Hmrleeh's Smiio
DE WEERSPANNIGE
DERDE BLAD
Zaterdag 2 November 1912
Maildienst naar Ned.
Oost Indië.
De verzending van brieven enz.
beeft deze week plaats als volgt:
Over Genua, Woensdag 6 November.
(Laatste busliohting 3 u. 25 min. 's-
morgens).
Voorloopige verzending reeds den
sorigen dag, vóórmiddags 11 u. 15 m.
Over Brindisi, Vrijdag 8 November.
(Laatste busliohting 12 u. 30 s nam.)
Behalve correspondentie voor Atjeh
en Onderhoorigheden, Sumatra's
Oostkust, Palembang, Riouw, Ban ka,
Billiton esn Borneo, alleen d.e, welke
van een desbetreffende aanwijzing
Is voorzien.
Over Amsterdam, met de zoogen.
Zeepost, Zaterdag 9 N ca ember.
(Laatste busllchüng 3 u. 25 m. 's mor
gens).
Het port van met deze gelegenheid
te zenden brieven bedraagt 5 cent per
20 gram, dat der briefkaarten 2 1/2 ct.
per stuk, en dat van drukwerk 2 cent
per 50 gram.
Om nog met deze gelegenheid te
kunnen worden verzonden, moeten
postpakketten Vrijdag vóór 9.30 "s av.
ten postkantore zijn bezorgd.
Onderstaand beginnen we met de
vervulling onzer belofte van die vori
ge week. Belanghebbenden wordt in
overweging gegeven de opgaven uit
te knippen en op te plokken, waartoe
we de plaatsen alfabetisch zullen
rangschikken.
Wel brengt -de zomer- en win ter-
dienst op onze spoorwegen e e n i g e
verandering in de uren van aan
komst. doch niet zooveel dat d't so-0
de waarde dezer opgaven ernstig
Bdhade doet.
(Wij doen uitdrukkelijk opmerken,
dat bedoeld wordt de buslichting aan
het hoof d-postkantoor in de Zijl-
straat).
3 j
S d
J
I d
-5 I
11
g t
1
1
'a
3
P d
g
ca H
<5
ca a
8.25 m.
4.16 m.
3.35 a.
4.30 a.
6.40 m.
7.46 ra.
4.40 a.
5.39 a.
9,m.
10.— m.
6.— a.
6 55 a.
10.40 m.
11.52 m.
6.15 a.
7.20 a.
11.35 in.
12.30 a.
6.45 a.
7.42 a.
12.20
1.10 a.
7.45 a.
8.45 a.
1.05 2.02 a. 9.40 a. 10.27 a.
1.50 2.40 a. 11.40 a. 12.30 m.
2.30 3.20 a.
Haarlem in de 19e eeuw.
VIL
Het gaat niet aan in deze korte
tpcks van artikelen verder uit te wei-
het onderwijs. In het derde
kwartaal der vorige eeuw kwamen
o m nog tot stand de H. B. S., de
rijkskweekschool voor onderwijzers,
de kweekschool voor onderwijzeres-
Een, de opleidingsscholen voor jon
gens en voor meisjes, de burger-
eciiouI, de gyuinastiekschool, enz.
In het kort zij hier vermeld, dat er
in 1873 reeds 10 openbare en 17 bij
zond jre scholen bestonden, met res
pectievelijk 3333 en 3403 leerlingen.
Herhaaldelijk werd liet onderwijs
verbet.rd nieuwe scholen gebouwd,
kortom van Haarlem ging een zekere
roem uit op onderwijsgebied.
Benalen we ons thans tot ccn an
der deel onzer 19e eeuwsche geschie
denis. Het is voor ons zeer moeilijk
eer.e voorstelling te maken, hoc de
stad er vóór eene eeuw uitzag, in den
tijd dus dal ze nog versterkt was, de
muren en wallen nog niet geslecnt
en de poorten en torens nog niet wa
ren omver gehaald. En omgekeerd
zullen de toenmalige Haarlemmers
zich niet hebben kunnen indenken,
op welk een wijze de oude stad na
honderd jaren zoo van aanschijn zou
veranderd wezen. Laat ons een
vluchtig kijkje nemen en wandelen
wo in gedachten daartoe van het
Noorden langs het Oosten, lot uit
gangspunt de St. Catrijnenpoort kie
zende, collectief meer bekend onder
der. naam van de Catrijnentorens, op
re u i S1©to n
(Naar het Franseh).
4)
Heel goed dan nog een andere
Vraagzou je bang zijn voor een dog,
die het op je kuiten gemunt had, ver
ondersteld dat je op een dergelijk
sieraad kunt bogen
Weineen ais ik maar een flin-
feen stok bij mij had, zou ik voor geen
enkelen hond ter wereld bang zijn
Welnu waarom ben je dan al
bij voorbaat bang voor een leeuw? Ik
heb er eens een gezien in Parijs,
toen ik mijn dochter Victoire de
hoofdstad heb loten zien het waren
echte leeuwen uit Afrika, en toch
schenen zij mij niet heel gevaarlijk
toe, die -groote luie honden, die op een
been lagen te kluiven... Ik heb het
11 iet geprobeerd, maar met een d-raai;
©nd-e beweging van mijn sabel zou ik
gemakkelijk twee of drie van de jong
ste dieren tot rede brengen en je
weet dat ik geen. bluffer ben I Alles
jvel beschouwd, mijn vriend, behoef
Jij je evenmin het hoofd te breken
de leeuwen als oven: de Arabie-
de belde oevers van het Spaarno bij
de Hooge brug, gesticht omstreeks
het midden der 17e eeuw. De toren,-
op den westelijken oever werd in liet
begin der vorige eeuw omver ge
haald en op den grond een woning
gezet voor den brugophaalder. De
toren op den oostelijken oever heet
te de Zanderstoren, de ander de
Goede Vrouw, aan deze laatste was
de stadsringmuur verbonden. Op
den Noordoostelijken hoek der stad
8tond de Papetoren, hierna volgde
nog een open toren, niet bij name
hekend, en daarna de nog bestaande
Amsterdamsche- of Spaarnwouder-
poort. Den vestmuur volgende, kwam
men aan de Schalkwijkcrpoort, bij
den uitgang der St Anthoniestraat.
De vestrnuur liep voorts langs het
Spaarne, bereikte zoo den hoek bij
de Lange Brug, waarover zich de
Leïdsche- of Eendjeswaterpoort be
vond en liep daarna tot het einde der
Kleine Houtstraat, waar men de
1 Kleine Houtpoort aantrof. Verder
langs den vestmuur gaande, ontmoet
te men tusschen het Groot- en Klein
Heiligland in dezen muur den Calis-
toren en daarna de Groote Houtpoort.
Even voorbij deze laatst© poort
maakte de wal een scherpen hoek,
verder trof men de Raampoort ann,
die in vergelijking met andere ver
sterkte toegangei- tot de stad, bezwaar
lijk den naam van poort verdiende.
Ter weerszijden van de toen nog niet
gedempte Haaks bevonden zich de bei
de Raakstorens, waarop bijna onmid
dellijk de Zijlpoort volgde, aldus ge
noemd naar de Zijl of het toevoerka
naal van duinwater, dat zich in de na
bijheid dezer plaats bevindt.
De Kruis- en St. Janspoorten waren
reeds in de 17e eeuw gesloopt en in
haar plaats was in 1G77 ongeveer de
Nieuwe- of Kennemerpoorl gesticht
aan den uitgang der stad, op den
heerweg naar Alkmaar. De Deymans-
waterpoort was een soort tunnel on
der of in den wal, aan de westzijde der
Rozenstraat. Tot in het jaar 1824 bleef
de Groote Houtpoort bestaan, toen de
stedelijke regeering plannen ging ma
ken voor een verfraaiing oer steu, niet
bet oog der op handen zijnde tentoon
stelling van voorwerpen van nationa
le kunst. Tot het bereiken dier ver
fraaiing moesten de Groote- en Zijl
poorten worden weggebroken. Eerst
genoemde poort werd, krachtens
raadsbesluit van 28 Juli 1824, tot olier
bestemd der versieringen, die men
op het oog had. 1 October 1824 reeds
werd zij voor afbraak verkocht voor
f 3500 aan Jan Hendrik Looman en
hiermede w ei d de moker voor het eerst
gezet in Haarlem's poorten, een voor
beeld, dat later bij nerhaling zou wor
den opgevolgd. De Zijlpoort onderging
hetzelfde lot. Zij bracht een som op
van 4095.
De ware sloopingswoede zou echter
eerst beginnen na de invoering der ge-
meenlewet in 1851. Den 21en Deceinoer
1853 besloot de gemeenteraad tot het
afbreken der veslmuren tusschen de
Spaarnwouderpoort en het Groote
Houthet, dat de vroegere poort had
vervangen en 15 December 1856 tot het
slechten der stadsmuren van de infir
merie, langs Ue xiaaks tot net zooeveu-
guiioemue Groote Houtneii. in ivfei
lboó was men genaderd aan dat gedeel
te van den vestmuur, dat zien uit
strekt© van den Krüi'uoren tot aau ue
Menie Houtpoort. De steeuen, waar
van de toenmalige vestuiuren waren
gebouwd, naddeii over 't algemeen een,
bijzondere grootte eu bezateu bij een
lengte en breedte van 33 eu 15, een
dikte van 5 c.M.'; het waren z-g. twee-
hanüssteenen.
De Galistoren, tusschen do beide
Houtpoorten, die vel© jaren en tol
het einde had gediend lot bewaar
plaats der ammunitie van het garni
zoen en daarom den naam van Kruit-
toren droeg, bleef voorshands ge
spaard, waarschijnlijk ter wille van
het genoemoe doel. Doch liet was
slechts voor korten tijd, want 24 April
1858 werd ook over dezen toren het
doodvonnis uitgesproken en 21 Octo
iber d.a.v. tot aibraak verkocht voor
700 aan den heer D. E. de Kolf al
hier. Het daarop volgende jaar ver
kocht ineo voor hetzelfde doel den
muur aan de Papentoren vest, van
den Papentoren tot aan de Dijkstraat.
Toen de zooeven genoemue Kruit-
toren was afgebroken, ontstond er bo
tloef te aan een bergplaats voor kruit
cn kogels, ten behoeve der stedelijke
schutterij. Na vele gewisselde corres
pondenten en na herhaalde onder
zoekingen besloot men eindelijk, den
Papen turen voor dit doel te bestem
men. Lang zou hij echter ook niet
meer bestaan, want aangezien men
geen geld vvikle besteden tot onder
houd, werd 6 December 1867 besloten
tot afbraak. De gelukkige koepor
werd later Jacobus Blesgraaf voor
580.
Toen eindelijk de vestmuren ver
dwenen waren, stonden er nog ver
schillende poorten, alleen en op zioh-
zeive, wachtende op de noodige her
stellingen. Er gingen dan ook spoedig
stemmen op, die met het oog op do
jaarlijks terugkeerende onderhouds-
ren. Men heeft je leugens verteld, zie
je, en een jongen, die opvoeding ge
noten heeft, zooals jij, moet zich niet
zoo gemakkelijk laten beetnemen.
De gelaatstrekken <van den loteling
waren nu weer tot rust gekomen; zijn
tranen waren gedroogd en zijn gelaat
drukte groot vertrouwen uit in do su
perieure verklaring van den briga
dier.
Dank u wel, mijnheer Marin,
hernam hij, als de zaken er zoo
bij staan, en er valt niet aan te twij
felen omdat u bet zegt, dan veran
dert alles.... Op die manier moet men
dus niet gelooven wat Labourot on
langs hier bij moeder Laficelle zatte
vertellen, ongetwijfeld om mij aan
het schrikken te brengen
Zoo zoo zei de brigadier
lachend, het is dus werkelijk La
bourot die zijn prachtige verhalen
van Arabieren en de leeuwen voor je
heeft opgcdischt? Ik vermoedde het
nl.... En luister je dus naar de opge
smukte verhalen van dien grooten
praatjesmaker? Bij hein ondergaat
de waarheid hetzelfde als hetgeen
men beweert dat in den vijver van
Varzy plaats heeft, waar, naa.r men
zegt., kleine pistooltjes geweren wor
den,... Maar ik zou zoo gedocht hek-
ben, dat jij, Leonard, nog meer dan
een ander Labourot gewantrouwd
zou hebben
Het is waar, brigadier, dat hij
en ik elkaar niet graag mogen lij-
kosten den val van deze eerbied
waardige overblijfsels der middel-
eeuwsche bouwkunst begeerden. In
zonderheid had men het gemunt op
do Kleine Houtpoort. In Juni 1861 gaf
een der leden van den Raad der ge>-
meente in overweging haar af te bre
ken, doch dit gevaar werd toen afge
wend door de „Commissie der Ko
ninklijke Academie van Wetenschap
pen voor de overblijfselen der oude
Vaderlandsche kunst", van het „Ko
ninklijk Oudheidkundig Genootschap"
en door de heer en W. J. Hofdijk en J.
A Alberdingk Thijm, die zich allen
duchtig in de brc-s stelden voor haar
behoud. Wel werd er wat afgebroken,
namelijk de twee sleenen beeren vóór
de poort, doch hiervoor kwamen in de
plaats twee wachthuizen der commie
zen, die echter niet in overeenstem
ming waren met de lijnen van het
poortgebouw.
Slechts tien jaren was het bestaan
der poort gerwaarbongd, wamt 23 Oc-
ber 1872 werd als bij verrassing be
sloten de poort voor afbraak te ver-
koopeh. Dit geschiedde 20 Januari
1873 aan den heer J. J. Hom an voor
f 2075. 11 October 1865 werd het voor
stel van B. en W. in behandeling ge
nomen om in den loop van het vol
gend jaar de Eendjes-pooit, mot het
portiershuis en het kantoor der amb
tenaren, alsmede de beide gebouw
tjes ter weerszijde van de Kleine
Houtpoort en die aan hot ZiUbek, be
nevens de Nieuwpoortt te doen sl no
pen. Dit voorstel wend echter aange
houden tot 10 Januari 1866, toen B.
en W. voorstelden de Eendjes'poorl te
doen sloo-pen. Ook dJl geschiedde,
kooper werd de heer P'.H. Schaap
voor f 1500. Hetzelfde lot onderging
de N euwpoort, die in bezit kwam
van den heer A. Hoog-eveen voor
f 1575.
Eindelijk had het sloopingswei'k
der oude vestmuren, poorten en to
rens zijn beslag gekregen en aldus
■schreef zeker historieschijver was
onze stad beroofd geworden van de
meeste barer voormalige sterkten, die
als zoovele, om hare oudheid eer
waardige, herinneringen uit de roem
rijkste tijdperken onzer vade1 lacd-
scho historie, dén tand des tijds eeu
wenlang hadden weerstaan.
Euitensaiïtbcii OverzicLi
De BaSkan-krijg.
De ondergang der Tur
ken in Europa.
,,il©©r Graaf uw hooge sprongen
hebben een einde genomen", zoo
Bcm'ceuwden de wraakiuslige edelen
tegen Graaf Fioris V.
Nu zeggen de uulkanstaten tot den
Turk: ,,T urli, uw hooge spr o-n-
gen hebben eon eindegeno-
ui e n".
En zoo is 'tl
Wat is er over van 't machtige
Turkije, nat beweerde te kunnen re
kenen op een leger van meer dan een
millio-en dappere krijgers?...
't Machtige(?) leger doet niet an
ders danterugtrekken en vluch
ten I
De Turken verliezen steeds moer en
meer.
De herhaalde en ontzettende neder-
lagen hebben in Konstantinopel een
diepen indruk gemaakt en groote ver
slagenheid gewekt. Nu komen de Tur
ken eindelijk lot inzicht, dat het met
hun heerschappij in Europa ton einde!
loopt.
'1 uans roepen zij de hulp, de inter
ventie der mogendheden in, nu wil
len zij de hervormingen gaan invoe
ren, die zij eon halve eeuw lang be
loofden, maar niet uitvoerden.
Nu Eet te Iaat is.
Want de vier verbonden Balkan-
mogendheden willen nu van geen her-
vormingsdecretcn voor Macedonië
nicer weten, willen nu geen interven
tie meer aannemen, noch een wapen
stilstand sluiten. Zij willen hun be
gonnen werk voortzetten, de overwin
ning oip de Turken volkomen maken,
en aJleen met Turkije, zonder de tus-
schenkomst van ae buitenlandsche
mogendheden, onderhandelen.
Turkije -ais overwonnene zal dan
niet veel h-ebben in te brengen...
Naar den Vrsia?
Toch is er nog kans, dat 't tot in
terventie der mugendheden komt.
't Elan moet zijn, dat Europa be
middeling aanbiedt, als een der par
tijen zich overwonnen acht.
Turkije is daarvan niet ver meer.
Reeds komen er uit Konstantinopel
verschillende geruchten, dat men in
ziet, dat de oorlog verloren is en dat
den. Zonder beslist gebrouilleerd met
el-naar te zijn, zouden wij elkaar we
der keen g graag iets heel onaange
naams gunnen.
Vourziciuig, mijn jongen, brand
je nietLabourot is, evenals ik, een
vertegenwoordiger van de publieke
maclu en men moet de autoriteiten
niet aanranden, dat is gevaarlijk
Dus I beste Leonard, ging de oud
soldaat met een air van voldoening
voort, nu ben je, hoop ik, tot rede
gobruent? Je hebt nu zeker niets meer
op het geweten, is bet wel? En mor
genochtend voeg jij je flink en zon
der vrees bij je kaïneraden, dot is
goed begrepen, nietwaar
Leonard Boavet sloeg zijn oogen
neer en weer kwam er een blos op zijn
gelaat.
O, brigadier, zei hij met ©en
diepen zucht, er is nog iets an
ders.... Ik zal het nooit durven zeggen
maar er is no-g iets anders.
Nu, en wat dan vroeg vader
Marin, terwijl hij zich met een spot
tend gezicht op de lippen beet
kom, spreek ronduitIaat hooren wat
je op het, hart Iheht, mijn jongen, ik
ben je vriend.... kom... je kunt mij al
les zeggen I
Welnu dan, brigadier, er is....
maar ik d-urf niet... och neen, er is
ook eigenlijk n>'els.
De gendarme zette zijn elbogen op
tafel en kwam met zijn gelaat vlak bij
dat von I ©onard.
men niet ongeneigd is vredesonder
handelingen aan te knoopen.
Als de wapens voorloopig beslist
hebben willende Enropeesche mo
gendheden den oorlogvoerenden
voorstellen een wapenstilstand te
sluiten, om daarna voorstellen te
doen, om den vrede te bewerken.
Er komen ook weer berichten over
't houden van een Balkan-conferentie.
De leiding der diplomatieke onder
handelingen gaat blijkbaar van
Frankrijk uit. Minister Poincaré
heeft nu eens de touwtjes in handen.
Zal Europa de overwinnende Bal-
kan-staten tevreden stellen.
Er komen telegrammen uit de
hoofdstad van Bulgarije, dat de Bul
garen geen al te groote vreugde t-jo-
uenu overturn schitterende overwin
ningen, wantmen is beangst.dat
de Bulgaren niet de vruchten van
hun overwinning zullen plukken.
Een verstandig diplo
maat aan 't woord.
Een telegram heeft reeds een kort
overzicht gegeven van de redevoering
door Winston Churchill, den eersten
lord der liritsche admiraliteit, ge
houden, maar op enkele uitlatingen
van den minister mag nog wel eens
de aandacht worden gevestigd.
Wij kunnen, zoo zei hij, nu wel de
oorlogvoerenden laken, de mogendhe
den critiseeren, of in zak en asch
gaan zitten, maar dat alles is op liet
oogenblik van geen bcteekenis. Aan
de historici zij 't overgelaten te eeniger
tijd den sluier der gebeurtenissen op
te lichten. Wij evenwel hopen voor
zoover in onze macht ligt waken wij
hiervoor dat een vrede zal komen,
die voor immer het oorlogsgevaar zal
doen verdwijnen van dez« groote en
eens zoo rijke streken, rust en vei
ligheid zal brengen aan hen die er
wonen. Dit is de derde groote oorlog,
die het thans levend geslacht heeft
zien voeren, wegens dat ingewikkel
de probleem van den Balkan. Laat
ons hopen, en bidden, dat als deze
strijd i-s geëindigd, de naties eensge
zind zullen zijn in het besluit, dat
over dit probleem geen oorlog ooit
weer zal uitbreken, en dat ze zullen
volharden bij den eisch, dat nu ein
delijk dit droeve hoofdstuk in de
geschiedenis der menschheid zal
worden seelolcn.
Er zijn gelukkig teekenen, vele tee
kenen, die ons in deze hoop aanmoe
digen. Wij staan tegenover gebeur
tenissen, die indien Europa waarlijk
zou bezield was door den hartstocht
van haat en eerzucht als pessimisten
willen doen gelooven. ons gemakke
lijk hadden moeten brengen in het
gevaar van den langvnnrspelden Eu-
ropeeschen oorlog; maar nu. zoover
we zien, zijn alle regeeringen zonder
uitzondering, eerlijk doende haar ver
schillen ter zijde te zeiten, haar eens
gezindheid te bewaren en in gemeen
schappelijk handelen een einde te
maken aan een lang. noodlottig con
flict, en een regeling te treffen, recht
vaardig voor de oorlogvoerenden,
weldadig voor de heirokken volken.
Zoo lang een loyale, eerlijke geest de
groote mogendheden bezielt, zal er
geen verwikkeling voortkomen uit
den Bal-kan-strijd, die niet tot ire-
meenschaypelijk voordeel cn tot wel-
z.jn van het Balkan volk kan worden
geregeld, zonder eenige uitbreiding
buiten het gebied, waarin thans het
conflict wordt uitgestreden.
Van ila oorlogsvelden.
DeBul garen
zetten hun overwinningstocht voort.
Aldoor komen ze dichter bij Kon
stantinopel. De Turnen zijn nu m
i hun laatste versterking vóór deze
stad, houden ze "t daar niet uit, dan
zal 't wellicht tot een belegering ko
men. Althans, als de Turken zoo
lang 't vechten volhouden. Nu ver
langen ze immers al naar den vrede 1
Er komen zij 't ook nog spaar
zaam nadere bij zond erhenen over
den veldslag bij Loele Boer gas.
Uit telegrammen weet ineu reeds,
dat d© Bulgaren beweren, dat de
Turken in lien slag £0000 doodea eu
gewonden verloren hebben, terwijl
50,000 Turken door de Bulgaren ge
vangen genomen zijn. 100 kanonnen
werden door de strijders van ko
ning Ferdinand veroverd.
Uit So Ru wordt geseind:
„Hoewel nog geen officieel© berich
ten over den grooten slag bij Loele
Boergas openbaar zijn gemaakt, blijkt
■uit de weinige berichten, die hier ont
vangen zijn, wel, dat het groote 'l'urk-
sclue leger Volkomen is uiteengeslagen
door de numeriek veel kleinere Bul
gaarsche strijdmacht. Het Turkse he
leger, 'zoo wordt gemeld, bestond uit
200.0ÜÖ man, waarbij liet garnizoen
dal teruggetrokken was uit Kirlt Ki-
lisse, en het hoofdleger dat van Kon
stantinopel en andere plaatsen op
rukte dus feitelijk alle
Turksclie troepen in Euro-
O a
Dit leger stond onder persoonlijk
bevel van den minister van oorlog
Nazlm-pasja, bijgestaan door de be
kwaamste Turksche generaals.
Domme jongen, wil je dan, dat
dk zeg wat er is? herpain hij op
halfluiden toon, welnu, je wilt zeggen
dat je zin hebt gekregen in mijn
d-ociiter.... nietwaar
De loteling kon zijn ooren niet ge
looven.
Lieve goedheid mijnheer Marin,
hoe weet u dat
Er is nog meer, ging de briga^
dier voort, zonder van houuing te ver
anderen, namelijk dat mijn doch
ter. mijn mooie Victoire. ook haar
zinnen op jou heeft gezet
Watbrigadier, dat heeft zij u
dus bekend....
En dan is er eindelijk nog, dut
haar vader zijn zinnen op je heiden
heeft gezet.... Begrijp je dat goed?
De loteling kon zich nu niet meer
goed houden, hij stoof op Marin toe
en greep hem met tranen in de oogen
bij beide handen. De brigadier glim
lachte en was niet minder ontroerd,
zoodat het hem moeite scheen te kos
ten, verder te spreken.
Dus, hernam Leonard, u
vergeeft mij, dat ik zoo brutaal was...
Laten wij liever niet over je
groote vrijmoedigheid spreken, mijn-;
heer de groene ridder, viel de bri
gadier hem op strengen toon in de
rede, want dan zou ik boos worden
en dat wil ik op dit oogenblik juist
niet.... Ja, ik weet dat er voor mij
veel verborgen is gehouden, dat er
bekentenissen en beloften tusschon je
Volgons de berichten werd de aan
wezigheid van het Turksche leger
ontdekt door de Bulgaarsche cavule-
rie-patrouilles. De Bulgaren ruktoil
toen op én de langdurige slag be
gon.
De Bulgaren ded6n herhaaldelijk
krachtige aanvallen over het front,
dat van Loele Boergas zich uitstrek
te tot Sarai, op een afstand van 40
kilometer. Ue Turken boden wanho-
pigou tegenstand, maar waren niet in
staat do Bulgaarsche aanvallen te
weerstaan. Zij vluchtten ten slotte in
groote wanorde naar Tsjorloe. Hun
verliezen zijn groot, zoowel wat doo-
den, gewonden en gevangenen be
treft, als aan kanonnen, ammunitie
en levensmiddelen".
Telegrammen van enkele oorlogs
correspondenten vullen dit bericht
aan.
De oorlogscorrespondent van de
Weensche „Beichspost" die in het
hoofdkwartier van bet Bulgaarsche
leger is seint:
„De Bulgaren hadden voor den be
slissender! slag tegen het Turksche
Oostelijke leger alle beschikbare troe
pen geconcentreerd, zoodat zij bij
Wisa en Loele Boergas circa 230,000
mon Bulgaren stonden. Het oorspron
kelijke plan van het hoofdkwartier
was, het Turksche leger gelijktijdig
over het geheele front aan te vallen.
Hierin kwam evenwel verandering,
toen reeds te voren de linkervleugel
van de Bulgaren in gevecht geraakt
was met oprukkende Turken. Het
kwam daar tot verbitterde gevechten,
waarbij de Turken zeer dapper op
traden. Toch werd de Turksche troe-
penlinie door die Bulgaren volkomen
doorgebroken, en door gelijktijdige
omsingeling gedwongen tot een pa-
niekachtigen terugtocht
Hetzelfde verschijnsel als bij Kirk
Kilisse deed zich voor: Eerst een moe
dig voorwaarts dringen van de Tur
ken en daarna een spoedig opgeven
van den samen hang der troepen en
op een paniek gelij'kende vlucht, die
zich van het geheele leger meester
maakte.
Viei Turksche divisies zijn uiteen
gejaagd.
Op een anderen vleugel kwam het
tot een aanval op de versterkte posi
ties, waaruit de Turken verdreven
werden.
De Bulgaarsche infanterie streed
met voorbeeldigan heldenmoed, en
achtervolgde de vluchtende Turken
over het geheele front.
De nederlaag der Turken heeft de
bcteekenis van een volkomen vernie
tiging, zoodat men hier dat is in 't
Bulgaarsche hoofdkwartier rekent
op een val van de Tsjataldja-linie".
De koning van Bulgarije heeft
hl ij over 't schitterende succes zijner
troepen een dankbetuiging en een
nieuwe aansporing tot 't betoonen
van heldendaden aan zijn comman
danten en soldaten gezonden.
De beschieting van de Bul
gaarsche kust.
De Turksche kruiser „Hamidió"
schoot granaten op den vuurtoren
van Kaan Emin-et, tusschen Boergas
en Varna, De vuurtoren werd bescha
digd.
De Bulgaarsche r-egesring protes
teerde tegen de beschieting van een
gebouw, dat uitsluitend vredelieven
de bedoelingen heeft.
De Sorviërs.
Aldoor komen zo verder 1
Serviërs rukten voort van Veles
(Koprulu) naar Prilep. Zij maakten
zich meester van Tetovo, een belang
rijke Turksche stelling.
Talrijke Servische troepen zijn naar
't zuiden gezonden, over Kosowo naar
Polja.
De Mon t en egrij n en.
De Montenegrijnsche artillerie heeft
een groot aantal blokhuizen vernield,
hc-noorende lot de Turksche verster
kingen rondom Tarabosj.
Een groot aantal strijders uit
Smyrna en Anatolie, die in deze
lullen haduen ïucuegevo&ileh, zijn
krijgsgevangen gemaakt.
De Grieken
hebben het eiiaud bamothraki (noord
westelijk van de Darctanellen, weste
lijk van de golf van Saros) bezet.
Een '1' uj'ksc kruiser in
den gronu geboord.
Een G rieksche wrpedoboot heeft
boo wordt uit Athene geseind don
Turkschen kruiser Feth-i-Bulend in
de golf van Saloniki in den grond ge
boord.
Do gepantserde corvet Feth-i-Bu-
leiKt was een schip van 700Ü ton, met
85u0 P.K., met 66 stukken, en22Uman
bemanning. Het was eon oude schuit
(van 18(0 afkomstig) die in 1907 wat
was opgekaleiaterd en van nieuwe
pantsering was voorzien. De kruiser
lag in de haven van Saloniki om de
landing der Grieken te beletten.
De Grieksche aanval heeft die be
lemmering thans opgeruimd.
boiden zijn gewisseld, van die verlief
de woordje©..Wat drommel als
ik daaraan denk.... maar tegenover
een meisje als mijn Victoire is zoo
iets Vuil minder belang dan tegenover
oen ander. Zij is zoo solide, zoo
deugdzaam, en rnen kan het met ver
trouwen aan haar overlaten, om de
minnaars op een afstand te houden...
Bouvet haastte zich, om van zijn
eerbied en onbegrensde liefde voor
mejuffrouw Victoire te spreken.
Goed 1 goed viel de brigadier
hem in de rede, laten wij er verder
over zwijgen. Het komt niet te pas,
dat een vader lang en in détails
spreekt over dergelijk© zaken; aJleen
heb ik je dit maar te zeggen jij valt
bij mijn dochter in den smaak en ook
bij mij. Gehoorzaam, zooals het be
hoort aan het consigne vertrek, ge
bruik je tijd en gedraag je goed in
den dienst. Wanneer je aan je plich
ten voldaan hebt, kom dan terug
mon zal je verwachten.... IIij.n doch
ter zal wat spaargeld meebrengen,
dat ik voor haar heb weggelegd wij
zullen bruiloft vieren en g© zult alle
bei mijn kinderen zijn.... welnu, be
valt je dat Geef dan je hand ©r op
En hij kwam met uitgestoken hand
op hem af.
Maar de loteling scheen geen haast
te hebben, om er zijn hand in te log
gen hij was ten prooi aan een waren
angst en scheen wantrouwen te voe
len tegenover da ronde vriendschap-
I in een belegerle stal
Een Fraiisch j'ournalist, die er lij
geslaagd is langs allerlei onherbeig'
zu-nié wegou in het door de Montene-
grijnen belegerde Skoeturi binnen ie
dringen. Anuré 'Tudteco schrijft in 't
Journal een schets over den toestand
in die stad. 't A1 g. 11 b 1 d. vertaalt
daaruit:
Eenzaam is liet op alle straten. De
deuren zijn gesloten, de kettingen zijil
ervoor. Slechts hier en daar is ©en
poort open maar treedt men er bul
lion, «Jan ziet men op een binnen
plaats een schildwacht, met het ge
weer in den aanslag. Een stap verder
eu not scnot zou knallen...
I Een verlammende stilte heersclit
overal in deze uoodeustad. Als plot
seling een houd begint te janken,
schrikt men en luistert angstig hoó
hot geluid door muren en daken
wordt weerkaatst. In de huizen merkt
uien slechts weinig teekenen van le
ven. Aan het plafond hangt het flik
kerende lampje, een schaduw beweegt
zich overeen giyrlijn, maar alles blijft
doodstil.
En zoo sluimert Skoetari den hope-
loozen slaap tusschen de beide forten
Tarabosj en Tepe. Daar liggen zij met
hun sterke walen, hun borstwerin
gen, waarachter de kanonnen zijn op
gesteld, twee werkelijk moderne for
ten. Voor enkele jaren werden zij
aangelegd door een meester in den
modernen fortenbouw, Von der Goltz,
naar alle regels der moderne krijgs
kunde. Maar voor het uiterlijk. Want
loopt men de brug over, dan is alles
als met een tooverslog veranderd, dan
ontwaart men slechte wanorde, een
doelloos heen en weer rennen, een
chaos van slingerende voorwerpen.
Orient, het oosten en niets anders!
De bezetting bestaat uit 15,(X)0 man.
Van den NLzain uit Konstantinopel
tot don Albaneeschen Basjiboesoek,
van den Anatoliër tot den zwarten
neger uit Klein-Azic alle stammen
en volken van den Islam zijn hier bij
een. Dapper zijn deze soldaten, zon
der vre-c-s, en van een wreedheid, die
wellicht iets grootsch heeft. De oorlog
is voor hen gewoonte, inhoud en doel
dos levens. De moed is hun iweede
natuur, evenals de doodsverachting.
Maar geen .geestdrift, geen blijde
vroolijkheid, geen lach en geen vreug
de. Zij hokken bijeen of liggen op den
grond, als menschen, die van een
rustpoos genieten. Berusting is het
eonige wat men opmerkt....
Elke verbinding met de buitenwe
reld is afgebroken, de weg naar Skoe
tari is afgesneden, ©en week ging
voorbij sedert het laatste transport
dn de be'egerde stad kwam.
De telegraaf is vernield, de brug
gen worden afgebroken, Skoetari is
i-.og slechts omringd door kanonnen
en dynamiet, maar verkeert in bitte
ren nood Aan den oever van hot
meer werpen een paar grijsaards
hun nel ten uit, en halen wat visch op.
Maar wat bant dat, een paar visschon
voor een stad, voor duizenden solda
ten. die moeten leven? Overal heerscht
gebrek aori levensmiddelen. Brood
wordt gebakken van onnoembare din
gen, restjes meel., rijst, nog wat rog
ge. Vleesch is een zeldzaamheid, on
betaalbaar duur. een kip is niet
meer te krijgen. Men leeft van suiker
goed eu ingemaakte groenten, zoo
lang de voorraad strekt. Om vuur aan
te leggen wordt alles gebruikt: hou
ten balustrades, palen van de omhei
ningen, myrthen- en citroenboomen
worden omgehakt. De kudden ossen
en schapen, die in de eerste dagen
naar de stad werden gebracht, zijn
tot op de beenderen verteerd. In een
etmaal krijgt de soldaat maar één
maal eu dan nog wat men een
maal noemt: wat rijst In water
Somtijds brengt een gelukkig toe
val verlichting. <Jp het meer varen
kleine schuiten. Met machinegeweren
gewapend wagen zij zich aan du
oevers. Somtijds gelukt het een os,
een paar schapen te vinden. Dau
viert het garnizoen feest.
Somtijds ook verneemt men, dal
eenige huizen geplunderd zijn. De
bev.uners verbui0v:ii levensmiddelen
en wilden die niet uitleveren
Berichten ontvangt men niet. Een
enkele maal dringt een oude vrouw
door de postenketen, en verneemt
men de meest zonderlinge geruch
ten: De Bulgaren zijn volkomen ver
nietigd óf de Bulgaren hebbeü
Stamboel bezet.
En de oorlog?
Daar merkt men niets van. Die
wordt gevoerd daarginds, tusschen
de bergen. Nu en dan weerkaatsen d8
heuvels in de schemerin het doffe
geluid van het kanonvuur. Dan
schijnt de hemel plotseling rood en
geel, en het is of twintig
stukken te gelijk antwoorden.
In zulke oogenblikken is Skoe
tari een graf. Geen mensch komt
op straat; in de kamers knielen d6
vrouwen, in de kelders luisteren ang
stige gemoederen naar het schieten.
Grijsaards pakken met bevende han
den naar het oude vuursteengeweer,
of schuiven den dolk in den gordeL
En dan wordt alles weer stil.
pelijke gezindheid van den oud-sol-
'daat.'
Brigadier, stotterde hij, ik
beu zeer getroffen door uw vriendelij
ke houding.... Het verheugt mij meer
dau ik zeggen kau, dat u mij zoo wel
gezind is. maar
Laten wij ©r niet langer over pra
ten.... in twee woordeu, neem je liet
aan, ja of neen
Veroorloof mij, dat ik u een
vraag doe.
Vlug dan, alsjeblieft.
Zal mademoiselle Victoire er 5n
toestemmen, mij haar hand te geven,
als ik terugkom uit het leger
Waarom vraag je mij dat?
zei Marin op zijn be-urt teleurgesteld.
Omdat ik geloof.... neen, men
heeft mij verzekerd.... ik weet zeker,
dat mademoiselle Victoire niet van
militairen houdt en dat zij nooit met
een soldaat zal trouwen.
De brigadier fronste d© wenkbrau
wen.
Zoo weet Je dat hernam hij,
je kent dus mijn huiselijke moeilijk
heden.... Het is zoo, die kleine zottin
heeft zich, ofschoon zij de dochter van
een soldaat is, in het hoofd gehaald,
dat zij hl© uniform haatMaar dat
zijn van die grillen, die ik haar niet
kan toestaan tot nu toe heb ik haar
verwend, ditmaal zal ik voet hij stuk
honden.. Maar dal is immers een
zaak, die zij en ik samen zullen moe
ten regelen ik weet wel hoe ik dat