Uiman Dagblad
VIERDE BLAD
Zaterdag 30 November 1912
OM ONS HEEN
No. 1626
De Administratie ln Turk(|e.
II.
„De administratie van hel leger,"
zoo gaat Laut in zijn artikel voort,
„is niet minder bedorven, dan de an
deren." Aan rijke lieden worden vrij
stellingen verkocht, anderen worden
met geweld ingelijfd en nadat hun
tijd ten einde is, houdt men ze nog in
het regiment, óm de leegc plaatsen,
door deze schandelijke vrijstellingen
ontstaan, aan te vullen.
De ongelukkige soldaat, die naar de
garnizoenen van Thracië, Macedonië
of Albanië gezonden wordt, blijft
daar verstoken van soldij, Meeding,
schoenen en brood. Minister, prefec
ten, officieren plunderen de kas en
do arsenalen, verknopen granen,
uniformen en wapens, zoodat de
Uitgehongerde soldaat wel op roof
uit moet gaan. Hij plundert dus de in
woners. Men verhaalt, dat op zekeren
dag het garnizoen van Ipolc, stervend
van honger, in zijn geheel naar Ues-
kjub marcheerde, waar de gouverneur
woont, en dreigend om eten vroeg. Hij
moest het hun wel geven cn twee we
ken lang bleef hel garnizoen daar.
etende wat het kon en weigerend
naar zijn standplaats terug te keeren.
In de steden van Macedonië, waar
de handelswük of bazar bewoond en
gedreven wordt door Christenen, leg
gen de prefecten het zoo aan, dat
van tijd tot tijd, wanneer het uitge
hongerde garnizoen tot oproer dreigt
over tc gaan, een brand uitbreekt. De
troepen worden daar dan heen ge
zonden om het vuur te hlusschcn en
het spreekt van zelf, dat zij de be
dreigde goederen redden door die te
stelen.
„Van Janïna tot Prisrend," zegt Bé-
xard, „is er niet één bazar van Chris
tenen, of hij heeft een- of tweemaal
dienst gedaan om het Turksche leger
van kleeding en voedsel tc voor
zien."
Tct verontschuldiging van die ar
me drommels van soldaten kan- strek
ken, dat zij kleeding noch voedsel krij
gen, honger hebben en kou lijden. In
het algemeen zijn het brave boeren
uit Klein Azië, die vandaar in Mace
donië overgeplant, en aan hun. lot
overgelaten worden. Eenigeri tijd heb
ben zij geduld, zij berusten en lijden,
maar wanneer dat te lang geduurd
heeft, worden de wolven tot lamme
ren. Dan gaan zij plunderen en le
ven op andermans bezit.
Natuurlijk zien zij nooit een stui
ver soldij. Dikwijls is er gezegd, dat
men liever te doen wil hebben met de
ergste bandieten, dan met de Turk
sche gendarmes. Die beliooren tot de
ergste plunderaars. Maar is dat te
verwonderen? Het traktement van
dertig francs 'smaands, dat bun in
Macedonië toegezegd is, ontvangen
zij bi:na nooit, zoodat zij diegenen
uitplunderen, die zij moeten be
schermen.
De ambtenaren hebben om zoo te
zeggen dezelfde verontschuldiging.
Allen, van den v a 1 i, den gouverneur-
generaal van de provincie, af tot den
geriugsten ambtenaar of cliaouck,
toe, zijn genoodzaakt geweest, hun
betrekking te koopen en allen ont
vangen zeer onregelmatig hun trakte
ment. Hun eenige hulpbron is dus,
zich schadeloos te-stellen op do bewo
ners, niet alleen om b a k c h i c h of
fooien, maar ook door eischen van
allerlei aard, door geweld gesteund.
Maar dit is nog niet alles. Bij de
onderdrukking door den ambtenaar
en de plundering door den soldaat
komen voor de ongelukkige Chrislen-
Macedonicrs, Serviërs of Bulgaren
nog de rooverijen van de Albaniërs.
Sedert onheuglijke» tijd leven zij
op kosten van hunne buren. Van Ja
nuari af komen zij van hunne bergen
naar de vlakte en bezoeken daar de
Macedonische boeren, om te bepalen,
welke schatting dezen hun zullen op
brengen en die zij zes maanden latei-
in ontvangst zullen komen nemen.
Die bijdrage is gegrondvest op niets
anders, dan op hun willekeur; de ëèiie
boer werd aangeslagen voor vijftien
of twintig Turksche ponden, do an
der, die naar hunne meening in betere
omstandigheden verkeert, voor hon
derd. In de maand Juni komen de Al-
baneesche hoofden met hun mannen
de belasting in ontvangst nemen cn
elke boer, die weigert te betalen of
zich zelfs maar een tegenwerping ver
oorlooft, wordt neergeschoten.
Erger nog: wanneer een Alba-
heesch opperhoofd, na veertien dagen
of drie weken met zijn gevolg bij den
boer gelogeerd te hebben, besloot naar
de bergen terug tc keeren, dan durf
de hij nóg van den ongelukkige, dien
hij geruïneerd had, een laatste belas
ting eischen, dien deze „grappige"
bandieten gedoopt hadden met een
woord, dat „tandpenning" beteekende,
Die tandpenning moesteen schadever
goeding beteekenen voor de slijtage
van hun gebit gedurende den tijd
nota bene, dat zij bij den armen boer
hadden gegeten of gedronken.
En nog moést hij blij wezen, wan
neer hij er met geld alleen afkwam,
want soms stalen ze zijn vrouw of
dochter ook nog.
Het is te begrijpen, dat door zoo
veel eischen deze arme lieden ten
slotte buiten zichzelf werden ge
bracht en hunne ras- en gcloofsge-
nooten, Bulgaren, Serviërs en Monte-
negrijnen bij het hooren van hunne
rechtvaardige klachten te hulp ge
sneld zijn. En te begrijpen is ook, voor
wie de administratie van het Turk
sche leger kent, hoe het komt, dat
het leger, in weerwil van de kracht,
de matigheid en de berusting zijner
soldaten, het hoofd niet hoeft kun
nen bieden aan de bewonderenswaar
dige militaire organisatie van zijn
tegenstanders.
Bij de laatsten was alles gereed, bij
de Turken ontbrak alles.
„Wat ons dadelijk getroffen heeft,
zoodra wij bij de troepen waren,"
zeide een oorlogscorrespondent, die
meetrok met het Turksche leger,
„dat is, dat de intendance zoo goed als
geheel ontbrak. De mcnschcn, dien
men het aan alles liet ontbreken,
stierven letterlijk van honger en wa
ren daardoor verzwakt vóórdat zij
gestreden hadden. Dat alleen maakte
hen voorbeschikt voor de nederlaag."
De militaire dienst was niet beter.
Aan het front geen vliegende ambu
lances, geen draagbaren, geen gonees-
heeren, in de achterhoede geen be
hoorlijk ingerichte en uitgeruste veld
hospitalen.
Geen veldtelegraaf, noch telephoon
voor het overbrengen van de beve
len.
Een onvoldoende artillerie, dikwijls
met te'weinig ammunitie, in het alge
meen een gebrekkig materieel. Dat
was het gevolg van de bakchich, van
de fooien.
Zoo is het werk van het Turksche
regime. Voeg daar nog bij de zwak
heid van het opperbevel, dat toever
trouwd is niet aan wie uitmuntte door
militaire bekwaamheid, maar aan
hem, die de politieke gunst bezat en
men heeft de verklaring van al de
rampen, waarmee het Turksche leger
sinds den aanvang van den oorlog is
overstelpt.
Een volk, zoo betoogt Laut, is al
tijd de meester van zijn eigen lot.
Wanneer het de kracht niet heeft om
zijn ambtenaren en politici to noodza
ken tot vooruitzien, praclische eer
lijkheid en eerbied voor de vrijheid
van anderen, in één woord tot do be
ginselen van maatschappelijke mo
raal, waarop het bestaan dor volke
ren steunt, dan is zulk een volk on
afwijsbaar gedwongen tot achteruit
gong en daarna tot ondergang'.
Wat er thans in het Oosten ge
schiedt, is ons'daarvan een nieuw be
wijs. Het Turksche regime heeft aan
de verbonden Balkanstaten dc over
winning bezorgd, het Turksche re
gime zal Turkije den dood doen.
J. C. P.
De oorlog op het Balkan-
Schiereiland.
XIV.
Alvorens opnieuw een poging te
wagen om tot overeenstemming te
komen inzake de voorwaarden tot een
wapenstilstand, hebben de afgezanten
van Turkije en Bulgarije die Maan
dag j.l. samen kw amen in Baglikhe
Keni, bij Tsjataldja allereerst be
sprekingen gehouden tot het vaststel
len van demarcatielijnen. Deze lijnen,
evenwijdig loopende aan on ten Wes
ten van de linie gelegen, sluite-n een
strook gronds af, welke door de oor
logvoerende partijen neutraal ver
klaard wordt en dus door geen der
partijen mag betreden worden. Waar
schijnlijk zijn over deze kwestie beide
partijen het spoedig eens geworden,
want Dinsdagavond deed alreeds het
gerucht de ronde, dat de onderhan
delingen omtrent een wapenstilstand
het doode punt hadden bereikt. De
'kwestie van de ovorgeving van Adria-
nopel, waaraan Bulgarije vasthoudt,
en waarvan Turkije niet hooren wil-,
schijnt de spaak in het wiel te zijn.
De Turksche gedelegeerden deelden
den Bulgaren mede, dat indien de
verbondenen niet van dat denkbeeld
willen afstappen, de onderhandelin
gen als geëindigd konden beschouwd
worden. Indien het de verbondenen
ernst is met het eindigen der vijande
lijkheden, dan zullen zii gezien de
houding van Turkije water in hun
wijn moeten doen.
De spanning tussehen Oostenrijk en
Servië schijnt ook wat verminderd te
zijn door het bericht, dat consul
Prochaska te Prizrend in hinkenden
welstand verkeert Maar niettegen
staande deze geruststellende tijding
is de crisis toch nog niet zijn eind
genaderd. Zooals wij reeds zeiden,
ligt de hopfd-moeüijkheid in de hou
ding van Servië ten opzichte van de
Albaneezen- en haven-kwestie. Indien
deze moeilijkheden naar den zin van
de beide mogendheden geregeld kon
den worden, dan zou zeer zeker de
gevaarlijke Europeesche toestand vor-
dwijnen. Hoewel iedereen overtuigd
is. dat Rusland Servië steunt in zijn
eischen, neemt de Tsaar een buiten
gewoon vredelievende houding aan.
Do nieuwgekozen Doema, die van
daag (28 November) bijeenkomt, zal
waarschijnlijk wél haar invloed op
den toestand krachtig doen gevoelen,
en wat er in hare zittingen besproken
zul worden over den Balkan, zal ons
allicht een kijkje verschaffen achter
liet dichte scherm van de Russische
politiek.
Van de zoogenaamde Ooslenrijk-
sclie mobilisatie, is niets verder be
kend, dank zij de strenge censuur.
Maar toch is uitgelekt, dat de spoor
wegstations van Semün aan de- l)o-
naü (aan de Servische grens tegen
over Belgrado) tot aan I.inz bij de
Duitsche grens door troepen bezet
zijn, als voorzorgsmaatregel.
liet schijnt een feit te zijn, dat dp
Triplo Entente Turkije den raad ge
geven heeft, de voorwaarden vooreen
wapenstilstand aan te nemen, welke
voorwaarden door die mogendheden
billijk en gematigd genoemd werden,
terwijl daartegenover do Driebond
die voorwaarden zeer hard heette en
aan de Porte aangeraden heeft, de
onderhandelingen af te breken. Waar
bij vroegere gelegenheden de mogend
heden in het troebel water van den
Bulkan vischten, schijut nu Turkije
met succes zijn netten uit t© werpen.
Een oorlog fusschen Oostenrijk en
Rusland, waarin Servië betrokken
moet worden, de uitputting der Bul
garen en de onmogelijkheid nnt hun
verliezen aan te vullen, en de voort
durende aanvoer van Turksche troe-
jx-n naar de Tsjataldja-linie, waar de
sterfte door de cholera aan het afne
men is, zijn altemaal factoren, die
Turkije aan zijn credït-zijde te boe
ken heeft en welke hein met licht zul
len doen besluiten, vooralsnog eenige
voorwaarden tot wapenstilstand of
vrede te accepteeren.
Ik wil nu een kort overzicht geven
van de positie van beide legers te
Tsjataldja en mijn indrukken schet
sen van de toekomst van den oorlog
in Thfaciè. De hoofdfactor in den
huidigen toestand is wel de terug
tocht van de Bulgaren van de Tsja-
tuld ju-linie en een andere factor, met
minder belangrijk, is de onderhande
ling omtrent een wapenstilstand,
waarvan nog niets bekend is. Zeer be
trouwbare berichten melden, dat een
groot deel van het Bulgaarsche leger
geen verdere pogingen zal aanwenden
om de linie te nemen of zelfs Ixproc-
ven, het Turksche leger daarbinnen
in te sluiten want dat deel der Bul
garen is teruggetrokken op Chorlu en
nog verder tot aan Luie Burgas. Al
leen vóór den rechtervleugel van de
stelling, op de hoogten bij Kalifakoui
en Chifthikeui, hebben de Bulgaren
nog voeling met hunne vijanden, een
zeer gering contact evenwel, daar in
de laatste 4 of 5 dagen zelfs geen
schermutseling heeft plaats gehad.
De reden, die Bulgarije voor het
terugtrekken van zijn troepen op
geeft, namelijk de vrees voor de cho
lera, lijkt mij zeer gezocht, omdat het
ai te bekend is, dat de Bulgaren zei
ven ook vreeselijk door de ziekte heb
ben te lijden gehad. Had die reden
recht van bestaan, dan had het terug
trekken der Bulgaren alreeds geschied
moeten zijn bij het. uitbreken van de
cholera onder de Turksche troepen.
De toestand van het Bulgaarsche le
ger schijnt ook allesbehalve schitte
rend te zijn. Bij honderden sterven
de soldaten aan cholera, dysenterie
en andere buikziekten, en het hecle
leger is op het punt van honger om te
komen. De laatste zwakke aanvallen
op de linie moeten dan ook beschouwd
worden als de laatste stuiptrekkingen
voor den dood.
Daarentegen is de geest bij de
Turksche troepen uitstekend. Door <le
aangekomen versterkingen'van batal
jons uitgekozen manschappen uit Er-
zeroern, Trebizond en Smyrna,
schijnt de sterkte van hot Turksche
leger weer tot lOO.OÖO te zijn geste
gen. Die nieuw aangekomenen zijn
wel gevoed en hebben van de misère
der voorafgaande weken niets onder
vonden. Zorgvuldig worden zij van de
cholera centra verwijde d gehouden.
Men mag gerust aannemen, dat de
zwakkelingen moreel en physiek
van ihet oorspronkelijke Turksche
Oosterleger, voor het grootste deel
verdwenen zijn en dat de capaciteit
van dat n'euwe leger veel grooter is
dan van ïiet oude.
De hospitalen hebben groot© verbe
teringen ondergaan en Hadem/kcij is
vrij van cholera, door het vervoeren
van de zielen naar speciaal daar
voor ingerichte kampen, waar meer
zorg aan de zieken besteed kan wor
den. De cholera is aan het afnemen,
hetgeen toegeschreven wordt aan de
koude, die de laatste week geheenscht
heeft. Todh is het aantal slachtoffers
nog zeer aanzienlijk en ioderen dag
worden nog honderden aangetasten
naar de kampen vervoerd. Men schat
't aantal dooden, door de cholera, op
17000. Slechts 8 van de aangetasten
brachten er het leven af.
Do laatste dagen van rust, IteMien
de Turken ziclh ten nutte gemaakt
unet het verder afwerken en verster
ken van hun verdedigingslinie, zoo
dat men veilig kan aannemen, dat
deze veel aam tarugstootend vermo
gen heeft gewonnen. Onder deze om
standigheden zou het eenvoudig gek
kenwerk zijn, van de Bulgaren, zelfs
al werden zij versterkt door Seinen en
Grieken opnieuw een aanval te be
proeven. Ofschoon de otfensieive geest
bij de Turken herleefd is, schijnt mij
ook een offensief van hunne zijde
weinig kans op suceès te lieloven.
Hun leger Is nog nie' in die court tie,
om een dergelijk werk te onderne
men en zij doen m. i. hei verstan
digst, voorloopig rustig in hun zeer
sterke stelling te blijven en het tijd
stip af te wachten, waarop zooveel
versterkingen zijn aangekomen, dat
zij met een behoorlijke overmacht
zonder de linie t© ontWooten een
retour offensief kunnen ondernemen,
om te trachten de Bulgaren over de
grenzen terug te werpen. Er komt
echter ©en groote ..maar" bij. Gestold
dat ihet tot een offensief van Turk
sche zijde komt, dan moet dat leger
door een totaal uitgeputte landstreek
trokken, langs bijna onbegaanbaar
terrein in een zeer ongunstig se'zoen.
•Het groote gebrek aan militaire trei
nen tot het medevoeren van vivres,
de spoorweg die bijna geiheel vernield
is, zijn factoren, waarmede ernstig
rekening gëhouden moot worden en
welke al spoedig een zeer belemme
renden invloed zouden uitoefenen op
den gang en op 3e snelheid van de
operaf iën.
Nog een andere reden, die rem
mend werkt op een mogelijk offensief
is het totale gebrek aan veklgesdbut.
'Zooveel kanonnen zijn in den loop
van den veldtocht verloren of ver
nield, dat bij eene ontmoeting met de
Bulgaren, de Turken, wat artillerie
belieft, in groot© minderheid zouden
zijn.
Ik houd het er voor, dat de Bulga
ren, de onmogelijkheid inziende de
Tsjataldja-linie te nemen terugge
trokken zijn mei het doel Adriasio-
pel nog nauwer in te sluiten en deze
vesting door 'honger te noodzaken
zich over te geven. Een gedeelte van
hun macht zouden zij dan detaalx-e-
ren ten Zuiden van Adriunopel, om
pogingen van Turksche zijde tot ont
zet van die vesting, te verijdelen. Een
belangrijke vraag is dus: Hoelang
kau Adr.anopel het nog uiuhouden.
Do Turken beweren dat de vesting
voor 3 maanden van levensmiddelen
is voorzien, maar dat slaat nog te
bezien. De laatste berichten omtrent
de ondenhandeluigen, wijzen er op
dat Bulgarije geneigd schijnt, de
voorwaarde van oveigave van Adriu
nopel te laten vallen.
C. J. A. KRUYT.
Koloniën
WEST-BGRNEO.
Uit Batavia wordt aan de „De Tel."
bericht.
,Unze trceper ontdekten in hot
Landoksche op Borneo, (lat Dajaks
zich in een hinderlaag gelegd hadden.
Er werden vijf Dajaks gedood hunne
geweren worden buitgemaakt."
Men weet, dat in West-Borneo op
stootjes, waaraan zich zoowel Chiriee-
zen als Dajaks schuldig rpaakten, ver
sterking der militaire macht in dat
gowest noodig maakten.
ONDERSCHEIDINGEN ATJEH.
Bij Koninklijk besluit is, ter beloo
ning van hen, die zich hebben onder
scheiden in het gouvernement Atjeh
en onderhoorigheden, hoofdzakelijk
gedurende het jaar 1911
I. in de Militaire Willemsorde be
vorderd tot ridder 3de klasse, le-luiie-
nant van het korps marechaussee H.
J. Schmidt, en benoemd tot ridder 4fle
klasse de kapitein der infanterie jhr.
J. J. Boreel, de Europeesche sergean
ten van het korps marechaussee A.
F. A. E. yon Gilsa (algemeen st-a-mb.
no 53142) en J. Kretz (algemeen stam
boek no. 54110) en de Amboineeschc
sergeant der infanterie P. Latukonsi-
na (alg. stamb. no. 59020)
II. benoemd tot ridder in de orde
van Oranje-Nassau, le-luitenant van
het korps marechaussee H. Meijer
III. bepaald, dat bij afzonderlijke
dagorders, zoo in Indië als in Neder
land, eervol zullen worden vermeld:
le-luitenant van het korps mare
chaussee .1. van Ark-el, onder-luite
nant der infanterie A. 11. C. Roelolsen
alg. stanjb. no. 45044), de sedert go-
pens. Europeesche sergeant van het
korps marechaussee J. van de Mortel
(alg. stamb. no. 44G74), de kapitein
van dat korps F. P. A. van Gheel Gil-
denieester en de Europeesche ser
geant u Vink (alg. stamb. no. 70352)
en J. K. F. Rugebreclit (algoin. Stamb.
no 51332), respectievelijk van de in
fanterie en van het korps marechaus
see.
Gemengd Nieuws
EEN GESCHENK AAN ENGELAND.
Uit Bombay wordt geseind Men
meldt, dat de onafhankelijke vorsten
en de hoofden van den inlandschen
adel in Engelsch-Indié inet eikaar be
raadslagen o\er het bijeenbrengen
van een fonds, voldoende voor net
aanbieden van een vorstelijk geschenk
aan de Engeltehc regeering. Dat ge
schenk zou bestaan uit drie Dread
noughts en negen gepantscide krui
sers der eerste klasse.
liet denkbeeld wordt geopperd, dat
die schepen zouden worden gestotion-
neerd in de Roode Zee. in de Middel-
landsche Zee en in de Indische Zee.
Het denkbeeld is' echter nog niet uit
gewerkt en de officieele bevestiging
ontbreekt nog.
SPOORWEGONGELUK IN
PENNSYLVANIA.
Volgens de telegrammen aan de En
gel sche blade"1 is het spoorwegonge
luk op den Per nsylvania-spoorwcg
toch uiet zoo ernstig als werd gezegd.
Er zouden zes menscneu genood zijn
en 31 gewond, van wie er zes in zoig-
wekkenden toestand verkecren. Het
ongeluk had plaats op een afstand van
25 mijlen ten westen van Philadel
phia.
SPOORWEGONGELUK IN
BELGIë.
Vrijdagmorgen kwam met den blok-
trein, die te 7 'uur 52 van Brussêi-
Noord naar Antw erpen vertrok, een
ongeluk voor, dat groote afmetingen
had kunnen aai nemen.
Bij het oasseercii van het station
Mechelen kwam de trein in botsing
mei een rij wagens, die over den wis
sel stonden op de lijn, waarlangs do
express reed.
De schok was vreeselijk. Drie wa
gens van den stilstaand-»: trein wei
den omver geworpen en bijna geheel
vernield. De locomotief van den blok-
trein sprong uit de rails en werd
dwars over den weg geworpen.
Het is een buitengewoon toeval, dat
geen menscherlevens verloren gin
gen. Wel liepen een aantal reizigers
kneuzingen op.
DE LYNCHWET.
Drie negers, die onlangs een aanslag
deden op een slicrif, weiden te Shrew -
port (Louisiana) bij het overbrengen
van de eene gevangenis naur de ande
re, gelyncht.
HET FRANSCH-SPAANSCIIE
MAROKKO-VERDRAG.
Hel te Madrid geteekonde Marokko-
verdrag zal heden tegelijkertijd door
de Fransche en Spaansciie pers wor
den gepubliceerd.
Do Madridselie correspondent van
'de Matin" is in slaat reeds iets to
melden over den inhoud en wol om
trent dc grensregeling voor zoover
deze volgons het nieuwe verdrag ver
schilt met die van het verdrag van
1904.
Frankrijk krijgt in de zuidelijke
zóne ecri oppervlakte van 200.000 vier
kante K.M. met een kustlijn van 100
K.M Ifri wordt Fransch gebied.
De noordelijke zóne is verdeeld in
drie gebieden, dat van dc Moulouya-,
van dc Ouerga- en van Loukhosrivier.
In het Moulouya-gobied doet Frank
rijk afstand van de Waterkaap. De
grenslijn loopt door de dalen van de
Kert en de Moulouya.
In het tweede gebied is bet gehoelc
dal van de Ouerga tot dc Djemaa
Spaansch territoirvan dit punt
wordt de rivier weer Fransch.
Dc berg Ghami in het I.oukhosgc-
bied is aan Spanje afgestaan ond< r
voorwaarde, dat El Ksar mei zal wor
den verstorkt.
Verwacht wordt .dat het Spaansche
parlement 't verdrag Maandag reeds
zal goedkeuren.
DE DIAMANTMARKT.
Uil Antwerpen wordt aan het Berk
Tagebl. geschreven, dat de Balkan
oorlog, maar nog meer de onzeker
heid omtrent de wereldsituatie, een
zeer deprimeerenden invloed uitoe
fent op de internationale diamant
markt. De groote Parijsohc juweliers
hebben de bestellingen, anders in
deze maand het grootst., tot. de helft
teruggebracht. Dit geldt, ook voor do
andere Europeesche hoofdsteden. Het
eenige lidhtpunt is dlo Aimerikaan-
sche markt, die een enorme aan
vraag belooft, na de presidentsver
kiezing en den goeden oogst. In No
vember is voor rneex dan 6 millioen
gulden naar Amerika verzonden.
De markten voor geslepen goede
ren te Amsterdam en te Antwerpen,
lijden onder stakingssline, nog ver
meerderd door faillissementen te
Antwerpen ©n Parijs. De afzet van
Duitsche diamanten was ook belang
rijk minder. De prijzen voor gesle
pen diamanten blijven vast, duar
men niet aan een langen duur van
de crisu. gelooft. Sedert eer. gen tijd
treden Brazilië, Argentinië en Uru
guay als groote koopers op.
SPOORWEGPERSONEEL.
Er broeit wat onder het spoorweg
personeel in Ierland, zoo meldl de
N. R. Ct. Men beweert, dat de direc
ties zich niet houden aan de over
eenkomst, waarmede verleden jaar
aan (ie staking een eind is gekomen.
De secretaris van de groote verecni-
gmg van spoorwegpersoneel in Groot-
Briltannië heeft aan een verslaggever
gezegd, dat als het tot een botsing
komt, hel Engelsche personeel het
lersche zal steunen. Ei ij acht een
nieuwe staking niet uitgesloten.
EEN BOETE VAN 776.890 GULDEN.
Het gerechtshof te Bézicrs veroor
deelde zoo lezen w© .n de Tel.
twee distillateurs, de heeren Monys-
set en Roucayrol, wegens het verval
seden van likeuren tot een boete van
niet minder dan 776.890 gulden.
NOODLOTTIG SPOORWEGONGE
LUK BIJ CHARB1N.
Bij een spoorwegongeluk in de
buurt van de Mandsjoerijseho stad
Cliarbin, werden elf personen gedood
en velen gewond, zoo wordt aan de
lel. geseind.
Kerk en School
ACADEMISCHE EXAMENS.
Amsterdam. Bevorderd tot doctor in
de plant- en dierkunde op proefschrift
„Ontwikkelingsgeschiedenis van Lit-
torina Obtusatade heer II. C. Dels
man Jr., geboren ie Amsterdam.
Uireciit. Bevorderd iet doctor in de
rechtswetenschap op Stellingen, dc
heer L. van Son, gei. te Djocjacartfl.
Leiden. Bevorderd tol doctor in de
rechtswetenschap op Stellingen de
heer W. de Gavere, geboren te Lyons
;gem. Baarderadeel.en de lieer W. J.
Hofdijk, geboren te Maastricht.
Lei don. Geslaagd voor liet artsexa
men c-erste gedeelte de heer A. Nor-
tier. Bevorderd tot arts de heer W.
W. Mliys va.i der Meer.
T ZEVENDE LEERJAAR TE
AMSTERDAM.
De plaatselijks schoolcommissie voor
't 1. o. tc Amsterdam vergadert Maan
dagavond, ter bespreking van een
voorstel om nogmaals bij den ge
meenteraad aan te dringen óp instel
ling van het zevende leerjaar aan de
lagere scholen.
R.-K. KERK.
„De Tijd" ontving telegrafisch be
richt uit Rome, dat de Eerw IIeer
Jan Smit, priester van het Aartsbis
dom en geboren te Deventer, gepro
moveerd is tot Doctor aan het Ro-
meinsche B ;b:linst:tuut en wel cum
mentione (met loffelijke vermel
ding. wat gelijk staat aan ons cum
laude). Zijn proefschrift was: „De
Daemoniacis in historia Evangelica.
Stadsnieuws
Kindervoeding.
De vereenigïng „Kindervoeding" be
gon deze week met'haar uitdeeling in
't gebouw Zoetcstraai. Maandag weid
aan 395 kinderen Dinsdag aan 401.
Donderdag aan 40S en Vrijdag aan 133
kinderen een warm maal uitgereikt.
HERMINE SCHOLTEN.
De Antwerpsclie correspondent van
't. Hbld. schrijft over een concert al
daar
„Maar een zeer groot gedeelte van
het succes van dien avond ging voor
mejuffrouw Hermin© Scholten, de
Haarlemsche zangeres, die vooreerst
met een zeldzaam talent voordroeg
een aria uit August Klug'hardl's ora
torium „Die Zerslörung Jerusulenis",
en vervolgens drie Liederen van Frank
van der Stucken met orkestbegelei
ding „Zaligheid", „O Jonkheids-
vreugd", „Jeugd en Liefde". Mejuf
frouw Scholten is een van de prach
tigste zangeressen, die wij ooit hier
hoorden, begaafd met een uitzonder
lijk geschoolde stem, di© al de fijnhe
den van muziek en woord met een
uiterst scherp medegevoel tot haar
recht bracht. Hel Antwerpse he pu
bliek heeft dit dau ook naar waarde
geschat."
Rubriek voor Vragen
Genbonneerden hebben het voorrecht
vragen op verschillend gebied, mils voor
beantwoording vatbaar, in te zenden bij de
Redactie van Haarlem's Dagblad. Groote
Houtstraat S3.
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en zoo spoedig mogelijk.
Aan vragen, die niet volledig Daain es
woonplaats ran_ d«a inzender vermelden
wordt geen aandacht geschonken.
VRAAG. Kunt u mij ook eenigö
adressen opgeven, waar ik aardap
pelschillen kan verkoopen?
ANTWOORD. Deze vraag be
hoort in dc advertentie-rubriek thuis.
VRAAG. Wat beteekenen de let
ters D. R. G. M.? Alen vindt deze let
ters vaak op artikelen slaan, zoo-
als b.v. op fototoestellen, stempelkiis-
sens, enz.
ANTWOORD. Die letters betee
kenen (D)eutsche (R)eichs (G)e-
brnuchs (M)uster; het is een Duitsch
patentmurk.
VRAAG' Kunt u mij ook straat en
nummer opgeven der Eglise Wallon-
ne?
ANTWOORD: Begijnhof no. 30.
VRAAG: Wanneer begint dezen win.
ter de Ornament Boetseercursus in
Kunstnijverheid? Waar moet ik mij
vervoegen om hierin les te ontvan
gen?
ANTW OORD: Dc- Directeur van
Kunstnijverheid aan de Dreef zal u
zeker gaarne alle gewensdhte inlich
tingen goven.
VRAAG: Ik verdien nog geen f 9
per week. Ben ik nu verplicht f 2.45 in
komstenbelasting te betalen? Kan ik
in beroep komen voor geheele ont
heffing?
ANTWOORD: Als u minder dan
f 10 verdent, is u vrij van gemeente
belasting. U kunt dus reclameeren.
Waar u dit moet doen, vindt u aan
de achterzijde van uw aanslagbiljet
vermeld.
VRAAG: Bestaat er bier ter stede
ook een inrichting, welke op zich
neemt het verspreiden van reclames?
Zoo ja, wat is daar het tarief van?
ANTWOORD: Die vraag behoort in
de advertentierubr.ek thuis.
VRAAG: Wie is en waar woont de
directeur der Electrische Tramweg-
maatschappij van Leiden op Noord-
wijk?
ANTWOORD: Directeur der Noord-
Zuid-Ilollandsahe Tramwegmaat
schappij is de heèr Burgersdi^. Het
kantour is gevestigd KaniperSïrtge?
no. 2.
VRAAG: Welke passen of stukken
zijn gewonsoht voor de reis naar Ge
nua? Waar moei ik deze papieren
eventueel aanvragen?
ANTWOORD: Ter Gemeente-seere-
tare (op het Stadhuis) zal men u
gaarne inlichten.
Iers-Overzicht
MINISTERIE VAN LANDS
VERDEDIGING.
De „Nieuwe Crt." schrijft over het
voornemen der regeering, om de de
partementen van marine en van oor
log te vércenigen tot een departement
van landsverdediging.
De moeilijke wijze, waarop militai
re hervormingen tot siand komen, het
gebrek aan continuïteit in de richting'
waarin men meende, hoopte of ver
wachtte, dat gestuurd zou worden,
het ontbreken van de zoogenaamde
samenwerking van land- en zeemacht,
dat alles wórdt voor een dee] geweten
aan de parlementaire onervarenheid
van vele der militaire ministers.
Het recept tegen al deze kwalen,
reeds vaalt gegeven, is uiterst een
voudig vereenig de beide militaire
departementen tot één ministerie van
landsverdediging, neem een minister,
die wel parlementaire ervaring heeft,
of die althans waarborgen biedt van
handigheid op dit gebied; aan den
hoofdoisch is dan voldaan en dc sa
menwerking komt vanzelf, ais allo
working wordt bezield door één hoofd,
wordt uitgevoerd door èèn hand. En.
wat de contmuiteit betreft, hoe zou
die boter te verkrijgen zijn dan door
do instelling van dtrectouren-gencr
raai van oorlog en marine, vormend,
wat ook vallen moge, het „blijvend
gedeelte' in het beheer der beide tak
ken van dienst.
Samenwerking van land- en zee
macht. Ons moet nogmaals uit de pen,
dat wij de beteekenis van dezen
wensch uiet ten volle kunnen over
zien. Of er zal zijn een torpedovlooi,
dan we, ©er, eskader van kruisers of
kustverdedigingsvaartuigeno[ er
zal zijn eeu slagvloot voor Indic of
wij nieuw© kustversterkmgen zullen
bouwen Cf er meer vcld-artillerie zal
zijn of vier dan wel zes di vision of
men ouzo liDiën al dan mot van
zwaar ge-schut zal voorzien al deze
en oen onnoemelijk aantal andere
vraagstukken, hel zijn hoofd za kol ijk
quaestios van financieel beleid. Waar
compromissen onvermijdelijk zijn.
liggen deze in 99 van de 100 govaücn
binnen den kring der overwegingen
op land- of op zeemacht betrekking
hebbende.
En nu de continuïteit .Om deze te
verzekeren zouden drie zaken noodig
zijn. De eerste is, dat aan het tnmfd
der beide takken van dienst bekwame,
energieke directeuren-generaal wor
den gesteld do tweed© dat de minis
ter van landsverdediging, ook bij wis
seling van portefeuille, zich tc allen
tijde met die directeuren weet te ver
staan, bijna zouden wij zeggen, om
geen krasser term te gebruiken, door
hun oogen weet te zien de de-de, dé
voornaamste, is dat de natie, althans