RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD oplevert, omdat de schijf 24 is ver dwenen en iwart meester is gewor den van dien vleugel. Deze ontleding heeft nog een groot nadeel, en wel het volgendewan neer wij den stand na den slagzet 45 34 beschouwen, dan zien wij, dat de korte vleugel van wit vrijwel krachteloos is gemaakt, terwijl de korte vleugel van zwart zijn volle kracht heeft behouden. Zwart heeft tevens voldoende vrije zetten, en wacht maar af dat wit gedwongen is 3126 op te brengen, waardoor hij de vrijheid verkrijgt om ook met de schijven van den korten vleugel te werken. Men moet er evenwel vooral aan denken, niet met dien vleugel te beginnen, voordat wit 312G heeft ge speeld. Zoodra deze den genoemden zet heeft gedaan, antwoordt zwart onmiddellijk met 11—17 (nimmer 1217), 7—11, enz., en het verkregen voordeel komt weldra voor den dag. In de laatste jaren is in de opening- „Van Enibden" nog een groote wijzi ging en verbetering aangebracht. Men begreep, dat de derde zet, 4439, niet op dit moment mocht gespeeld worden, en wel om het volgende Zwart zou hierna antwoorden met 712 en wit dwingen om met 5044 te vervolgen, wil hij niet nog een slechtere stelling bekomen. Wij hebben trouwens gezien, dat langs dien weg een zwak positiespel wordt verkregen, en behoeven dus niet verder hierop in te gaan, maar zullen ons meer speciaal gaan bezig houden met de opening, welke zich uit de genoemde heeft gevormd. Dit evenwel voor de volgende week. De Ilaarlemsche Damclub houdt haar bijeenkomsten iederen Maandag avond van 8—12 uur in het gebouw ,,Bo Nijverheid", Jansstraat 85, al hier. Liefhebbers van het damspel zijn daar steeds welkom. Voor het lidmaatschap kan men zich bii het bestuur aanmelden. Inlichtingen verstrekt gaarne de Secretaris, de heer J. Meijer, Kruis straat 34. Telephoon 1543. Tijd genoeg. De familie Zwaan, man, vtouw en dochter, was door goede vrienden uitgenoodigd, om een dagje buiten bij hen door te brengen; die vrienden bewoonden een kleine villa, op een half uur van het station Z... gelegen. Zij had een vrij genoeglijken dag buiten doorgebracht, en zat aan 't dessert; maar 1 begon gaandeweg tijd te worden, oan de terugreis te aanvaarden. Want men ging met den laatsten trein en kon niet blijven logeea-en; daarbij was den heer Zwaan alles er aan gelegen., oan den volgenden mor gen bij tijds op zijn kantoor te wezen. Zeg, Lammers, waar zijn de da mes? vroeg hij zijn gastheer, eens klaps verschrikt maar de pendule ziende. Zij plukken een bouquet in den tuin. Cognac of chartreuse? Wat je bi] de hand hebt. 't Is geen van beiden te versmaden (na een glaasje cognac fine champagne gele- ledigd to hebben). Hoor eens, je hebt ons charmant onthaald. Niets te goed voor vrienden, die ons in onze ballingschap eens komen opzoeken. Gij zijt al te goed, mijn waarde en wie anders zeggen mocht, zou t met mij te kwaad krijgen. Maar jvu een zeer noodige vraag: hoe laat heb ben wij het? O, daar behoef je nog niet om te denkenl Zwaan (op zijn horloge ziende). Verduiveld, (hij houdt het tegen 't oor) 't is al kwartier over achten. Nu, je gaat immers met den laatsten trein? Ja, maar 't is al een goed half uur loopen naar 't station. Dat is langs den straatweg; bin nen door is 't veel korter. Is die weg gemakkelijk te vin den? Op mijn verantwoording. Ik zal het je goed uitduiden want je moet het me ten goede houden, dat ik je niet wegbreng. Wij krijgen nog al dikwijls menschen h:er, die altijd ons van harle welkom zijn maar met 't oog daarop hebben we ons nu een maal vast voorgenomen, om nooit mee naarst station te gaan. Want een half uur heen... En een half uur terug, is een uur, dat laat zich hooren. En dan soms wachten aan 't station. Ja, want ik geloof dat de trein nog nooit op zijn tijd gekomen is. Maar dan zon hij 't van avond juist wèl kunnen doen, wamt ik heb altijd nog al déveine; (ongerust, rond ziende). Zou je niet zeggen, dat de lucht Betrekt? Mijn barometer stond den heelen dag op 't prachtigste weer van de we reld. Je zult van avond heerlijken maneschijn hebben. In elk geval zal ik de dames zeggen, dat ze zich klaar maken. Anna, Betsy, kom, 1 wordt hoog tijd! Verwijderde stemmen. Daar ko men we all Ben je nu gerust, meneer Haast- je-wat? Mijn waarde, ik sta liever een vol kwartier te wachten, dan één se conde te laat te komen. Anna! Mevrouw Zwaan, met een reusach tig bouquet uit den tuin komende: Hebben we je tuin genoeg geha vend, lieve Dina? Nooit genoeg, als men van iemand houdt. Beide dames omhelzen elkaar. Zwaan. Maak je nu alsjeblieft gauw klaar, anders missen wij be paald dan trein. Mevrouw Lammers. Maakt je maar niet ongerust; je hebt tijd in overvloed. De dames maken hare preparatie ven om te vertrekken met alle ge- wensohte langzaamheid. Zwaan (ongeduldig). Hoor dat gebabbel nu eens aan! Lammers. Ik zeg je immers, dat je tijd genoeg hebt. Ik weet zeker, dat je nog een heele poos suil moeten wachten. Zwaan. Neem me niet kwalijk, mijn vriend, maar mijn horloge gaat goed. (Roepende) Anna, Anna? Mevrouw Zwaan (gejaagd aanko mende). Lieve man, daar ben ik al! Hé, wat een gejaag! Komt, vooruit nu. (Tot Lammers) Zeg me nu eens hoe ik loopen moei? Lammers. Zoo klaar als de dag beste vriend doodeenvoudig! Als aan 't hek zijn, heb ik 't je in een ommezientje gewezen. De dames omhelzen elkaar nog maals en wisselen de tecderste be woordingen. Zwaan (stampvoetend van onge duld 0 Nu dan zeker links om. Juist. Recht uit maar. Je volgt dien witten muur. Dan zal je een heg aan je rechterhand zien. Zoontje. Luiks papa. Wil je wel eens je mond hou den? Aan je linkerhand, zei ik. Nu ziet u wel! Stilte je breng me in de war. Links volg je den lieg. En dan? Dan sla je rechts om en in de verte zie je een vijver. O, daar Mie de werkmeid laatst in gevallen is? laat zich weer eene kinderstem hooren. Zult ge eindelijk zwijgen, als groote menscheu spreken! Bij den vij ver ga je dwars door het korenveld, dat scheelt minstens 10 minuten; dan kom je aan den straatweg, dien je links laat leggen. Je volgt een smal voetpad dat langs de boerenwoning loopt, die je daar zien zult er Is maar één woning daar. Neen, neen daar staat nog een huisje, een eindje verder op den weg, merkte zijne vrouw aan. Dit is veel verder! Ja, maar 't zou ze toch in de war kunnen brengen. Hoe zal ik dat allemaal onthou den! Onmogelijk om je te vergissen; aJs je dat voetpad maar volgt, zie je gauw aan je rechterhand 't station liggen. Je kunt de lichten al heel in de verte ren. Als ze aan zijn, papa, waagde H oudste zoontje op te roerken, 't geen een nieuwe bestraffing ontlokte. O, papa, 't heeft geweerlicht! liet de dochter verschrikt hooren. Ja, ik was straks al bang voor een pak onweer. Geen quaestie van; mijn barome ter... Nu. nogmaals hartelijk bedankt, amice; wij hebbc-n geen oogenblik meer te verliezen! (Omziende). Zes, Anna, waar blijf je nu? Hier ben ik al. Als dat zoo gauw moet gaan, kan ik 't niet vol houden. Lammers (uit de verte hen naroe pende). Maak maar niet zoo'n dolle haast; tijd in. overvloed! Zoontje (hun een laatste pijl nazen dende). En jullie zult nat als 'n kat wordenl Men verneemt het geluid van een oorveeg, die goed aankomt, en een doordringend gehuil. Zwaan. Die is raak. Nog nooit heb 'k zoo'n onverdragelijken jongen gezien. Ah, dat is de witte muur. Nu de heg. Betsy. Hier, papa! Zwaan. Wat is dat een corvée, om met je moeder vooruit te komen. Hier heen, Anna! Zij gaan hijgend voort Het begint met groote druppels te regenen. Nu, hij is mooi, die binnenweg. 't Wordt meer en meer duister. Een doordringende gil van de moe der. Daar was ik bijna 1 water ïnge- loopan! O, dat is de vijver, lieverd. Een bewijs dat we goed zijn. Een scherpe bliksemstraal schenkt hem de nadere overtuiging daarvan. Mevrouw Zwaan. Ik weet niet meer, waar ik loop. We gaan door dik en dun! Dat noemen ze den naasten weg! Wacht, hier is het buisje? Neen. daar! Hij zei, we moeten dat andere nfet hebben. Een verraderlijke rukwind ue«nt meneer Zwaan's hoed mee. De storm komt met verwoedheid op- zeiten; in een oogenblik zijn ze tot er 't hemd toe nat. Die vervJ... Lammers met zijc naasten weg! Als ze ons niet zoo had den opgehouden, hadden we op ons gemak den grooten weg kunnen vol- fien. Papa o. oa! Wat is er nou weer? Ik heb een schoen verloren; die is in de modder blijven steken. Dat komt van die malie Fransche laarzen niet hooge hakken. Iioo nu? Rechts moet 't station zijn. 'k Zie niets. Mevrouw Zwaan. Ik kan niet verder! Dan moet je hier blijven zitten! Hoe zei die lompe Lammers ook weer? Rechts of links. Links, papa. Dank zij het geheugen van Betsy, ontdekt men eindelijk "t station. De regen valt in s'.roomen neder. Gauw in draf de trein is misschien nog niet weg. God'ank, ik hoor de bel luiden! Kom vrouw! Wanneer je, zooals ik. door de modder baadde... (Aan het loket) Drie 2e Amster dam. De laatste trein is al weg tien minuten geleden. En er wordt Juist gebeld. Dat is voor den trein die den anderen kant opgaat Zwaan (vuurspuwend!. Die lam me kerel met zijn tijd genoeg. Be daard maar. Je hebt allen tijd! Tk houd 't er voor papa... Nou? Dat hij 't expres gedaan heeft Die jongen van 'm deugt ook nietf Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kin deren, die mij vóór Donderdagmorgen goede oplossingen zenden, worden"in het volgend nummer bekend ge maakt). IEDERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OPLOSSERS EEN BOEK IN PRACHTBAND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd In verband met het aantal oplossin gen en op de netheid van het werk. De prijs voor de raadsels in de maand October is bij loting ten deel gevallen aari SOPH1ETJE KAPTEIJN, die haar prijs Woensdagmiddag tus- schen 1 en 2 uur mag komen halen. 1. (Ingezondei. door Cor en Nanne Nauta). Een stad in China ben 'k, Maar neemt men mijn hoofd weg, Dan word ik een jongensnaam. Geloof, wat ik zeg. 2. tlneezonde-- door Willem en Johan na Spoor.) Mijn geheel bestaat uit twee letter grepen. Mijn lsie wordt getrokken of geduwd. Mijn 2do wordt gedragen. :gd. Wat is 3. (Ingezonden door Klaas Blauw). Vervang de puntjes door medeklin kers, zoodat ge een bekend spreek woord krijgt. 4. (Ingezonden door Johan en Johan na Hoogerduijn.) Ik ben een wapen en tevens een Spaansche munt. 5. (Ingezonden door Jo en Jan Verton.) Ik ben een spreuk van 16 letters. 11 5 13 gebruikt men bij het eten. 1 12 4 10 hoort in 't brood. 10 9 15 6 is een lichaamsdeel, 3 8 11 kan moeilijk zijn. 2 16 7 12 5 is een ver land.: 16 2 14 vindt men iii oude gebou wen. 6. (Ingezonden door Jan van Ilemert.) Zet onder elkaar Een jongensnaam. Een tijddeel. Een groote stad in Nederland.: Een deel van een paard. Een getal. Niet vierkant. Een zwemvogel. Een inwendig deel van mensch of dier. Iets, waar we 's nachts niet buiten kunnen. De beginletters vormen den naam van een plaats in Noord-Holland. 7. (Ingezonden dooi Truus van Bilder- beek.) Het geheel is een spreekwoord van 27 letters of 8 woorden. 9 4 5 17 10 is een vrucht. 7 23 10 13 14 is een bloem. 24 15 20 27 is een gedeelte yitn een boom. 2 16 26 is een meisjesnaam. 5 6 25 is een kleedingstuk. in een 19 3 7 vangt men dieren. 1 20 12 24 is soms wild en soms ele gant. 22 11 18 6 13 21 is een bijzondere trein. 8 9 22 23 18 is iemand, waar ge vee! van houdt. 8. (Ingezonden door Johanna en Jo han Hoogerduijn.) Zet achter een woordje, dat men zegt om iemand bang te maken, een verkorten meisjesnaam daarachter een ziekte en ge krijgt een groote stad in Europa. 9. (Ingezonden door Jan van Essen.) Er was eens een tijd, dat ik niet eens bestond. Ofschoon men in mijn hart toch wel iets dergelijks vond, Toen is er op een tijd een storm ge komen. En heeft mij door zijn kracht mijn vastigheid ontnomen. Waar eens de landman zaaide ploegde, of koren sneed. Daar ziet men vïsschers nuzij houden 't net gereed. Ook zaet men op mijn rug een aan tal flinke booten. Die heb ik door mijn ontstaan den weg eenmaal ontsloten. En toch, ondanks het nut, dat ik den menschen doe. Wil men, dat ik verdwijn men is mijn aanzijn moe. „Men krijgt mij toch niet weg", zoo durf ik stout te spreken, „Zoolang tot mijn verderf de gelden nog ontbreken 1" Kom, peins nu eens een poosje en zeg mij, wie het is. Elk, die zich moeite geeft, vindt haren naam gewis. 10. (Ingezonden door Truus v. Bilder- beek.) Ik ben iets, wat we in deze maand altijd veel krijgen. Keer mij om en ik ben zwart. 11. (Ingezonden door Wilh. en H. v. d. Haar.) Welke provïrcie. is tegelijk zee en land 12. (Ingezonden door Truus van Bil- derbeek.) Van welke plaats ir. Drente kunt ge de 1ste lette* veranderen, zoodat go een plaats in Duitschland krijgt Raadseloplossingen De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn 1. Marie Arie. 2. Idaard. 3. Brievenbus. Sien vin bier Rus beeD. 4. Beter benijd, dan gehaat. 5. Leedvermaak. 6. Karei de Groote. 7. Jasmijn. 8. Den boek. MUNTENDAM J A A N T J E ZADEN NAR M 10. Haaksbergen. Berg Kees hak been akker. 11. Es esch. 12. Man e/ lans. Maneglans. Goede oplossingen ontvangen van Abraham Ilartcndorp 12. Jan P. van Hemert 11. Johanna en Johan Hoogerduijn 8. Jan van Essen 12 Truus van Bilderbeek 7. Nelly van Riet 8. Lena Koeleveld 11. Wilhefmina en H. v. d. Haar 9. Bep en Marie Ruijzenaars 7. Klaas Blauw 12. Jan Huijer 6. Jan Hu-er 6. J. Andries de Wijs 12. Zonder naam 8. Wïm Ileijl 11. Willy Germeraad 11. Johan Takker-berg 7. Willie de Braai 7. Jan de Bruijn 8. Clasina v. d. Brink 9. Marie Jongkind 8. Bart Ligtenberg 12. Jo en Jan Verton 8. M. J. II. Piêt 9. Annïe en Betsie Stavenuiter 9. Cor en Nanne Nauta 11. Gonda Veltman 11. Louise en Marinus Caalen 11. Casper Willemsen 10. BEGRAVEN NAMEN VAN MEUBELS. (Ingezonden door Willem Bakker.) 1. Ik moet noodig raar huis toe la ten we niaar hard loopen 2. Draai die krukas toch voorzichtig om, anders breekt hij 3. Ik heb de lijst afelk kind kan r.u een uitnoodiging krijgen. 4. Toe, Mies. schil de rijpe appelen maar gauw, dan maken we appelbol len 5. Wist je wel, dat .spie" geld betee- kenf. 6. De ezel riep i-a Nog nooit had ik het zoo duidelijk gehoord. 7. Wie een lam plaagt, verdient door den ram gestooten te worden. 8. Is die tobbe droog Vul hem maar gauw met waier. 9. Hendrik lokte de vogels door heel zacht te fluiten. 1U. Wij eten pannekoeken Ik krijg een heele Dik, Antje, dik moet er stroop op STRIKVRAGEN. De antwoorden op de strikvragen der vorige week zijn: 1. Mei. 2. Hoe. 3. Maaltijden. 4. Om de beenen. 5. Ilooi. 6. Sneeuwklokje. 7. Zeeziekte. 8. De Keizer van Oostenrijk, want die zit altijd te Weenen. 9. Geen een, want de andere vlogen weg. 10. Ze wegen even zwaar. Goede antwoorden ontvangen vac Abraham Hartendorp 10. Jan P. van Hemert 10. Johanna en Johan Hoogerduyn 8. Jan van Essen 10. Truus van Bilderbeek 10. Nelly van Riet 9. Lena Koeie\eid 10. Louise en Marinus Caalen 10. Bep en Marie Ruyzenaars 10. J. Andries de Wijs 10. Casper Willemsen 10. Wim HeijL 10. Willy Germeraad 9. Johan Takkenfcerg 7. Willy de Braai 6. Jan de Bruijn 6. Clasina v. tL Brink 10. Marie Jongkind 10. M. J. H. Piêt 8. Annie en Betsis Stavenuiter 7. Cor en Nanne Nauta 9. Eindelijk bereikten zij een poort, die BERICHT WEDSTRIJD. Inzending ontvangen van Truus v. Bilderbeek. Willem Bakker. Nelly van Riet. Marie Ma tl a. Inzendingen worden ingewacht tot en met Woensdag 20 November 1912. HET LAND VAN DE LUIAARDS. Helder scheen de zon in Kareltjes slaapkamer. Iedereen was al lang c>p en aan het werk, maar Kareltje sliep nog. „Karei, luie jongen, sta toch op riep zijn moeder onder aan de trap, maar Karei draaide zich nog eens om en sliep door. Toen hij eindelijk wak ker werd, stond de zon dl hoog aan den hemel. Hij kleedde zich langzaam aan en ging naar beneden. Daar hij zijn moeder nis: zag. nam hij in de keuken een stuk keek van een bord, en daar de schoolbel al meer dan een unr geleden geluid had, liep hij het bosch in. Hij zocht zijn lievelingsplekje op, dicht bij de beek, en ging daar op het mos liggen. Maar nauwelijks lag hij daar, of hij hcorde in de struiken ach ter zich iets ritselen en toen li ij om keek, zag hij een zonderling manne tje slaan. Hij had een groen jasje aan met koperen knoopen, maar het jasje was vuil en de knoopen hingen er los bij. Zijn gelaat was vuil en zijn haar ongekamd. „Wie ben je?" vroeg Karei. „Ik ben prins Doeniets uit het land van de luiaards", antwoordde het man netje. Zou je het prettig vinden, nooit meer naar school te hoeven gaan Dit lokte Ivarel wel aan. „Nu, kom dar. mee", zei prins Doe niets. en hij nam Karei bij de hand. „Zouden we niet wat vlugger loo pen vroeg Karei, want prins Doe niets liep ^00 langzaam, dat ze nauwe lijks voo ruitkv- amen. „Vlugger?" lachte de pi ins. „Wel in het land van de luiaards noemen we dit hollen. Warneer wij harder lie pen, zou een van de knoopen mis schien van mijn jas springen, en hoe zouden we dien er weer aangenaaid krijgen „O juist", zei Karei, en hij nam zich voor. niet ongeduldig te worden. geheel met mos was begroeid. Boven den ingang stond op een bord te le- ,Naar het land van de lui aards", en met kleine letters was daar bij gevoegd, dat ia hel land van de luiaards ieder, die werkte, ter dood veroordeeld zou worden. „Nu. ik zal mij niet ter dood laten veroordoelen'dacht Karei grinni kend. Hallo riep de prins, en de echo weerkaatste het geluid. „Wat duurt het lang, voerdat ze ko men", zei Karei, toen er ongeveer een uur voorbij was gegaan en hun kelen droog waren var het roepen. „We hebben ons niet te beklagen", zei prins Doeniets. „want ze zijn van daag precies op tijd." En juist op dat oogenblik ging de deur open. Zij kwamen nu in een lange gang met aan beide zijden deuren. De deu ren waren verveloos en vielen bijna uit de hengels. Op de eerste deur stond„Keuken'en toen Karei naar binnen keek. zag hij in een hoek op een stoel de keu keumeid zitten slapen. De heele grond stond vol met vuile borden, vorken er. messen, en de geur van aangebrande groenten maakte Kareltje bijna ziek. „Kom mée", zei prins Doeniets, en nu kwamen zij aar. een leege kamer, waar wel een virger dik stof op den grond lag. „Dit i3 het schoolvertrek", zei prins Doeniets. „Maar wat moet ik hier eigenlijk uitvoeren vroeg Karei, want stond geen lessenaar en boeken leien waren nergens te zien. „Dat moet je zelf weten", zei prins Doeniets. Hij deed de deur achter zich dicht en liet Kareltje alleen en de jon gen kon niet veel anders doen dan kij ken naar wat met groote letters op den muur geschreven was „Spreken, denken en zingen zijn verboden." Karei ging op den grond liggen sla pen, want het scheen wel, dat dit de eenige bezigheid was, waarmee hij zich in dit vertrek mocht ophouden. Toen hij wakker werd, hoorde hij een klok twaalf uur slaan en hij bedacht, dat zijn schoolmakkers nu de schooi uitliepen en naar huis gingen om te eten. Hij bukte om zijn pet op te ra pen, die op den grond gevallen was. „Laat dat" hoorde hij iemand zeg gen. Hij keek om en daar stond een kaboutertje in een veel te nauw jasje en in een broekje, waarvan de pijpen veel te kort waren. „Ik raapte mijn pet cp", legde Ka rei uit. Het kaboutertje wees op de woorden, die op den muur stonden, en verdween. Karei liep de gan^ Hij kwam nu bij een andere kamer, waar hij een kleermaker zag zitten, in lompen gekleed. Hij snurkte ver schrikkelijk en over zijn gelaat hing een vuile zakdoek. Om hem heen la gen stapels laken, die kleeren moes ten worden, maar de kleermaker- wachtte zoo lang met beginnen, dat alle naalden verroest waren. Karei begreep nu waarom bet ka- boubertje zulko nauwe kleeren droeg. „Ik zou zoo'n vullen zakdoek niet over mijn gezicht willen hebben", dacht Karei. Het kaboutertje verscheen weer om Kareltje erop te wijzen, dat hij niet mocht denken, en het kwam Karei voor, dat dit wel do manier was om gek te worden. Hij kwam nu hij een deur, waarop „VYasscherij" geschre ven stond. Daar zag lilj de vyasch- vrouvv zitten met stapels vuil linnen goed om zich heen en hij begreep nu ook waarom de zakdoek van den kleer maker zoo vuil was geweest. Karei begon nu honger te krijgen en hij ging daarom nog eens naar do keu ken c-m te zie:i of er al wat eten klaar was. Maar de keukenmeid zat nog al tijd te slapen. De aangebrande groen ten vervulden hem eensklaps met zulk een afgrijzen, da* hij de pan opnam, om.... Maar plotseling was het, alsof een aardbeving alles deed trillen. Uit alle kamers weerklonk luid ge schreeuw en de keukenmeid werd wakker en begon borden te wasschen. Karei liep de gang in. Daar zag hij hoe de waschvrouw hezig was het vui le linnen uit t» zoeken om bet in de waschtobbe te gooien en uit de kamer an den kleermaker klonk een lustig gezang, terwijl de man een draad in de naald stak. Toen kwamei er vier kaboutertjes aanloopen, die luid riepen „Hoera Koning T niaard is dood en door het heele gebouw weerklonk een luid ge juich- En toen vertelden de vier ka boutertjes aan Karei, dat h ij het was. die de betoovering in het afschuwelij ke land van de luiaards verbroken had. Het gejuich klonk luider en luider en eensklaps bemerkte Karei, dat hij niet meer in het land van de luiaards was, maar dat hij op het mos lag aan den oever van de beek. Juist stormden de jongens met luid gejuich de school uit-. Karei ging naar huis en hij besloot, dat het met zij i luiheid voorgoed ge daan zou zijn. Want, zoo dacht hij, wanneer iedereen lui was, dan had niemand iets te eten. dan zou niemand kleeren hebber, om aan te trekken en dan zou de heele wereld even vuil zijn. Brievenbus onder JOHAN T. Bij wie werd de too- 'erlantaarn vertoond Hebben jullie er zelf een En wie vertoont dan Wat voor spelletjes deden jullie nog meer GERRIT E. Gelukkig, dat je nu weer beter bentVond je het boeJ mooi WILLIE DE B. Ja, hei gaat hoe langer hoe beter, als je geregeld mee doet. Vind je ze nu nog erg lastig, en ben je er lang mee bezig Kijk iede ren keer maar goed de antwoorden na van de raadsels, die je niet gekend hebt. LENA K. Gelukkig, dat je op tijd klaar zal komen ik ben er al erg nieuwsgierig naar, hoor I Ja, zoo'n avondje is nog prettiger dan de uit voering wordt het dan ook erg laat? Zijn de nieuwe stukken erg moeilijk it in te studeeren? WILHELMINA en H. v. d. H. Ja, sumen oplossen is veel gezelliger dan alleen Ik denk ook wel, dat je hef nn in liet groot ook kunt. Heb je goei klein nichtje, waar je het eens voor kunt probeeren Het nieuwe raadsel is goed. BEP en MARIE R. Krijg jij ook al gêregekl huiswerk mee, Bc-p, ea moet je ook wel eens kaartjes teeke nen Ja, de Zondag is dan het meest geschikt om spelletjes te doen. Speiea jullie ook wel eens, dat één een klein voorwerp (een vingerhoed, bijv.) in de kamer zóó verstopt, dat het toch zichtbaar is (dus niet in een la of kast of onder een kleed), terwijl de anderen in de gang zijn Die mogen dan binnen komen en zoeken. Wie bet ziet, mag het niet verklappen, maar moet stil gaan zitten en de an deren moeten doorzoeken tot ieder l -jr/.Hrii tieefi. Wie bel i eerste gezien heeft, is dan aan de beurt om te ver stoppen. LOUISE en MARINUS C. Zooals je ziet, waren er maar heel weinig kinderen, die deze week alle raadsels konden vinden. Ik ben nieuwsgierig, of jullie ze deze week weer wat ge makkelijker vindt. Je briefje kon nu nog net beantwoord worden, maar was eigenlijk te laat. Het moet er Woensdagsavonds nog zijn, anders worden ze pas een week later beantwoord. Wanneer is de uit voering van "t H. K. GONDA V. Kan jou briefje ook niet één post eerder verzonden wor den, Gonda? Hei kwam nu Donder dagmorgen met de eerste bestelling. (Brieven aan de Redactie van dj Kinder-Afdeeling gezonden worden a vrouw Venema-v. Doorn, Wagenweg 88, Haarlem). In de bus gooien, aanschellen I ABRAHAM H. Zijn jullie maar met je beidjes, dan kan ik me best be grijpen. dat je 's avonds wel eens wai knutselt. Begint je broertje er ook al mee Begraven namen van dieren, of bloemen, of meubels, of iets anders -krijg ik heel weinig en begraven aardrijkskundige namen worden ook meestal gauw geplaatst. Zou je die wel kunnen bedenken MARIE M. Aardig, dat je ook weer meegedaan, hebt- Je hebt er heel wat uurtjes aan moeten besteden, denk ik. En ik denk, dat het kindje, dat bet krijgt, er wel heel erg blij mee zal zijn. JAN P. VAN H. Waar houd je meer van van echte Hollandsche jon- gensverlialen of van Indianen-verha len Is Abraham II. een vriend van je. en gaan jullie ook samen naar school JOHANNA en JOHAN H. - De nieu- uaK,liU16ail llltl we raadsels zijn goed. 3a minuten is niaar h€t rn,vt er Woeosd; gsavuuus nogal niet zoo heel la"6- al zij». Ja, nieuwe raadsels in3g je het verder zou zijn. Moet hij in den j weer inzenden. Die kan ik nu we. r zomer er nog vroeger zijn Het is nu g<.v,ru;keu zeker nog donker als hij van huis i - gaat? JAN VAN E. De nieuwe raadsels zijn goed. Nu, je hebt nog een half j 3 art je den tijd om je te bedenken, maar dan moet je het ook weten, en ik ben nieuwsgierig, wat je dan kie zen zalSchrijf je bet mij, zoodra je een besluit neemt TRUUS VAN B. De nieuwe raad sels zijn goed. Wel, ben je goed ge slaagd met je boodschap Woensdag middag? Ja, dat is prettiger werk dan kousen breien Heb je_ zelf ook zulke pantoffeltjes Ze zijn lekker warm, denk ik I NELLY VAN R. Je hebt netjes gewerkt, hoor Tk denk, dat je er heel wat avonden aan bezig geweest bont Op school leer je toch zeker nog geen naaien, is 't welIk geloof, dat jij het al erg druk met al je lessen hebt! Hoe lang ben je al met de piano bezig ILLY G. Wat doe je wel met al die ballen Je kan toch maar met één tegelijk spe'.on, is 't niet En neem je er altijd een mee als je uitgaat, om met Bello te spelen Max zal het dok wel heerlijk vinden, om achter een bal aan te draven Loopt hij al harder dan jij Ja, hij zal wel goed kunstjes kunnen leerenals jij nu ook maar geduld genoeg liebl. Want er is een heeleboel geduld noodig om honden kunstjes te leeren Kan je de nieuwe stukjes nu al spelen? JAN DE B. Bedenk zelf maar eens nieuwe raadsels. Jan! Nieuwe begraven namen kan ik ook goed ge bruiken. 't Is heerlijk, dat je zoowel boeken kunt krijgen. Mag je iederen avond, als je werk af is. zitten !e. en En hoe laat ga je dan naar bed MARIE J. Het zou wel prettig zijn om nog verder te mogen leeren, vind je niet Wat moet je dan wor den laler Ja, als je thuis ook nog handwerken moei, zal er niet veel tijd meer overblijven Heb je nog wel tijd om te lezen over? BART L. Het eerste raadsel is goed, maar bij het tweede heb je ver geten. het antwoord te schrijven I Krijg ik dat dan deze week nog van je? COR en JAN IL Bij jullie is er ook altijd één, die iets heeft, geloof ik W at had Koos uitgevoerd Had hij te hoog gesprongen, of is hij lid van een turnvereeniging? J. ANDRIES DE W. Ja, waar dat aan ligt, begrijp ik ook niet Ik zal je naam nu maar extra duidelijk schrijven. Lk ben nieuwsgierig of het dan weer gebeurt Jij schrijft netjes ea duidelijk genoegDaar kan 't niet aan liggen in ieder geval Eenige brieven moeten tot de vol gende week blijven liggen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1912 | | pagina 17