lunar: Dagblad
TWEEDE BLAD
Zaterdag 9 Hovember 1912
Haarlemsche
Handelsvereenigfng
Goedgekeurd bij Koniaklijk besluit
van 12 Nov. 1892 No. 29 en gewij
zigd bij Koninkl. besluit van 21
Mei 1897 No. 58 en van 13 Juli
1909, No. 52.
Bureau: Jansweg 11, geopend allo
werkdagen van 9—5 uur.
Telephoon No. 403.
Op 10 Mei 1892 werd bovengenoem
de VereenigLng hier ter stede opge
richt met bet doel de belangen der le
den op allerlei gebied te behartigen,
doch allereerst de belangen hunner
handel of bedrijf te bevorderen en
wel speciaal door het verstrekken
van informatiën en het ineasseeren
yan dubieuse vorderingen.
Voor posten welke men de vereeni-
ging ter invordering in handen stelt
op buiten de stad woonachtige per-
Bouen moet 10 ct. porto worden be
taald, terwijl van alle vorderingen
door de vereeniging geind 3 pet. pro
visie wordt geheven.
In Juli en Augustus 1912 zijn 6S
vorderingen tot een bedrag van
t 4254.14 betaald; 19 vorderingen -wer
den afbetaald en 17 vorderingen uit
gesteld.
Bovendien hebben de leden het
recht op het hun gratis te verstrek
ken advies van de rechtsgeleerde ad
viseurs der vereeniging de heeren
Mrs. Th. do Haan Hugeidioltz en A.
H. J. Merens, Spaarne 94 alhier, die
desgewenscht ook in proceduren en
faillissementen gratis voor hun. op
treden natuurlijk echter alleen voor
zaken betreffende den handel of het
bedrijf der leden.
Bij elke vordering de rechtsgeleer
den in handen gesteld moet 10 ct.
voor porto worden gevoegd, terwijl
van de bedragen der langs dezen
weg ingevorderde posten 5 pCt moet
worden betaald. H.H. rechtsgeleer
den hebben net recht in geval van ge
rechtelijke vervolging het door hun
noodig geoordeelde voorschot te vra
gen aan den inzender der vordering.
Over in da stad woonachtige per
sonen geeft de vereeniging gratis
mondelinge ol telephonische inlich
ting; verlangt men de informatie
Bchriftelijk dan wordt 25 ct. berekend,
terwijl voor information op buiten de
stad wonende personen f 0.60 pl.m.
15 ct. porto vergoeding moet worden
betaald.
Aau het kantoor Jansweg 11 zijn
coupons A 10 ct. verkrijgbaar, waarop
men aan het bureau van den Burger
lijken stand op het Raadhuis inlich
tingen kan bekomen over de adressen
van hier ter stede op het bevolkings
register ingeschreven personen.
Verder zijn vuor de leden verkrijg
baar legitimatiekaarten. waarop zij
persoonlijk informatiën kunnen vra
gen, in andere plaatsen bij de daar
gevestigde en bij den Ned. Bond van
Onderl. Infor. en Schuldinvordering-
bureaux en Handelsveroenigingen
aangesloten vereenigingen. Deze in
formatiën kosten 25 ct.
I-Iet is noodig er nog eens uitdruk
kelijk op te wijzen dat goed informee-
ren, vooral naar nieuwe cliënten eene
bepaalde noodzakelijkheid is gewor
den, waar zoovele geheel onbekende
personen zich in onze stad en aan
grenzende gemeenten komen vestigen.
Onder alle koren is kaf.
Bovengendfemde Bond, waarbij 18
vereenigingen m de voornaamste
plaatsen van ons land gevestigd zijn
aangesloten geeft uit eene tweemaan-
delijksche lijst van namen van per-
sonen omtrent wien men wordt aan
geraden inlichtingen te vragen voor
dat men met hen in handelsbetrek
king treedt, waarvan het geheim on
geschonden moet blijven en die als
waarschuwingsmiddel uitstekende
diensten bewijst.
Waar eene vereeniging, die hare le
den al deze voordeelen en gemakken
aanbiedt, slechts f 3.50 jaarlijksche
contributie vraagt, is dit zeker een
zeer bc-scheiden eisch te noemen, te
meer daar al het opgenoemde niet het
eenige is wat de Haorlerusche Han-
delsvereeniging doet; steeds heeft zij
oen open oog gehad voor alle zaken,
die hare leden in 't bijzonder en onze
gemeente in 't algemeen betroffen en
altijd heeft zij daarvoor gesproken.
Het zou te ver voeren alles op te noe
men, waarvoor zij opkwam, alleen
dient nog vermeld, dat het hare be
doeling is, in deze richting krachtig
voort te gaan.
In verband hiermede zijn in het be
stuur drie comraissiën gevormd en is
daarvoor het bestuur uitgebreid. Van
deze commission bemoeit eene zich
mot het Informatie- en Incassowezen,
eene met alge-meene Middenstandsbe-
langen en is er eene voor Gemeente
belangen.
Alles te zaraen genomen roepen wij
allen toe. bandelaar of particulier
Steunt deze onze vereeniging door lid
te worden, het werk, dut zij doet en
waardoor zij onnoemelijk veel goeds
tot stand brengt verdient uwe sympa
thie en de contributie, f 3.5Ü per jaar,
kan geen bezwaar zijn. Hoe sterker
zij is in ledental, des te meer kan
de Haarlemsche Handelsvereeniging
doen.
Sluit u bij haar aan ten bate van
aller belang, dus ook in uw eigen be
lang.
HET BESTUUR.
Haarlem is He 19e eeuw.
vul
Wij behoeven nauwelijks te zeggen,
dat hot verenigingsleven in de eer
ste helft der 19de eeuw nog niet bij
zonder ontwikkeld was. Het leven
was moer huiselijk en liet genoegen
werd meer binnen, in do woningen,
.gezocht, üe deftige familiën sloten
zich destijds bij elkander aan. Kwam
■zich iemand te dezer stede vestigen,
dan kon hij er op rekenen, een menig
te bezoekers te zullen krijgen, want
liet vestigen van een nieuw gezin was
toen een zeldzaamheid. Wanneer
iemand van buiten af iets van een op-
gc at voornemen, om in Haarlem te
ko.nen wonen, had doen uitlekken,
dan had het gerucht zich spoedig ver
spreid, dat eene nieuwe familie te
wachten was en werd het gerucht (en
ook de familie) door allen besproken.
Een wandeling door Haarlem's
straten was niet zeer aanlokkelijk, de
verlichting was sleoüt, schoone etala
ges kende men hier niet en de bestra
ting zal ook wel primitief zijn ge
weest, Alleen de hoofdstraten werden
door stadslantaarns en z.g. roverhè-
res verlicht, d.e mindere straten en
grachten waren vooralen van de oude
oliepitjes, In de wandeling „gloeiende
spijkerkoppen" genoemd. Petroleum
kende men nog niet, de snuiter stond
in vele huizen op een smüterbakj©
naast de smeer- of vetkaarsen.
In 1835 richtte de Cooiti neutal Gaz-
Association Company te Londen al
hier de gasfabriek op en reeds in het
laatst van 1S36 hadden verschillende
winkelieis en werkplaatsen zich aan
gesloten, terwijl op Gudejaarsavono
vau dat jaar een gedeelte onzer stad j
met gas werd verlicht. Men was er te-
vreden over en zag vermoedelijk een j
toekomst in deze nieuwigheid I
In November 1846 sloot de stedelijke
regeeriug met bovengenoemde C. G.
A. C. een verdrag, tot verlichting dei-
stad met 144 gaslantaarns. De gas
fabriek breidde zich al meer en meer
uit en kondigde daarbij een aanzien- j
lijke vermindering in den prijs harer
producten aam Spoedig zag men dan
oo-k met de toenemende vermeerde-
ring de inwoners van Haarlem ge- 1
bruik maken van deze zoo zindelijke,
voordeelige en veilige verlichting, j
Maar lang niet allen, want zelfs nu
nog zijn er gezinnen, die de petro- j
leumlamp getrouw bleven.
In liet laatst van 1851 onderging de
straatverlichting weder eene belang-1
rijke uitbreiding, door plaatsing in de
vvijlken aan do oostzijde .van het
Spaarne on in nog eenigo andere
straten, van 61 gaslantaarns, waar
door 169 oliepitten kwamen te verval
len Vier jaren later (14 Februari
1855) werd het gas buiten het Groote
Houthek op liet Plein aangebracht.
Toen in 1856 het einde naderde van
het gesloten contract tusschen de gas
fabriek en de gemeente, werd dit we
der verlengd voor den tijd vun 20
jaar. Alvorens deze tijd ten einde zou
zijn, zouden er echter heel wat be
raadslagingen in den gemeenteraad
plaats vinden, om te komen tot op
richting eencr eigen gasfabriek. Maar
de slotsom was, dat dit college 10
Maart 1875, na langdurige discussies,
besloot hiervan af te zien, waarna
©en nieuw verdrag werd aangegaan
tot 1902. En om even buiten ous
voorgenomen tijdperk te gaan men
weet dat de raad 18 Mei 1898 besloot
om aan de directie der gasfabriek
mede te deel en, dat het gemeentebe
stuur geen termen vond ont ©enige
overeenkomst betrekkelijk de gas-
exploitntie in deze gemeent© met de
voornoemde directie aan te gaan en
dat te zijner tijd d© noodige voor
drachten zouden worden ingediend
betreffende den bouw en de exploita
tie eener gasfabriek vanwege de g©-
m een te.
Het vereenigingsleven wus niet bij
zonder ontwikkeld. Toch was er op
het gebied van kunst en wetenschap
wel wat te doen. Allereerst het too-
neelloven. I-Iet gezelschap „Leerzaam
Vermaak" had jaren achtereen zijn
beeclKTvenden invloed uitgeoefend. De
schouwburg buiten de Groote Hout-
poert voldeed aan de eischen der bur
gerij. Van 1816 af hadden daarin jaar
lijks de Haagsche tooneelisten, eerst
onder directie vau den ouden Ward
Bingleij, later sedert 1820 onder
de directeurs J. H. Hoedt en W. A.
Bingleij, gespec-Id. Volgens ©en tijd
genoot was het een uitstekend samen
gesteld gezelschap, waarvan sommige
leden zeer bijzondere verdiensten had
den, zoodat goede, degelijke stukken
ten toorioele werden gevoerd, dit uit
nemend voldeden en op eene zedelij
ke, goede strekking aanspraak kon
den maken. Men leefde in die dagen
nog in het denkbeeld, dot wanneer
goedgezinde burgers aan de keuze der
stukkeu meewerkten, het tooneel nog
wel oen opvoedingsmiddel voor het
publiek kon wezen. Een en ander bad
dan ook lot gevolg, dat de schouw
burg steeds op alle rangen goed bezet
was.
9 November 1849 werd de Schouw
burg aan uen Jansweg ingewijd. In
October 1885 werd de zaal geheel ver
nieuwd. Reeds vroeger waren er plan
nen gerijpt om e©n nieuwen schouw
burg te stichten aan de Parklaan
door de heeren D. E. L. van den
Arend. J. J. van Brederode en J. Tja-
sink, maar hoewel de gemeenteraad
hun 27 November 1878 vergunning
daartoe gaf, werd daarvan geen ge
bruik gemaakt.
Ook weiden in die jaren verschil
lende liefihebberij-tooneelgezelschap-
pen opgericht, maar deze gingen de
©en na d© ander te niet.
Wat do beoefening der toonkunst
aanguut, liierin kwam een aanmerke
lijk© verbetering door de oprichting
der Maatschappij van Toonkunst in
1829, waarvan hier een© afdeelmg
werd gevestigd. Aanvankelijk echter
slaagden de pogang©n niet bijzonder,
de zang vereen igmg zong onder direc
tie van den heer G. VV. Derx, maai
de toetreding was niet algemeen en
men stuitte af op het gebrek aan lust
tot voorafgaand© muzikale opleiding.
De concertzaal in de Kruisstraat (ho
tel Fünckler) was de zaal voor uit
voeringen vaai „Kunst ©n Vermaak",
doch deze vereeniging was hoogst ge
brekkig samengesteld. Omstreeks 1830
ontwaakte do lust om zich door kwar
tet-spelen aan huis te oefenen. De op
richting van „Zang ©n Vriendschap"
■bracht een© gcheole verandering ten
■goede te weeg.
Een andere vereeniging, dit wij
hier niet onvermeld mogen laten, is
„Kunst zij ons doel". Ze ontstond
eigenlijk door do oneenigheïd der le
den van het bestaand© teeken-college
„Kunstmin en Vlijt", dat in 1826 werd
ontbonden. Die oneenigheden waren
oorzaak, dat reeds in 1821 verschillen
de leden van genoemd college zich af
scheidden en ie zamen kwamen in de
werkplaats van Van Reysen in het
Zaksteegje, onder leiding van P. Bar
biers Pzri., Josephus van Reysen en
Chr. ICuyper. Aan deze verooniging
wex-d 1 September 1821 de naam go-
geven van „Kunst zij ons doel". Wij
zullen haar geschiedenis hier niet be
schrijven, zij is in dit blad bij herha
ling behandeld, het laatst bij liet 90-
jarig bestaan in het vorig jaar.
Dat in die tijden het nut van hei
vereenigingsleven wel werd ingezien,
mevgen wij afleiden uit ©er.© mededee-
•ling van den heer Ernst H. Krelage
in het gedenkboek ter herinnering
aan het 50-jarig bestaan der Algemee-
ne Vereeniging voor Bloembollencul
tuur. In 1827 werd door vijf bloembol-
lenk weekers, namelijk Pi eter van
Nelsen, Frans van Nel sen, E. II. Kre
lage, .1. Keijser en H. Polman Mooij.
het initiatief genomen tot het houden
©ener tentoonstelling van afgesneden
bloemen van nieuw gewonnen hya-
cimthen. Uit nagelaten handschriften
blijkt, dat het denkbeeld van deze sa
menwerking uitging van den heer
E. H. Krelage, die zich voorstelde op
deze wijze een „Societell van Flora"
te stichten. Blijkbaar is dit plan niet
tot uitvoering gekomen en heeft de
samenwerking zich destijds alleen be
paald tot eene tentoonstelling in 1827.
Tien jaren later werd een meu-.ve po
ging gedaan om tot aaneensluiting
van vabgenooten I© geraken en wel
wederom door den heer Krelag© te
Haarlem, ditmaal in vereeniging met
de heeren F. van Velsen Jr. en A. N.
Bijvoet, beiden te Overveen. Het doel
was, „om door gemeenschappelijke
pogingen d© liefhebberij voor bloemen
te bevorderen." Maar ook deze ver
eeniging bleef een droombeeld. Eerst
in 1860 kwam de Algemeene Vereeni
ging voor Bloembollencultuur tot
stand, die zich tot een der belangrijk
ste vereenigingen zou ontwikkelen.
Tan lie Realisatie en Haar
eewonert.
CLXxxrv.
Zelden is het zoo vol geweest aan
het Staatsspoorstation als Maandag
hij het vertrek van de ambulance van
het Itoode Kruis. De slagregen had de
onensclien met afgeschrikt en tot het
laatste stuk van liet goheele open per-
ren stond een dichte menigte.
Het afscheid nemen was moeilijk,
om twee redenen. Elk scheiden doet
verdriet en al wisten degenen, die
achterbleven, dat de leden van de
ambulance geheel uit vrijen wü naar
Griekenland trokken, elk heengaan
brengt een scheiding en scheiden
kan pijn doen. Maar er was nog een
andere reden en die lag in de volte.
Het gedrang op het ..afgezette" per
ron was zoo groot, dat het soms niet
veel meer dan toeval was als de nien-
scben elkander vonden. Wel waren
de afsluithekken di© bij aankomst
van do Koningin de nieuwsgierigen
op ©en afstand houden geplaatst,
maar alle familieleden en kennissen
werden doorgelaten en het was op
vallend, hoe liet getal broers on zus
ters van de vertrekkenden niet de mi
nuut aangroeide. Het kostte moeite,
im den trein te komen.
Weinig had het gescheeld of er zou
slaapgelegenheid te weinig geweest
zijn. Aan d© Slaapwagen-maatschap
pij was een wagen voor 21 personen
besteld, maar door een vergissing
werd die naar Amsterdam gezonden,
terwijl een wagen met 18 plaatsen
naar Den Haag kwam. Eerst Maan
dag om 12 uur, toen de heer Lehman
den wagen ©ven wilde inspectoeren,
werd de vergissing ontdekt. De in
specteur van de maatschappij kreeg
Weinig vriendelijks te hooren, maar
zag geen kans, de wagens om te wis
selen. Eerst met den trein, die na 5
uur in Den Ilaag komt, had d© wagen
•hier kunnen zijn en de ambulance
zou om kwart voor 4 vertrekken.
Toen werd liet denkbeeld geopperd,
den slaapwagon naar Utrecht te
brengen, waar hij tijdig zijn kon en
de reizigers in Den Haag in een ge
wonen wagen te doen plaats nemen.
Ook dat bracht moeilijkheden mee.
Het te Utrecht uit- en in den trein
rangeeren van een wag©n zou zooveel
tijd in beslag nemen, dat de extra-
trein achter den express zou komen,
di© een kwartier later uit Den Haag
naar Basel vertroker was olies aan
gelegen, dien trein juist vóór t© blij
ven. Ten slotte werd met den wagen
van 18 plaatsen genoegen genomen,
wat tot gevolg had, dat drie leden
in den bagagewagen bij d© conduc
teurs moesten plaatsnemen.
Het eigenaardige hierbij is, dat de
Staatsspoor, die alles gratis ter be
schikking stelde de trein loopt door
tot Brïndisi uitnemend vo;>r den
dienst zorgde, terwijl de Slaapwagen
maatschappij, die wel betaald werd
2aken zijn zaken er oorzaak van
was. dat eenige leden minder goed
nachtrust konden genieten.
I-Iet inladen van alle bagage heeft een
gcheelen morgen geduurd.
De 450 colli zijn ten slotte in 4 v
gons ondergebracht, maar dit ging
zoo krap aan, dat de laatste kist geen
centimeter gioote' Jiad moeten zijn.
Voldoend© voor langen duur zijn alle
voorraden echter niet en waarschijn
lijk zal een nazending van verhand-
middelen vrij spoedig moeten volgen.
Van verschillende zijden zijn oj/iiicr-
kingen vernomen, dat de ambulance
juist naar Griekenland gaat. Maar dat
kan niet anders. De 4tl,(jö0 werden ge
geven onder voorwaarde, dat de Grie
ken, die hulp deelachtig zouden wor
den. De gever *het is niet de heer
Lehman}, een bekend Hagenaar, heeft
zich tot dusver met officieel bekend
gemaakt, maar het is hem toch ook
niet gelukt zich zoo verborgen te hou
den, dat zijn naam niet tol de buiten
wereld doordrong.
Het geld voor de andere ambulances
schijnt niet heel vlot binnen te komen.
Er zijn ten minste al een liefdadig
heidsvoorstelling en een collecte aan
gekondigd.
Wat in geen jaren gebeurd was, ia
thans voorgevallen: de geniecutebe-
grooting kon niet vóór 1 November
aan Gedeputeerden aangeboden wor
den. Scnuid hieraan zijn een h'aif do
zijn raadsleden, die hei aan hun roe
ping verplicht meenden te zijn, bij na
genoeg elk artikel van hun begin&el-
vastneid te getuigen. De debattcu heb
ben 7 dagen geduurd gelukkig Rot
terdam, dat er in 3 maal 24 uur door
was en brachten als resultaat, dat
alle posten werden vastgesteld zooals
B. en W. liet wilden, op één na. En
die eene, die een verhooging zal on
dergaan ten gevolge van eeu stemming
uit den raad is de postpresentie-gel-
den voor lede" van den raad.
De vroede vaderen- willen 1 5 heb
ben in plaats van de f 3, die ze thans
ontvangen. De renen dat er zooveel
leden voor stemden moet gezocht
worden in d© omstandig: eid, nat een
der raadsleden., die een plaatsvervan
ger moest stellen als er vergadering
is, op het lidmaatschap ioeiegl. En
dar 'kan de bedoeling van den wetge
ver ook niet zijn.
Op 't onverwachtst is in den raad
©en vacature ontstaan door het be
danken van den heer Maokay, het ex-
.ïaimeiiid voor Ommen. De heer
Mackay zat voor district II en moest
in 1915 aftreden. Nu is II een dis
trict, waar links en rechts om beur
ten overwinnen; dat hangt van de
■geschiktheid van de candidaten af.
Door dit bedanken wordt dus mo
gelijk het toch al niet te sterke recht-
sche element in den Raad met een
zetel verminderd, want de jongste ver
kiezingen hebben bewezen dat popu
laire candidaten aan de rechtcrz'jde
nier gevonden werden of zich niet
beschikbaar wild© stellen.
Ook in de Pro\inciale Staten zal
rechts misschien een verlies onder
gaan.
Baron Mackay was 'het eenige
rechtsche Statenlid voor den Haag;
d© andere 9 zetels werden door vrij
zinnigen bezet en het was alleen ge
lukt hem er te brengen door ziju
groot© populariteit. Dat zijn opvolger
ook een man van de coalitie zal zijn,
is lastig aan te nemen, gezien de uit
slagen van de jongste tusechentijd-
sehe verkiezingen.
SINTRAM.
BEÜR8-QYERZIGHT
van de Firma E. SASSEN en Co.,
Parklaan 14 B, Telefno. 2061.
2—8 November 1512.
Aauvankolijk namen in de afgeloo-
l>en week de groote international©
beurzen, na het herstel dat te voren
reeds op de groote daling bij het be
gin der moe lijkhedea in den Balkan
was ingetreden, een meer afwachten*
de houding aan. Men geeft er blijk
baar de voorkeur aan, nu de verbon
den Balkansluten met eteeds stijgend
succes tegen de Turken optreden en
zoodoende met goeden grond veel
meer kunnen eischen dan aanvanke
lijk in de bedoeling heeft gelegen, bij
do verandeide situatie tegenover' de
groot© mogendheden, de ontwikkeling
der gebeurtenissen eens aan ie zien.
Wel is waar is men over den goeden
afloop niet ongerust doch men houdt
toch nog rekening met de mogelijk
heid, dat, wanneer over den vrede,
hetzij met of zonder tusschen komst
der groote mogendheden, moet onder
handeld worden, nog menig hard
woord kan vallen, terwijl vooral de
vraag of Servié al dan niet haar ge
bied lot d© Adriatische Ze© za! mo
gen uitstrekken een punt van ernstig
dispuut zal kunnen uitmaken. 0"k
liet vooruitzicht dat op 5 Nov. in
Amerika de presidentsverkiezing;
moest plaats 'hebben, werkte ©r toe
mede den handel, vooral in Ameri-
kaansche fondsen, tot een minimum
te beperken. De uitslag der verkie
zing was zooals algemeen verwacht
werd, in het voordeel van Wilson. Dit
feit gaf op den dag na de verkiezin
gen aanleding tot een wilde hausse,
waarbij koersverschillen van twee bit
vier procent voorkwamen. Doch nu
de eerste opwinding voorbij is, vraagl
men zich af van welken invloed de
verkiezing van een democratisch can-
didaai op het economisch leven zijn
zal. Dr. Wilson wordt ons voorgesteld
als een zeer bekwaam man, die niet
ter wille van zijn democratische be
ginselen en ter bereiking van zijn
voorgesteld doel tot verlaging van
den levensstandaard door middel van
tariefherziening, zeer radicale maat
regelen zal willen nemen om daar
door het land aan een nieuwe perio
de van onrust te will©n blootstellen.
Verschillende kopstukken op finan-
o eel en handelsgebied, waaronder
zelfs de president der Steel-trusi ver
klaarden dat de verkiezing van Wil
son van geen nadeeligen in viced op
het verdere verloop van handel eo
industrie zijn zal.
Hoewel niet is aan te nemen, dal
de nieuwe regeering, werd zij na lan
gen tijd weder aan het bewind komt,
door ondoordachte maatregelen de
zaken zal ontredderen, doch integen
deel zeer voorzichtig zal willen rege©-
ren, ten einde als jonge, in 't regeeren
nog onervaren partij, heit verwijt van
onbekwaamheid te ontgaan, veft aan
den anderen kant toch niet te ont
kennen, dat om tot een verlaging van
der. prijs der verbruiksartikelen te
kooien, wit die van ©enig belang zijn,
de verlaging der invoerrechten van
dien aard zal moeten ziju, dat de
winst-marge voor de trusts kleiner
wordt. Dat hel werkelijk tot een ta
rief-verlaging zal komen, daaraan
valt, bij hetgeen omtrent het karakter
van den nieuwen president bekend is.
niet te twijfelen, terwijl, nu ook de
Senaat een democratische meerder
heid heeft, een eventueel door liet
congres aangenomen wet op dil
lichaam niet meer zal kunnen stran
den. Hieraan is het dan ook hoogst
waarschijnlijk te wijten, dat de aan
deden der Steol-trust in den laatsten
tijd, ondanks de aanhoudende prijs
ver hoo gingen en de steeds toenemen
de bestellingen slechts in geringe ma
te in een stijging van den koers hier
van het bewijs gaven. Men schijnt
hiermede van lieverlede ernstig reke
ning te gaanhouden en het zou dan
ook geen verwondering behoeven te
baren, wanneer de aandeelen der in-
dustrieele ondernemingen, welk© on-
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
„Eigenlijk gezeid", verklaarde eer
gisteren mijn vriend Hopma tot mijn
vriend Hupstra", „•verdienen die Tur
ken nu eindelijk eens een flink pak
daag".
„Eigenlijk gezeid?" herhaalde Ilup-
fitra. „En oneigenlijk gezeid?"
Hopma keek liem aan, of hij het te
Keulen hoordi donderen. „Eigenlijk
gezeid en oneigenlijk gezeid? Wat be
doel je, Hupstra? Ik begrijp ©r heusch
geen woord van".
„Wel. je zei: eigenlijk gezeid, moe
ten de Turken een pak slaag hebben
en daarom vroeg ik, uit de grap, wat
ze oneigenlijk gezeid dan moeten krij
gen".
„Gra.pl Noem je dat een grap? Ik
teg dan, dut het een flauwigheid is,
iemand woorden in zijn moiud te leg
gen, di© liiï niet gesproken heeft. Ik
gebruik nooit van die leelij.ke stop
woorden."
En Hopma keek mij aan, of hij hulp
zocht.
„Geen stopwoorden", zei Hupstra,
„nu nog mooier. Fidelio, je hebt het
gehoord. Heeft hij eigenlijk ge
leid gezeid of heeft hij het niet ge
leid."
„Ja Hopma, j© hebt het gezeid",
moest ik wel zeggen, daarrne© de lee-
flijke reeks van gezeid nog verlen
gende.
Maar llij wou er niet aan. „He druk
me altijd heel goed en duidelijk uit,
daar stel ik een eer in'. Als jolui
flauw© grappe uithalen wilt, ga je
gang, maar dan sa ik i© groeten". En
■daarmee nam Hopma ©enigszins plot
seling afscheid.
„Och", zei ik, toen hij uit het ge
hoor was, „waarom zeg je zulke din
gen dan ook? De menschen kunnen
nu eenmaal niet verdragen, dat hun
manier van spreken niet bescliaafd
zou wezen. Jij zelf, waarde vriend,
maakt wel van stopwoorden gebruik:
waarom dan vriend Hopma een ver
wijt gemaakt over aijn eigenlijk ge
zegd?"
„Ik? stopwoorden? Daar is natuur
lijk niets van aan!"
„Zeker, jij! Er is bijna geen zin, of
je zegt er n a t u u r 1 ij k in. Nu pas
nog weer!"
Maar Hupstra was niet voor rede
vatbaar. Ilij werd nog boozer dan
Hopma en zei: „als j© vitten wilt,
moet je iemand zoeken, die daar aan
leiding toe geeft. Ik ben niet bang
voioj.' critiek, imaar ze moet billijk we
zen. Stopwoorden gebruik ik natuur
lijk nooit..."
„Tusschen twee haakjes", viel ik
hem in de rede, „nu zeg je het weer".
„Omdat het zoo te pas komt, maar
niet als stopwoord. En al was li©t
zoo, wat ik niet toegeef, dan hen jij
nog niet de man om er aanmerking
op te maken".
„Zon, en waarom niet?"
„Je gebruikt eelf stopwoorden. Te
pas en te onpas zeg je: „tusschen
twee haakjes" wat moeten wij met
al die .haakjes? op den laatsten krans-
avond heb je het twintig keer gezegd.
Mijn vrouw en ik hebben het geteJd".
Dat is aardig, moet ik zeggen. Je
denkt, dat je gozoUig samen zit te
praten ©n je vrienden zitten je woor
den te beloeren. Tusschen twee haak
jes is een heel goeie uitdrukking en
ï|k weet zoke-r, dat ik dóe heel zelden
gebruik. Gegroet".
Ik wandelde weg en zoo was door
di© miserabele stopwoorden ons ge
sprek in een paar minuten gestopt en
allidht voor een dag of wat ook de
vriendschappelijke verhouding stop
gezet.
Maar, zooals een mensch eon hee-
len dag rondloopen kan met een en
denzei kien deun in zijn hoofd, zoo
liet nu ook de quaestie van di© stop
woorden me niet mot rust. Ik begon
nauwkeurig (e letten op wat de men
schen zeiden.
„1 Is heusch mooi weer van
daag", merkte iemand op de tram tot
zijn buurman op.
„Ja", antwoordde de ander feite
lijk in doze heele week de eerst©
mooie dag".
„Tusschen twee haakjes...." begon
ik, van .plan aan 'bet .praatje deel te
nomen, maar zweeg opeens stal. Had
Hupstra niet gezegd, dat mijn stop
woord „tusschen twee haakjes" was
en had ik dat niet ontkend? En toch
■zei ik het nu weer....
Mijn twee medereizigers keken mij
aan, of ze dachten dat ik me in mijn
woorden verslikte, maar ik liet stil
houden en stapte af. De conducteur
trok aan de bel: dat was z ij n stop
woord. En ik liet d© heeren met hun
stopwoorden „heusch" en „feitelijk"
achter.
„Zeg, Fidelio, nu ik je toch zie,
wanneor hebben we woer eens ver
gadering?" schoot me eon kennis aan.
„Komt het gaiuw, izeg? want ik heb
het in dezen lijd heel drukl"
I'k antwoordde on we hielden een
gesprek, dut hij doorspekte met z e g
©n z e g ©n rogeens zeg, juist op do
oogenbiikken, dat hij niets van mij
verwachtte, maar zelf wat te zeggen
had.
„Verbeeild je", <z©i ik, „cxm hem op
de proef te stellen, „ik ben er op uit
om te letten op de stopwoorden, die
de menschen gebruiken".
„Slecht© gewoonte zeg, die stop
woorden", verklaarde hij in de groot
ste gemoedsrust, „ik gebruik ze nooit.
Daar heb je Jansen, die altijd zegt:
„is 't niet waar?" Wat mallig
heid, zeg. om altijd te vragen of iets
niet waar is?"
En hij lacht© dat hij schudde. Ik
dacht aan oen van mijn kennissen die
hij alles wat hij verleide placht te
zeggen: „b e g r ij p je n i e t?" Net
zoolang totdat ik kriebelig geworden
over die herhaalde veronderstellingen
dat ik het wel niet begrijpen zou, ten
antwoord gaf: „ik begrijp het heel
goed", waarop hij me verbaasd aan
keek, omdat hij blijkbaar zelf zijn
stopwoorden niet meer hoort.
Maar mijn vriend, die haast had,
nam afscheid met een: „<nu zeg, ik
hoor het dan nog wel."
Ik slenterde, daar ik geen haast
had. verder en dacht aan een sedert
overleden Raadslid, di© altijd plaoht
t© zeggen: „Mijnheer de voorzitter,
de vorm waarin deze zaak
ich uitspreekt.... alsof deze
zaak een pudding was. Soms wisselde
hij dat af met de zinswending.... „d e
lijn waarin deze zaak naar
voren kom f', alsof de zaak e©n
trekschuit was.
Den heelen dag duurde mijn gezoek
naar stopwoorden voort. En ik kreeg
er, meer dan ik noodig had. „Gos-
siem ij ne", zei een van mijn kon
nissen met een bijzonder leelijk stop
woord, omdat het aan een verzachten
vloek doet denken, „hoe kunnen de
menschen toch zooveel stopwoórden
gebruiken? Daar is gossiemïjne hier
in den omtrek een burgemeester, die
laan 't eind van zijn woorden achter
elkaar zogt: „Niewaar? zeg, zoJ ik
maar 's zoggen?" Soms maakt hij het
nog mooier dan zegt hij: „ik wil
eventueel natuurlijk namens
B. en W. voorstellen"... alsof niet
iedereen weet, dat eventueel en na
tuurlijk een precies tegenovergestelde
beteekenis hebben: het een© is voor
waardelijk en het andere van zelf
sprekend. Gossiemïjne, wat eeu rare
stopwoorden hebben de menschen
toch!"
En zoo heb ik tot e avonds toe met
stopwoorden gesold, totdat ik haast
geen volzin meer vormen kon zonder:
„zie je, zal ik maar zeggen, snap je,
om zoo te zeggen, ja ja, zoo zoo, weet
ik het", en driehonderd zeven en zes
tig andere slop woord en meer, die ik
ook eens afdrukken zal, zoodra Haar
lem's Dagblad eens overmaat van
ruimte heeft, hetgeen nog wel een
•poosje zal duren.
's Avonds, op het punt van naar
huis te gaan, werd mij om vuur ge
vraagd door ©en heer, die er bijzon
der intelligent uitzag. Hoewel hij,
niets zei en alleen maar zijn hoed af
nam en op mijn sigaar w©es. trok zijn
persoonlijkheid mij toch aan.
„Mijnheer," zei ik, „neem mij niet
kwalijk, maar ik zoek iemand, die
nooit een stopwoord gebruikt. U heeft
©eu verstandig voorkomen. Gebruikt
u wel eens stopwoorden?"
Hij schudde zwijgend ma.ar ener-
gltek zijn hoofd.
„Wat", ?©i ik. verheugd", „zou u <1©
man wezen, die nooit, maar ook nooit
een stopwoord gebruikt?"
Hij knikte, zwijgend maai- beslist.
Ik verklaarde, dat ik nu al den
heelen dag gezocht had en nog nie
mand gevonden, dio ze niet in zijn
woorden invlocht, ik verzekerde hem,
dat ik zoo blij was, hem ontmoet to
hebben, toen hij met een veelbetee-
kenend gebaar op zijn mond wees,
zwijgend den hoed afnam en heen
ging, mij beteuterd achterlatende.
Want ik liad begrepen: hij was
stom.
En dat is dan de moraal van dit
heele verhaal, dat alleen de stommen
geen stopwoorden gebruiken, een
slotsom, die de scherpzinnig© lezer
het zij tusschen twee haakjes gezeid,
al wel heeft zien aankomen.
Want de stopwoorden zijn oud als
de wereld. Meldt de overlevering niet,
dat Cato, d- serator, zijn redevoerin
gen altijd eindigde met do woorden:
„En Carthago moet ver
woest w o r d en?"
Dat is sinds dien tijd ook gebeurd.
Van Carthago zijn de puinhoopen al
lang niet meer te vinden en Cato's ge
beente is tot stof vergaan, maar als
eeu andere Cato, Mr. Thïel, rijst in
onzen gemeenteraad op, om te bo-
toogen: En het Brongebouw
moet van de concessie af
stand doen!
Zie daar dan het nieuwste stop
woord: zal daarmee op den duur de
rampzalig© levensloop van de Maats,
tot exploitatie van staalwaterbron-
nen gestopt worden?
FIDELIO,