HuiLBTS fall DERDE BLAD Zaterdag 18 Januari 1913 fóiaiEdionst naar Wod. Oost Indië. De verzending van brieven enz. heeft deze week plaats als volgt: Over Marseille, Dinsdag 21 Janu ari. (Laatste bus-li oluting 6 u. 15 min. 's avonds). Tenzij op verlangen der afzenders wordt met deze gelegenheid geen cor respondentie verzonden voor Atjeh en Onderhoorigheden, Sumatra's Oost kust, Palembang, Riouw, Bangka, Billiton en Borneo. Over Napels Woensdag 22 Januari. (Laatste buslichting 12 u. 15 in. na middag). Over Brindisi. Vrijdag 24 Januari. (Laatste busliohiing 12 u. 30 m. na middag). Met deze gelegenheid wordt alleen verzonden correspondentie voor At jeh en Onderhoorigheden en Suma tra's Oostkust. Over Marseille Zaterdag 25 Janu- ari. (Laatste buslidli.Ling 6 uur 40 min. 's morgens). Sumatra's Westkust en Benkoelen alleen op verlangen der. afzenders, overigens correspondentie voor geheel N.-O.-Indië. Over Rotterdam, met de zoogen. Zee oost. Zaterdag 25 Januari. (Inatsté bus lichting 2.35 's mor gens). Het port van met deze gelegenheid verzouden brieven bedraagt 5 cent per 20 gram, dat der briefkaarten 2 1/2 cent per stuk, en dal van druk werk 2 cent per 50 grom. Om nog met deze mail te kunnen worden verzonden moeten postpak ketten Vrijdag vóór 9 u. 30 m. des avonds ten postkantore bezorgd zijn. (Atjeh, Sumatra's Oostkust, enz. wordt met deze gelegenheid niet ver zonden). Wij doen uitdrukkelijk opmerken, dat bedoeld wordt de buslichting aan t Hoofdpostkantoor in de Zijlstraat. V c r? O St to to =s g g 1 O rf m S 1 3- p B 2 1 3 ■8 3 3 3.25 m. 12.30 a. 10.40 m. 4.35 m. 5.30 m. 6.40 m. 2.20 a. 12.30 a. 8.40 m. 9.30 m. 9— ni. 5.10 a. 3.35 a. 9.30 m. i0— m. 12.05 a. 1— a. 12.20 a. 7.30 a. 7.15 a. 1.50 a. 9.25 a. 9.40 a. 2.35 a. 3.30 a. 4.40 a. 10.(6 a. 5.30 a. 6.a. 12.20 m. 6.10 a. 6.40 a. 7.30 a. 9.40 a. 9.30 m. 7.- ra. Buitenlandsclh Overzicht O© PF©s5d©initsv©irEsa©ZBffBg lira Frankrijk. Waar de verkiezing plaats had. 't Is Vrijdagmiddag in de oude fransche koningsstad in 't paleis van Versailles beslist Poincare zal pre sident van de Fransche republiek zijn. "t Word uitgemaakt door do Sena toren en Kaniorafgevaardigden, die daar in Versailles verzameld waren. 't Was een groote drukte, zooveel volksvertegenwoordigers te zamen 1 Bij aankomst Lu liet paleis werden 2 congressisten ontvangen door 20 roodgeveste beden van liet parlement die de heeren den weg naar de bu reaux, salons en groote zaal wezen. de ministers was een kleine salon gereserveerd, om gedurende dc verschillende pliasc-n van den strijd van gedaebteri te kunnen wisselen. Eenige telephoontoestellen stonden ter hunner besch'kking. 't Paleis is heel mooi. Prachtige go belins bedekken de muren. Door de jalerie -des Bustes, waar vijf eeuwen vertegenwoordigd zijn, komt men in de congreszaal, afgesloten door zwaar neerhangende draperieën. De zaal heeft hot aanzien van een schouw burg; de fautou'ilrijeiv staan amphi- theatersgewijze. Enkele zetels zijn be roemd: aan de uiterst linkerzijde,! nummer 87, slaat de fauteuil, waarop Gambett.a plaats nam, op nummer 202 zat Thiers, tijdens de vergadering, welke hern huldigde als de „libera- teur du territoire"; rechts in het mid den zetelde Carnot. Ten slotte de Salie du Sceau» be waakt door een rensachtisren bronzen Napoleon, omringd door tallooze schil derijen, getuigende v oor zijn heldenda den en triomfen. Hier staat on een stevig voetstuk een groote stalen stem pel, waarin het wapen der republiek is aangebracht, waarmede bij een presidentsverkiezing- onder het proces verbaal van de benoeming Frankrijk's zegel gedrukt wordt. De vo r kie zing. Dé tribunes van de congreszaal wa ren geheel gevuld met belangstellen den. È-r waren blijkbaar meer kaarten gegeven, dan dat er plaatsen waren.... Te 1 uur begon 't. Eerst protesteerde een markies, een Bonapartist, dat deze vergadering geen nationale was. Z'n protest werk te weinig uit, alleen wat lawaai, ook al herhaal Je hij 't Inter in de cou- lcdrs, zeggend „niet het parlement, maar het volk moet een president kiezen". De zwaarste candidaten Poincaré en Pains waren in de ministers- bank gezeten. 't Stemmen begon. De uitslag van de eerste stemming was Poincaré 429 Parns 327 V aillant 63 Dosehaiicl 18 Ribot 16 Bourgeois 4 Millerand 3 Mascuraud 3 Detcassé 2 Dubost 1 Rochcfort 1 Een herstemming moest dus plaats hebben. Het stemmen ging zonder incident. Bijna alle Senatoren en Kamerloden 'waren aanwezig. Toen de candidaten stemden, werden zo door hun kiezers met applaus begroet. Het oudste Kamerlid werd door al len met' applaus begroet. De eerste stemming had 2 uur ge duurd. B:"na was Poincaré dadelijk geko zen, want de meerderheid van 867 stemmen, die uitgebracht waren, is' 434. 't Scheelde maar 5 stemmen Na de eerste stemming begaf zich een delegatie naar Pams, om hein te verzoeken zijn caüdidatuur in te trekken. De geunifieerde socialisten hielden, na aflonp van do eerste stemming, een vergadering. Na een stormachtig debat besloot de meerderheid, niet tegenstaande van verschillende zijden pleidooien voor Poincaré en voor Pams waren gehouden, op Vaillamt te blijven stemmen, De uitslag van de tweede stemming wasGeldig 859 stemmen, daarvan verkregen Poincaré 483 Pams 2'J6 Vaillant 69 Poincaré v/as dus tot presidsnt gekozsn. Te 6 uur was de uitslag bekend. Toen hert stemmen-aantal van Vail lant werd afgelezen ;G9) werd geroe pen Leve de republiek leve de Coin- _mune 1" I Na de mc-dedeelïng, dat Poincaré gekozen weid, riep men van de lin kerzijde „Weg met den dictator I" De nieuwe president gehuldigd. Nadat de uitslag der verkiezing ge proclameerd was, kwam een detache ment genietroepen binnen en stelde zich en haie op. Poincaré, gevolgd door de ministers, betrad daarop het kabinet van Dubost- Deze hield de vol gende toespraak „De Nationale Vergadering heeft de vertegenwoordiging van het land en de opperste leiding van zijn aangele genheden in uwe handen gelegd. Mor gen zult gij het hoofd zijn van den staat en de nauwgezette uitvoerder van zijn wetten. In naam der Natio nale Vergadering bied ik u mijn go- lukvvenschen aan." Briand feliciteerde daarop diepbe wogen den nieuwen president en zei „De Nationale Vergadering heeft, door u do republikeinsehe instellin gen toe te vertrouwen, die in lie trouw bare. eerlijke handen gelegd Poincaré antwoordde„De welwil lende woorden, tot mij gericht, heb ben mij diep getroffen. Ik zal trachten mij het vertrouwen van de Nationale Vergadering waardig te maken en pogen den strijden zelfs de ondergane beleedigingen te vergeten. Ik zal on der aüe omstandigheden een onpar tijdig scheidsrechter zijn." Later werd Poincaré door Fallières in het paleis ontvangen en gelukge- wenscht. Daarop ging Poincaré naar zijn eigen woning, om te dinoeren. Daar waren reeds twee auto's met bloemen aangekomen. De extra-uitgaven der couranten verspreidden het nieuws overal. Op vele plaatsen van Parijs werden be toogingen gehouden, voor of tegen den nieuwen president. Een vroolijke menigte, slaande voor de bureaux der groote boulevard-bla den, waai de uitslagen werden mede gedeeld, begroette do zo met bra-.o's en levendige toejuichingen, en op de terrassen der koffiehuizen werden tal van glazen bier geledigd op de. ge zondheid van het nieuwe staatshoofd. Poincaré, die per extra-trein naar Parijs vertrok, werd bij het verlaten van het paleis te Versailles en bij zijn aankomst te Parijs levendig toege juicht. Te elf uur had zich een 'ontzaglijke menigte voor de- woning van Poincaré verzameld. De nieuwe president werd luide toegejuichthij verscheen op het balcon en betuigde zijn dank voor de hem betoonde sympathie, waar door hij diep getroffen was. Roep ech ter niet„Leve Poincaré maar roep „Leve de republiek Deze woor den werden met luid applaus begroet en men hooide daarop de kroten „Leve de republiek weerklinken. De nieuwe president. Raymond Poincaré werd in 38G0 geboren te Bar-le-Due als de zoon van een bekwaam ingenieur. Na een ze-er grondige voorbereidi ng, studeerde h ij aan de hoogesehool tegelijk letteren en rechten, zoodat hij na oenige jaren met schitterend succes do graden van „licencé ès lettres" en doctor in de rechten behaalde. Na zijn militaire plichten te heb ben volbracht, vestigde hij zich als advocaat. In betrekkelijk korten tijd mocht hij zich reeds in een winst- govenao praktijk verheugen. Zijn werkzame geest, vond evenwel in den velen arbeid, dien zijn praktijk eiseh- tö, nog geen voldoende bevrediging. Don weinigen tijd, dien zijn beroeps arbeid hem liet, besteedde hij daarom aan het schrijven van zeer gewaar deerde rechtsgeleerde artikelen. In 1887 werd hij gekozen tot afge vaardigde van. het departement de la Mouse. M de Kamer wist hij zich al ras autoriteit te verwerven door zijn buitengewone scherpzinnigheid, zijn grooten ijver, zijn welsprekendheid en door de gave, om de verwards!© dis cussies weer in liet rechte spoor te leiden. Nadat hij minister van financiën was geweest in het kabinet-Ribot, werd hem in 1899 liet minister-presi dentschap aangeboden. Hij nam de eervolle opdracht toen niet aan. Na dat hij later nogmaals minister van financiën was geweest in het kabinet- Sarrien, werd hem (na den val van het ministerie Caillaux) nogmaals het minister-presidentschap aangeboden. tank niet meer. ie mogen weigeren en trad op 13 Januari 1912 op als hoofd van het kabinet. De wijze, waarop hij sindsdien zijn taak als zoodanig heeft vorvuld, de krachtige pogingen, die tiij in het werk heeft gesteld, eerstom den vrede in Europa té handhaven en later om den oorlog tot zijn oorspron- kel ijken haard te beperken, liggen nog versch in het goSieugen. Toen dan ook Léon Bourgeois om gezondheids redenen voor de presidentscandida- tunr meende te moeten bedanken, was Poincaré de aangewezen inan. Het incident Poincaré— Clemenceau. De bladen berichten, dat, na bespre kingen tusschen vrienden van Poinca ré en Clemenceau, het Incident tus schen deze beider geëindigd is. In een zeer vriendschappelijk onder houd met Briand en Klotz over den dien Clemenceau aan Poincaré had gericht, verklaarde Clemenceau, dat hij dien brief liad geschreven in volle vertrouwen op de mededeeling afgevaardigde, die echter on juist was gebleken. „Geeft Poincaré", zoo zei hij, „alle jevvenschto ir-.Iichüngen en deelt hem mede, dat het misverstand geheel en al uit den weg is geruimd." EEN AANSLAG? Vrijdag kwam een individu, die wartaal sprak, door de Avenue de Pa ris te Versailles en richtte zich naar het kasteel. Plotseling haalde hij een groot kaliher-revolver uit zijn zak en richtte die op liet kasteel. Dadelijk gearresteerd en ontwapend, riep hij uit: „Do president der Republiek kan niet gekozen worden. Ik kom mijn rechten opezscheu". Het schijnt dat deze persoon niet wel bij het hoofd is. Ilij werd naar den naastbijzijr.den politiepost geleid. De &alkan°vu!kaan. De nota der mogendheden. Volgens een te Londen ontvangen telegram heeft de Duitsche gezant te Konstantinopel ook instructies ontvan gen om zich aar. te sluiten bij de ande- e gezanten voor het overhandigen an de nota der mogendheden aan de Porie. Hoewel de oorzaak van het uitstel in het aanbieden der nota niet bekend is, ■erzekert men, dat liet geenszins is 1oe te schrijver aan verschil van mea ning tusschen de mogendheden. De nota is niet gewijzigd sedert zij uit Londen verzonden is, behalve een kleine verandering door Duitschland iór eenige dagen voorgesteld, üit Konstantinopel wordt geseind De ambassadeurs hebben zich geza menlijk naar het ministerie van bui- tenlandsche zaken begeven en den mi nister de collectieve nota der mogend heden ter hand gesteld. Eindelijk En wat zal nu de uitwerking zijn Grieken en Turken. Uit Philippiadcs wordt bericht „Grieksche afdeelingen hebben Glykl bezet eii nadat zij de Turksch-Albanee- sclje troepen verdreven hadden, Go-r- dlki' en een twintigtal naburige dor- pehin genomen." Uit Albanië. Er heerscht een oproerige stemming in Prizrend, Djakowa en omstreken, zoodat Servië troepen daarheen heeft moeten zenden. Prizrend staat in vlammen, Djako wa wordt naar hét heet, belegerd. Allerlei* UIT MAROKKO. Do Kaïd var. de Beni M'gild, die uit Dagoerai was vertrokken ter bescher ming van een groep Beni M'tir, die zich tegen de oproerlingen verzette, geraakte met dezen slaags en bracht hun' gevoelige verliezen toe. Een luite nant sneuvelde; een luitenant, een ser geant en tien manschappen werden gewond. Belasting op vermeerde ring van het vermogen in Duitschland. In het ministerie van financiën is men, naai- de „Tagliche Rundschau" verneemt, bezig met het ontwerpen van een belasting op de vermeerdering van het vermogen. In de bekende zit ting van den bondsraad, waar de mi nisters van de grootere bondsstaten persoonlijk aanwezig waren, is geen stemmen voor en tegen een vermo gensbelasting nagenoeg even talrijk waren. De rijkskanselier had toen ver klaard, dat hij in beginsel geen tegen stander van de successie-belasting was. doch dat hij, in verband met de parlementaire situatie van dit oogen- lilik, niet geneigd was een nieuwe be lasting op het bezit uit handen van de sociaal-democraten te aanvaarden. Er dreigen echter groote moeilijkhe den te ontstaan door de houding van liet Pruisische staatsministerie, daar de Pruisische minister van financiën een besliste tegenstander is van een vermogensbelasting, in welken vorm dan ook. De rijkskanselier zal in het staatsministerie me! zijn belastingplan op sterken tegenstand stuiten. Al mocht het echter gelukken den Prui sische» minister van financiën tot an dere gedachten te brengen, dan is het nog de vraag of de rijkskanselier in den Bondsraad een meerderheid zal vinden. Van zeer betiouwbare zijde wordt aan de „Tagliche Rundschau" mede gedeeld, dat do guaestie van een be lasting op het bezit zoo'n wending kan nemen, dat men misschien plotseling voor een binnei landsche politieke cri sis komt te staan. Haarlemmer Hahetjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. „Fidelio", zei de hoofdredacteur 'tan dit blad, met wien ik van. zijn prilste jeugd af zeer bevriend ben ge weest, zóó zelfs dat wij altijd dezelfde soort hoed hebben gedragen, dezelfde groenten luston en gezamenlijk een hekel hebben aan radijs en kastanjes „Fidelio, er is een brief voor de courant gestuurd, dien je maar eens in je Zaterdagavondpraatje moet zet ten. Je houdt van gemoedelijkheid, hoewel je in onbewaakte oogenhlik- ken ook wel eens kwaad worden kunt..." („Van 't zelfde", voegde ik er tus schen) maar in dezen landelijk en een voud, zul jc wel liehagcn scheppen. Ik laat dat briefje, afkomstig van een van de Noord-Hollandsche cilan- deii, hier volger, precies zooals het ge schreven is, niet omdat ik me vroolijk zou willen maken over den gebrekki- gen vorm, maar omdat het zoo echt, oprecht gemoedelijk is. Woensdag, 15 Jamarie 1913. Wel Edeleheer Mijnheer Ik schrijf uw wil uw Jlijn aan een degelijke betrekking hel pen het zij voor Koetsier vrnehtreïder of werkman Ln de bollevelden En liefst dierekt zoo gauw Mogelijk. Ik ben 39 Jaar flink Gcbouwt flink in mijn kracht vrei van sterke drank. En eerlijk zoo uw mijn aan Een Goede betrekking helpen kunt zoo kunt uw op uw Belooning rekene uw schrijft Maar wat uw verdient heeft als uw wat voor mijn heeft het zij dat uw mijn in de coroaid plaatst dat moet uw zelfs nu weten hoe of uw dat doet dat weet uw Beter als ik Maar ik hoop van gauw Ik ben van beroep werk Man op bet land doch ben goed op de hoogte met paarden En wagens En zjouw wer- manswerk landwerk wel nu mijn lieer doet uw nu naar uw goed dunken uw weet het beter als ik om aan c-on be trekking te cc men 't liovst in liaar- lem En Mijn Arderes is (volgen naam en adres). Er is eigenlijk maar één antwoord, dat ik den man zou moeten geven en dat is: „plaats eer. advertentie en als er brieven op komen, zal ik ze wel naar 't eiland sturen". Maar hoe 't zoo komt, weet ik niet: tegenover dezen gemoedelijken eilander lijkt me dat een öngémócdelijk antwoord. Daarom wijk ik van den regel af en vraag aan de lezers, wie een kloeken Noord- Hollander voor koetsier of voor werk in de bollenvelden gebruiken kan. Zijn naam en adres zal ik dan met ge noegen opgeven, hoewel ik natuurlijk voor zijn bekwaamheden en persoon lijkheid niet insta. Daartegenover maak ik ook geen aanspraak op een „Belooning5", waaneer do man aan 't werk komt. Alleen nog dit: op verdere verzoe ken van dezen aard zal ik heusch met een verwijzing naar de advertentiön moeten antwoorden. Wij stedelingen zijn eenmaal zoo gemoedelijk niet, gelijk deze cn cle vorige week bij den sneeuwval weer duidelijk gebleken is. Jonge lui trek ken zich van de gladheid weinig aan: als die nie: stapvoets over een gevaar Hij meende nu de verantwoordelijke eensgezindheid verkregen, daar de Vad de Residentie en Daar bewoners. CXCI. Evenals de meeste plaatsen in ons land hebben we begin van de week genoten van een fermen sneeuwval. De last, die er van ondervonden werd, was gelukkig niet al te groot. De tram kon den dienst op alle lijnen in stand iiouden en de Reiniging wist in be trekkelijk korten tijd de voornaamste straten schoon te krijgen. Zooals ge woonlijk heeft deze ferm georgani seerde dienst hard gewerkt, de losse arbeiders, die steeds een groot gedeel te van den arbeid doen moeten, meld den zich in voldoenden getale aan en Maandag kon.duji ook met een 1000 krachten begonnen worden. De kosten van zoo n extra-dienst be- loopen eeri kleine I 2500 per dag, zoo dat de sneeuwval ditmaal aan de ge meente een dikke G0U0 zal kosten. jor liet eerst is bij het- ruimen gebruik gemaakt van de vuilnis-auto mobiel, die, in een sneeuwmaetiine ouigetooveird, vlug haar werk deed. Of do eischen, aan de machine ge steld, niet te zwaar waren, zal een nader onderzoek moeten leeron. Het monster want liet geheel was toe3tel om voor op den loop tc gaan had in de buitenwijken, waar het proefstoomde, veel bekijks en niet ten onrechte. Het reed met stevigen gang door de zwaarste massa sneeuw heen. Op een helderen morgen is het ge fotografeerd, zoodat we het govaaile binnenkort zeker wel in ean of ander geïllustreerd tijdschrift mogen wachten. De vorige week heeft Den Haag het genoegen genoten, een van de m-eest bekende. Fransche literatoren biunen haar grenzen te hebben. Jean Riche- pin is opgetreden voor de Alliance fvancaisc. Het was er danig vol, on danks het feit, dat zelfs de gewone leden entrée moesten betalen. Van de Alliance was het ean goed werk, dezen avond te organisee e moeien ve-* in hoar geschiedenis teruggaan, om een feit van erengroote be tee ke nis vermeld te vinden. Ja, het kan niet ontkend worden, dat het er wel wat Van kreeg alsof liet bestuur van de Alliance van meening was, dat dc leden alles maar mooi moesten vin den. Nu is het verkeerd aan do A. F. even groote eischen te stellen als aan een kunstlievende vereeniglng. Ze wil goed Fransch doen hooren, maar dit is toch niet de eeuïge eisch, die haar ge stekt mag worden. De omgeving waai en do wijze, waarop de voordrachten geboden werden moeten toch ook in aanmerking gencmen w orden en hier aan ontbreekt dikwijls alles. Het bestuur dat de zaal een jaar vooruit moest bespreken en dan maar moet trachten op die data personen to krijgen, kar er dus vaak niets aan doen dat slechts zooveclste ranss grootheden hu i gaven gaan ont plooien. Het moet dikwijls nemen wat 't krijgen kan. Alle verwijten te dezen opzichte gemaakt zijn niet verdiend. Onze Lacfcheek VOOR ONBEMIDDELDE HL'W'E. LI7KS-CAN Dl DATEN. Te Purijs heeft een jongmensch een aardige manier uitgevonden om een rijk huwelijk te doen. Zekere Adolf Z., gunstig uiterlijk en drie duizend francs inkomen, was a.'s bediende werkzaam bij een rijken bankier, die eene lieve dochter had van 18 jaar. Adolf heeft geen cent in de .wereld, wat hein echter niet belette op zeke ren morgen in liet particulier vertrek te komen van den bankier, zijn chfef, en tot lieut te zeggen: Mijnheer, ik heb do eer u de hand uwer dochter te vragen. Do bankier was verbijsterd, keek zijn bediende eens aan en schelde, waarop een knecht binnenkwam. Zet mijnheer do deur eens uit, zeide de millionair. Gei ijk gij wilt, antwoordde 't jonge mensch bedaard maar hoor eerst nog, dat ik als deelgenoot in het huis Bathurst en C e. te Londen kom. Bij die woorden werd de bankier minzamer en vroeg: Het bewijs, mijnheer, bet bewijs voor wat gij zegt! Geef mij tweemaal vier-en-twin- tig uren verlof, om naar Engeland te gaan, en ik zal u dat bewijs bren gen. Goed. Adolf Z. stak het Kanaal over, stel de zich aan den heer Bathurst voor en zeide: Mijnheer wilt u mij als deelge noot in uwe zaak nemei Bathurst dacht, dat hij met een gek te doen had. maar liet jonge mensch vervolgde: Ik trouw bmnen 3 maanden met de dochter van den bankier P. D. te Parijs. Bij die woorden werd Adolf uit» geuoodigd te gaan zitten; men sprak werd iioc .eens en het vernuftige jon- geinensch kwam zijn aanstaanden schoonvader het gevraagde bewijs brengen. Men ziet het: een rijiki meisje te trouwen :s niet zoo erg moeilijk althans niet te Parijs- maar wel zijn de aanmerkingen ge grond, die. vooral in den laatsten tijd, gehoord worden over de omgeving, waarin de voordragers moeten optre den. Het Diligentia-tooneeltje is niet bijster aantrekkelijk, en het bestuur doet ook,geen enkele poging het een weinig gezellig .te maken. Dit valt vooral op als niet. alleen gereciteerd, maar comedie gespeeld wordt en de paar linnen kamerscher men zelfs de illusie niet kunnen wek ken van de plaats, waar het tooneel- tjo plaats heet te vinden. Meer dan eens zijn de toch zoo geduldige toe hoorders in lachen uitgebarsten, als een der spelenden zijn bewondering moest uiten voor de omgeving. Zulke ontboezemingen waren té dol! Nu is liet vooral daarom te bejam meren dat het bestuur zoo we«»vi<r eer bied voor de leder, toont,, mndrit eer. verecm'giiig als de Alliance Francaist feitelijk tiaar doel reeds overleefd heeft- tl). In Amsterdam en Rotterdam is de toeloop erheen tamelijk gering en al leen in Den Haag, de stad bij uit- mendheid voor Fransch-spreken zijn bijna eiken avond een 6 of 7 honderd menschen aanwezig. Het le dental gaat echter achteruit en te verwonderen is dat niet. Zooals ik reeds schreef zijn verceni- gingen als deze, het genootschap „Oefening kweekt kennis", met af deelingen in groote steden, e.a. ten doode opgeschreven. Hetgeen zij bie den kan in te grooter mate eldèrs ge noten worden en alleen voorzichtig heid in het leiden kan een afsterven 1) De redactie kan niet geacht wor den met deze beschouwing in 't alge meen in te stemmen. lijk© plek kunnen heenkomen, dan maar met een vaartje, maar voor ons boven de veertig en hooger is die plat getrapte, half d oprij zeide sneeuw al les behalve een genoegen. En toch strooien we geen zand of ascli voor onze deuren! Cevolg: do een breekt een arm, de ander een pols, de derde valt op zijn achterhoofd en ziet ster ren op klaarlichten dag. Och toe, zegt mijn eilander, help me eens aan een betrekking! Maar wij stedelingen strooien geen zand voor de veiligheid van buren en voorbijgangers, om neg maar niet van onze eigen veiligheid te spreken. En wat de schoonmakerij van do straten aangaat, ik ben vóór de reini ging in t groot, maar zie weinig heil in liet schoonmaken in 't klein. Niets is genoeglijker voor veertigjarige (en nog oudere) harten, dan een heel ge zelschap sneeuwruimers tegelijk aon 't werk te zien, maar in de zijstraten, waar ze niet komen, is de arbeid, van den man en een jongen, die 's mor gens met een schop en een schoffel aanbellen, om te vragen of zij de straat moeen schoonmaken voor een kwartje (afdingen is niet altijd zonder succes) daar'is, herzeg ik, die ar beid niet altijd afdoende. Integendeel. Was de dikke laag sneeuw betrekke lijk ongevaarlijk om te begaan, liet dunne laagje, dat er na het vertrek van den reiniger op blijft liggen en 's morgens lekker bevroren i3, brengt zelfs hem, die 't vost op zijn sluit (ik meen natuurlijk "op zijn voetstuk) staat, aan het wankelen en een onver wachte plof is veelal het gevolg er van. „Zand er over!"'roepen de men schen soms, wanneer er een onder- werp ter sprake komt, dat hun minder goed bovalt; ja juist, zeg ik, zand er over, in 't belang van de een en ondeelbaarheid onzer 'armen en bee- Uitgegleden is hier ooit de 2de boek houder van een tram-onderneming en, merkwaardigerwijze, aan den over kant van den Oceaan terecht gekomen rer glijden zelfs de liefhebbers riet van 't Kopje weg. Wouter, die alles verbazend goed weet, vooral van ach teraf bekeken, heeft verklaard, dat de man ook bij allerlei menschen veel te veel vertrouwen genoten heeft. Niets gemakkelijker, dan zulke critirk. Wie een tijd lang met iemand omgaat, niets kwaads bij hem opmerkt c-n hem dan géén vertrouwen schenkt, zcohi i is binnen twee of drie jaar zoo- gekomen, dot hij maar "t beste doet, een hut te laten zetten op' het verlate-nste hoekje van de Veluwsehe heide- en daar z/ijn eigen potje te ko k-en, omdat hij in de maatschappij niet meer te gebruiken is, „Edelacht bare heeren, 'president cn leden deze rechtbank", zoo pleegt haast iedere verdediger van wie misbruik van vertrouwen maakte in zijn plei dooi te zeggen, ,het is waar: «ie te- klaagde heeft verkeerd gedaan, maar de aanleiding daartoe iag m het over groot vertrouwen, dat hem geschon ken werd door wie Loven nem sti n- den". Rhetorica en anders niet. Er is nog geen koopman, geen fa brikant, geen du'OCtoar geboren, d e ooit kans zag, eau .rak te drijven, zonder dat hij daarbij aan. een mede werker vertrouwen gaf. Misbruikt deze dat, „dan was liet tc gr.mt' zegt de verdediger. Maar misbruikt bij het niet, dan was het juist van pas en tocli was het dan raïssdnen in-g wel veel grooter! Het is wel een te ernstige zaak om er mee te spotten, maar een grappenma ker heeft gezegd, dut hef, maar jam mer is, dat de verdwenen fondsen geldswaardige papieren zijn geweest en niet gouden vijfjes, „omdat niemand die hebben wiL" I-Iieruit zou dus vol gen, dat wie aan een ander een be langrijke som moet toevertrouwen, die maar moet omwisselen in gouden vijf- guldenstukken, c-mdat je die niet ge makkelijk aan een ar.der slijten kunt. Nu zal deze afkeer ook zijn grenzen wel hebben en het is waarschijnlijk niet geraden, om den eerste den beste, dien je op straat tegenkomt tien of meer gouden vijfjes aan te bieden -. de inan mocht eens ja zeggen. Maar dat ze in 't dagelijksch verkeer nog veel te genstand ontmoeten is wel zeker. Bij t wisselen of betalen hoor je dikwijls zeggen „gelukkig, dat ik T nare ding kwijt ben", de directie van de werk plaats van de Ilcllandsche Spoor lieeft het zelfs noodig gevonden, haar oerso- neel bij de uitbetaling tegen vergissin gen met het muntstukje te waarschu wen en als dat zoo doorgaat wordt het ding nooit populair en zal het doel. waarmee 't ingesteld is, niet bereikt worden, namelijk om voor den groo ten, zwaren rijksdaalder een gemakke lijker betaalmiddel te vinden. 't Is vreemd met onze nieuwe mun ten. Dat het lastige zilveren stuivertje verdwenen is was een verbetering en bet twee en een halve cents-stuk zou, om een klassieke uitdrukking te ge bruiken, in een long gevoelde behoef te voorzien- hebben, Wanneer. maar genoeg in omloop was. om aan de behoefte te voldoen. Dat lijkt vel niet naar. Wie de proef wil nemen, nioet maar eens in een grooten kring rondvraag doen cn hij zal zien, dat verreweg de moesten ze niet bij h hebben. Bij 't wisselen zijn ze ook nauwelijks te krijgen de vervelende cent is talrijk genoeg, maar het prac- tische halfstuïversstuk schittert door afwezigheid. En toch wordt op de rijkskantoren altijd verzekerd, dat er massaas in omloop en beschikbaar zijn zijn er dan menschen, die ze eten of oppotten Het eene is a! even on waarschijnlijk als 't andere. Daarentegen zijn er meer dan ge noeg stniversstukken, die <le menschen niet willen hebben, omdat ze de arme neef zijn van het kwartje en daarmee een sterke familiegelijkenis vertoo- nen. Al lang is ons een vierkan te stuiver beloofd of een ronde met een gat er in en die prac- iische dingen laten maar weer op zich wachten. We zullen dus den groo ten stroom van vreemdelingen, die dit jaar in Nederland te verwachten is, ontvangen met zoo'n gebrekkig munt stelsel Wees er maar zeker van, dat het aantal Ilaagsche kwartjes, dat voor echte uitgegeven zal worden, le gio zal zijn en dat de vreemdeling daarin weer nieuwe stof 2al vinden ora af te geven op die Hollanders, die de reizigers „afzetten". We hebben toch al geen al te besten naam in 't buitenland op 't stuk van prijzen in hotels en restaurants Hoe za.1 't worden, als daar nu nog lastige, moeilijk te onderscheiden munten bij' komen FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 9