lunar: Dagblad TWEEDE BLAD Zaterdag 9 Hovember 1912 Haarlemsche Handelsvereenigfng Goedgekeurd bij Koniaklijk besluit van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij zigd bij Koninkl. besluit van 21 Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli 1909, No. 52. Bureau: Jansweg 11, geopend allo werkdagen van 9—5 uur. Telephoon No. 403. Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem de VereenigLng hier ter stede opge richt met bet doel de belangen der le den op allerlei gebied te behartigen, doch allereerst de belangen hunner handel of bedrijf te bevorderen en wel speciaal door het verstrekken van informatiën en het ineasseeren yan dubieuse vorderingen. Voor posten welke men de vereeni- ging ter invordering in handen stelt op buiten de stad woonachtige per- Bouen moet 10 ct. porto worden be taald, terwijl van alle vorderingen door de vereeniging geind 3 pet. pro visie wordt geheven. In Juli en Augustus 1912 zijn 6S vorderingen tot een bedrag van t 4254.14 betaald; 19 vorderingen -wer den afbetaald en 17 vorderingen uit gesteld. Bovendien hebben de leden het recht op het hun gratis te verstrek ken advies van de rechtsgeleerde ad viseurs der vereeniging de heeren Mrs. Th. do Haan Hugeidioltz en A. H. J. Merens, Spaarne 94 alhier, die desgewenscht ook in proceduren en faillissementen gratis voor hun. op treden natuurlijk echter alleen voor zaken betreffende den handel of het bedrijf der leden. Bij elke vordering de rechtsgeleer den in handen gesteld moet 10 ct. voor porto worden gevoegd, terwijl van de bedragen der langs dezen weg ingevorderde posten 5 pCt moet worden betaald. H.H. rechtsgeleer den hebben net recht in geval van ge rechtelijke vervolging het door hun noodig geoordeelde voorschot te vra gen aan den inzender der vordering. Over in da stad woonachtige per sonen geeft de vereeniging gratis mondelinge ol telephonische inlich ting; verlangt men de informatie Bchriftelijk dan wordt 25 ct. berekend, terwijl voor information op buiten de stad wonende personen f 0.60 pl.m. 15 ct. porto vergoeding moet worden betaald. Aau het kantoor Jansweg 11 zijn coupons A 10 ct. verkrijgbaar, waarop men aan het bureau van den Burger lijken stand op het Raadhuis inlich tingen kan bekomen over de adressen van hier ter stede op het bevolkings register ingeschreven personen. Verder zijn vuor de leden verkrijg baar legitimatiekaarten. waarop zij persoonlijk informatiën kunnen vra gen, in andere plaatsen bij de daar gevestigde en bij den Ned. Bond van Onderl. Infor. en Schuldinvordering- bureaux en Handelsveroenigingen aangesloten vereenigingen. Deze in formatiën kosten 25 ct. I-Iet is noodig er nog eens uitdruk kelijk op te wijzen dat goed informee- ren, vooral naar nieuwe cliënten eene bepaalde noodzakelijkheid is gewor den, waar zoovele geheel onbekende personen zich in onze stad en aan grenzende gemeenten komen vestigen. Onder alle koren is kaf. Bovengendfemde Bond, waarbij 18 vereenigingen m de voornaamste plaatsen van ons land gevestigd zijn aangesloten geeft uit eene tweemaan- delijksche lijst van namen van per- sonen omtrent wien men wordt aan geraden inlichtingen te vragen voor dat men met hen in handelsbetrek king treedt, waarvan het geheim on geschonden moet blijven en die als waarschuwingsmiddel uitstekende diensten bewijst. Waar eene vereeniging, die hare le den al deze voordeelen en gemakken aanbiedt, slechts f 3.50 jaarlijksche contributie vraagt, is dit zeker een zeer bc-scheiden eisch te noemen, te meer daar al het opgenoemde niet het eenige is wat de Haorlerusche Han- delsvereeniging doet; steeds heeft zij oen open oog gehad voor alle zaken, die hare leden in 't bijzonder en onze gemeente in 't algemeen betroffen en altijd heeft zij daarvoor gesproken. Het zou te ver voeren alles op te noe men, waarvoor zij opkwam, alleen dient nog vermeld, dat het hare be doeling is, in deze richting krachtig voort te gaan. In verband hiermede zijn in het be stuur drie comraissiën gevormd en is daarvoor het bestuur uitgebreid. Van deze commission bemoeit eene zich mot het Informatie- en Incassowezen, eene met alge-meene Middenstandsbe- langen en is er eene voor Gemeente belangen. Alles te zaraen genomen roepen wij allen toe. bandelaar of particulier Steunt deze onze vereeniging door lid te worden, het werk, dut zij doet en waardoor zij onnoemelijk veel goeds tot stand brengt verdient uwe sympa thie en de contributie, f 3.5Ü per jaar, kan geen bezwaar zijn. Hoe sterker zij is in ledental, des te meer kan de Haarlemsche Handelsvereeniging doen. Sluit u bij haar aan ten bate van aller belang, dus ook in uw eigen be lang. HET BESTUUR. Haarlem is He 19e eeuw. vul Wij behoeven nauwelijks te zeggen, dat hot verenigingsleven in de eer ste helft der 19de eeuw nog niet bij zonder ontwikkeld was. Het leven was moer huiselijk en liet genoegen werd meer binnen, in do woningen, .gezocht, üe deftige familiën sloten zich destijds bij elkander aan. Kwam ■zich iemand te dezer stede vestigen, dan kon hij er op rekenen, een menig te bezoekers te zullen krijgen, want liet vestigen van een nieuw gezin was toen een zeldzaamheid. Wanneer iemand van buiten af iets van een op- gc at voornemen, om in Haarlem te ko.nen wonen, had doen uitlekken, dan had het gerucht zich spoedig ver spreid, dat eene nieuwe familie te wachten was en werd het gerucht (en ook de familie) door allen besproken. Een wandeling door Haarlem's straten was niet zeer aanlokkelijk, de verlichting was sleoüt, schoone etala ges kende men hier niet en de bestra ting zal ook wel primitief zijn ge weest, Alleen de hoofdstraten werden door stadslantaarns en z.g. roverhè- res verlicht, d.e mindere straten en grachten waren vooralen van de oude oliepitjes, In de wandeling „gloeiende spijkerkoppen" genoemd. Petroleum kende men nog niet, de snuiter stond in vele huizen op een smüterbakj© naast de smeer- of vetkaarsen. In 1835 richtte de Cooiti neutal Gaz- Association Company te Londen al hier de gasfabriek op en reeds in het laatst van 1S36 hadden verschillende winkelieis en werkplaatsen zich aan gesloten, terwijl op Gudejaarsavono vau dat jaar een gedeelte onzer stad j met gas werd verlicht. Men was er te- vreden over en zag vermoedelijk een j toekomst in deze nieuwigheid I In November 1846 sloot de stedelijke regeeriug met bovengenoemde C. G. A. C. een verdrag, tot verlichting dei- stad met 144 gaslantaarns. De gas fabriek breidde zich al meer en meer uit en kondigde daarbij een aanzien- j lijke vermindering in den prijs harer producten aam Spoedig zag men dan oo-k met de toenemende vermeerde- ring de inwoners van Haarlem ge- 1 bruik maken van deze zoo zindelijke, voordeelige en veilige verlichting, j Maar lang niet allen, want zelfs nu nog zijn er gezinnen, die de petro- j leumlamp getrouw bleven. In liet laatst van 1851 onderging de straatverlichting weder eene belang-1 rijke uitbreiding, door plaatsing in de vvijlken aan do oostzijde .van het Spaarne on in nog eenigo andere straten, van 61 gaslantaarns, waar door 169 oliepitten kwamen te verval len Vier jaren later (14 Februari 1855) werd het gas buiten het Groote Houthek op liet Plein aangebracht. Toen in 1856 het einde naderde van het gesloten contract tusschen de gas fabriek en de gemeente, werd dit we der verlengd voor den tijd vun 20 jaar. Alvorens deze tijd ten einde zou zijn, zouden er echter heel wat be raadslagingen in den gemeenteraad plaats vinden, om te komen tot op richting eencr eigen gasfabriek. Maar de slotsom was, dat dit college 10 Maart 1875, na langdurige discussies, besloot hiervan af te zien, waarna ©en nieuw verdrag werd aangegaan tot 1902. En om even buiten ous voorgenomen tijdperk te gaan men weet dat de raad 18 Mei 1898 besloot om aan de directie der gasfabriek mede te deel en, dat het gemeentebe stuur geen termen vond ont ©enige overeenkomst betrekkelijk de gas- exploitntie in deze gemeent© met de voornoemde directie aan te gaan en dat te zijner tijd d© noodige voor drachten zouden worden ingediend betreffende den bouw en de exploita tie eener gasfabriek vanwege de g©- m een te. Het vereenigingsleven wus niet bij zonder ontwikkeld. Toch was er op het gebied van kunst en wetenschap wel wat te doen. Allereerst het too- neelloven. I-Iet gezelschap „Leerzaam Vermaak" had jaren achtereen zijn beeclKTvenden invloed uitgeoefend. De schouwburg buiten de Groote Hout- poert voldeed aan de eischen der bur gerij. Van 1816 af hadden daarin jaar lijks de Haagsche tooneelisten, eerst onder directie vau den ouden Ward Bingleij, later sedert 1820 onder de directeurs J. H. Hoedt en W. A. Bingleij, gespec-Id. Volgens ©en tijd genoot was het een uitstekend samen gesteld gezelschap, waarvan sommige leden zeer bijzondere verdiensten had den, zoodat goede, degelijke stukken ten toorioele werden gevoerd, dit uit nemend voldeden en op eene zedelij ke, goede strekking aanspraak kon den maken. Men leefde in die dagen nog in het denkbeeld, dot wanneer goedgezinde burgers aan de keuze der stukkeu meewerkten, het tooneel nog wel oen opvoedingsmiddel voor het publiek kon wezen. Een en ander bad dan ook lot gevolg, dat de schouw burg steeds op alle rangen goed bezet was. 9 November 1849 werd de Schouw burg aan uen Jansweg ingewijd. In October 1885 werd de zaal geheel ver nieuwd. Reeds vroeger waren er plan nen gerijpt om e©n nieuwen schouw burg te stichten aan de Parklaan door de heeren D. E. L. van den Arend. J. J. van Brederode en J. Tja- sink, maar hoewel de gemeenteraad hun 27 November 1878 vergunning daartoe gaf, werd daarvan geen ge bruik gemaakt. Ook weiden in die jaren verschil lende liefihebberij-tooneelgezelschap- pen opgericht, maar deze gingen de ©en na d© ander te niet. Wat do beoefening der toonkunst aanguut, liierin kwam een aanmerke lijk© verbetering door de oprichting der Maatschappij van Toonkunst in 1829, waarvan hier een© afdeelmg werd gevestigd. Aanvankelijk echter slaagden de pogang©n niet bijzonder, de zang vereen igmg zong onder direc tie van den heer G. VV. Derx, maai de toetreding was niet algemeen en men stuitte af op het gebrek aan lust tot voorafgaand© muzikale opleiding. De concertzaal in de Kruisstraat (ho tel Fünckler) was de zaal voor uit voeringen vaai „Kunst ©n Vermaak", doch deze vereeniging was hoogst ge brekkig samengesteld. Omstreeks 1830 ontwaakte do lust om zich door kwar tet-spelen aan huis te oefenen. De op richting van „Zang ©n Vriendschap" ■bracht een© gcheole verandering ten ■goede te weeg. Een andere vereeniging, dit wij hier niet onvermeld mogen laten, is „Kunst zij ons doel". Ze ontstond eigenlijk door do oneenigheïd der le den van het bestaand© teeken-college „Kunstmin en Vlijt", dat in 1826 werd ontbonden. Die oneenigheden waren oorzaak, dat reeds in 1821 verschillen de leden van genoemd college zich af scheidden en ie zamen kwamen in de werkplaats van Van Reysen in het Zaksteegje, onder leiding van P. Bar biers Pzri., Josephus van Reysen en Chr. ICuyper. Aan deze verooniging wex-d 1 September 1821 de naam go- geven van „Kunst zij ons doel". Wij zullen haar geschiedenis hier niet be schrijven, zij is in dit blad bij herha ling behandeld, het laatst bij liet 90- jarig bestaan in het vorig jaar. Dat in die tijden het nut van hei vereenigingsleven wel werd ingezien, mevgen wij afleiden uit ©er.© mededee- •ling van den heer Ernst H. Krelage in het gedenkboek ter herinnering aan het 50-jarig bestaan der Algemee- ne Vereeniging voor Bloembollencul tuur. In 1827 werd door vijf bloembol- lenk weekers, namelijk Pi eter van Nelsen, Frans van Nel sen, E. II. Kre lage, .1. Keijser en H. Polman Mooij. het initiatief genomen tot het houden ©ener tentoonstelling van afgesneden bloemen van nieuw gewonnen hya- cimthen. Uit nagelaten handschriften blijkt, dat het denkbeeld van deze sa menwerking uitging van den heer E. H. Krelage, die zich voorstelde op deze wijze een „Societell van Flora" te stichten. Blijkbaar is dit plan niet tot uitvoering gekomen en heeft de samenwerking zich destijds alleen be paald tot eene tentoonstelling in 1827. Tien jaren later werd een meu-.ve po ging gedaan om tot aaneensluiting van vabgenooten I© geraken en wel wederom door den heer Krelag© te Haarlem, ditmaal in vereeniging met de heeren F. van Velsen Jr. en A. N. Bijvoet, beiden te Overveen. Het doel was, „om door gemeenschappelijke pogingen d© liefhebberij voor bloemen te bevorderen." Maar ook deze ver eeniging bleef een droombeeld. Eerst in 1860 kwam de Algemeene Vereeni ging voor Bloembollencultuur tot stand, die zich tot een der belangrijk ste vereenigingen zou ontwikkelen. Tan lie Realisatie en Haar eewonert. CLXxxrv. Zelden is het zoo vol geweest aan het Staatsspoorstation als Maandag hij het vertrek van de ambulance van het Itoode Kruis. De slagregen had de onensclien met afgeschrikt en tot het laatste stuk van liet goheele open per- ren stond een dichte menigte. Het afscheid nemen was moeilijk, om twee redenen. Elk scheiden doet verdriet en al wisten degenen, die achterbleven, dat de leden van de ambulance geheel uit vrijen wü naar Griekenland trokken, elk heengaan brengt een scheiding en scheiden kan pijn doen. Maar er was nog een andere reden en die lag in de volte. Het gedrang op het ..afgezette" per ron was zoo groot, dat het soms niet veel meer dan toeval was als de nien- scben elkander vonden. Wel waren de afsluithekken di© bij aankomst van do Koningin de nieuwsgierigen op ©en afstand houden geplaatst, maar alle familieleden en kennissen werden doorgelaten en het was op vallend, hoe liet getal broers on zus ters van de vertrekkenden niet de mi nuut aangroeide. Het kostte moeite, im den trein te komen. Weinig had het gescheeld of er zou slaapgelegenheid te weinig geweest zijn. Aan d© Slaapwagen-maatschap pij was een wagen voor 21 personen besteld, maar door een vergissing werd die naar Amsterdam gezonden, terwijl een wagen met 18 plaatsen naar Den Haag kwam. Eerst Maan dag om 12 uur, toen de heer Lehman den wagen ©ven wilde inspectoeren, werd de vergissing ontdekt. De in specteur van de maatschappij kreeg Weinig vriendelijks te hooren, maar zag geen kans, de wagens om te wis selen. Eerst met den trein, die na 5 uur in Den Ilaag komt, had d© wagen •hier kunnen zijn en de ambulance zou om kwart voor 4 vertrekken. Toen werd liet denkbeeld geopperd, den slaapwagon naar Utrecht te brengen, waar hij tijdig zijn kon en de reizigers in Den Haag in een ge wonen wagen te doen plaats nemen. Ook dat bracht moeilijkheden mee. Het te Utrecht uit- en in den trein rangeeren van een wag©n zou zooveel tijd in beslag nemen, dat de extra- trein achter den express zou komen, di© een kwartier later uit Den Haag naar Basel vertroker was olies aan gelegen, dien trein juist vóór t© blij ven. Ten slotte werd met den wagen van 18 plaatsen genoegen genomen, wat tot gevolg had, dat drie leden in den bagagewagen bij d© conduc teurs moesten plaatsnemen. Het eigenaardige hierbij is, dat de Staatsspoor, die alles gratis ter be schikking stelde de trein loopt door tot Brïndisi uitnemend vo;>r den dienst zorgde, terwijl de Slaapwagen maatschappij, die wel betaald werd 2aken zijn zaken er oorzaak van was. dat eenige leden minder goed nachtrust konden genieten. I-Iet inladen van alle bagage heeft een gcheelen morgen geduurd. De 450 colli zijn ten slotte in 4 v gons ondergebracht, maar dit ging zoo krap aan, dat de laatste kist geen centimeter gioote' Jiad moeten zijn. Voldoend© voor langen duur zijn alle voorraden echter niet en waarschijn lijk zal een nazending van verhand- middelen vrij spoedig moeten volgen. Van verschillende zijden zijn oj/iiicr- kingen vernomen, dat de ambulance juist naar Griekenland gaat. Maar dat kan niet anders. De 4tl,(jö0 werden ge geven onder voorwaarde, dat de Grie ken, die hulp deelachtig zouden wor den. De gever *het is niet de heer Lehman}, een bekend Hagenaar, heeft zich tot dusver met officieel bekend gemaakt, maar het is hem toch ook niet gelukt zich zoo verborgen te hou den, dat zijn naam niet tol de buiten wereld doordrong. Het geld voor de andere ambulances schijnt niet heel vlot binnen te komen. Er zijn ten minste al een liefdadig heidsvoorstelling en een collecte aan gekondigd. Wat in geen jaren gebeurd was, ia thans voorgevallen: de geniecutebe- grooting kon niet vóór 1 November aan Gedeputeerden aangeboden wor den. Scnuid hieraan zijn een h'aif do zijn raadsleden, die hei aan hun roe ping verplicht meenden te zijn, bij na genoeg elk artikel van hun begin&el- vastneid te getuigen. De debattcu heb ben 7 dagen geduurd gelukkig Rot terdam, dat er in 3 maal 24 uur door was en brachten als resultaat, dat alle posten werden vastgesteld zooals B. en W. liet wilden, op één na. En die eene, die een verhooging zal on dergaan ten gevolge van eeu stemming uit den raad is de postpresentie-gel- den voor lede" van den raad. De vroede vaderen- willen 1 5 heb ben in plaats van de f 3, die ze thans ontvangen. De renen dat er zooveel leden voor stemden moet gezocht worden in d© omstandig: eid, nat een der raadsleden., die een plaatsvervan ger moest stellen als er vergadering is, op het lidmaatschap ioeiegl. En dar 'kan de bedoeling van den wetge ver ook niet zijn. Op 't onverwachtst is in den raad ©en vacature ontstaan door het be danken van den heer Maokay, het ex- .ïaimeiiid voor Ommen. De heer Mackay zat voor district II en moest in 1915 aftreden. Nu is II een dis trict, waar links en rechts om beur ten overwinnen; dat hangt van de ■geschiktheid van de candidaten af. Door dit bedanken wordt dus mo gelijk het toch al niet te sterke recht- sche element in den Raad met een zetel verminderd, want de jongste ver kiezingen hebben bewezen dat popu laire candidaten aan de rechtcrz'jde nier gevonden werden of zich niet beschikbaar wild© stellen. Ook in de Pro\inciale Staten zal rechts misschien een verlies onder gaan. Baron Mackay was 'het eenige rechtsche Statenlid voor den Haag; d© andere 9 zetels werden door vrij zinnigen bezet en het was alleen ge lukt hem er te brengen door ziju groot© populariteit. Dat zijn opvolger ook een man van de coalitie zal zijn, is lastig aan te nemen, gezien de uit slagen van de jongste tusechentijd- sehe verkiezingen. SINTRAM. BEÜR8-QYERZIGHT van de Firma E. SASSEN en Co., Parklaan 14 B, Telefno. 2061. 2—8 November 1512. Aauvankolijk namen in de afgeloo- l>en week de groote international© beurzen, na het herstel dat te voren reeds op de groote daling bij het be gin der moe lijkhedea in den Balkan was ingetreden, een meer afwachten* de houding aan. Men geeft er blijk baar de voorkeur aan, nu de verbon den Balkansluten met eteeds stijgend succes tegen de Turken optreden en zoodoende met goeden grond veel meer kunnen eischen dan aanvanke lijk in de bedoeling heeft gelegen, bij do verandeide situatie tegenover' de groot© mogendheden, de ontwikkeling der gebeurtenissen eens aan ie zien. Wel is waar is men over den goeden afloop niet ongerust doch men houdt toch nog rekening met de mogelijk heid, dat, wanneer over den vrede, hetzij met of zonder tusschen komst der groote mogendheden, moet onder handeld worden, nog menig hard woord kan vallen, terwijl vooral de vraag of Servié al dan niet haar ge bied lot d© Adriatische Ze© za! mo gen uitstrekken een punt van ernstig dispuut zal kunnen uitmaken. 0"k liet vooruitzicht dat op 5 Nov. in Amerika de presidentsverkiezing; moest plaats 'hebben, werkte ©r toe mede den handel, vooral in Ameri- kaansche fondsen, tot een minimum te beperken. De uitslag der verkie zing was zooals algemeen verwacht werd, in het voordeel van Wilson. Dit feit gaf op den dag na de verkiezin gen aanleding tot een wilde hausse, waarbij koersverschillen van twee bit vier procent voorkwamen. Doch nu de eerste opwinding voorbij is, vraagl men zich af van welken invloed de verkiezing van een democratisch can- didaai op het economisch leven zijn zal. Dr. Wilson wordt ons voorgesteld als een zeer bekwaam man, die niet ter wille van zijn democratische be ginselen en ter bereiking van zijn voorgesteld doel tot verlaging van den levensstandaard door middel van tariefherziening, zeer radicale maat regelen zal willen nemen om daar door het land aan een nieuwe perio de van onrust te will©n blootstellen. Verschillende kopstukken op finan- o eel en handelsgebied, waaronder zelfs de president der Steel-trusi ver klaarden dat de verkiezing van Wil son van geen nadeeligen in viced op het verdere verloop van handel eo industrie zijn zal. Hoewel niet is aan te nemen, dal de nieuwe regeering, werd zij na lan gen tijd weder aan het bewind komt, door ondoordachte maatregelen de zaken zal ontredderen, doch integen deel zeer voorzichtig zal willen rege©- ren, ten einde als jonge, in 't regeeren nog onervaren partij, heit verwijt van onbekwaamheid te ontgaan, veft aan den anderen kant toch niet te ont kennen, dat om tot een verlaging van der. prijs der verbruiksartikelen te kooien, wit die van ©enig belang zijn, de verlaging der invoerrechten van dien aard zal moeten ziju, dat de winst-marge voor de trusts kleiner wordt. Dat hel werkelijk tot een ta rief-verlaging zal komen, daaraan valt, bij hetgeen omtrent het karakter van den nieuwen president bekend is. niet te twijfelen, terwijl, nu ook de Senaat een democratische meerder heid heeft, een eventueel door liet congres aangenomen wet op dil lichaam niet meer zal kunnen stran den. Hieraan is het dan ook hoogst waarschijnlijk te wijten, dat de aan deden der Steol-trust in den laatsten tijd, ondanks de aanhoudende prijs ver hoo gingen en de steeds toenemen de bestellingen slechts in geringe ma te in een stijging van den koers hier van het bewijs gaven. Men schijnt hiermede van lieverlede ernstig reke ning te gaanhouden en het zou dan ook geen verwondering behoeven te baren, wanneer de aandeelen der in- dustrieele ondernemingen, welk© on- Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. „Eigenlijk gezeid", verklaarde eer gisteren mijn vriend Hopma tot mijn vriend Hupstra", „•verdienen die Tur ken nu eindelijk eens een flink pak daag". „Eigenlijk gezeid?" herhaalde Ilup- fitra. „En oneigenlijk gezeid?" Hopma keek liem aan, of hij het te Keulen hoordi donderen. „Eigenlijk gezeid en oneigenlijk gezeid? Wat be doel je, Hupstra? Ik begrijp ©r heusch geen woord van". „Wel. je zei: eigenlijk gezeid, moe ten de Turken een pak slaag hebben en daarom vroeg ik, uit de grap, wat ze oneigenlijk gezeid dan moeten krij gen". „Gra.pl Noem je dat een grap? Ik teg dan, dut het een flauwigheid is, iemand woorden in zijn moiud te leg gen, di© liiï niet gesproken heeft. Ik gebruik nooit van die leelij.ke stop woorden." En Hopma keek mij aan, of hij hulp zocht. „Geen stopwoorden", zei Hupstra, „nu nog mooier. Fidelio, je hebt het gehoord. Heeft hij eigenlijk ge leid gezeid of heeft hij het niet ge leid." „Ja Hopma, j© hebt het gezeid", moest ik wel zeggen, daarrne© de lee- flijke reeks van gezeid nog verlen gende. Maar llij wou er niet aan. „He druk me altijd heel goed en duidelijk uit, daar stel ik een eer in'. Als jolui flauw© grappe uithalen wilt, ga je gang, maar dan sa ik i© groeten". En ■daarmee nam Hopma ©enigszins plot seling afscheid. „Och", zei ik, toen hij uit het ge hoor was, „waarom zeg je zulke din gen dan ook? De menschen kunnen nu eenmaal niet verdragen, dat hun manier van spreken niet bescliaafd zou wezen. Jij zelf, waarde vriend, maakt wel van stopwoorden gebruik: waarom dan vriend Hopma een ver wijt gemaakt over aijn eigenlijk ge zegd?" „Ik? stopwoorden? Daar is natuur lijk niets van aan!" „Zeker, jij! Er is bijna geen zin, of je zegt er n a t u u r 1 ij k in. Nu pas nog weer!" Maar Hupstra was niet voor rede vatbaar. Ilij werd nog boozer dan Hopma en zei: „als j© vitten wilt, moet je iemand zoeken, die daar aan leiding toe geeft. Ik ben niet bang voioj.' critiek, imaar ze moet billijk we zen. Stopwoorden gebruik ik natuur lijk nooit..." „Tusschen twee haakjes", viel ik hem in de rede, „nu zeg je het weer". „Omdat het zoo te pas komt, maar niet als stopwoord. En al was li©t zoo, wat ik niet toegeef, dan hen jij nog niet de man om er aanmerking op te maken". „Zon, en waarom niet?" „Je gebruikt eelf stopwoorden. Te pas en te onpas zeg je: „tusschen twee haakjes" wat moeten wij met al die .haakjes? op den laatsten krans- avond heb je het twintig keer gezegd. Mijn vrouw en ik hebben het geteJd". Dat is aardig, moet ik zeggen. Je denkt, dat je gozoUig samen zit te praten ©n je vrienden zitten je woor den te beloeren. Tusschen twee haak jes is een heel goeie uitdrukking en ï|k weet zoke-r, dat ik dóe heel zelden gebruik. Gegroet". Ik wandelde weg en zoo was door di© miserabele stopwoorden ons ge sprek in een paar minuten gestopt en allidht voor een dag of wat ook de vriendschappelijke verhouding stop gezet. Maar, zooals een mensch eon hee- len dag rondloopen kan met een en denzei kien deun in zijn hoofd, zoo liet nu ook de quaestie van di© stop woorden me niet mot rust. Ik begon nauwkeurig (e letten op wat de men schen zeiden. „1 Is heusch mooi weer van daag", merkte iemand op de tram tot zijn buurman op. „Ja", antwoordde de ander feite lijk in doze heele week de eerst© mooie dag". „Tusschen twee haakjes...." begon ik, van .plan aan 'bet .praatje deel te nomen, maar zweeg opeens stal. Had Hupstra niet gezegd, dat mijn stop woord „tusschen twee haakjes" was en had ik dat niet ontkend? En toch ■zei ik het nu weer.... Mijn twee medereizigers keken mij aan, of ze dachten dat ik me in mijn woorden verslikte, maar ik liet stil houden en stapte af. De conducteur trok aan de bel: dat was z ij n stop woord. En ik liet d© heeren met hun stopwoorden „heusch" en „feitelijk" achter. „Zeg, Fidelio, nu ik je toch zie, wanneor hebben we woer eens ver gadering?" schoot me eon kennis aan. „Komt het gaiuw, izeg? want ik heb het in dezen lijd heel drukl" I'k antwoordde on we hielden een gesprek, dut hij doorspekte met z e g ©n z e g ©n rogeens zeg, juist op do oogenbiikken, dat hij niets van mij verwachtte, maar zelf wat te zeggen had. „Verbeeild je", <z©i ik, „cxm hem op de proef te stellen, „ik ben er op uit om te letten op de stopwoorden, die de menschen gebruiken". „Slecht© gewoonte zeg, die stop woorden", verklaarde hij in de groot ste gemoedsrust, „ik gebruik ze nooit. Daar heb je Jansen, die altijd zegt: „is 't niet waar?" Wat mallig heid, zeg. om altijd te vragen of iets niet waar is?" En hij lacht© dat hij schudde. Ik dacht aan oen van mijn kennissen die hij alles wat hij verleide placht te zeggen: „b e g r ij p je n i e t?" Net zoolang totdat ik kriebelig geworden over die herhaalde veronderstellingen dat ik het wel niet begrijpen zou, ten antwoord gaf: „ik begrijp het heel goed", waarop hij me verbaasd aan keek, omdat hij blijkbaar zelf zijn stopwoorden niet meer hoort. Maar mijn vriend, die haast had, nam afscheid met een: „<nu zeg, ik hoor het dan nog wel." Ik slenterde, daar ik geen haast had. verder en dacht aan een sedert overleden Raadslid, di© altijd plaoht t© zeggen: „Mijnheer de voorzitter, de vorm waarin deze zaak ich uitspreekt.... alsof deze zaak een pudding was. Soms wisselde hij dat af met de zinswending.... „d e lijn waarin deze zaak naar voren kom f', alsof de zaak e©n trekschuit was. Den heelen dag duurde mijn gezoek naar stopwoorden voort. En ik kreeg er, meer dan ik noodig had. „Gos- siem ij ne", zei een van mijn kon nissen met een bijzonder leelijk stop woord, omdat het aan een verzachten vloek doet denken, „hoe kunnen de menschen toch zooveel stopwoórden gebruiken? Daar is gossiemïjne hier in den omtrek een burgemeester, die laan 't eind van zijn woorden achter elkaar zogt: „Niewaar? zeg, zoJ ik maar 's zoggen?" Soms maakt hij het nog mooier dan zegt hij: „ik wil eventueel natuurlijk namens B. en W. voorstellen"... alsof niet iedereen weet, dat eventueel en na tuurlijk een precies tegenovergestelde beteekenis hebben: het een© is voor waardelijk en het andere van zelf sprekend. Gossiemïjne, wat eeu rare stopwoorden hebben de menschen toch!" En zoo heb ik tot e avonds toe met stopwoorden gesold, totdat ik haast geen volzin meer vormen kon zonder: „zie je, zal ik maar zeggen, snap je, om zoo te zeggen, ja ja, zoo zoo, weet ik het", en driehonderd zeven en zes tig andere slop woord en meer, die ik ook eens afdrukken zal, zoodra Haar lem's Dagblad eens overmaat van ruimte heeft, hetgeen nog wel een •poosje zal duren. 's Avonds, op het punt van naar huis te gaan, werd mij om vuur ge vraagd door ©en heer, die er bijzon der intelligent uitzag. Hoewel hij, niets zei en alleen maar zijn hoed af nam en op mijn sigaar w©es. trok zijn persoonlijkheid mij toch aan. „Mijnheer," zei ik, „neem mij niet kwalijk, maar ik zoek iemand, die nooit een stopwoord gebruikt. U heeft ©eu verstandig voorkomen. Gebruikt u wel eens stopwoorden?" Hij schudde zwijgend ma.ar ener- gltek zijn hoofd. „Wat", ?©i ik. verheugd", „zou u <1© man wezen, die nooit, maar ook nooit een stopwoord gebruikt?" Hij knikte, zwijgend maai- beslist. Ik verklaarde, dat ik nu al den heelen dag gezocht had en nog nie mand gevonden, dio ze niet in zijn woorden invlocht, ik verzekerde hem, dat ik zoo blij was, hem ontmoet to hebben, toen hij met een veelbetee- kenend gebaar op zijn mond wees, zwijgend den hoed afnam en heen ging, mij beteuterd achterlatende. Want ik liad begrepen: hij was stom. En dat is dan de moraal van dit heele verhaal, dat alleen de stommen geen stopwoorden gebruiken, een slotsom, die de scherpzinnig© lezer het zij tusschen twee haakjes gezeid, al wel heeft zien aankomen. Want de stopwoorden zijn oud als de wereld. Meldt de overlevering niet, dat Cato, d- serator, zijn redevoerin gen altijd eindigde met do woorden: „En Carthago moet ver woest w o r d en?" Dat is sinds dien tijd ook gebeurd. Van Carthago zijn de puinhoopen al lang niet meer te vinden en Cato's ge beente is tot stof vergaan, maar als eeu andere Cato, Mr. Thïel, rijst in onzen gemeenteraad op, om te bo- toogen: En het Brongebouw moet van de concessie af stand doen! Zie daar dan het nieuwste stop woord: zal daarmee op den duur de rampzalig© levensloop van de Maats, tot exploitatie van staalwaterbron- nen gestopt worden? FIDELIO,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 5