BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD S^S GROOTE HOUTSTRAAT SS. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. No 9064 DE ZATERDAGAVOND baarle?jfs dagblad kost fllffi PES 8 IAANBEÜ OF 10 CENT Pil WIK. in haarlem's dagblad zsjm advbt!ïmt®j doeltreffend. O.MZE ANN0NOÊ8 WORDEN opgemerkt Het Rsjke Natuurleven SIERDENNETJES. Het is niet ieders werk, een frisch Ontvangen araucaria of tafeltjesden goed te houden. De bloemisten schijnen daarvan het monopolie te hebben. Heerlijk groen en mooi gekroesd leveren zij de den netjes af en iedere straal van zoo'n stervormig tafeltje, wipt juist genoeg omhoog, om het plantje een sierlijk model te geven. Zoo'n juweel behoort een eereplaats te hebben, gaat men al gauw denken. Een beetje warmte zal wel goed doen, en zoo prijkt de kerngezonde plant plotseling op een siertafeltje in de huiskamer. De natuur schijnt intusschen de goede bedoelingen te miskennen, want na 'n paar dagen hangen de zoo fier omhoog gestoken armen mistroos tig omlaag, en we zijn, tegen onzen zin, in 't bezit van een treurden ge komen. Een zonnetje kwikt hem misschien wel weer wat op, is dan hot algcmee- ne gevoelen en onmiddellijk daarop verhuist de zieke naar het raam, waar liet middagzonnetje kwistig zijn stralen door naar binnen stuurt. Weer twee dagen verder. De kuur schijnt weer te mislukken. Het zonne bad deed meer kwaad dan goed, want één voor één vallen dc groene zij scheutjes omlaag en de onderste éta ge is weldra in vijf omlaag gerichte stokjes veranderd. Die moeten er nu ook maar af. De plant wordt eerst van het ontsierende lint, dat er zoo zwierig omheen was geslingerd, ontdaan en één voor één vallen de vijf naakte takjes onder de sciiaar of het mes van den wanhopi ge n plantenvriend. „Zou de pot soms te klein zijn," denkt men nu nog, vergetend, dat de vijf wonden het kostbare sap drup pelsgewijze doorlaten. De mishandelde plant krijgt nog e\en nieuwe aarde, wordt mogelijk riug te diep in den grond gezet 'u verhuist, ontdaan van het lint en slap van armen, naar een verloren, hoekje in de kamer, waar de laatste levens maanden worden weggekwijnd, om ten slotte uit de woning te worden verbannen. Negentig procent van de arai ondergaan een dergelijk lot..Zij, die toevallig onder iets minder ongunsti ge "omstandigheden verkeeren, bren gen net nog tot wat armzalige nieu we takken, die ten slotte als slangen omlaag hangen, zoodat het fiere plan tje niets van zijn frischheid heeft be houden en weinig meer op een tafel- Ijesden lijkt. Zoo kunnen ze jaren 1)1.jven leven. Ze sterven niet, omdat ze al is het soms onbewust, nog eens weer een enkelen keer een goede be handeling krijgen, maar ze monteren niet genoeg meer op, omdat tegen strijdige bewerkingen het resultaat weer reduceeren. Wat we dan wel moeten doen? Als zoo'n araucaria uit de bloemis terij komt en hij heeft een zijden slang om zijn leden, dan moeten we dat ding er voorzichtig afwikkelen. In de eerste plaats kunnen we ae plant daardoor niet geregeld het noo- dige besproeiingswater geven en ln de tweede plaats wordt de natuur ge weld aangedaan. Zoo'n frisch, groen dennetje is op zichzelf een sieraad en, was het niet, dat smaken verschillen, dan zou ik zeggen, dat een lint het mooie van de plant wegneemt. Wie er zoo niet over denkt, moet toch niet Le zuinig op het reepje zijde zijn, want begieten we de plant daarom minder, dan is gauw het spreekwoord van de vlag enz. van toepassing. Dan moet do araucaria nooit in ds felle zon staan, Is het zomer, zet hem dan onmiddel lijk in den tuin op een schaduwrijk plekje, neem een paar maal per week êeu plantenspuit of desnoods een gietertje en laat liet op temperatuur gebrachte regenwater flink over zijn groene armen en veelbelovcndeu top vloeien. Dat is een weldaad, die niets kost mi waarvoor u de plant beloont, der oiiiuidueliijk daarna met gratie z-.jn armen le verheffen. Wurdt de aarde Le nat, dan kunt ge dj plant scnuin houden, zoodat bet overtollige water niet in den pot te recht komt. Dit sproeien, vooral in droge zomers, wam een beetje over leg hóórt er natuurlijk bij, doet de den zijn frischheid behouden. Meer heeft ln.) in den zomer al niet noodig, al is hii dan erg dankbaar voor een lichte bemesting. Zoolang echter de grond vorsen is, móeten we daarmee heel' voorzichtig zijn, en die goede eigen schap van de aarde gaat gauw verlo ren, ate ze te vochtig wurdt. Dit is ook de reden, waarom ik mijn plan ten bij het besproeien vaak op ztjae houd. is de grond toch verzuurd, wat gemakkelijk is Le ruiken, dan moeide bovenlaag wat worden losgemaakt en tusschen deze kluiten wat bergkrljt worden gestrooid. Een geringe hoe veelheid ongebluschte kalk werkt op dezelfde wijze, maar is niet zoo gauw bij de hand. Zoo houdt de tafeltjesden het heel gced uit, totdat de koude dagen ko men. is de winter zacht, dan is het nog beter buiten, dan bij de warme kacli'l, maar het ideaal is een tem pera'oer van ongeveer 50 graden. Daar houden de planten haar frisch heid bij en de mooie golf blijft in de etages bestaan. Natuurlijk moeten wc dan het be sproeien staken. De planten moeten rust hebben en mogen dan zelfs wel een enkel zonnestraaltje opvangen. Uitdrogen doen ze dan niet gemak kelijk, zoodal de zorgen Runnen ver minderen. Verpotten is slechts noodig, als de plant te groot wordt. Dat behoeft lang niet ieder jaar te gebeuren, maar is het noodzakelijk geworden, dan moet de araucaria een tijdje naar den vakman. Zelf geven we ze zoo gauw verkeerde aarde. Deze moet los en voedzaam zijn, terwijl het er ook nog op aankomt, hoe diep de plant wordt gezet. Het is lang niet ieders werk, dat overbrengen in een anderen voe dingsbodem, maar het is ook de eenig- ste dienst dien we den planten zelf niet goed kunnen bewijzen. Heeft de bloemist ze weer eens even behan deld, dan komen ze krachtig terug en onze zorgen zullen met flinke tafel tjes worden beloond. H. PEUSENS. Rubriek voor Vrouwen De mode ten opzidbt© van de verschillende seizoens. Waarmede we liet eerst be ginnen moeten. Nieuwe mouwen. Het is een eigenaardig verschijnsel in de Mode, hoe die er steeds op uit is den tijd vooruit te loopen! Nauwe lijks is de maand September in het land of men ziet de magazijnen reeds winterboeien en bont-garnituren éta- leeren, h^ie.ens donkerkleurige *al- leur-costrums, terwijl hét menigmaal voorkomt, dat het Septembeizonnetje zóó koesterend schijnt, dat we onze lichte, luchtige zomertoiIe:ten nog ongaarne afstand doen. Evenzoo gaat het in ihot vrc voorjaar. Als de maand Januari daar is, worden in alle magazijnen inventaris-opruimingen gOhouden, maar zoodra kondigt de kalender Fe bruari aan, of men ziet, als met toto- Verslag de wlntertoiletben verdwijnen, om plants te maken, deels voor wit- étalages, deels .voor de allereerste nouveautés voor but komend seizoen. Nu kan ik mijn geachte lezeressen niet genoeg waarschuwen tegen dien ongeniotiveerden spoed! Immers ons klimaat kunnen juist die vi jaarsmaanden zulk leil en guur weer brengen, dat men er niet aa.n denken kan van kleeding te verwisselen. En j dan nog zijn die vroege modellen riet altijd betrouwbaar voor 'liet nieuwe seizoen. Het is daarom verstandig maar rustig af te wachten en eerst een zien welke nouveautés er geaccep teerd worden en kans hebben i ,.in te slaan.' In dien tussdhentijd kunnen practisclhe vrouwen, die zelf haar klee ding onderhouden, zich nuttig bezig houden met de linnenkast en eens •zien, wat daar vernieuwd of veran derd moet worden. Voor verandering komen zeer zeker onze witte rokken in aanmerking; want nu de nauwe japonrokken zich ook in den komenden zomer zullen welen te handhaven, moet de ouder- kleediiing daaraan ge even red igd wor den Tot nu toe durfde men de wit batis ten rokken nog n el veranderen en be hielp men zich veelal met een tafzij den of tricot onderrok, dóch de ste zijn onsolide en de laatste vol doen niet algemeen, want hoe cor rect ze de heupen ook omsluiten, heb ben de tricot-rokken bet groote brek, dat ze onder et zitvlak te veei invallen en daardoor veel afdoen aan Lei mooi vallen der costuumrokken. Aan dit euvel kan men ©enigszins ie- genioet komen door op de achterbaan van den tricotrok een stuk strook aan te brengen, boven den gewonen volant. De witte rokken moeten eveneens zóó veranderd worden, dat ze den japonrok voldoende steun geven. Men geraakt hiertoo het beste, als men de rokken met vier banen inricht. Voor- en achterbaan worden afgeschuind en de nog reslearende ruimte in heup. plooitjes weggenaaid. Wat nu onze toiletten betreft, zijn •liet de mouwen die het allereerst ver raden of we een nieuwe of oude taille voor 'hebben. Daarom vragen d:e het allereerst onze aandacht om -emo- derniseei-d te worden. De kimono modellen 'heeft men wat al te vroeg als afgedaan willen beschouwen want nog duiken ze telkens op. zij het dan ook in min of meer ge wijzigden vorm en waar er sprake is van ingezette mouwen, zoo worden die toch niet meer op de oude plaats ingezet; want 'het verlengen der schouderlijn ge biedt den inzet der mouw op de helft van den bovenarml Het spréékt vanzelf, dat dit slechts met do boven st of te maken heeft en de voeringtaille dus onveranderd blij 11, daar de moderne mouwen an ders te hinderlijk zouden zijn in het dragen. Men kan de bestaande mou- i gemakkelijk veranderen, daar de nieuwe modellen zeer verschillend zijn en desnoods van een andere stof- fage dan 'het toilet genomen worden. Een gemakkelijke manier van mo- derndSeeren is.voorts om van de be slaande mouwen bet onderste deel der mouw te maken, terwijl men den bo venarm bedekt met drie hoog op el kaar vallende volants van mousseli ne de soie, die met een jour-zoom zijn afgewerkt. Ook ondermouwen van tule en kant zullen zeer veel gedragen worden, ter wijl de nauwe pcufmouwen reeds spo radisch voorkomen. Het is echter zeer de vraag, of deze laatste wel kans van slagen 'hebben, daar ze min of meer 'inbreuk maken op de slanke lij nen en het silhouet in ieder geval" ver broeden. MARIE VAN AMSÏiiU Het plannetje van Mr. Parker. (Naar het Engeisch.) Mejuffrouw Grace Hoddon ging voort met haar kunstbeschouwing in de étalage an een juwelier, en druk te vol opgewond6iihed. den arm van Mr. Percy Paiker, naar verloofde. „Kijk eens even naar die beeldig mooie armband!'zei ze vol geest drift. ,,Is ze niet prachtig mooi?' „Ik keek naar die vingerhoeden van een shilling per stuk,'antwoord de Mr. Parker op kouden toon. „Wat kunnen mij die oude, onnoo- zel© vingerhoeden schelen,' zei Miss Hadden. „Kijk liever eens naar die mooie bracelet!' „Maar ze kost vijf en dertig schil ling,' zei Mr. Parker verwijtend, „En, dat is een koopje,' beweerde Miss Haddon, terwijl zij vol verwach ting haar verloofde aankeek. „Nu, hoe denk'jeer over om verder te gaan!'opperde Mr. Parker. Na nog een smachtenden blik op de armband geworpen te hebben, wend de Miss Haddon met een zucht haar blik van den winkel af. De a vend had niet dat verloop ge had, dat Mr. Parker er van venvacht had. In den loop van het gesprek op hun wandeling had Miss Haddon als toevallig losgelaten dat zij over een maand ongeveer baar verjaardaj vierde. In vage bewoordingen had Mr. Par ker iets gezegd omtrent een cadeau op haar verjaardag. En in, plaats dat zij hem verzocht had het geld voor huishoudelijke uitgaven te besparen, had Miss Haddon heel ontaclvol de grootste belangstelling getoond de vraag wat haar verjaarsgeschenk zou zijn. Zich in de omstandigheden zoo goed mogelijk schikkend had Mr. Parker geprobeerd zich ©enigszins van haar smaak op de hoogte te stellen, door met haar voor een ju weiiers winkel te blijven staan. Een vingerhoed of een vergulden veiligheidsspeld, dat waren de artike len, waaraan hij gedacht had. Want Mr. Parker was wat hij zelf „spaar zaam' noemde, terwijl andere men- schen hem kortweg als „gierig' be titelden. Binnen een half uur arriveerde het paar voor het kleine huis, waar Miss Haddon met haar vader woonde, die weduwnaar was. „Slaap wel!'merkte Miss Haddon onverschillig op. „Ik ik dacht nog even binnen te komen,'antwoordde Mr. Parker. ,,lk ben te vermoeid om van a\ond nog langer op te blijven,' zei Miss Haddón. Hij ging in sombere stemming heen Bijna was Mr, Parker geneigd om zijn huwelijksplannen er aan te geven Maar hij had veel geld betaald voor den engagementsrin g; en het, best mogelijk dal Miss Haddon zou weigeren den ring weer aan hem te rug te geven. Die mogelijkheid de belangrijkste factor tot het besluit van Mr. Parker, om zijn verloving niet to verbroken. Op zijn wandeling naar huis dacht Mr. Parker over den toestand na. Het scheen onmogelijk te vermijden om Miss Iladdon de armband te geven waarop zij zoozeer haar zinnen had gezet. Blijkbaar was het de eenij talisman, die hem nu weer bij baar in den gunst kon brengen. Maar vijf en dertig shillingl Hij ging zander gesoupeerd te héb ben naar bed en bleef het grootste deel van den nacht wakker. F.n toen hij 's morgens opstond was hij beslo ten de armband aan Miss Haddon ca deau te doen. Er scheen geen andere weg te zijn om uit de moeilijkheid te komen. „O ja, wat die armband betreft,' zei hij dien avond tot haar „ben je er bijzonder op gesteld?' Miss Haddon scheen plotseling haar gereserveerde houding vergeten en verklaarde haastig, dat zij haar lie- hebben dan iets anders ter wereld. „Ileel goed, dan,'zei Mr. Parker; ,ïk zal haar voor je koopen.' Miss Iladdon zei hem dat hij haa.r lieveling was. In denzelfden adem, stelde zij voor, dat zij vlug naar den winkel terug zouden gaan en het sie raad onmiddellijk koopen anders mocht een ander hen eens voor zijn. „Ik ben bang, dat dat niet gaat,' zei Mr. Parker. „Je moet bedenken, dat ik er eerst wat voor zal moeten opsparen.' Parker had nooit tot haar over zijn gewoonte om te sparen gespro ken. Hij beschouwde het als een axio ma dat niemand mocht welen, dat hij geld had. „Ik zal er met al mijn macht voor moeten sparen,' gingnij voort, „door mij allerlei soorten gei.cegens en klei ne luxen te ontzeggen. Hij keek haar vol hoop aan, maar die hoop was spcedig vervlogen. Des te meer zal ik liet waardee- zei ze zacht. ,n zoo zag Mr. Parker zich dus tegen wil en üank verplicht de arm band te koopen. Menig plannetje om daaraan te ont komen, kwam in de eerstvolgende we ken bij Mr. Parker op, maar hij moést zó alle'weer als onpractisch uit zijii hoofd zetten, en zoo gingen de dagen voorbij en. kwam die verjaar dag van Miss Iladdon dichter en dich ter bij, terwijl Mr. Parker'steeds min- 'bereid was de armband te koo pen,. Zoo stonden de zaken op den avond vóór eten verjaardag van Miss Had don, toen. Mr. Parker met de geheele vijf en dertig shilling, in kleine geld stukjes gewisseld, op weg ging naar het verblijf van Miss Haddon, met de houding van een veroordeelde, die van zijn cel naar de galeien gaat. Want dien avond meest de bracelet gekocht worden. Miss Iladdon zat vol verwachting in 'naar huiskamer, toen zij een zacht tikken aan de voordeur hoorde. Ook meende zij te hooren klagen en zuch ten. Eén oogenblik aarzelde Miss Had don even. Toen stapte zij op de deur af en deed haar moedig open. Een kreet van schrik ontsnapte aan haar lippen toen Mr. Parker binnen strompelde. Hij verkeerde in een beklagenswaar- digen toestand. Zijn boord was ver kreukt, en hang los; zijn das hing in een langen slip over zijn rug. Ik ik ben bestolen! zei hij mot jebroken stem. Bestolen? riep Miss Haddon uil. Ik ging juist bij Park Terrace den hoek om, zei hij met moeite, toen ik door een grooten, dikken kerel werd aangevallen. Wij worstelden hevig, maar ten slotte kreeg hij mij onder en hij hij ontstal mij die vijf-en dertig shilling! En ben je erg gewond? vroeg zij op angstigen toon. Een beetje pijnlijk en stijf, ant woordde hij. Maar het ergs;© vind ik het van die vijf-en-dertig shilling jc cadeau, daar hen ik het incest van geschrokken Met tcodere zorg bracht Miss Had don hem naar een stoel. Heb je het aan de politie gezegd? vroeg zij. Ik ik wil niet dat de politie het weet, zei hij op hijgenden toon. \Y ij houden eenmaal niet van schan daal. Bovendien zou het toch wat al te zot lijken, dat ik niet op mijzelf kan passen. Maar was er dan niemand, die jc te hulp kon komen? Je weet hoe donker en stil het op Park Terrace is, zei hij. Er was geen levende ziel te bekennen, of schoon wij zoo lang samen worstel den. Arme lieveling! zuchtte Miss Ilad don vol sympathie. Het ergste vind ik het van liet cadeau een air van vlugheid dat getuigde van een volkomen herstel van de afranse ling, die hij had ontvangen. Toevallig kwam den volgeuden mid dag een oude vriendin en huurvrouw van Miss Haddon, in de persoon van de niet meer jonge Mevr. Tomsett haar met haar verjaardag gelukwen- schen. O ja, lieve, het volgend jaar om dezen lijd. merkte Mevr. Tomsett over theetafel op, zul je zeker ge trouwd zijn, en ec-n eigen tehuis heb ben? Miss Haddon stemde toe, dat dit best mogelijk was. En een knappe, jonge man is die Mr. Parker ook, zei Mevr. Tomsett op welWillenden toon. Een standvas tig, vertrouwbaar, oprecht jong- mensch. O ja. riep Miss Iladdon plotseling uit, dat moet ik u nog even vertellen nl. wat hem gisterenavond is overko men. Gisterenavond? vroeg Mevr. Tom sett. Wel, ik heb hem gisterenavond nog gezien. Op den hoek van Park Terrace hebben wij nog even samen staan te praten. Hij scheen niet zoo te zijn als gewoonlijk, kwam mij voor. Het scheen mij toe alsof hij van iets zeer vervuld was. In gedachten en on rustig, zoo gedroeg hij zich. Ik meen de hem te vragen of hij met mij Park Terrace doorging, maar hij zei goe denavond en ging alleen verder. Je weet hoe donker en stil het op -Park Terrace is! ging de oude dame op goe dig, babbelachtige*! toon voort, Ik ben altijd wat bang om daar 's avonds alleen te loopen. Maar toen ik zijn jeleide niet kon krijgen, deed ik het beste, wat voor mij overbleef. rat was dat? vroeg Miss Had don met belangstelling. Wel, ik volgde hem zooveel moge lijk op den voet het geheele Park Ter- ice langs. Op welken tijd was dat? vroeg Miss Haddon opgewonden. Omstreeks acht uur. Ik herinner mij dat ik de klok hoorde slaan toen ik mijn eigen sleutel in de deur stak. Ja, hij kwam ongeveer twee mi nuten over acht hier, ze.i Miss Had don op strakken toon. Ik wachtte op hem en lette dus precies op de klok. Ja, ik zag lxom hier binnen gaan. Hij bleef op je stoep even stilstaan. Hij scheen toen binder te hebben van zijn boord. Toen Mr. Parker dien avond Miss Iladdon kwam bezoeken, schrok hii zeer, omdat aij een verband om het hoofd bad. Kom binnen en ga zitten, zei Miss Haddon op zenuwachtigen toon. O, het was verschrikkelijk afschuwe lijk! Wat toch? vroeg Mr. Parker vol belangstelling. Ik ik ben bestolen bestolen van mijn verlovingsring. Wat, en ik heb er bijna zes-en- dertig gulden voor uitgegeven! riep hij vol schrik uit. Heb je het aan de politie meegedeeld? Neen, antwoordde zij vermoeid. Ik wenschte geen schandaal. Wat geef ik orn schandaal! riep hij uit. Als je bestolen bent, voor hoe weinig ook, dat'doet er niet toe, dan behoor je er de politie van op de hoogte te brengen. Daar is ze voor! Wat is er gebeurd? Van avond, zei ze op flauwen toon. Nog geen uur geleden, en in Park Terrace. Park Terrace? herhaalde Mr. Parker. Ja, Een groote, zware man sc-hoot op mij toe en eischte mijn beurs op. Maar dat had toch iemand moe ten zien? Je weet hoe donker en stil het in Park Terrace is. antwoordde zij. O. het was afschuwelijk! Maar mijn jouw onze ring! hijgde Mr. Parker. Hij dwong mij hem van mijn vin ger te nemen en aan hein te geven. Hoe zag hij er uit? O, ean groote, zware man! Ik weet zeker dat het dezelfde man was. die jou gisterenavond aanviel. Ik zal er de politie mee ju kennis stellen, zei Mr. Parker. Ja, doe dat, stemde zij toe. Dan kun jc meteen vertellen, wat jou gisterenavond is overkomen. Mr. Parker keek Miss Iladdon aar zelend aan. Iets in de uitdrukking van zijn gelaat scheen te willen zeggen, dat hij er niet naar verlangde de po litie geheel in zijn vertrouwen te ne men. Ik ik ga. nu naar boven naar bed, zei Miss Haddon. Ik was alleen opgebleven om je even to kunnen ontvangen, Vader is uitgegaan, dus er is hier niemand om mee te praten. Zij ging langzaam de trap op Mr. Parker, ten prooi aan twijfel, vrees en aarzelingen, ging de voordeur dat meisje gaan houden, dan waartc-a ik mij ooit in staat had gerekend. Tk zou haar nu niet graag willen ver liezen! Ditmaal sprak Mr. Parker de op rechte waarheid. Het denkbeeld van. een verbreking der verloving joeg hem schrik aan nu er een mogelijk heid scheen te bestaan, dat zijn plan nen zouden mislukken. Uit vrees voor ontdekking, was Mr. Parker bereid liever wat geld uit te geven, dan Miss Iladdon te verliezen. Het zal alles wel in orde komen, zei hij troostend tot zichzelf. Als zij het wist, zou zij niets meer met mij te maken willen hebben, en daarom mag zij het niet weten dat is alles. Mijn plannetje mag dan in het water vol len door dezen samenloop van om standigheden, maar ik heb haar ge lukkig nog niet verloren! Door deze overpeinzingen gesterkt, keerde Mr. Parker naar zijn eigen ka mers terug. Een brief voor u, mijnheer, zei zijn hospita, toen zij hem zag thuis komen. Hij werd hier geen vijf mi nuten geleden gebracht door een ouden heer. Mr. Parker ging naar zijn eigen kamer en maakte den brief open. Hij bevatte een velletje papier en een klein voorwerp in vloeipapier gewik keld. Mr. Parker maakte het pakje open, en liet een kreet van verbazing hoo ren, want daar laz de verdwenen ver lovingsring van Miss Haddon. u wijdde hij zijn aandacht weer aan den brief om te zien, wat dat be- teekende. Een blik daarin overtuigde hem, dat hij met de hand van Miss Iladdon was geschreven. Hij was van den volgenden inhoud: Nu heeft de man, die gisteren avond je geld kreeg, mijn ring ook! Ik hoop, dat hij nu tevreden is. Einde. jou, zei Mr. Parker. uit en wandelde in gedachten verzon- Alles weg! Ik kan er nu niet weer op nieuw voor sparen. Och kom, wat doet dat onnoozcle cadeau er nu toe! zei Miss Iladdon hartelijk. Nu jij niet gewond bent, trek ik mij daar geen zier van aan. Voor het eerst sinds hij was binnen gekomen verdween de angstige trok van Mr. Parker's gezicht, en werd het door een glimlach van verlichting ver sierd. En teen hij dien avond Miss ken naar huis. Hij had er zijn bijzon dere redenen voor om maar liever niet naar de politie te gaan. Wat doet het er ook toe, merkte Mr. Parker op in eon hui van onge wone édelmoedigheidIk zal eon anderen ring voor haar koopen een goedkoopereu en wij zullen niet meer over die zaak spreken! Dat ls de beste manier om dadelijk uit de moei lijkheid te komen. Rn zij is wel een Iladdon verliet. Hep Mr. Parker met tweeden ring waard! Ik hen n 'n Primeur. Humoreske van ERWAY? Wat zeg je daar, Teun? viel meneer Bekers plots uit. En mèt stond hij zóó driftig op, dat z'n rieten stoel, waarin hij iedere week driemaal ge durende vier uur placht te zitten om de Achterburgsche Koerier te redigee- rendat de redactiestoel omviel. Watkerel De energieke redacteur-alleen van Achterburg's oudste orgaan schrok heviglïjk. IIij greep z'n zakdoek, wischte zich 't parelende zweet van de slapen want 't was warm op da „redactie"' en staarde Teun, z'n col porteur en berichtjesjager, vol ontzet ting aan. Maar dat is moord, Teun, moord. Dat is het zekers, meneer. En zooas ik u al zei, 'k heb het van boer Kosse zei vers. Ben je niet best, ouwe, mocht ik 'm zoo vragen. Want hij zag er dan maar sikkeneurig uit. Praat me der niet van, zeit-ie. Vanmorrege vroeg zal 'k Thijs gaan wekke. Dat mot 'k wel, want jong was-ie ook niet meer, en 't werk was 'm duk- kels te zwaar. Nou, meestal is-'t-ie da delijk bij me als 'k binnenkom. Maar nou niks dervan, Thijs! roep ik zoo. Hij blijft liggen, stijf. Ik der- na toe gekeken dood was-ie dood als 'cn pier. Ja man, ik ben der kapot van. Hij was de eenige die nog bij me was. En we konne 't samen zoo bestig vinden I Na me vrouws dood het-ic me dukkels getroost hè, zoo hartelijk as-ie was 'k Verkondeleer je, baas Kosse! zeg ik zoo. 'k Wis niet dat-ie 'n zoon had, meneermaar 't mot wel een best mensch zijn geweest, want de tranen liepen warentig den ouwe over z'n gezicht. En 't ergste. Teunl zeit-ie toen 't ergste is nog wat ik nou vanmorrege van Bekkers, de scharen sliep, hoor. Nou, boer Kosse zei- d-ie k heb 'et bij z'n leven voor je verzwegen, want het zou je wat ge kóst hebbenmaar jou Thijs het den dood van mooie Keetje op z'n ge weten 1 Van mooie Keetje, baas Kosse? vraag ik. Jawel, Keetje van Dorsen! Afijn, wat gebeurd is, is gebeurd, 't zal mijn nou geen cente meer kosten, en Thijs mag rusten in vrejeMorge gane we 'm begraven! Nou, meneer, u begrijpt asdat ik raar opkeek. Thijs Kosse een moorde naar I Dat hadde we nooit gedacht, niet 'n jaar geleje, toen van Dorsen zen dochter d'r zoo in een dag uit was. Hartverlamming! zei de dok ter. Ja, hij ken ermee ankomme.. ze is vergéve, meneer Teun! zei meneer Rekers plechtig dit is een droevige histo rie. Maar tevens een hoogst belang rijk gevaleen geval, dat voor ons blad goud waard kan wezen! Als we 't tenminste alléén hebben, zie je. Over twee uur moeien we verschij nen. En z ij ook(dit met een minach tenden knik naar den overkant san 't marktpleintje, waar 't bord van „De Nieuwe Achterburgsche Koerier" uit hing). Zij moeten vooraf niets mer ken. Eri daarom moet je zwijgen, Teun, zwijgen als 'en mof Beloof je dat? - V as ba.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1913 | | pagina 13