CE M1SÏEEM1!
TWEEDE BLAD
Maandag 3 Febrnarl 1913
Buitenlarjciscih Overzicht
Oe Balkan-vulkaan.
Hedenavond 7 uur is de ■wapenstil
stand officieel geëindigd. Dan k a n
de strij'l dus weer beginnen, maar het
is nog mogelijk, dat het niet zoo ver
komt, althans voorlooxng nog niet.
De mogendheden hebben nu het ant
woord van Turkije ontvangen, dat bij
na in alles aan de eischen der Bai-
kan-stateu toegeeft.
Nu is liet voigens den redelijk-den
kenden mensch onzinnig, om opnieuw
den oorlog te beginnen, ook onzinnig
voor Bulgarije, want Europa zal toch
nooit dulden, dat de Turken geflicel uit
Europa verdreven worden. Konslanti-
nopel krijgen de Bulgaren toch nooit
'L' urli ij e wil -S/5 van Adriano-
pel geven.
Üit Konstantinopel wordt geseind
„Als de groote mogendheden den
Inhoud der Turksche antwoord-nota
onvoldoende verklaren, dan zal, naar!
men in Turksche regeeringskringen
aanneemt, de Porie nog een stap ver
der gaan zij zal dan ook liet op den 1
noordelijken oever van de Maritza ge
legen deel van Adrianopel afstaan en
zich met het kleinste (oostelijk van de
Toendsja gelegen! deel tevreden stel
len dan krijgt Bulgarije 4,5 Adriano
pel, Turkije 1/5".
Inderdaad, de Turken geven wel
veel tce.
De ge delegeerde n der
V redesc onferentie
zijn bijna allen uit Londen vertrok
ken. De Griek Yenizclos zei voor zijn
vertrek in een interview
„Neen, niet vaarwel, maar tot weor-
iensIk ben er van overtuigd, dat
wij over eenige weken weer te Lon
den zullen zijn voor liet sluiten van
den vrede, maar eerst moeten de
Turken hun nederlaag hebben erkend
en de vreuespreliminatren op het slag
veld hebben geteekend."
Van elk land bij het Bulkan-conflict
betrokken, is evenwel nog één gedele
geerde te Londen gebleven.
Er kan dus nog onderhandeld wor
den.
D ©ambassadeur s-
conferentie.
De ambassadeurs hebben, na de
vergadering van Zaterdag, hun re
geeringen telegrapliisch ingelicht over
de meening der vergadering omtrent
het antwoord va.n Turkije, dat, vol
gens de algemeene opvatting, even
tueel een grondslag zou kunnen vor
men voor vredesonderhandelingen.
De ambassadeurs wezen in hun
telegrammen op de wen schel ij k'hcid,
om ook aan Bulgarije kennis te ge
ven van deze opvatting.
Naar men meent zijn de officieel©
kringen te London van dezelfde meo-
ning en is men daar van oordeel, dat
het bezoeic, Zaterdag door den Bul
gaar Danef op het ministerie van bui-
tenlandsche zaken gebracht, met tiet
antwoord der Porie in verband staat
Naar het schijnt, zulten de mogend-,
heden dus neg trachten de hervatting
der vijandelijkheden te beletten, of
schoon het aan erhstigen twijfel on
derhevig is, of die poging succes zal
hebben.
Uit Sofia komt thans de rnededee-
iing, dat het waarschijnlijk wordt go-
acht, dat hedenavond de vijandelijk
heden nog niet geopend worden. Do
lezers zullen nog ju afwachting blij
ven, wat Europa kan doen.
Rusland voor hot be li oud
van den vrede.
De ..Temps" ontving (naar we in de
Maandag Ct." dezen) het volgende te
legram uit Petersburg
Rusland deed aan Bulgarije opmer
ken, dat het antwoord van Turkije
een goede basis voor onderhandelin
gen is en gaf den vriendschappelijken
raad, de hervatting der vijandelijkhe
den te vermijdeu en nieuwe bospre-
-kingen met Turkije te beginnen. Do
Bulgaarsche regeering meent evenwel
dat de pogingen dor groote mogend
heden geen resultaat kunnen hebben,
dv bondgenooten zijn van oordeel, «lat
hun te Londen uiteengezette cl solum
eon minimum vormen. Men meent, dat
de operaties der Bulgaren zich slechts
tot een bombardement van Adriano
pel zullen bepeikon.
Duitschland on Engeland.
Op het te Londen ter eere van den
verjaardag des Keizers gehouden feest
wees de ambassadeur Lichnowsky op
het streven van den Duitschen Keizer
om de vriendschappelijke betrekkin
gen met het machtige, verwante volk
van Engeland te bevorderen.
Vooral In de laatste maanden, zoo
zei hij, had de Keizer het als zijn
plicht beschouwd, in overeenstem
ming met de met Duitschland verbon
den en bevriende Britsche regeering te
arbeiden tot behoud van den vrede in
Europa.
Ook in do toekomst zullen de groote
mogendheden trachten eventueel©
quaosties tot een gunstige oplossing
te brengen. Er bestaat dus gegronde
hoop, dat de ambassadeurs-conferen
tie zich ook vorder voor zijn taaie be
rekend zal betoonen en dat zij zal lei
den tot het gewensciite doel, namelijk
het behoud van den vrede in Europa.
Men tracht de betrokken staten tot
gematigdheid over te halen, leheindo
verder bloedvergieten te vermijden.
Hoe B a 1 kan-a tor i t erten
over den toëstand denken.
In eeii interview met een vertegen
woordiger van de „Temps" verklaar
de Venizelos zoo meldt de „Cou
rant" dal de Balkan-gedelegeerden
en ook hij, de gemeenschappelijke
overtuiging hebben, dat een hervat
ting van de vijandelijkheden tiet
eenige middel biedt om het sluiten
van den vrede te verhaasten. Do Bal-
kan-bondigenooten hebben niets meer
van do groot© mogendheden te ver
wachten, daar deze door hun nota
alles verrichtten wat zij voor do ge
allieerden konden doen. Venizelos
voegde hieraan toe, dat men er een
einde aan moest maken, daar de
bondgenooten niet langer konden
wachten, aangezien hun financiën
dat niet toestaan. De oorlog zal dus
opnieuw beginnen. Maar Venizelos ;s
overtuigd, dat hij niet lang zal du-
Novakovitch, de gedelegeerde van
Servie (eveneens door de „Temps" ge
in terviewd), verklaarde, dat de wa
penstilstand werd opgezegd, om aan
de onverzoenlijken te Konstantinopel
een duidelijker overzicht te verschaf
fen van den militairen toestand, dien
zij niet meer schijnen te kennen, liet
is onmogelijk, nu reeds een oordeel
uit te spreken over de nieuwe phase,
die de oorlcg intreedt, maar de Bul
garen kunnen onvoorwaardelijk op
de hulp der Serviërs rekenen. „Wij
zullen" zeide hij „aan de Bulga
ren gold en manschappen verst rokken.
Er zijn 45.000 Serviërs voor Adriano
pel, wij hebben de munitie gemaakt,
die de Bulgaren noodig hebben. De
Bulkanbond is nog even hecht als np
den eersten dag van zijn beslaan. Do
overeenstemming tusschen Belgrado
en Sofia is volkomen."
Uit T u r k ij e.
Turkije bereidt zich met veel haast
voor op hervatting van den strijd.
Een telegram deelde reeds mede,
dat Vrijdagmiddag ie Konstantinopel
vanwege het Jong-Turksche Comité
oen vergadering is gehouden, ter vor
ming van oen commissie voor do
nationale verdediging.
De vergadering, waaraan 800 per
sonen deelnamen, o. a. alle senato
ren en waardigliéidsbekleeders, tot de
Jong-Turksche partij behoorende
werd gepresideerd: door maarschalk
F cc ad. Een der sprekers was de Mo-
liommodaansch©- journalist Aghajef,
een Rus van geboorte. Deze zeide o.a.
„Wjj hebben Euyopa voor ons en ach
ter .ons méér, dan 400 njittioen Moslim,
die oils 'willen helpen."
Do vergadering benoemde een uit
voerend comité en commissies voor de
werving van vrijwilligers, voor do
verpleging van gewonden, voor het
houden van geldinzamelingen en tot
vorming van sub-ccniités in do pro
vincie.
Er werd een motie aangenomen,
waarin werd verklaard, dat de 'oin-
neulaiidsche oneenigheden, de eenige
steun der vijanden, voor eeuwig ba-
graven zijn, en dat van nu af de natie
als één persoon den vijand tegemoet
zal treden.
De motie eindigt aldus
„Allen zullen hun eigendom, leven
en geest ten dienste van het vader
land stellen. Daardoor zullen de vloek
waardige bedoelingen van den vijand
verijdeld worden. Leve de vader
landsliefde, love de vrijheid I"
Typhus onder de Turksche
gev angenen in Servic.
Uit Belgrado wordt aan de „Tel."
gemeld, dat onder de Turksche ge
vangenen te Negotin een gevaarlijke
typlius-epidemie is .uitgebroken. Van
de 1410 gevangenen werden er 342
ziek binnen 10 dagen stierven er 140.
De geneesheer, die de zieken behan
delde, is zelf aan typhus overleden,
evenals verschillende ziekenverple
gers.
De Grieken en Turken in
Epirus.
Er is zoo wordt uit Athene ge
seind niets nieuws betreffende de
operaties in Epirus. Het schijnt, dat
sedert eenige dagen alleen de artille
rie het gevecht onderhoudt bij Bizani.
De infanterie, die vermoeid is van de
laatste onstuimige aanvallen, houdt
rust en maakt zich gereed voor nieu
we aanvallen.
Aan Turksche zijde hielden niet
Typograïenstalcinff.
TE AMSTERDAM.
Do Amsterdamsche D rukke rs ver
een i ging zond Zaterdag aan de ge
combineerde besturen der Typogra-
fenvereenigjngen het volgende schrij
ven:
„Nadat wij u Vrijdag bericht hr.d-
den, dat onze algemeene vergadering
aan uw verzoek om elenige loonen nog
weder te verhoogen, had voldaan,
maar levens uitdrukkelijk hadden me
degedeeld, dat o.a. uwe eischen be
treffende het weder in dienstbetrek
king nemen van alle stakers verwor
pen waren, hebt u ons inlichtingen
gevraagd, hoeveel werklieden onge
veer bij de beëindiging der staking
niet dadelijk wc-der door hun voorma
lige patroons tot den arbeid zouden
worden toegelaten. Omdat uw schrij
ven en het door u mondeling verlang
de ons niet geheel duidelijk waren,
is. Vrijdagavond door onze alglemeene
vergadering besloten, u in conferen
tie af te vragen, of, indien het getal
't welk u kennen wiklet, u zou worden
genoemd, daarna bij u nietanders
meer dan de omvang der door u zoo
genaamde „rancune" een punt van ge
schil zou uitmaken. Wij wenschten
beslist van u te weten of u al dan niet
plan heeft nog weder met nieuwe voor
stellen voor den dag te komen.
„Die conferentie heeft plaais gehad,
en, toen u buiten ons bijzijn verga
derd had, hebt u ons medegedeeld,
dat u aan de door ons verworpen
eischen, betreffende de „rancune"
blijft vasthouden. Tengevolge hiervan
is het u reeds Vrijdag kenbaar ge
maakte besluit onzer vergadering in
volle werking getreden, zoodat wij
zijn teruggekeerd tot het standpunt,
waarop beide partijen stonden, toen
door u de werkstakingen werden ge
proclameerd. Nog is onze vereeniging
Bereid, onze voorstellen van 23 Decem
ber te handhaven, onzerzijds u uit
eigen beweging aangeboden, maar zij
heeft aile later van ons verkregen
concessies teruggenomen.
„Intusschen willen wij er u aan
herinneren, dat door onze gedelegeer
den ter corJereniie gezegd is, dat,
mochten enkele patroons weigeren, al
hun voormalige werklieden weder aan
te stellen heizij wegtens ingetreden
'slapte in het werk, hetzij om hun per
soon. hun arbeid of liun gedragingen,
al dan niet in verband met de staking
toch andera patroons aan die werk
lieden geen plaats zullen weigeren.
Hierbij kan thans worden -gevoegd,
dat door ai onze leden, ook door de
boven bedoelde patroons, in den eer
sten tijd geer. werklieden van buiten
Amsterdam zullen werden aangesteld
zoolang goede werkkrachten, hier ter
stede gevestigd, zich zullen aanmel
den. Alleen wil men niet gebonden
zijn, om alle eigen vroegere werklie
den, aan wie men de contracten heeft
opg.hzegd, in de eigen werkplaatsen
terug te brengen".
Naar aanleiding van den brief van
de Amsterdamsche Drukkersvereeni-
ging werd Zaterdag door 't stakersco
mité nadere toelichting gevraagd,
voovnatnelijk tén aanzien van het in
trekken van de gedane concessies. Het
bestuur van de patroonsvereeniging
deelde mede, dat inderdaad op dit
oogenblik alle toezeggingen waren in
getrokken, en men was teruggekeerd
lot de voorstellen van 23 December.
Wenschto men op de basis van de
laatst gedane concessies een oplossing
van het conflict te zoeken, dan moest
daarvoor weder de machtiging ge
vraagd worden van de ledenvergade
ring der Amsterdamsche Drukkers-
vereen iging. Alvorens echter deze
machtiging te vragen, wenschte het
bestuur van de A. D. V. de bepaalde
toezegging, dat niet verder zou wor
den gesproken over de door de pa
troons noodig geaclite maatregelen,
betreffende het niet in dienst nemen
van enkele stakers. Het aantal zou
dan na deze toezegging worden op
gegeven.
Na deze mededeeling verlieten de
heeren Diamant en Hahn de confe
rentie, die gehouden werd ten kanto
re van de firma Gehr. Binger. Ge
noemde heeren (voorzitter en secreta
ris van het stakerscomïtéj begaven
zich weder naar d'Geelvinck. en deel
den daar in een bijeenkomst van de
gecombineerde besturen hei resultaat
der bespreking mede.
Namens de gecombineerde bestu
ren der werklieden-organisaties werd
het volgende schrijven verzonden:
Aan de Amsterdamsche Drukkers-
vereen iging:
Mijne Heeren,
Wij berichten u de goede ontvangst
van uw schrijven van Zaterdag. Met
het daarin vervatte ten opzichte van
liet uitsluiten van enkele werklieden,
kunnen we, na de mondelinge toe
lichting daarop gegeven, accoord
gaan, wanneer inderdaad hun aan
tal niet grooter zal zijn, dan door ons
redelijkerwijze kan worden vermoed.
Een juiste opgaaf uwerzijds van dit
aantal werd ons toegezegd en ver
wachten we dan ook uit uw antwoord
te mogen vernemen.
Onze Laclihoek
WIJSBEGEERTE.
Een spotter vroeg eens aart een
grooten wijsgeer:
Gij die alles weet, zeg mij eens
hoeveel pond rook men erlangt, wan
neer men honderd pond hout ver
brandt'?
Weeg de uscli die overblijft;
antwoordde de wijsgeer wat aan
het gewicht der 100 pond '.hout ont
breekt, is roökl
Mocht dit het door ons veronder
stelde niet te boven gaan, dan zijn we
genegen de staking te doen beëindi
gen, mits de Joonvoorstellen (zijnde
voor 6/10 der zetters 26 cent per uur,
enz., voor drukkers 27 (jent per uur en
voor machinezetlers bij dagwerk 30 ct.
per uur), zooals door u op Vrijdag 31
Jan. werden gedaan, door u worden
gehandhaafd.
De overeenkomst, die aldus zal tot
stand komen, zal voorloopig gelden
tot 1 Jan. 1914.
Heden, Maandag zullen de strijden
de partijen het dus alleen nog eens
moeten worden over het aantal der
stakers, dat door vermindering van
werkzaamheden niet weder in dienst
kan worden genomen.
De algemeene verwachting is, dat
op dit punt overeenstemming zal
worden verkregen, zoodat dan beslo
ten wordt de staking op te heffen en
Dinsdag overal het werk le hervatten.
HET ROODE KRUIS.
Volgens door het hoofdcomité van
het Ntylerlandsche Roode Kruis uit
Saloniki ontvangen telegrammen, be
staat alle kans, dat de ambulance in
haar geheel naar Treceza zal worden
verplaatst.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij kon. besluit is benoemd tot rid
der in de orde van Oranje-Nassau W.
A. Dwars, lid der firma Ji. Pander en
Zonen, mcubelfabrikante, te 's-Gra-
venhage.
Is do heer dr. A. Lam, directeur van
den keuringsdienst van voedingsmid
delen le Rotterdam, benoemd tot ver
tegenwoordiger der Nederlandsche re-
geering bij de internationale saccha
rin e-conferen tie, welke in het jaar 1913
te Parijs zal worden gehoudc-n.
Is do met verlof in Europa aanwe
zige kapitein der art. van het Ic-ger in
Ncd.-Indië C. P. Martherus, op ver
zoek, ter zake van een lichaamsge
brek, niet ontstaan in en door den
militairen dienst, ontslagen met toe
kenning van pensioen.
Is II. G. van Kempen benoemd tot
burgemeester der gemeente Wisse-
kerke.
Is aan mr. A. Brandt, op verzoek,
met ing. van 1 April eervol ontslag
verleend als burgemeester der ge
meente Rheden, met dankbetuiging
voor de langdurige, door liem in die
betrekking bewezen diensten.
Is. met ingang van 16 Maart, be
noemd tot dir. van het post- en tele
graafkantoor te Ilillegom, L. M. Baa-
le, thans in gelijke betrekking tc Kat
wijk aan Zee.
Is met ing. van 16 April, aan deu
dirfecteur van het postkantoor te Am
sterdam, jlir. A. ff. J. Bowler, op zijn
verzoek, als zoodanig eervol ontslag
verleend, mei* dankbetuiging voor de
vele en goede diensten door hem aan
den lande bewezen.
Bij res. van den Minister van Kolo
niën zijn J. A. II. van Leeuwen en W.
van der Worff gesteld ter beschikking
van den G.-G. van Ned.-Indië, om te
worden aangesteld tot administratief
ambtenaar, respectievelijk voor Java
en Madoera en de Buitenbezittingen;
II. II. Verdam, ten einde te worden
benoemd tot adspirant-ingenieur bij
den post-, telegraaf- en telephoon-
dienst daar te lande; N. Beets en Th.
A. Uljée, om te worden aangesteld
tot adm. ambtenaar voor Java en Ma
doera en II. J. W. Gerritzen en J. B.
Krol. ten einde te worden benoemd
resp. tot instrumentmaker le en 2de
kl. bij den post-, telegraaf- en tele-
phoondienst daar te lande.
G. J. C. A. POP.
Naar „Het Vaderland" verneemt is
de heler Pop. directeur-generaal der
Posterijen en Telegrafie door bet In
disch Gouvernement anneezocht in
Indië het beheer van het Post-, Tele
graaf- en Telefoci-wezen op zich te
nemen.
De heer Pop is .naar het blad ver
nam, voornemei s dit aanbod te aan
vaarden.
EEN GROOTE BRUILOFT.
Te Winterswijk is ia een feestge
bouw een bruiloft gehouden, waar
aan niet minder dan 500 gezinnen
deelnamen, zoodat ongeveer 1509 brui
loftsgasten aanzaten, zoo meldt de
Tel.
Zie vervolg Binnenland op de 3e
pag. van dit blad.
Feuilleton
50)
In dien lusscilcntijd had do bedien
de zich van zijn opdracht gekweten
en stelde het geld aan Margarctha
ter hand.
Bertha's geduld was wel op do proef
gesteld, doch daar Margaretlia haar
gezegd had, zorg te zuilen dragen, dal
ze 't geld kreeg, wachtte ze haar te
rugkomst met kalmte af.
Zoodra Margarctha 't beloofde ont
vangen had, snelde ze naar Bertha en
reikte het met bevende hand aan
haar over; dezo dankte haar met
weinige, doch gevoelvolle woorden en
na een-hartelijk afscheid, verliet Ber
tha met wankelende schreden <i
ning van den juwelier en begaf zich
per rijtuig naar de vreedzame woning
van madame Colbran.
TIENDE HOOFDSTUK.
Madame Pompeja zat oogcnschijn-
fijk op haar gemak in een kamer vari
't hotel naar buiten te turen, toen ze
eensklaps den brievenbesteller be
merkte, die regelrecht naar 't hold
Jews m.
Ze luisterde dus aan de trap met
ingehouden adem voor wien de brief,
welke door den bode in 't hotel werd
afgegeven, bestemd was.
Metzier had zich reeds geruimen
tijd bewogen tusschen den corridor
en de vestibule, dan eens vriendelijk
zicli verwaardigende met een kelluer
een praatje te maken, dan eens in
'n nonchalante houding een manilla
rookonde en een of ander- 'tijdschrift
in de hand nemende, toen zijn oog ein
delijk .den bode met de zoo hij hoopte
gewichtige tijding ontdekte. Hij nam
dus persoonlijk den brief in ont-
vangst, las hem en verborg dien
zorgvuldig in den binnenzak van zijn
jas, dien hij met krampachtige vin-
gors toeknoopte.
Al deze handelingen waren door
madame Pompeja met argusoogen
gadegeslagen en nu was haar zorg
verder alle gangen van haar ontrou
wen minnaar te bespieden; dit kostte
haar bijna geen moeite, want toeval
ligerwijze kou ze door een reet in de
deur van haar kamer alles waarne
men wat Metzier verrichtte. Deze
pakte met de grootste zorgvuldigheid
eenige noodwendige zaken in een
klein reistaschje, hetwelk hij over
den schouder liing, narn een groote
enveloppe, borg daar eenige papieren
in en lakte deze op venschillonde
plaatsen toe, terwijl hij 't pakket in
een binnenzak van zijn vest stak.
Zoo geheel uitgerust voor de reis,
alleen de uitvallen van het garnizoen'
op, maar wordt ook liet artillerievuur
zwakker.
Comitadji's gearresteerd^
Op bevel van de Bulgaarsche regeo-
ring zijn bij Saloniki meer dan 200
Bulgaarsche comitadji's, die zich
schuldig zouden hebben gemaakt aan;
plundering en moorden in het district
Serres, in hechtenis genomen.
Tot do gearresteerden behoort ook
het bendchoofd Doembalakof, dien de
Bulgaarsche autoriteiten tot prefect
van I.anganza hadden, benoemd. Hem
worden zeer ernstige wandaden ten
laste gelegd.
Amsterdamsche Kout
LXI.
Dc zesdaagscho. De gast-:
i huizen.
We krijgen nu in Amsterdam een
zesdaagscho.
Een zesdaagscho wielerwedstrijd in
het Paleis voor Volksvlijt; een sport
evenement dat in die dagen duizen
den naar de hoofdstad zal trekken.
Men heeft, denk ik, tal van beschrij
vingen gelezen en legio foto's gezien,
van zulke sport en velen zullen de ge
legenheid gretig aannemen om er nu
getuige van te kunnen zijn.
't Spreekt vanzelf, dat tegen dit be
drijf zich reeds stemmen hebben ver
heven. Men liecft gezegd, dat het af-
beulerij is, hoogst nadeelig voor de-
gezondheid, anti-sportief, dcmorali-
seerend.
Waartoe dient de liefhebberij? is
er gevraagd. Wat is het nul? Boven
dien is het geen sport in den eigen
lijken zin van liet woord.
En even natuurlijk als het is, dat
deze bedenkingen zijn opgekomen,
even natuurlijk is het. dat ze ook on
middellijk bestredc-n zijn.
Vooral het nadeel voor de gezond
heid werd bestreden.
Een Fransch arts moet deelnemers
aan een zesdaagse lie hebben onder
zocht en geconstateerd hebben, dat
geen enkele afwijking ook zelfs van
de hart-werking viel op le merken.
Een bekend wielrenner ik moet
er bijvoegen een stevig heer heeft
mij gezegd, dat het meerijden in een
zesdaagscho veel erger lijkt dan het
is. Men heeft zijn behoorlijke rusttij
den en de inspanning gedurende de
uren dat er getrapt wordt, is, zei hij,
volstrekt niet onevenredig groot ten
opzichte van de rustpoozen.
Waar is de waarheid hier? Waar
schijnlijk ligt die. zooals altijd, in
het midden. Ik herinner me van wed
strijden als die, waarvan wij eerlang
genieten zuilen, verschrikkelijke loo-
neelen te hebben gelezen. Volgens die
beschrijvingen waren de deelnemers
ten slotte half dood en er werd he
vig den spot gedreven met het pu
bliek, dat uren aan uren, tot diep in
den nacht, ja den geheelen nacht,
door bleef staren naar de peddelende
sportsmen.
Ik geloof, dal het bij een wedstrijd
als dezo in hoofdzaak op de rege
ling aankomt én we zullen't dunkt
me, van eigen aanschouwing moeten
hebben eer we een definitief oordeel
kunnen uitspreken en de waarde van
zesdaagscho wielerwedstrijden -voor
de sport, bepalen.
Nu zal men allicht in ons kalme,
bezadigde land vrij grooto waarbor
gen hebben, dat de regeling goed zal
zijn en de belangen van deelnemers
en publick beide zullen worden be
hartigd.
In afwachting daarvan, verheug ik
ine er in elk geval over, dat er weer
eens iets le beleven zal zijn in onze
goede veste en een attractie voor dui
zenden vreemdelingen.
We spreken elkaar later nog wel
eens over de vraag of wedstrijden als
hier bedoeld, aanmoediging verdienen
of dal ze voorgoed uit. het sportleven
behooren te worden verbannen.
Van de sport, naar de gasthuizen...
Mijn sportvrienden mogen het me
vergeven, 't is niet kwaad bedoeld.
11; wil eeu woordje zeggen o\er het
gasthuis-debat in de raadszitting van
j.l. Woensdag.
Het raadslid Dr. Abrahams liecft
al herhaaldelijk, ook in den gemeen
teraad, gewezen op liet gebrek aan
ruimte in de gasthuizen en op de
noodzakelijkheid van den bouw eener
kinderkiiuick.
De wethouder Jitta beloofde met zijn
minzaamsleii glimlach alles en nog
wat, maardeed niets.
Totdat hij nu, door dagbladartike
len werd opgeschrikt. In het „Han
delsblad" schreef Dr. de Hartogh een,
als hoofdartikel geplaatst stuk, waar
in hij klaagde over het gebrek aan
ruimte in de gasthuizen en in „De
Telegraaf" kwam een fel artikel tegen
den wethouder.
Het raadslid Moyjcs nu, ook een
medicus, interpelleerde in de raadszit
ting van Woensdag over de zaak. Hij
vroeg den weihouder, wanneer met
den bouw der kliniek zal worden be
gonnen en of spoedig den Raad voor
stellen zouden bereiken ter uitbreiding
der ziekenhuizen.
met een jas over z'n arm, verliet hij
zijne kamer en 't hotel.
Madame Pompeja had dit alles
nauwelijks waargenomen of ze kleed
de zich in ongelooflijk korten tijd in
wandelcostuum en achtervolgde den
heer Motzier op weg naar 't station.
Haar eerste gang, nadat ze 't statioii
bereikt had, was naar 't telegraafbu
reau, alwaar zo een telegram ver
zond 'vaifdert navolgenden inhoud:
„lieden, is hij juist afgereisd naar
Parijs".
Zonder door Motzier te worden op
gemerkt, nam ze een plaatsbiljet en
zorgde niet in denzeiiden waggon
met hem te komen.
Zoo reisden ze te zamen naar de
groote wereldstad, waar ze elkaar on
der mindere aangename omstandig
heden weliicht zouden terugzien.
Eindelijk stoomde de trein piepend
cn snuivend 't station binnende
'portieren werden geopend en beiden
bevonden zich op 't perron. Metzier
haastte -zich 't eerste rijtuig 't beste
te bemachtigen, stapte er in en in
vollen galop reed het naar de Rüe
Joubert.
Pompeja gpoedde zich insgelijks
naar den uitgang, doch midden in het
gedrang der menschenmassa voelde
ze zich eensklaps door een hand te
gengehouden en toen ze eenïgszïns
gramstorig op zijde keek, ontmoette
ze een ouden kennis, den heer La
Grange.
't Was na deze vragen, 3at wethou
der Jitta de enormiteit verkocht, dat :iij
nu eindelijk door de dagbladartikelen
was opgeschrikt en dat hem altijd ge
zegd is, dat er plaats was in de gast
huizen voor spoedeischende gevallen.
Ach arme, niets gezien, niets ge
hoord.
Wat nogal vreemd klinkt, als men
nagaat, dat in November 1911 wethou
der Jitta verklaard had, dat er voor
uitbreiding van do ruimte in de gast
huizen zoo spoedig mogelijk stappen
zouden worde gedaan.
Iu Januari 1912 werd tot uitbreiding
van de kinderkliniek met 70 bedden
besloten, maar geen sterveling heeft
er tot nog toe iets van gehoord.
Op 2 April daarna deed Dr. Abra
hams liet voorstel tot den bouw van
een gasthuis voor besmettel ij ko ziek
ten. Daaraan wordt nog steeds „ge
werkt". Dat plan is nog „in studie".
De wethouder zal dus bezwaarlijk
kunnen volhouden dat zijn onnoozcl-
heid de schuld is van 't schandaal, dat
wij in Amsterdam met gebrek aan
ruimte in do gasthuizen zitten.
Maar, als men, zooals do wethouder,
triomfantelijk beweert, dat op een ge
geven oogenblik zeven zeggen ze
ven bedden vrij zijn in do gasthui
zen bij een bevolking van GüO.OOO zie
len, ja, dan is 't begrijpelijk dat men
de toekomst niet ernstig inziet.
Maar wat moeten we beginnen, als
er b.v. eens een ramp van eenigen
omvang plaats heeft in Amsterdam?
Het is nog niet zoo heel lang gele
den Dr. Abrahams heeft het in den
Raad medegedeeld dat een jongetje
niet kon worden opgenomen, en einde
lijk na moeite plaats kreeg, nadat een
ander kind, dat noodzakelijk nog in
het ziekenhuis 'behoorde te worden
verpleegd, moest worden weggezon
den.
De heer Scheltema was zoo harte
loos dit niet erg te vinden ik hoop
niet, dat het uw eigen kinderen ooit
zoo ver gaan zal zei Dr. Abrahams
verontwaardigd en de wethouder
vond dit zeker ook niet heel erg, want
hij heeft immers indertijd liet voorstel
in de vereeniging van directeuren van
gasthuizen gedaan om ongeneeslijke
zieken maar die dan toch zeker
liun behoorlijke verpleging liehceven
naar huis te sturen, terwille van
frfe minder ongeneeslijk zijn?
- Hoe men 't ook keert of draait, het
is en blijft een treurige geschiedenis.
Enfin, we hebben nu de toezegging,
dat de aanbesteding voor de kinder-
kLiniek op 15 April zal geschieden, en
we zullen afwachten.
Na alles, wat nu gebeurd is, zal c'e
wethouder toch zeker niet achterwego
blijven, althans deze belofte in le los
sen.
En dan moet zoo spoedig mogelijk de
uitbreiding van de gasthuisruimte vol
gen.
Een van de Amsterdamsche dagbla
den weet het feit, dat dit belang zoo
•langen tijd verwaarloosd is en op de
lange baan geschoven aan de om
standigheid, dat er gebrek aan samen
werking zou zijn tusschen liet armbe
stuur en de medische faculteit der ge
meente-universiteit.'
Prof. I-lector Treub is hier tegen
opgekomen.
Maar,:, wil ik vragen, Zou 't niet mo
gelijk zijn dut er indëtdaad gebrek'nan
samenwerking is, doch niet van de
colleges zelf. maar op het stadhuis?
ik zeg niet. dat het zoo is, maar 't zou
kunnen zijn.
Tntussbhen, als 't waar is, wal de
professor zegt, dan is er zooveel te
meer reden te kunnen verwaehten dat
wethouder Jitta eindelijk en ten lan
gen leste do hand aan den ploeg zal
slaan.
Ein om het van hem te eischen.
Zooals het thans is, nl. dat we bij
elke ramp of epidemie van eenige bc-
teekenis absoluut zonder voldoende
gasthuis-ruimte zijn is liet meer dan
treurig.
AMSTERDAMMER.
Binnenland
DE KONINGIN
is Zaterdag uit Koningstem weer
naar Nederland teruggekeerd.
PRINS HENDRIK.
De Prins, thans een drietal weken
te Oberursel in den Taunus verblij
vende voor eene kuur tegen zijn neu-
ralgien, vindt zeer veel baat bij deze
kuur. De Prins begint zich veel beier
te gevoelen.
MR. C. C. GEERTSEMA.
Het was Zaterdag twintig jaar ge
leden dat mr. C. C. Geertsema het
ambt van commissaris der Koningin
in de provincie Groningen aanvaard
de. Hoewel mr. Geertsema alle open
bare huldebetoon had afgewezen, is
hij toch van velerlei zijden gelukge-
wenscht en werden hem vele bloem
stukken aangeboden.
De burgemeesters van de gemeenten
in de provincie Groningen boden den
heer Geertsema een maaltijd aan.
Stil, dame, fluisterde hij zacht,
stil, verraad u niet.
Die bekende van vroeger, die barn
steenkoopman kwam haar nu geheel
anders voor; doch door ongeduld en
ontroering kon ze op dit oogenblik
geen woord uiten. Eindelijk nadat zo
een w.eing buiten het gedrang waren,
vroeg .La Grange op zeer zachten
.toom Wat weet ge van hem?
Hedenmorgen gewerd hem het
zoo vurig verbeide bericht, antwoord
de Poinpeja, waarna hij onmiddellijk
het noodige bijeenpakte en zich naar
't station begaf, hetgeen door mij ins
gelijks geschiedde, zoodat we hier lo
gelijk zijn aangekomen. Intusschen
trachtte ze zich van haar lastigen ge
leider te ontslaan en niet geweld liuar
arm weer vrij te krijgen.
Vv'e hebben hem gezien, sprak
de heer La Grange kalm, haar arm
altijd nog vasthoudende
Een mijner ondergescliikten is
hem reeds op 't spoor en vervolgt
.hem.
Een uwer ondergescliikten is hem
op 't spoor? vroeg Pompeja, den lieer
La Grange eenigszins wantrouwend
aanziende. Maar, zeg mij, meneer,
zijt u dan niet do barustccnkoopman
van dien naam?
Neen, daine, ik behoor tot de po-
iitie-beambten en heb mij destijds, ten
einde eenige onpartijdige inlichtingen
voor die zaak in te winnen, aan u
voorgesteld als koooman La Grange.
Er zal u echter niets kwaads geschie
den; 'k verzoek u alleen beleefd, tot
zoolang in deze restauratie te ver
toeven, tot de zaak van Metzier
eenigszins in 't reine is. Mag ik dus 't
genoegen hebben u aan de zorgen van
dezen jonkman toe te vertrouwen,
Opdat da tijd u niet te lang valle.
Wat, koopman, ik b'edoel de, poli
tic-beambte, La Grange vermeet zich
dwang op mij, een. onschuldige uit te
oefenen? riep - madame Pompeja ia
woede uit.
St, fluisterde La Grange, st, lieve
dame, juist omdat go .onschuldig zijt,
zul u niets kwaads geschieden, maar
uwe tegenwoordigheid zou een hin
der kunnen zijn tot 't ontdekken van
een groot misdadiger.
Een siddering ging'door Pompeja's
leden; eensklaps vroeg ze op uitda-
genden toon:
Bedoelt ge Metzier?
Dat weet ik niet, dame, antwoord
de La Grange en voordat Pompeja
meer Isoii vragen, was deze onder de
menschenmassa verdwenen, zoodat
ze voor dc overmacht moest zwichten
en zich aan dezen jonkman als „Men
tor" moest toevertrouwen.
Met een zekere élegance. een Pa-
rijsch j'onkman aangeboren, presen
teerde hij de dame zijn arm en na
haar naar de restauratie geleid te
hebben, bood hij haar eenige verver-
schirigen aan.
De Creole was geheel verschrikt en
tevens woedend, doch wat moest ze
doen, 't was 't beste zich in de om
standigheden le schikken.
De jonkman, die haar begeleidde,
raadde haar vooral aan kalm te zijn,
omdat zijn ambt hem anders zou
noodzaken haar onder ander toezicht
te stellen. Hij gedroeg zich tegenover
Pompeja zeer beleefd, terwijl haar
stemming oneindig beter werd, na 't
gebruik van een verkoelend glas wijn
en een gebraden hoen.
La Grange zat in dien tusschentijd
niet stil, maar reed in een coupé niet
een collega naar de Rue Joubert. Het
rijtuig posteerde zich aan den ingang
der straat; de beide heeren stapten
uit en plaatsten zich voor een annou-
cenbureau, den schijn aannemende,
alsof ze met de grootste attentie alle
annonces lazen, terwijl ze intusschen
rechts en links hunne oogen lieten
gaan.
Apropos, hebt ge dien heer reeds
zien binnengaan, vroeg La Grange
aan een ander, die als bij toeval daar
voorbijkwam en zich toen bij hem
voegde.
Neen, nog niet, luidde 't ant
woord.
Ik hoor, dat men de deur opent,
zeide La Grange, altijd nog rustig de
advertentiën bestudeerende.
Een lang. mager persoon treedt
't huis in. zei de laatst aangekomene
zacht tot den heer La Grange.
Nu wordt liet tijd, zeide deze. la-