Hmrleeh's Smiio DE WEERSPANNIGE DERDE BLAD Zaterdag 2 November 1912 Maildienst naar Ned. Oost Indië. De verzending van brieven enz. beeft deze week plaats als volgt: Over Genua, Woensdag 6 November. (Laatste busliohting 3 u. 25 min. 's- morgens). Voorloopige verzending reeds den sorigen dag, vóórmiddags 11 u. 15 m. Over Brindisi, Vrijdag 8 November. (Laatste busliohting 12 u. 30 s nam.) Behalve correspondentie voor Atjeh en Onderhoorigheden, Sumatra's Oostkust, Palembang, Riouw, Ban ka, Billiton esn Borneo, alleen d.e, welke van een desbetreffende aanwijzing Is voorzien. Over Amsterdam, met de zoogen. Zeepost, Zaterdag 9 N ca ember. (Laatste busllchüng 3 u. 25 m. 's mor gens). Het port van met deze gelegenheid te zenden brieven bedraagt 5 cent per 20 gram, dat der briefkaarten 2 1/2 ct. per stuk, en dat van drukwerk 2 cent per 50 gram. Om nog met deze gelegenheid te kunnen worden verzonden, moeten postpakketten Vrijdag vóór 9.30 "s av. ten postkantore zijn bezorgd. Onderstaand beginnen we met de vervulling onzer belofte van die vori ge week. Belanghebbenden wordt in overweging gegeven de opgaven uit te knippen en op te plokken, waartoe we de plaatsen alfabetisch zullen rangschikken. Wel brengt -de zomer- en win ter- dienst op onze spoorwegen e e n i g e verandering in de uren van aan komst. doch niet zooveel dat d't so-0 de waarde dezer opgaven ernstig Bdhade doet. (Wij doen uitdrukkelijk opmerken, dat bedoeld wordt de buslichting aan het hoof d-postkantoor in de Zijl- straat). 3 j S d J I d -5 I 11 g t 1 1 'a 3 P d g ca H <5 ca a 8.25 m. 4.16 m. 3.35 a. 4.30 a. 6.40 m. 7.46 ra. 4.40 a. 5.39 a. 9,m. 10.— m. 6.— a. 6 55 a. 10.40 m. 11.52 m. 6.15 a. 7.20 a. 11.35 in. 12.30 a. 6.45 a. 7.42 a. 12.20 1.10 a. 7.45 a. 8.45 a. 1.05 2.02 a. 9.40 a. 10.27 a. 1.50 2.40 a. 11.40 a. 12.30 m. 2.30 3.20 a. Haarlem in de 19e eeuw. VIL Het gaat niet aan in deze korte tpcks van artikelen verder uit te wei- het onderwijs. In het derde kwartaal der vorige eeuw kwamen o m nog tot stand de H. B. S., de rijkskweekschool voor onderwijzers, de kweekschool voor onderwijzeres- Een, de opleidingsscholen voor jon gens en voor meisjes, de burger- eciiouI, de gyuinastiekschool, enz. In het kort zij hier vermeld, dat er in 1873 reeds 10 openbare en 17 bij zond jre scholen bestonden, met res pectievelijk 3333 en 3403 leerlingen. Herhaaldelijk werd liet onderwijs verbet.rd nieuwe scholen gebouwd, kortom van Haarlem ging een zekere roem uit op onderwijsgebied. Benalen we ons thans tot ccn an der deel onzer 19e eeuwsche geschie denis. Het is voor ons zeer moeilijk eer.e voorstelling te maken, hoc de stad er vóór eene eeuw uitzag, in den tijd dus dal ze nog versterkt was, de muren en wallen nog niet geslecnt en de poorten en torens nog niet wa ren omver gehaald. En omgekeerd zullen de toenmalige Haarlemmers zich niet hebben kunnen indenken, op welk een wijze de oude stad na honderd jaren zoo van aanschijn zou veranderd wezen. Laat ons een vluchtig kijkje nemen en wandelen wo in gedachten daartoe van het Noorden langs het Oosten, lot uit gangspunt de St. Catrijnenpoort kie zende, collectief meer bekend onder der. naam van de Catrijnentorens, op re u i S1©to n (Naar het Franseh). 4) Heel goed dan nog een andere Vraagzou je bang zijn voor een dog, die het op je kuiten gemunt had, ver ondersteld dat je op een dergelijk sieraad kunt bogen Weineen ais ik maar een flin- feen stok bij mij had, zou ik voor geen enkelen hond ter wereld bang zijn Welnu waarom ben je dan al bij voorbaat bang voor een leeuw? Ik heb er eens een gezien in Parijs, toen ik mijn dochter Victoire de hoofdstad heb loten zien het waren echte leeuwen uit Afrika, en toch schenen zij mij niet heel gevaarlijk toe, die -groote luie honden, die op een been lagen te kluiven... Ik heb het 11 iet geprobeerd, maar met een d-raai; ©nd-e beweging van mijn sabel zou ik gemakkelijk twee of drie van de jong ste dieren tot rede brengen en je weet dat ik geen. bluffer ben I Alles jvel beschouwd, mijn vriend, behoef Jij je evenmin het hoofd te breken de leeuwen als oven: de Arabie- de belde oevers van het Spaarno bij de Hooge brug, gesticht omstreeks het midden der 17e eeuw. De toren,- op den westelijken oever werd in liet begin der vorige eeuw omver ge haald en op den grond een woning gezet voor den brugophaalder. De toren op den oostelijken oever heet te de Zanderstoren, de ander de Goede Vrouw, aan deze laatste was de stadsringmuur verbonden. Op den Noordoostelijken hoek der stad 8tond de Papetoren, hierna volgde nog een open toren, niet bij name hekend, en daarna de nog bestaande Amsterdamsche- of Spaarnwouder- poort. Den vestmuur volgende, kwam men aan de Schalkwijkcrpoort, bij den uitgang der St Anthoniestraat. De vestrnuur liep voorts langs het Spaarne, bereikte zoo den hoek bij de Lange Brug, waarover zich de Leïdsche- of Eendjeswaterpoort be vond en liep daarna tot het einde der Kleine Houtstraat, waar men de 1 Kleine Houtpoort aantrof. Verder langs den vestmuur gaande, ontmoet te men tusschen het Groot- en Klein Heiligland in dezen muur den Calis- toren en daarna de Groote Houtpoort. Even voorbij deze laatst© poort maakte de wal een scherpen hoek, verder trof men de Raampoort ann, die in vergelijking met andere ver sterkte toegangei- tot de stad, bezwaar lijk den naam van poort verdiende. Ter weerszijden van de toen nog niet gedempte Haaks bevonden zich de bei de Raakstorens, waarop bijna onmid dellijk de Zijlpoort volgde, aldus ge noemd naar de Zijl of het toevoerka naal van duinwater, dat zich in de na bijheid dezer plaats bevindt. De Kruis- en St. Janspoorten waren reeds in de 17e eeuw gesloopt en in haar plaats was in 1G77 ongeveer de Nieuwe- of Kennemerpoorl gesticht aan den uitgang der stad, op den heerweg naar Alkmaar. De Deymans- waterpoort was een soort tunnel on der of in den wal, aan de westzijde der Rozenstraat. Tot in het jaar 1824 bleef de Groote Houtpoort bestaan, toen de stedelijke regeering plannen ging ma ken voor een verfraaiing oer steu, niet bet oog der op handen zijnde tentoon stelling van voorwerpen van nationa le kunst. Tot het bereiken dier ver fraaiing moesten de Groote- en Zijl poorten worden weggebroken. Eerst genoemde poort werd, krachtens raadsbesluit van 28 Juli 1824, tot olier bestemd der versieringen, die men op het oog had. 1 October 1824 reeds werd zij voor afbraak verkocht voor f 3500 aan Jan Hendrik Looman en hiermede w ei d de moker voor het eerst gezet in Haarlem's poorten, een voor beeld, dat later bij nerhaling zou wor den opgevolgd. De Zijlpoort onderging hetzelfde lot. Zij bracht een som op van 4095. De ware sloopingswoede zou echter eerst beginnen na de invoering der ge- meenlewet in 1851. Den 21en Deceinoer 1853 besloot de gemeenteraad tot het afbreken der veslmuren tusschen de Spaarnwouderpoort en het Groote Houthet, dat de vroegere poort had vervangen en 15 December 1856 tot het slechten der stadsmuren van de infir merie, langs Ue xiaaks tot net zooeveu- guiioemue Groote Houtneii. in ivfei lboó was men genaderd aan dat gedeel te van den vestmuur, dat zien uit strekt© van den Krüi'uoren tot aau ue Menie Houtpoort. De steeuen, waar van de toenmalige vestuiuren waren gebouwd, naddeii over 't algemeen een, bijzondere grootte eu bezateu bij een lengte en breedte van 33 eu 15, een dikte van 5 c.M.'; het waren z-g. twee- hanüssteenen. De Galistoren, tusschen do beide Houtpoorten, die vel© jaren en tol het einde had gediend lot bewaar plaats der ammunitie van het garni zoen en daarom den naam van Kruit- toren droeg, bleef voorshands ge spaard, waarschijnlijk ter wille van het genoemoe doel. Doch liet was slechts voor korten tijd, want 24 April 1858 werd ook over dezen toren het doodvonnis uitgesproken en 21 Octo iber d.a.v. tot aibraak verkocht voor 700 aan den heer D. E. de Kolf al hier. Het daarop volgende jaar ver kocht ineo voor hetzelfde doel den muur aan de Papentoren vest, van den Papentoren tot aan de Dijkstraat. Toen de zooeven genoemue Kruit- toren was afgebroken, ontstond er bo tloef te aan een bergplaats voor kruit cn kogels, ten behoeve der stedelijke schutterij. Na vele gewisselde corres pondenten en na herhaalde onder zoekingen besloot men eindelijk, den Papen turen voor dit doel te bestem men. Lang zou hij echter ook niet meer bestaan, want aangezien men geen geld vvikle besteden tot onder houd, werd 6 December 1867 besloten tot afbraak. De gelukkige koepor werd later Jacobus Blesgraaf voor 580. Toen eindelijk de vestmuren ver dwenen waren, stonden er nog ver schillende poorten, alleen en op zioh- zeive, wachtende op de noodige her stellingen. Er gingen dan ook spoedig stemmen op, die met het oog op do jaarlijks terugkeerende onderhouds- ren. Men heeft je leugens verteld, zie je, en een jongen, die opvoeding ge noten heeft, zooals jij, moet zich niet zoo gemakkelijk laten beetnemen. De gelaatstrekken <van den loteling waren nu weer tot rust gekomen; zijn tranen waren gedroogd en zijn gelaat drukte groot vertrouwen uit in do su perieure verklaring van den briga dier. Dank u wel, mijnheer Marin, hernam hij, als de zaken er zoo bij staan, en er valt niet aan te twij felen omdat u bet zegt, dan veran dert alles.... Op die manier moet men dus niet gelooven wat Labourot on langs hier bij moeder Laficelle zatte vertellen, ongetwijfeld om mij aan het schrikken te brengen Zoo zoo zei de brigadier lachend, het is dus werkelijk La bourot die zijn prachtige verhalen van Arabieren en de leeuwen voor je heeft opgcdischt? Ik vermoedde het nl.... En luister je dus naar de opge smukte verhalen van dien grooten praatjesmaker? Bij hein ondergaat de waarheid hetzelfde als hetgeen men beweert dat in den vijver van Varzy plaats heeft, waar, naa.r men zegt., kleine pistooltjes geweren wor den,... Maar ik zou zoo gedocht hek- ben, dat jij, Leonard, nog meer dan een ander Labourot gewantrouwd zou hebben Het is waar, brigadier, dat hij en ik elkaar niet graag mogen lij- kosten den val van deze eerbied waardige overblijfsels der middel- eeuwsche bouwkunst begeerden. In zonderheid had men het gemunt op do Kleine Houtpoort. In Juni 1861 gaf een der leden van den Raad der ge>- meente in overweging haar af te bre ken, doch dit gevaar werd toen afge wend door de „Commissie der Ko ninklijke Academie van Wetenschap pen voor de overblijfselen der oude Vaderlandsche kunst", van het „Ko ninklijk Oudheidkundig Genootschap" en door de heer en W. J. Hofdijk en J. A Alberdingk Thijm, die zich allen duchtig in de brc-s stelden voor haar behoud. Wel werd er wat afgebroken, namelijk de twee sleenen beeren vóór de poort, doch hiervoor kwamen in de plaats twee wachthuizen der commie zen, die echter niet in overeenstem ming waren met de lijnen van het poortgebouw. Slechts tien jaren was het bestaan der poort gerwaarbongd, wamt 23 Oc- ber 1872 werd als bij verrassing be sloten de poort voor afbraak te ver- koopeh. Dit geschiedde 20 Januari 1873 aan den heer J. J. Hom an voor f 2075. 11 October 1865 werd het voor stel van B. en W. in behandeling ge nomen om in den loop van het vol gend jaar de Eendjes-pooit, mot het portiershuis en het kantoor der amb tenaren, alsmede de beide gebouw tjes ter weerszijde van de Kleine Houtpoort en die aan hot ZiUbek, be nevens de Nieuwpoortt te doen sl no pen. Dit voorstel wend echter aange houden tot 10 Januari 1866, toen B. en W. voorstelden de Eendjes'poorl te doen sloo-pen. Ook dJl geschiedde, kooper werd de heer P'.H. Schaap voor f 1500. Hetzelfde lot onderging de N euwpoort, die in bezit kwam van den heer A. Hoog-eveen voor f 1575. Eindelijk had het sloopingswei'k der oude vestmuren, poorten en to rens zijn beslag gekregen en aldus ■schreef zeker historieschijver was onze stad beroofd geworden van de meeste barer voormalige sterkten, die als zoovele, om hare oudheid eer waardige, herinneringen uit de roem rijkste tijdperken onzer vade1 lacd- scho historie, dén tand des tijds eeu wenlang hadden weerstaan. Euitensaiïtbcii OverzicLi De BaSkan-krijg. De ondergang der Tur ken in Europa. ,,il©©r Graaf uw hooge sprongen hebben een einde genomen", zoo Bcm'ceuwden de wraakiuslige edelen tegen Graaf Fioris V. Nu zeggen de uulkanstaten tot den Turk: ,,T urli, uw hooge spr o-n- gen hebben eon eindegeno- ui e n". En zoo is 'tl Wat is er over van 't machtige Turkije, nat beweerde te kunnen re kenen op een leger van meer dan een millio-en dappere krijgers?... 't Machtige(?) leger doet niet an ders danterugtrekken en vluch ten I De Turken verliezen steeds moer en meer. De herhaalde en ontzettende neder- lagen hebben in Konstantinopel een diepen indruk gemaakt en groote ver slagenheid gewekt. Nu komen de Tur ken eindelijk lot inzicht, dat het met hun heerschappij in Europa ton einde! loopt. '1 uans roepen zij de hulp, de inter ventie der mogendheden in, nu wil len zij de hervormingen gaan invoe ren, die zij eon halve eeuw lang be loofden, maar niet uitvoerden. Nu Eet te Iaat is. Want de vier verbonden Balkan- mogendheden willen nu van geen her- vormingsdecretcn voor Macedonië nicer weten, willen nu geen interven tie meer aannemen, noch een wapen stilstand sluiten. Zij willen hun be gonnen werk voortzetten, de overwin ning oip de Turken volkomen maken, en aJleen met Turkije, zonder de tus- schenkomst van ae buitenlandsche mogendheden, onderhandelen. Turkije -ais overwonnene zal dan niet veel h-ebben in te brengen... Naar den Vrsia? Toch is er nog kans, dat 't tot in terventie der mugendheden komt. 't Elan moet zijn, dat Europa be middeling aanbiedt, als een der par tijen zich overwonnen acht. Turkije is daarvan niet ver meer. Reeds komen er uit Konstantinopel verschillende geruchten, dat men in ziet, dat de oorlog verloren is en dat den. Zonder beslist gebrouilleerd met el-naar te zijn, zouden wij elkaar we der keen g graag iets heel onaange naams gunnen. Vourziciuig, mijn jongen, brand je nietLabourot is, evenals ik, een vertegenwoordiger van de publieke maclu en men moet de autoriteiten niet aanranden, dat is gevaarlijk Dus I beste Leonard, ging de oud soldaat met een air van voldoening voort, nu ben je, hoop ik, tot rede gobruent? Je hebt nu zeker niets meer op het geweten, is bet wel? En mor genochtend voeg jij je flink en zon der vrees bij je kaïneraden, dot is goed begrepen, nietwaar Leonard Boavet sloeg zijn oogen neer en weer kwam er een blos op zijn gelaat. O, brigadier, zei hij met ©en diepen zucht, er is nog iets an ders.... Ik zal het nooit durven zeggen maar er is no-g iets anders. Nu, en wat dan vroeg vader Marin, terwijl hij zich met een spot tend gezicht op de lippen beet kom, spreek ronduitIaat hooren wat je op het, hart Iheht, mijn jongen, ik ben je vriend.... kom... je kunt mij al les zeggen I Welnu dan, brigadier, er is.... maar ik d-urf niet... och neen, er is ook eigenlijk n>'els. De gendarme zette zijn elbogen op tafel en kwam met zijn gelaat vlak bij dat von I ©onard. men niet ongeneigd is vredesonder handelingen aan te knoopen. Als de wapens voorloopig beslist hebben willende Enropeesche mo gendheden den oorlogvoerenden voorstellen een wapenstilstand te sluiten, om daarna voorstellen te doen, om den vrede te bewerken. Er komen ook weer berichten over 't houden van een Balkan-conferentie. De leiding der diplomatieke onder handelingen gaat blijkbaar van Frankrijk uit. Minister Poincaré heeft nu eens de touwtjes in handen. Zal Europa de overwinnende Bal- kan-staten tevreden stellen. Er komen telegrammen uit de hoofdstad van Bulgarije, dat de Bul garen geen al te groote vreugde t-jo- uenu overturn schitterende overwin ningen, wantmen is beangst.dat de Bulgaren niet de vruchten van hun overwinning zullen plukken. Een verstandig diplo maat aan 't woord. Een telegram heeft reeds een kort overzicht gegeven van de redevoering door Winston Churchill, den eersten lord der liritsche admiraliteit, ge houden, maar op enkele uitlatingen van den minister mag nog wel eens de aandacht worden gevestigd. Wij kunnen, zoo zei hij, nu wel de oorlogvoerenden laken, de mogendhe den critiseeren, of in zak en asch gaan zitten, maar dat alles is op liet oogenblik van geen bcteekenis. Aan de historici zij 't overgelaten te eeniger tijd den sluier der gebeurtenissen op te lichten. Wij evenwel hopen voor zoover in onze macht ligt waken wij hiervoor dat een vrede zal komen, die voor immer het oorlogsgevaar zal doen verdwijnen van dez« groote en eens zoo rijke streken, rust en vei ligheid zal brengen aan hen die er wonen. Dit is de derde groote oorlog, die het thans levend geslacht heeft zien voeren, wegens dat ingewikkel de probleem van den Balkan. Laat ons hopen, en bidden, dat als deze strijd i-s geëindigd, de naties eensge zind zullen zijn in het besluit, dat over dit probleem geen oorlog ooit weer zal uitbreken, en dat ze zullen volharden bij den eisch, dat nu ein delijk dit droeve hoofdstuk in de geschiedenis der menschheid zal worden seelolcn. Er zijn gelukkig teekenen, vele tee kenen, die ons in deze hoop aanmoe digen. Wij staan tegenover gebeur tenissen, die indien Europa waarlijk zou bezield was door den hartstocht van haat en eerzucht als pessimisten willen doen gelooven. ons gemakke lijk hadden moeten brengen in het gevaar van den langvnnrspelden Eu- ropeeschen oorlog; maar nu. zoover we zien, zijn alle regeeringen zonder uitzondering, eerlijk doende haar ver schillen ter zijde te zeiten, haar eens gezindheid te bewaren en in gemeen schappelijk handelen een einde te maken aan een lang. noodlottig con flict, en een regeling te treffen, recht vaardig voor de oorlogvoerenden, weldadig voor de heirokken volken. Zoo lang een loyale, eerlijke geest de groote mogendheden bezielt, zal er geen verwikkeling voortkomen uit den Bal-kan-strijd, die niet tot ire- meenschaypelijk voordeel cn tot wel- z.jn van het Balkan volk kan worden geregeld, zonder eenige uitbreiding buiten het gebied, waarin thans het conflict wordt uitgestreden. Van ila oorlogsvelden. DeBul garen zetten hun overwinningstocht voort. Aldoor komen ze dichter bij Kon stantinopel. De Turnen zijn nu m i hun laatste versterking vóór deze stad, houden ze "t daar niet uit, dan zal 't wellicht tot een belegering ko men. Althans, als de Turken zoo lang 't vechten volhouden. Nu ver langen ze immers al naar den vrede 1 Er komen zij 't ook nog spaar zaam nadere bij zond erhenen over den veldslag bij Loele Boer gas. Uit telegrammen weet ineu reeds, dat d© Bulgaren beweren, dat de Turken in lien slag £0000 doodea eu gewonden verloren hebben, terwijl 50,000 Turken door de Bulgaren ge vangen genomen zijn. 100 kanonnen werden door de strijders van ko ning Ferdinand veroverd. Uit So Ru wordt geseind: „Hoewel nog geen officieel© berich ten over den grooten slag bij Loele Boergas openbaar zijn gemaakt, blijkt ■uit de weinige berichten, die hier ont vangen zijn, wel, dat het groote 'l'urk- sclue leger Volkomen is uiteengeslagen door de numeriek veel kleinere Bul gaarsche strijdmacht. Het Turkse he leger, 'zoo wordt gemeld, bestond uit 200.0ÜÖ man, waarbij liet garnizoen dal teruggetrokken was uit Kirlt Ki- lisse, en het hoofdleger dat van Kon stantinopel en andere plaatsen op rukte dus feitelijk alle Turksclie troepen in Euro- O a Dit leger stond onder persoonlijk bevel van den minister van oorlog Nazlm-pasja, bijgestaan door de be kwaamste Turksche generaals. Domme jongen, wil je dan, dat dk zeg wat er is? herpain hij op halfluiden toon, welnu, je wilt zeggen dat je zin hebt gekregen in mijn d-ociiter.... nietwaar De loteling kon zijn ooren niet ge looven. Lieve goedheid mijnheer Marin, hoe weet u dat Er is nog meer, ging de briga^ dier voort, zonder van houuing te ver anderen, namelijk dat mijn doch ter. mijn mooie Victoire. ook haar zinnen op jou heeft gezet Watbrigadier, dat heeft zij u dus bekend.... En dan is er eindelijk nog, dut haar vader zijn zinnen op je heiden heeft gezet.... Begrijp je dat goed? De loteling kon zich nu niet meer goed houden, hij stoof op Marin toe en greep hem met tranen in de oogen bij beide handen. De brigadier glim lachte en was niet minder ontroerd, zoodat het hem moeite scheen te kos ten, verder te spreken. Dus, hernam Leonard, u vergeeft mij, dat ik zoo brutaal was... Laten wij liever niet over je groote vrijmoedigheid spreken, mijn-; heer de groene ridder, viel de bri gadier hem op strengen toon in de rede, want dan zou ik boos worden en dat wil ik op dit oogenblik juist niet.... Ja, ik weet dat er voor mij veel verborgen is gehouden, dat er bekentenissen en beloften tusschon je Volgons de berichten werd de aan wezigheid van het Turksche leger ontdekt door de Bulgaarsche cavule- rie-patrouilles. De Bulgaren ruktoil toen op én de langdurige slag be gon. De Bulgaren ded6n herhaaldelijk krachtige aanvallen over het front, dat van Loele Boergas zich uitstrek te tot Sarai, op een afstand van 40 kilometer. Ue Turken boden wanho- pigou tegenstand, maar waren niet in staat do Bulgaarsche aanvallen te weerstaan. Zij vluchtten ten slotte in groote wanorde naar Tsjorloe. Hun verliezen zijn groot, zoowel wat doo- den, gewonden en gevangenen be treft, als aan kanonnen, ammunitie en levensmiddelen". Telegrammen van enkele oorlogs correspondenten vullen dit bericht aan. De oorlogscorrespondent van de Weensche „Beichspost" die in het hoofdkwartier van bet Bulgaarsche leger is seint: „De Bulgaren hadden voor den be slissender! slag tegen het Turksche Oostelijke leger alle beschikbare troe pen geconcentreerd, zoodat zij bij Wisa en Loele Boergas circa 230,000 mon Bulgaren stonden. Het oorspron kelijke plan van het hoofdkwartier was, het Turksche leger gelijktijdig over het geheele front aan te vallen. Hierin kwam evenwel verandering, toen reeds te voren de linkervleugel van de Bulgaren in gevecht geraakt was met oprukkende Turken. Het kwam daar tot verbitterde gevechten, waarbij de Turken zeer dapper op traden. Toch werd de Turksche troe- penlinie door die Bulgaren volkomen doorgebroken, en door gelijktijdige omsingeling gedwongen tot een pa- niekachtigen terugtocht Hetzelfde verschijnsel als bij Kirk Kilisse deed zich voor: Eerst een moe dig voorwaarts dringen van de Tur ken en daarna een spoedig opgeven van den samen hang der troepen en op een paniek gelij'kende vlucht, die zich van het geheele leger meester maakte. Viei Turksche divisies zijn uiteen gejaagd. Op een anderen vleugel kwam het tot een aanval op de versterkte posi ties, waaruit de Turken verdreven werden. De Bulgaarsche infanterie streed met voorbeeldigan heldenmoed, en achtervolgde de vluchtende Turken over het geheele front. De nederlaag der Turken heeft de bcteekenis van een volkomen vernie tiging, zoodat men hier dat is in 't Bulgaarsche hoofdkwartier rekent op een val van de Tsjataldja-linie". De koning van Bulgarije heeft hl ij over 't schitterende succes zijner troepen een dankbetuiging en een nieuwe aansporing tot 't betoonen van heldendaden aan zijn comman danten en soldaten gezonden. De beschieting van de Bul gaarsche kust. De Turksche kruiser „Hamidió" schoot granaten op den vuurtoren van Kaan Emin-et, tusschen Boergas en Varna, De vuurtoren werd bescha digd. De Bulgaarsche r-egesring protes teerde tegen de beschieting van een gebouw, dat uitsluitend vredelieven de bedoelingen heeft. De Sorviërs. Aldoor komen zo verder 1 Serviërs rukten voort van Veles (Koprulu) naar Prilep. Zij maakten zich meester van Tetovo, een belang rijke Turksche stelling. Talrijke Servische troepen zijn naar 't zuiden gezonden, over Kosowo naar Polja. De Mon t en egrij n en. De Montenegrijnsche artillerie heeft een groot aantal blokhuizen vernield, hc-noorende lot de Turksche verster kingen rondom Tarabosj. Een groot aantal strijders uit Smyrna en Anatolie, die in deze lullen haduen ïucuegevo&ileh, zijn krijgsgevangen gemaakt. De Grieken hebben het eiiaud bamothraki (noord westelijk van de Darctanellen, weste lijk van de golf van Saros) bezet. Een '1' uj'ksc kruiser in den gronu geboord. Een G rieksche wrpedoboot heeft boo wordt uit Athene geseind don Turkschen kruiser Feth-i-Bulend in de golf van Saloniki in den grond ge boord. Do gepantserde corvet Feth-i-Bu- leiKt was een schip van 700Ü ton, met 85u0 P.K., met 66 stukken, en22Uman bemanning. Het was eon oude schuit (van 18(0 afkomstig) die in 1907 wat was opgekaleiaterd en van nieuwe pantsering was voorzien. De kruiser lag in de haven van Saloniki om de landing der Grieken te beletten. De Grieksche aanval heeft die be lemmering thans opgeruimd. boiden zijn gewisseld, van die verlief de woordje©..Wat drommel als ik daaraan denk.... maar tegenover een meisje als mijn Victoire is zoo iets Vuil minder belang dan tegenover oen ander. Zij is zoo solide, zoo deugdzaam, en rnen kan het met ver trouwen aan haar overlaten, om de minnaars op een afstand te houden... Bouvet haastte zich, om van zijn eerbied en onbegrensde liefde voor mejuffrouw Victoire te spreken. Goed 1 goed viel de brigadier hem in de rede, laten wij er verder over zwijgen. Het komt niet te pas, dat een vader lang en in détails spreekt over dergelijk© zaken; aJleen heb ik je dit maar te zeggen jij valt bij mijn dochter in den smaak en ook bij mij. Gehoorzaam, zooals het be hoort aan het consigne vertrek, ge bruik je tijd en gedraag je goed in den dienst. Wanneer je aan je plich ten voldaan hebt, kom dan terug mon zal je verwachten.... IIij.n doch ter zal wat spaargeld meebrengen, dat ik voor haar heb weggelegd wij zullen bruiloft vieren en g© zult alle bei mijn kinderen zijn.... welnu, be valt je dat Geef dan je hand ©r op En hij kwam met uitgestoken hand op hem af. Maar de loteling scheen geen haast te hebben, om er zijn hand in te log gen hij was ten prooi aan een waren angst en scheen wantrouwen te voe len tegenover da ronde vriendschap- I in een belegerle stal Een Fraiisch j'ournalist, die er lij geslaagd is langs allerlei onherbeig' zu-nié wegou in het door de Montene- grijnen belegerde Skoeturi binnen ie dringen. Anuré 'Tudteco schrijft in 't Journal een schets over den toestand in die stad. 't A1 g. 11 b 1 d. vertaalt daaruit: Eenzaam is liet op alle straten. De deuren zijn gesloten, de kettingen zijil ervoor. Slechts hier en daar is ©en poort open maar treedt men er bul lion, «Jan ziet men op een binnen plaats een schildwacht, met het ge weer in den aanslag. Een stap verder eu not scnot zou knallen... I Een verlammende stilte heersclit overal in deze uoodeustad. Als plot seling een houd begint te janken, schrikt men en luistert angstig hoó hot geluid door muren en daken wordt weerkaatst. In de huizen merkt uien slechts weinig teekenen van le ven. Aan het plafond hangt het flik kerende lampje, een schaduw beweegt zich overeen giyrlijn, maar alles blijft doodstil. En zoo sluimert Skoetari den hope- loozen slaap tusschen de beide forten Tarabosj en Tepe. Daar liggen zij met hun sterke walen, hun borstwerin gen, waarachter de kanonnen zijn op gesteld, twee werkelijk moderne for ten. Voor enkele jaren werden zij aangelegd door een meester in den modernen fortenbouw, Von der Goltz, naar alle regels der moderne krijgs kunde. Maar voor het uiterlijk. Want loopt men de brug over, dan is alles als met een tooverslog veranderd, dan ontwaart men slechte wanorde, een doelloos heen en weer rennen, een chaos van slingerende voorwerpen. Orient, het oosten en niets anders! De bezetting bestaat uit 15,(X)0 man. Van den NLzain uit Konstantinopel tot don Albaneeschen Basjiboesoek, van den Anatoliër tot den zwarten neger uit Klein-Azic alle stammen en volken van den Islam zijn hier bij een. Dapper zijn deze soldaten, zon der vre-c-s, en van een wreedheid, die wellicht iets grootsch heeft. De oorlog is voor hen gewoonte, inhoud en doel dos levens. De moed is hun iweede natuur, evenals de doodsverachting. Maar geen .geestdrift, geen blijde vroolijkheid, geen lach en geen vreug de. Zij hokken bijeen of liggen op den grond, als menschen, die van een rustpoos genieten. Berusting is het eonige wat men opmerkt.... Elke verbinding met de buitenwe reld is afgebroken, de weg naar Skoe tari is afgesneden, ©en week ging voorbij sedert het laatste transport dn de be'egerde stad kwam. De telegraaf is vernield, de brug gen worden afgebroken, Skoetari is i-.og slechts omringd door kanonnen en dynamiet, maar verkeert in bitte ren nood Aan den oever van hot meer werpen een paar grijsaards hun nel ten uit, en halen wat visch op. Maar wat bant dat, een paar visschon voor een stad, voor duizenden solda ten. die moeten leven? Overal heerscht gebrek aori levensmiddelen. Brood wordt gebakken van onnoembare din gen, restjes meel., rijst, nog wat rog ge. Vleesch is een zeldzaamheid, on betaalbaar duur. een kip is niet meer te krijgen. Men leeft van suiker goed eu ingemaakte groenten, zoo lang de voorraad strekt. Om vuur aan te leggen wordt alles gebruikt: hou ten balustrades, palen van de omhei ningen, myrthen- en citroenboomen worden omgehakt. De kudden ossen en schapen, die in de eerste dagen naar de stad werden gebracht, zijn tot op de beenderen verteerd. In een etmaal krijgt de soldaat maar één maal eu dan nog wat men een maal noemt: wat rijst In water Somtijds brengt een gelukkig toe val verlichting. <Jp het meer varen kleine schuiten. Met machinegeweren gewapend wagen zij zich aan du oevers. Somtijds gelukt het een os, een paar schapen te vinden. Dau viert het garnizoen feest. Somtijds ook verneemt men, dal eenige huizen geplunderd zijn. De bev.uners verbui0v:ii levensmiddelen en wilden die niet uitleveren Berichten ontvangt men niet. Een enkele maal dringt een oude vrouw door de postenketen, en verneemt men de meest zonderlinge geruch ten: De Bulgaren zijn volkomen ver nietigd óf de Bulgaren hebbeü Stamboel bezet. En de oorlog? Daar merkt men niets van. Die wordt gevoerd daarginds, tusschen de bergen. Nu en dan weerkaatsen d8 heuvels in de schemerin het doffe geluid van het kanonvuur. Dan schijnt de hemel plotseling rood en geel, en het is of twintig stukken te gelijk antwoorden. In zulke oogenblikken is Skoe tari een graf. Geen mensch komt op straat; in de kamers knielen d6 vrouwen, in de kelders luisteren ang stige gemoederen naar het schieten. Grijsaards pakken met bevende han den naar het oude vuursteengeweer, of schuiven den dolk in den gordeL En dan wordt alles weer stil. pelijke gezindheid van den oud-sol- 'daat.' Brigadier, stotterde hij, ik beu zeer getroffen door uw vriendelij ke houding.... Het verheugt mij meer dau ik zeggen kau, dat u mij zoo wel gezind is. maar Laten wij ©r niet langer over pra ten.... in twee woordeu, neem je liet aan, ja of neen Veroorloof mij, dat ik u een vraag doe. Vlug dan, alsjeblieft. Zal mademoiselle Victoire er 5n toestemmen, mij haar hand te geven, als ik terugkom uit het leger Waarom vraag je mij dat? zei Marin op zijn be-urt teleurgesteld. Omdat ik geloof.... neen, men heeft mij verzekerd.... ik weet zeker, dat mademoiselle Victoire niet van militairen houdt en dat zij nooit met een soldaat zal trouwen. De brigadier fronste d© wenkbrau wen. Zoo weet Je dat hernam hij, je kent dus mijn huiselijke moeilijk heden.... Het is zoo, die kleine zottin heeft zich, ofschoon zij de dochter van een soldaat is, in het hoofd gehaald, dat zij hl© uniform haatMaar dat zijn van die grillen, die ik haar niet kan toestaan tot nu toe heb ik haar verwend, ditmaal zal ik voet hij stuk honden.. Maar dal is immers een zaak, die zij en ik samen zullen moe ten regelen ik weet wel hoe ik dat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 9