I'REK Dn
DE WEERSPANNIGE
VIERDE BLAD
Zaterdag 23 November 1912
Buitenlandse! Overzicht
De Balkan-krijg.
Da Vredesonderhandelingen,
geheel mislukt?
Men weet dat Turkije de vredes
voorwaarden van de Balkanstaten
kije Skoetari, Janina, Adrianopel
rle 'l'sjalaldja-linie zou overgeven
in Europa alleen Konstantinopel
een kuststrook zou behouden, 't Turk-
sche leger moest dan terugtrekken
naar KJein-Azië.
Dit is voor Turkije te zwaar ge
weest. Do tialkansUten hebben over
vraagd. Verzekerd wordt, dat Turkije
wel geneigd was Skoetari en Janina
over le geven, maai Adrianopel en de
Tsjata ld ja-linie niet.
In een artikel over de vredesonder
handelingen verklaart de Turksche
Sabah, dat de vier Balkanstaten in
de cersto plaats het beginsel van
handhaving van Turkije als Europee-
se he -Balkan-mogendheid moeten
aannemen. Doen zij dit, dan zullen
de onderhandelingen vrij zeker leiden
tot het gewenschte resultaat. „Wij
wenschen den vrede", zegt het blad,
„maar kunnen onze levensbelangen
niet ten offer brengen. En dat eisebt
men toch van ons."
Turkije is dus geneigd den oorlog
voort te zetten
Nu wordt evenwel uit Sofia geseind:
„De Bulgaar sche ministerraad hield
een bijzondere bijeenkomst ter be
spreking van de mededeeling der
Turksche regeeriug. -
Hel is weinig waarschijnlijk, dal de
vijandelijkheden dadelijk zullen her
val worden. Volgens ontvangen mc-
Icdeclingen zal Bulgarije een verzoeh-
lijke houding aannemen, cn dc oor
spronkelijke voorwaarden voor den
wapenstilstand wijzigen."
Er is dus nog een kansje.
De onderhandelingen tusschen de
Bulgaarsche en Turksche gedelegeer
den worden voortgezet. Van de nade
re voorwaarden is nog niets bekend.
Men acht het bovendien nog mo
gelijk, dat eventueel, door de tus-
schenkomst van derden, onmiddellijk
weder besprekingen worden aange
knoopt omtrent bet sluiten van vre
de, zonder officieele staking dér vij
andelijkheden.
Frankrijk en Rusland moeten in 't
belang van den vrede werkzaam zijn.
Ook andere mogendheden hebben te
Sofia den raad gegeven de harde vre
desvoorwaarden te verzachten.
Wat den Turken hoop geeft op wel
licht betere voorwaarden is de hou
ding der Turksche troepen in de linie
Tsjataldja, waar zij. teu. minste stand
houden, Maar dat de Bulgareu, ont
moedigd door dien't'egenstand, zouden
gevlucht afijn, en hun loopgraven
hebben-verlaten, zooals lkdam, om de
Turken aan tc vuren, vertelt, is iD
dien vorm onjuist.
Koning Ferdinand van Bulgarije
heeft Woensdag bevel gegeven, gedu
rende de onderhandelingen over den
v apensülstand, den strijd to staken,
maar met het voornemen, zoo zijn
eischen werden verworpen, onmiddel
lijk het gevecht te hervatten. Nu is
het duidelijk, dal hij zijn troepen niet
in de onherbergzame loopgraven voor
de linie van Tsjataldja wilde laten,
waar zij koude en gehrek moeten lij
den en gevaar loonen van besmetting
door do cholera. Hij heeft ze dus eeni-
ge kilometers naar achter doen
gaan; maar dit is geen vlucht, en ze
ker geen bewijs van ontmoediging.
Zeker is het, dat de oositie der Tur
ken thans beier is dan op eenig an
der oogenblik van den strijd maar
lang houden kunnen zij zich niet
meer. Zij zijn te zeer gedemoraliseerd,
zij hebben te veel geleden van den
vijand, van honger en ellende, en nu
nog van de cholera.
Yan 't oorlogsveld.
DE BULGAREN.
De berichten over de hervatting
der vijandelijkheden zijn vaag. In 't
eene telegram heet het, dat er in de
Tsjataldja-linie weer heftig- kanonge
bulder vernomen wordt, wat natuur
lijk op nieuwe gevechten wijst, en in
't andere, dat de Bulgaren zich van
Tsjataldja terugtrokken, om uitbrei
ding van de cholera te voorkomen.
Een groote slag bij Adrianopel.
Uit Belgrado werd Donderdag aau
de Vossische Zcilung geseind: „Vol
gens particuliere berichten, die hier j
ingekomen zijn, is voor Adrianopel1
een groote slag begonnen
le Servische cn Bulgaarsche troepen
deelnemen."
De Mir deelt mede. dat de Turk
sche troepen tc Adrianopel Donderdag
een uitval hebben gedaan met het
doel het door de Bulgaren bezette fort
Kartaltepe te hernemen, maar
noodzaakt werden terug te koeren
naar de vesting met achterlating van
350 dooden.
De Bulgaren naar Konstantinopel?
Wat den intocht in Konstantinopel
betreft, ingeval de Bulgaren ook ver
der succes mochten hebben, wordt ge
meld, dat deze, wegens de uitbrei
ding van de choleru onder de Turken,
daarover thaus geheel anders denken
dan vroeger.
In Konstantinopel zijn nu 2000 ma
trozen der vreemde mogendheden ter
bescherming van de Christenen.
DE SERVIÖRS.
Het blijkt juist te zijn, dat de Sor-
visclie troepen, die van Munastir door
do Drina-vallei opmarcheerden, De-
bra hebben genomen en hu om-ukken
naar Durazzo, waarheen do Serviërs
uit Alessio zich reeds hebben bege
ven.
Zeven a tien bataljons Turksche
troepen met 10 kanonnen, die terug
trokken naar Fiorina, werden bij
Medjeli achterhaald door Servische
cavalerie. Na een kort gevecht sloe
gen de Turken op de vlucht met ach
terlating van wapens en munitie. De
Servische cavalerie vervolgde daarop
haren weg en kwam te Fiorina aan,
waar de Grieksche troepen zich kort
daarop bij hen voegden. De Servi
sche commandant droeg tóen de stad
aan hen over.
Vliegende colonnes doorkruisen nog
steeds de omstreken van Monas-
tir, teneinde Turksche vluchtelingen
uit hun schuilhoeken to verjagen.
De Morava-divisie, bestaande uit re
servisten, is te Resna aangekomen.
Een mobiele brigade staal voor Biba
en zuivert de streek van Albaneesehe
benden, die thans rooven en plunde
ren.
De commandant van de I)rina-di-
visie, die samen met de Monlenegrij-
nen Alessio heeft genomen, seint, dat
dë stad zich na een kort gevecht,
waarin de Servische troepen acht man
aan dooden en elf aan gewonden ver
loren, heeft overgegeven.
De Serviërs namen 43 officieren,
103 onder-officieren cn een groot aan
tal soldaten gevangen en maakten
2 kanonnen, 2500 geweren, een vaan
del en munitie buit.
Een detachement van deze troepen
is San Giovanni di Medua binnenge
trokken.
DE GRIEKEN,
hebben 't eiland Mytilene bezet.
De Hellenen hebben evenwel nog
andere plannen.
Uit Konstantinopel wordt geseind:
30000 man Grieksche troepen zijn van
Monastir naar de haven Katarina
gemarcheerd, waar zij op 50 trans
portschepen naar de golf van Saros
ingescheept zullen worden.
Reeds vroeger werd gemeld, dat de
Grieken na liet innemen van Saloni-
ki van plan waren, hun troepen, die
in het westen niet meer gebruikt
behoefden to wprden, naar liet oos
telijke oorlogstooneel zouden zenden.
Dit plan werd tijdelijk opgegeven,
omdat de •toeslamleu bij Monastir dc
ondersteuning van liet leger van den
Servischen kroonprins noodzakelijk
maakte. Nadat de Turken daar dooi
de Serviërs verslagen waren, hebben
de Grieken de handen vrij gekregen.
Zij zullen thans naar het oostelijke
oorlogstooneel gaan. De golf van Sa
ros ligt ten noorden van de Dardanel-
len. Na de landing zullen de Griek
sche troepen waarschijnlijk naar de
gevechtslinie gebracht worden, waar
zij een waardevolle versterking zul
len vormen voor de Bulgaren.
Als de oorlog althans dan nog
voortduurt, wat we natuurlijk niet
hopen.
Wreedheden.
Er wordt over geklaagd, dat de Is
raëlieten in Saloniki wreedheden van
de Grieken te verduren hebben gehad.
Slachting onder 'de Armeniërs.
De toestand te Wan (Armenië) is
zeer onrustbarend. De bisschop van
Ajamas bericht, dat in het patriar
chaat Syrië Armeniërs zijn vermoord,
zonder dat de plaatselijke autoriteiten
zich daarom bekreunden.
Vreemde oorlogsschepen.
De- Engelsche dreadnought „Invin
cible" kwam te Malta aan, ter ver
sterking vau het Middellandsche Zee-
eekader, en zal weldra gevolgd wor
den door nog drie dreuduoughts.
Dc vloot.
Uit Sofia wordt geseind:
Het bericht uit Konstantinopel, dat
twee Bulgaarsche torpedobooten
door den kruiser „Hamidic" in den
gioud zouden ziju geboord, is totaal
uit de lucht gegrepen.
Twee van do vier torpedobooten
werden licht beschadigd.
Ten gevolge van de zware- duister
nis kor. men niet nagaan in hoeveire
do „Hamidic" had geleden.
Es Cholera.
Er komt ook een uitvoerig tele
gram van een Engelsch oorlogscorres
pondent over de verwoestingen, die
dc cholera in het Turksche leger aan
richt.
In elk dorp bevinden zich dc slacht
offers van deze ziekte, overal langs
den weg, waarlangs dc troepen trok
ken, liggen do lijken en de stervenden.
Voor medische hulp is geen zorg ge
dragen en niets kan deze ongelukkige
slachtoffers van don oorlog redden.
Zoo vreeselijk is dc angst voor be
smetting, dat zoodra een soldaat door
do cholera wordt aangetast, hij door
zijn kameraden, met wie hij leefde
en naast wie hij streed, wordt ge
schuwd. Zij, die vallen, blijven liggen
om te sterven en' 'geen smeekbeden
zullen de overlevenden er toe bren
gen de helpende hand uit te steken,
zelfs al zijn ze in staat dat to doen.
Maar hoe gruwelijk de toonceion
ook zijn in de dorpen achter de ver
dedigingslinie van Tsjataldja, nog
erger ia do toestand te Hademköj,
het hoofdkwartier, waar het bij Loelo
Boergas verslagen léger zich ten slot
te concentreerde. Hier, onder do
slechtgevoede, uitgeputte soldaten
woedt de cholera het vrecselijkst. Ik
ben schrijft de correspondent
dat dorp nooit binnengegaan, want
wat ik in den omtrek reeds zag,
dwong mij, mijn paard te doen koe
ren. aangegrepen door een doffen
angst, dien ik anders nooit kende.
Van een heuvel zag de journalist,
het dorp liggen, was hij getuige van
het vertrek van een trein naar Kon
stantinopel, overvuld met vluchtelin
gen, gewonden en zieken, vechtende
en dringende, om aan het gebied van
verschrikking te ontkomen.
In bel centrum van Hademköj ligt
een groot plein, ingesloten door ka
zernes, veld- en ambulance-tenten.
Deze vlakte was bedekt met lijken en
de kruipende lichamen van de leven
den in allerlei houdingen, sommigen
liggend, anderen zittend of knielend,
weer anderen met de handen omhoog
smcokend naar den hemel. Op som
mige plaatsen waren de dooden in
hoopen opgestapeld, elders weer la
gen de levenden niet minder dicht
opeengepakt. En steeds werden nieu
we slachtoffers van de kampen en
fórian aangebracht. Al de wegen, naar
deze plaats leidend, lagen vol met de
li ken van hen, die onderweg waren
bezweken
En Hademköj is de prijs, waarom
de legers van twee natiën thans in
een doodelijke worsteling elkaar aan
grijpen
Uit Konstantinopel wordt geseind:
De cholera-epidemie in liet leger te
Hademköj schijnt af te nemen. In
de laatste dagen stierven dagelijks on
geveer 1000 man, thans 5 h 600.
Het Balkan-Scbisrelland.
Nu een nieuwe staalkundige indee-
ling van het Balkari-Schiereiland op
handen is, achten wij liet zoo
schrijft 't Ubld. niet van belang
ontbloot een overzicht te geven van
den tegenwoordigen stand van zaken,
volgens den toestand vóór het begiu
van den oorlog, zoowel wat den om
vang. van het grondgebied als het be
loop der bevolking betreft.
Vierk. K.M. Bevolk.
Eur. Turkije 169.300 6.130.000
Roemenië 131.353 6.966.000
Bulgarije 96 315 4.329.000
Griekenland 61657 2632 000
Servië 48.303 2.922.000
Montenegro 9.080 250.000
Ter vergelijking diene, dat het
grondgebied van ons land in Europa
ongeveer 33.000 vierk. kilometer groot
Met bet oog op de meer dan waar
schijnlijke toevoeging van Turksch
grondgebied aan de overige Balkan
staten (behalve Roemenië) laten wij
de indeeling van Eur op. Turkije
hier volgen
Provinciën. Omvang. Bevolk.
Konstantinopel 3900 1.203.000
Linie Tsjataldja 1900 60.000
Adrianopel 88100 1.028.000
Saloniki 35000 1.131.000
Monastir 28500 849.000
Kossovo 32900 1.038.000
Skoetari 10800 29 1000
Janina 17900 527.000
Hel Turksche keizerrijk builen Eu
ropa is veel grooter dan bet Europee-
sch'e gedeelte. Wel is het door den vre
de van Lausanne verminderd met
Tripolis en Behghasi, die ruim
l.OUO.OOO vierk. kilometer omvatten,
met ongeveer 1 miliioen inwoners,
maar het bestaat nog uit:
Vierk. K.M. Bevolk.
Klein-Azië 501.400 9.089.000
Armenië en Koerdis-
tan 186.500 2.471.000
Syrië en Mesopota
mia 637.800 4JJ89.000
Arabiö 441.000 1.000.000
Totaal 1.766 800 16 849.000
Buiten Europa omvat het Turksche
rijk dus nog een grondgebied ruim
10-maal zoo groot als dat iu Europa,
en een bevolking ruim 2 1/2 maal
zoo groot.
Tussctien ServIE en Oostenrük-
UongarUe.
Dc Servische gezant begaf zich
naar het departement van buitenland
echo zaken to Weenen, om aan Oos-
tenrijk-llongarije het besluit der Ser
vische regeering mede te deelen, waar
bij bepaald wordt, dat aan dc con
suls in de toekomst de meest volko
men vrijheid zal worden geschonken.
Do Bciclispost wijst er oj), dat die
mededeeling wordt gedaan, zonder
dat leedwezen wordt uitgesproken
over do onwettige behandeling der
consuls.
Oostenrijk-Hongarije zal met deze
verklaring van Servië dus nog wel
geen genoegen nemen.
Maar zelfs als de consuls-kwestie
vriendschappelijk wordt afgedaan,
blijft do zaak van de Adriatische ba-
ven nog óver. Men meent, dat Oosten-
rijk-Hongarije van Servië een be
slist antwoord zal vragen, op de ge
stolde eischen.
Ja er wordt
weer ernstig aan oorlogsgevaar
gedacht
De Serviërs moeten 't voornemen
hebben Durazzo aan de Adriatische
kust te bezetten. Daarmee wordt dan
Oosteiirijk-tloiigarije voor een beslist
feit gesteld.
En Oostonrijk-Ifongarijc wacht
daarop blijkbaar. In de monarchie
worden militaire maatregelen geno
men. Dc regeering noemt T ofliciéc-l
recrutc-ntransporteri, maar elk be
grijpt de beteekenis.
Maar zoo wordt er terecht op ge
wezen er is nog een groote af
stand tusschen beperkte mobilisatie
en een opmarsch naar de grenzen.
De bruggen over den Donau te Wee
nen wor.len bewaakt Men is blijkbaar
bevreesd voor gewelddaden van Ser
viërs, om de troepentransporten te be
lemmeren.
Uit Warschau komt bericht, dat
ook Rusland troepenbewegingen aan
d-j Balkangrcnzen maakt. Ook uit
Duitschland komen die geruchten.
Alzoo weer gevaar voor een Euro-
peeschen oorlog.
Helaas!
Hebben de machthebbenden nog
geen genoeg oorlogsellende in den
•Balkan gezien?
In de Oostennjksclie delegatie ver
klaarde president Merveld, dat de
wolken, die den po'ïtiekën horizon
hebben verduisterd, weliswaar nog
niet geheel en al zijn weggetrokken,
maar dat langzamerhand dc kansen
grooter worden, dat binnenkort weder
olgemeene vrede zal hèersóften.
Na deze uitlating zou men weer
zeggen, dot 't oorlogsgevaar niet zoo
ernstig is.
Dc Oostenrijksche consul is uit Bel
grado naar Ueskjóeb vertrokken.
Keizer Franz Joseph is te Weenen
teruggekeerd.
OuitsGblanA en Oostenrjjk-
Honjarije.
Aartshertog Franz Ferdinand is
Vrijdag te Berlijn aangekomen. Voor
de ontvangst aan het station ver
schenen de Duitsche Keizer, de rijks
kanselier, de minister Von Kiderlen-
Wcichter, en de Oostenrijksche gezant
te Berlijn.
Do ontvangst was zeer hartelijk. Dc
Keizer vergezelde zijn gast in de au
tomobiel naar het slot. Beide vor
sten werden door het publiek harte
lijk begroet,
De Wccnsche bladen wijzen op het
belang van het bezoek van den aarts
hertog-troonopvolger aan Berlijn.
Het officicuse Fremdenblaït zet uit
een, dat de besprekingen tusschen
keizer Wilhelm en den aartshertog
een bijzonder belang krijgen ten ge
volge van de Balkan-crisis en de
daarmee samenhangende belangrij
ke quaestics.
Het .Veu.es Wiener Journal meent,
dat Oo.stenrijk-llongarije niet langer
kan wachten, en dat Servië zich moet
uitspreken vóór de vredessluiting of
het de Oostenrijksche eischen aan
vaardt. Né de vredessluiting zou het
te laat zijn.
Allerlei.
DeDuitschebeg rooting.
De begrootiug voor het dienstjaar
1913 sluit iu inkomsten en uitgaven
met een bedrag van 3049 miliioen
mark, zijnde 191 milliocn meer dan
bet vorige jaar.
De rijksschuld wordt verhoogd met
33 1/2 miliioen en zal stijgen tot 5269
milliceu.
Voor aanleg er. inrichting van ver
sterking zullen 12,7 miliioen worden
besteed (16.7 miliioen in het vorige
jaar).
Voor liet rijksleger wordt gevraagd
een som van 72G.8 miliioen (38 mil
iioen meer dan het vorige jaar), voor
uitgaven voor één maal 160.8 mil
iioen of 18 mill, meer dan het vorige
jaar}.
Op de logerbeg rooting voor 1913 zijn
sommen uitgetrokken voor de oprich
ting van 93 nieuwe machme-geweer-
compagnieën, en van één cavaleric-
I regiment.
1 De vaste uitgaven voor de marine
worden geraamd op 192.2 miliioen
(16,1 mill. meer), de uitgaven voor één
maalop22S,7 miliioen (21.5 mill. meer).
Met do thans in aanbouw zijndo
schepen zal het aantal der bij
vlootwet bepaalde schepen op twee li
nieschepen en drie kleino kruisers na,
bereikt zijn.
De bemanning, van dekofficier en
lager, wordt uitgebreid met 6125 kop
pen.
Voor onderzeeër", worden evenals 't
vorige jaar 20 miliioen uitgetrokken.
UIT DE SPAANSGHE KAMER.
Bij de voortgezette bespreking van
de interpellatie tot de regeer in g over
den moord op Canalejas, norn Senan-
tes het woord en zeido:
„De regeering moet niet alleen op
treden legen de moordenaars, maar
ook tegen degenen in de Kamer, die
den aanslag goedkeuren. De anar
chisten zijn openlijk georganiseerd en
in deze Kamer zijn leden, die hen
tot wandaden aanzetten. (De presi
dent schelt heftig) Er zitten op de
banken van de uiterste linkerzijde af
gevaardigden, die opgehitst hebben
tot aanslagen op personen."
De afgevaardigde Pablo Iglosias
zeide daarop: „Gij tracht uit het ge
beurde een politiek wapen to «me
den. Het zal u echter niet gelukken
ens de schuld voor den moord aan te
wrijven."
Iglesias richtte daarna aan enkele
ministers het verwijt, dat zij hadden
getracht over het lijk van Canalejas
omhoog te klimmen en hij eindigde
met de verklaring, dat hij nooit had
aangespoord tot een aanslag op Ca-
nalejas.
De republikein sche leider Azcarate
verklaarde, dat zijn partij steeds aan-
slagen op personen heeft afgekeurd,
j De conservatief Dato drong er bij
Ide regeering op aari door strenge toe
passing van dc beslaande wetten een
einde te maken aan een propaganda,
die, hoewel in strijd met de bedoeling
der propagandisten, kan leiden tot da-
den als de onderhavige, die .Tij zoo-
5 zeer betreurde.
Minister-president. Romano nes wees
daarna er op. dat Sonant-?- door zijn
interpellatie aan de partiien in de
Kamer de gelegenheid had. verschaft,
om. zonder- een enkele uitzondering,
te verklaren, dat zij den moord on
Canalejas ten sterkste afkeuren en hij
verzekerde verder, dot de repeering de
bestaande wetten krachtig zal toenas-
Mr. Van Slunnaien's gedenk
schriften.
Naar het. Engelsch bc-
werktdoorR. P.
Door eon dier onvolprezen geluk
kige toevalligheden, die zon af en
toe in 's menschen leven zich voor
doen. kreeg onze redactie de gedenk
schriften van mr. van Slungelen,
achtenswaardig barver van het mis
tige .«Wéddicè Snnrkenburg. in hon
den. 7\j heeft niet trenarzehl, tot de
bewerking' <Wer schrifturen over te
eaan om ze door d« lowers van Haar
lem's Bnsblad te doen genieten.
's Hoeren van S'l-mcmlen's erfgena
men 'want hela"s de gro'de "non
is te vroeg verscheiden hadden
geen bezwaar tegen de publicatie
der lotgevallen van een zoo verdien
stelijk menscli. Slechts bleef do moei
lijkheid: waar te beginnen? Op de
meest "onpartijdige wijze hakten wc
dezen knoop door. door in den avon-
turen-stapel een koenen greep te
doen. daarna een
I
neer le zelüen. en daaronder den ti
tel van 't eerste avontuur dat in on
ze handen gevallen was:
MIJN MARATHON-RACE.
(Mr. van Slunge'on vertelt):
In de Shnrkerburgsclue sport
kringen was men het sinds lnneen
tijd eens over de ontzael'ike ver
diensten van m»»n vriend Janussen
als a'Lrnundi-atHeet. ik nu
Janussen een oprechte vriendschap
toedraag, was ik het ten deze niet
eens met den roep die van hem uit
ging.
Hoor'es, beste kerel mocht ik
zoo tegen 'm zeggen ,.ik voor mij
geloof, dat je een beetje te veel
vleesch aan je lichaam hebt, om als
physiek-volmaaakt. te kunnen wor
den aangemerkt. Jij. del M. 60 lang
bent. weegt negentig kilo. Dat 's te
veel! Zie nou 'es mijn bevalligen li
chaamsbouw, dan is dat toch heel
wat anders! Een kwart meter langer
dan jij, en niet meer dan 60 Kn. zwaar
te! Jij bezit in 't minst niet de li-
chaamsproporties, waarop iemand
als Apollo zoo trotsch was. Ja. om ie
do eerlijke waarheid te zeggen, V©.
rel: Je bént walgelijk dik!
Een van Jan us sen's grootste ge
breken is, dat hij niet kan verdra
gen dat iemand de aarheid zegt,
Als je 'n blauw oog wilt hebben,
van Slungelen (zei hij op z'n gewone
vulgaire manier) dan bewandel je
den goeden weg om dat doel te be
reiken. Wat weet jij van athletiok
af? Als ik 'n mijls-wcdstrijd tegen ie
liep zou ik op de eerste tien meter
al 'n flinlcen voorsprong hebben!
U Is altijd gevaarlijk voor
iemand, óm een diergelijken toon, le
gen mij aau to slaan. Er is iels in
•het bloed der van Slungelen'^, dat
dan aan 't bruisen gaat.Evenwel be
hield ik mijn' uiterlijke kalmte.
Hoor 'es, Janussen (zei ik hartelijk)
als er in bot register der sporten,
een staat, waarin jij me overtreffen'
kunt, laten we dan mekaar eens be
kampen. Kies de wapenen, en Je zult
je over mij niet té beklagen hebben.
Tk bén bereid tot een gevecht-op-le
ven-en-dood, tot een mijl ftordloopon,
een mijl springen, een mijl wande
len, een mijl vliegen, en wat je nog
meer wilt.
Mijn naam is van Slungelen. Nèèïü
rn'n uitdaging aan, of hou verdcr
jo gemak!
Ik had geen bandschoen in <Je
buurt, om hem die volgens het ge
bruik in 't gezicht te smijten, maar
deed nu maar hetzelfde met de inter
communale telefoongids.
Dit was voldoende. Janussen zei
dat niemand hem ongestraft dc ver
zamelde adressen van den Nedcr-
landschen handel in het gelaat zou
smijten. Hij bestelde een versch bier
tje, en accepteerde de uitdaging.
Ik ben niet gewoon dergelijke din
gen te ondernemen, tenzij de eer. van
mijn familie er mee op het spl staat.
Anders laat ik het. Het lijkt mij- liet
nuttig om allo groote wissel prijzen
eu sporttropheën saam te brengen
in een kléin bestek als rn'n „Acacia
Villa", 't Is veel beter als ze wat ver
deeld zijn over het land.
Mijn buurman Slobber koos in cit
geval mijn partij, en ried me aan,
mij in zijn handen te stellen. Dit
deed ik, want die handen zijn groot
genoeg om twee man van gewoon
postuur te omvatten. Ik moet hierbij
zeggen, dal Sl-obber en Janussen niet
op al te besten voet stonden, sinds
hun vrouwen ruzie hadden gehad
over een taschje, dat de een aan dc
ander 'had uitgeleend en. niet 4,rng-
gegeven.
Wij besloten om een all-round
match -over vijf mijlen te houden. Do
eerste mijl zouden we Hardloopcn,
en de scheidsrechter zon voor ieder
der overige vier uitmaken of er moest
worden gesprongen, gevlogen of dat
vvè den afstand op onze hoofden zou
den moeten afleggen.
't Was werkelijk jammer. do.t de re
geling van den wedstrijd uitlekte,
waardoor mijn training-zeer belem
merd werd door allerlei menschen,
die wilden wedden wie er winnen
zou.-
De N. V. Baksteen Monoplane Mij.
verzocht mij. haar machine te ge-
bru'ken voor de afdeeling ..een mijl
vliegen" en was zoo coulant om mij
een vrije begrafenis te beloven als ik
onderweg omlaag mocht tuimelen.
Een andere onderneming, die een
zeer bijzondere soort petroleum in
den handel bracht, vroeg me vrien
delijk om dat artikel even ..in de wij
de lucht" te willen probeeren.
Al die menschep stuurde ik naar
Slobber toe, en legde me zelf toe op
korte ..sprints" den tuin rond.
Maar de menschen van de reclame
kun je moe:Hik oniio^p*n. .Tuist toen
ik in miin eindsn -rt vnn een kilome
ter-race was (met de hroeikas als
dool) kwam zoo'n heer vlak bij me
als uit den arord opriïzen, en smeek
te mij om toch te gebruiken ,.Prut-
ser's hardloop-schoeien, des renners
vrienden".
't Is goed zei Slobber w©
zullen al die dingen probeereu.
Maar alles wat jij te doen hebt, bes
te vrind, is Janussen over den
lieelen weg vóór te blijven. Als je bij
het begm een dergelijke taktaek i u"-
past, en haai- tot het eind van de
race blijft uitvoeren, kan k n:et mis
sen of je wint. Velschillende groote
races zijn op die manier gewonnenl
Natuurlijk was het vrijwel otluio-
r e y i 11 et®n
(Naar het Fr au ach).
21)
Toen de tijdelijk gevluchte bewoners
na hot terugtreden van de Loire er
weer in terug kwamenhadden zij
niets anders te dioen dan er een nieuw
rieten dak op te zetten; om wat zij in
dergelijke omstandigheden altijd
weer verloren, te vervangen. Wat de
meubelen aangaat, die men er in had
achtergelaten, men vond zo terug op
dezelfde plaats, weliswaar een beetje
beschadigd, maar het meubilair van
de familie Bckuvet wus niet weelderig,
heel solide ou kon over 't algemeen
best tegen een onderdompeling van
«enige dagen.
De Kraan zag er dus bijna precies
zoo uit als toen wij het huis vroeger
zagen, behalve haar nieuwe rieten
dak, dat nu met sneeuw bedekt was.
Op den drempel stonden twee jonge
kinderen met roodeu neus en de ban
den in de zakken, die onophoudelijk
zeer in spanning schenen te zijn, eu
die zoo nu en dan onverstaanbare
woorden wisselden met hun oudere
broers en zusters, die wat verder in
■afwachting stonden. Pierre, dc oudste
van de jongens, stond op wacht op de
brug van de Butard, terwijl Jean nette
in een ouden mantel gewikkeld op
een rots was geklommen, van waar zij
den weg kon overzien. Jeannettc, de
voorste schildwacht van het troepje,
keek voortdurend in dezelfde richting;
zij scheen van 'haar rots af de rol te
vervullen van de zuster Anna, in het
verhaal van „Blauwbaard", zij zug
niets komen. Iederon keer, als de vra
gende kreet, van mond tot mond
gaande, tot haar doordrong, ant
woordde «ij alleen mot een wanhopig
handgebaar. Helaas 1 en toch had de
arme Jeannettc, anders een mooi
meisje, door haar uithoudingsvermo
gen wel verdiend, eindelijk eens iets
te zien komen i Voortdurend onbe
weeglijk op haar hoogen post, was zij
versteend vuil koude. De wind be
woog haar- lange, golvende haren en
haar met sneeuw bedekten mantel
haar mooi gezichtje werd purperkleu
rig onder de aanraking van den fcLleii
noordenwind. Maar Jeannette maakte
zich daarover niet ongerust eu bleef
steeds den eenzamen weg langs kij
ken, die ais een grijs Itnt over de
sneeuwvlakte slingerde.
In weerwil van den ijver en do op
gewektheid vau deze jeugdige schild
wachten, verschenen er herhaaldelijk
twee vrouwen aan de deur maar, na
een vlug onderzoek, gingen zij weer
in iiuis terug. Die tv.ee vrouwen wa
ren Marguérite JJouvot eu VictoLre
Marin, die op dit oogenblik vol ver
langt
l uitzagen naar hetgeen komen
Eindelijk wist Marguérite het jougo
meisje te bewegen naast, haar bij den
haard, waarin een helder vuur
brandde, te gaan zitten. Maar Viotoi-
re ,kon haar aaudoeuing niet meester
worden.
Laat mij maar begaan, Margué
rite, zei ze, opnieuw in snikken en
tranen uitbarstend, het is een
slecht teeken, dat het zoo lang duurt
T-Iet vonnis moet vanmorgen ai iu
Ncvers zijn uitgesprokenais het
gunstig was, dan zouden mijn vader
en uw man, die weten hoe doodelijk
ongerust wij zijn, al hier kunnen zijn.
Zij zullen geen haast hebben, om ons
een slecht bericht te melden!.... Arme
Leonard Om als een misdadiger voor
de rechters te moeten verschijnen en
bevend hun vonnis af te wachten.
Goeden moed, lieve Victoire
zei Marguérite, die eigenlijk zelf be
hoefte aan troost had Nevers is
hier nog wel lieu mijl vandaan eu de
sneeuw heeft de wegen glibberig ge
maakt. Bovendien is het rijtuig van
moed ei- Laficelle, dat zij gehuurd heb
ben, om naar de stad te gaan, niet
één van cfe lichtste, en de groote mer
rie loopt een beetje mank. Kom er is
nog niets waarover wij ons ongerust
moeten makeu. Bedenk eens hoeveel
menschen zich voor onzen besten jon
gen interesseerenMen zal bom red
den, wees daarvan verzekerd. Eer
stens je goede vader, die te zijnen
gunste rapport beeft uitgebracht, die
aan dien generaal in Parijs, zijn be
schermer, heeft geschreven, on die
tenslotte zelf voor den krijgsraad
heeft willen getuigen; verder alle per
sonen, die Leonard heeft gered, eai
die daar ook zijn zullen... Elf, kind
elf met je vader en Labourot er bij
in bog repen, en er zijn burgers van
invloed bij.... Neen, die off eieren zul
len zoo wreed niet zijn. mijn goeden
jongen to veroordeelen 1 Zij zullen
hom bedaard naar huis terugsturen,
ik wed heten hij zal ons niet meer
verlaten, en wij zullen gelukkig zijn
Anders.... zouden zij geen hart moe
ten bobben
Zij, die do wet moeien uitvoeren,
arme Marguérite. mogen er een bob
ben, zei Victoire, maar de wet
zelf heeft er geen.... U kent de ge
strengheid van het militaire wetboek
niet Ik heb er staaltjes van geboord,
die iemand doen beven.... Doe als ik,
beste Marguérite, wees op alles voor
bereid.
Moeder Bouvet deed nog alle moge-
lij ko moeite om het meisje gerust te
stellen, toen zich uit de verte kreten
deden hooren, weldra herhaald dooi
de kinderen, die vlak bij de deur ston
den.
liet rijtuig, het rijtuig riepen
de ion go schildwachten, daar
ziju ze I
- Mijn man=- riep Marguérite.
Mijn vader zei Victoire.
En zij snelden blootshoofds en zon
der mantel aan naar buiten, in weer
wil van de koude cn de sneeuw. De
kinderen volgden hen. Op de brug
stond Pierre haar veelbetcckcncndtoe
te wuiven. Wat Jeannette betrof, zij
bad haar post op de rots verlaten eu
zij vond blijkbaar al ln het gezelschap
van de nieuw aangekomenen de be
looning voor haar stoicij.nsch geduld.
De twee wouwen snelden naar de
brug. die Pierre juist ging verlaten.
Van daar af hadden zii de voldoening,
de reieieers te zien naderen, die uit
het rijtuig gestapt waren eu die langs
het voetpad de Kraan naderden. Zij
waren met hnm drieën, vader Bouvet
in zijn beste kleeren, brigadier Marin
iu groot tenue, en eindelijk oen sol
daat uit de gelederen, wiens tegen-
woordigheid hen in verbazing bracht.
Maar na hem oen oogenblik goed te
'hebben aangekeken, liepen zij nog
sneller en riepeu
Ilot is Leonard, wat ccn goluk
het is Leonard
Weldra waren zij nu bij elkaar en
eenige minuten laug was het een ge
roezemoes van verheugde, ontroerde
en snikkende stemmen. Met hun ca
priolen en vroolijke uitroepen op liet
gezicht van hun g r öo t c n broer,
maakten de kinderen de verwarring
van dit aandoenlijk tooncel nog groo
ter.
Vrijgesproken, nietwaar vroeg
Victoire bevend aan haar vader.
Ja, Victoire, vrijgesproken, ant
woordde de brigadier met minder
vreugde in zijn stem, dan men vau
hem verwacht zou hebben.
Zij hebben hem mij teruggezon
den 1 riep de moeder uit. dol van
vreugde o wat een beste men
schen wat een uitstekende rechters
en brave officieren O, wat een ge
luk, zij geven mij mijn jongen terug!
Maak je maar niet al te blij,
vrouw, zei Bouvet, de schouders op
halend men neemt soms met. de
eene hand, wat men met de andere
weggeeft.
Zeker, zeker, moeder, riep
Leonard uit, wees maar dankbaar.
Zegent mijn rechters, gij allen, die
mij bemint, want zij' zijn vol toege
vendheid voor mijn fouten geweest,
zij hebben mij de handboeien, de ge
vangenis, een schandelijke veroordee-
ling bespaarden als u de mooie
woorden van den kolonel, die presi-
doerde, gehoord had, toen hij mij. na
het vonnis uitgesproken te hebben,
gelukwenschte met mijn houding bij
de overstrooming Men schreide on
der liet publiek, en toen ik heenging,
drukte mén mij de hand, omarmde
men mij... tot zelfs mijnheer Labou
rot, die als getuige was opgetreden,
en die mij op zijn beurt ook kwam
compliinenteeren, maar tegen hein
kan ik nog altijd niet volkomen vrien
delijk zijn. (Wordt vervolgd).