wel iets mee betalen. kir. Troelstra riep hem toe, dat bij de laatste '- verkiezingen de geestver wanten van den Minister hadden ge ijverd voor de vrijstelling der laagste, loonen,! De Minister was nooit van stand punt, veranderd. Hij herinnerde, dat Christelijk-) kiezers op Mr. Troelstra hadden gestemd, omdat zij meenden f 3 per week en een stukje land door hem te,krijgen. En zij kregen nog niets. Een stem Zij hebben toch 't land! Mr. Troolstra Als de Minister mi] it motie had aanvaard, hadden zij nu ook de f'J. Daarna verdedigde de Minister liet achterwege laten van een weduwen- rente. Hei nccdigste was hulp voor de vrouw, dio als weduwe do zorg had voor jonge kinderen. Daarom vond hi! vveczcnrcnte eerder noodig. Beide U geven ging nu eenmaal niet. Do Minister had liet ontwerp-Vee- gens voor afzonderlijke ouderdoms* verzekering teruggenomen, omdat niemand er don rechtsgrond voor vond. De ouderdoms-verzekering al leen, afhankelijk van een ieeftijd. waarvver men van meaning verschilt, keurde de Minister af, omdat als men den leeftijd te hoog of lo laag stelt, onbillijkheid er uit volgt en gevaar voor het fonds en voor de arbeiders ook door oc concurrentie van oudo werklieden, die voor laag loon kun nen werken, omdat zij iets hebben. Anders was hel met invaliditeit en ziekte-verzekering; deze konden wel gescheiden zijn, maar werden op ge lijke wijze georganiseerd; alleen wa3 hij voor een zeer krachtige centrale invaliditeits-vorzekering, in 't belang van de vulkshygiëno. Toch moest do Rijksverzekeringsbank zolve geen sa natoria en ziekenhuizen onderhou den, maar deze krachtig steunen. Inzake het Heil verfahren moesten de lokaio organen samen werken, preventief en repressief. Een vast© bijdrage verwierp de Mi nister. Zij was nooit door eenige Re geering of partij verdedigd. Zeker, do Slaat mag iets bijdragen (hij had de 8 1/2 op 10 millioen gebracht), maai' met behoud van 't beginsel van zelf- onder,houd. Om bet tegenwoordig ge slacht niet, voor het volgende een niet le hoog© premie te laten betalen, was voor 75 jaren Staatshulp noodig. Die hulp kwam niet aan verkeerde men schen, niet aan hen die zelf betalen kunnen. Ontkennende, dat de omslag met de plak zegels zoo groot was, verdedigde de Minister ten aanzien van de risico overdracht de uitzondering voor de spoorwegen. Maar als het doenlijk bleek kon men dat uitbreiden. De Minister gaf den heer Vorster- man van Oyen te kennen, dat de vraag, of de arbeider, die werken bij aanneming uitvoert, loonarbeider is, door den rechter zal zijn te beslissen. Is hij het. dan moet de werkgever do premie betalen. Met oen beroep op Duitschland be weerde do Minister, dat uitbreiding van den kring der verzekerden niet mogelijk blijktmaar hij legde er nadruk op, dat ook allen die, eenmaal verzekerd, ophouden arbeider te zijn, verzekerd blijven, tenzij zij het niet willen. Ten sloite betoogde de Minister, dat de voordracht geheel ligt in de lijn van hetgeen door alle partijen in de laatste 20 jaren is verlangd. Hij ging al de uitingen in alle kringen na. Men was 'i schier algemeen over ge dwongen verzekering eens, behalve de S. D. A. P., die staatspensionneering wilde en dio nu gesteund wordt dooi de vrijzinnigen maar op andere motieven. Wat men van liberale zijde staatspensionneering noemt, komt in strijd niet alfe goede beginselen van armverzorging, een vitaal belang der kerk*d'e Christelijke arbeiders wil-' ren gewoon iets te betalen, ook voor de scholen. De Minister beoogde geen partij-, maar alleen goede sociale politiek. En wat zou er komen als deze. wet is af gewezen V Men weet niet wat de libe ralen willen iedereen wil iets an ders en «ie slaatspensionueering is nog in haar kindsheid. Van groot gewicht was de te ne men beslissing. Er moest iets gedaan worden. Alleen de socialisten kun nen laoken, zij kunnen wachten, maar anders is het fiiet hen die ver antwoordelijkheid dragen. Daarom verheugde spr. zich in don steun der gelieele rechterzijde (op één uilzonde ring na) en over bat voorrecht thans zijn taak hier te mogen vervullen. In de avondvergadering (door den hoer Jhr. De Geer gepresideerd) vin gen daarop de replieken aan. De beer De Jong (Hoorn) leverde nader een uitvoerig betoog voor de Staatspensionneering en weerlegde achtereenvolgens al de sprekers die dit stelsel hodden bestreden en al de argumenten die er tegon.werden aan-, gevoerd, speciaal ook door den heer Lobman van 1912, een geheel a n dere dan de-Leer Lobman van 1911, zooals de spr. breedvoerig aantoon de. De beer Treuib, diie de bij zijn amen dementen lenigkeerendo zaken liet rusten, bleef van gevoelen dat de re- Tan Knust en Kunstnnsars LIL, De Haagsche Kunstkring werd in- deriijd opgericht als een duad der jongeren, een soort afscheiding van lien die wat, anders en op andere wij- 2e wilden, dan liet oudere, deftige Pulcliri Studio. Onder dc oprichters bevouden zich o z. wijlen Théophile de Bock, die een open oog had, ook voor kuist die de zijne irie; raakte en Jaa Toorop. Dc laatste schijnt door het lot eenigszins voorbeschikt te zijn tot oprichter van nieuwe kunstgenoot schappen, ik herinner mij er tenmin ste zoo in eens al eea viertal bij wier geboorte Lij assistcnt'e verleende. Ik wilde maar zeggen, dat ïd den aanvang, deze Haagsche Kunstkring iets nieuw-levenbrengends, iets re.vo- lutionnairs ook had. Wanneer men thans in haar eigen gebouw op de lieereugracht te 's-Gi--.veiiihage, haar najuarsientoonstelling der werkende leden bezoekt, zal men nooh liet re- volu'üonnairo noch het nieuw-leven- hrengendo in de kunst gemakkelijk kunnen vinden. Ei- is over bare ge regelde exposities het/zelfde lamme gekomen, wat ooik den Arti en Pul- ohr it onto onstellingen, gemeenlijk ei gen is en de doorsnee/waarde van wat door die drie Genootschappen ge- *°°"d wordt, staat elkaar vrijwel ge lijk. De verslaggever van een blad, die plichtmatig al deze exposities moet bezoeken en „verslaan", hooPt wel een zeer eentonig werk en men moet wel zeer zeker erkenning over hebben voor dio journalisten, wier goed humeur, jaar in jaar uit bij (leze, bovendien vaak ondenkbare be zigheid, niet inboet, waar zoo weinig gelegenheid tot variatie in de termen vaji bewondering geboden wordt. Hoeveel rijker in nuanceering, rijker aan emotie vooral, is het leven zelf, het leven van allen dag, dan de hui digs kunstproductie d:e van dat le ven toch de getrouwe weerspiegeling heet te zijn. Iloo logisch is het dat de •in krantschrijverij geconfijte heer Charles Boissevain, wiens zeventig ste verjaardag pas gevierd is, in een interview aan zijn jongeren mede werker Feitli bekende dat het gewone reportage-werk dei- levensgobeurlijk- heden voor hem de aantrekkelijkste arbeid van den journalist uitmaakt. Ik kan liet mij denken. Men blijft er tenminste friseh bij terwijl het re gelmatig en plichtmatig bezoek van schilder ijton toonstellingen. Maar w ij waren in den Haagsoben Kunstkring. Nu sinds enkoio jaren bet regel- en plichtmatige van dio be zoeken van mij is afgenomen, Leb ik althans dit gewonnendat de lteeren waarop een z.g. ledententoonstelling bezocht wordt, de wei ik stukken mij intenser belang_ inboezemen dan an ders wellicht bet geval zoude zijn. Doch ga ik, thuisgekomen mijne her inneringen schiften en zuiveren, dan blijft er tóch weer weinig over, waar van de indrukken van blijvenden aard genoemd konden worden. Er is zoo hel een en ander blijven hangen, en daarmede willen we dan maar, bij gebrek aan hevige schoonheids- on!roering, genoegen nemen. Zoo zie ik dan weer een werkelijk artistiek portret door den schilder Albert Roelois voor me, zijn vakge noot Van der Slok voorstellend. Een werkstuk met mooie schilderquabtei- ten evenals het groote stilleven met vissollen van Albert's breeder Wil lem. Het overladene raakt deze Bel gisch-voelende schilder nog niet zoo vlug kwijt enzoo dit zijn aard is, kan het ook niet zonder onb lliiik te zijn, verwacht worden. Iïij doet mij in zijn stillevens altijd eenigszins aan dien anderen Zuid-Nederlander, ecliter uit de 17e eeuw denken, wiens omvangrijke doeken ons Rijksmu seum sieren: aan Frans Snijders. Een damesportret door Laurent Ver- wey boeide, ondanks een zekere ge wilde ongevoeligheid in do behnnde- deiing. Een e'gen stijl, wel niet gratie-vol, doch stevig en in het stilleven van waardeerbare qualitei'ten bezat ook Gratama, de nieuwe Haarrlemscho museumdirecteur. Aardig voor den dag komt Böbeldijik, een jong artist. vanwicn ik in geruhnen tijd geen werk zag. Geiieel eigen is 'net nog wel niet, doch het is althans over liet oppervlakkige 'heen, dut zijfi ar beid van voor een paar jaar aankleef de. Noemen we thans nog Scliafer. van Lelyvold, een teekening door Wolter, dan geloof ik aan deze expo sitie wederom recht gedaan te heb ben. Met veel genoegen heb ik op een kleine tentoonstelling bij den hande laar Schüler cp het Plein, de nieuw ste, naast verdere werkstukken van de:i etser l'oon de Jong gezien. Sinas deze grapliiker want dit ds :iij in hoofdzaak voor een tien tal jaren mot kleine prentjes in des boeren van Harpen's Lareoseben Kunsthandel debuteerde, is er een flinke gezonde ontwikkeling in zijn werk volgroeid. Het L. gezond gezien en zuiver, eerlijk uitgevoerd mei re- miniscenzen aan groote meestere, doch niet voldoende individualiteit om aan deze bladen een gunstige plaats aan wand of in prentporte- Jeuille te verzekeren. Eenvoudig en zonder posewie het anders voelt, mag het zeggen. Maar men bewijst den etser naar 't rniij voorkomt slechts ondienst zoo men in zulk een- voudig-goed werk dingen gaat'bin nensmokkelen, die er niet thuis zijn, om ze er dan latei- met vertoon van inventie weer uit .te voorschijn te goochelen. Wat zegt ge bijlvoorbeeld van deze explicatie, die «een Ilaagsch weekblad gaf om een eenvoudig mooie toeken in g van een wiJgeboom? Ziet hier: „Daar is b.v. een wilg, in het bezit van den heer Mr. II. C. Dit s maar niet zoo een wilg zwierig of luchtig neergeschreven. Neen hei is het por tret van een wilg. En van wat voor een wilg! Een wilg die gezien is ais een organisme, als een wezen waar aan de teekenaar als 4 ware inen- scheiijke trekken leende. Deze wilg verraad i een lie J drama, enz. enz." Men is genegd aan ie nemen dat de pen van dezen geleerden schrijver- te willig over zijn velletjes vliegt of dat do door hem nocdwer.dtg te vul len plaatsruimte in zijn blad te groot is voor do belangrijkheid van het door hem behandelde. Mij, en waar schijnlijk ook wei anderen is da" pomipeua gephrascer over eenvoudig.; dingen zeer onsympathiek, en het zou toch eoude zijn zoo het werk van iemand als do .Tong daaronder lijden moest in waardeering. Het nut. van deze ophemelende bun6texegese lijkt mij voorals nog naar alle zijden heen, prohlemat-sch. Reeds eenige dagen verheug ik mij in het bezit van een goed uitgevoerd en bij Brückmann in München ver schenen boekwerk, waarin d© verza melde opstellen over kunst zij.n uit gegeven door den betreurden Hugo von Tschudi tijdens zijn leven In ver schil lende tijdschriften geplaatst.- Een uitvoerig levensbericht van den syinpatliieken mensch en wijdsch- voeienden knnstbegnjper, over w en i'k hier bij zijn sterven schreef, gaat den opstellen vooraf. Het is met be wonderende genegenheid door Tschu- di's vroegeren Berlijnschen assis tent Schwedeier-Meycr geschreven. Ik hoop deze uitgaaf uitvoeriger te mogen aankondigen. Er is in den bundel zooveel mooi's, zooveel wal over kunst zuiver gedacht en tref fend eenvoudig door hem opgeschre ven werd, zooveel wat ook nu nog, jaren nadat het geschreven werd, zijn volle waard o behouden heef;, dat bet beek, zooals het daar' ligt. ook m Holland belangstelling verdient en sympathie zonder twijfel opwekken zal. Zijn rede over Kunst und Puhlir kum bijvoorbeeld behoudi waarde ook buiten den kring waar ze uitge sproken werd en een karakteristiek van Menzel, gezien door Tschudi en door hem logisch en klaar uiteenge zet, heeft ook voor nïet-Duitschers beteckente. Kunstschrijvers van al lerlei slag kunnen aan de lectuur van dit boek veel profijt danken. En de hoogó figuur van den schrijver .zal er hun dos te klaarder en ver moedelijk ook t© liever om worden.. J. II. DE BOLS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 9