HuiLBTS fall
DERDE BLAD
Zaterdag 18 Januari 1913
fóiaiEdionst naar Wod.
Oost Indië.
De verzending van brieven enz.
heeft deze week plaats als volgt:
Over Marseille, Dinsdag 21 Janu
ari. (Laatste bus-li oluting 6 u. 15 min.
's avonds).
Tenzij op verlangen der afzenders
wordt met deze gelegenheid geen cor
respondentie verzonden voor Atjeh
en Onderhoorigheden, Sumatra's Oost
kust, Palembang, Riouw, Bangka,
Billiton en Borneo.
Over Napels Woensdag 22 Januari.
(Laatste buslichting 12 u. 15 in. na
middag).
Over Brindisi. Vrijdag 24 Januari.
(Laatste busliohiing 12 u. 30 m. na
middag).
Met deze gelegenheid wordt alleen
verzonden correspondentie voor At
jeh en Onderhoorigheden en Suma
tra's Oostkust.
Over Marseille Zaterdag 25 Janu-
ari. (Laatste buslidli.Ling 6 uur 40
min. 's morgens).
Sumatra's Westkust en Benkoelen
alleen op verlangen der. afzenders,
overigens correspondentie voor geheel
N.-O.-Indië.
Over Rotterdam, met de zoogen.
Zee oost. Zaterdag 25 Januari.
(Inatsté bus lichting 2.35 's mor
gens).
Het port van met deze gelegenheid
verzouden brieven bedraagt 5 cent
per 20 gram, dat der briefkaarten
2 1/2 cent per stuk, en dal van druk
werk 2 cent per 50 grom.
Om nog met deze mail te kunnen
worden verzonden moeten postpak
ketten Vrijdag vóór 9 u. 30 m. des
avonds ten postkantore bezorgd zijn.
(Atjeh, Sumatra's Oostkust, enz.
wordt met deze gelegenheid niet ver
zonden).
Wij doen uitdrukkelijk opmerken,
dat bedoeld wordt de buslichting aan
t Hoofdpostkantoor in de Zijlstraat.
V
c
r?
O
St
to to
=s
g
g 1
O rf
m S
1 3-
p B
2
1
3
■8 3
3
3.25 m.
12.30 a.
10.40
m.
4.35 m.
5.30 m.
6.40 m.
2.20 a.
12.30
a.
8.40 m.
9.30 m.
9— ni.
5.10 a.
3.35
a.
9.30 m.
i0— m.
12.05 a.
1— a.
12.20 a.
7.30 a.
7.15
a.
1.50 a.
9.25 a.
9.40
a.
2.35 a.
3.30 a.
4.40 a.
10.(6
a.
5.30 a.
6.a.
12.20 m.
6.10 a.
6.40 a.
7.30 a.
9.40 a.
9.30 m.
7.-
ra.
Buitenlandsclh Overzicht
O© PF©s5d©initsv©irEsa©ZBffBg
lira Frankrijk.
Waar de verkiezing
plaats had.
't Is Vrijdagmiddag in de oude
fransche koningsstad in 't paleis van
Versailles beslist Poincare zal pre
sident van de Fransche republiek zijn.
"t Word uitgemaakt door do Sena
toren en Kaniorafgevaardigden, die
daar in Versailles verzameld waren.
't Was een groote drukte, zooveel
volksvertegenwoordigers te zamen 1
Bij aankomst Lu liet paleis werden
2 congressisten ontvangen door 20
roodgeveste beden van liet parlement
die de heeren den weg naar de bu
reaux, salons en groote zaal wezen.
de ministers was een kleine
salon gereserveerd, om gedurende dc
verschillende pliasc-n van den strijd
van gedaebteri te kunnen wisselen.
Eenige telephoontoestellen stonden ter
hunner besch'kking.
't Paleis is heel mooi. Prachtige go
belins bedekken de muren. Door de
jalerie -des Bustes, waar vijf eeuwen
vertegenwoordigd zijn, komt men in
de congreszaal, afgesloten door zwaar
neerhangende draperieën. De zaal
heeft hot aanzien van een schouw
burg; de fautou'ilrijeiv staan amphi-
theatersgewijze. Enkele zetels zijn be
roemd: aan de uiterst linkerzijde,!
nummer 87, slaat de fauteuil, waarop
Gambett.a plaats nam, op nummer 202
zat Thiers, tijdens de vergadering,
welke hern huldigde als de „libera-
teur du territoire"; rechts in het mid
den zetelde Carnot.
Ten slotte de Salie du Sceau» be
waakt door een rensachtisren bronzen
Napoleon, omringd door tallooze schil
derijen, getuigende v oor zijn heldenda
den en triomfen. Hier staat on een
stevig voetstuk een groote stalen stem
pel, waarin het wapen der republiek
is aangebracht, waarmede bij een
presidentsverkiezing- onder het proces
verbaal van de benoeming Frankrijk's
zegel gedrukt wordt.
De vo r kie zing.
Dé tribunes van de congreszaal wa
ren geheel gevuld met belangstellen
den. È-r waren blijkbaar meer kaarten
gegeven, dan dat er plaatsen waren....
Te 1 uur begon 't.
Eerst protesteerde een markies, een
Bonapartist, dat deze vergadering
geen nationale was. Z'n protest werk
te weinig uit, alleen wat lawaai, ook
al herhaal Je hij 't Inter in de cou-
lcdrs, zeggend „niet het parlement,
maar het volk moet een president
kiezen".
De zwaarste candidaten Poincaré
en Pains waren in de ministers-
bank gezeten.
't Stemmen begon. De uitslag van
de eerste stemming
was
Poincaré 429
Parns 327
V aillant 63
Dosehaiicl 18
Ribot 16
Bourgeois 4
Millerand 3
Mascuraud 3
Detcassé 2
Dubost 1
Rochcfort 1
Een herstemming moest dus plaats
hebben.
Het stemmen ging zonder incident.
Bijna alle Senatoren en Kamerloden
'waren aanwezig. Toen de candidaten
stemden, werden zo door hun kiezers
met applaus begroet.
Het oudste Kamerlid werd door al
len met' applaus begroet.
De eerste stemming had 2 uur ge
duurd.
B:"na was Poincaré dadelijk geko
zen, want de meerderheid van 867
stemmen, die uitgebracht waren, is'
434. 't Scheelde maar 5 stemmen
Na de eerste stemming begaf zich
een delegatie naar Pams, om hein te
verzoeken zijn caüdidatuur in te
trekken.
De geunifieerde socialisten hielden,
na aflonp van do eerste stemming,
een vergadering. Na een stormachtig
debat besloot de meerderheid, niet
tegenstaande van verschillende zijden
pleidooien voor Poincaré en voor
Pams waren gehouden, op Vaillamt
te blijven stemmen,
De uitslag van
de tweede stemming
wasGeldig 859 stemmen, daarvan
verkregen
Poincaré 483
Pams 2'J6
Vaillant 69
Poincaré v/as dus tot presidsnt
gekozsn.
Te 6 uur was de uitslag bekend.
Toen hert stemmen-aantal van Vail
lant werd afgelezen ;G9) werd geroe
pen Leve de republiek leve de Coin-
_mune 1"
I Na de mc-dedeelïng, dat Poincaré
gekozen weid, riep men van de lin
kerzijde „Weg met den dictator I"
De nieuwe president
gehuldigd.
Nadat de uitslag der verkiezing ge
proclameerd was, kwam een detache
ment genietroepen binnen en stelde
zich en haie op. Poincaré, gevolgd
door de ministers, betrad daarop het
kabinet van Dubost- Deze hield de vol
gende toespraak
„De Nationale Vergadering heeft de
vertegenwoordiging van het land en
de opperste leiding van zijn aangele
genheden in uwe handen gelegd. Mor
gen zult gij het hoofd zijn van den
staat en de nauwgezette uitvoerder
van zijn wetten. In naam der Natio
nale Vergadering bied ik u mijn go-
lukvvenschen aan."
Briand feliciteerde daarop diepbe
wogen den nieuwen president en zei
„De Nationale Vergadering heeft,
door u do republikeinsehe instellin
gen toe te vertrouwen, die in lie trouw
bare. eerlijke handen gelegd
Poincaré antwoordde„De welwil
lende woorden, tot mij gericht, heb
ben mij diep getroffen. Ik zal trachten
mij het vertrouwen van de Nationale
Vergadering waardig te maken en
pogen den strijden zelfs de ondergane
beleedigingen te vergeten. Ik zal on
der aüe omstandigheden een onpar
tijdig scheidsrechter zijn."
Later werd Poincaré door Fallières
in het paleis ontvangen en gelukge-
wenscht.
Daarop ging Poincaré naar zijn
eigen woning, om te dinoeren. Daar
waren reeds twee auto's met bloemen
aangekomen.
De extra-uitgaven der couranten
verspreidden het nieuws overal. Op
vele plaatsen van Parijs werden be
toogingen gehouden, voor of tegen
den nieuwen president.
Een vroolijke menigte, slaande voor
de bureaux der groote boulevard-bla
den, waai de uitslagen werden mede
gedeeld, begroette do zo met bra-.o's
en levendige toejuichingen, en op de
terrassen der koffiehuizen werden tal
van glazen bier geledigd op de. ge
zondheid van het nieuwe staatshoofd.
Poincaré, die per extra-trein naar
Parijs vertrok, werd bij het verlaten
van het paleis te Versailles en bij zijn
aankomst te Parijs levendig toege
juicht.
Te elf uur had zich een 'ontzaglijke
menigte voor de- woning van Poincaré
verzameld. De nieuwe president werd
luide toegejuichthij verscheen op
het balcon en betuigde zijn dank voor
de hem betoonde sympathie, waar
door hij diep getroffen was. Roep ech
ter niet„Leve Poincaré maar
roep „Leve de republiek Deze woor
den werden met luid applaus begroet
en men hooide daarop de kroten
„Leve de republiek weerklinken.
De nieuwe president.
Raymond Poincaré werd in 38G0
geboren te Bar-le-Due als de zoon van
een bekwaam ingenieur. Na een ze-er
grondige voorbereidi ng, studeerde h ij
aan de hoogesehool tegelijk letteren
en rechten, zoodat hij na oenige jaren
met schitterend succes do graden van
„licencé ès lettres" en doctor in de
rechten behaalde.
Na zijn militaire plichten te heb
ben volbracht, vestigde hij zich als
advocaat. In betrekkelijk korten tijd
mocht hij zich reeds in een winst-
govenao praktijk verheugen. Zijn
werkzame geest, vond evenwel in den
velen arbeid, dien zijn praktijk eiseh-
tö, nog geen voldoende bevrediging.
Don weinigen tijd, dien zijn beroeps
arbeid hem liet, besteedde hij daarom
aan het schrijven van zeer gewaar
deerde rechtsgeleerde artikelen.
In 1887 werd hij gekozen tot afge
vaardigde van. het departement de la
Mouse. M de Kamer wist hij zich al
ras autoriteit te verwerven door zijn
buitengewone scherpzinnigheid, zijn
grooten ijver, zijn welsprekendheid en
door de gave, om de verwards!© dis
cussies weer in liet rechte spoor te
leiden.
Nadat hij minister van financiën
was geweest in het kabinet-Ribot,
werd hem in 1899 liet minister-presi
dentschap aangeboden. Hij nam de
eervolle opdracht toen niet aan. Na
dat hij later nogmaals minister van
financiën was geweest in het kabinet-
Sarrien, werd hem (na den val van
het ministerie Caillaux) nogmaals het
minister-presidentschap aangeboden.
tank niet meer. ie mogen weigeren en
trad op 13 Januari 1912 op als hoofd
van het kabinet. De wijze, waarop hij
sindsdien zijn taak als zoodanig heeft
vorvuld, de krachtige pogingen, die
tiij in het werk heeft gesteld, eerstom
den vrede in Europa té handhaven en
later om den oorlog tot zijn oorspron-
kel ijken haard te beperken, liggen
nog versch in het goSieugen. Toen dan
ook Léon Bourgeois om gezondheids
redenen voor de presidentscandida-
tunr meende te moeten bedanken, was
Poincaré de aangewezen inan.
Het incident Poincaré—
Clemenceau.
De bladen berichten, dat, na bespre
kingen tusschen vrienden van Poinca
ré en Clemenceau, het Incident tus
schen deze beider geëindigd is.
In een zeer vriendschappelijk onder
houd met Briand en Klotz over den
dien Clemenceau aan Poincaré
had gericht, verklaarde Clemenceau,
dat hij dien brief liad geschreven in
volle vertrouwen op de mededeeling
afgevaardigde, die echter on
juist was gebleken.
„Geeft Poincaré", zoo zei hij, „alle
jevvenschto ir-.Iichüngen en deelt hem
mede, dat het misverstand geheel en
al uit den weg is geruimd."
EEN AANSLAG?
Vrijdag kwam een individu, die
wartaal sprak, door de Avenue de Pa
ris te Versailles en richtte zich naar
het kasteel. Plotseling haalde hij een
groot kaliher-revolver uit zijn zak en
richtte die op liet kasteel. Dadelijk
gearresteerd en ontwapend, riep hij
uit: „Do president der Republiek kan
niet gekozen worden. Ik kom mijn
rechten opezscheu".
Het schijnt dat deze persoon niet
wel bij het hoofd is. Ilij werd naar
den naastbijzijr.den politiepost geleid.
De &alkan°vu!kaan.
De nota der mogendheden.
Volgens een te Londen ontvangen
telegram heeft de Duitsche gezant te
Konstantinopel ook instructies ontvan
gen om zich aar. te sluiten bij de ande-
e gezanten voor het overhandigen
an de nota der mogendheden aan de
Porie.
Hoewel de oorzaak van het uitstel in
het aanbieden der nota niet bekend is,
■erzekert men, dat liet geenszins is
1oe te schrijver aan verschil van mea
ning tusschen de mogendheden. De
nota is niet gewijzigd sedert zij uit
Londen verzonden is, behalve een
kleine verandering door Duitschland
iór eenige dagen voorgesteld,
üit Konstantinopel wordt geseind
De ambassadeurs hebben zich geza
menlijk naar het ministerie van bui-
tenlandsche zaken begeven en den mi
nister de collectieve nota der mogend
heden ter hand gesteld.
Eindelijk
En wat zal nu de uitwerking zijn
Grieken en Turken.
Uit Philippiadcs wordt bericht
„Grieksche afdeelingen hebben Glykl
bezet eii nadat zij de Turksch-Albanee-
sclje troepen verdreven hadden, Go-r-
dlki' en een twintigtal naburige dor-
pehin genomen."
Uit Albanië.
Er heerscht een oproerige stemming
in Prizrend, Djakowa en omstreken,
zoodat Servië troepen daarheen heeft
moeten zenden.
Prizrend staat in vlammen, Djako
wa wordt naar hét heet, belegerd.
Allerlei*
UIT MAROKKO.
Do Kaïd var. de Beni M'gild, die uit
Dagoerai was vertrokken ter bescher
ming van een groep Beni M'tir, die
zich tegen de oproerlingen verzette,
geraakte met dezen slaags en bracht
hun' gevoelige verliezen toe. Een luite
nant sneuvelde; een luitenant, een ser
geant en tien manschappen werden
gewond.
Belasting op vermeerde
ring van het vermogen
in Duitschland.
In het ministerie van financiën is
men, naai- de „Tagliche Rundschau"
verneemt, bezig met het ontwerpen
van een belasting op de vermeerdering
van het vermogen. In de bekende zit
ting van den bondsraad, waar de mi
nisters van de grootere bondsstaten
persoonlijk aanwezig waren, is geen
stemmen voor en tegen een vermo
gensbelasting nagenoeg even talrijk
waren. De rijkskanselier had toen ver
klaard, dat hij in beginsel geen tegen
stander van de successie-belasting
was. doch dat hij, in verband met de
parlementaire situatie van dit oogen-
lilik, niet geneigd was een nieuwe be
lasting op het bezit uit handen van de
sociaal-democraten te aanvaarden.
Er dreigen echter groote moeilijkhe
den te ontstaan door de houding van
liet Pruisische staatsministerie, daar
de Pruisische minister van financiën
een besliste tegenstander is van een
vermogensbelasting, in welken vorm
dan ook. De rijkskanselier zal in het
staatsministerie me! zijn belastingplan
op sterken tegenstand stuiten. Al
mocht het echter gelukken den Prui
sische» minister van financiën tot an
dere gedachten te brengen, dan is het
nog de vraag of de rijkskanselier in
den Bondsraad een meerderheid zal
vinden.
Van zeer betiouwbare zijde wordt
aan de „Tagliche Rundschau" mede
gedeeld, dat do guaestie van een be
lasting op het bezit zoo'n wending kan
nemen, dat men misschien plotseling
voor een binnei landsche politieke cri
sis komt te staan.
Haarlemmer Hahetjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
„Fidelio", zei de hoofdredacteur
'tan dit blad, met wien ik van. zijn
prilste jeugd af zeer bevriend ben ge
weest, zóó zelfs dat wij altijd dezelfde
soort hoed hebben gedragen, dezelfde
groenten luston en gezamenlijk een
hekel hebben aan radijs en kastanjes
„Fidelio, er is een brief voor de
courant gestuurd, dien je maar eens
in je Zaterdagavondpraatje moet zet
ten. Je houdt van gemoedelijkheid,
hoewel je in onbewaakte oogenhlik-
ken ook wel eens kwaad worden
kunt..."
(„Van 't zelfde", voegde ik er tus
schen) maar in dezen landelijk en een
voud, zul jc wel liehagcn scheppen.
Ik laat dat briefje, afkomstig van
een van de Noord-Hollandsche cilan-
deii, hier volger, precies zooals het ge
schreven is, niet omdat ik me vroolijk
zou willen maken over den gebrekki-
gen vorm, maar omdat het zoo echt,
oprecht gemoedelijk is.
Woensdag, 15 Jamarie 1913.
Wel Edeleheer
Mijnheer Ik schrijf uw wil uw
Jlijn aan een degelijke betrekking hel
pen het zij voor Koetsier vrnehtreïder
of werkman Ln de bollevelden En liefst
dierekt zoo gauw Mogelijk. Ik ben 39
Jaar flink Gcbouwt flink in mijn
kracht vrei van sterke drank.
En eerlijk zoo uw mijn aan Een
Goede betrekking helpen kunt zoo
kunt uw op uw Belooning rekene uw
schrijft Maar wat uw verdient heeft
als uw wat voor mijn heeft het zij dat
uw mijn in de coroaid plaatst dat
moet uw zelfs nu weten hoe of uw dat
doet dat weet uw Beter als ik Maar ik
hoop van gauw
Ik ben van beroep werk Man op bet
land doch ben goed op de hoogte met
paarden En wagens En zjouw wer-
manswerk landwerk wel nu mijn lieer
doet
uw nu naar uw goed dunken uw
weet het beter als ik om aan c-on be
trekking te cc men 't liovst in liaar-
lem En Mijn Arderes is
(volgen naam en adres).
Er is eigenlijk maar één antwoord,
dat ik den man zou moeten geven en
dat is: „plaats eer. advertentie en als
er brieven op komen, zal ik ze wel
naar 't eiland sturen". Maar hoe 't zoo
komt, weet ik niet: tegenover dezen
gemoedelijken eilander lijkt me dat
een öngémócdelijk antwoord. Daarom
wijk ik van den regel af en vraag aan
de lezers, wie een kloeken Noord-
Hollander voor koetsier of voor werk
in de bollenvelden gebruiken kan.
Zijn naam en adres zal ik dan met ge
noegen opgeven, hoewel ik natuurlijk
voor zijn bekwaamheden en persoon
lijkheid niet insta. Daartegenover
maak ik ook geen aanspraak op een
„Belooning5", waaneer do man aan 't
werk komt.
Alleen nog dit: op verdere verzoe
ken van dezen aard zal ik heusch met
een verwijzing naar de advertentiön
moeten antwoorden.
Wij stedelingen zijn eenmaal zoo
gemoedelijk niet, gelijk deze cn cle
vorige week bij den sneeuwval weer
duidelijk gebleken is. Jonge lui trek
ken zich van de gladheid weinig aan:
als die nie: stapvoets over een gevaar
Hij meende nu de verantwoordelijke eensgezindheid verkregen, daar de
Vad de Residentie en Daar
bewoners.
CXCI.
Evenals de meeste plaatsen in ons
land hebben we begin van de week
genoten van een fermen sneeuwval.
De last, die er van ondervonden werd,
was gelukkig niet al te groot. De tram
kon den dienst op alle lijnen in stand
iiouden en de Reiniging wist in be
trekkelijk korten tijd de voornaamste
straten schoon te krijgen. Zooals ge
woonlijk heeft deze ferm georgani
seerde dienst hard gewerkt, de losse
arbeiders, die steeds een groot gedeel
te van den arbeid doen moeten, meld
den zich in voldoenden getale aan en
Maandag kon.duji ook met een 1000
krachten begonnen worden.
De kosten van zoo n extra-dienst be-
loopen eeri kleine I 2500 per dag, zoo
dat de sneeuwval ditmaal aan de ge
meente een dikke G0U0 zal kosten.
jor liet eerst is bij het- ruimen
gebruik gemaakt van de vuilnis-auto
mobiel, die, in een sneeuwmaetiine
ouigetooveird, vlug haar werk deed.
Of do eischen, aan de machine ge
steld, niet te zwaar waren, zal een
nader onderzoek moeten leeron. Het
monster want liet geheel was
toe3tel om voor op den loop tc gaan
had in de buitenwijken, waar het
proefstoomde, veel bekijks en niet ten
onrechte. Het reed met stevigen gang
door de zwaarste massa sneeuw heen.
Op een helderen morgen is het ge
fotografeerd, zoodat we het govaaile
binnenkort zeker wel in ean of ander
geïllustreerd tijdschrift mogen
wachten.
De vorige week heeft Den Haag het
genoegen genoten, een van de m-eest
bekende. Fransche literatoren biunen
haar grenzen te hebben. Jean Riche-
pin is opgetreden voor de Alliance
fvancaisc. Het was er danig vol, on
danks het feit, dat zelfs de gewone
leden entrée moesten betalen.
Van de Alliance was het ean goed
werk, dezen avond te organisee
e moeien ve-* in hoar geschiedenis
teruggaan, om een feit van erengroote
be tee ke nis vermeld te vinden. Ja, het
kan niet ontkend worden, dat het er
wel wat Van kreeg alsof liet bestuur
van de Alliance van meening was, dat
dc leden alles maar mooi moesten vin
den.
Nu is het verkeerd aan do A. F. even
groote eischen te stellen als aan een
kunstlievende vereeniglng. Ze wil goed
Fransch doen hooren, maar dit is
toch niet de eeuïge eisch, die haar ge
stekt mag worden. De omgeving waai
en do wijze, waarop de voordrachten
geboden werden moeten toch ook in
aanmerking gencmen w orden en hier
aan ontbreekt dikwijls alles.
Het bestuur dat de zaal een jaar
vooruit moest bespreken en dan maar
moet trachten op die data personen
to krijgen, kar er dus vaak niets aan
doen dat slechts zooveclste ranss
grootheden hu i gaven gaan ont
plooien. Het moet dikwijls nemen wat
't krijgen kan. Alle verwijten te dezen
opzichte gemaakt zijn niet verdiend.
Onze Lacfcheek
VOOR ONBEMIDDELDE HL'W'E.
LI7KS-CAN Dl DATEN.
Te Purijs heeft een jongmensch een
aardige manier uitgevonden om een
rijk huwelijk te doen.
Zekere Adolf Z., gunstig uiterlijk
en drie duizend francs inkomen, was
a.'s bediende werkzaam bij een rijken
bankier, die eene lieve dochter had
van 18 jaar.
Adolf heeft geen cent in de .wereld,
wat hein echter niet belette op zeke
ren morgen in liet particulier vertrek
te komen van den bankier, zijn chfef,
en tot lieut te zeggen:
Mijnheer, ik heb do eer u de
hand uwer dochter te vragen.
Do bankier was verbijsterd, keek
zijn bediende eens aan en schelde,
waarop een knecht binnenkwam.
Zet mijnheer do deur eens uit,
zeide de millionair.
Gei ijk gij wilt, antwoordde 't
jonge mensch bedaard maar hoor
eerst nog, dat ik als deelgenoot in
het huis Bathurst en C e. te Londen
kom.
Bij die woorden werd de bankier
minzamer en vroeg:
Het bewijs, mijnheer, bet bewijs
voor wat gij zegt!
Geef mij tweemaal vier-en-twin-
tig uren verlof, om naar Engeland
te gaan, en ik zal u dat bewijs bren
gen.
Goed.
Adolf Z. stak het Kanaal over, stel
de zich aan den heer Bathurst voor
en zeide:
Mijnheer wilt u mij als deelge
noot in uwe zaak nemei
Bathurst dacht, dat hij met een
gek te doen had. maar liet jonge
mensch vervolgde:
Ik trouw bmnen 3 maanden met
de dochter van den bankier P. D.
te Parijs.
Bij die woorden werd Adolf uit»
geuoodigd te gaan zitten; men sprak
werd iioc .eens en het vernuftige jon-
geinensch kwam zijn aanstaanden
schoonvader het gevraagde bewijs
brengen.
Men ziet het: een rijiki meisje te
trouwen :s niet zoo erg moeilijk
althans niet te Parijs-
maar wel zijn de aanmerkingen ge
grond, die. vooral in den laatsten tijd,
gehoord worden over de omgeving,
waarin de voordragers moeten optre
den. Het Diligentia-tooneeltje is niet
bijster aantrekkelijk, en het bestuur
doet ook,geen enkele poging het een
weinig gezellig .te maken.
Dit valt vooral op als niet. alleen
gereciteerd, maar comedie gespeeld
wordt en de paar linnen kamerscher
men zelfs de illusie niet kunnen wek
ken van de plaats, waar het tooneel-
tjo plaats heet te vinden. Meer dan
eens zijn de toch zoo geduldige toe
hoorders in lachen uitgebarsten, als
een der spelenden zijn bewondering
moest uiten voor de omgeving. Zulke
ontboezemingen waren té dol!
Nu is liet vooral daarom te bejam
meren dat het bestuur zoo we«»vi<r eer
bied voor de leder, toont,, mndrit eer.
verecm'giiig als de Alliance Francaist
feitelijk tiaar doel reeds overleefd
heeft- tl).
In Amsterdam en Rotterdam is de
toeloop erheen tamelijk gering en al
leen in Den Haag, de stad bij uit-
mendheid voor Fransch-spreken
zijn bijna eiken avond een 6 of 7
honderd menschen aanwezig. Het le
dental gaat echter achteruit en te
verwonderen is dat niet.
Zooals ik reeds schreef zijn verceni-
gingen als deze, het genootschap
„Oefening kweekt kennis", met af
deelingen in groote steden, e.a. ten
doode opgeschreven. Hetgeen zij bie
den kan in te grooter mate eldèrs ge
noten worden en alleen voorzichtig
heid in het leiden kan een afsterven
1) De redactie kan niet geacht wor
den met deze beschouwing in 't alge
meen in te stemmen.
lijk© plek kunnen heenkomen, dan
maar met een vaartje, maar voor ons
boven de veertig en hooger is die plat
getrapte, half d oprij zeide sneeuw al
les behalve een genoegen. En toch
strooien we geen zand of ascli voor
onze deuren! Cevolg: do een breekt
een arm, de ander een pols, de derde
valt op zijn achterhoofd en ziet ster
ren op klaarlichten dag. Och toe,
zegt mijn eilander, help me eens aan
een betrekking! Maar wij stedelingen
strooien geen zand voor de veiligheid
van buren en voorbijgangers, om neg
maar niet van onze eigen veiligheid
te spreken.
En wat de schoonmakerij van do
straten aangaat, ik ben vóór de reini
ging in t groot, maar zie weinig heil
in liet schoonmaken in 't klein. Niets
is genoeglijker voor veertigjarige (en
nog oudere) harten, dan een heel ge
zelschap sneeuwruimers tegelijk aon
't werk te zien, maar in de zijstraten,
waar ze niet komen, is de arbeid, van
den man en een jongen, die 's mor
gens met een schop en een schoffel
aanbellen, om te vragen of zij de
straat moeen schoonmaken voor een
kwartje (afdingen is niet altijd zonder
succes) daar'is, herzeg ik, die ar
beid niet altijd afdoende. Integendeel.
Was de dikke laag sneeuw betrekke
lijk ongevaarlijk om te begaan, liet
dunne laagje, dat er na het vertrek
van den reiniger op blijft liggen en
's morgens lekker bevroren i3, brengt
zelfs hem, die 't vost op zijn sluit (ik
meen natuurlijk "op zijn voetstuk)
staat, aan het wankelen en een onver
wachte plof is veelal het gevolg er
van. „Zand er over!"'roepen de men
schen soms, wanneer er een onder-
werp ter sprake komt, dat hun minder
goed bovalt; ja juist, zeg ik, zand er
over, in 't belang van de een en
ondeelbaarheid onzer 'armen en bee-
Uitgegleden is hier ooit de 2de boek
houder van een tram-onderneming en,
merkwaardigerwijze, aan den over
kant van den Oceaan terecht gekomen
rer glijden zelfs de liefhebbers riet
van 't Kopje weg. Wouter, die alles
verbazend goed weet, vooral van ach
teraf bekeken, heeft verklaard, dat
de man ook bij allerlei menschen veel
te veel vertrouwen genoten heeft.
Niets gemakkelijker, dan zulke critirk.
Wie een tijd lang met iemand omgaat,
niets kwaads bij hem opmerkt c-n hem
dan géén vertrouwen schenkt, zcohi
i is binnen twee of drie jaar zoo-
gekomen, dot hij maar "t beste
doet, een hut te laten zetten op' het
verlate-nste hoekje van de Veluwsehe
heide- en daar z/ijn eigen potje te ko
k-en, omdat hij in de maatschappij
niet meer te gebruiken is, „Edelacht
bare heeren, 'president cn leden
deze rechtbank", zoo pleegt haast
iedere verdediger van wie misbruik
van vertrouwen maakte in zijn plei
dooi te zeggen, ,het is waar: «ie te-
klaagde heeft verkeerd gedaan, maar
de aanleiding daartoe iag m het over
groot vertrouwen, dat hem geschon
ken werd door wie Loven nem sti n-
den". Rhetorica en anders niet.
Er is nog geen koopman, geen fa
brikant, geen du'OCtoar geboren, d e
ooit kans zag, eau .rak te drijven,
zonder dat hij daarbij aan. een mede
werker vertrouwen gaf. Misbruikt
deze dat, „dan was liet tc gr.mt' zegt
de verdediger. Maar misbruikt bij het
niet, dan was het juist van pas en
tocli was het dan raïssdnen in-g wel
veel grooter!
Het is wel een te ernstige zaak om er
mee te spotten, maar een grappenma
ker heeft gezegd, dut hef, maar jam
mer is, dat de verdwenen fondsen
geldswaardige papieren zijn geweest
en niet gouden vijfjes, „omdat niemand
die hebben wiL" I-Iieruit zou dus vol
gen, dat wie aan een ander een be
langrijke som moet toevertrouwen, die
maar moet omwisselen in gouden vijf-
guldenstukken, c-mdat je die niet ge
makkelijk aan een ar.der slijten kunt.
Nu zal deze afkeer ook zijn grenzen
wel hebben en het is waarschijnlijk
niet geraden, om den eerste den beste,
dien je op straat tegenkomt tien of
meer gouden vijfjes aan te bieden -. de
inan mocht eens ja zeggen. Maar dat
ze in 't dagelijksch verkeer nog veel te
genstand ontmoeten is wel zeker. Bij
t wisselen of betalen hoor je dikwijls
zeggen „gelukkig, dat ik T nare ding
kwijt ben", de directie van de werk
plaats van de Ilcllandsche Spoor lieeft
het zelfs noodig gevonden, haar oerso-
neel bij de uitbetaling tegen vergissin
gen met het muntstukje te waarschu
wen en als dat zoo doorgaat wordt het
ding nooit populair en zal het doel.
waarmee 't ingesteld is, niet bereikt
worden, namelijk om voor den groo
ten, zwaren rijksdaalder een gemakke
lijker betaalmiddel te vinden.
't Is vreemd met onze nieuwe mun
ten. Dat het lastige zilveren stuivertje
verdwenen is was een verbetering en
bet twee en een halve cents-stuk zou,
om een klassieke uitdrukking te ge
bruiken, in een long gevoelde behoef
te voorzien- hebben, Wanneer.
maar genoeg in omloop was. om
aan de behoefte te voldoen. Dat lijkt
vel niet naar. Wie de proef wil
nemen, nioet maar eens in een grooten
kring rondvraag doen cn hij zal zien,
dat verreweg de moesten ze niet bij
h hebben. Bij 't wisselen zijn ze ook
nauwelijks te krijgen de vervelende
cent is talrijk genoeg, maar het prac-
tische halfstuïversstuk schittert door
afwezigheid. En toch wordt op de
rijkskantoren altijd verzekerd, dat er
massaas in omloop en beschikbaar
zijn zijn er dan menschen, die ze eten
of oppotten Het eene is a! even on
waarschijnlijk als 't andere.
Daarentegen zijn er meer dan ge
noeg stniversstukken, die <le menschen
niet willen hebben, omdat ze de arme
neef zijn van het kwartje en daarmee
een sterke familiegelijkenis vertoo-
nen. Al lang is ons een vierkan
te stuiver beloofd of een ronde
met een gat er in en die prac-
iische dingen laten maar weer op
zich wachten. We zullen dus den groo
ten stroom van vreemdelingen, die dit
jaar in Nederland te verwachten is,
ontvangen met zoo'n gebrekkig munt
stelsel Wees er maar zeker van, dat
het aantal Ilaagsche kwartjes, dat
voor echte uitgegeven zal worden, le
gio zal zijn en dat de vreemdeling
daarin weer nieuwe stof 2al vinden ora
af te geven op die Hollanders, die de
reizigers „afzetten".
We hebben toch al geen al te besten
naam in 't buitenland op 't stuk van
prijzen in hotels en restaurants Hoe
za.1 't worden, als daar nu nog lastige,
moeilijk te onderscheiden munten bij'
komen
FIDELIO.