RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
oplevert, omdat de schijf 24 is ver
dwenen en iwart meester is gewor
den van dien vleugel.
Deze ontleding heeft nog een groot
nadeel, en wel het volgendewan
neer wij den stand na den slagzet
45 34 beschouwen, dan zien wij, dat
de korte vleugel van wit vrijwel
krachteloos is gemaakt, terwijl de
korte vleugel van zwart zijn volle
kracht heeft behouden. Zwart heeft
tevens voldoende vrije zetten, en
wacht maar af dat wit gedwongen is
3126 op te brengen, waardoor hij de
vrijheid verkrijgt om ook met de
schijven van den korten vleugel te
werken. Men moet er evenwel vooral
aan denken, niet met dien vleugel te
beginnen, voordat wit 312G heeft ge
speeld. Zoodra deze den genoemden
zet heeft gedaan, antwoordt zwart
onmiddellijk met 11—17 (nimmer
1217), 7—11, enz., en het verkregen
voordeel komt weldra voor den dag.
In de laatste jaren is in de opening-
„Van Enibden" nog een groote wijzi
ging en verbetering aangebracht.
Men begreep, dat de derde zet, 4439,
niet op dit moment mocht gespeeld
worden, en wel om het volgende
Zwart zou hierna antwoorden met
712 en wit dwingen om met 5044
te vervolgen, wil hij niet nog een
slechtere stelling bekomen.
Wij hebben trouwens gezien, dat
langs dien weg een zwak positiespel
wordt verkregen, en behoeven dus
niet verder hierop in te gaan, maar
zullen ons meer speciaal gaan bezig
houden met de opening, welke zich
uit de genoemde heeft gevormd.
Dit evenwel voor de volgende week.
De Ilaarlemsche Damclub houdt
haar bijeenkomsten iederen Maandag
avond van 8—12 uur in het gebouw
,,Bo Nijverheid", Jansstraat 85, al
hier.
Liefhebbers van het damspel zijn
daar steeds welkom.
Voor het lidmaatschap kan men
zich bii het bestuur aanmelden.
Inlichtingen verstrekt gaarne de
Secretaris, de heer J. Meijer, Kruis
straat 34. Telephoon 1543.
Tijd genoeg.
De familie Zwaan, man, vtouw en
dochter, was door goede vrienden
uitgenoodigd, om een dagje buiten
bij hen door te brengen; die vrienden
bewoonden een kleine villa, op een
half uur van het station Z... gelegen.
Zij had een vrij genoeglijken dag
buiten doorgebracht, en zat aan 't
dessert; maar 1 begon gaandeweg
tijd te worden, oan de terugreis te
aanvaarden.
Want men ging met den laatsten
trein en kon niet blijven logeea-en;
daarbij was den heer Zwaan alles er
aan gelegen., oan den volgenden mor
gen bij tijds op zijn kantoor te wezen.
Zeg, Lammers, waar zijn de da
mes? vroeg hij zijn gastheer, eens
klaps verschrikt maar de pendule
ziende.
Zij plukken een bouquet in den
tuin. Cognac of chartreuse?
Wat je bi] de hand hebt. 't Is geen
van beiden te versmaden (na een
glaasje cognac fine champagne gele-
ledigd to hebben). Hoor eens, je
hebt ons charmant onthaald.
Niets te goed voor vrienden, die
ons in onze ballingschap eens komen
opzoeken.
Gij zijt al te goed, mijn waarde
en wie anders zeggen mocht, zou t
met mij te kwaad krijgen. Maar jvu
een zeer noodige vraag: hoe laat heb
ben wij het?
O, daar behoef je nog niet om te
denkenl
Zwaan (op zijn horloge ziende).
Verduiveld, (hij houdt het tegen 't
oor) 't is al kwartier over achten.
Nu, je gaat immers met den
laatsten trein?
Ja, maar 't is al een goed half
uur loopen naar 't station.
Dat is langs den straatweg; bin
nen door is 't veel korter.
Is die weg gemakkelijk te vin
den?
Op mijn verantwoording. Ik zal
het je goed uitduiden want je moet
het me ten goede houden, dat ik je
niet wegbreng. Wij krijgen nog al
dikwijls menschen h:er, die altijd ons
van harle welkom zijn maar met
't oog daarop hebben we ons nu een
maal vast voorgenomen, om nooit
mee naarst station te gaan. Want een
half uur heen...
En een half uur terug, is een
uur, dat laat zich hooren. En dan
soms wachten aan 't station.
Ja, want ik geloof dat de trein
nog nooit op zijn tijd gekomen is.
Maar dan zon hij 't van avond
juist wèl kunnen doen, wamt ik heb
altijd nog al déveine; (ongerust, rond
ziende). Zou je niet zeggen, dat de
lucht Betrekt?
Mijn barometer stond den heelen
dag op 't prachtigste weer van de we
reld. Je zult van avond heerlijken
maneschijn hebben.
In elk geval zal ik de dames
zeggen, dat ze zich klaar maken.
Anna, Betsy, kom, 1 wordt hoog tijd!
Verwijderde stemmen. Daar ko
men we all
Ben je nu gerust, meneer Haast-
je-wat?
Mijn waarde, ik sta liever een
vol kwartier te wachten, dan één se
conde te laat te komen. Anna!
Mevrouw Zwaan, met een reusach
tig bouquet uit den tuin komende:
Hebben we je tuin genoeg geha
vend, lieve Dina?
Nooit genoeg, als men van
iemand houdt.
Beide dames omhelzen elkaar.
Zwaan. Maak je nu alsjeblieft
gauw klaar, anders missen wij be
paald dan trein.
Mevrouw Lammers. Maakt je
maar niet ongerust; je hebt tijd in
overvloed.
De dames maken hare preparatie
ven om te vertrekken met alle ge-
wensohte langzaamheid.
Zwaan (ongeduldig). Hoor dat
gebabbel nu eens aan!
Lammers. Ik zeg je immers, dat
je tijd genoeg hebt. Ik weet zeker, dat
je nog een heele poos suil moeten
wachten.
Zwaan. Neem me niet kwalijk,
mijn vriend, maar mijn horloge gaat
goed. (Roepende) Anna, Anna?
Mevrouw Zwaan (gejaagd aanko
mende). Lieve man, daar ben ik
al! Hé, wat een gejaag!
Komt, vooruit nu. (Tot Lammers)
Zeg me nu eens hoe ik loopen
moei?
Lammers. Zoo klaar als de dag
beste vriend doodeenvoudig! Als
aan 't hek zijn, heb ik 't je in een
ommezientje gewezen.
De dames omhelzen elkaar nog
maals en wisselen de tecderste be
woordingen.
Zwaan (stampvoetend van onge
duld 0
Nu dan zeker links om.
Juist. Recht uit maar. Je volgt
dien witten muur. Dan zal je een heg
aan je rechterhand zien.
Zoontje. Luiks papa.
Wil je wel eens je mond hou
den? Aan je linkerhand, zei ik.
Nu ziet u wel!
Stilte je breng me in de war.
Links volg je den lieg.
En dan?
Dan sla je rechts om en in de
verte zie je een vijver.
O, daar Mie de werkmeid
laatst in gevallen is? laat zich weer
eene kinderstem hooren.
Zult ge eindelijk zwijgen, als
groote menscheu spreken! Bij den vij
ver ga je dwars door het korenveld,
dat scheelt minstens 10 minuten; dan
kom je aan den straatweg, dien je
links laat leggen. Je volgt een smal
voetpad dat langs de boerenwoning
loopt, die je daar zien zult er Is
maar één woning daar.
Neen, neen daar staat nog een
huisje, een eindje verder op den weg,
merkte zijne vrouw aan.
Dit is veel verder!
Ja, maar 't zou ze toch in de war
kunnen brengen.
Hoe zal ik dat allemaal onthou
den!
Onmogelijk om je te vergissen;
aJs je dat voetpad maar volgt, zie je
gauw aan je rechterhand 't station
liggen. Je kunt de lichten al heel in de
verte ren.
Als ze aan zijn, papa, waagde H
oudste zoontje op te roerken, 't geen
een nieuwe bestraffing ontlokte.
O, papa, 't heeft geweerlicht! liet
de dochter verschrikt hooren.
Ja, ik was straks al bang voor
een pak onweer.
Geen quaestie van; mijn barome
ter...
Nu. nogmaals hartelijk bedankt,
amice; wij hebbc-n geen oogenblik
meer te verliezen! (Omziende).
Zes, Anna, waar blijf je nu?
Hier ben ik al. Als dat zoo
gauw moet gaan, kan ik 't niet vol
houden.
Lammers (uit de verte hen naroe
pende). Maak maar niet zoo'n dolle
haast; tijd in. overvloed!
Zoontje (hun een laatste pijl nazen
dende). En jullie zult nat als 'n kat
wordenl
Men verneemt het geluid van een
oorveeg, die goed aankomt, en een
doordringend gehuil.
Zwaan. Die is raak. Nog nooit
heb 'k zoo'n onverdragelijken jongen
gezien. Ah, dat is de witte muur. Nu
de heg.
Betsy. Hier, papa!
Zwaan. Wat is dat een corvée,
om met je moeder vooruit te komen.
Hier heen, Anna!
Zij gaan hijgend voort Het begint
met groote druppels te regenen.
Nu, hij is mooi, die binnenweg.
't Wordt meer en meer duister.
Een doordringende gil van de moe
der.
Daar was ik bijna 1 water ïnge-
loopan!
O, dat is de vijver, lieverd. Een
bewijs dat we goed zijn.
Een scherpe bliksemstraal schenkt
hem de nadere overtuiging daarvan.
Mevrouw Zwaan. Ik weet niet
meer, waar ik loop. We gaan door dik
en dun!
Dat noemen ze den naasten weg!
Wacht, hier is het buisje?
Neen. daar!
Hij zei, we moeten dat andere
nfet hebben.
Een verraderlijke rukwind ue«nt
meneer Zwaan's hoed mee.
De storm komt met verwoedheid op-
zeiten; in een oogenblik zijn ze tot er
't hemd toe nat.
Die vervJ... Lammers met zijc
naasten weg! Als ze ons niet zoo had
den opgehouden, hadden we op ons
gemak den grooten weg kunnen vol-
fien.
Papa o. oa!
Wat is er nou weer?
Ik heb een schoen verloren; die
is in de modder blijven steken.
Dat komt van die malie Fransche
laarzen niet hooge hakken.
Iioo nu?
Rechts moet 't station zijn.
'k Zie niets.
Mevrouw Zwaan. Ik kan niet
verder!
Dan moet je hier blijven zitten!
Hoe zei die lompe Lammers ook
weer? Rechts of links.
Links, papa.
Dank zij het geheugen van Betsy,
ontdekt men eindelijk "t station.
De regen valt in s'.roomen neder.
Gauw in draf de trein is
misschien nog niet weg.
God'ank, ik hoor de bel luiden!
Kom vrouw!
Wanneer je, zooals ik. door de
modder baadde...
(Aan het loket) Drie 2e Amster
dam.
De laatste trein is al weg tien
minuten geleden.
En er wordt Juist gebeld.
Dat is voor den trein die den
anderen kant opgaat
Zwaan (vuurspuwend!. Die lam
me kerel met zijn tijd genoeg. Be
daard maar. Je hebt allen tijd!
Tk houd 't er voor papa...
Nou?
Dat hij 't expres gedaan heeft
Die jongen van 'm deugt ook nietf
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen der kin
deren, die mij vóór Donderdagmorgen
goede oplossingen zenden, worden"in
het volgend nummer bekend ge
maakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
In verband met het aantal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
De prijs voor de raadsels in de
maand October is bij loting ten deel
gevallen aari
SOPH1ETJE KAPTEIJN,
die haar prijs Woensdagmiddag tus-
schen 1 en 2 uur mag komen halen.
1. (Ingezondei. door Cor en Nanne
Nauta).
Een stad in China ben 'k,
Maar neemt men mijn hoofd weg,
Dan word ik een jongensnaam.
Geloof, wat ik zeg.
2. tlneezonde-- door Willem en Johan
na Spoor.)
Mijn geheel bestaat uit twee letter
grepen. Mijn lsie wordt getrokken of
geduwd. Mijn 2do wordt gedragen.
:gd. Wat is
3. (Ingezonden door Klaas Blauw).
Vervang de puntjes door medeklin
kers, zoodat ge een bekend spreek
woord krijgt.
4. (Ingezonden door Johan en Johan
na Hoogerduijn.)
Ik ben een wapen en tevens een
Spaansche munt.
5. (Ingezonden door Jo en Jan Verton.)
Ik ben een spreuk van 16 letters.
11 5 13 gebruikt men bij het eten.
1 12 4 10 hoort in 't brood.
10 9 15 6 is een lichaamsdeel,
3 8 11 kan moeilijk zijn.
2 16 7 12 5 is een ver land.:
16 2 14 vindt men iii oude gebou
wen.
6. (Ingezonden door Jan van Ilemert.)
Zet onder elkaar
Een jongensnaam.
Een tijddeel.
Een groote stad in Nederland.:
Een deel van een paard.
Een getal.
Niet vierkant.
Een zwemvogel.
Een inwendig deel van mensch of
dier.
Iets, waar we 's nachts niet buiten
kunnen.
De beginletters vormen den naam
van een plaats in Noord-Holland.
7. (Ingezonden dooi Truus van Bilder-
beek.)
Het geheel is een spreekwoord van
27 letters of 8 woorden.
9 4 5 17 10 is een vrucht.
7 23 10 13 14 is een bloem.
24 15 20 27 is een gedeelte yitn een
boom.
2 16 26 is een meisjesnaam.
5 6 25 is een kleedingstuk.
in een 19 3 7 vangt men dieren.
1 20 12 24 is soms wild en soms ele
gant.
22 11 18 6 13 21 is een bijzondere
trein.
8 9 22 23 18 is iemand, waar ge vee!
van houdt.
8. (Ingezonden door Johanna en Jo
han Hoogerduijn.)
Zet achter een woordje, dat men
zegt om iemand bang te maken, een
verkorten meisjesnaam daarachter
een ziekte en ge krijgt een groote stad
in Europa.
9. (Ingezonden door Jan van Essen.)
Er was eens een tijd, dat ik niet eens
bestond.
Ofschoon men in mijn hart toch wel
iets dergelijks vond,
Toen is er op een tijd een storm ge
komen.
En heeft mij door zijn kracht mijn
vastigheid ontnomen.
Waar eens de landman zaaide
ploegde, of koren sneed.
Daar ziet men vïsschers nuzij
houden 't net gereed.
Ook zaet men op mijn rug een aan
tal flinke booten.
Die heb ik door mijn ontstaan den
weg eenmaal ontsloten.
En toch, ondanks het nut, dat ik den
menschen doe.
Wil men, dat ik verdwijn men is
mijn aanzijn moe.
„Men krijgt mij toch niet weg", zoo
durf ik stout te spreken,
„Zoolang tot mijn verderf de gelden
nog ontbreken 1"
Kom, peins nu eens een poosje en
zeg mij, wie het is.
Elk, die zich moeite geeft, vindt
haren naam gewis.
10. (Ingezonden door Truus v. Bilder-
beek.)
Ik ben iets, wat we in deze maand
altijd veel krijgen. Keer mij om en ik
ben zwart.
11. (Ingezonden door Wilh. en H. v. d.
Haar.)
Welke provïrcie. is tegelijk zee en
land
12. (Ingezonden door Truus van Bil-
derbeek.)
Van welke plaats ir. Drente kunt ge
de 1ste lette* veranderen, zoodat go
een plaats in Duitschland krijgt
Raadseloplossingen
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn
1. Marie Arie.
2. Idaard.
3. Brievenbus. Sien vin bier
Rus beeD.
4. Beter benijd, dan gehaat.
5. Leedvermaak.
6. Karei de Groote.
7. Jasmijn.
8. Den boek.
MUNTENDAM
J A A N T J E
ZADEN
NAR
M
10. Haaksbergen. Berg Kees hak
been akker.
11. Es esch.
12. Man e/ lans. Maneglans.
Goede oplossingen ontvangen van
Abraham Ilartcndorp 12.
Jan P. van Hemert 11.
Johanna en Johan Hoogerduijn 8.
Jan van Essen 12
Truus van Bilderbeek 7.
Nelly van Riet 8.
Lena Koeleveld 11.
Wilhefmina en H. v. d. Haar 9.
Bep en Marie Ruijzenaars 7.
Klaas Blauw 12.
Jan Huijer 6.
Jan Hu-er 6.
J. Andries de Wijs 12.
Zonder naam 8.
Wïm Ileijl 11.
Willy Germeraad 11.
Johan Takker-berg 7.
Willie de Braai 7.
Jan de Bruijn 8.
Clasina v. d. Brink 9.
Marie Jongkind 8.
Bart Ligtenberg 12.
Jo en Jan Verton 8.
M. J. II. Piêt 9.
Annïe en Betsie Stavenuiter 9.
Cor en Nanne Nauta 11.
Gonda Veltman 11.
Louise en Marinus Caalen 11.
Casper Willemsen 10.
BEGRAVEN NAMEN VAN
MEUBELS.
(Ingezonden door Willem Bakker.)
1. Ik moet noodig raar huis toe la
ten we niaar hard loopen
2. Draai die krukas toch voorzichtig
om, anders breekt hij
3. Ik heb de lijst afelk kind kan r.u
een uitnoodiging krijgen.
4. Toe, Mies. schil de rijpe appelen
maar gauw, dan maken we appelbol
len
5. Wist je wel, dat .spie" geld betee-
kenf.
6. De ezel riep i-a Nog nooit had
ik het zoo duidelijk gehoord.
7. Wie een lam plaagt, verdient door
den ram gestooten te worden.
8. Is die tobbe droog Vul hem maar
gauw met waier.
9. Hendrik lokte de vogels door heel
zacht te fluiten.
1U. Wij eten pannekoeken Ik krijg
een heele Dik, Antje, dik moet er
stroop op
STRIKVRAGEN.
De antwoorden op de strikvragen
der vorige week zijn:
1. Mei.
2. Hoe.
3. Maaltijden.
4. Om de beenen.
5. Ilooi.
6. Sneeuwklokje.
7. Zeeziekte.
8. De Keizer van Oostenrijk, want
die zit altijd te Weenen.
9. Geen een, want de andere vlogen
weg.
10. Ze wegen even zwaar.
Goede antwoorden ontvangen vac
Abraham Hartendorp 10.
Jan P. van Hemert 10.
Johanna en Johan Hoogerduyn 8.
Jan van Essen 10.
Truus van Bilderbeek 10.
Nelly van Riet 9.
Lena Koeie\eid 10.
Louise en Marinus Caalen 10.
Bep en Marie Ruyzenaars 10.
J. Andries de Wijs 10.
Casper Willemsen 10.
Wim HeijL 10.
Willy Germeraad 9.
Johan Takkenfcerg 7.
Willy de Braai 6.
Jan de Bruijn 6.
Clasina v. tL Brink 10.
Marie Jongkind 10.
M. J. H. Piêt 8.
Annie en Betsis Stavenuiter 7.
Cor en Nanne Nauta 9.
Eindelijk bereikten zij een poort, die
BERICHT WEDSTRIJD.
Inzending ontvangen van
Truus v. Bilderbeek.
Willem Bakker.
Nelly van Riet.
Marie Ma tl a.
Inzendingen worden ingewacht tot
en met Woensdag 20 November 1912.
HET LAND VAN DE LUIAARDS.
Helder scheen de zon in Kareltjes
slaapkamer. Iedereen was al lang c>p
en aan het werk, maar Kareltje sliep
nog.
„Karei, luie jongen, sta toch op
riep zijn moeder onder aan de trap,
maar Karei draaide zich nog eens om
en sliep door. Toen hij eindelijk wak
ker werd, stond de zon dl hoog aan
den hemel. Hij kleedde zich langzaam
aan en ging naar beneden. Daar hij
zijn moeder nis: zag. nam hij in de
keuken een stuk keek van een bord,
en daar de schoolbel al meer dan een
unr geleden geluid had, liep hij het
bosch in.
Hij zocht zijn lievelingsplekje op,
dicht bij de beek, en ging daar op het
mos liggen. Maar nauwelijks lag hij
daar, of hij hcorde in de struiken ach
ter zich iets ritselen en toen li ij om
keek, zag hij een zonderling manne
tje slaan. Hij had een groen jasje aan
met koperen knoopen, maar het jasje
was vuil en de knoopen hingen er los
bij. Zijn gelaat was vuil en zijn haar
ongekamd.
„Wie ben je?" vroeg Karei.
„Ik ben prins Doeniets uit het land
van de luiaards", antwoordde het man
netje. Zou je het prettig vinden, nooit
meer naar school te hoeven gaan
Dit lokte Ivarel wel aan.
„Nu, kom dar. mee", zei prins Doe
niets. en hij nam Karei bij de hand.
„Zouden we niet wat vlugger loo
pen vroeg Karei, want prins Doe
niets liep ^00 langzaam, dat ze nauwe
lijks voo ruitkv- amen.
„Vlugger?" lachte de pi ins. „Wel in
het land van de luiaards noemen we
dit hollen. Warneer wij harder lie
pen, zou een van de knoopen mis
schien van mijn jas springen, en hoe
zouden we dien er weer aangenaaid
krijgen
„O juist", zei Karei, en hij nam zich
voor. niet ongeduldig te worden.
geheel met mos was begroeid. Boven
den ingang stond op een bord te le-
,Naar het land van de lui
aards", en met kleine letters was daar
bij gevoegd, dat ia hel land van de
luiaards ieder, die werkte, ter dood
veroordeeld zou worden.
„Nu. ik zal mij niet ter dood laten
veroordoelen'dacht Karei grinni
kend.
Hallo riep de prins, en de echo
weerkaatste het geluid.
„Wat duurt het lang, voerdat ze ko
men", zei Karei, toen er ongeveer een
uur voorbij was gegaan en hun kelen
droog waren var het roepen.
„We hebben ons niet te beklagen",
zei prins Doeniets. „want ze zijn van
daag precies op tijd." En juist op dat
oogenblik ging de deur open.
Zij kwamen nu in een lange gang
met aan beide zijden deuren. De deu
ren waren verveloos en vielen bijna
uit de hengels. Op de eerste deur
stond„Keuken'en toen Karei naar
binnen keek. zag hij in een hoek op
een stoel de keu keumeid zitten slapen.
De heele grond stond vol met vuile
borden, vorken er. messen, en de geur
van aangebrande groenten maakte
Kareltje bijna ziek.
„Kom mée", zei prins Doeniets, en
nu kwamen zij aar. een leege kamer,
waar wel een virger dik stof op den
grond lag.
„Dit i3 het schoolvertrek", zei prins
Doeniets.
„Maar wat moet ik hier eigenlijk
uitvoeren vroeg Karei, want
stond geen lessenaar en boeken
leien waren nergens te zien.
„Dat moet je zelf weten", zei prins
Doeniets. Hij deed de deur achter zich
dicht en liet Kareltje alleen en de jon
gen kon niet veel anders doen dan kij
ken naar wat met groote letters op
den muur geschreven was „Spreken,
denken en zingen zijn verboden."
Karei ging op den grond liggen sla
pen, want het scheen wel, dat dit de
eenige bezigheid was, waarmee hij
zich in dit vertrek mocht ophouden.
Toen hij wakker werd, hoorde hij een
klok twaalf uur slaan en hij bedacht,
dat zijn schoolmakkers nu de schooi
uitliepen en naar huis gingen om te
eten. Hij bukte om zijn pet op te ra
pen, die op den grond gevallen was.
„Laat dat" hoorde hij iemand zeg
gen. Hij keek om en daar stond een
kaboutertje in een veel te nauw jasje
en in een broekje, waarvan de pijpen
veel te kort waren.
„Ik raapte mijn pet cp", legde Ka
rei uit. Het kaboutertje wees op de
woorden, die op den muur stonden,
en verdween. Karei liep de gan^
Hij kwam nu bij een andere kamer,
waar hij een kleermaker zag zitten,
in lompen gekleed. Hij snurkte ver
schrikkelijk en over zijn gelaat hing
een vuile zakdoek. Om hem heen la
gen stapels laken, die kleeren moes
ten worden, maar de kleermaker-
wachtte zoo lang met beginnen, dat
alle naalden verroest waren.
Karei begreep nu waarom bet ka-
boubertje zulko nauwe kleeren droeg.
„Ik zou zoo'n vullen zakdoek niet
over mijn gezicht willen hebben",
dacht Karei.
Het kaboutertje verscheen weer om
Kareltje erop te wijzen, dat hij niet
mocht denken, en het kwam Karei
voor, dat dit wel do manier was om
gek te worden. Hij kwam nu hij een
deur, waarop „VYasscherij" geschre
ven stond. Daar zag lilj de vyasch-
vrouvv zitten met stapels vuil linnen
goed om zich heen en hij begreep nu
ook waarom de zakdoek van den kleer
maker zoo vuil was geweest.
Karei begon nu honger te krijgen en
hij ging daarom nog eens naar do keu
ken c-m te zie:i of er al wat eten klaar
was. Maar de keukenmeid zat nog al
tijd te slapen. De aangebrande groen
ten vervulden hem eensklaps met zulk
een afgrijzen, da* hij de pan opnam,
om.... Maar plotseling was het, alsof
een aardbeving alles deed trillen. Uit
alle kamers weerklonk luid ge
schreeuw en de keukenmeid werd
wakker en begon borden te wasschen.
Karei liep de gang in. Daar zag hij
hoe de waschvrouw hezig was het vui
le linnen uit t» zoeken om bet in de
waschtobbe te gooien en uit de kamer
an den kleermaker klonk een lustig
gezang, terwijl de man een draad in
de naald stak.
Toen kwamei er vier kaboutertjes
aanloopen, die luid riepen „Hoera
Koning T niaard is dood en door het
heele gebouw weerklonk een luid ge
juich- En toen vertelden de vier ka
boutertjes aan Karei, dat h ij het was.
die de betoovering in het afschuwelij
ke land van de luiaards verbroken
had.
Het gejuich klonk luider en luider
en eensklaps bemerkte Karei, dat hij
niet meer in het land van de luiaards
was, maar dat hij op het mos lag aan
den oever van de beek. Juist stormden
de jongens met luid gejuich de school
uit-.
Karei ging naar huis en hij besloot,
dat het met zij i luiheid voorgoed ge
daan zou zijn. Want, zoo dacht hij,
wanneer iedereen lui was, dan had
niemand iets te eten. dan zou niemand
kleeren hebber, om aan te trekken en
dan zou de heele wereld even vuil
zijn.
Brievenbus
onder
JOHAN T. Bij wie werd de too-
'erlantaarn vertoond Hebben jullie
er zelf een En wie vertoont dan
Wat voor spelletjes deden jullie nog
meer
GERRIT E. Gelukkig, dat je nu
weer beter bentVond je het boeJ
mooi
WILLIE DE B. Ja, hei gaat hoe
langer hoe beter, als je geregeld mee
doet. Vind je ze nu nog erg lastig, en
ben je er lang mee bezig Kijk iede
ren keer maar goed de antwoorden
na van de raadsels, die je niet gekend
hebt.
LENA K. Gelukkig, dat je op tijd
klaar zal komen ik ben er al erg
nieuwsgierig naar, hoor I Ja, zoo'n
avondje is nog prettiger dan de uit
voering wordt het dan ook erg laat?
Zijn de nieuwe stukken erg moeilijk
it in te studeeren?
WILHELMINA en H. v. d. H. Ja,
sumen oplossen is veel gezelliger dan
alleen Ik denk ook wel, dat je hef
nn in liet groot ook kunt. Heb je goei
klein nichtje, waar je het eens voor
kunt probeeren Het nieuwe raadsel
is goed.
BEP en MARIE R. Krijg jij ook
al gêregekl huiswerk mee, Bc-p, ea
moet je ook wel eens kaartjes teeke
nen Ja, de Zondag is dan het meest
geschikt om spelletjes te doen. Speiea
jullie ook wel eens, dat één een klein
voorwerp (een vingerhoed, bijv.) in
de kamer zóó verstopt, dat het toch
zichtbaar is (dus niet in een la of
kast of onder een kleed), terwijl de
anderen in de gang zijn Die mogen
dan binnen komen en zoeken. Wie
bet ziet, mag het niet verklappen,
maar moet stil gaan zitten en de an
deren moeten doorzoeken tot ieder
l -jr/.Hrii tieefi. Wie bel i eerste gezien
heeft, is dan aan de beurt om te ver
stoppen.
LOUISE en MARINUS C. Zooals
je ziet, waren er maar heel weinig
kinderen, die deze week alle raadsels
konden vinden. Ik ben nieuwsgierig,
of jullie ze deze week weer wat ge
makkelijker vindt. Je briefje kon nu
nog net beantwoord worden, maar
was eigenlijk te laat.
Het moet er Woensdagsavonds nog
zijn, anders worden ze pas een week
later beantwoord. Wanneer is de uit
voering van "t H. K.
GONDA V. Kan jou briefje ook
niet één post eerder verzonden wor
den, Gonda? Hei kwam nu Donder
dagmorgen met de eerste bestelling.
(Brieven aan de Redactie van
dj Kinder-Afdeeling
gezonden worden a
vrouw Venema-v. Doorn,
Wagenweg 88, Haarlem).
In de bus gooien,
aanschellen I
ABRAHAM H. Zijn jullie maar
met je beidjes, dan kan ik me best be
grijpen. dat je 's avonds wel eens wai
knutselt. Begint je broertje er ook al
mee Begraven namen van dieren,
of bloemen, of meubels, of iets anders
-krijg ik heel weinig en begraven
aardrijkskundige namen worden ook
meestal gauw geplaatst. Zou je die
wel kunnen bedenken
MARIE M. Aardig, dat je ook
weer meegedaan, hebt- Je hebt er heel
wat uurtjes aan moeten besteden,
denk ik. En ik denk, dat het kindje,
dat bet krijgt, er wel heel erg blij
mee zal zijn.
JAN P. VAN H. Waar houd je
meer van van echte Hollandsche jon-
gensverlialen of van Indianen-verha
len Is Abraham II. een vriend van
je. en gaan jullie ook samen naar
school
JOHANNA en JOHAN H. - De nieu- uaK,liU16ail llltl
we raadsels zijn goed. 3a minuten is niaar h€t rn,vt er Woeosd; gsavuuus
nogal niet zoo heel la"6- al zij». Ja, nieuwe raadsels in3g je
het verder zou zijn. Moet hij in den j weer inzenden. Die kan ik nu we. r
zomer er nog vroeger zijn Het is nu g<.v,ru;keu
zeker nog donker als hij van huis i -
gaat?
JAN VAN E. De nieuwe raadsels
zijn goed. Nu, je hebt nog een half
j 3 art je den tijd om je te bedenken,
maar dan moet je het ook weten, en
ik ben nieuwsgierig, wat je dan kie
zen zalSchrijf je bet mij, zoodra je
een besluit neemt
TRUUS VAN B. De nieuwe raad
sels zijn goed. Wel, ben je goed ge
slaagd met je boodschap Woensdag
middag? Ja, dat is prettiger werk
dan kousen breien Heb je_ zelf ook
zulke pantoffeltjes Ze zijn lekker
warm, denk ik I
NELLY VAN R. Je hebt netjes
gewerkt, hoor Tk denk, dat je er heel
wat avonden aan bezig geweest bont
Op school leer je toch zeker nog geen
naaien, is 't welIk geloof, dat jij
het al erg druk met al je lessen hebt!
Hoe lang ben je al met de piano
bezig
ILLY G. Wat doe je wel met al
die ballen Je kan toch maar met één
tegelijk spe'.on, is 't niet En neem je
er altijd een mee als je uitgaat, om
met Bello te spelen Max zal het dok
wel heerlijk vinden, om achter een bal
aan te draven Loopt hij al harder
dan jij Ja, hij zal wel goed kunstjes
kunnen leerenals jij nu ook maar
geduld genoeg liebl. Want er is een
heeleboel geduld noodig om honden
kunstjes te leeren Kan je de nieuwe
stukjes nu al spelen?
JAN DE B. Bedenk zelf maar
eens nieuwe raadsels. Jan! Nieuwe
begraven namen kan ik ook goed ge
bruiken. 't Is heerlijk, dat je zoowel
boeken kunt krijgen. Mag je iederen
avond, als je werk af is. zitten !e. en
En hoe laat ga je dan naar bed
MARIE J. Het zou wel prettig
zijn om nog verder te mogen leeren,
vind je niet Wat moet je dan wor
den laler Ja, als je thuis ook nog
handwerken moei, zal er niet veel
tijd meer overblijven Heb je nog wel
tijd om te lezen over?
BART L. Het eerste raadsel is
goed, maar bij het tweede heb je ver
geten. het antwoord te schrijven I
Krijg ik dat dan deze week nog
van je?
COR en JAN IL Bij jullie is er
ook altijd één, die iets heeft, geloof
ik W at had Koos uitgevoerd Had
hij te hoog gesprongen, of is hij lid
van een turnvereeniging?
J. ANDRIES DE W. Ja, waar
dat aan ligt, begrijp ik ook niet Ik
zal je naam nu maar extra duidelijk
schrijven. Lk ben nieuwsgierig of het
dan weer gebeurt Jij schrijft netjes
ea duidelijk genoegDaar kan 't niet
aan liggen in ieder geval
Eenige brieven moeten tot de vol
gende week blijven liggen.