BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ADKuran^ro GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERU ZU1DER BUTTENSPAARNE 6.
DE WEERSPANNIGE
sue Jatagaage
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEMS BAOLAD KOST
f 1.20 PEB 8 ÜAANDEN
10 CEflT PIJS WIER.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUtë
AOVERTENTlEN DOELTREFFEND.
ONZE ANNQNOES
WORDEN OPGEMERKT
Kei Rijke Natuurleven
IN HET DONKERE WOUD.
Wat wondt men wanhopig, als men
de met inspanning verkregen kennis
■van planten en dieren plotseling als
nulieioos over boord moet gooien.
„Straks komt een wijzer-enz." geldt
vooral ook voor de beoefenaars der
natuurlijke historie. Een bijna aan
doenlijk verhaal wisten we tot nu toe
He doen over do bestuiving der paar-
denbloemen.
Wondermooi, dat ruslig rijzen der
dichtgeslagen stempels, merkwaar
dig doc-lmatig, die inooie omkrulling,
en roerend de finale, als de vergeten
stempels zich dan maar zelf gingen
Hielpen en het stuifmeel der eigen
meeldraden opzamelden. Uit is het
met die gloriebi-ologie, tenminste bij
de paardenbh.emén en heel wat leer
boeken kunnen het mooie sprookje
schrappen.
Bij gelegenheid kom ik in een arti
keltje nog eens terug op dergelijke
omvergeworpen theorieën. Symbiose
van mieren en planten, een onder
werp, waarover boekdoelen werden
gevuld, heeft tegenwoordig meer be
strijders dan aanhangers en behoort
dus ook al onder bovenstaande ru
briek thuis, maar de symbiose-theorie
van plantenwortels en zwamdraden
gaat nog steeds op hechter grondsla
gen berusten of 1 e-er, ze wordt steeds
nog met meer bewijzen gestaafd. Stel
u even een uiterst fijn haarworteltje
voor van een eik, of om oolc het kleine
niet te vergeten, van een heistruik
of een veenorchis. Dot is dan de eene
compagnon dien ik bedoel, de andere
is een ragfijn bruinzwart draadje,
een stukje mycelium, een zwam, die
zich 'heel broederlijk verbindt met het
worteltje.
Die twee nu hebben een bondge
nootschapgesloten. Zij zijn vereenigd
voor het leven, ook al duurt dit meer
dan een paar eeuwen. Bijna overal
zijn die geheimzinnige zwamdraden
aanwezig, in den tuingrond waarin
■uw kamerplanten tieren, kunnen, en
moeten zo soms, e.engced aanwezig
zijn, als in het donkere, vocht.go
woud, waar het wonderlijke zwam-
roenleger als iels ononibeci lij -s wordt
beschouwd.
Heel wat onzer hoornen en planten
kunnen, niet meer leven zonder den
kleinen bondgenoot. Eiken en beu
ken, sparren en heiplanten, ze heb
ben ze evenzeer noodig, als boschbes
sen en bremstruiken, zo zijn voor
ben even noodzakelijk ais voor heel
wat zachtkleurige orchideeën in on
ze kassen.
Bekijkt men een worteleinde, dat,
de ontmoetingsplaats der bondgenoo-
te.n is, onder het microscoop, dan
zijn de myc-eLumdraden als kleine
koordén er om heen gevlochten. Ze
strengelen zich over én om clkaar
been en bedekken zoo bét... worteltje
met een dicht net van .fijne maaen.
A s de eikel of een andere vrucht
zijn' eerste wortelpunt ïn;,de: aarde
boort, is deze nog vrij eri"zelfstandig.
Nauwelijks echter zijn er wat zijwor
tels ontstaan, of de kleine zwam-
draad komt zijn diensten ongevraagd
aanbieden. Ze verlaat daarna de
plant nooit meer.
Wel sterft ze gedeeltelijk af, maa.r
een ander deel groeit weer aan en
slechts te hooge temperatuur of te
groote droogte maakt een einde aan
de samenleving.
Waartoe nu die eigenaard'ge aan
eensluiting? Men heeft er de volgen
de verklaring voor gevonden. De bij-
worleltjos van de zooveelste orde zijn
er op ingericht, in normale omstan
digheden ten minste, om water en
voedingszouten uit den bodem op te
zuigen en deze te voeren naar sten
gel en bladeren. Zoo lijkt het dus, of
de planten voor dit werk geen hulp
noodig heblven, zoolang er nog haar-
wojteltjes aanwezig zijn.
Toch is door onderzoekingen ge
bleken, dal vooral van de bovenge
noemde planten, de wortels dit ver
mogen missen en dus op andere ma
nieren aan de noodige boeveelheid
vocht en zouten moeten komen. Hier
voor nu dient do kleine'compagnon.
Hij spreidt zijn draden uit, zuigt
de benoodigde stoffen uit den grond,
en staat ze weer af aan de planten
wortels.
Deze zijn dus al met het bondgenoot
schap gebaat en, waar zij het opslor
pend vermogen zelf missen, zijn zo
zelfs op de hulp aangewezen. Maar
welk nut heeft nu de zwam van zijn
ongevraagde toewijding?
Alleen die stoffen, welke de bodem
bevat, kan deze plant bemachtigen.
De mees'e zwammen leven daarom
op rottende stoffen. Hier. bij de le
vende plant kri'gen ze nu de benoo
digde hoeveelheden nieuwe organi
sche grondstoffen rechtstreeks uit de
fabriek. Van hoven af. worden deze
omlaag gevoerd en met de wortels
kunnen ook de zwamdraden er van
genieten.
Praciisch nut heeft de wetenschap
dezer symbiose in hooge mate. Heel
wat kweek proeven mislukten, als men
cle'planten in een grondsoort wilde
kweeken, waarin de draadvormige
weldoeners niet voorkwamen.
We zouden vrij wat minder mooie
orchideeën hebben, als we 'met de
knollen en wortelstokken niet wat
draden weefsel in den voedingsbodem
hadden 'gébracht, als we niet hadden
gezorgd, nat de zwam de kweekplaat
en deze omgekeerd de zwam s'.eunen
in den strijd om het bestaan.
Merkwaardig zijn ue proeven, die
men heeft genomen om de gewenscht-
heid of het noodzakelijke der boven
beschreven samenwerk.ng aan te too-
Van verschillende planten, waarvan
men de symb o?e had geconstateerd,
werden stekjes genomen. Deze vorm
den in veel. gevallen wel worteltjes,
maar als ze daarna in een voedings
bodem werdeu gezet, die naar alle
waarschijnlijkheid geen mycelium-
draden bevatte, gingen ze kwijnen en
vormden ze geen nieuwe wortels of
stengels-tukken meer.
In zuiveren boschgrond gelukten
niet alle proeven, maar toch was een
betere groei merkbaar.
Andere planten, waarbij de zwam
draden niet weiden gevonden, toon
den, zich volmaakt onverschillig. Ze
vormden nieuwe wortels, deze sloe
gen gauw aan, en in weinig, tijd was
het stekje een zelfstandige plant ge
worden.
Juist om do groote noodzakelijk
heid dezer symbiose voor sommige
planten, is het gelukkig, dat er geen
bijzondere voorliefde van een myce
lium voor een bepaalde plant bestaat,
of omgekeerd.
In het dichte woud, waar duizen
den. wortels van verschillende plan
ten zich do o reen st re n gel en en waar
dit voorbeeld door heel wat mycelium
draden wordt nagevolgd, zou het bij
na een wonder zijn, als de bepaald op
elkaar aangewezen planten juist bij
elkaar kwamen.
Onderzoekingen, hebben bewezen-,
dat deze voorliefde niet toestaat en
dat we dus niet bang beboeren te
zijn, dat sommige planten, uit gebrek
aan een bepaald mycelium te gron
de zullen gaan.
II. PEUSENS.
Rubriek voor Vrouwen
Kleine handwerken voor St.
N'icolaasrCadeaux.
Wederom nadert de tijd van- St,
Nicolaas en Kerstmis; feesten die in
den fam-irekring gevierd wor
den en waarbij men elkander
gaarne eene attentie bewijst door 't
geven van kleine cadeaux die gewoon
lijk bestaan uit voorwerpen van nut
en smaak.
Langzamerhand maakt men zich
dan ook op om een wandeling Ie ma
ken door een der hoofdstraten van
een groote stad. waar de verschillen
de magazijnen in hun praohUétalagès
tal van voorwerpen ten loon stellen,
die speciaal met het oog op cadeaux
geven werden ingekocht. Men ziet
dan ook allerlei fraa's en nuttigs in
verschillende prijzen, want met alle
beurzen werd rekening gehouden. En
zoowel zij, die eenige dubbeltjes kun
nen besteden, als die over groote
soinmen gelds beschikt, zullen iets
van hun gading vinden.
Veel aardiger lijkt mij evenwel 'het
geven en ontvangen van geschenken,
Waarbij de geefster zich eenige per
soonlijke moeite getroostte! Me dunkt,
dat zulke geschenken t-ncih veel meer
waarde hebben, dan iets dat-kant en
klaar in den winkel gekocht werd;
want zij die bet \er\ aardigde, deed
dat niet alleen mei opoffering - van
eenig geld, maar tevens met opoffe
ring van eigen gemak of genot. Men
bleef er s avonds een uurtje langer
voor op, of bleef er een miudag of
avond voor thuis, enz. enz.
Nu zal behoudens en.-:ele uitzon
deringen de vrouw wel het meest
in staat zijn zelf iets :e vervaardigen;
en daarom heb ik gemeend, in mijn
causerie van heden die eigenlijk
aan de mode gewijd moest zijn
eens eenige artikelen te bespreken,
die we allen wel kunnen vervaardi
gen; en waaronder zoowel luxe-voor
werpen zijn als kleine artikelen die
voor weldadige doeleinden kunnen
dienen. Laat ons beginnen met de
lanlsten, d e het meeste voldoening
schenken en in eenige uurtjes ver
vaardigd kunnen worden.
Wie onzer is niet in staat om van
een kluwen dikke wol en een. grove
haakpen die practische wollen muts
jes te haken die zoowel door kinderen
als volwassenen - gaarne gedragen
worden? Op dezelfde wijze kan men
dassen en frontjes 'baken; of kinder
jurkjes en manteltjes breien.
Voor oude lieden en kinderen kan
men van die lekker wanne nacht-
sokken breien, die o zoo vlug ge
maakt zijn en dankbaar aanvaard
worden
En wat nu voorwerpen van smaak
aangaat, wil ik mij niet eens beze
ren op het geb'ed van kleedjes en
kussens, die in alle and werkwinkels
te kust en te keur te verkrijgen zijn.
want die kosten betrekkelijk veel
geld; maar ik wil mijne dames-leze
ressen attent maken op hetgeen ze
maken kunnen van restanten wol,
zijde, tule of kant, d e iedereen nog
wel in kast of lade heeft; of die men
als coupons zeer billijk kan koopen.
Een tea-cosy, is bijvoorbeeld een
practisch cadeau en heel eenvoudig
te maken van een lap lichtkleurig la
ken, waarop rnen eenige bloemen
schildert of borduurt. De voering kan
naar verkiezing van satijn of satinet
zijn en watteering van een ouden
mantel'levert een warme vulling. Bij
gebrek aan waUeering koopt men ee
nige vellen geplakte watten in den
rnanu Factuur-winkel
Heeft men lichtkleurige zijde of sa
tijn, dan maakt men de cosy daarvan
en overtrekt die met tule of kantslof.
Veel mooier overtrokken zijn die,
welke men zelf vei vaardigt van
point-lacé of maeramé.
Op dezelfde wijze maakt men dun
ne. kleedjes om over het theeservies
te leggen, of canapé-kussens en bi-
noele-taschjes voor jonge dames.
Een zeer mooie binocle- of theater-
tasch maakt men op de volgende wijze
Men koopt een lap gebrocheerd sa
tijn, fluweel of goudbrocaat van 10
c.M. lengte en een even groote lap
wil satijn voor de voering. Men naait
nu de zelfkanten van beide stukken
zijde dicht, in het midden een split
latende die groot genoeg is om er ge
makkelijk met de hand in en uit te
kunnen. De vier uiteinden worden in
een half rond bijgesneden en die van
de voersatijn vervolgens, dicht ge
stikt; doch. vóór dat men aan het rond
knippen gaat, lette men er op, dat de
dichtgenaaide zelfkanten niet op zij
vallen, maar in liet midden bovenop,
zooclat men het model krijgt van een
ouderwetsche geldbeurs.
Nn worden de uiteinden van de bo-
venstof met een kralen of zijden
iranje versierd en eveneens dicht ge
naaid; de franje moet natuurlijk tus
schen de zijden stof genaaid worden.
Vervolgens schuift men de witte voe
ring-zak in de gekleurde, en zoomt met
een fijne steek de splitten tegen el
kander.
Nu ontbreekt ons nog een ri
waardoor de tasch geschoven wordt
en die tevens d.ent om hel voorwerp
gemakkelijk aan den arm te kunnen
dragen. Hiervoor neemt men een be
kende taille-balein; waarin men on
der en boven een gaatje boort. De
balein naait men dicht en overtrekt
die netjes met een stukje van de ge
kleurde zijden stof. Als de tasch door
de ring is slaat men die zóó dicht,
dat de splitten naar binnen vallen
en men heeft een sierlijk voorwerp
zelf gemaakt!
MARIE VAN AM-STEL.
Parijsche Brieven
CCCLIV.
In een mijner vorige brieven schreef
ik, dat ik de bekende Juliette Adam
eens spreken zou over het feit, dat
zij, met den markies de Voguë en
andere notabele personen een „Que-
vre de secours fransais aux viclimes
cbrétiennes dOrient" heeft gesticht,
wélke hooge stichting zich tot taak
zou stellen, den Bulgaarsclien, Scrvi-
schen, Griekschen en 2»lonleiiegriju-
schcn gewonden hulp Ie verleenen,
met uitsluiting der Turksche lijders.
De Muzelmannen zouden dus aan
hun rampzalig lot worden overgela
ten.
De oude polilicienne een unicum
in dezen tijd ten deze van verschil
lende zijden aangevallen, voelde zich
geroepen, zich als volgt in een open
brief te verdedigen:
„In mijn grooten rouw zou ik mij
zelfs tegen vuige lastertaal verdedi
gen: doch mijn comité is samenge
steld uit edele vrouwenharten, en het
is mijn plicht u te zeggen, dat zij al
len, evenals ik, leden zijn van het
Roode Kruis, waarvan het beginsel is:
bijstand aan alle gewonden te verlee
nen.
„De titel van onze stichting is: „Bij
stand aan de Christenen van het
Oosten". Dat is ollesl" en wij -zamelen
kleeren, -dekens op.
„Waar vindt men in dat alles de
wreedheid, waarvan men ons be
schuldigt?
„Indien gij loyaal zijt, mijnheer,
zult gii het zeggen."
Goed de Turksche gewonden zul
len dus óók verpleegd worden, zoodat
wij te dien opzichte onze verontschul
digingen aan de strijdvaardige Ju-
u-ue hebben aan te bieden. Maar
hebben de Mohainmedaansche vrou
wen van het Oosten, in deze tragi
sche gebeurtenis van den Balkan
oorlog, wellicht niet óók kleederen en
dekens noodig
Het zou, dunkt mij, billijk zijn, in
dien de Fransche plulanthropen van
beiderlei kunne ten deze de Turksche
hulpbehoevenden niet vergaten.
Want wie was de bankier, die, door
groote leeningc-ii toe te staan, zoo-
tielen van alle kanten op hun gelede»
ren deed regenen. Hoe konden zij een
leger bestrijden, dat onzichtbaar voor
hen was en precies de plaatsen ken
de, waar zij zich bevonden? Deza
zeer eenvoudige wezens konden geen
hoogte krijgen van dergelijke ge
vechten. Zij waren zóó ontsteld van
de Bulgaarsche artillerie, dat zij da
delijk hadden geloofd aan een soort
bovennatuurlijke tusschenkomst. Dies
was hun algemeen oordeel, dat de
strijd onder dergelijke omstandighe
den onmogelijk was."
Arme TurkenEn dan te zeggen,
dal zij in de leer zijn geweest bij een
Germaanschen vechtmajoor en zich
bediend hebben van de tot nog too
hooggeroemde Krupp-kanonnen.
liet behoeft bijkans geen betoog,
dat er Fransche' ultra-patriotten en
nationalisten zijn, die, alle gevoelens
van monschlievendheid ter zijde zet
lende, zich grootelijks verheugen
over dc ontegenzeggelijke zege van de
Fransche op de Duitsche artillerie.
Denkelijk beschouwen eenïgen hun
ner deze glorie als een soort van „re
vanche". de Revanche, die zij on
vermoeibaar doch buiten schot
vervolgen sinds den onvergeteliiken
oorlog van 18701871. Zelfs de be
kende Fransche tacticus, luitenant-
kolonel Rousset. die zich anders om
trent oorlogskwestïes met grooten
tact pleegt te uiten zelfs hij kon
zich ditmaal niet bedwangen. Met een
.clan", dién men uit den stijl proeft,
schroef hij:
„Ik kan niet nalaten te constatee-
ren, dot zij, die den Turken zulke
harde slagen hebben toegebracht, ou
zo leerlingen zijn, en dat zij niets an-
gLUULt. ICCINJJ^UII l'J*. LI- oliulll, LUU- J
wel de Balkan-Stolen als Turkije in f dan —.net een zeldzame
slaat stelde om zich tol den oorlog,U'?? e" ?ei} bijzondere behc.ndig-
dezen bij uitstek noodlottigen krijg,!, °P het slagveld -de lessen in
voor te bereiden? Niemand minder i toepassing brengen, welke wij hun go-
dan Europa, dus hoofdzakelijk hetj ebben.
ontzaglijk rijke Frankrijk. De sta-i ..Bulgaren, Serviers en Grieken zijn
tistieken onthullen ons, dat in de ®"°n ,n ffl" sch9o1 gevormd I-Iet
laatste dertig iuar dc Balkanstaten i JleUccnsche leger is ons werk. Het ar-
voor 3.360 millioen francs leentjebuur j 'lleric-mntemal, dat over dc Krupp-
hebben gespeeld bij Europa, van wel-1 ,,a'10llll.'':iheelt gezegevierd, is
ke som 207 millioen naar eredietin-j ia,?sC'1- jn..Nval vooral van ons is,
stellingen ging, 373 millioen gebruikt ^1'f,di; stell,nS van de hardnekkige
werd voor spoorwegen en andere in- aanvalsw.jzevan de actie-mus-
dustriéele ondernemingen, en het isas', 1111 de concentratie der pogm-
overige, dot is dus 2690 milhoen, ver-j J, u al'es hebben de verbondenen
slonden werd voor oorlogsmateriaal, j i?«Scpa!;1 ,met meesterschap, en z.|
Gedurende hetzelfde tijdvak ging een pebbcn liet gesteld tegenover de iner-
.gezamenlijk bedrag van 2087 millioen i [ie' véispieidmg, de .onsainen-
francs aan leengeld in de richting '.hangende tactiek van hun tegenstan-
van het Oltomaansche R.jk, aldus de 1 der- Kcmodelleerd door andere., duu
Turkfen in staat stellend om zich de'w" ",An L"'
noodige kaïionnen en hét noodige
kruit te verschaffen.
Het is dus Europa, in casu der
halve Frankrijk, dat den strijd tus
schen de beide kampen, die toch reeds
zoo fel op elkander gebeten waren,
mogelijk heeft gemaakt. En met het
oog op die gegeveys doet het al heel
-gek aan, dat thans het zoogenaamd j
ij. Misschien hebben de Tu
t.derrichl niet kunnen begrijpen,
dat hun word gegeven! Misschien doet
slechts de leerling den meesier oneer
aan! Of men al dan niet een narc-de
wenscht te houden over de oorzaken
van het fiasco, dit fiasco is er niet
minder vaststaand om. Laten wij dus
onze memodes behouden, en laten
er trouwen.in stellen. Bij de
•ges aan, aai mans net zoogenaamd: J 1
beschaafde Europa, met, zooals V.c-£rue£ ?p de s9m Zljn ze «gieken de
lor Méric zich schamper uitdrukt, he^ie te zijn, die men kent.
Raymond Poincaré als „eerste te-
de operette der diplomatische
lussclienkomst ten behoeve van den
vrede speelt, Ware het niet diep treu
rig, het zou door en door belachelijk
zijn.
Dat. alles neemt, echter niet weg,
dat de harten van militaristische
Franschén van vreugde overliepen
bij het vernemen van de superiori
teit der Fransche kanonnen, gebe
zigd door de Bulgaren, hoven de Duit
sche, waarvan de Turken zich be
dienden. Paul Erio, een der oorlogs
correspondenten van „Lc Journal'-',
schreef onder meer omtrent de pa
nieken, door de Bulgaarsche strijd
middelen teweeg gebracht onder de
Turksche vechtenden:
„Al dadelijk, van de eerste gevech
ten af, deden zich panieken voor. Wij
zagen in wanorde ontstelde mannen
naar ons terugSLumcn, uie naar ue
achterhoede snelden. Ik vermocht
mij met eenige dier vluchtelingen te
onderhouden. Allen, de oogen nog van
ontzetting opengesperd, antwoord
den, dat, zelfs nog vóórdat zij den
vijand konden zien, deze zijn projec
Jk zou wel willen weten, -
Duitsche muarsoaalk Von der Goltz,
de reorganisatoi- van het Turksche le
ger, daarop ten bescheid zou kunnen
geven. Allicht zal -nij alle schuld van
zich afschuiven en daarmede den rug
eerst van den Turksc-hen opperbevel
hebber en daarna dien van Krupp
bezwaren.
Terwijl do Balkano-Turksolie slag
velden in bloed gedrenkt zijn, tracht-
de, als ik mij nic-i vergis, ruim tach
tigjarige Emiïe Oliiw'er nog steeds do
bloedvlekken uit te w-isschen, die aan
hem kleven sinds 1870.
Van dit reeds bijna geheel vergeten
en verimummied lid van de Académie
Frnncaise is onlangs èet 16de deel
verschenen van zijn wijdloopïg werk
„L'Einp.ie libéral", in welk volumi
neus doel hij onder meer de getuige
nissen van Liebki.echt en Bebel aan
haalt om te belóogen, dat alle verant-
woordeLijkj:«id van den Fransch-Duii-
sc'uen oorlog op wijlen Bismaick rush
Feuilleton
(Naar het Franse h).
15)
Deze verklaringen schenen heel na
tuurlijk maar Victoira voelde in dit
vertoon van kalmte een ingehouden
eü heftige aandoening. De brigadier
hernam
Nu, Marguerite, het is onnoodig,
dat je een onnvec maaktjij gaat na
tuurlijk rechtstreeks naar do Kraan,
en wij van onzen kant gaan natuurlijk
langs den koristen weg naar Fleury...
Ik ben er u zeer dankbaar voor, voeg
de hij er met eenig' ironie aan toe, dat
ge Victoire op deze wandeling verge
zeld hebt. Die ruines zijn mooi, en wij
hadden vroeger m mijn compagnie
een luitenant, die er een of twee da
gen heeft doorgebracht, om ze te
schilderen maar zij schijnen mij een
gemakkelijk toevluchtsoord voor deug
nieten toe, en het is niet voorzichtig
er binnen te gaan, voordat wij. mijn
mannen en ik baar ingewanden goed
onderzocht hebben Dat zal niet lang
meer duren en zoodra morgen....
Als ge hier ooit met mijn dochter
,terugkomt. hernam de brigadier op
denzelfden toon, dau zult ge. hoop ik.
niet worden blootgesteld aan minder
aangename ontmoetingen ik heb zoo
even tusschen liet kreupelhout een in
dividu gezien, dat mij toescheen niet
veel goeds in den zin te hebben. Daar
om ga ik morgenochtend zonder uit
stel daarheen om mij met mijn man
nen te verzekeren van hetgeen daar
achter die muren verborgen zit
Hij groette haat luchtig met de
hand en nam zijn dochter mee, die
hem een arm gegeven had. Margueri
te in d>e war gebracht door de laatste
woorden van den brigadier, bleef op
dezelfde plaats staan en volgde het
tweetal met de oogen, totdat zij ver
dwenen waren. Toen keerde zij zich
om en en ging haastig naar den toren
terug.
l ader en dochter iiepen eerst zwij
gend tusschen do puinhoopen door.
Spoedig bereikten zij een pad, dat
door de hosschen naar Fleury leidde.
Victoire drukte den arm van Marin
tegen haar borst
Vader, ze: ze lot hem, hoe innig
dankbaar ben ik u I... O, u is zoo
goed, ofschoon u tegenover mij wel
veranderd is U is zoo menschlievend
geweest om deze arme vrouw te waar
schuwen
Waarvoor dan viel Marin haar
met schijnbare verwondering in de
redde; waarvoor heb ik Marguerite
Bouvét gewaarschuwd Je praat non
sens. op mijn woord
Vader, ik dacht.... ik hoopte...
Je praat- or.zin, zeg ik je ik heb
Marguerite gewaarschuwd, dat* het
voor vrouwen niet Voorzichtig is, om
zich in zulke verlaten en ter slechter
naam en faam bekend staande plaat
sen te wagen, en dat ik van plan ben
er met. ihijn brigade een nauwkeurig
onderzoek in te stellen wat is er een
voudiger Ik zo-: den-zelfden raad aan
iedere and-ere vrouw, die ik hier 'ont
moet had) g-egever. hebben.
Och, vader, antwoordde het jon
ge meisje, zich tegen zijn arm aan nes
telend en hem met een vriendélijken
glimlach aankijkend, u wil ^slechter
schijnen dan u het inderdaad is
maar ik beoordeel u goed, en ik heb
or dikwijls berouw van gehad als ik
niet. genoeg vertrouwen in u had ge
steld Ook wil ik rooit meer gehei
men voor u hebben ik zai u alies be
kennen, en orn to beginnen, moet u
dan weten, dat ik hier gekomen ben
met het doei.
Ik wil niets weten, viel de briga
dier liaur met een harden trek op het
gelaat in de rede, die geheel in tegen
spraak was met den zachten toon,
dien hij tot op dat oogenblik aange
slagen had ik verlang je vertrouwen
niet. Victoire.... Je bent de ruïnes van
St. Rcvérien gaan bezoeken met een
vrouw, die hier als zeer achtenswaar
dig bekend staat, ofschoon zij een
weerspannige^ zoon heeft... Wat zou
ik vóór behoefte hebben aan andere
verklaringen Ik verlang niet meer te
weten. Ik wil vrij uit mijn plicht doen.
zonder terug te zien, zonder bijge
dachten.... Neen, neen, zeg mij niets...
Ik ben veel te bang-iets te hooren, dal
mij zou dwingen mijn dochter te ha
ten en te verachten
Vader, goede vader, kan u zoo
streng spreken tot mij, uw kleine Vic
toire, uw geliefd kind Kom,
oordeel zelf ovei mijn gedrag, mijn da
den, mijn gedachten; ik zal u alles
zéggen ik ben er van overtuigd, dat
u vol toegevendheid voor mij en voor
een óngelukkigen, jongen man zal
zijn...
Begin je nu weer tot mij te spre
ken over dien booswicht, die mijn-
plicht mij voorschrijft zonder eenig
medelijden te behaudelen zei de gen
darme ongeduldig met zijn voet op
den grond stampend nu nog eens,
houd je vertrouwelijkheden aoor je...
Later, als het bevel tot inhechtenis
neming, waarmee ik belast ben, uitge
voerd is, kan ik met je praten, en re
ken er op, dat ik streng zul zijn, heel
streng. Zwij^ alsjeblieft tot dat oogen
blik gekomen is... Alleen, voegde 1 ij
er op sombere i toon aan toe omdat
ik er niet op gesteld ben, dat je mij en
jezelf compromitteerd door in de bos-
sclieh te gaan wandelen zooals van
morgen, zul je in liet vervolg niet meer
alleen uitgaan. .1: gaat het huis niet
meer uit, dan aan mijn arm ol in ge
zelschap van ierrami, waaraan ik je
volkomen kav toevertrouwen.
- Watvader, antwoordde het jon
ge meisje, wier go\oel van trots in cp-
stamd kwam, is u van plan mij als ge
vangene te ik'haridelen
Gevangene of niet, liet zal gebeu
ren zooals ik heb besloten. Ik heb veel
vertrouwen i 1 je verstandig overleg
gehad en ben bedrogen uitgekomen.
Dat zal mij niét 'meer gebeuren.
Victoire wilde nog protesteeren.
maar haar geweten verweet haar te
veel haar tekortkomingen, en snikken
beletten haar verder te spreken.
Den volgenden dag werd aües in de
ruïnes van Sf. Rëvcrien nagezocht:
maar het leverde geen enkel resultaat
op. De toegang tot den Gespleten To
ren was versperd door stec-nen, die
daar al sinds onheugelijke tijden scke-
neu te ligget. en na een dag van
nauwkeurig onderzoek moest de bri
gade teruggaan, zonder een spoor ge
vonden te hebben van de booswichten,
die zich in de ruïnes verborgen hiel
den.
HOOFDSTUK VI.
De Kraan.
De tijd verstreek en er was geen en
kele verandering gekomen in hét- lot
on de hoofdpersonen van dit ver»
haal. In weerwil van de geheime hooj)
van Victoire Marin, bad Leonard zich
mot overgegeven. Het zij dat bij die
gedachte de vrees, om Victoire te com-
promitu-eren alle andere overwegingen
deed zwijgen, of dat liij aan de her
haalde smeekbeden van zijn moeder
had toegegeven, hij ging voort
om niet ongestrafte vermetelheid
de vertegenwoordigers van de
openbare macht, te trot-seeren. Mon
ontmoette hem dikwijls, en men be
weerde, dat hij zoo brutaal was bijna
alle nachten in dc Kraan door Ie
brengen, ma-ar door een geluk, dat al
leen verklaard kon worden door de
liefde van zijn familie en de sympathie
van zijn dorpsgenooten, ontsnapte bij
altijd aan de ijverige nasporingeu,
waarvan hij het doel was. Listen,
nachtelijke verrassingen, niets hieip.
Marin was woedend. De gevoelens van
toegenegenheid, die hij vroeger tegen
over den jongen man gekoesterd had,
waren totaal uitgewischc door dezen
verhitterende-i strijd. Hij zou zich
met gevaar voor zijn eigen leven
van dezen niet ie. grijpen duivel wil
len meestér maken waardoor de naam
van di> ceheele brigade op het spel
stond. Ilij zocht voortdurend naar de
meest doeltreffende middelen, om Leo
nard gevangen te nemen en als het
hem moe lat gelukken, dan behoefde de
ongelukkige, jenge man van den va-